Kinderspel deel 3: Yin en Yang.

 



HOOFDSTUK 37

Het schoolleven van Walter verliep vanaf de klas van juffrouw Toos veel rustiger dan daarvoor; bij Merel van de peuterspeelzaal, juffrouw Elsje van de kleuters en meester Gijsbert van groep 3. Er waren akkefietjes; ruzietjes en dingetjes, maar nooit meer kwam de toerekeningsvatbaarheid van Walter door banale kinderachtigheden in het geding. Anders gezegd: Walter werd niet langer zonder meer bij het minste of geringste bagatelletje voor gek verklaard. Samen met Huib, Marcus en Tim vormde hij in groep 6 van juffrouw Marijke nog steeds hetzelfde vaste kliekje dat zo’n 2 jaar eerder vorm gekregen had. Soms werd de vriendenclub vrijblijvend en tijdelijk aangevuld met een extra vriendje of vriendinnetje. Falko was zo’n tussendoortje. Hij kwam uit een probleemgezin. Dat werd niet met zoveel woorden gezegd, maar Thea herkende de signalen. Zijn – alleenstaande – moeder had swag in de zin van een zelfopgelegde ‘air populair’. Ze leek op een ongenaakbare discovamp; een soort Whitney Houston. Het verschil was dat de sterallures van de moeder van Falko nergens op gebaseerd waren. Ze was een überbitch. Walter en moeder Thea liep ze straal voorbij, terwijl Falko in het verleden toch al meerdere keren op woensdagmiddag bij zijn nieuwe vriendje thuis was opgevangen, omdat de oppas niet was komen opdagen. De vader van Falko zat namelijk in de bak. Handel in verdovende middelen. Zonder input van haar crimineeltje had de moeder van Falko het niet makkelijk met haar luxe levenseisen en daarom beunde ze bij in een sportschool met een happy end. Haar overige bloedjes van een kinderen moesten maar zien waar ze tussentijds bleven. Thea was wel goed maar niet gek. Voor de zekerheid ging ze tijdens de opvang van Falko nog wel na waar het verlaten broertje en zusje zo moederziel alleen terecht konden. Gelukkig was de buitenschoolse opvang op de hoogte. In het geval van de kroost van  Whitney Wannebee had men zonder pardon de hulp van de jeugdhulpverlening ingeroepen. Via deze omweg kwam Thea in contact met een mannelijke leedtijdgenoot alias een buurtwerker met randgroepjongeren die in de eerste plaats idolaat was van Whitney Wannebee en daarom in de tweede plaats ook regelmatig buiten werktijd voor haar kinderen in de bres sprong. Thea vond dat Whitney Wannebee haar verantwoordelijkheden weleens vaker mocht nemen, maar de buurtwerker meende dat de handen van deze moeder gebonden waren. Op dit geschilpuntje na lagen Thea en de hulpverlener elkaar wel. Vertederd zag hij toe hoe Falko in de speeltuin een pluizenbol plukte en de paardenbloem in wording achteloos in de hand van Thea duwde.

‘Niet weggooien, maar blazen en een wens doen!, instrueerde Falko.

Thea lachte flauw. Ze wist niet zo goed wat ze met de situatie aan moest. Ze vond Falko helemaal geen jongetje dat geloofde in de toverkracht van pluizenbollen, maar eerder in blingbling en de schone schijn van het voetlicht. Falko deed Thea aan Michael Jackson in zijn beginjaren denken. Hij was klein, fijn en liep niet, maar swingde. Wat zou hij uitgeblonken hebben als rolmodel voor coole 10jarige ventjes op de catwalk in stoere kleding van Supertrash of Eagerbeaver. Gelikte Falko met zijn hippe mama. Dat die associatie van Thea niet uit de lucht kwam vallen was te zien aan het jongere 7jarige zusje van Falko. Beverly. Ze scheen serieus regelmatig voor modefolders te poseren. Vol enthousiasme, omdat die fotomomenten de enige schaarse uurtjes in het leven van de kleine meid vormden waarop haar moeder exclusieve aandacht voor haar enige dochter had. Beverly was een mini Diana Ross. Een plaatje. Inclusief het kroeskopje zoals Diana Rossie met haar haren in een bossie. Aan iedereen die maar luisteren wilde, maakte Whitney Wannabee wijs dat het – goed betaalde - reclamewerk van Beverly niet gold als kinderarbeid. De merkoutfit van de fotosessies mocht Beverly immers houden. Ze liep er een heel seizoen in rond. Dag en nacht zo leek het wel. Tot aan de volgende foto-opdracht. Dat nam niet weg dat Thea zich pijnlijk bewust werd van haar eigen middelbare voorkomen door de hippe kinderen van Whitney Wannebee. In vergelijking met Falko en Beverly liepen Sabine en Walter er ook hopeloos degelijk en tijdloos bij.

De randgroepjongerenwerker die buiten school vroeg of laat altijd aan de zijnde van de trendy kids van Whitney Wannebee opdook maakte veel goed van het ongemakkelijke gevoel dat Thea steevast overviel in de nabijheid van Falko en zijn naasten. Hoewel de randgroep jongerenwerker overduidelijk alternatieve motieven had om vrijwillig veel meer voor de verwaarloosde kroost van Whitney Wannebee te betekenen dan vanuit de professionele hulpverlening redelijkerwijs van hem verwacht werd. Hij handelde uit blinde adoratie voor een femme fatal. Ten opzichte van Whitney Wannebee kon de randgroepjongerenwerker zich  opwerpen als beschermheer. De bodyguard. En als de veroveraar. William the Conquerer. Whitney Wannebee vond alles best. Zolang zij maar in het middelpunt van de belangstelling stond. Achteraf en alleen gelaten met Thea en de kinderen gedroeg de randgroepjongerenwerker zich  gelukkig altijd wel tamelijk normaal en zijn aanwezigheid deed haar humeur nooit kwaad. Hoe vaker Thea destijds Walter bij de buurtspeeltuin in De Wielewaalwijk afzette en na een uur of 2 weer van de renovatiewijk uit de kakbuurt kwam ophalen voor het avondeten, hoe dieper ze met het voetveegje van Whitney Wannabee in gesprek raakte. Langzaam maar zeker begonnen Thea en de buurtwerker zich op elk weerzien te verheugen en kwamen Walter en Falko elkaar wel erg vaak toevallig expres in de speeltuin tegen. Weer of geen weer. Totdat de magie tussen deze twee ook Whitney Wannebee werd ingefluisterd. Ondank is des werelds loon! Nog voordat Thea het goed en wel in de gaten had was haar gabber meedogenloos vervangen door een volgende slachtoffer van de verleidelijke Whitney Wannabee en aanhang. Voortaan mocht Thea na school op het plein en in de speeltuin sprakeloos toezien hoe de 3 spruiten van Whitney Wannebee stuk voor stuk verpieterden door het constant wisselen van de wacht en een zinloos hunkeren naar stabiliteit. Energie om opnieuw te investeren in een vriendschapsrelatie met een volgende loopjongen van Whitney Wannebee, kon Thea echter ook niet opbrengen. Daar was de nieuwe randgroepjongerenwerker te jong en onnozel voor.

Ondertussen was de buitenwacht ook heus wel begaan met de kroost van Whitney Wannebee en in groep 6 van Walter was dat dus specifiek met Falko. Hij was de middelste van het  driekoppige stelletje pineuten van Whitney Wannebee. Qua karakter en gedrag was Falko nog het beste te vergelijken met Miranda. Ook zijn relatie met Walter leek op de vriendschap tussen Sabine en Miranda. Walter en Falko waren met hetzelfde gemak bloedbroeders als aartsvijanden. Vriend en vijand. In het laatste geval volgde de afrekening in vechtpartijen, waarbij het niet gezegd was dat Walter makkelijk won, ondanks zijn kracht, omdat Falko watervlug was. De inzet waren geheid Pokémonkaarten; het kinderlijke antwoord op keiharde volwassen contanten. Ook tijdens schooltijd. Jongens blijven jongens; hoe graag sommige transgenders dat ook anders zouden willen zien.

Vandaar dat Thea geen enkele gegronde reden kon bedenken waarom Falko ineens, middenin het schooljaar, werd overgeplaatst naar de Klaproos. De Klaproos was die beruchte basisschool voor kinderen met een gebruiksaanwijzing. De gevreesde Klaproos waarvan Dolly haar dochter Miranda het jaar daarvoor nog bewust had weggehouden. Let wel; tegen het uitdrukkelijke advies van de directie van De Wielewaal in. Dat was misschien nog wel het ergste. Maar uit wie bestond die directie van De Wielewaal nou helemaal? Uit Willy Bakbruin en uit de Jade; uit een directrice en een interne coördinatrice. 

‘De blinde ondersteunt de kreupele.’

Thea hoorde het zichzelf nog zeggen tegen de moeder van Miranda -  Dolly  - die tegenover haar zat met haar pasgeboren zoon voor zich in een buggy op de keukentafel. Miranda en Sabine plensden buiten in het opklapbare zwembad. Dolly grijnsde breeduit. Ze had de sprong in het diepe gewaagd en Miranda achter de rug van de directie van De Wielewaal en van de Klaproos op eigen initiatief op een derde, openbare, reguliere basisschool van haar eigen voorkeur aangemeld. Dikke middelvinger naar Wielewaal en Klaproos. Miranda was geaccepteerd op de nieuwe ‘normale’ school. Achteraf klinkt dat zo gewoon, maar het eigen initiatief van de moeder van Miranda was baanbrekend en deed alarmbellen rinkelen. Met name bij de directrice van de nieuwe school die zich openlijk afvroeg wat Willy Bakbruin bezield had om een normaal kind met gemiddelde rapportcijfers naar een speciale onderwijsinstelling als de Klaproos af te serveren. Want in feite was Miranda ronduit afgedankt door de directie van De Wielewaal. Ze paste niet in het plaatje van de perfecte basisschoolleerlinge. Hetzelfde viel natuurlijk op Falko aan te merken. En op Walter. De ouders van Walter lieten zich echter niet zo makkelijk aan de kant zetten. Dat was bekend bij de directie van De Wielewaal. Het openlijke verzet van de moeder van Miranda daarentegen was een onverwachte tegenvaller en een smet op de reputatie van De Wielewaal geweest.

Want Falko en Miranda vormden geen uitzondering. Er verdwenen vaker kinderen van de ene op de andere dag van De Wielewaal. Het leerlingenaantal op de toch al kleine basisschool nam dan ook met sprongen tegelijk af. Soms om vage redenen; af en toe vanwege een verhuizing; meer dan normaal uit ongenoegen van de ouders die gedesillusioneerd uit eigen beweging een vervangende basisschool voor hun kind hadden gevonden; en tenslotte werden er bedroevend veel kinderen van De Wielewaal buitenspel gezet op de Klaproos. Alsof Willy Bakbruin aandelen had bij deze school voor moeilijk lerende kinderen. Vorig jaar nog werd de 9jarige Hedwig door groep 5 van Walter feestelijk uit gezwaaid tijdens haar afgang naar De Klaproos.

‘Hedwig is helemaal niet dom. Ze snapt alles’, wist Walter.

Maar het IQ van Hedwig deed niet ter zake. Het punt was de aandacht die Hedwig vroeg. Hedwig was niet snel genoeg. Hedwig kostte teveel tijd. Zelfs Wonderwilma alias de remedial teacher kwam uren tekort. De leerlingen die om extra aandacht vroegen groeiden haar boven het hoofd. Tijd is geld. Ook in het onderwijs. Er moest bezuinigd worden. Wonderwilma moest economiseren, omdat Willy Bakbruin kosten op remedial teaching wilde besparen. Daarom moest Hedwig maar elders geholpen worden. Het oneerlijke van dat snoeibeleid was de willekeur. Alfred in de rolstoel bleef bijvoorbeeld ongemoeid. De bofferd! Hij mocht ondanks zijn lichamelijke beperkingen wel op basisschool De Wielewaal ingeschreven blijven. Alfred in de rolstoel was mentaal dan ook supersnel. En, zeker niet onbelangrijk, bovendien was zijn vader een dikdoenerige gemeenteambtenaar in een driedelig pak met stropdas. Dankzij de vader van Alfred in de rolstoel wist Willy Bakbruin vrij eenvoudig subsidie los te peuteren van de gemeente om een lift te laten bouwen in het gebouw van basisschool De Wielewaal. Wie voelde zich nou niet warm worden van binnen bij de confrontatie met  deze liefdadigheidsactie van Willy Bakbruin, waarmee ze dan ook open en bloot koketteerde. In feite ten koste van een 8jarig kind met een spierziekte. Een hulpeloos jongetje dat met de wetenschap moest leren leven dat hij waarschijnlijk niet veel ouder dan 30 jaar zou worden. Hoe verdrietig is die voorkennis? Maar nu had Alfred tenminste op school een lift voor zichzelf gekregen, zodat zijn vader hem niet meer elke ochtend tijdens het wegbrengen de trappen op hoefde te tillen met zijn broertje Boris in zijn kielzog. Boris was ouder dan Alfred en zat bij Sabine in groep 7. Boris had ook een aandoening die echter niet levensbedreigend was.

Boris had Asperger en was daardoor naar het schijnt ook automatisch hoogbegaafd. Hij was een vroegwijs, iel mannetje dat met veel ach en wees de ingeklapte rolstoel elke schooldag achter zijn vader met Alfred over de schouder de trappen opsjouwde. Overigens steevast met   hulp van een gelaten Tarik de conciërge. Ook bij het nadragen van de driewieler van Alfred en zijn veiligheidshelm. Alfred kon en mocht niet lang op eigen benen staan en op die spaarzame momenten waarop hij zichzelf wel zelfstandig voortbewoog op school, diende hij een butsmuts te dragen, omdat hij geen controle had over zijn spieren. Hij kon bij wijze van spreken op elk onbewaakt ogenblik op zijn achterhoofd vallen. Eigenlijk was het geen doen geweest. Het getrek aan het spierzieke kind en het gedoe met die rolstoel. De komst van de lift was een zegen. Zo kon conciërge Tarik ook makkelijker lesmateriaal in dozen, meubilair en andere zware voorwerpen naar de drie verdiepingen in het gebouw verplaatsen. Het overige personeel, de kinderen en hun ouders mochten de lift van De Wielewaal alleen met toestemming van een onverbiddelijke Alfred gebruiken. Jammer dan! Voor een beetje meer gemak waagde niemand het om Alfred lastig te vallen. Iedereen nam duizend keer liever de moeite van het trappen lopen. De vele bochten en omwegen waarin alle gezonde betrokkenen bij Alfred zich geacht werden te wringen, maakten de wrange nagedachtenis aan de verbannen leerlingen naar de Klaproos op De Wielewaal niet bepaald beter te verkroppen.

Nou kunnen kinderen veel hebben in de volksmond. In werkelijkheid zijn ze niet weerbaarder dan volwassenen. Zoals iedereen had Walter ook zijn breekpunt, maar dat was nog niet bereikt bij het plotselinge vertrek van Hedwig en Falko naar De Klaproos. Alhoewel hij er wel over nadacht en zich hardop afvroeg wanneer het zijn beurt was om zijn biezen te pakken. Het geeft een ouder te denken over het effect van het recht van de elleboogwerkers dat tegenwoordig in het onderwijs zo zelfingenomen prevaleert.

‘Dat bepalen wij altijd nog wel eigens’, stelde Bart hem branievol gerust, terwijl hij zijn zoon alvast een voorproefje gaf, door zijn borstkas op te blazen.

Dat hij er vervolgens met zijn vuisten op bonkte en bijbehorende orang oetan geluiden produceerde, deed voor Walter niets af aan de ernst van de zaak.

‘Ik heb ook nog geen tafeldiploma. Net als Falko en Hedwig. Ik heb zelfs niet eens een strikdiploma en dat hebben Falko en Hedwig alletwee wel gehaald.’

Bart herpakte zich enigszins, maar bleef luchtig:

‘Voor sommige kinderen is De Klaproos een uitkomst, maar jij bent op een andere manier een handenbindertje’.

‘Hoezo dan?’, fronste Walter.

‘Jij moet juist geen specifieke aandacht van een begeleider krijgen zoals dat nou wel gebeurt bij Falko en Hedwig op De Klaproos. Wij moeten jou zoveel mogelijk je gang laten gaan. Jij zou juist compleet doordraaien met al die extra bekommernis die je op het speciale onderwijs krijgt aangeboden. Volgens mij ben jij op je best als jij op school kunt opgaan in een zo groot mogelijke groep leeftijdgenoten van allerlei pluimage.’

‘Pluimage?’, lachte Walter eindelijk.

‘Ja, dat past wel bij dat kippenhok van juffrouw Marijke.’

‘Het is geen kippenhok, maar wel een grote groep. Trouwens ik ben geen kip, maar een haan. Verder zit ik denk ik wel veilig, want op maar 5 kinderen na, is mijn klas net zo groot als groep 7 bij juffrouw Siepie en juffrouw Lola van Sabine’, maakte Walter niet ontevreden uit de uitleg van zijn vader op.

‘Zoiets. Nou alleen nog hopen op een invasie van leerkrachten die plofklassen wel aankunnen’, murmelde Bart binnensmonds en eigenlijk niet bedoeld voor een klein potje met grote oren.

Maar waar het hart van vol is, loopt de mond van over. Bart refereerde naar een bericht dat hen onlangs had bereikt. Juffrouw Rita zou voor de rest van dit schooljaar niet meer terugkeren naast juffrouw Siepie voor de plofgroep 7. Dat was onverwacht, want hoewel Juffrouw Rita al een week of drie niet meer op vaste tijden voor de klas van Sabine stond, was er aldoor sprake geweest van een ‘tijdelijke’ kortsluiting. Juffrouw Rita moest gewoon zo nu en dan een paar daagjes op adem komen van de energie die de veeleisende kinderen uit de plofklas 7 uit haar zogen. Ze bedoelde natuurlijk eigenlijk de veeleisende ouders van de kinderen uit groep 7, maar juffrouw Ria was, volgens Thea, nog niet in staat om de waarheid te accepteren. Vandaar dat haar herstel ook niet zo voorspoedig liep zoals gepland natuurlijk. Op weg naar een gezonde geest moet men de demonen wel recht in de ogen durven kijken! Zover was juffrouw Rita kennelijk nog lang niet. Het geduld van Willy Bakbruin had wel de eindstreep bereikt en in een aankondiging in de nieuwsbrief van De Wielewaal liet ze weten dat juffrouw Rita zich per direct als onderwijzeres uit groep 7 terugtrok. Gevolglijk schoof Willy Bakbruin een debutante, maar desondanks geen vreemde naar voren; te weten: Juffrouw Lola. Welbekend bij alle kinderen en ouders door haar eerdere invaluren voor groep 7. In het bijzonder bij Thea vanwege haar stoïcijnse reactie op de eerste ongesteldheid van Sabine in de klas.  In de nabije toekomst zou deze koudbloedige juffrouw Lola, in navolging van haar voorbeeld: juffrouw Rita, nauw met juffrouw Siepie gaan samenwerken. Hoe geruststellend was dat? De andere helft van het voormalige docentenduo van groep 7 bleef namelijk wel stug zitten waar ze zat. In Siepie was geen beweging te krijgen.

Thea bekroop geen schuldgevoel toen ze in de nieuwsbrief over het vertrek van juffrouw Rita las. Dat had minder te maken met haar brief naar de onderwijsstichting – De Dictatuur van de Bekrompen Ouders - als wel met een recent telefoontje. Thea wist al vooraf uit eerste hand het fijne van de afmars van juffrouw Rita. Als dat niet zo geweest was, dan zou ze beslist minder goed geslapen hebben, vanwege het nieuws van de aftocht van de juf van Sabine in de schoolkrant, want in haar online klacht aan de onderwijsstichting had Thea expliciet en meerdere keren de persoon van juffrouw Rita, met naam en toenaam, in een minder positief daglicht gezet. Thea had een copy van haar protestbrief naar Rita doorgestuurd. Zo’n op de persoon gespeeld bezwaar laat niemand onberoerd. Zo had de aanval van Thea de lotgenote van juffrouw Rita - Willy Bakbruin- zelfs tot het opleggen van een mailverbod gedreven. Dus ging Thea er in eerste instantie vanuit dat juffrouw Rita ook wel in alle staten zou zijn geweest na het lezen van; De Dictatuur van de Bekrompen Ouders. Een mens zou van minder overspannen raken. Terecht of onterecht. Sinds de laatste beproeving in de vorm van het luizengesprek met juffrouw Rita, was Thea echter wel stukken minder empathisch geworden. Alle meelopers konden van haar een middelvinger krijgen en ze stond dan ook niet te springen van enthousiasme toen Sabine haar op een blauwe maandagavond te kennen gaf dat juffrouw Rita via de vaste huistelefoon contact had opgenomen met het verzoek om Thea terug te laten bellen. De zweem van wroeging trachtte Thea bij zichzelf te verdringen, wat nog niet zo makkelijk bleek, want juffrouw Rita was nog de minst kwade van het team. In ieder geval was Rita geen aanstichtster. Niet eens een meeloopster. Juffrouw Rita was zich gewoon standaard van geen kwaad bewust. Ze was niet kinderlijk, maar naïef! Hinderlijk naïef. Bart trok z’n grapjas aan:

‘Je moet een mailtje schrijven’.

‘Straks is er wat mis met Sabine’, panikeerde Thea.

‘Wat is er mis met mij?!’, riep Sabine vanuit de huiskamer.

‘Sabine, weet jij waarom juffrouw Rita mij wil spreken?’, ging Thea voor de zekerheid vanuit de keuken na.

‘Nee’.

Dat een klein woordje zo oprecht kon klinken.

‘Dan bel ik niet terug’, besloot Thea kordaat.

‘Ik zou het wel doen.’

‘Jij moet je commentaar voor je houden, want jij hebt zonder afscheid de hoorn op de haak gegooid tijdens je laatste gesprek met Rita, weet je nog, Bart?!’

‘Ze wilde Zarah, een kind nota bene, aan de schandpaal nagelen. Ze was niet voor rede vatbaar’, sputterde Bart verontwaardigd tegen, terwijl hij illustratief met zijn appelschilmesje in de lucht schermde.

‘Dat weet ik Bart. Ik was erbij. Weet je nog? Ik heb er zelfs een manifest over geschreven en naar de onderwijsstichting gestuurd. Getiteld: ‘De Dictatuur van de Bekrompen Ouders.’ Ik denk dat juffrouw Rita mij daarom wil spreken. Ik heb zo’n voorgevoel dat ze me ongezouten de les gaat lezen, mocht ik zo simpel zijn om haar terug te bellen. En daar heb ik geen zin meer in; in de waarden en normen uit de wereld van juffrouw Rita.’

Thea had haar zegje nog niet gedaan of het gerinkel van de vaste vintage telefoon deed alle huisgenoten opschrikken. Sabine zat het dichtst bij het bakelieten antiek en tilde de hoorn van de haak.

‘Maham, juffrouw Rita hangt alweer voor jou aan de telefoon!’, joelde Sabine even later ongegeneerd.

Het liefst had Thea iets terug geschreeuwd in de trant van;

‘Zeg maar dat ik niet thuis ben!’

Zeker in de wetenschap dat Sabine niet vertrouwd genoeg was met de werking van een telefoon uit overgrootmoeders tijd en haar hand dus niet ter geluidsdemping op het spreekgedeelte had liggen. Juffrouw Rita zou dus sowieso alles meekrijgen en Sabine zou niet eens ‘Ik moet van mijn moeder zeggen dat ze er niet is’, hoeven te zeggen om haar juf tegen zich in het harnas te jagen. En dat laatste kon maar beter voorkomen worden. Waarom zou Sabine moeten boeten voor de daden van haar moeder? Met een verscheurd gevoel van verslagenheid en tegenzin snelde Thea de kamer in en nam de zware hoorn uit de hooggehouden hand van Sabine over.

‘Met Thea’, bitste ze in een afgebeten vertaling van:

‘Wat moet je?’

‘Thea, je spreekt met Rita, ik…eh…’

De hapering in het nederige stemgeluid van de anders zo zelfgenoegzame Rita snoerde Thea de mond. Het zou haar benieuwen wat mevrouw de onderwijzeres nog aan haar uitgekauwde leerrede toe te voegen had.

‘Ik wilde jou even vantevoren op de hoogte brengen voordat je de aankondiging in de nieuwsbrief leest’, begon juffrouw Rita onheilspellend.

‘Zou ze van plan zijn zelfmoord te plegen?’, ging Thea cynisch bij zichzelf te rade en ze gaf geen kik.

Juffrouw Rita ademde hoorbaar diep in voordat ze het hoge woord eruit gooide:

‘Ik ga er even tussenuit’.

‘Waar ga je naar toe?’

Nu duidelijk was dat het telefoongesprek niet op een zedenpreek van juffrouw Rita zou uitdraaien, raakte Thea ietwat milder gestemd.

‘Ik ga m’n rust pakken’, prevelde juffrouw Rita raadselachtig.

‘Ben je overspannen?’

Thea had ook weleens haar heldere momenten.

‘Volgens de schoolarts zit ik tegen een burn-out aan’, openbaarde Rita met gepaste terughoudendheid.

‘Oeijoej’, antwoordde Thea daas.

‘En nou?’

‘Nou neemt juffrouw Lola mijn uren in groep 7 over. Ik bedoel; het zijn stuk voor stuk schatten van kinderen, daar niet van, maar als klas is groep 7 een drama. Maar dat had je zeker al gehoord van de andere ouders? Dat ik moeite had met de grootte van de groep?’

‘Uh, nee, om heel eerlijk te zijn niet nee’, bekende Thea naar waarheid.

‘Nou ja, ik was ook best niet mezelf tijdens dat laatste gesprek met jou. Weet je nog? Over de luizen van Sabine en Walter.’

‘O, je bedoelt dat gesprek over de luizenouders?’, vroeg Thea alweer bekoeld.

‘Ja, dat gesprek. Ik was onredelijk.’

De boodschap van Rita liet zich hoe langer hoe meer als een verkapte verontschuldiging aanhoren. Thea spiegelde zich met de bakelieten hoorn aan haar rechteroor in de diffuus oplichtende avondschemering achter het huiskamerraam. Alsof ze zich er visueel van wilde vergewissen of zij wel zelf aanwezig was bij dit gedenkwaardige telefoongesprek waarin iemand oprecht haar excuses probeerde te verpakken in een redelijk verweer.

‘Had je de rest van de ouders hierover een mailtje gestuurd?’

‘Waarover? Over dat luizengesprek?’

‘Nee, Rita niet over dat luizengesprek, maar over jouw burn-out en dat je er even tussenuit gaat!’

‘Nee, waarom zou ik? Ik ben van de oude stempel en niet zo van mailen.’

‘Omdat je me belt en ik een mailverbod heb.’

‘Ik bel je omdat ik een brief uitgedeeld heb aan alle ouders en verzorgers van de kinderen uit groep 7 over mijn probleem, maar ik zie jou nooit meer op school. Waarom niet? Ontloop je mij?’

‘Dat wilde ik ook aan jou vragen.’

‘Wat?’

‘Of je mij ontloopt?’

‘Nee, jij ontloopt mij.’

‘O.k. laten we er niet in cirkeltjes draaien. Ik word er tureluurs van.’

‘Vertel mij wat’, zuchtte juffrouw Rita.

Thea kuchte een lachkriebel weg:

‘Maar vertel me één ding Rita?’

‘Zeg maar wat ik moet vertellen !?,’ capituleerde juffrouw Rita onbedoeld komisch.

‘Waarom heb je die brief niet gewoon aan Sabine mee naar huis gegeven?’

‘Een brief over een burn-out meegeven aan een kind van 10 vind ik geen optie en opsturen kost een postzegel.’ 

Even nam de beroepsdeformatie van de consciëntieuze schooljuffrouw weer de overhand in de opstelling van juffrouw Rita. Het mailverbod dat Thea zojuist genoemd had negeerde ze. Misschien was het haar niet opgevallen of had ze geen idee wat een mailverbod inhield. Ook vond Thea het verbazingwekkend dat juffrouw Rita zich zo weinig aan ‘De Dictatuur van de Bekrompen Ouders gelegen liet liggen. Thea had haar aanklacht tegen De Wielewaal naar de onderwijsstichting gezonden, maar ze had ook een kopie naar onder meer juffrouw Rita doorgestuurd. Thea had niet het idee dat juffrouw Rita nu aan de telefoon De Dictatuur van de Bekrompen Ouders bewust omzeilde. Het was alsof de ernst van De Dictatuur van de Bekrompen Ouders nog steeds niet tot juffrouw Rita was doorgedrongen. Ergens was het wel een geruststelling. Het protest van Thea was in ieder geval niet de directe oorzaak van de burn-out van juffrouw Rita. Het online bezwaar van Thea over het beleid op De Wielewaal, waarin de naam van juffrouw Rita herhaaldelijk was bezoedeld, had niemand de baan gekost. Juffrouw Rita had zichzelf overwerkt. Daar had Thea geen debet aan. Ook niet aan de daden van juffrouw Rita. Daar was ze helemaal zelf verantwoordelijk voor.  Op slag verliet een zinnebeeldig,  beklemmend harnas het lichaam van Thea en leek ze 10 kilo lichter. Thea herademde en hoorde zichzelf praten:

‘Sabine zal het wel vervelend vinden’.

‘Meen je dat?’

Aan de uitgesproken toon van Rita kon Thea horen dat ze volschoot.

‘Ja, natuurlijk meen ik dat, wat denk jij nou’, betuigde Thea streng.

‘Dat vind ik fijn om te horen’, snotterde een labiele juffrouw Rita.

‘Nou, meid; het ga je goed!’, sloot Thea opgelucht af.

Achteraf was ze blij dat ze Rita toch te woord had gestaan. Niet alleen uit empathie, maar ook omdat ze nu voorbereid was op de ziekmelding van juffrouw Rita in de nieuwsbrief. Maar al was Thea gevrijwaard van aansprakelijkheid voor de burn-out van juffrouw Rita, dat wilde nog niet zeggen dat ze gerust was op de nieuwe ontwikkelingen in groep 7.

‘Ze is een warhoofd, maar zo’n goede onderwijzeres als Rita moeten de juffen Siepie en Lola nog worden’, ging ze in het bijzijn van Bart na.

‘Groep 7 is een overbruggingsjaar. Het zal wel loslopen’, hoopte Bart.

Omdat piekeren over de onervaren juffen voor de plofklas van hun 10jarige dochter niet veel meer dan een hoop extra kopzorgen opleverden, konden Bart en Thea weinig anders dan zich schikken naar de feiten. De dagelijkse hectische gang van zaken leende zich er ook niet voor om al te lang bij de pakken te gaan neerzitten. Bart moest door naar zijn werk in het rekencentrum, Thea had Huiswerksterkklanten; haar webshop en het huishouden niet te vergeten. En toen, op een dag zo tegen het einde van groep 6 bij juffrouw Marijke; had Walter ineens zijn grens bereikt.

‘Ik ga niet meer naar school mama, echt niet’, kondigde hij in de middagpauze aan, nadat hij in het hoekje op de achterbank van de Renault was gekropen.

Hij leek te willen wortelen op zijn veilige zitplaats waar hij zich onverzettelijk, met zijn armen ineengestrengeld voor zijn borst, schrap zette. Sabine monsterde haar broertje naast zich op de achterbank met een spottende uitdrukking op haar gezicht.    

‘Je houdt je mond Sabine’, waarschuwde Thea.

In haar achteruitkijkspiegel voorzag ze alweer een hoop zinloos geweld. Bovendien probeerde ze geen ongelukken te veroorzaken, terwijl ze de straat van De Wielewaal uit taxiede.

‘Ik zeg toch niks’, haalde Sabine verontwaardigd uit.

‘Jawel je zegt wel wat’, blafte Walter.

‘Wat zeg ik dan?’

‘Wat zeg ik dan, dat zeg je!’

‘Wat je zegt ben je zelf’.

‘Echt niet!’

‘O mijn God; hij begint te janken mama’, schamperde Sabine.

Thea overstemde het tweetal met de volume van Skyradio. Euforia.

Thuisgekomen sloot Walter zich op in zijn slaapkamer. Sabine keek haar moeder geschrokken aan. Normaliter heeft Walter weliswaar een kort lontje, maar een vuurbestendige olifantshuid waardoor hij al snel kalmeert en vervolgens ongeschonden verder baggert door allerlei stressmomenten heen.

‘Wat is er met hem aan de hand?’, vroeg ze quasi onverschillig, terwijl ze Thea op de voet naar de eerste verdieping volgde.

‘Ga weg Sabine!’’, riep Walter vanachter zijn gesloten slaapkamerdeur.

Zijn stemgeluid was gedempt. Hij lag wellicht op zijn buik, met het gezicht verborgen in het hoofdkussen. Thea rammelde met de deurklink.

‘Vertel nou wat er gebeurd is jongen!?’

‘Ik ga niet meer naar school en Sabine moet weg!’

Voor de duidelijkheid was Walter waarschijnlijk speciaal gaan zitten. Hij klonk zo helder ineens.

‘Ik ga niet weg; ik woon hier ook’, gaf Sabine haar broer vanaf de overloop gekwetst te kennen.

‘Doe niet zo flauw Walter, Sabine heeft niets misdaan en ik vind het best dat je voor de rest van vandaag thuis blijft, maar dan wil ik wel weten waarom? Doe de deur even van het slot.’

Thea telde tot 10. Een paar seconden daarna hoorde ze de sleutel in het slot draaien. Walter zette zijn slaapkamerdeur op een kier en ging terug op de rand van zijn bed zitten. Een gestelpte tranenstroom had zijn wangen opgewreven en rood achter gelaten. Het middaglicht door het slaapkamerraam verried en glimp van gekrenkte trots in zijn vochtige ogen. Zonder zijn moeder aan te kijken nam hij een stuk keukenpapier van Thea aan en snoot zijn neus. Sabine hield zich wijselijk, hangend in de deuropening, op de vlakte, terwijl Thea naast Walter op bed kwam zitten. Hij weerde haar niet af toen ze voorzichtig door zijn haren streek. Ze waren plakkerig van gedeeltelijk opgedroogde zweet.

‘Waarom wil je niet meer naar school?’, probeerde Thea voorzichtig nog eens.

‘Weet je wie in de klas was vanmorgen?’

Walter klonk huilerig. Hij sidderde na. Thea schoof haar platte handen plat tegen elkaar tussen de gleuf in haar samengespannen bovenbenen en keek voor zich uit naar de muur behangen met posters van gamehelden. Verder dan het herkennen van Mario, Kirby, Sonic en Shadow kwam Thea niet.

‘Moet ik raden? Juffrouw Marijke neem ik aan.’

‘Ja, zij ook en nee je hoeft niet te raden.’

Het werd stil.

‘Je voert de spanning wel op!’, grapte Thea, terwijl ze hem zijdelings met haar rechterschouder aanstootte.

‘Meester Gijsbert kwam op bezoek.’

‘Meester Gijsbert kwam op bezoek’, papegaaide Thea niet begrijpend.

‘Ja, ik dacht al dat ik hem zag lopen op school. Ik dacht; is dat niet die meester Gijsbert uit groep 3 van Walter? Van toen ik in groep 4 bij juffrouw Dorien zat?’, wist Sabine gealarmeerd.

Behoedzaam kwam ze dichterbij en stopte op de drempel in de deurpost. Nonchalant nam ze nam haar mobiel uit haar broekzak en concentreerde zich zogenaamd op het scherm.

‘Hij is toch directeur nou op een openbare basisschool in een andere provincie?’, herinnerde Thea zich in de gauwigheid.

‘Ja, maar hij kwam ons een ‘bezoekje’ brengen.’

De klemtoon van Walter op het bezoekje liet niets aan zijn afgrijzen te raden over. Toch was Walter was nog niet klaar met gruwelen:

‘Meester Gijsbert ‘mistte’ zijn oude groep 3. Iedereen begon te klappen toen hij binnen kwam.’

‘Iedereen, behalve jij, natuurlijk’, vulde Thea voor Walter in.

Want dat Walter niet spontaan met de rest mee geapplaudisseerd had bij het weerzien van meester Gijsbert, kon Thea wel nagaan. De herinnering aan groep 3 liep voor Walter gelijke tred met de ontluikende onkunde van meester Gijsbert. Walter was pas 6 jaar geworden en stond net als zijn klasgenootjes te trappelen om te beginnen aan zijn basisschoolcarrière. Ieder kind popelt op zijn eigen manier, maar in het geval van Walter had meester Gijsbert al meteen gemeend dat er iets niet klopte. Meester Gijsbert was namelijk nogal overtuigd van zichzelf en dan in het bijzonder van zijn haviksoog dat hij door zijn jarenlange ervaring als leerkracht in het speciale onderwijs voor moeilijk lerende kinderen meende te hebben ontwikkeld. Voor hem stond al op het eerste oog als een paal boven water vast dat Walter geestelijk niet in orde was. Of het hier een erfelijke afwijking of verwaarlozing betrof kon meester Gijsbert niet direct vaststellen zonder voorbarig te zijn, maar dat Walter een flinke ontwikkelingsachterstand had stond niet ter discussie. Althans niet voor heer en meester Gijsbert die in het allereerste basisschoolrapportje van fase 1 in groep 3 met het allergrootste genoegen uitgebreid melding maakte van de vermeende gebreken van zijn 6jarige miskleun onder de noemer Walter. Hierdoor werd Bart bevestigd in zijn achterdocht jegens de didactische motieven van het moderne onderwijs en zat Thea tijdelijk lamgeslagen van ongeloof te wachten op de clou van een verborgen camera. Lach of ik schiet! Kabouter Kwebbel uit Plopsaland oftewel kleuterjuf Elsje uit de voorafgaande groepen 1 en 2 van De Wielewaal had de bovenkamer van Walter juist altijd geroemd:

‘Hierboven is niks mis’, placht ze Thea regelmatig te verzekeren.

Steevast tikte ze tijdens haar constatering illustratief met haar wijsvinger tegen haar slaap. De uitgekauwde woorden kwamen op Thea eerder over als een soort mantra van juffrouw Elsje, waarmee ze iedereen naar de mond dacht te kunnen kwebbelen, dan als een specifieke observatie van de unieke kleuter Walter. Het leek er verdacht veel op dat juffrouw Elsje al haar dwergjes hoogbegaafd vond. Zonder aanziens des persoons. Maar de gradaties tussen hoog- en zwakbegaafd zijn onbegrensd natuurlijk. Alleen gaf juffrouw Elsje niet meer thuis na de vernietigende diagnose van meester Gijsbert. In zijn bijzijn had juffrouw Elsje best nog wel 1 keer haar mantra kunnen herhalen. Al was het maar voor de duidelijkheid en om Walter en zijn ouders een plezier te doen. Des te beter dus dat het voorstel van meester Gijsbert tot de aanvraag van een ‘rugzakje’ – in de zin van een toelage aan De Wielewaal voor extra begeleiding van Walter – door de remedial teacher, Wonderwilma, werd weggelachen. Van een ‘dankjewel’ wilde Wonderwilma echter niet weten. Niet van Thea. Om vage redenen is het contact met Wonderwilma nimmer tot een wederzijdse waardering uitgegroeid. Alsof Thea haar zoon tekort deed, omdat ze hem niet zou willen zien voor wat hij was in de ogen van Wonderwilma. Niet geestelijk gehandicapt, maar wel hulpbehoevend. Een ‘bijzonder’ kind. En op dat punt raakte het geduld van Thea met Wonderwilma op. Dat gezeik altijd over ‘extra’ hulp; geld; leerkrachten; aandacht; overwerk; moeite en burn-outs. Welk kind heeft nou geen behoefte aan begeleiding? Elk kind is speciaal. Ieder mens is zo uniek als een vingerafdruk. Wanneer heeft een remedial teacher eindelijk genoeg veren in de reet? Sinds wanneer staat het onderwijs voor liefdadigheidswerk? Net als docenten krijgen remedial teachers toch ook waardering in de vorm van een salaris? Waarom moet daar dan elke maand ook nog per sé een steeds hogere dosis ‘dankjewel’ aan toegevoegd worden door een ouderpaar naar keuze?

Enfin, onderwijzessen van het kaliber juffrouw Toos uit groep 4 van Walter voorkwamen met hun herstelwerkzaamheden dan weer een hoop gevloek in de kerk. Juffrouw Toos liet Walter in het jaar na het geklungel van meester Gijsbert volledig tot zijn recht komen. Zonder woorden aan haar professionaliteit vuil te maken. Bleek het joch na amper een half jaar in groep 4, juist het tegenovergestelde van geestelijk gehandicapt te zijn. Lekker duidelijk! Maar goed dankzij de gewijzigde status van Walter kon Thea stoppen met preventief inspelen op de mogelijkheid dat haar jongen met een eventuele geestelijke afwijking kampte en werd Bart gesterkt in zijn overtuiging dat Walter zo niet superslim dan toch zeker normaal was. Maar ja, apetrots schept illusies voor de kroost. Zeker als papa en mama zich niet tot de klasse van de opperouders mogen rekenen. Voor meester Gijsbert was de ouderpikorde op De Wielewaal van levensbelang voor zijn goede naam. Hij diende immers maar een tussenjaar als eenvoudige onderwijzer. Het echte werk liet op zich wachten totdat hij de directeur van een openbare basisschool zou worden. Weliswaar buiten de provincie, maar daarom was het niet minder zaak om in de tussentijd in de kijker te blijven. Dan bood een baan op een kakschool als De Wielewaal de gelegenheid bij uitstek. Jade, de interne coördinatrice, hielp meester Gijsbert met netwerken, scherp te blijven en om onderscheid te maken. Jade deed bijvoorbeeld haarfijn voor meester Gijsbert uit de doeken  waarom de 6jarige Walter uit de achterstandswijk een veilige zondebok was voor alles wat het uitgestippelde succesverhaal van een toekomstige directeur dreigde te blokkeren. Een telg van de opperouders uit de Wielewaalbuurt  daarentegen was automatisch de waardevaste parel aan de kroon van meester Gijsbert de kindervriend. Als dank voor Jades routebeschrijving naar omhoog, maakte meester Gijsbert de wanhopige interne coördinatrice  1 of 2 keer het hof. Nadat zijn promotie een voldongen feit was, liet hij haar verder vallen als een baksteen.  

Vlak voor zijn vertrek van De Wielewaal gaf meester Gijsbert aan het einde van groep 3 Walter nog een trap na. Er was nog nooit zoveel gevochten op De Wielewaal door het kindergespuis van het bouwjaar van Walter als onder toezicht van meester Gijsbert, maar toch speelde de veertig plusser het klaar om in een opmerking in het laatste rapport alle schuld van het geweld in groep 3 in de schoenen van 1 enkel 6 jarig kind te schuiven. In het overgangsrapport naar groep 4 stond over Walter het volgende voor de komende generatie Wielewaalers vereeuwigd:

‘Vaak is Walter te snel geïrriteerd en dan deelt hij een tik uit aan andere kinderen.’

Het was te laat voor Bart en Thea om op korte termijn – vlak voor de zomervakantie -  nog verhaal te halen. Een klacht indienen tegen meester Gijsbert zou, na zijn benoeming als directeur van een basisschool in een andere regio, alleen op lange termijn resultaat kunnen opleveren en daar was Walter sowieso niet mee geholpen. Wel namen Bart en Thea  nog de moeite om bij de interne coördinatrice  melding van smaad te doen. Tevergeefs. De vicieuze cirkel was rond. Jade voor en Jade na. Bart en Thea hadden toen nog niet genoeg schade en schande op De Wielewaal ondervonden om beter te weten dan om Jade in te schakelen bij het trachten te behalen van hun recht. Jade koos zogenaamd geen partij. Toch weigerde ze te geloven in de valse beschuldigingen van meester Gijsbert aan het adres van Walter. Wel greep Jade de gelegenheid aan om Walter ook na het vertrek van meester Gijsbert in een kritisch daglicht te zetten. Walter moest en zou net zolang geobserveerd worden, totdat Jade duidelijk in kaart had wat er aan hem scheelde. Waarmee ze overigens compleet voorbij ging aan de vraag óf Walter überhaupt iets mankeerde. Jade wilde nog steeds een wit voetje halen bij iedereen die in haar beperkte visie belangrijker was dan Thea en Bart. Dus op een willekeurige dag in het schooljaar in groep 4 van Walter bij juffrouw Toos, zag Jade het licht! Walter was dyslectisch. Wat een zegen voor de spaarkas van De Wielewaal!  In dat geval was het door meester Gijsbert geopperde rugzakje van de overheid niet eens nodig en zou de ondersteuning van Walter via de ziekenkostenverzekeraar bekostigd kunnen worden. Vandaar. Nu alleen nog een officiële dyslectieverklaring. Maar niet zonder toestemming van de ouders! Had Jade toch nog buiten de waard gerekend en kon het zorgteam van De Wielewaal in het geval van Walter alsnog die kostenbesparende dyslectieverklaring gevoeglijk op de buik schrijven.

Na het klassikale afscheidsfuifje ter ere van meester Gijsbert, op de laatste schooldag voor de grote zomervakantie, ontvingen alle kinderen uit groep 3 een portretfoto. Niet van zichzelf, maar van meester Gijsbert. Op de achterzijde van het kiekje stond in de hanenpoten van meester Gijsbert te lezen:

‘Ik vond het fijn om je in de klas te hebben’.

Volgens Jenny – de moeder van een vriendje van Walter – had Tim de foto van meester Gijsbert 3 jaar later - in groep 6 - nóg boven zijn bed hangen. Maar Tim was dan ook niet van kleins af aan het mikpunt van de spot van deze dubieuze onderwijzer geweest. Tim was een gedoodverfd zonnetje, terwijl Walter van meet af aan gedoemd was om een minderwaardig sterretje te zijn. Daar zat nog een dozijn maantjes tussenin. Über- en Untermenschen gescheiden door de middenmoot. Al vond meester Gijsbert wel dat Thea de klassikale driedeling te strikt opnam. Ze moest de classificatie van de kinderen juist zien als een stimulans. De zonnetjes waren al gearriveerd en straalden aan de hemel van De Wielewaal. Hoger kon niet. De maantjes waren goed bezig! Bijna gearriveerd. De sterretjes hadden nog een lange weg te gaan. Reden genoeg om aan de slag te gaan met remedial teaching, logopedie, fysiotherapie, rugzakjes, dyslectieverklaringen en andere buitenschoolse activiteiten graag. Alarmfase rood als het ware. Verliezers mogen niet ontbreken! Gebrandmerkt met een sterretje!

Later leerde Thea dat het landelijk indelingssysteem in de 3 didactische niveaus van zonnetjes, maantjes en sterretjes in feite in het onderwijsleven geroepen was als handleiding ter bespreking  in de lerarenkamer. Het was niet de bedoeling dat meester Gijsbert de kunstmatige hiërarchie in groep 3 aan de grote klok hing. Zelfs Willy Bakbruin had deze misvatting van haar protegé in een crisisoverleg met Jade en Thea indertijd ongaarne moeten toegegeven. Meester Gijsbert was zich echter consequent van geen kwaad bewust geweest. Vandaar dat hij zomaar onaangekondigd, niet gehinderd door enig pedagogisch inzicht, 3 lijsten met de namen van de zonnetjes, maantjes en sterretjes op een prikbord naast het digibord in het klaslokaal van groep 3 hing. Voor iedereen ter inzage. Totdat Thea de opsomming van de inferieure sterretjes van het prikbord trok en voor de sneuneus van een geschockeerde meester Gijsbert verscheurde. Graag had Walter hetzelfde gedaan met het afscheidscadeau van meester Gijsbert, maar Thea had een beter idee voor de portretfoto. In het bijzijn van zijn vader, zus en moeder, mocht Walter de afbeelding van zijn gehate meester Gijsbert ritueel verbranden in een vuurkorf in de achtertuin. 

Niet verwonderlijk natuurlijk dat Walter onaangenaam verrast was door het bezoek van meester Gijsbert in groep 6. Hij was 3 jaar geleden toch directeur geworden? Waarom bleef die man niet ver weg op zijn nieuwe school onmisbaar zitten wezen? Veilig in een ander deel van het land op lange afstand van die jongen die meester Gijsbert voor het gemak geblesseerd had achter gelaten in groep 3?

‘Meester Gijsbert kwam de klas binnen en hij liep meteen op mij af‘, vertelde Walter.

‘Omdat jij niet met de rest meeklapte natuurlijk,’ wist Sabine in de deurpost, zonder op te kijken van haar telefoon.

‘Ja, maar ik was ook helemaal niet blij om hem te zien!’

Walter leek zich te verontschuldigen.

‘Gelijk heb je, ik zou ook niet geapplaudisseerd hebben’, verzekerde Thea haar zoon.

‘Zou je hem wel een hand gegeven hebben?’, vroeg Walter achterdochtig.

Een gewetensvraag. Het antwoord van Thea zou beslissend zijn voor de mate van mededeelzaamheid van Walter over zijn terugval van vanmorgen.

‘Dat ligt eraan, niet uit mezelf.’

‘Hij kwam voor mijn tafeltje staan en stak zijn hand naar mij uit’, huiverde Walter.

‘Ja, omdat jij vooraan in de klas zit’, meende Sabine.

‘Het ‘waarom’ doet er niet toe, Sabine’, intervenieerde Thea.

Ze hoopte dat Walter beleefd was gebleven, zodat haar zoon niets te verwijten viel. Elk foutje zou tegen het 9jarige kind gebruikt kunnen worden op De Wielewaal.

‘Wat deed jij toen?’

‘Ik gaf hem een hand terug.’

‘Ik ben trots op je’, overdreef Thea opgelucht.

Maar Walter was nog niet uitgepraat:

‘En toen liet hij niet meer los’.

‘Wie, meester Gijsbert?!’, riep Thea verongelijkt uit.

‘Misschien dacht hij dat je niet meer wist wie hij was?’, probeerde Sabine.

‘Boeien’, mokte Walter.

‘Wat zei hij?’

Thea was ontsteld. Natuurlijk wist meester Gijsbert maar al te goed dat Walter hem niet vergeten was. Hij kwam zijn foutje van toen herstellen. De misdiagnose uit de gloriedagen van meester Gijsbert in groep 3. Inmiddels was na het vertrek van meester Gijsbert op De Wielewaal wel duidelijk geworden dat Walter alles behalve geestelijk gehandicapt was. Doorgaans scoorde hij bij de citotoetsen van zijn jaargang ver boven het landelijke gemiddelde. Walter kwam hoe langer hoe algemener bekend te staan als een markante jongen. De reden waarom Walter geen gangbare scholier was, blijft voor eeuwig een raadsel. Bart en Thea weigerde simpelweg om hun zoon op voorspraak van het zorgteam van De Wielewaal buitenschools op wat dan ook door allerlei experts te laten testen. Walter viel op. Nou en? Misschien was hij dyslectisch, autistisch, hypergevoelig, manisch depressief of vertoonde hij een combinatie van symptomen in een spectrum attention, deficit, hyper active disorder. Border line zeg maar. Had Walter als kleuter niet een intelligentietoets bij een academisch taalcentrum gemaakt? Wat was de uitslag? Met een beetje kunst en vliegwerk was hij mogelijk zelfs wel hoogbegaafd.

‘Hoogbegaafd in wat?’, wilde Thea dan steeds opnieuw weten, want zij en Bart hadden ook principes.

Bijvoorbeeld:

‘Of je nou slim bent of niet; het leven moet je leren’.

Daarom zat Walter niet allang in de plusgroep. In de boze buitenwereld worden de slimmeriken ook niet apart te drogen gehangen. En zonder toestemming van de ouders was Walter op De Wielewaal moeilijk vooruit te helpen. Wat was de zin van een hoog IQ zonder kruiwagens? Zeker gezien de afkomst en de licht ontvlambare driftbuien van Walter? Hoewel de 9jarige jongen met het korte lontje, tegen de voorspelling van meester Gijsbert in, nog altijd niet aangeklaagd of opgepakt was voor vandalisme of openbare geweldpleging. Vooralsnog geen strafblad dus.

‘Hij zei: ‘Dag Walter’.’

‘En jij?’

‘Ik zei niks’, bekende Walter alsof hij zijn reactie betreurde.

Thea sloeg een arm om zijn schouders.

‘Wat geeft dat nou, ik zou ook niks gezegd hebben’.

Door het trillende bovenlichaam naast zich voelde Thea de woede van de in zichzelf gekeerde Walter opborrelen. Zijn gebalde vuisten symboliseerden een herbeleving die hem de adem benam. Zijn borstkas en nek zwollen op. Deja vu. Thea dacht aan de Hulk. Ze was niet de enige:

‘Zo meteen word je groen!’, grapte Sabine.

‘En toen?’

Thea hoopte Sabine te overstemmen.

‘Dat rijmt’, bedacht Walter bij wijze van afleidingsmanoeuvre .

‘Wat?’

‘Groen en toen.’

‘En toen?’

‘Toen zei hij nog een keer: ‘Dag Walter’.’

‘En toen?’

‘Toen zei ik weer niks’.

‘Waarom dan niet?’, vroeg Sabine, omdat Walter wroeging leek te hebben.

‘Er kwam geen geluid uit me.’

‘Nou en, laat hem ontploffen met een stinkbom in zijn rugzakje!’, voer Thea uit.

‘Met z’n wat?’

Sabine keek haar moeder bevreemd aan.

‘Walter moest toch hulp van buitenaf van meester Gijsbert? Dat noemen ze een rugzakje. Geld voor bijles, zeg maar. Laat meester Gijsbert zelf maar een rugzakje krijgen.’

‘Ha, ha’, zei Sabine droog.

‘Ja, als ik de grap uit moet leggen dan is hij niet leuk meer’, pruilde Thea.

‘Hij was sowieso niet leuk hoor mam, ook niet zonder uitleg’.

Sabine sloot met 1 handbeweging het mapje om haar mobiel en richtte zich tot haar broer:

‘Er kwam dus geen geluid uit je? Dus je deed niks?’

‘Ja ik probeerde m’n hand uit zijn greep te wurmen, maar hij kneep hem zowat fijn. Als ik wat terug gezegd zou hebben, dan zou hij mijn hand tenminste uit zichzelf los gelaten hebben’.

‘Had hij jouw hand nog niet losgelaten dan?’

Thea was flabbergasted. En dan vinden moderne leerkrachten het gek dat de jeugd van tegenwoordig steeds handtastelijker wordt. Meester Gijsbert haalde op deze manier toch het bloed onder de nagels van het 9jarige kind vandaan? De verleiding om op uit zijn zitplaats op te rijzen en de man die in zijn blikveld stond tegen de schenen te schoppen moet voor Walter bijna niet te onderdrukken geweest zijn. Niet in de laatste plaats omdat Walter middelerwijl net zo groot als zijn moeder gegroeid was en Thea dik 2 jaar geleden amper onderdeed voor meester Gijsbert. Walter had de vijand dus recht in de ogen kunnen kijken als hij gewild had. Oog om oog, tand om tand. 

‘Hoe heb je die hand uiteindelijk teruggekregen?’

‘Juffrouw Marijke zei dat ik een ochtendhumeur had. Dat ik daarom niks zei. Toen liet hij eindelijk mijn hand los’, zuchtte Walter bezwaard.

Na een korte adempauze vervolgde hij geïrriteerd:

‘Ik had helemaal geen ochtendhumeur.’

‘Wees blij dat juffrouw Marijke met dat smoesje kwam, anders had jij je hand nu misschien nog niet terug gehad’, gniffelde Sabine.

‘Ja, of Walter had meester Gijsbert met zijn vrije hand een klap verkocht’, schamperde Thea binnensmonds.

‘Zoiets doe ik niet!’, riep Walter gefrustreerd uit.

Tot schaamte van Thea die zich snel herstelde:

 

‘Dat weet ik toch vent, maar ik snap wel dat je woedend bent op meester Gijsbert.’

‘En op juffrouw Marijke’, knarsetandde Walter voor zich uit.

Thea was er als de kippen bij om voor juffrouw Marijke in de bres te springen. Niet uit sympathie voor juffrouw Marijke, maar omdat ze niet wilde dat Walter het vertrouwen in zijn vaste groepsjuf verloor. Ze kon toch niet  zelf aldoor zijn handje vasthouden? Toch mocht Walter tijdens de afwezigheid van zijn ouders op zijn basisschool niet het gevoel hebben dat hij volledig alleen stond tegenover een volwassen bolwerk van onvermogen. Hij had juf Marijke nodig om in noodgevallen op terug te kunnen vallen.

‘Marijke weet toch helemaal niet wat er allemaal gebeurd is tussen meester Gijsbert en jou in groep 3? Maar goed, meester Gijsbert is geweest, dus dat hebben we ook weer overleefd. Als je wilt dan mag je vanmiddag thuisblijven voor de schrik, maar nu gaan we eerst een hapje eten.’

Thea stond op, maar Walter bleef op zijn bed zitten.

‘Ik ga nooit meer naar school’.

Thea begon kriegelig te worden.

‘Als je zo doorgaat, Walter, dan ga je vanmiddag ook maar gewoon naar school. Ik snap dat je boos bent, maar Gijsbert is weer opgetiefd, dus doe effe normaal graag.’

‘Hij komt weer terug. Over een week. Dan komt hij dinsdag de hele dag bij ons in de klas in plaats van juffrouw Marijke.’

‘In groep 6?’, ging Thea voor de zekerheid na.

‘In groep 6’.

Walter hield zijn hand op zijn hart.

‘Waarom?’

Zelfs juffrouw Marijke moest het antwoord op deze dwingende vraag schuldig blijven aan Thea. Ze stond op het punt om de deur van het klaslokaal van groep 6 te openen voor de middagdienst. Ze rammelde met een sleutelbos in haar rechter hand en droeg links een geurende mok koffie aan het oor tussen duim; wijs- en middelvinger. Bij het zien van de moeder van Walter verkrampte ze. Niet zozeer omdat ze een mening over Thea had, maar veel meer vanwege haar onderontwikkelde contactuele eigenschappen. Uit zichzelf had juffrouw Marijke geen idee. Juffrouw Marijke leefde volgens de wetten van de logica. Ze had niet voor niks wiskunde gestudeerd. De indeling van haar leven bestond uit formules, procedures en lesprogramma’s. Van a naar b. Hoe concreter, hoe liever. Thea vond haar een ideale onderwijzeres, omdat niemand duidelijker was dan juffrouw Marijke. 1 en 1 is 2. Geen discussie mogelijk. Zo had juffrouw Marijke ook geen voorkeuren. Haar leerlingen waren entiteiten, waar ze zonder uitzondering vriendelijk, streng, maar rechtvaardig tegen optrad. Waarschijnlijk was ze alleen in staat om in wiskundige zin te differentiëren, want kinderen laten bloeien in hun uniciteit was niet bepaald haar specialiteit. Elke lieveling was haar ingefluisterd door Jade, de interne coördinatrice, die door de sociaal arme juffrouw Marijke op handen werd gedragen.    Haar omgang was geforceerd, ingepland en uitgestippeld. Vrijgevochten types zoals de moeder van Walter brachten haar hele optreden aan het wankelen door de verwarring van de improvisatie. Thea was inmiddels al zo vaak over de tong gegaan in de lerarenkamer, dat juffrouw Marijke er maar vanuit ging dat ze beter niet met de moeder van Walter op één lijn kon gaan zitten.

‘Dus Walter komt vanmiddag niet naar school. En volgende week dinsdag ook niet’, deelde Thea stoïcijns mee.

‘Dat klinkt niet als een goed plan.’, protesteerde juffrouw Marijke vanuit de hoogte.

Ze kon er niets aan doen volgens Bart, want bètamensen komen nou eenmaal vaak onbedoeld arrogant over. Thea vond er het hare van. Zoiets als:

‘Het smoesje is goed, maar het praatje deugt niet.’

Bart is zelf een bètamens met een gezond zelfbeeld; hij is direct; loopt nooit te hard van stapel en is to the point. Recht toe recht aan. In die zin neigt hij misschien een beetje naar hoogmoed, maar dan wel op de manier van een typische mathematische droogkloot. Zo één om van te houden. Juffrouw Marijke was een stuk minder innemend dan Bart. Dat daargelaten kwam ze ook weer niet zo bot over als juffrouw Siepie. Dat sprak voor juffrouw Marijke. Ze was niet met opzet cru, omdat ze toevallig de bokkenpruik droeg. Niet iedereen moest het bij juffrouw Marijke ontgelden als haar een scheet dwars zat. Ze werkte eerder stuntelig. De optelsom van een misplaatst persoon dat te vaak op de verkeerde plek op een onhandig moment terecht was gekomen. Uit voorzorg dekte juffrouw Marijke zich alvast in en trok een muur om zich heen in volledige zelfacceptatie. Het was niet anders. Haar tijd voor de klas; alleen met de kinderen, was haar veilige bubbel. De rest was ruis. Ballast. Wanorde. In de verte klonk de stem van Thea. Ze zei iets:  

‘Het lijkt me net zo goed geen strak plan dat meester Gijsbert jou volgende week dinsdag komt vervangen in groep 6. Is hij geen directeur meer op een andere school hier ver vandaan?!’’

Juffrouw Marijke deed alsof ze haar hersens pijnigde door flink met haar hoofd te schudden in een clowneske poging om de input van Thea zogenaamd tevergeefs te verwerken.  Om haar lippen speelde een minzame glimlach.

‘Volgens mij staat meester Gijsbert nog steeds aan het hoofd van basisschool Het Kansrijk. Maar ik denk dat hij de volgende week dinsdag een studiedagje heeft en dat hij daarom tijd kon vrijmaken om zijn oude groep 3 nog eens te bezoeken. De ouders zijn super enthousiast.’

De kinderlijke toon van juffrouw Marijke droeg niet bij aan Thea’s welwillendheid. Tegelijkertijd straalde juffrouw Marijke zelf een zekere onvrede met de situatie uit. Thea stond nochtans niet te wachten op geheimtaal. En al helemaal niet van de doorzichtige juffrouw Marijke, die overduidelijk van haar à propos was door de afwijkende gang van zaken. Het leek Thea verstandig om vanaf hier alleen nog op dat te reageren wat ook daadwerkelijk uitgesproken werd. 

 

‘Ik ben ook een ouder en zie jij mij super enthousiast zijn? Waarom wist ik hier niks van?’

Juffrouw Marijke trok een gezicht van hoe moet ik dat weten en nam een slok van haar koffie. Thea vroeg:

‘Stond de komst van Gijsbert misschien in de mail aangekondigd?’

‘Dat weet jij beter dan ik’, antwoordde juffrouw Marijke onverschillig.

Het leek alsof ze steun zocht bij een denkbeeldige derde persoon doordat ze haar blik van Thea afwendde en vanaf dat moment consequent langs haar af liet glijden  Van de echte juffrouw Marijke viel moeilijk  hoogte te krijgen. Zo verviel Thea automatisch toch weer meteen in haar oude gewoonte om aan elke gevoerde conversatie een persoonlijke noot te geven. Haar recente voornemen tot zakelijkheid ten spijt. Dat de poging om nader tot de gesprekspartner te komen aan juffrouw Marijke niet besteed was, viel te voorspellen. Thea probeerde ook maar wat:

‘Vanwege dat mailverbod zeker?’

Juffrouw Marijke fronste, waarna ze haar herseninhoud wederom rangschikte door middel van die rare hoofdgymnastiek. Het leek er op dat ze van geen mailverbod op de hoogte was.

‘Ik heb geen mail verstuurd’, gaf ze uiteindelijk toe.

Ze praatte tegen de muur.

‘Hoe wisten die super enthousiaste ouders dan vooraf van de komst van meester Gijsbert?’

‘Gewoon?’, probeerde juffrouw Marijke schokschouderend mee te denken.

Getergd door de halfslachtige interactie voelde Thea zich hernieuwd geroepen om door te pakken.

‘Nou het zal allemaal wel, maar Walter komt vanmiddag dus niet. Hij moet bijkomen zijn ochtendhumeur of beter gezegd: van meester Gijsbert. En volgende week dinsdag is Walter ook ziek. Geef dat maar door aan Willy Bakbruin. Jouw bazinnetje.’

‘Dat mag je zelf doen’, stelde juffrouw Marijke liefjes voor aan de muur.

‘Nee, dat kan niet, want ik heb dus een mailverbod.’

‘Wat je niet in je hoofd hebt, dat moet je in je benen hebben’, vond Marijke uitdagend.

‘Ik moet helemaal niks, maar jij mag je straks verantwoorden bij de onderwijsinspectie.’

‘Dat denk ik toch niet. Walter heeft leerplicht,’ schrok juffrouw Marijke.

Ze keek Thea nog steeds niet aan.

‘Dat denk ik toch wel als straks bekend wordt dat het docententeam van de Wielewaal in samenwerking met de directeur van Het Kansrijk een 9jarig kind in zijn leerplicht beperkt’.

‘Hoe dat zo? Walter kan gewoon naar school komen’, maakte juffrouw Marijke in haar eentje uit.

‘Ja, naar school, maar niet in groep 6, want Walter wil niet met meester Gijsbert geconfronteerd worden. Ik dacht dat kinderen zich veilig moesten kunnen voelen op de basisschool? En als meester Gijsbert nou nog een reguliere vervanger op De Wielewaal was, dan zou ik Walter wel vragen om voor een paar keer door de zure appel heen te bijten, maar de enge man is directeur op een andere school nota bene. Wat komt hij hier doen? Ik dacht dat jullie het zo razend druk hadden in het onderwijs de hele dag? Wie heeft dit onzalige plan bedacht?’

‘Uh, ik denk Willy samen met Jade, omdat meester Gijsbert zo populair is’, haperde juffrouw Marijke, terwijl ze voorzichtig de blik van Thea zocht.’

In de poppetjes van de ogen van juffrouw Marijke dansten de vraagtekens. Kennelijk had zij ook zo haar twijfels bij de vermaardheid van meester Gijsbert. Jonge kinderen zijn niet trouwhartig op een bezitterige manier. Geen enkele leerkracht, hoe geliefd ook, ontkomt in de loop van het nieuwe schooljaar aan het onherroepelijke; ‘uit het oog, uit het hart principe’ van de voorafgaande jaargangen. Dus ook de quasi geliefde meester Gijsbert niet. Zo houdt de docentensoort zich in stand. Zelfs juffrouw Marijke vroeg zich af waarom uitgerekend een stijve hark als meester Gijsbert op een voetstuk gezet moest worden. De komst van meester Gijsbert kon daarom niet anders dan het werk van een klutje pathetische opperouders met stuk voor stuk een ADHD zijn. 

‘Bij wie is meester Gijsbert dan populair?’, dramde Thea door.

Juffrouw Marijke antwoordde plichtmatig:

‘Bij iedereen.’

‘Niet bij mij en ook niet bij Walter dus.’

Is daar ook nog een gegronde reden voor als ik vragen mag?’

‘Vragen mag altijd. Maar niet aan mij. Ik verwijs je door naar Willy Bakbruin, Jade, Wonderwilma, juffrouw Elsje, juffrouw Toos en juffrouw Nelleke. Zelfs de vertrouwensarts Jojanneke. Ze weten allemaal wat er in groep 3 tussen meester Gijsbert en Walter is voorgevallen. Mij geloof je toch niet op mijn woord.’

‘Dat zeg jij.’

‘Dat bedoel ik.’

Die avond ontving Bart een online berichtje van Willy Bakbruin. Thea las uiteraard mee:

Beste Bart,

Tijdens de les van meester Gijsbert aankomende dinsdag kan Walter de hele dag bij juffrouw Elsje van de groepen 1 en 2 terecht,

Met vriendelijke groet,

Willy Bakbruin                                                Directrice van De Wielewaal

Zonder overleg stuurde Bart direct een antwoord terug waarin Thea zich helemaal kon vinden:

Geachte mevrouw Bakbruin,

Walter heeft niets misdaan. Hij is inmiddels bijna 10 jaar en heeft niets meer te zoeken in de groepen 1 en 2 bij juffrouw Elsje. Mijn vrouw en ik zijn de mening toegedaan dat Walter en niet meester Gijsbert in groep 6 thuishoort. Meester Gijsbert wordt betaald om aan het hoofd van ‘Het Kansrijk’ te staan en niet voor de lol in een klas van De Wielewaal. Het is en blijft schandalig dat u het belang van een dolende directeur boven dat van een kind op De Wielewaal laat prevaleren, enkel en alleen om aan de wensen van een groepje élite-ouders en een omhooggevallen onderwijzer tegemoet te komen. U kunt ons niet wijs maken dat er maar één kind uit groep 6 daadwerkelijk op meester Gijsbert zit te wachten. En zelfs als dat wel zo was, dan snappen wij niet waarom uitgerekend onze zoon Walter dan weer de dupe moet zijn van de grillen van anderen. Walter blijft komende dinsdag gewoon lekker thuis en mocht u daar moeite mee hebben dan daag ik u uit om de onderwijsinspectie op ons af te sturen. Wij willen deze toezichthouders maar al te graag te woord staan. Verder zullen wij, in de lijn van dat wat u van ons gewend bent, deze mailwisseling doorsturen naar de onderwijsinspectie en de vertrouwensarts.

Hoogachtend,

Bart

Ook namens Thea.

 

HOOFDSTUK 38

Bink heeft sinds een paar dagen een bord van een makelaar in de voortuin staan. Zijn rijtjeshuis met gunstige ligging vlak bij het centrum van de stad is te koop voor 4 ton. Tenminste als Thea het internet en Funda moet geloven en waarom zou ze dat niet doen? De BMW van Bink heeft Sabine ook al lang niet meer gezien, maar het zou kunnen dat hij zijn pooierbak zolang buiten de wijk geparkeerd heeft. Niet zozeer voor de schone schijn, maar om alle stof en aanslag die de renovatie van de wijk al jaren iedere dag met zich meebrengt op zijn BMW te voorkomen. Zonder extra parkeermaatregelen kun je op een gegeven moment met de bedragen die je dagelijks aan de carwash van de dichtstbijzijnde benzinepomp kwijt bent opgeteld onderhand een wasstraat voor jezelf bekostigen. Zulks schiet ook niet op. Thea heeft zich de afgelopen tijd bewust afzijdig gehouden van de oorspronkelijke bewoners in de rijtjeshuizen aan de overkant van de straat. Langzaam maar zeker raakt het wooneiland van Bart, Thea en de kinderen omringd door dure koopwoningen die worden betrokken door hordes jonge gezinnen. Bij de eerste ontmoeting op straat beginnen de nieuwkomers onderling meteen over buurtfeesten, jaarmarkten en wijkdagen te brainstormen. Thea maakt meestal zo snel mogelijk dat ze wegkomt, want de oude bewoners van de overkant zouden haar het liefst als een intermediair gebruiken. Zij hebben kennelijk al die voorafgaande jaren in de achterstandswijk op barbecues en burendagen gewacht en nu is het dan eindelijk zo ver. Wat zou zo’n lap grond als de tuin van Bart en Thea dan goed van pas komen. Bart lacht erom:

‘Wat ze zien dat hebben ze nog niet’, roept hij onbekommerd.

Maar Thea krijgt de neiging om weg te duiken bij toevallige buurtpassanten op straat. Ze knikt haastig en maakt geen oogcontact uit angst dat deze of gene weer een gesprek met haar aanknoopt over het asociaal ruime, monumentale pand dat zij met haar gezinnetje bewoont met die giga tuin die zoveel mogelijkheden biedt voor allerlei leuke buurtactiviteiten. Wat een verschil met de goede oude tijd van voor en gedurende de wijkrenovatie toen Bart, de kinderen en zij nog gewoon een schijnbaar vervallen krot in een achterbuurt bewoonden. Ze onderdrukt de behoefte om wild om zich heen te slaan alsof ze een vlucht wespen op weg naar zoetgoed moet bevechten.

‘Ga weg!’, wil ze gillen.

In plaats daarvan schuilt ze voor de  tijdelijke smetkroes van de oude en nieuwe wijkbewoners en de uitwerking daarvan. Nu is alles nog koek en ei, maar het is een kwestie van afwachten totdat een lokale burgeroorlog uitbreekt na een overloop van onverwachte obstakels, blusbrandjes en opgekropte ergernissen. Thea zoekt alvast dekking op neutraal terrein in eigen huis en haard. Het kan haar niet schelen dat de wijkbewoners haar zonder uitzondering spottend nakijken en elkaar vervolgens hoofdschuddend vinden tussen de veel te dure eengezinswoningen die, of gloednieuw of flink in verkoopwaarde gestegen, afsteken tegen het bejaarde pand van Bart en Thea dat de 100 allang gepasseerd is. Toch heeft de antieke woning uit 1892 model gestaan voor de bouwstijl van de hedendaagse wijk. De buurt is prachtig geworden. Veel smaakvoller dan Bart en Thea ooit van nieuwbouw hadden durven hopen. Geen betonblokken, maar een verzameling retrohuisjes uit overgrootmoederstijd. En het leed is bijna geleden. Nog een paar puntjes op de i en ook de bouwvakkers zijn uit het straatbeeld verdwenen. Hoewel de mannen van stavast in het begin van de renovatie nog goed te verdragen waren van ’s morgens 7 tot een uur of 4 ’s middags en alleen op werkdagen. Maar de uitstelwerkzaamheden beginnen nu te dringen. Door de tweejarige pauze veroorzaakt door de crisis en helemaal zo tegen het eind van de verbouwing. Het geld is allang op. Vandaar dat onderaannemers schaamteloos goedkope, buitenlandse arbeidskrachten inkopen voor de laatste loodjes. Om zonder extra kosten haast- en prutswerk en daarmee gedoe te voorkomen. De smartlappen op Radio 100 procent NL worden al weken vervangen door onverstaanbare liedjes in het Pools, Kroatisch of Roemeens en klinken ineens ook tot laat in de avond op werkdagen en op zaterdag en zon- en feestdagen door de pas aangelegde rood geplaveide verkeersheuvels in de buurt. Een beetje teveel experimenteel arbeidsethos als iemand het Thea zou vragen. Omdat het einde van de jarenlange innovatieve wijkbeleving in zicht is, lijkt een eventuele klacht  naar de gemeente over overlast door zwartwerk en schending van de wettelijk vastgelegde arbeidstijden echter aan de late kant. Bovendien hebben Bart en Thea inmiddels zoveel behoefte aan een definitieve afronding van de buurtvernieuwing dat ze de witte boordencriminaliteit maar voor lief nemen. Kroaten, Polen en Roemenen moeten tenslotte ook de kost verdienen. Liever naar Nederlandse arbeidsvoorwaarden of anders maar in hun eigen land, maar Bart en Thea hebben even geen zin om de eeuwigheid uit te zitten die de gemeente na de foutmelding ongetwijfeld wederom nodig zal hebben om een nieuw blik legale ZZP-ers ter vervanging van de aller goedkoopste bouwvakkers van de Europese Unie open te trekken. 

Thea vraagt zich niet serieus af waarom Bink zijn huis te koop heeft gezet. Ten eerste omdat ze geen zin heeft om hem aan te spreken na hun laatste treffen, waarbij tevens ex-Pim en Jasmijn het voorgoed verbruid hebben bij Thea. Ten tweede kan ze  de reden ook wel raden. Een hoerenkast in een achterstandswijk is wat anders dan een escortservice in een sjieke buurt. Bink anticipeert op gezeik, bezwaarschriften en protestbijeenkomsten van de nieuwelingen die momenteel nog van marktwaarde voor hem zijn, omdat zij met de vestiging van hun kolonie de vraagprijs van zijn huis de hoogte in hebben gejaagd. Die 400.000 euro moet minstens een verdubbeling zijn van het oorspronkelijke aankoopbedrag. De nieuwe wijk in het centrum van de stad is vandaag de dag de crème de la crème op woongebied. En dat terwijl Thea zich nog als de dag van gisteren kan herinneren; dat de gebruikte condooms en spuiten in de voortuin  rondslingerden; dat de politie kind aan huis was bij haar overbuurman; dat elke debuterende pakketbezorger peentjes zweette tijdens zijn eerste rondes in de voormalige achterstandswijk; en dat Melvin  ’s         morgens bij haar in de keuken rondhing. Na zijn nachtdienst als Toyboy; zoals achteraf zou blijken. 

Thea heeft Melvin niet meer gesproken sinds haar laatste bezoek aan het appartement van Jasmijn alwaar hij op een luxe matras in de woonkamer alle ruimte in beslag nam om op te krabbelen van een pak slaag van Islamitische homorammers. Hij moet inmiddels weer ter been zijn, maar Thea ziet hem nooit meer rondhangen bij het huis van Bink. Laat staan dat hij op een onverwacht moment nog bij haar in de keuken opduikt. Zoals vroeger. Ze mist hem niet. Ze wil hem juist ver van zich vandaan weten. Ook in haar gedachten. Hij moet maar opgaan in zijn homowereld waar zij niet thuishoort. Vreemd genoeg denkt Thea nog wel vaak aan Moona Tahiri; een oud Huiswerksterkstudente en het zusje van de verboden geliefde van Melvin; Aadam. Hun samenwerking werd door de streng islamitische vader van Moona en Aadam beëindigd toen hem ter ore kwam dat Thea eveneens in relatie stond met de vijand van zijn religie en de levensbedreiging voor zijn zoon. Hij doelde op de vriendschap van Thea met de homo Melvin. Een niet-moslima, zonder hoofddoek en met hoerige contacten was teveel voor de getergde man. Thea mocht zijn dochter niet langer Huiswerkbegeleiden. Weggevaagd werden de uren die Moona en Thea samen doorbrachten in de bijkeuken aan de huiswerktafel. Alsof hun samenzijn niks had voor gesteld. De wederzijdse sympathie stond ook dusdanig los van enige religieuze beleving dat de bijbehorende hoofddoek van Moona na verloop van ontelbare melige grapjes onzichtbaar werd. Wat overbleef was het aandenken aan de kuiltjes in de wangen van Moona en de vrolijke twinkeling in haar zwarte ogen tijdens de slappe lach naast de tastbare herinneringen op de vensterbank. De hartvormige geurkaasjes, een gebloemde  perforator en een roze  plakbandrolhouder. Cadeautjes van Moona als dank voor Thea’s hulp bij het eindelijk behalen van een voldoende voor meerkeuzevragen bij Nederlands tekst verklaren.

‘Vergeet niet dat bij meerkeuzevragen altijd 2 vragen pertinent fout zijn. Blijven er 2 over. Bij twijfel doe je iene, miene, mutte’, had Thea haar aangeleerd.

Schitterend vond Moona het oudhollandse versje. Ze gebruikte het te pas en te onpas:

‘Iene, miene, mutte,

 10 pond grutten,

 10 pond kaas,

 Iene, miene, mutte,

 Is de baas.’

Het koste Thea geen enkele moeite om Moona in haar hart te sluiten. Het was vanzelf gegaan, terwijl ze zich bij haar oppaskind Jasmijn altijd zoveel geweld aan had moeten doen om het geniale meisje om zich heen te kunnen verdragen. Ze weet nu dat de moeilijkheid bij Jasmijn ligt. De herinnering aan haar lijzige, veeleisende optreden alleen al maakt Thea na de laatste confrontatie met Jasmijn direct onpasselijk. Het aandenken aan de oppervlakkige verschijning van Melvin doet er nog een schepje misselijkmakend drama bovenop. En dan laat Thea de lijmerige oom Bink met zijn louche praktijken en haar halfbakken ex-partner Pimmetje nog buiten beschouwing. Vaker dan Thea aan Bart wil toegeven wordt ze ’s nachts met een schok uit een koortsdroom gerukt waarin zowel Jasmijn als Melvin haar zwijgend, maar  verwachtingsvol benaderen. De ogen gretig en de handen graaiend naar meer aandacht, geld en liefde. Thea stuurt ze door naar Pim en Beau. Ze moeten ergens uithangen.

‘Ik wil jullie nooit meer zien’, bezweert Thea haar oppaskinderen in de hardnekkige nachtmerrie.

Desondanks meent Thea onlangs een glimp op te hebben gevangen van een schim van de vroegere mooiboy Melvin. Hij strompelde over de markt in nog altijd dezelfde merkspijkerbroek die nu om zijn achterwerk slobberde in plaats van dat de jeans strak op zijn bilpartij aansloot zoals voorheen. Ze viel hem niet op, of toch wel half. Hij keek verstoord over zijn schouder; precies op het moment waarop zij haar blik afwendde zonder zich te realiseren wat ze nou eigenlijk gezien had. Of gevoeld. Want de connectie die pleegmoeder Thea ooit met baby Melvin – haar Betuwe Fruitflipje – gelegd had, was weer in de lucht geweest. Niet langer dan een seconde hing hij weer zwaar in haar armen. Zijn warme lijfje nog naschokkend van zijn hartverscheurende smeekbedes om zijn mama. De heimwee en zijn tranen hadden hem uit zijn slaap gerukt. Zijn bezwete kopje rustte op haar schouders, terwijl hij verwoed op zijn fopspeen sabbelde. Het kuifje van Betuwe Flipje kriebelde aan haar linkeroor. Ze snoof een grote boodschap in de warme, zware luier die ze met haar rechterhand omvatte op. Terzelfdertijd vraagt ze zich af waarom deze flashback als een vleesmes in haar ziel snijdt, terwijl elk aandenken aan de babytijd van Sabine en Walter als verzachtende zalf op de helende wond van haar eigen kindertijd werkt. Thea weet wat het betekent om op te moeten groeien zonder ruggensteun. Die ervaring deelt ze met Melvin en Jasmijn. Vandaar die zuigende werking van hun beklagenswaardige aanwezigheid op haar mededogen natuurlijk. Maar ook op de twijfel en groeiende terughoudendheid, want in haar huidige leven met Bart en de kinderen ervaart ze dat onvoorwaardelijke verbindingen pas echt kunnen doorstromen door geven en nemen en meer van dat soort stroperige clichés die ondanks de zoetigheid meestal een kern van waarheid in zich dragen. De gemiste kans uit haar jeugd, laat Thea op latere leeftijd niet meer liggen.  Melvin en Jasmijn daarentegen lijken er alsnog voor te kiezen om elke helpende hand af te slaan. Alsof ze koste wat kost willen blijven zwelgen in hun Calimerogedrag. Wijsheid komt met de jaren, maar het leven is te kort om jeugdtrauma’s tot op het bot te wreken en als Thea ziet hoe effectief haar eigen kinderen, in tegenstelling tot Melvin en Jasmijn, hun emoties verwerken, dan mag ze best trots op Bart en zichzelf zijn.

 

De levensvreugde van Walter werd dan ook niet noemenswaardig lamgelegd door de verrassingsbezoekjes van meester Gijsbert in groep 6.  Omdat Walter  mocht spijbelen van zijn ouders op de dinsdag dat meester Gijsbert zijn juffrouw Marijke in groep 6 zou vervangen, herrees hij snel uit zijn dipje. Mocht meester Gijsbert in de toekomst vaker voor groep 6 terugkeren, dan had Walter van zijn ouders de zekerheid gekregen dat hij opnieuw illegaal van school mocht wegblijven. Dat hield dus in dat Walter zich van zijn ouders ook niet - alleen uit leerplicht en met tegenzin - als een ééndagsvlieg bij juffrouw Elsje in groep 1 en 2 hoefde te onderwerpen aan een kleuterrégime. Want dat was de verdekte straf voor de afwijzing van meester Gijsbert die de 9jarige Walter van hogerhand kreeg opgelegd door de toenmalige directrice Willy Bakbruin en Jade de interne coördinatrice. Hierbij vergaten de dames van De Wielewaaldirectie uit eigen belang  dat Walter naast leerplicht ook kinderrechten had. Er was geen   ontkomen aan de aanwezigheid van meester Gijsbert in groep 6 van De Wielewaal. Geen acceptabel alternatief voor Walter op zijn basisschool. Noem dat maar geen  geschonden kinderrecht.

Meester Gijsbert verpersoonlijkte immers de boeman uit de vroegste schoolherinneringen van Walter, waarmee hij om gegronde redenen niet opnieuw herenigd wilde worden. En een makkelijke vluchtweg werd hem niet bepaald aangeboden door Willy Bakbruin en Jade. Immers; een 9jarig kind voor het gemak een dag op zijn oude kleuterjuf Elsje terugwerpen en tussen de ukkepukjes in groep 1 en 2 dumpen, zodat het lastpakje ophoudt met piepen, biedt natuurlijk geen bevredigende uitwijkmogelijkheid.

 

 

 

 

Niet zo vreemd dus dat Bart en Thea niet akkoord gingen met de schooloplossing. Voor een geldboete van de onderwijsinspectie wegens schending van de leerplicht, hoefden ze sowieso niet te vrezen, want Willy Bakbruin en Jade hadden zelf boter op het hoofd en zouden derhalve bij ongeoorloofde afwezigheid van Walter zo goed als zeker geen melding maken van spijbelen. Waarom zichzelf in de staart te bijten?

Meester Gijsbert kwam overduidelijk niet officieel een dagje op De Wielewaal opereren vanuit zijn functie als directeur van een basisschool – Het Kansrijk – in een andere provincie van het land. Anders was hij echt wel met een rode loper binnengehaald door zijn groupies op De Wielewaal. Nee, zijn invaluren waren maar gekkigheid. Een bokkensprongetje van directeur Gijsbert dat hem naast belachelijk ook niet langer meer van aantoonbaar onbesproken gedrag bij de autoriteiten maakte; hetgeen Bart en Thea op hun beurt weer een troef in handen gaf, waarmee de dreiging van een klikmailtje naar de onderwijsstichting onveranderd in de Wielewaallucht bleef hangen met de ouders van Sabine en Walter in de buurt. Niet gehinderd door het mailverbod van Willy Bakbruin. Daarom moesten de bezoekjes van directeur Gijsbert wel leukigheidjes blijven, waarmee de feestcommissie van De Wielewaal uit onbenulligheid ook nog eens voorbij snelde aan de algehele sombere onderwijsstemming in de media. Het primaire onderwijs bevindt zich al net zo lang in zwaar weer als de wisselvallige oogst van het boerenland onder invloed van de regelgeving van de Europese Unie. In dat licht ging het alle perken te buiten dat de zogeheten druk bezette directeur van basisschool Het Kansrijk even de ernst van de docentencrisis op de hak kwam nemen, door op zijn vrije studiedag voor acht uur invallertje te spelen op De Wielewaal. Waarom? Enkel en alleen omdat het onderkomen ego van voormalig invaller Gijsbert dringend een opkikkertje van de dweperige opperouders van De Wielewaal nodig had. Ergo; de verleiding van de nostalgie was zo groot geweest dat het kwaad al was geschied, voordat Jade, Willy Bakbruin en meester Gijsbert doordrongen raakten van de absurditeit van de reünie. Denkelijk was meester Gijsbert in de afgelopen 3 jaar van leiding geven aan Het Kansrijk nooit meer zo getapt geweest als bij de opperouders in zijn overbruggingsjaar in groep 3 van De Wielewaal. Toentertijd. En Walter, ach, het moeilijke kind had erbij gehoord. Zonder wrijving geen glans. Hoe onbezorgd leek achteraf zijn tussenjaar als invaller in groep 3 op De Wielewaal, want hoge bomen vangen veel wind. Gevolglijk hadden Willy en Jade niet erg veel moeite hoeven te doen om directeur Gijsbert over te halen voor hun ver gezochte concept om meester Gijsbert weer terug voor de klas op De Wielewaal te halen.. Alleen al de voorpret over de opperouders die extatisch zouden worden van een weerzien met de geweldenaar uit het glorierijk van weleer, gaf het leidinggevende trio genoeg aanleiding tot implementatie van hun ondeugende plannetje. Geef het volk brood en spelen en de uitvoering van het idee was nog kosteloos ook, daar de geweldenaar zelfs nog bereid was gevonden om extra reis- en lunchgeld toe te leggen op de belofte om weer eens als vanouds onbezorgd in de schijnwerpers te kunnen staan! Al was het nog maar voor één enkel keertje. Wie weet had hij daarom zelf ook wel de nodige balletjes opgeworpen en aanzetjes gegeven om de directie van De Wielewaal aan de onzalige ingeving te helpen. Iedereen tevreden, behalve Walter.

Bart en Thea gunden hun zoon zijn kwaadheid. Door zijn woede te herbeleven, kon Walter de schooldemonen steeds makkelijker bevechten. Daarbij moest meester Gijsbert wel uit de buurt blijven. Walter hoefde de boeman niet tegen zijn wil onder ogen te komen. Dat stond voor iedereen buiten kijf, behalve voor de interne coördinatrice Jade. Zij had nog flink last van stuiptrekkingen nadat Bart en Thea hun eigen plan hadden getrokken en doorgedrukt voor hun zoon versus meester Gijsbert. Eigenlijk had Jade überhaupt de schurft aan Walter. Hij was immers dat pestventje bij wie het door tegenwerking van de ouders maar niet lukte om de zorgplicht tarieven onterecht op de ziektekosten verzekeraar te verhalen. Wat kon het die Bart en Thea schelen waar het geld van het leerproces voor hun kind vandaan kwam? Van volksgezondheid of van onderwijs?  Zij aten er thuis heus geen boterham minder om als Walter zich buitenschools liet helpen met; een dyslexieverklaring, fysiotherapie, healingsessies, speciale gym, meetings met lotgenoten en wat je allemaal nog meer via de ziektekosten verzekeraar vergoed kreeg. Zo kon Wonderwilma in plaats van Walter een ander hulpbehoevend kind onder haar hoede nemen en had de directie van De Wielewaal weer een geldprobleempje minder. 

Het ongastvrije protest van Bart en Thea tegen de aanwezigheid van gastmeester Gijsbert in groep 6 had nog een gevolg dat Jade de interne coördinatrice mogelijk nog dieper stak. De starheid van Walter en de zijnen had twijfel weten te zaaien bij juffrouw Marijke. Uitgerekend bij de gewoonlijk zo trouwhartige dienster van de interne coördinatrice. Jade dreigde de onvoorwaardelijke steun van juffrouw Marijke te verliezen. Waar bemoeide die tirannieke Thea zich mee? Ze moest juist dankbaar zijn dat zo’n icoon als meester Gijsbert zijn kostbare vrije tijd aan de kinderen van zijn voormalige groep 3 op wilde offeren. Hoe durfde de moeder van Walter kritiek te hebben op het onbesuisde plannetje van Willy Bakbruin en hare majesteit haarzelf? Door de grote schuld van Thea kon juffrouw Marijke het niet langer voor zichzelf goedpraten om  haar schoolvoorbeeld Jade, voor het eerst na jarenlange samenwerking, niet langer volmondig gelijk geven. Bij nader inzien vond juffrouw Marijke  meester Gijsbert eigenlijk ook niet de moeite waard. Ze was met de ophef  rond zijn persoon meegegaan op commando van Jade, zonder te begrijpen, geloven of zelf te zien. Nu  de ouders van Walter haar echter met de neus op de feiten hadden gedrukt, zag juffrouw Marijke niet in waarom ze Thea af zou moeten vallen, alleen maar om Jade een plezier te doen. Juffrouw Marijke mocht dan wel niet al te snel zijn op sociaal gebied, ze was ook geen hielenlikster. Wel behoudend. Vanuit hetzelfde rechtvaardigheidsgevoel waarmee ze Jade afviel; sprong ze nou ook weer niet frank en vrij op de barricades voor Thea. De standpunten van juffrouw Marijke moesten wel veilig in het midden blijven, waardoor er van buitenaf bekeken weinig aan de hand leek. Toch sprong Jade bijna uit haar vel door de terughoudendheid van juffrouw Marijke.

In die licht ontvlambare gemoedstoestand kwam de interne coördinatrice Jade op een middag de klas van juffrouw Marijke binnen, nadat meester Gijsbert alweer lang en breed was afgedropen. Terug naar Het Kansrijk in een ander deel van Nederland. De kinderen hadden tekenles en Walter zat verwoed te krassen op zijn verbeelding van een monstertruck. Jade stevende linea recta op het bankje van Walter af. Hij zat - in zijn eentje - in een twee persoonsbankje en vooraan in de klas. In eerste instantie merkte hij de aanwezigheid van Jade totaal niet op. Pas toen het postuur van de interne coördinatrice zijn kunstwerk in wording overschaduwde als een wolkendek dat het zonlicht verduisterde, kantelde hij als de wiedeweerga zijn tekenblad. Huiverend keek hij vervolgens naar omhoog in het geniepige gezicht van Jade de interne coördinatrice. De sluwe ogen half geloken. Walter zou gezworen hebben dat er bloed uit haar afhangende mondhoeken droop. 

‘Wat ben jij fijn aan het tekenen, Walter?! Laat eens zien wat je gemaakt hebt?!’, toeterde ze in het oor van Walter met een schuine blik naar juffrouw Marijke die op haar verhoging achter haar lessenaar zat en afgeleid over de rand van haar leesbril keek.

Dit tafereel leek wel door Jade geïnitieerd met de bedoeling om haar goede intenties voor het oog van juffrouw Marijke te opwaarderen. Heus, Jade hield af en toe best meer van kinderen dan van mannen van het type directeur Gijsbert. Als het haar uitkwam. Zelfs Walter had een plekje in haar interne coördinatricehart. Ze ging echt niet alleen voor de bolleboosjes van haar plusgroep. Hoewel de reactie van Walter wel weer tekenend was. Niet verwonderlijk dus dat het schouwspel niet zo idyllisch verliep als vooropgezet door Jade. Eigenlijk had ze kunnen voorspellen dat Walter direct in de verdediging zou schieten. Wederom voldeed de lastpak niet aan het beeld van de gemiddelde basisschoolleerling. Met vlakke handen en gespreide vingers op de rug van zijn tekenblad beschermde hij zijn privacy. Jade balde haar vuisten en vroeg nogmaals, zij het dit keer een stuk minder lieflijk:

‘Laat eens zien wat je gemaakt hebt, Walter?’

Walter zei niets, maar zijn hoofd liep rood aan van de druk die hij met zijn handpalmen op de achterkant van de platliggende tekening zette. Ongeduldig porde Jade de schouder van Walter met de bedoeling om beweging in zijn starre houding te krijgen. Vanaf dat moment trad er een omwenteling op ten aanzien van het voorvalletje vooraan in het lokaal en hadden Walter en Jade de onverdeelde aandacht van ongeveer een 25 koppig publiek. Behoedzaam, maar door de beladen stilte toch nog gehorig, daalde juffrouw Marijke van de verhoging af, terwijl ze haar leesbril van haar neus nam. Ze kwam naast Jade staan die ziedend van ingehouden woede haar best deed om geen misdrijf te begaan. Feitelijk was ze door de bitse zwiepjes tegen de schouder van een kind van 9 haar boekje als interne coördinatrice van een basisschool al ver te buiten gegaan. Gelukkig kon ze op de loyaliteit van juffrouw Marijke rekenen. Mocht ze aangesproken worden door iemand van de inspectie of door directrice Willy Bakbruin op haar handtastelijkheden dan konden de ooggetuigen uit groep 6 zich best één keer massaal vergist hebben. Helaas zou die liegvlieger geen tweede keer opgaan. Resteerde nog het woord van driftkikker Walter tegen dat van de onbeheerste interne coördinatrice Jade. Om geloofwaardig te blijven kon Jade het zich niet veroorloven om zich verder laten kennen. Toch viel de verleiding bijna niet te weerstaan. De handen van Jade jeukten. Juffrouw Marijke was niet ongevoelig voor haar tweestrijd en deed wat ze kon om het gezicht van de interne coördinatrice te redden:

‘Walter ik vind dat je erg boos doet. Ik wil dat je nablijft, zodat je weer rustig wordt.’

Verongelijkt zakte Walter achterover in zijn stoel. In een reflex trok hij zijn handen van zijn tekenblad en haakte de vingers bij wijze van stil protest boven op zijn kruin ineen. Hiermee gaf hij Jade onbedoeld vrij spel. Gretig griste ze het kunstwerk van het bankje. Ze nam een paar seconden de tijd om de getekende monstertruck te ontcijferen. Ze gaf een teleurgestelde indruk. Misschien had ze zwevende hakenkruisen of ejaculerende piemels verwacht. Alsof ze zich ontdeed van een vieze vaatdoek overhandigde ze het vel papier tussen duim en wijsvinger aan juffrouw Marijke die de tekening met plaatsvervangende schaamte voor het gedrag van haar collega in veiligheid bracht tussen een stapel paparassen op haar lessenaar. Spottend bezag Jade het eigen initiatief van haar volgelinge. Het was niet de bedoeling dat Marijke spontaan zelf nadacht. Een kritische noot van Jade in de richting van juffrouw Marijke kon dus ook niet uitblijven:

‘Deze respectloze opstelling kan gewoon echt niet Marijke. Walter sleurt met zijn asociale gedrag de hele groep met zich mee.’

Althans die woorden meende Walter later opgevangen te hebben. Hij zou ze zelf onmogelijk verzonnen kunnen hebben op zijn leeftijd. Toch ontkende juffrouw Marijke bij navraag in alle toonaarden dat Jade iets dergelijks over Walter tegen haar gezegd zou hebben. En al helemaal niet in ten overstaan van alle kinderen van groep 6. Thea twijfelde niet eens. Ze wist meteen dat juffrouw Marijke haar staalhard stond voor te liegen om Jade tegen zichzelf te beschermen. Termen als ‘respectloos’, of ‘asociaal’ en uitdrukkingen als ‘sleurt de hele groep met zich mee’ maken normaliter geen onderdeel uit van de woordenschat van een 9 jarig kind. Zeker niet van een 9 jarig kind met de naam Walter dat door Jade van taalarmoede verdacht werd. Zo’n jongetje kon dan misschien de schijn van dyslectie nog wel wegpraten, maar sprak zeker geen toepasselijke docententaal. Dat wist juffrouw Marijke net zo goed als Thea. De gevolgen voor het vermeende respectloze gedrag van Walter waren dan ook miniem geweest. Voor straf had juffrouw Marijke hem na de lessen het lokaal laten vegen en was meteen ontroerd door de onbevangen en welwillende opstelling van het kind. Walter wilde graag weten wat hij precies verkeerd had gedaan. Juffrouw Marijke vond dat Walter in het vervolg best minder heethoofdig kon proberen te reageren, maar eigenlijk moest ze hem het antwoord schuldig blijven. Elke vakkundige docent krijgt een leerling op een verantwoorde manier over welke streep dan ook. Misschien lag de schuld in deze kwestie dan toch bij Jade?

‘Jade bedoelt het goed’, vond juffrouw Marijke.

Hoe vaak was Thea nou al om haar oren geslagen met de goede bedoelingen van iedereen die zich het recht toe-eigende om wat op haar kinderen aan te merken? Als een doekje voor het bloeden. Alsof Thea, Bart en de kinderen zich in het dagelijkse leven alleen maar lieten motiveren door slechte intenties en daarom goedhartigheid bij een ander niet zouden kunnen herkennen of waarderen! Net als alle deugmensen  nam Thea zich even goed iedere dag voor om zich van haar beste kant te laten zien. Tegen het middaguur was ze meestal al  bekomen van haar nobele streven door telkens weer nieuwe onvoorziene obstakels op haar levenspad. Toch ondernam ze  nog een vruchteloze poging om juffrouw Marijke deelgenoot te maken van haar belevingswereld in de hoop het schoolleven voor Walter in groep 6 niet nog verder te bemoeilijken. Daarbij probeerde ze Jade zoveel mogelijk buiten schot te houden om te voorkomen dat juffrouw Marijke zich door Thea gedwongen zou voelen om een collega af te vallen voor een ouder. Niet eens een opperouder! In een verloren kwartiertje op een doordeweekse dag mocht Thea haar verhaal doen in een kinderstoel tegenover juffrouw Marijke. Ze had haar troon achter haar lessenaar op de verhoging vooraan in het lokaal van groep 6 strategisch tegenover Thea opgesteld. Bij behoefte aan oogcontact tijdens het gesprek, mocht de ouder naar haar opkijken. Graag of niet. Juffrouw Marijke luisterde wel aandachtig en welwillend. De handen met gemanicuurde maar ongelakte nagels plat op de knieën en het hoofd een beetje schuin alsof ze af en toe wat onzichtbare, afgedankte herseninhoud leegde via haar linkeroor om plaats te maken voor nieuwe input door de rechter gehooringang. Haar gedachten lieten zich raden door de illustratieve gezichtsmimiek van juffrouw Marijke gedurende het hele verhaal van Thea.

Het dossier van Walter begon bij Merel van de peuterspeelzaal in de achterstandswijk waarin de kinderen van Bart en Thea opgroeiden. Peuterleidster Merel was er van overtuigd geweest dat de 3jarige Walter autistisch was. Een jaar later had ze zelfs de brutaliteit gehad om dat vermeende autisme van peuter Walter met de interne coördinatrice -  Jade van De Wielewaal – tijdens een telefonisch contact - te bespreken buiten medeweten van Bart en Thea. Walter was bijna jarig en zou dus 4 jaar worden. Dan was hij peuter af en zou de speelzaal inruilen voor de basisschool. Peuterspeelzaalleidster Merel vond dat Walter het beste op zijn plaats was als kleuter op Het Kleurenpalet. Bart en Thea gingen ervan uit dat Walter na zijn vierde verjaardag zou worden toegelaten op De Wielewaal.

Het Kleurenpalet – de basisschool die de voorkeur van peuterspeelzaalleidster Merel had -was een multiculturele basisschool die wel 24 verschillende nationaliteiten telde. Dat liet zich nog luisterrijker aanhoren dan een sprookje, want in werkelijkheid was Het Kleurenpalet een eufemisme voor een ‘zwarte’ basisschool. Alles wat nog aan het leerlingenbestand ontbrak waren de nodige welvarende bleekscheten. Liet leidster Merel van peuterspeelzaal ‘De Kleine Beer’- direct verbonden aan basisschool Het Kleurenpalet uit dezelfde wijk – uitgerekend een zwak voor Walter ontwikkeld hebben. Hoewel Bart en Thea eerder aan een obsessie dachten. Maar afgezien van de bemoeizuchtige peuterspeelzaalleidster Merel, wilden ze sowieso met hun kinderen weg van de zwarte wijkschool, want het 1 jaar oudere kleuterzusje van Walter -Sabine - had al een jaartje van de sfeer op Het Kleurenpalet mogen proeven. Hoe internationaal georiënteerd het docententeam op de multiculturele basisschool ook pretendeerde te zijn, Sabine moest vaker dan haar ouders lief was het onderspit delven voor de islamitische meerderheid. Bovendien werd peuter Walter op de speelzaal die bij Het Kleurenpalet hoorde, - de Kleine Beer - steevast in het voordeel van zijn moslimvriendjes als een ‘wit achterbuurtkind en straatvechtertje’ weggezet. Behalve wanneer witte, bevoorrechte wijkbewoners, voor de goede sier, de proef op de som kwamen nemen op de Kleine Beer of Het Kleurenpalet, omdat ze dat aan de menslievende reputatie in hun betere kringen verplicht waren. Voor de gelegenheid moest de vermeende autist Walter dan tijdelijk in de perfecte zoon van het superstel Bart en Thea transformeren. Die voorbeeldige witte familie met ook nog een vijfjarige  wenskleuterdochter die al een schooljaar lang in groep 1 van de zwarte basisschool Het Kleurenpalet zat te integreren. Dat ging best. Dus neemt allen een voorbeeld aan de voorvechters van een illusie! Dat alle witte kinderen uit de buurt nu maar gauw, gauw op de dichtstbijzijnde zwarte school in een achterstandswijk ingeschreven mochten worden naar het ideaalbeeld van Bart, Thea en hun kroost! Hoop doet leven. Alleen kozen de witte en zwarte welgestelde ouders aan het einde van de basisscholenoriëntatiereis desondanks massaal definitief niet voor Het Kleurenpalet, waar niemand meer exclusief kon en mocht zijn.

Ondertussen sloot de directrice van Het Kleurenpalet – oftewel Sarah – haar ogen voor de realiteit van de toenemende segregatie door het schrille contrast tussen witte en zwarte basisscholen in Nederland. Ze deed loze beloftes tot het opwaarderen van de status van Het Kleurenpalet in de omringende stimuleringswijk. Beloftes die ze niet kon nakomen en die zich lieten herleiden tot de afwachtende houding van directrice Sarah die haar eigenlijke standpunt verried, namelijk:

‘We zien wel en alles komt heus vanzelf op z’n pootjes terecht.’

Begrijpelijk dat Bart en Thea het vertrouwen in een zogenaamde vooruitstrevende visie op integratie op de basisschool van directrice Sarah begonnen te verliezen. Er was geen oog voor de verstikkende invloed van de dominante moslimmeerderheid op Het Kleurenpalet. Toch was directrice Sarah best bereid om zich in de problematiek van het welvarende, witte stel op haar zwarte school te verdiepen. Op voorwaarde dat naast Sabine, ook Walter in de nabije toekomst op Het Kleurenpalet ingeschreven zou worden. Alleen met die garantie viel de levensvisie van Bart en Thea, wat directrice Sarah betreft, ook nog wel in de smeltkroes  op haar brede school van 24 nationaliteiten te proppen. De frustraties van het echtpaar met de zogeheten positieve discriminatie en politieke correctheid van het team van Het Kleurenpalet snapte directrice Sarah immers als geen ander. Als het haar uitkwam. Wat kon een beetje meelullen nou kwaad? Pappen en nat houden. Zeker als daar tenslotte zieltjes mee te winnen vielen.

Welk weldenkend mens verbindt er nou voorwaarden aan rechtvaardigheid? Reden temeer voor Bart en Thea om alsnog met beide kinderen naar een volgende basisschool te vluchten die qua loopafstand net zo ver van huis lag als Het Kleurenpalet. Zo viel de keuze op De Wielewaal. Een witte basisschool net buiten de wijk. Ondanks de tegenwerking van Jade – de interne coördinatrice van De Wielewaal - en dankzij de bemiddeling van de toenmalige directeur: Peter Langveld. Hij moet  een aanklacht tegen Jade de interne coördinatrice boven zijn Wielewaal hebben zien hangen. Schending van de privacyrechten van de mens en dus ook van een het kind. Walter in dit geval. Directeur Peter wist het onheil af te wenden door Bart en Thea serieus te nemen en zich in de kwestie Het Kleurenpalet versus De Wielewaal te verdiepen. Het echtpaar diende nog wel een officiële klacht tegen de peuterjuffrouw Merel van peuterspeelzaal De Kleine Beer in, omdat zij vertrouwelijke informatie over Walter; toen amper een kleuter, had doorgespeeld en besproken met Jade.

Jade de interne coördinatrice van De Wielewaal ging vrijuit. Onterecht, want ze was wel degelijk medeplichtig. Bart en Thea had ze ten tijde van haar telefonische overleg met de peuterjuf van De Kleine Beer nog nooit eerder gezien of gesproken. Toch beschikte ze over uitgebreide voorkennis over Walter.  Ze moet dus wel met Merel de peuterspeelzaalleidster aan de telefoon over de kleuter Walter geroddeld hebben. Tot in de details. Hoe amateuristisch kun je zijn? Vermoedelijk had ze zich daarbij zelfs laten beïnvloeden door de hersenspinsels van peuterjuf Merel vanuit de stelregel:                                                         ‘Waar rook is, is vuur’.                                      Een in steen gegrift vooroordeel dat Jade de interne coördinatrice daarna nooit meer van zich af heeft weten te schudden. Maar dat is kennis achteraf. Aanvankelijk leek Jade de interne coördinatrice van De Wielewaal in de ogen van Bart en Thea te onnozel voor woorden. Dus besloot het echtpaar Jade de interne coördinatrice van de Wielewaal, in tegenstelling tot peuterjuf Merel, niet  aan te klagen voor inbreuk op de privacyregels. Te meer daar het nogal onverstandig leek om meteen kwaad bloed te zetten op De Wielewaal; de nieuwe basisschool van hun kinderen.

Juffrouw Marijke maakte een haltteken met een vlakke hand in de lucht alsof ze op adem moest komen van het verhaal van Thea. Ze liet haar wangen een beetje opbollen. Zo van:

‘Poeh, poeh.’

Daarna ging het wel weer en plaatste ze haar hand terug van waar hij omhoog gekomen was. Op haar rechterknie. Zo bleef onbeweeglijk zitten wachten op het vervolg. Dus ze was wel geboeid, hetgeen de posttraumatische stress, die bij Thea optrad door de herbeleving van de verhaalde gebeurtenissen, toch min of meer draaglijk maakte. Desondanks wilde Thea het pijnlijke proces van de herinneringen zo snel mogelijk doorleven. Tegelijkertijd haastte ze zich met de bedoeling om langdradigheid voor juffrouw Marijke te voorkomen. Het zou de aandacht maar van Walter afleiden. Zodoende kwam ze al gauw bij Marloes terecht. Juffrouw Marijke kende Marloes wel. Ze was de moeder van Lennart uit groep 7.

‘Klopt, maar Marloes is ook logopediste en in groep 1 en 2 was zij de taaljuf van Walter. Volgens Merel, een peuterjuf van de toenmalige speelzaal van Walter, kampte onze zoon met een spraakgebrek. Hij praatte weliswaar binnensmonds en soms een beetje nasaal, maar Bart en ik dachten dat die schoonheidsfoutjes wel zouden wegtrekken in de loop van de tijd. Merel bleef echter maar doordrammen. Volgens haar klopte er iets niet met Walter en om van haar gezeur af te zijn, leek logopedie voor mijn kind nog de meest onschuldige remedie tegen het constante gemuggenzift van de opdringerige peuterjuf. Zo kwam ik bij de logopediepraktijk van Marloes terecht. In het eerste jaar was ze gehuisvest in een activiteitencentrum, maar al snel kon Marloes de huur niet meer ophoesten en hield ze praktijk aan huis. Ze liet Walter en mij opdraven als het haar uitkwam. Anders gezegd; Walter was welkom zodra taaljuf Marloes weer eens om klantjes verlegen zat en geld te kort kwam.’

‘Nou, nou, dat zijn nogal zware beschuldigingen. Dat kun je vast niet hard maken!?’, vond juffrouw Marijke verwijtend.

‘Nee, helaas kan ik niets bewijzen, maar ik weet wel zeker dat ik gelijk heb. Helemaal toen Walter plaats moest maken voor Gerben.’

‘Je bedoelt Gerben uit mijn klas?’, vroeg juffrouw Marijke defensief.

‘Ja, ik bedoel Gerben uit jouw klas. Walter – mijn zoon – zit trouwens ook in jouw klas!’

‘Ja, en?’

‘Omdat je in de verdediging schiet.’

‘Je valt een kind uit mijn klas aan Thea!’

‘Ik val geen kind uit jouw klas aan. Ik noem een kind uit jouw klas. Dat is niet hetzelfde.’

‘Nou vooruit dan’, gaf juffrouw Marijke met tegenzin toe.

Thea schraapte haar keel alvorens ze verder van leer trok:

‘In zijn kleutertijd moest Walter van de ene op de andere dag plaats maken voor Gerben. Dus werd hij zolang naar fysiotherapie gestuurd op voorspraak van Marloes. En wat doe je dan als ouders? Je volgt braaf het advies op van een expert. Al vroeg Pleuni; de fysiotherapeute, zich al vrij snel af wat Walter bij haar in de praktijk verloren had. Zijn motoriek was niet goed, maar ook niet slecht. Walter wist van aanpakken en uiteindelijk kon hij alles aan lichamelijke inspanningen leveren wat van een gemiddeld kind van zijn leeftijd verwacht werd. Desondanks zette ik door. Walter bleef Pleuni, samen met mij natuurlijk, wekelijks consulteren. Totdat de 10 logopedielessen van Gerben uit het standaardpakket van de ziekenkostenverzekeraar bij taaljuf Marloes gedaan waren. De consulten van Gerben werden dus niet meer vergoed door de ziektekostenverzekering. Dit verzin ik niet, maar dit heeft Marloes mij in haar oneindige arrogantie als reden voor het vertrek van Gerben opgegeven. Enfin, dag Gerben. Toen kon Walter ineens weer wel terecht bij Marloes en had Pleuni het nakijken. De vele logopediesessies van Walter werden door onze ziektekostenverzekeraar namelijk wel onverminderd doorbetaald. Zoals trouwens ook de fysiotherapie. Walter heeft het basispakket van 10 logopedielessen al wel 10 keer doorstaan. Daarvoor betalen Bart en ik ons dus maandelijks blauw aan de schandalig hoge premies voor onze topfit ziektekostenverzekering. Wisten wij veel dat Walter hoofdzakelijk daarom, en niet vanwege zijn vermeende gecompliceerde spraakgebrek, ruim 3 jaar lang bijna wekelijks logopedielessen gevolgd heeft bij Marloes. Met onderbreking van de periodes waarin Marloes - voor de doorloop en om in de running te blijven  - ook eens andere dringende klantjes voor moest laten gaan. En je mag mij simpel vinden Marijke, maar weet je wat ik me dan afvraag?’

‘Nou?’, drong juffrouw Marijke gefascineerd aan.

‘Als het spraakgebrek van Walter dan zo dringend verholpen moest worden als Marloes, Merel en anderen beweerden, waarom werd hij dan te pas en te onpas van logopedie afgehaald en op fysiotherapie gezet?’

‘Volgens mij gaan een zwakke motoriek en een spraakgebrek vaak samen?’

Juffrouw Marijke was ook niet helemaal zeker.

‘Ja, maar volgens Pleuni was de motoriek van Walter helemaal in orde. Ze stelde wel vast dat hij waarschijnlijk nooit tot een prof voetballer zou uitgroeien, maar daar kunnen Bart en ik wel mee leren leven. De toenmalige kleuterjuffrouw Elsje van Walter uit groep 1 en 2 moest nog zo smakelijk lachen om de diagnose van Pleuni de psychotherapeute.  ‘Hier is anders ook niks mis’, roemde juffrouw Elsje de mentale vermogens van Walter niet voor het eerst, terwijl ze tegelijkertijd het bekende gebaar met haar wijsvinger tegen haar slaap maakte.

Toch was juffrouw Elsje min of meer deelgenoot aan de kostbare en intensieve logopedielessen van Walter en ging uit gebrek aan ruggengraat mee in de uitbuiting van mijn kind onder het motto:               

‘Baat het niet, dan schaadt het niet!’         

Totdat ik eindelijk achterdochtig werd. Toen was de maat ineens snel vol. Marloes vond dat Walter niet langer te helpen was. Vooral omdat ze aanvoelde dat ik het helemaal had gehad met het heen en weer geschuif van Walter om plaats te maken voor kinderen die kennelijk zomaar plotseling belangrijker werden dan mijn zoon. Ook was ik het zat om dagelijks getuige te moeten zijn van het gedweep van Marloes met andere ouders op de speelplaats en in de gangen van De Wielewaal.’

‘Hoe dat zo?’, vroeg juffrouw Marijke verward.

‘Haar zoon Lennart zit toch ook hier op school? Bij Sabine in de klas zelfs.’

‘Ja, je kunt Marloes niet kwalijk nemen dat ze haar zoon belangrijker vindt dan Walter’, meende juffrouw Marijke totaal misplaatst.

‘Dat neem ik haar ook niet kwalijk, maar ik verwijt haar wel dat ze Walter als niet meer dan een vanzelfsprekende, onuitputtelijke geldbron behandelde. Hoewel ze voor de vorm sporadisch de logopedische vorderingen van Walter op de bonnefooi in samenspraak  met juffrouw Elsje evalueerde. Zonder mijn medeweten vooraf of toestemming! En aan Bart werd al helemaal niets gevraagd. Op een gegeven moment hadden Marloes en juffrouw Elsje samen bepaald dat Walter naar een KNO-arts moest. Bart en ik waren woedend.’

‘Waarom?’ vroeg juffrouw Marijke daas. 

‘Moet je dat nog vragen?’

‘Ja, eigenlijk wel’, bekende juffrouw Marijke schaamteloos.

Zie hier het schoolvoorbeeld van beroepsdeformatie in combinatie met  kinderloosheid en een vrijgezellenbestaan.

‘Wij bepalen als ouders zelf wel wanneer wij het nodig vinden om een KNO arts te consulteren. Trouwens hoe zou Marloes het gevonden hebben als ik de vorderingen van haar zoontje Lennart met Elsje besproken zou hebben?’

‘Waarom zou je, jij bent toch geen logopediste? Trouwens, wij mogen toch wel adviseren?’

Juffrouw Marijke was niet expres tegendraads. Ze was gewoon niet zo goed in staat om zich in de gevoelswereld van Thea in te leven. Voor Thea reden om extra aanschouwelijk op haar strepen te gaan staan.

‘Wie zijn wij?’

‘Docenten van De Wielewaal.’

‘Marloes is een logopediste.’

‘Klopt.’

‘Dus geen docente van De Wielewaal.’

‘Ja, maar Elsje wel.’

‘Ja, maar Marloes niet!’

‘Maar ze mag toch adviseren?’

Thea begon moedeloos te worden van de kortzichtigheid van juffrouw Marijke en om haar geduld niet te verliezen nam ze zich voor om de rode draad vast te houden en helder te blijven door elke nuancering tijdens het verdere verloop van de conversatie te mijden.

‘Ja, en dat mag ik toch vervelend vinden.’

‘Tuurlijk.’

‘Dankjewel.’

‘En toen?’

‘Waar was ik gebleven?’

‘Bij de KNO-arts’.

‘O ja, professor dokter Speknek.’

‘Wat een naam’, gniffelde juffrouw Marijke.

Thea liet haar maar in de waan over de naam van de KNO-arts die in werkelijkheid professor dokter Spek heette. Hij had een onuitwisbare indruk op haar gemaakt als een vlezige, onuitstaanbare blaaskaak met; een speknek; een hitsig zwak voor piepjonge doktersassistentes; en een publiekelijke hekel aan kleine jongetjes.

‘De reden waarom Walter nasaal praat zou dus volgens die professor dokter Speknek te wijten zijn aan teveel ruimte bij zijn neusamandelen. Hieraan zou Walter op den duur geopereerd moeten worden. Tenminste als zijn neusschot niet uit zichzelf in de loop van zijn kinderjaren dicht zou groeien. Dat was ook een mogelijkheid. Omdat Walter pas 5 jaar was, kon Speknek op dat moment nog geen toekomstvoorspellingen doen.’

‘Sinds wanneer praat Walter nasaal? Ik vind dat hij hartstikke duidelijk praat. En luid’, lachte juffrouw Marijke.

Het hart van Thea deed een vreugdedansje. Dat was het voordeel van rechtlijnige, mensen zoals juffrouw Marijke. Ter zake, nuchter en direct.

‘Laat het Speknek en Jade maar niet horen. Hij praat ook vaak zeker?’, grijnsde Thea.

‘Praat me d’r niet van!’

‘Nou, dan is zijn neusschot kennelijk toch vanzelf dichtgegroeid.’

‘Ja, ik hoor niks bijzonders verder.’

‘Achteraf maar goed dus dat we zijn spraakontwikkeling uit machteloosheid op z’n beloop hebben gelaten en uiteindelijk niet meer terug gegaan zijn voor de geplande  vervolgconsultaties bij Professor dokter Speknek. Walter is nog wel getest op zijn taalontwikkeling met behulp van een intelligentietoets.’

‘Zeker een hoge score?’

De retorische vraag deed Thea nog net niet op haar knieën op de grond van het lokaal van groep 6  vallen om de onderwijzeres met een golvend bovenlichaam en armbewegingen van de hemel naar de aarde en weer terug te eren voor de juiste inschatting van haar kind. In het kader van het behoud van de normale omgangsvormen was het maar goed dat Thea zich Godzijdank wist te beheersen en naar behoren ingetogen antwoordde:

‘Ik geloof het wel en daarom waren Bart en ik ook zo verbaasd over het oordeel van meester Gijsbert.’

‘Oordeel?’

Juffrouw Marijke liet haar nek tussen opgetrokken schouders verdwijnen, waarop ze spontaan een driedubbele kin bij zichzelf creëerde. Daarbij fronste ze haar wenkbrauwen. De hardblauwe ogen bolden bijna uit haar diepe oogkassen. Normaliter was Marijke geen onaantrekkelijke oude vrijster, maar deze lichamelijke expressie van onbegrip flatteerde haar niet. De neiging om juffrouw Marijke hierop te wijzen in het geval van een eventuele toekomstige geliefde, onderdrukte Thea.

‘Meester Gijsbert dacht dat Walter een rugzakje nodig had!’

Juffrouw Marijke moest even slikken en gaan verzitten om deze onzin enigszins te kunnen verteren, maar ze gaf geen commentaar. Wel wilde ze weten waarom Bart en Thea niet met hun klachten over de verkeerde inschatting van hun zoon door meester Gijsbert op Jade de interne coördinatrice van De Wielewaal  waren afgestapt. Precies in de lijn van haar praktische instelling was de gang naar Jade volgens juffrouw Marijke de enige juiste weg:

‘Jade is de interne-coördinatrice van De Wielewaal. Ze is aangenomen om interne klachten te behandelen. Bovendien is ze ook zorgcoördinator.’

De toegenegenheid van juffrouw Marijke voor de interne coördinatrice weerklonk in haar woorden. Collegialiteit bleef een heikel punt. Thea moest voorzichtig zijn. 

‘Bart en ik zijn in het begin ook op Jade afgestapt met een klacht, maar zij koos eenduidig partij voor meester Gijsbert. Ze liet ons nog wel weten dat ze het erg vervelend voor ons vond dat onze verstandhouding met meester Gijsbert zo onprettig tot een eind was gekomen. Dus wij  - ouders  - dienen een klacht in bij de interne coördinatrice van de basisschool van onze kinderen en de respons die we krijgen is vervelend. Sindsdien kunnen Bart en ik  niet meer zo goed met Jade overweg.’

‘Wat raar, zo ken ik Jade helemaal niet’, beweerde juffrouw Marijke.

‘Hoe niet?’ vroeg Thea afgeleid.

‘Als iemand die partijdig is.’

‘Bart, de kinderen en ik dus wel. Daarom heb ik op een gegeven moment uit wanhoop maar met de vertrouwensarts van De Wielewaal gebeld. Jojanneke is haar naam.’

Juffrouw Marijke luisterde niet meer. Ze bleef nog wat langer bij Jade stil staan:

‘Je kunt niet iedereen even aardig vinden!’, besloot ze.

‘Nee, en je kunt ook niet door iedereen aardig gevonden worden’, brieste Thea.

‘Nee’, bekende juffrouw Marijke stuurs en kort maar krachtig .

‘Weet je wel dat jouw fantastische Jade achter mijn rug om van Jojanneke heeft geprobeerd te ontfutselen welke geheimen ik de vertrouwensarts Jojanneke precies toevertrouwd had? Het is haar nog gelukt ook. Lekker betrouwbaar zo’n vertrouwensarts. Zullen we het aandeel van jouw vriendinnetje Jade dan maar weer vergoelijken?!’

Bij nader inzien kon de vriendschap tussen Jade en Marijke haar gestolen worden. Waarom zou Thea zich in moeten houden uit consideratie met van die gedeformeerde schoolfrikken? Kijk juffrouw Marijke nou eens haar lippen tuiten alsof ze de aantijgingen aan het adres van de interne coördinatrice kon minimaliseren met een;

‘Tuttuttuttut.’

‘V e r t r o u w e n s a r t s’, beklemtoonde Thea nog maar eens voor de duidelijkheid, om na een adempauze te vervolgen:

‘En dan nog wat…Jade wil Walter een dyslexieverklaring aanpraten.’

Eindelijk had juffrouw Marijke een aanleiding om haar vriendinnetje Jade tegen tirannieke Thea in bescherming te nemen.

‘Nou, ik weet niet of dat een kwestie van aanpraten is. Je kunt Walter toch gewoon laten testen?’

‘Ja, dat kan, maar Bart en ik kunnen er ook voor kiezen om Walter niet te laten testen. En juist die beslissing respecteert Jade niet.

‘Ja maar, dit alles geeft Walter nog niet het recht om Jade disrespectvol te benaderen!’, bitste de schooljuffrouw.

‘Nee, maar dit verklaart wel waarom Jade geen geduld heeft met Walter. Eén klein misstapje en Jade staat alweer op haar achterste poten.’

‘Zo is het niet gegaan, Thea. Jij was er niet bij en ik wel. Walter was erg brutaal.’

‘Waarom? Omdat hij zijn tekening niet op stel en sprong wilde exposeren? Jade hoeft zich toch ook niet als een strafkampcommandante te gedragen? Waarom moet Walter altijd de verstandigste zijn? Jade is in dit conflict de volwassene met een pedagogische studie achter de rug en iets van 50 jaren ervaring in het onderwijs. Dan wil jij mij wijsmaken dat zij niet afdoende professioneel uitgerust zou moeten zijn om een 9jarig jongetje op een didactisch verantwoordde wijze zover te krijgen dat hij zijn tekening aan ongeacht wie dan ook vrijwillig laat zien?’

Juffrouw Marijke had zichtbaar moeite om niet in lachen uit te basten. Ze piepte:

‘Jade is geloof ik 51 jaar; dus die 50 jaar onderwijservaring van jou lijkt me wat hoog gegrepen.’   

Hoe dan ook zat de doofpot weer op slot. De sleutel hing figuurlijk om de nek van de interne coördinatrice die inmiddels niet meer aanspreekbaar was over schoolzaken en dus ook niet over de aanvaring met Walter. Kort na het voorval met de monstertruck verdween was de interne coördinatrice Jade namelijk voor langere tijd van het onderwijstoneel, vanwege – jawel – een burn-out. Jade ging juffrouw Rita uit groep 7 achterna. Hopelijk was Jade de interne coördinatrice niet overspannen geworden van de tekening van Walter. Alhoewel Bart twijfelde. Hij vond dat leerkrachten tegenwoordig wel erg tere zieltjes hadden. Voor wat die fijngevoeligheid betreft moest Thea haar echtgenoot gelijk geven, maar Walter creëerde geen burn-outs. Die aanname was te gek voor woorden. Het kan niet anders dan dat Jade de interne coördinatrice al op de rand van een zenuwinzinking balanceerde voordat ze de confrontatie met Walter in groep 6 was aangegaan. Misschien was Walter wel de druppel geweest die de emmer deed overlopen. Bij vriend en vijand stond hij bekend vanwege zijn talent om op verkeerde momenten gevoelige snaren te raken. Mogelijk had die gewoonte van Walter ook wel met zijn leeftijd te maken? Hij was een kind. Hij behoorde zich veilig te voelen op een basisschool. Uiteraard moest hij beleefd zijn en leren om binnen de lijntjes te kleuren. Maar dat leerproces kon goedschiks of kwaadschiks verlopen, afhankelijk van de professionaliteit van de juffen en meesters. Het was nergens voor nodig dat Walter zich op elk onbewaakt moment in de klas gedwongen voelde om zich te onderwerpen aan de nukken van een gesjeesde interne coördinatrice. Nou ja, nergens voor nodig?! De    machtswellust van Jade werd door de capitulatie van Walter bevredigd. En niet alleen door de val van Walter. Vermoedelijk had Jade in de loop van haar carrière aan de lopende band slachtoffers om zich heen verzameld, want de sfeer op de Wielewaal verbeterde aanzienlijk door haar ziekteverzuim.

De juffen en Jeewee werden ineens weer zichtbaar in de wandelgangen waar een balorige stemming hing. De kwinkslagen tussen de leerkrachten onderling, maar ook de grapjes met ouders en kinderen vlogen na de aftocht van Jade over en weer op een wijze die Thea aan dat gezegde over ‘de muizen die op tafel dansen als de kat van huis is’ deed denken. Juffrouw Siepie viel het meest op met haar afwijkende gedrag. Ze speelde zich op alsof zij nu de nieuwe rechterhand van directrice Willy Bakbruin was in plaats van Jade. Mogelijk met recht, want Willy Bakbruin had nooit een geheim gemaakt van haar zwak voor debuterende docenten. Meester Joep, juffrouw Dorien, Lola en Siepie konden bij de directrice niet één maar een hele voorraadkast met potjes breken, had Thea zo langzamerhand het idee. Jade neigde toch meer naar de oude garde; naar Jeewee en juffen zoals; Elsje, Nelleke, Marjolein, Rita, Toos en Marijke. Maar nu Jade uitgeschakeld was, leefde juffrouw Siepie in de veronderstelling dat ze vrij spel had. Vandaar dat ze ineens rondliep in uitdagende uitgaanskleding in plaats van in haar spijkerbroek met afgewassen T-shirt. Ze had zich natuurlijk door de verkeerde mensen laten adviseren in;

‘how to dress for succes’

Vooral haar lbd (little black dress) was een beetje te klein uitgevallen, waardoor de tepels van haar boezem bijna uit het decolleté puilden. Nou letten de meeste kinderen niet op uiterlijk, maar omdat juffrouw Siepie met haar recente, aanstellerige makeovers plotseling alle aandacht naar zich toe leek te willen trekken, werd haar weinig aantrekkelijke uiterlijke verschijning zelfs door de pupillen uit plofgroep 7 als aanstootgevend ervaren. Desondanks bleef juffrouw Siepie stoïcijns te kijk lopen in haar extravagante kledingstijl, want het gerucht ging dat meester Joep terug was van zijn wereldreis naar Nieuw Zeeland. Eerdaags zou hij weleens op De Wielewaal aan kunnen komen wippen en dan moest juffrouw Siepie in vorm zijn. Voorts liep het schooljaar alweer tegen de zomervakantie aan. In de nieuwsbrief van die week had Willy Bakbruin de indeling van de groepen met de bijbehorende docenten voor het nieuwe schooljaar bekend gemaakt. Groep 8 zou na de grote vakantie geleid worden door Jeewee en juffrouw Siepie. Hiep, hiep, hoera; juffrouw Siepie was gepromoveerd en zou samen met Sabine doorstromen naar de klas waar Jeewee voorheen de alleenheerschappij had genoten!

Als Jeewee al gebukt ging onder de inperking van zijn gezag in groep 8, dan was het hem niet aan te zien. Hij maakte eerder een opgeluchte indruk en gaf in de laatste weken van dat schooljaar om de haverklap groteske pantomime improvisaties op het speelplein. De zwarte puntmuts met aan het einde een zilverkleurige pompoen en het witte gezicht met de traan en de lach lieten zich inbeelden bij de vele toevallige toeschouwers. De traan was voor het afscheid van zijn monopolie in groep 8. De lach verscheen omdat hij voortaan niet meer alleen eindverantwoordelijk zou zijn voor de leerprestaties van één enkele klas. Gedeelde smart is halve smart in het nieuwe schooljaar. Jeewee had er zin in; parttime in groep 8 met juffrouw Siepie en voor de resterende werkweek voortaan in nauwe samenwerking met juffrouw Marijke in groep 6. Mooi toch! Thea hield haar hart vast om het voorlopig niet meer los te laten, want de volgende opdonder zou niet lang op zich laten wachten.

Walter was de geleider. Enthousiast kwam hij het schoolgebouw uitgerend. Thea stond onder de pergola op het speelplein samen met Gieke en Dieke te wachten en raakte overdonderd door de doelgerichtheid van haar zoon. Normaliter wilde hij zich uit school onderweg naar zijn moeder nog weleens meer dan eens af laten leiden.

‘Mam, ik heb een nieuwtje!’ kondigde hij meters ver verwijderd al luidkeels aan, in de hoop zijn moeder een plezier te doen met zijn scoop.

Elke dag wilde Thea van haar kinderen weten of er iets ‘leuks’ aan de hand was geweest op school. Walter rebbelde wel veel, net als zijn zus, maar dat gaf meestal losse flodders. Dit was een klapper.

‘Mam, Willy Bakbruin gaat weg’, hijgde hij, terwijl hij pas vlakbij zijn moeder abrupt op de rem van zijn noodgang trapte.

Prompt dook Remi op aan de zijde van zijn moeder Dieke. De primeur van Walter herhaalde hij letterlijk. Vervolgens deed Berend de boel nog eens dunnetjes over bij zijn moeder Gieke. Uitgeschakeld door de concurrentie dumpte Walter gelaten zijn schooltas bij de voeten van Thea. De nieuwsbrief van die week drukte hij in haar hand, waarna hij verdween tussen de wriemelende ouders en kinderen naar de speeltoestellen op het plein.

Remi maakte ook vlug dat hij wegkwam uit het roddelcircuit, maar Berend bleef achter zijn moeder staan en nam de positie van een eerste hulpverlener in. Gieke stond erbij alsof ze na het nieuws over het vertrek van Willy Bakbruin elk moment stijl achterover zou kunnen vallen. Dieke gebruikte haar nieuwsbrief als een waaier, terwijl Thea snel de koppen in de schoolkrant doorlas tot ze de gewenste informatie gevonden had. Ze las de relevante alinea hardop voor:

‘In het nieuwe schooljaar zal ik – Willy Bakbruin – afscheid nemen als directrice van De Wielewaal. Enkele leden van het stichtingsbestuur en ik hebben helaas geen overeenstemming kunnen bereiken over het beleid op De Wielewaal. Deze beslissing gaat mij zeer aan het hart. Ik ben in de afgelopen jaren van de kinderen en ouders op deze school gaan houden.’

‘Ze wordt er dus uitgeflikkerd,’ concludeerde Dieke bekoeld.

‘Over welk beleid heeft Willy Bakbruin geen overeenstemming kunnen bereiken met enkele leden van het stichtingsbestuur? Is er beleid op De Wielewaal dan?’, vroeg Thea zich in stilte af.

‘Als je het mij vraagt stapt Willy vrijwillig op hoor’.

Het tegengeluid kwam uit de hoek van de opperouders en dan specifiek uit de mond van Evelien. Beter bekend als de moeder van hoogbegaafde Fransje uit de klas van Sabine.

‘Waarom blijft ze dan niet gewoon directrice van De Wielewaal als ze zoveel van de ouders en de kinderen houdt als ze in de nieuwsbrief beweert?’

Hoewel Thea het cynisme behoorlijk dik op haar suggestieve vraag legde, had Evelien in ieder geval niets door.

‘Ja, dat weet ik ook niet’, moest ze beteuterd bekennen.

Ze leek gedesorienteerd door het nieuws. Alsof ze in de steek gelaten werd door het vertrek van Willy Bakbruin. Het was de onzekerheid die chronisch aan haar vrat. Niet over De Wielewaal, maar over de veelbelovende toekomst van haar dochter Fransje. Niemand kon immers inschatten wie er voor de directrice in de plaats zou komen. Misschien wel een persoon met principes die niet zo meegaand was als Willy Bakbruin. Kijk, voor het behoud van de hoogbegaafdheid van Fransje moest haar genialiteit gekoesterd worden door een constante toevoer van toegewijde begeleiders die aan de potentie van de getalenteerde dochter van Evelien en Jelle zou kunnen tippen.

‘Opgeruimd staat netjes’, concludeerde Dieke stellig op haar typerende no-nonsense toon.

‘Hoe kun je dat nou zeggen!’, riep Evelien ontsteld uit.

Gieke was weer min of meer tot zichzelf gekomen. In de roddelperiode die vooraf was gegaan aan deze climax was ze nooit echt overtuigd geweest van haar eigen inschattingsvermogen. Laat staan dat ze geloofde dat Dieke of Thea de helft van de tijd wisten waar ze over oordeelden. Maar nu ineens leek hun kletspraat en gegis over de motieven en het faalbeleid van Willy Bakbruin zo ongegrond nog niet en was Gieke wel bereid om de geruchten over de directrice van De Wielewaal voor Evelien en de overige, aanwezige opperouders van de speelplaats op een rijtje te zetten. Wat haar betreft viel er genoeg op Willy Bakbruin af te dingen:

‘Heb je niet gehoord dat er de afgelopen 4 jaar veel te hoge middelbare schooladviezen worden af gegeven aan de kinderen van groep 8 van De Wielewaal? Er gaan ook geruchten dat er gesjoemeld wordt met de uitslagen van de citotoetsen. Bepaalde kinderen worden naar voren geschoven, omdat pappie of mammie invloedrijke functies vervullen. Maar ja, dan komen die kinderen op een middelbare school die te hoog gegrepen is en dan kunnen ze vroeger of later geen kant meer op. Geen mens meer die ze onophoudelijk en tegen wil en dank helpt met een puntje meer of gratis extra uitleg. Dus het puntengemiddelde daalt tot ver beneden de benodigde score voor het betreffende schoolniveau. Ouders over de rooie natuurlijk. Hoe kan dat nou? Volgens Willy Bakbruin hadden ze het vwo makkelijk aangekund? Of de Havo? Of vmbotheorie? Eerst wordt er gepraat met de mentor van de middelbare schoolklas van zoon of dochterlief. Maar al snel leidt het spoor naar de basisschool en het verwachtingspatroon dat daar onterecht hoog ingezet is. Zo komt men steeds weer bij De Wielewaal en Willy Bakbruin terecht.’

‘Dat heb je mooi gezegd!’, prees Thea.

Haar applaus verdronk in een golf van verbolgenheid. Evelien verwoordde de toorn van de massa die Gieke zich met haar verdachtmakingen jegens Willy Bakbruin op de hals had gehaald.

‘Dat is heus niet alleen de schuld van Willy Bakbruin!’

‘Dat zeg ik toch ook niet!’, krabbelde Gieke alweer terug tot ongenoegen van Thea.

Gieke was niet heldhaftig genoeg om alleen te staan. Dieke schoot haar buurvrouw  te hulp:

‘Hebben jullie dan niet gehoord van het inspectierapport?’

‘Jazeker wel. De Wielewaal scoort in het inspectierapport op bijna alle ijkpunten schrikbarend slecht’, wist een vader van iemand.

‘IJkpunten?’, vroeg Maud, de moeder van Ronnie en Happy, niet begrijpend.

Tot nu toe had ze zich, zoals gewoonlijk, afzijdig van de discussie gehouden uit angst om uit de toon te vallen met domme uitspraken. Maar domme vragen schenen niet te bestaan. In ieder geval niet als je het de vader van iemand vroeg.

‘Ja, zaken zoals; de begeleiding van leerlingen; het leerlingenvolgbeleid; de individuele aandacht van de docenten voor het kind; de actuele stand van zaken van de lesprogrammering; de communicatie onderling; de gemiddelde citoscores; dat soort dingen’, wist de vader van iemand welwillend uit te leggen.

‘En dan scoort De Wielewaal op al die punten onvoldoende?’, vroeg Maud achterdochtig, maar toch al bijna wakker geschud.

De vader van iemand schokschouderde alsof hij wilde zeggen:

‘Mij hoef je niet te geloven.’

Zijn repliek was dan ook:

‘Je kunt het inspectierapport gewoon zelf nalezen op het internet. Scholen zijn verplicht om de inspectierapporten openbaar te maken.’

‘Moeten we onze kinderen dan niet van school halen!’, panikeerde weer een andere ouder.

‘Heel veel ouders halen hun kinderen toch ook weg bij De Wielewaal’, antwoordde Dieke droog.

‘Alsof het elders zoveel beter is. Wie stuurt er eigenlijk de inspectie op basisscholen af? Of worden alle scholen ieder jaar standaard getest?’, exalteerde de vader van iemand.

Een vadsige moeder antwoordde voor de rest:

‘Basisscholen krijgen de inspectie op het dak als er klachten zijn. Kletspraatjes in dit geval.’

Ze knikte verwijtend in de richting van Thea die wederom onaangenaam overvallen werd door haar reputatie in het roddelcircuit:

‘Ow, nou heb ik het weer gedaan?! Ik geef toe dat ik belangrijk ben, maar mijn mening is toch echt niet doorslaggevend genoeg om in mijn uppie de kop van een directrice te laten rollen!’

Gieke en Dieke stonden Thea tweestemmig bij:

‘Nee, dat lijkt ons ook sterk!’

‘Ja, maar dan is alles toch nog steeds niet alleen de schuld van Willy Bakbruin!?,’ herhaalde Evelien koppig, waarbij ze nog net niet stond te stampvoeten.

Thea vond het hoog tijd worden om ook een druppeltje olie op het vuur te gooien:

‘Nee, maar Willy Bakbruin is wel eindverantwoordelijk. Daarom is ze waarschijnlijk ontslagen.’

‘We weten helemaal niet zeker of Willy Bakbruin ontslagen is. Misschien is ze wel ongeneselijk ziek of heeft ze een burn-out’, sputterde een andere oppermoeder tegen, terwijl ze huilerig en smekend om zich heen naar steun zocht bij zoveel mogelijk omstanders.

Alleen maar om tot de ontdekking te komen dat veel opperouders kennelijk al afstand hadden genomen van Willy Bakbruin.

De aandacht verslapte in een noodgang. Alsof de aankondiging, van het onverwachte vertrek van de directrice van De Wielewaal, na amper 10 minuten inzinken, al tot oud nieuws was verworden. De koningin was van haar troon gestoten. Men zou vroeg genoeg merken wie haar op ging volgen en dan was er nog tijd genoeg om stroop te smeren. De koningin is dood; leve de koningin!

Bart ging er ook vanuit dat Willy Bakbruin ontslagen was en niet vrijwillig opstapte.

‘Anders schrijft een mens toch niet zo’n treurig afscheidsbriefje in de schoolkrant?!’, schamperde hij, terwijl hij ter illustratie met de nieuwsbrief zwaaide.

‘Ja, ik heb het vaarwel gelezen. Willy Bakbruin beweert dat zij en enkele leden van het stichtingsbestuur geen overeenstemming hebben kunnen bereiken over het beleid op De Wielewaal’, antwoordde Thea quasi begaan.

‘Welk beleid? Is er beleid op De Wielewaal dan?’, lachte Bart spottend.

‘Ik vroeg me precies hetzelfde af’, grinnikte Thea.

Ze wilde nog wat zeggen, maar bedacht zich. Bart zag haar strubbeling.

‘Zeg het nou maar’.

Meer aanmoediging had Thea niet nodig:

‘Ik vind het ergens ook wel weer sneu. Temeer daar ze in de nieuwsbrief schrijft dat haar ontslag haar aan het hart gaat. Ze is in de loop van de jaren van de kinderen en ouders op De Wielewaal gaan houden.’

‘Ik denk vooral van Walter en Sabine en van jou’.

Bart moest weer cynisch zijn. Berustend liet Thea hem begaan en verzuchtte:

‘Je raakt evengoed toch aan zo iemand gewend.’

‘Gevalletje Stockholmsyndroom? Je vergeet dat ze je een mailverbod opgelegd heeft’.

‘Je kunt ook aan een verdomd, slechte directrice gehecht raken. Dat mailverbod is juist één van de redenen waarom ik haar zo’n beroerde leidinggevende vind. Maar ze is wel goed met de kinderen. Sabine en Walter zijn dol op haar. Ik geloof trouwens dat alle kinderen van De Wielewaal haar wel een tof hoofd van de school vinden.’

‘Waarom laat je haar dat niet even weten?’

‘Waarom zou ik?’

‘Leer mij jou kennen, Thea; dit ontslag gun je Willy Bakbruin niet.’

‘Nee, maar mezelf gun ik haar vertrek wel!’

‘Jij geeft mensen geen trap na. Dat heb je bij die juffrouw Rita van plofgroep 7 ook niet gedaan.’

‘Juffrouw Rita? Waarom komt zij ineens weer om de hoek kijken, Bart? Ze moet zich nergens mee bemoeien. Dat lijkt me geen goed idee in haar overspannen toestand.’

‘Weet je nog dat ze jou belde aan het begin van het schooljaar met de mededeling dat ze een burn-out had? Op dat moment had je haar zuiver kunnen hebben. Gewoon confronteren met de realiteit. Ze is hopeloos. Maar jij niet; jij bent een softie Thea. Jij bent van de opkikkertjes.’

‘Dat klinkt als een verwijt…’

‘…en het is een constatering van een feit.’

‘Jouw feit.’

‘Da’s de hebbelijkheid van feiten, ze zijn van iedereen.’

‘Dus jij denkt dat ik liever opkikkertjes dan klappen uitdeel?’

‘Nou laat ik het zo zeggen; je bent geen sadist.’

‘Nou ja, Willy Bakbruin zal wel niet op straat worden gezet. Ze mag dan misschien geen directrice van De Wielewaal meer spelen, maar ze zal wel intern een andere functie aangeboden krijgen. Of wachtgeld. Kom op, dit is het onderwijs.’

‘Maar toch’, vond Bart voor de volledigheid.

Via de mail zeker’, meesmuilde Thea.

‘Ja’.

‘Misschien heb je wel gelijk.’

‘Niet misschien.’

‘Ok, maar dan geef ik alleen maar door dat ik Willy Bakbruin altijd goed met kinderen heb gevonden.’

‘Dat is genoeg!’, suste Bart wereldwijs.

En terecht! Want, totaal tegen de verwachting in, stuurde Willy Bakbruin nog diezelfde avond een online reactie op het mailtje van Thea terug. Haar bericht was mogelijk nog beknopter en zakelijker dan de verzonden pluim:

‘Jouw compliment stel ik zeer op prijs, Thea.’

Thea kreeg zin om te janken van machteloosheid. Voor haar geweten was het beter geweest als Willy Bakbruin niets meer van zich had laten horen.

Te laat merkte Thea op dat ze alleen met de moeder van Fransje was achtergebleven onder de pergola bij de achteruitgang op de speelplaats van De Wielewaal. Omdat Evelien ook wel aanvoelde dat Thea was uitgepraat over de onverwachte afgang van Willy Bakbruin, gooide ze de gezochte interactie over een andere boeg:

‘O.k., dan zie ik je misschien vanavond wel weer.’

‘Hoezo?’

Meteen ging Thea bij zichzelf te rade over wat ze gemist had.

‘Of zijn jullie volgende week aan de beurt?’   

‘Waarmee?’, sloeg Thea op hol.

‘Je weet niet waar ik het over heb, hè?, lachte Evelien amicaal.

Ineens begon de afspraak bij Thea te dagen:

‘Ow, je bedoelt het pré-adviesgesprek met Siepie en Lola.’

‘Ja, spannend toch, maar ik denk dat Fransje wel een gymnasiumadvies krijgt.’

‘Het is een pré-advies. Dus een advies vóór een advies. Bart en ik hechten niet zoveel waarde aan de mening van Lola en Siepie om heel eerlijk te zijn. Het echte advies volgt toch pas in groep 8?’

‘Dus jullie gaan niet vanavond?’, vroeg Evelien sensatiebelust.

‘Nee, ik ga volgende week.’

‘Hoezo jij alleen, breng je Sabine niet mee? Dat is verplicht.’

‘Doe me een lol Evelien, hoezo ben ik verplicht om mijn dochter van amper 11 mee te brengen naar de uitleg over een pré-advies van 2 debuterende onderwijzeressen!? Sabine gaat na De Wielewaal sowieso naar een scholengemeenschap; vmbo, havo, vwo, maar ik zal haar wel vragen voor de zekerheid. Misschien wil ze uit zichzelf wel mee.

‘Denk je wel dat Sabine vmbo-theorie haalt volgens het leerlingenvolgsysteem? Ze heeft wel vmbo-theorie nodig om op een scholengemeenschap ingeloot te worden. Bij een vmbo basis- of kaderadvies gaat het feest niet door.’

Thea bedwong zich. Het liefst had al haar Huiswerksterervaring onder de afzichtelijke, lange neus van de moeder van Fransje gewreven. In plaats daarvan slaakte ze een diepe zucht en nam woordeloos afstand van Evelien en haar seniele geloof in het belang van een pré-advies. 

 

HOOFDSTUK 39

De lente avond herademde van alweer een dag lang zomeren. Iets koeler had wat Thea betreft ook wel gemogen. Meteorologisch gezien was het nog voorjaar. Hoewel de lentebloesem allang uitgebloeid was en plaats had gemaakt voor plukrijpe pruimen in de tuin. In het bedompte, lege lokaal van groep 7 zaten juffrouw Siepie en juffrouw Lola alvast klaar. Naast elkaar achter 2 aaneengeschoven tafeltjes. Voor de bekendmaking van het pré-advies voor Sabine. Op de scheidingslijn van de bankjes lag een document met een blanco bovenkant. Aldus hadden de jonge dames een gewichtig sfeertje weten te creëren. De 10jarige Sabine was diep onder de indruk. Tijdens het binnentreden in het lokaal van groep 7 liep Sabine voorop. Thea zag wel aankomen dat Sabine op de drempel licht terugdeinsde van bevreemding, maar kon niet voorkomen dat ze toch nog flink op de tenen getrapt werd door haar dochter. Nog een geluk bij een ongeluk dat Thea geen teenslippers droeg met dit zwoele weer. En hoewel de hoge ramen allemaal op een kier stonden, verdreef de summiere luchtcirculatie geen achtergebleven zure transpiratiegeurtjes van voorgangers vermengd met vleugjes verstikkende deodorant. De jongvolwassenen  stonden niet op vanachter hun barricade om de hand van moeder Thea te schudden. Sabine werd wel uitbundig begroet door juffrouw Lola met een gemaakte grijns en een geaffecteerd; ‘hoipiepeloi’. Gelijktijdig wilde juffrouw Siepie weten waarom Bart niet meegekomen was.

‘Waar is Papa?’, vroeg ze kortaf.

‘Bart is thuis. Iemand moet op het kleine broertje van Sabine passen’, antwoordde Thea, terwijl ze haar hand uit stak.

‘Hoezo, kleine broertje? Ik dacht dat Walter en Sabine tweelingen waren’, merkte juffrouw Siepie verontwaardigd op.

Alsof het de schuld van Thea was dat zij het niet bij het rechte eind had.

‘Walter zit in groep 6 en Sabine in groep 7, misschien is dat een aanwijzing voor het feit dat ze geen tweeling zijn. Ze schelen een jaar.’

Terwijl juffrouw Siepie eenzelfde slap handje als juffrouw Lola aan Thea teruggaf, waagde ze het toch nog om  het antwoord van de moeder van Walter en Sabine in twijfel te trekken. Ze probeerde zichzelf en haar vooringenomenheid vrij te pleiten met alweer een snuggere uitlating:

‘O, ik dacht dat Walter was blijven zitten. Hij is toch niet zo snel, heb ik begrepen?’

Oost-Indisch doof installeerde Thea zich tegenover de dames en naast Sabine. Zo comfortabel als de haar toegewezen kinderstoel dat toeliet.

‘Ik ben hier voor Sabine’, hielp Thea het tweetal herinneren.

De juffen Siepie en Lola vormden niet echt een duo dat op elkaar ingespeeld was. Siepie was onbetwistbaar de aanvoerster van het stel. Siepie had immers een vast contract op De Wielewaal. Lola was maar invalster voor de overspannen juffrouw Rita. Lola trok een gezicht alsof niemand die functie overbodiger vond dan zij. Zwijgzaam onderging ze haar lot, want ze werd op De Wielewaal toch niet beloond naar waarde. Hoewel te weinig geld altijd nog beter is dan niks. Zo hoefde juffrouw Lola haar tijd op De Wielewaal tenminste niet ook nog niet voor niets uit te zitten. Overwonnen stortte ze zich dus maar op Sabine die ongemakkelijk werd van de overdosis persoonlijke aandacht van de jonge, alom gevierde invalonderwijzeres die gewoonlijk alleen op zichzelf gefocust was. Sabine had niets met juffrouw Lola, maar ze zag er in ieder geval een stuk minder angstaanjagend uit dan juffrouw Siepie. Het lange, blonde touwhaar van Siepie was strak achterovergekamd en werd bijeengehouden in een paardenstaart die haar demonische gelaatstrekken nog beter zichtbaar maakten. Ze had iets van een doodshoofdaapje oftewel een saimiri met die ingevallen kleurloze ogen omrandt met zwarte kringen, de hoge jukbeenderen en de geprononceerde bovenkaak. Juffrouw Siepie met een verzorgd kapsel was eigenlijk nog enger dan op gewone schooldagen. Normaliter droeg ze het haar los en vielen er lokken voor haar gelaat waardoor haar afstotelijke aangezicht minder opviel. Thea zag de rillingen als het ware bij Sabine over de rug lopen. En dat bij die bovennatuurlijk hoge temperaturen! Maar misschien speelden er bij Sabine ook zenuwen mee. Over het algemeen wist de kleine meid haar hoofd wel koel te houden en was ze de nuchterheid zelve, maar in de afgelopen tijd van pré-adviesgesprekken had juffrouw Siepie het denkritme van Sabine totaal op hol gebracht. Voor het eerst in hun leven mochten de kinderen van plofgroep 7 immers samen met papa en mama aanwezig zijn bij een toekomstvoorspelling van waarzegster Siepie. Hoe spannend was dat? Juffrouw Siepie kon er zelf ook nauwelijks over uit. Ze barste dan ook van de zenuwen voor haar debuut zonder hulp van de gepokte en gemazelde juffrouw Rita die thuis non-actief zat te wezen. In de weken die aan de pré-adviesgesprekken vooraf gingen, kon juffrouw Siepie tijdens de lessen bijna aan niets anders denken dan aan haar aanstaande gloriemomentjes. Ze raakte gewoonweg niet uitgepraat tegen de verveelde toehoordertjes in haar klas over het pré-advies dat zij, sublieme Siepie, op aanbeveling van Willy Bakbruin, ging bepalen voor alle kinderen van plofgroep 7. Haar mening zou beslissend zijn voor de toekomst van een complete jaargang Wielewaalers die ze het volgende schooljaar samen met Jeewee in groep 8 verder zou kunnen klaarstomen voor de middelbare school.

‘Het is een pré-advies Sabine. Dat betekent een advies over een advies’, probeerde Bart zijn gespannen dochter eerder op de dag al gerust te stellen.

‘Ja, maar Fransje zegt dat je op tijd ingeschreven moet staan op het stedelijk gymnasium, want anders moet je ingeloot worden. En je kunt je pas inschrijven met een goed pré-advies’.

Het liet zich aanhoren alsof Sabine wist waar ze over praatte. Het tegendeel was helaas waar.

‘Wil jij naar het stedelijk gymnasium dan?’, lachte Thea.

Verbaasd richtte Sabine zich tot haar moeder en vroeg oprecht van haar stuk gebracht:

‘Iedereen gaat toch naar het stedelijk?’

‘Ik weet zeker van niet. Jij in ieder geval niet’, verzekerde Bart zijn 10jarige dochter.

‘Waar ga ik dan heen?’

Het ongeduld in de ogen van Sabine dwong eerst bij Bart en daarna bij Thea een pasklaar antwoord af. Thea deed haar best:

‘Jij gaat naar een scholengemeenschap als je klaar bent op De Wielewaal. Een scholengemeenschap is een grote middelbare school waar iedereen in een brugklas begint. Na twee jaar in zo’n brugklas leer je zelf wel inzien welk schooltype het beste bij je past. Je kunt kiezen uit het voorbereidend middelbare beroepsonderwijs; het zogenaamde vmbo; die opleiding sluit prima bij kinderen aan die minder graag met hun neus in de leerboeken zitten en zo snel mogelijk praktijkervaring op willen doen in een bepaalde richting; bijvoorbeeld als mode-ontwerpster, kapster of consulent bij een postorderbedrijf. Je kunt ook kiezen voor het hogere voorbereidende onderwijs. Dat is de havo. Meestal sla je die richting in als je het niet erg vindt om wat langer te studeren. Na de havo volgt als het goed is een hogere beroepsopleiding. Je leert dan bijvoorbeeld voor directeur van een basisschool; of voor onderwijzeres. Met een havodiploma kun je ook doorstromen naar het vwo, net als ik. Je verliest dan maar een jaartje ten opzichte van kinderen die van het begin af aan het voorbereidende wetenschappelijk onderwijs gevolgd hebben zoals je vader. Met een vwo-diploma kun je naar de universiteit. Kijk maar naar je vader. Hij is bijvoorbeeld naar de universiteit gegaan. Een universitaire studie is wetenschappelijk; dat wil zeggen heel erg theoretisch. Je kiest een bepaalde richting; bijvoorbeeld aardrijkskunde of rekenen en daar moet je dan alles over lezen en te weten komen. Ook wordt er van je verwacht dat je onderzoek doet. Op de universiteit word je een soort uitvindster. Maar met een vwo-diploma kun je ook makkelijk een wat minder droge richting volgen. Dat heb ik gedaan. De kunstacademie. Dat is geen universiteit, maar een hogere beroepsopleiding.’

‘Dan heb je het vwo diploma voor niks gehaald, want voor een hbo was de havo genoeg geweest zeg je net’, concludeerde Sabine droog.

Bart en Thea wisselde een blik van verstandhouding vanwege de typerende reactie van Sabine. Ze is een warhoofd. Nonchalant op het slordige af. Veelal afwezig, met haar gedachten; in allerlei zijstraatjes; of tollend op rotondes; kortom overal; behalve op de hoofdweg. Zodoende wekt Sabine de schijn dat ze niet beter kan of weet. Totdat mevrouw onverwacht haarscherp uit de hoek komt. Ze kruipt ook net zo makkelijk weer terug in haar comfortzone zonder zich te koesteren in de bewondering van de achterblijvers die doorgaans alles beter weten.

‘Maar wanneer moet je dan naar het gymnasium?’, vroeg ze na een korte denkpauze.

‘Het vwo’, antwoordde Bart kort door de bocht.

Thea schoot Sabine snel te hulp omdat het 10jarige meisje eruit zag alsof ze steeds verder verdwaald raakte in de wirwar van informatie.

‘Het vwo – het voorbereidend wetenschappelijke onderwijs dus- bestaat van oudsher uit een gymnasium en het atheneum. Het zijn in wezen dezelfde opleidingen; alleen op een atheneum volg je geen Latijn en Grieks en op het gymnasium wel.’ 

Sabine liet nog niet los.

‘Waarom gaat iedereen dan naar het ‘stedelijk gymnasium’?’

Bart klakte geërgerd met zijn tong en zuchtte, maar Thea kreeg een heldere ingeving voor een duidelijke manier waarop ze Sabine beter wegwijs in de wereld van de middelbare scholing kon maken.

‘Wie is iedereen?’

‘Fransje, Luna, Mathilde, Boris’, ging Sabine op de vingers van één hand na.

‘Dat is toch niet iedereen. Dat zijn 4 kinderen. Plusgroep kinderen. Zij zijn voorbestemd om naar het stedelijk gymnasium te gaan.’

‘Voorbestemd?’

Sabine snapte het niet.

‘Gepusht’, vertaalde Bart.

Opeens leek Sabine weer heel langzaam van begrip, of toch niet:

‘Je bedoelt huilmesje Mathilde?’

‘Ook, en dat die plusgroep kinderen thuis al vanaf groep 1 zitten te oefenen. Oefenen, oefenen, oefenen’, mopperde Bart op een toon waardoor het wel leek of hij vloekte.

Sabine was niet onder de indruk en sprak haar vader kalmweg tegen:

‘Oefenen moet! Mama oefent bijna elke dag met leerlingen bij Huiswerksterk.’

Thea was nou eens benieuwd hoe Bart zich hieruit ging redden:

‘Dat is anders oefenen. Dat is huiswerk maken. En huiswerk dat krijgt iedereen pas op de middelbare school en niet als je tussen de 0 en 11 jaar bent.’

‘Hear, hear’, grijnsde Thea.

‘Maar Fransje is hoogbegaafd’, wist Sabine stellig.

Los van elkaar besloten Thea en Bart om maar niet uit te wijden over hun scepsis ten aanzien van het stempel ‘hoogbegaafdheid’. Sabine zou alleen maar nog meer in de war raken.

‘Nou en?’, provoceerde Bart.

‘Daarom moet ze naar het stedelijk gymnasium’, hield Sabine stug vol.

‘Dat is helemaal niet waar, want Jasmijn en Melvin, mijn oppaskindjes, hebben ook op het stedelijk gymnasium gezeten. En ik weet toevallig heel zeker dat Jasmijn en Melvin niet hoogbegaafd zijn’, overdreef Thea voor de goede zaak.

Natuurlijk was Thea niet bevoegd om te bepalen of Jasmijn en Melvin al dan niet hoogbegaafd waren. Mochten haar oppaskinderen en allereerste Huiswerksterkklantjes evenwel superslim zijn, dan waren haar bloedeigen kinderen minstens zo intelligent. Op de keper beschouwd had Thea de leerontwikkeling van alle vier de uitblinkertjes van dichtbij meegemaakt. Daarbij boden de werkdagelijkse Huiswerksessies met middelbare scholieren van uiteenlopende niveaus ook het nodige vergelijkingsmateriaal om Thea te sterken in haar overtuiging dat Sabine en Walter alletwee gezegend waren met een degelijk leervermogen. 

‘Waarom hebben Jasmijn en Melvin dan op het stedelijk gymnasium gezeten als ze niet hoogbegaafd zijn?’

Dit keer was het de beurt aan Bart om zijn vrouw te zien spartelen. Hij ging er eens goed voor zitten in zijn relaxfauteuil.

‘Omdat hoogbegaafdheid en het stedelijk gymnasium dus niet onwillekeurig samengaan, zoals ik al probeerde uit te leggen. Het stedelijk gymnasium wemelt eerder van leerlingen met ouders die er veel voor over hebben om te zorgen dat de sociale omgeving snapt dat zij en hun kinderen slimmer dan slim zijn. Ze gaan er van uit dat hun kinderen na het gymnasium automatisch een universitaire opleiding zullen genieten om daarna een goed betaalde baan in de schoot geworpen te krijgen. Met hoogbegaafdheid heeft die vanzelfsprekendheid weinig te maken. Een gymnasiast profiteert veel eerder van wie hij of zij kent – dus van schoolkennissen - dan van wat gekend is. Prestige noemt men dat met een deftig woord. Met andere woorden; op het stedelijk gymnasium is de mate waarin een ouder – en daarmee de leerling - bij de incrowd hoort, belangrijker dan de hoogte van de intelligentie of de prestaties. Er heerst veel vriendjespolitiek. Een beetje zoals de opperouders van De Wielewaal met elkaar omgaan en vanalles samen ondernemen zoals barbecueën en sporten. Onaangepaste buitenstaanders worden meteen afgestoten. Als je erbij wilt horen dan moet jij je als nieuwkomer aan de regeltjes van het clubje opperouders houden. Alle gezamenlijke activiteiten van het clubje zijn natuurlijk bedoeld voor de gezelligheid, maar ook om de eigen kinderen constant naar de voorgrond duwen. Op die manier zorgt elke opperouder dat hij of zij gezien blijft. Denk bijvoorbeeld aan de leerlingen uit de plugroep die voortdurend een streepje voor hebben, ook al zijn ze lang niet altijd de besten.’

‘Dus kinderen die naar het stedelijk gymnasium gaan zijn helemaal niet slim?’

‘Niet per sé. En later zet zich die trend van ‘ons kent ons’ voort op de universiteit in studentenverenigingen.’

‘Trend?’

Thea was te ver door gedraafd. In het vuur van haar verhaal was ze even vergeten dat ze een kind van nog geen 11 jaar voor zich had.

‘De mode om alles samen te ondernemen.’

‘Zoiets als in huis Anubis?’, begreep Sabine.

‘Ja, maar dan anders’,

‘Waarom mag ik niet naar het stedelijk gymnasium dan?’

Nou zag Sabine helemaal geen praktische bezwaren meer.

‘Dat doe je goed Thea’, gniffelde Bart.

Maar Thea had de moed nog niet opgegeven:

‘Je mag natuurlijk best naar het gymnasium als je wilt Sabine, maar ik heb liever dat je naar een scholengemeenschap gaat.’

‘Waarom?’

Sabine werd opstandig. Over het algemeen was haar moeder niet zo zuiver in de leer en makkelijker te overtuigen.

‘Omdat een leerling op het stedelijk gymnasium iedere schooldag hetzelfde meemaakt als de bewoners van bijvoorbeeld een kakwijk. Kijk maar naar de kinderen uit de Wielewaalbuurt. Je moet precies weten wat je moet doen en laten om bij de groep te kunnen horen. Sommige kinderen moeten daarom iedere schooldag opnieuw de schone schijn ophouden en op hun tenen lopen. Of je nou makkelijk kunt leren of niet, iedereen heeft op het stedelijk gymnasium hoe dan ook maar te voldoen aan zogenaamde kwaliteitsnormen. Misschien is dat verplichte wintersportreisje eigenlijk wel te duur voor enkele ouders, maar denk maar niet dat iemand van hen daar eerlijk voor uit durft te komen. Een ander voorbeeld zijn verzorgers die de kosten voor de extra cursus Cambridge-Engels niet kunnen opbrengen en daarom liever schulden maken dan een prestigieuze studie voor de betreffende leerling mis te lopen.’

Sabine onderbrak haar moeder:

‘Wat is prestigieuze ook alweer?’

‘Toonaangevend.’

‘Huh?’

‘Swag! Iets is prestigieus als het swag heeft.’

‘O, xfactor?’

‘O.k. Op een scholengemeenschap kan een kind veel of weinig xfactor hebben. Maakt niet uit. Mag allemaal! Maar op een apart gymnasium, met voornamelijk welgestelde medeleerlingen; valt iemand die het thuis wat minder breed heeft al gauw buiten de groep. Een leerling van een scholengemeenschap daarentegen kan evengoed hoogbegaafd zijn. Het verschil met een genie van het stedelijk gymnasium is alleen dat de bolleboos van de scholengemeenschap niet slechts eenzijdig met voornamelijk kinderen uit welgestelde gezinnen te maken krijgt, maar met een grote diversiteit aan medescholieren uit alle lagen van de bevolking. Zo heeft een kind op een scholengemeenschap veel meer vrijheden en ruimte om te leren van fouten die ieder mens maakt. Hoe slim ook! Op een scholengemeenschap kun je dus hoogbegaafd zijn en tegelijkertijd veel makkelijker opgaan in de groep op het moment dat het wat minder gaat of als je eens even geen zin hebt om op te vallen.’ 

‘Luister naar je moeder’, grapte Bart tegen Sabine, om luchtig aan Thea te kennen te geven dat hij niets meer aan haar pleidooi toe te voegen had.

Juffrouw Siepie schoof het document op de scheidingslijn naar voren in de richting van Sabine en Thea en klapte de blanco kaft van bovenaf voor moeder en dochter open. Thea boog zich over de grafieken en cijfers op het papier voor haar neus. Haar blik bleef steken bij het pré-advies voor Sabine onderaan de bladzijde. Ze las ‘vmbo basis’. Sabine zag het ook.

‘Is dat goed of slecht?’, wilde ze beteuterd weten.

‘Dat is niet goed en dat is niet slecht; dat is klinkklare onzin’, bracht Thea met moeite uit.

Van alle stommiteiten die het docententeam op De Wielewaal haar de afgelopen jaren door de strot geduwd had, was dit pré-advies toch wel de onbetwistbare titelhouder. Haar hartritme was op slag de tel kwijt en haar onderbuik liet haar maag vallen als een baksteen. Juffrouw Siepie met haar gezichtstekening van een saimiri negeerde de opmerking van Thea en wilde van Sabine weten:

‘Valt het mee of valt het tegen?’.

Pientere Sabine stelde meteen een tegenvraag:

‘Kan ik nou nog wel of niet naar een scholengemeenschap?’

‘Een scholengemeenschap is misschien een beetje te hoog gegrepen voor jou, omdat daar alleen het allerhoogste niveau van het vmbo -theorie – te volgen is.  Maar je kunt altijd proberen om vmbokader te halen op een speciale vmbo school met basis, kader en theorie. Met kader zit je lekker gemiddeld, maar om dat te kunnen halen moet jij daar gewoon heel hard aan trekken in groep 8’, fleemde Siepie de saimiri.

Thea doorstond een inwendige aantasting van haar zenuwenstelsel die de vlotte doorstroom in haar bloedbanen vertraagde. Een kolkende hersenmassa implodeerde in haar bonzende hoofd. Ze wist zich maar met moeite te beheersen voor Sabine die zich nu al geen raad meer wist met haar ontregelde moeder. Ter compensatie trok juffrouw Lola wat gekke bekken naar het 10jarige onthutste kind. Terugblikkend blijft het een wonder dat Thea de schooltrol van plofgroep 7 – Siepie de saimiri - niet naar de keel gevlogen was

‘Hoeveel procent van groep 7 heeft een vwo advies?’

Thea had zich agressief en rechtstreeks tot Siepie de saimiri gericht, maar de schooltrol vermeed elk oogcontact; stak haar mopsneus in de lucht en snoof uit de hoogte:

‘Ik zou het niet weten.’

‘Nee, dat dacht ik wel; dat jij dat niet zou weten. Want jij weet niet zoveel.’

 

De toon van Thea droop van het cynisme.

‘Ik weet het echt niet’, loog Siepie de saimiri.

‘Dan weet ik het wel voor jou’, siste Thea.

‘Puh’.

‘Ik gok op 10 procent uit plofgroep 7 met een vwo pré-advies. Voor een havo pré-advies zet ik in op 20 procent. Dan heeft 40 procent een vmbo-theorie pré-advies en de overige 30 procent is afval. Straatmateriaal. Opgegeven. Precies volgens het ideale plaatje van de gemiddelde groep 7 in Nederland. De Wielewaal voldoet weer eens keurig netjes aan de norm. Laten we vooral niet buiten de boot vallen beste betweters.’

‘Ja wij voldoen inderdaad heel goed aan de landelijke norm en daar mogen we best trost op zijn’, beweerde Siepie de saimiri ook nog schaamteloos.

Het gezicht van juffrouw Lola daarentegen betrok. Lang genoeg voor Thea om te beseffen dat haar speculaties over gesjoemel met de verschillende middelbare schoolniveaus, inclusief bijbehorende pré-adviezen in procenten, van groep 7 nog min of meer klopte ook. Hoe beangstigend om de waarheid per ongeluk zo dicht op het spoor te zijn. Hoe ver stonden de overige, bange vermoedens van Thea dan benevens de werkelijkheid? Ze zag Sabine al voor zich zitten in de klas op het basis niveau van het vmbo, tussen geknipte kapsters, typische schoonheidsspecialistes, geboren verkoopsters en aankomende interieur verzorgsters. Ze zou zich aanpassen, erbij horen en misschien zelfs de leidster worden van een meidenkliek. Stiekem zou ze echter verpieteren door de vertraging, herhaling, de nimmer aflatende uitleg om haar heen en de praktische uitvoering van werk dat haar niet ligt. Daar kende Thea haar dochter goed genoeg voor. Sabine was niet geïnteresseerd in kapsels, make-up, shoppen of schoonmaken. Hoe durfde ze? Ze was wie ze was en is. Vroeger of later tijdens de basisvmbo opleiding zou Sabine afhaken. Ze zou spijbelen en vluchten voor de onophoudelijke inprenting door docenten. Steeds opnieuw. Alsof ze hardleers en doof was en uit zichzelf niet in staat kan worden geacht om bij de les te blijven of verbindingen te leggen tussen hersenprikkels. Haar mentale proces is nou eenmaal geen lopende band, die aan het eind van een schooldag kan worden uitgeschakeld om met vmbobasis vriendinnen nog na te praten over de uitzet, de vriendjes en het huisje, boompje, beestje principe. Of in ieder geval over een toekomst waar Sabine nog lang niet mee bezig of aan toe was.   

‘In mijn tijd betekende een vmbobasis en/of vmbokaderopleiding hetzelfde als de huishoudschool voor meisjes en de lagere, technische school voor jongens. Met andere woorden als meisje kon je net zo goed meteen trouwen en huisvrouw worden of anders achter de kassa gaan zitten en een jongen kon ook zonder lts opleiding achter de vuilniswagen aanlopen. Of hij moest zijn kaarten goed weten te spelen tijdens zijn ltsopleiding oftewel het huidige basisvmbo. Zo maakt hij ook vandaag de dag nog kans op een carrière. Een automonteur verdient altijd nog beter dan de vuilnisman.’

Thea verloor zich niet graag in platitudes. Geluk is wat een mens zelf uit het leven haalt en wie was Thea om leerlingen van het basisvmbo te veroordelen? Bovendien schijnt een vuilnisman- of vrouw relatief goed te verdienen. Maar haar dochter bevond zich dus niet op de golflengte van het merendeel van deze – veelal - op de praktijk gerichte vmbobasiskinderen. Niet eens bij benadering. Wat had Sabine dan op het vmbo te zoeken? De slepende uitzichtloosheid van een basisvmbo pré-advies in het specifieke geval van Sabine, dreef Thea tot uitersten in de vorm van verkeerde, boute uitspaken die Siepie de saimiri uiteraard meteen wist uit te buiten.

‘Wij hebben juist mensen nodig die met hun handen werken. Er is niks mis met achter de kassa zitten of achter de vuilniswagen lopen’, vond de schooltrol belerend.

Thea kwam half overeind uit haar kinderstoel en sloeg met een vlakke hand plat op het tafelblad. Dit keer raakte ze de ingevallen ogen van Siepie de saimiri recht in de roos. Thea las angst, beven en onwetendheid. Ze rook bloed!

‘Wie zijn wij? Je bedoelt toch niet De Wielewaal, mag ik hopen? Kun je ook even normaal doen? Jij zit toch ook niet achter de kassa? En heb jij ooit achter de vuilniswagen aangelopen?’

‘Nee, maar ik heb dan ook een havodiploma en een hbo-opleiding’, antwoordde Siepie de saimiri met dedain.’

Er schoot vanalles door het hoofd van Thea. De ene opmerking nog hatelijker en destructiever dan de andere. Maar ze was niet alleen en de ontheemde aanwezigheid van Sabine die maar de helft van de ruzie meekreeg en zich hoofdzakelijk afvroeg wat zij precies verkeerd had gedaan, bracht Thea weer min of meer bij haar positieven. Ze sloeg een ietwat mildere toon aan, maar zette nog wel wraaklustig in met een sarcastisch:

‘Havo en een hbo? Jij? Hoe is het mogelijk?’

Zuinig nam Siepie de saimiri een paar slokjes uit haar bekertje koffie in de hoop de steken onder water van Thea met de teugjes mee zo onopvallend mogelijk weg te spoelen. Ondertussen bluste Thea haar vlammende betoog ietwat af met een nuancering:

‘En nee, er is niets mis met een vmbo-opleiding. Als dat tenminste het niveau is dat bij een kind past, maar Sabine kan makkelijk de havo aan. Daarna kan ze nog altijd naar het vwo. Net als haar moeder. Wat ik kan,  dat kan mijn dochter ook. Zelfs nog honderd keer beter. Van elke opleiding onder haar niveau gaat ze echter onderpresteren. Neem dat nou maar van mij aan. Ik ben per slot van rekening haar moeder.’

‘Dat weet ik nog niet zo zeker.’

‘Weet jij nog niet zo zeker of ik de moeder van Sabine ben?’

‘Nee, ik weet nog niet zo zeker of Sabine makkelijk naar de havo kan.’

Alsof de verbale mishandeling van Sabine, nog niet vernietigend genoeg was, wees Siepie de saimiri met haar zwartgelakte nagel op een grafiek in het geopende pré-adviesdocument. 

‘Kijk maar eens naar de score van Sabine bij de entreetoets. Dan komt ze toch echt op vmbobasis uit.’

Thea zag ook wel aan de cijfertjes dat Sabine niet al te best gepresteerd had bij de entreetoets. In die cruciale tijdsperiode had Sabine eenvoudigweg geen topdagen gehad. Schande, maar daarvoor hoefde ze toch niet voor de rest van haar schoolleven gestigmatiseerd te worden met een pré-advies dat ver beneden haar leerniveau uitpakte? Ondanks haar weerzin besloot Thea een confrontatie met Siepie de saimiri niet uit de weg te gaan.

‘Ja, maar dat is toch maar de uitslag van één enkele toets? Jullie kijken bij het geven van een advies toch naar het totaalplaatje?’

De schooltrol trok een smoel alsof ze entreetoets zelf ontworpen had:

‘De entreetoets geeft een duidelijke beeld van het niveau van de leerling en wijkt nooit veel af van de citotoetsresultaten in groep 8. De score van de entreetoets is doorslaggevend bij het advies.’

Het boosaardige plezier dat Siepie de saimiri zichtbaar aan haar gewichtigdoenerij beleefde, wakkerde de strijdlust van Thea alleen maar nog meer aan. Deze keer zou ze desnoods de longen uit haar lijf schreeuwen voor rechtvaardigheid ter compensatie van dat foute basisvmbo pré-advies aan haar dochter. Juffrouw Siepie de saimiri had Sabine gewetenloos opgeofferd aan haar gunstelingetjes. Stel dat volgens het schoolboekje 10 procent van de plofgroep 7 een vwo pré-advies had moeten krijgen van waarzegster Siepie de saimiri? Dan werd het percentage uitblinkertjes uit de groep van Sabine als vanzelfsprekend bezet door Fransje, het huilmeisje Mathilde en Boris. De 20 procent havo kandidaten liet zich voorspellen en kwam op Luna, Kasper en nog 4 andere zoons en dochters van opperouders neer. Nodeloos te vermelden dat al de uitverkoren havo/vwo kandidaten uit de klas van de schooltrol tevens uit de plusgroep van De Wielewaal afkomstig waren. Wat Bart en Thea betrof was de plusgroep al van het begin af aan niet meer dan een synoniem voor een eliteclubje op de basisschool van hun kinderen. Sinds de leiding van de plusgroep tussentijds ook nog eens van de overspannen Jade aan de onnozele maar grenzeloos ambitieuze juffrouw Siepie de saimiri was overgedragen, sloeg de poehaclub helemaal de plank mis. Maar nood breekt wet. De plusgroep moest en zou in stand gehouden worden. Desnoods met een kalfskop als juffrouw Siepie de saimiri aan het roer. Al was het maar om de invloedrijke opperouders gunstig gezind te blijven. De overige 70 procent van de plofgroep 7, dat wil zeggen de niet-plusgroepers, deed mee voor spek en bonen en een klein beetje vanwege de onuitwisbare leerplicht die juist niet alleen voor gunstelingetjes in het leven is geroepen. Het restant was er niet minder ruis, vmborommel oftewel opvulmateriaal om. Maar iedereen mocht, nee moest zelfs,  meedoen; voor de balans; voor het evenwicht van de massa.  Middelmaat siert de straat. Hier lag de boze opzet zo dik bovenop dat zelfs een domme doos als Lola niet wist waar ze anders kijken moest dan naar Sabine. Ze bleef aanhoudend knipogen naar het 10jarige meisje dat later aan haar moeder verklaarde dat juffrouw Lola tijdens de bijeenkomst over het pré-advies volgens haar constant last had van een vuiltje in haar ene oog.

Het lukte Thea redelijk goed om bij de les te blijven. Hoewel ze bijna volledig in beslag werd genomen door het koudvuur dat haar oude Wielewaalwonden verzengde. De geest was hoe dan ook uit de fles. Al had een discussie met een hersenloos wezen als Siepie de saimiri totaal geen nut; vanaf heden zou Thea door niets of niemand meer te stoppen zijn. 

‘Sinds wanneer wordt een pré-advies alleen gebaseerd op de uitslag van de entreetoets? Wat gebeurt er met de aantekeningen van het leerlingenvolgsysteem door de basisschooljaren van Sabine heen? Wat zegt juffrouw Dorien? Wat zeggen Jeewee en meester Joep?’     

‘Dorien is met zwangerschapsverlof en Joep werkt hier niet meer’, grijnsde Siepie de saimiri vol leedvermaak.

Thea werd overvallen door een walging die haar dwong om een pauze in de woordenwisseling in te lassen teneinde de schurende werking van haar bijtende, zure oprispingen af te remmen. Een zacht, timide stemmetje van Sabine vulde de stilte op. Ze ontgrendelde een handgranaat.

‘Ik werd voor de eerste keer ongesteld in de klas en toen hadden we entreetoets.’

Bij beide juffen ging geen belletje rinkelen. Siepie de saimiri keek Sabine aan alsof ze niet helemaal goed bij haar verstand was.

‘O, wauw, ben je al ongesteld. Knap hoor. Hoe oud ben je nou Sabine? Was het de eerste keer?’, fleemde ze.

‘Ik ben bijna 11’, antwoordde Sabine verloren.

Onderwijl zat Thea zich op te vreten. Ze vroeg zich af waar dat Siepiemens haar eigendunk vandaan haalde? Zeker van alle pluimstrijkers die ze met de groei van haar levensjaren om zich heen had weten te verzamelen? Dat ze zulke kruipers bijeen kreeg, was op zich al een onvolprezen prestatie met zo’n lelijk karakter. Thea beet juffrouw Siepie de saimiri dan ook geringschattend toe.

‘Je hoort toch wat ze zegt? Ze zegt dat ze voor het eerst ongesteld werd tijdens het maken van de entreetoets.’

Bij juffrouw Lola begon wat te dagen:

‘Ja, dat weet ik nog wel. Ik was surveillante toen, weet je nog Bientje?’

Met een blik vol onbegrip zocht Sabine steun bij haar moeder. Met name omdat ze door het woord ‘surveillante’ op een dwaalspoor gezet was.

‘Lola bedoelt dat ze erbij was toen je in de klas ongesteld werd tijdens de entreetoets’, vertaalde Thea lauw.

‘Ja, en ik schrok me een hoedje, want je rende zo, hoppatee naar de wc’, proestte juffrouw Lola gemaakt.

Sabine zag de humor van de situatie niet in. Beschroomd greep ze de hand van haar moeder. Thea kneep het kleine polleke en hield het vervolgens stevig vast, terwijl ze tegen de twee sufkutjes uitvoer:

‘Logisch dus dat de scores van de entreetoets in het geval van Sabine lager uitgevallen zijn. De uitslag van de entreetoets mag en kan voor Sabine dus niet niveaubepalend zijn’.

Siepie de saimiri luisterde nauwelijks naar Thea en richtte zich heel voornaam tot Sabine.

‘Eigenlijk moet je gewoon normaal je best blijven doen als je ongesteld bent, lieve Sabine. Ook al ben je pas 10 jaar en bloed je voor de eerste keer. Dat heb ik ook gemoeten.  En juffrouw Lola kon ook niet zomaar met de pet naar haar schoolwerk gooien toen ze voor de eerste keer menstrueerde. Alle meisjes en vrouwen worden vandaag of morgen ongesteld. Stel je nou eens voor dat de juffen hier op De Wielewaal iedere ongesteldheid maar zouden gebruiken om slecht te presteren. Dat kan niet. Dat snap jij ook wel.’

Sabine staarde naar haar schoot en zei geen boe of bah. Thea drukte nogmaals het klamme handje dat nog altijd bewegingsloos in de hare rustte. Ze probeerde Siepie de saimiri te raken met haar vuurspuwende ogen. Maar mocht juffrouw Siepie de saimiri al snappen dat zij en niet Sabine verkeerd bezig was, dan liet ze het niet merken. Ze nam opnieuw het woord dat ze wederom louter tot Sabine richtte.

‘Maar ik zou me niet druk maken Sabientje, want in groep 8 kun jij misschien best nog een niveautje hoger. Zelfs als je ongesteld bent. Je gaat gewoon voor vmbokader.’

Thuis kwam de antipathie van Thea voor Siepie de saimiri en het huppeltrutje Lola in volle hevigheid naar boven. Bart liet zijn vrouw eerst wel 30 minuten razen en tieren alvorens hij een poging ondernam om haar gerust te stellen. Hij zat in de huiskamer zijn geliefde voetbal te volgen achter het breedbeeldscherm en riep op een gegeven moment naar de keuken:

‘Wind je niet zo op, Thea. Sabine gaat gewoon naar een scholengemeenschap vmbo/havo/vwo. We trekken ons niets aan van twee van die domme ganzen.’

Sabine pelde een sinaasappel bij het aanrecht. Ze was het spoor opnieuw bijster en schreeuwde naar haar vader:

‘Met vmbo basis kan ik helemaal niet naar een scholengemeenschap. Ik moet vmbo theorie halen en dat is 2 niveaus hoger.’

‘Wat een onzin’, brulde Bart terug

Getroffen door de botheid van haar vader kromde Sabine haar rug. Thea had Bart graag een veeg uit de pan gegeven, maar daar zou Sabine niet mee geholpen zijn. Net zo min als met het negeren van het foutieve pré-advies. Integendeel. Niets zou het zelfvertrouwen van het kind beter ten goede komen dan een juiste inschatting van haar capaciteiten. Behoedzaam zocht Thea de nabijheid van op het gespannen meisje op en probeerde haar te troosten met een knuffel. Daarna greep ze haar dochter bij de schouders, ging een klein beetje door haar knieën en keek haar recht in de ogen;

‘Sabine, jij kunt makkelijk naar het vwo.’

‘Ik wil niet naar het vwo.’

‘Ok, dan ga je naar een scholengemeenschap en dan hoef je pas na 2 jaar te beslissen. De havo is ook prima; of vmbotheorie. We zullen zien wat je aankunt.’

‘Jij zei net dat ik makkelijk naar het vwo kan?!’”

‘Ja maar dat geloof jij niet en dus neem ik een slag om de arm.’

‘Ik geloof je wel.’

‘De tijd zal het leren.’

‘De tijd?’

‘Dat is een uitdrukking Sabine.’

‘Van Goede Tijden, Slechte Tijden?’

‘Hè?!”

‘Juffrouw Siepie zegt dat ze altijd naar Goede Tijden, Slechte Tijden kijkt als ze toetsen nakijkt. Wij kijken nooit naar Goede Tijden, Slechte tijden toch?’, griezelde Sabine

Thea moest even schakelen voordat ze doorhad wat Sabine bedoelde.

‘Je hoeft niet per sé naar Goede Tijden, Slechte Tijden te kijken om op een scholengemeenschap aangenomen te worden. We zullen morgen weleens naar Goede Tijden, Slechte Tijden kijken en dan zul je zien dat je alles makkelijk kunt volgen.’

‘Ik ken Goede Tijden, Slechte Tijden al van Zarah thuis. Ik vind er niks aan.’

‘Mooi zo, ik ook niet. Dan snap je ook waarom papa en ik nooit naar Goede Tijden, Slechte Tijden kijken.’

‘En Het Achterhuis?’

Sabine sprong nooit zomaar van de hak op de tak, maar erg chronologisch ging ze vandaag ook niet te werk.

‘Wat nu weer?’

‘Fransje heeft Het Achterhuis van Anne Frank gelezen en dat komt omdat ze naar het gymnasium gaat.’

‘Zegt juffrouw Siepie dat?’

‘Nee, dat zegt juffrouw Lola’, beweerde Sabine, waardoor Thea zich moeiteloos een nuffig ding in een marineblauw colbertje voor de geest kon halen.

Het beeld bleek bij nader inzien geen zinsbegoocheling, maar een herinnering aan Fransje aan het einde van groep 6. Ze hield een opengeslagen boek tussen haar vingers in de lucht. Ze stond in de schijnwerpers van Nora; de dramajuf en kwam aan iedereen een geheim openbaren tijdens de experimentele en peperdure toneelvoorstelling van enkele acteertalentjes uit groep 6 van De Wielewaal:

‘Ik ben hoogbegaafd!’, bezwoer Fransje plechtig.

De roman die snuggere Fransje in de luchtspiegeling bij zich droeg was Het Dagboek van Anne Frank. Sabine las aan het einde van groep 7 nog Dolfje Weerwolfje van Paul van Loon. Ze moest zich wel mijlenver van de behoedster van het nieuwe intellect met de naam Fransje verwijderd voelen. Vermoedelijk ervoer Sabine die grote afstand als wel zo veilig. Als het vwo op z’n Fransjes moest, dan gaf Sabine haar portie wel aan Yolo de gezinshond. Maar zo makkelijk zou Thea haar niet met de wereldliteratuur weg laten komen. Anne Frank en Fransje waren niet onlosmakelijk met elkaar verbonden. Stel je voor!? Sabine moest de geduchte leerstof onderhand maar eens zelfstandig proefondervindelijk ondergaan. 

‘Weet je wat Sabine; dan lees je ‘Het Achterhuis’ van Anne Frank toch? We gaan morgen meteen naar de openbare bibliotheek.’

‘Dat kan niet.’

‘Waarom nou weer niet?’

‘Ik heb een kinderpas. Ik mag geen boeken voor volwassenen lenen.’

‘Dan leen ik ‘Het Achterhuis’ van Anne Frank wel op mijn volwassen bibliotheekpas.

‘Maar is ‘Het Achterhuis’ dan niet nog te moeilijk voor mij?’

‘Hoe kom je daar nou weer bij?’, vroeg Thea rusteloos.

‘Ik heb een vmbobasis- advies en geen vwo-advies.’

‘Je hebt geen advies, maar een pré-advies en dat klopt niet. Verder hoeven we alleen maar te weten of je Het Achterhuis van Anne Frank ook echt wil lezen uit nieuwsgierigheid of alleen maar omdat het volgens jou een vereiste is om alsnog een vwo-advies te krijgen.

‘Hoewel…Zarah heeft het Achterhuis ook gelezen.’

‘Luister je überhaupt wel naar mij Sabine en wat doet het er nou toe of Zarah Het Achterhuis wel of niet gelezen heeft? Niet…lijkt me trouwens aannemelijker.’

‘Hoezo niet? Zarah heeft ook een vmbobasis advies.’

‘Zie je nou wel dat Het Dagboek van Anne Frank niets met het gymnasium te maken heeft, maar dat bedoel ik niet. Zarah is een moslima en Het Dagboek van Anne Frank gaat over een joods meisje dat samen met haar vader, moeder, zusje en nog wat andere mensen jarenlang ondergedoken heeft gezeten in een geheime ruimte – Het Achterhuis – in Amsterdam gedurende de tweede wereldoorlog. De complete joodse bevolking moest zich verstoppen voor de Duitse bezetters, omdat zij anders in een concentratiekamp vermoord dreigden te worden.’

Sabine viel haar moeder in de rede: 

‘Dat weet ik mam, Zarah heeft haar spreekbeurt over Het Achterhuis gehouden en ik heb goed geluisterd! Ze heeft Het Dagboek van Anne Frank dus wel gelezen.’

‘Dat hoeft helemaal niet. Op het internet krioelt het van de boekverslagen. Korte samenvattingen. De oudere zussen van Zarah – Adiva en Erum – zullen haar daar wel op gewezen hebben.’

‘Waarom? Omdat ze moslima is?’

De vraag was een aanklacht. Sabine leek wel 16 ineens en Thea voelde zich stokoud worden.

‘Het jodendom en de islam liggen mijlenver uit elkaar. En een verhaal uit de tweede wereldoorlog is voor Zarah vast zoiets als voor ons een sprookje uit duizend en één nacht. Vooral omdat er in de oorlogsjaren van 1940 tot 1945 nog nauwelijks moslims in West-Europa voorkwamen, maar wel miljoenen joden.’  

‘Je discrimineert mama! Ik ben toch ook niet joods? Fransje ook niet. Fransje is niks. En ik ben katholiek. Ik heb zelfs mijn communie gedaan. Nou en?’

Sabine had gelijk. Althans vanuit haar perspectief en beperkte levenservaring gezien. Tevens leverde ze een stevige aftrap. Een solide bewijs voor de aanwezigheid van een analytisch denkvermogen. 

‘Je hebt gelijk Sabine. Ik ben bevooroordeeld. Ik heb moeite om te geloven dat Zarah Het Dagboek van Anne Frank echt gelezen heeft, maar ik kan me vergissen en dan is haar prestatie alleen maar heel lovenswaardig. Zeker omdat ze ook nog eens een spreekbeurt over Het Achterhuis gegeven heeft! Waar heeft Fransje haar spreekbeurt eigenlijk over gehouden?’

‘Over het Dagboek van Anne Frank.’

‘Origineel. En jij Sabine?’

‘Dat weet je toch? Ik hield mijn spreekbeurt over West Side Story, omdat ik dat zo’n super mooie musical vind.’

‘Nee, ik bedoelde eigenlijk wil je Het Dagboek van Anne Frank nou lezen of niet?’

‘Ikke wel’, antwoordde Sabine overmoedig.

‘Dan zul je zien dat je Het Achterhuis gewoon kunt lezen. Zelfs met een verkeerd vmbobasis pré-advies.’

Sabine twijfelde alweer. Ze stond te talmen met die half gepelde sinaasappel in haar handen en herhaalde huilerig:

‘Hoe weet jij dat nou?’

‘Hoe ik dat weet? Ik hoef jou maar met Melvin en Jasmijn te vergelijken. Jasmijn studeert nou voor arts. Melvin heeft drie jaar op het stedelijk gymnasium gezeten. Bovendien werk ik al jaren bijna elke dag met studenten van Huiswerkstek. Ik weet waar ik over praat Sabine en ik kan best  inschatten wat jij aankunt.’

‘Dus nou moet ik ineens weer wel naar het gymnasium?’

Geërgerd en verward rukte Sabine zich eindelijk los uit de greep van haar moeder. Een reactie van Sabine waar Thea niet echt rouwig om kon zijn, want alle botten in haar lichaam protesteerden zo langzamerhand tegen de onnatuurlijke, licht gebogen houding die nodig was geweest om al die tijd op ooghoogte met het 10jarige meisje te kunnen blijven communiceren. De half ontblote sinaasappel rolde op de grond tot aan de drinkbak van Yolo. Nurks plofte Sabine achter de eettafel op een keukenstoel neer en bleef boos voor zich uit zitten mokken. 

‘Papa heeft gelijk. Jij gaat naar een scholengemeenschap. Hoe dan ook.’

‘En als ik het nou toch niet kan?’

Met een wanhoopsgebaar schoof ook Thea aan de keukentafel aan. Hoe weinig een pré-advies in werkelijkheid ook inhield, het oordeel van een leerkracht liet tieners in hun gevoelige leeftijd duidelijk niet koud. Thea probeerde de schade van het pré-advies aan het zelfvertrouwen van Sabine te beperken:

‘Je merkt toch zelf dat je vaker dingen weet dan Zarah, Nia of Imke?’

‘Kunst’, verwierp Sabine terecht.

‘Nou, weet Fransje dan zoveel meer dan jij!?’, riep Thea ten einde raad.

‘Echt niet!’, stootte Sabine met kracht uit.

‘Nou dan. Je moet juffrouw Siepie niet geloven. Ze is geen goede onderwijzeres, maar op dit moment hebben we even niemand anders voorhanden.’

Bart kwam de keuken binnen om zich van het koffiebonenapparaat te bedienen en zich met het gesprek te bemoeien.  

‘Ja, maar volgend jaar, in groep 8, krijgt Sabine die Siepie tuttebel opnieuw, samen met druiloor meester Jan Willem. Dan kunnen we helemaal het hele schooljaar onze lol op.’’

‘Wat wil je daarmee zeggen?!’

Radeloos greep Thea met de handen in haar haar. Desondanks wierp Bart de hamvraag maar weer eens op:

‘Wat dacht je van een andere basisschool?’

Alsof Thea die mogelijkheid na het pré-advies niet allang, in een sneltreinvaart, opnieuw had gewikt en gewogen. Ze verzuchtte:

‘Nou nog? Sabine hoeft nog maar 1 basisschooljaar. En dan met een verkeerd pré-advies op haar naam! Op een nieuwe school moeten ze haar eerst leren kennen en andersom kan Sabine pas zichzelf zijn in een vertrouwde omgeving. Ze zou ruimte moeten hebben om te wennen om naar behoren te kunnen presteren en die tijd heeft ze niet meer in groep 8. Op De Wielewaal kunnen een juffrouw Dorien en misschien een Jeewee nog bereid gevonden worden om Sabine eerlijk te boordelen. Ze heeft tenslotte ook bij deze leerkrachten in de klas gezeten en niet alleen bij juffrouw Siepie en die Loladinges. Zo niet dan is er nog altijd een leerlingenvolgsysteem waarop we ons kunnen beroepen op De Wielewaal.’

Ik wil niet ook nog naar een andere school’, mengde Sabine zich in de discussie op een toon alsof haar lot toch al beschoren was.

Ze bracht haar vader aan het twijfelen.

‘Sabine heeft toch 2 jaar in groep 3 en 4 van juffrouw Dorien gezeten? Misschien kun je haar een mailtje schrijven met de vraag wat we met dit pré-advies aan moeten?’, stelde Bart aan Thea voor.

‘Dorien is met zwangerschapsverlof’.

‘Ow, en dan kan ze niet meer op mailtjes reageren’?’, smaalde Bart.

‘Moet je dat nou nog vragen? Mag ik je trouwens herinneren aan mijn mailverbod?’

‘Dat mailverbod komt van Willy Bakbruin en Willy Bakbruin heeft afgedaan. Ze is directrice af en bovendien zijn jullie sinds kort niet meer gebrouilleerd, vanwege dat opkikkertje van jou’.

‘Toch vindt mijn nieuwe beste vriendin Willy Bakbruin het vast niet goed als ik opnieuw allemaal negatieve berichtjes over het belachelijke pré-advies, dat uit het brein van haar favoriete onderwijzeres juffrouw Siepie ontsproten is, in de werkomgeving van De Wielewaal zou rondstrooien.’

‘Een reden temeer om het zeker niet na te laten lijkt mij’, gnuifde Bart met veel acteertalent.

‘Zal ik dan maar meteen de daad bij het woord voegen met een mailtje aan Jeewee?’, stelde Thea voor.

‘Goed plan en dan zou ik mejuffrouw Siepie ook even laten weten dat je aldoor aan haar denkt.’

‘Komt voor elkaar!’, lachte Thea, ondanks haar chagrijn, in de hoop dat humor in facto heilzaam is.

Het online bericht aan Jeewee was makkelijker gezegd dan gedaan. De walging voor juffrouw Siepie hield Thea in de wurggreep. Maar dat niet alleen. Ook haar latent aanwezige aversie tegen het seksuele wezen achter de onderwijzer Jan-Willem stond een neutrale toonzetting in een illegaal mailtje in de weg. In de wandelgangen van De Wielewaal liet Jeewee nog steeds geen gelegenheid onbenut om Thea, terloops, maar voortdurend, haast telepathisch te dwingen om te voldoen aan zijn beeld van de ideale partner bij zijn denkbeeldige, repetitieve geslachtsdaad. Thea gruwelde bij de gedachte aan de zuigende kracht van zijn ogen in haar rug en zijn smachtende wegkijken op de momenten waarop ze zijn blik zocht in een vertwijfelde poging om hem normaal te groeten. Zo graag zou Thea de oude schoolmeester van Sabine uit de voormalige combigroep 5/6 en de toekomstige onderwijzer van groep 8, - in een collegiaal partnerschap met de schooltrol - in het voorbijgaan gewoon gedag zeggen. Alleen maar hallo zoals dat gaat en passant tussen normale mensen. Zonder de onbevredigende nasleep die Jeewee continu bij Thea, en volgens haar ook bij andere moeders, wist op te roepen.

‘Hij is een stalker op jacht’, legde Thea aan Bart uit.

Geërgerd schudde Bart een paar keer van nee.

‘Nee, hij is onder de indruk van jou. Andere moeders zien dat en kunnen zijn affectie voor jou niet uitstaan.’

‘Tuurlijk Bart, dat kun jij ook weten. Jij kunt op een afstand precies voelen wat Jeewee met zijn weke gelonk teweeg brengt.’

‘Nee, maar ik ken dat type mannetje. Jeewee is een origineel egotrippertje. Hij vindt jou leuk en dat draait hij om. Dus jij moet op hem vallen. Pas dan heeft hij zijn zin. Daar komt helemaal geen andere vrouw bij kijken. Hij heeft jou uitverkoren tot zijn droomvrouw, maar dat heb ik je geloof ik al eens een keer of 10 eerder uitgelegd.’

Thea werd er iebel van.

‘Ja, want ik verdring telkens de waarheid, omdat het minder persoonsgerichte idee van de seriestalker mij nou eenmaal meer aanspreekt, denk ik’.

Toch speelde ze het met de nodige eufemismen en de verdoving van een halve liter rode wijn klaar om een mailtje naar Jeewee in elkaar te flansen. Het slotakkoord volgde precies 5 minuten nadat Bart naar bed was getogen, omdat zijn geduld echt op was.  Luidruchtig installeerde Thea zich op haar kant van het tweepersoons bed. Zo snel kon Bart onmogelijk al in slaap gevallen zijn. Haar opengeklapte laptop plaatste ze in de schoot van haar kleermakerszit. Bart lag op zijn zij naar haar toegedraaid en kneep zijn ogen stijf dicht. Voor de duidelijkheid kondigde Thea haar aanwezigheid nog eens extra aan met een vraag naar de bekende weg:

‘Slaap je al?’

‘Ja’.

‘Ik lees je mijn mail aan Jeewee even voor.’

‘Nou even dan.’

‘Beste Jan-Willem,

Wij kennen elkaar dankzij Sabine die 2 jaar geleden in jouw combinatieklas 5 en 6 heeft gezeten. Vandaag heeft Sabine van juffrouw Siepie en invaljuffrouw Lola (groep 7) een pré-advies vmbobasis gekregen. Mijn man (Bart) en ik hebben niets tegen het vmbo zolang de middelbare school maar overeenkomt met het leerniveau van onze dochter. Wij (de ouders van Sabine) zijn er echter van overtuigd dat Sabine meer waard is dan het pré-advies voor een basis vmbo dat haar vandaag door de juffen Siepie en Lola is toegekend. Dit verkeerde advies zou in het geval van Sabine bij opvolging in de toekomst weleens tot schooluitval kunnen leiden. Omdat Sabine het volgende schooljaar opnieuw in jouw klas terecht komt – een weerzien in groep 8 – hoop ik dat je bereid bent om samen met Sabine en mij naar een advies toe te werken dat onze dochter in ieder geval makkelijk toegang tot de brugklassen van een scholengemeenschap vmbo, havo, vwo zal verlenen. Met haar huidige basis vmbo-advies kan Sabine een opleiding op haar niveau echter vergeten. Zelfs een traptrede hoger (kader vmbo) helpt haar nog niet zonder obstakels naar de brugklas van een scholengemeenschap. Ze zou minstens vmbo theorie moeten halen. Dit zou gezien haar eerdere leerprestaties, die – als het goed is - ook zijn vastgelegd in het leerlingenvolgsysteem, voor Sabine geen enkel probleem hoeven te zijn. Hopelijk begrijp je dat mijn man en ik het absurde pré-advies aan onze dochter dan ook niet accepteren. Alvast bij voorbaat dank voor het meedenken en in afwachting van jouw reactie, teken ik, met vriendelijke groeten; Thea. De moeder van Sabine.’

‘Nomdedieu, daar word ik bang van’, spotte Bart nog altijd met gesloten ogen.

‘Ja, moet ik hem dan de huid vol schelden?’

‘Dat issie wel gewend, maar goed; jij bent de opperouders niet.’

‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt doet dat ook een ander niet!’

‘Dan kun je nou met een gerust hart nog een dreigmail naar die Siepiedinges sturen, want dreigementen zijn jou ook al vaak genoeg geschied; of je wílde of niet!’

‘Geen dreigmail, maar ik zal Siepiedinges wel degelijk duidelijk te kennen geven dat ik haar pré-advies aan Sabine natuurlijk niet zomaar voor lief neem.’

‘Met jou is het kwaad kersen eten, dat hoor ik wel’, stokte Bart slaapdronken.

Tamme wraaklust werkte op Bart als een slaapmiddel, maar Thea lukte het de hele nacht niet om een comfortabele rusthouding te vinden. Af en toe moest ze weggedoezeld zijn, omdat de digitale, felrode tijdsaanduiding op de wekkerradio her en der leemtes achterliet. Black-outs die geen soelaas boden, maar het onvermijdelijke hoogtepunt vormden van de vele woedeaanvallen die Thea tijdens de bewuste nacht te verwerken kreeg. Deze gezindheid had met boosheid niets meer te maken. Hier daverde een ongekende razernij door haar constitutie met misselijkmakende effecten. Thea vond zich in de betreffende nachtelijke uren herhaaldelijk kokhalzend boven de toiletpot in de badkamer terug, waar ze gal spuwde over de aanhoudende, penetrante heugenis aan Siepie de saimiri. Hoogblonde schooltrol. Als Thea haar op dat moment tegen het afstotelijke lijf gelopen was, dan had ze niet voor haar zelfbeheersing ingestaan. Ze kon ook geen kant op, want de standaardreacties uit het didactische veld op haar bezwaren lieten zich voorspellen. Het bewijs voor de hypocrisie van Thea was maar weer eens geleverd. Nu de middelbare schooltijd van haar bloedeigen dochter Sabine in zicht kwam en het préadvies tegen viel, voldeed het vmbo ineens niet meer. Terwijl Thea toch dagelijks ook met kinderen van het vmbo werkte bij Huiswerksterk. Je zou dan toch op zijn minst van zo’n huiswerkbegeleidster als Thea mogen verwachten dat ze niet op studenten van het vmbo neerkeek. Geen mens kan namelijk om de lager opgeleiden heen. Ze zijn van alle tijden. Praktijkgerichte mensen; geen grote denkers. Het plebs van eeuw in eeuw uit. Jaar in jaar uit. Dag in dag uit. Spiegel de wetenschap maar eens met de intuïtie van bijvoorbeeld laag geschoolde volksvrouwen. Aan hun kennis over zorgen, baren en zogen komt geen ratio te pas. Alles is instinct. Het gedragspatroon is genetisch bepaald en daarom is juist de zogenaamde praktische meute onontbeerlijk voor de samenleving. Sterker nog; voor het voortbestaan van het menselijk ras. Waar zouden wij vandaag de dag zijn in een wereld zonder putjesscheppers en dakbedekkers? Verdwaald in een intellectuele ratjetoe van hoogbegaafde autisten zonder van die handige dingsigheidjes die alleen maar gefikst kunnen worden door echte macho’s. Gecultiveerde neanderthalers die nog met hun handen kunnen werken zoals onze voorvaderen. Uit de klei getrokken en recht door zee. Goed geconserveerd door moeder de vrouw met tegenwoordig ook een diploma van het basisvmbo.

Thea heeft nooit mee staan blaten met die zeiksmoesjes. Lullificaties om ouders van aanstaande vmbo kinderen te pamperen. Zij vond het niet nodig om de sociale omgeving van vmboscholieren te betuttelen. Alsof het vmbobestaansrecht iedere leergang opnieuw bevochten moest worden en de existentie van havo en vwo leerlingen niet! Wie benodigt überhaupt een middelbare schooldiploma om een kind te baren of om met de handen te kunnen werken? Bij de keuze tussen verschillende middelbare schoolniveaus zijn toch veeleer de uiteenlopende; leertrappen; studieritmes; en interessegebieden aan de orde? Vereenzelviging is daarbij het toverwoord en Thea had genoeg kinderen van de diverse middelbare schooltypes voorbij zien komen gedurende haar jaren bij Huiswerksterk om te weten dat Sabine nooit een vmboleerlinge zou worden. Thea durfde naar eer en geweten, met haar hand op de bijbel, te zweren dat ze niet voor een basisvmbo zou zijn teruggedeinsd als in het geval van Sabine een keuze voor de allerlaagste der lagen niet gelijk zou hebben gestaan aan onherroepelijke schooluitval. Hetgeen zou betekenen dat een onschuldig meisje met een goed leervermogen in een welvarend land dus onterecht niet in staat werd gesteld – ja, zelfs werd tegen gewerkt – om een middelbare schooldiploma op haar niveau te behalen. Niet omdat dit kind dom, arm of anderszins beperkt was op het moment van de uitspraak van het pré-advies, maar alleen maar omdat ze op 10 jarige leeftijd het gore lef had gehad om voor het eerst ongesteld te worden tijdens het maken van de entreetoets aan het einde van de plofgroep 7. Haar botte pech werd nog erger gemaakt door schooltrol Siepie de saimiri die vond dat alle kindjes uit haar plofklas te allen tijde op volle kracht moesten presteren. Ook als ze in de klas, tijdens een essentiële toets, spontaan begonnen te bloeden in een roze onderbroek bedrukt met een kolonie rode lieveheersbeestjes. Bij zo’n speling van de natuur deed zelfs het leerlingenvolgsysteem niet meer ter zake. Sabine moest zich niet zo aanstellen. Vroeger of later werden alle vrouwen ongesteld. Dat betekende nog niet dat de allerbesten zo maar stopten met hun hersens te gebruiken! Gelukkig zou het ezelachtige oordeel van de schooltrol Siepie de saimiri pas kunnen regeren over het lijk van de moeder van Sabine. Gezien het beeld van het onuitgeruste zombiehoofd in de badkamerspiegel boven de wastafel, was die kans nog reel aanwezig ook. Als Thea tenminste geen tegenactie zou ondernemen.

‘We gaan naar de onderwijsstichting!’

Dat was het eerste wat Bart zei toen hij 6 uur later zijn ogen open deed. Hij lag op zijn rug. Gedurende haar slapeloze nacht had Thea zich herhaaldelijk afgevraagd hoe die man zo makkelijk kon slapen. Inmiddels lag ze al een kwartier op haar buik te staren naar zijn vertrouwde, anders zo expressieve tronie in ruststand.  Door de wekker sperde hij schielijk zijn ogen alsof hij ijlings de geest kreeg. Hij zag haar niet, maar fixeerde zijn zicht op het plafond, terwijl hij blindelings naar zijn mobiel op het nachtkastje greep om een alarm, dat klonk als een zacht, maar  dwingend klokkenspel op een xylofoon, het zwijgen op te leggen.

‘We gaan naar de onderwijsstichting’ herhaalde hij nadat hij de kunstmatige tingeltangel had uitgeschakeld.

‘Alweer’, mompelde Thea in haar kussen.

Puffend en steunend kwam Bart overeind en ging zijwaarts op de rand van het bed zitten. Hij boog zich over het scherm van zijn mobiel.

‘Je moet geen mailtje sturen deze keer, maar bellen en dan eisen dat je Rinus Hardleers van de onderwijsstichting te spreken krijgt.’

‘Ik!’

De oogleden van Thea begonnen ineens loodzwaar te protesteren tegen het zonlicht dat door een kier naast het rolgordijn de slaapkamer penetreerde. De hele nacht had ze geen oog dichtgedaan en nu, bij de dageraad, zou ze een gat in de ochtend kunnen slapen. 

‘Ja, jij. Ik heb vandaag een conference call dus ik zit al de hele dag op mijn werk aan de telefoon. En jij bent degene die zich druk maakt, niet ik’, verklaarde Bart over zijn schouder.

‘Dus jij vindt dat pré-advies voor Sabine normaal?’, gaapte Thea.

‘Nee, maar ik hecht niet zoveel waarde aan de uitspraken van zo’n horrorheks als jij.’

Door de spleetjes van haar ogen zag Thea dat Bart nog steeds gebiologeerd op zijn mobiel zat te turen. Af en toe bewoog zijn rechterduim wat heen en weer en op en neer over het scherm.

‘Ja en als ik nou de enige was, maar vergeet de kopzorgen van jouw bloedeigen Sabine niet’, zuchtte ze.

‘Daarom zeg ik, bel even naar Rinus Hardleers.’

Thea wreef haar ogen.

‘Doe niet net of de directeur van de onderwijsstichting en ik besties zijn, Bart.’

‘Ik doe niet net of de directeur van de onderwijsstichting en jij besties zijn, maar die Rinus Hardleers weet heus wel wie je bent door; ‘De Dictatuur van de Bekrompen Ouders’. Ik bedoel dat luizenverhaal, die aanklacht.’

‘Ik weet wat je bedoelt Bart. Zoveel mailtjes heb ik nou ook weer niet geschreven dat ik me het schrijven van ‘De Dictatuur van de Bekrompen Ouders’ niet meer zou herinneren’, schamperde Thea.

‘Nou en die Rinus Hardleers krijgt ook heus niet elke dag een stroom klachtenbrieven binnen in de trant van ‘De Dictatuur van de Bekrompen Ouders. Dus reken maar dat hij heel goed weet wie de moeder van Sabine en Walter van De Wielewaal is. Indertijd wilde hij je al onder 4 ogen spreken naar aanleiding van jouw aanklacht, maar jij koos ervoor om hem niet te woord te staan. Vandaag ben je wel bereid om een babbeltje met hem te maken. Dringend!‘

‘Dus ik heb geen keus?’

‘Is dat een vraag of een voldongen feit?’

‘Wat ben jij vroeg wakker’, bitste Thea vermoeid.

Het warme zonlicht op haar gesloten oogleden werd overschaduwd door het postuur van Bart dat zich abrupt haar kant op richtte.

‘We hebben een mailtje van Willy Bakbruin!’, riep hij verbluft.

Met een schok zat Thea rechtop in bed.

‘Hoe laat is het’, wilde ze gedesorienteerd en volkomen onlogisch weten.

‘7 uur in de ochtend op de seconde af’, antwoordde Bart, terwijl hij het mailtje op zijn mobiel opende.

‘Dus we krijgen tegenwoordig om klokslag 7 uur in de ochtend een online berichtje van de directrice van De Wielewaal?!’, recapituleerde Thea confuus en klaar wakker ineens.

‘Zo ziet het er wel uit, luister maar!’

Bart las voor:

‘Beste Thea en Bart,

Ik heb begrepen dat het pré-advies van juffrouw Siepie en juffrouw Lola bij jullie niet in goede aarde is gevallen. Ik wil graag met jullie over deze kwestie in gesprek gaan. Vandaag zal ik bij aanvang van de school bij de ingang staan tussen 8.30 en 8.45. Van deze gelegenheid kunnen jullie gebruik maken om een datum voor een gesprek op korte termijn met mij af te spreken.

Met vriendelijke groet,

Willy Bakbruin

Directrice van De Wielewaal.’

‘Directrice van De Wielewaal, directrice van De Wielewaal!? Voormalig directrice van De Wielewaal zal ze bedoelen. Ik snap het niet? Ze gaat toch weg?! Waarom reageert zij plotseling op mailtjes die ik aan Jeewee en de schooltrol gestuurd heb en niet eens aan haar? Wat gaan we nou krijgen? Eerst reageert ze jarenlang bijna nergens op. Niet eens op mailtjes die direct aan haar gericht zijn. En zo ja met reserve. En nu wil ze opeens gesprekken gaan lopen voeren naar aanleiding van berichten waar ze helemaal niets meer mee te maken heeft?!’’

‘Ze zal wel in de ontkenningsfase zitten’, meesmuilde Bart.

‘Maar hoe komt zij ’s morgens in alle vroegte aan twee verschillende mailtjes die ik vannacht om  1 uur exclusief aan Jeewee en om 2 uur enkel en alleen aan Siepie de saimiri verzonden heb?’

‘Misschien dat 1 mailtje van de 2 al genoeg was!? Wie weet heeft juffrouw Siepie jouw boze kennisgeving van het grote ongenoegen wel doorgestuurd in blinde paniek? Alhoewel ik eerder vermoed dat de hele mailwisseling van en naar De Wielewaal sowieso open ligt. Ik veronderstel dat er een megacrisis aan de gang is op de basisschool van onze kinderen en dat een paar troubleshooters de boel momenteel onder controle proberen te krijgen. Openheid van zaken, vooral intern, is dan heel belangrijk. Met name zodat onverbeterlijke probleemgevallen zoals Willy Bakbruin op deze manier minder in de verleiding worden gebracht om het zaakje stiekem via een achterdeurtje nog verder in het honderd te laten lopen.’

 

HOOFDSTUK 40

Directrice Willy Bakbruin had nog nooit eerder zo gezaghebbend geleken als op die ochtend na het ongelofelijke pré-advies voor Sabine. Terwijl haar 4jarige carrière als directrice van De Wielewaal toch op het einde liep. Wat Thea betreft mocht ze de teugels juist nu wel wat laten vieren. Willy Bakbruin veinsde dat ze Thea niet aan zag komen en dat ze niet op wacht stond voor de ingang van een openbaar gebouw dat binnenkort haar basisschool niet meer zou zijn. De kinderen, die haar passeerden als jonge honden op weg naar puppycursus, keek ze vertederd na. Ze hadden de zomer in de kop en waren niet meer in staat om in het gareel te lopen. Dat restje verplichte schooldagen voor de grote zomervakantie was eigenlijk geen doen. Toch zou Willy Bakbruin ze uitbuiten; die finale 2 weken tot de uiterste vervaldatum; het ultieme uur; het bittere einde, de laatste seconde; de hekkensluiter.

‘Je had mij een mailtje gestuurd, dus ik ben hier om een afspraak te maken.’

Thea vond van zichzelf dat ze eindelijk de juiste toon had weten te zetten ten opzichte van de leiding van De Wielewaal. Afstandelijk en uit de hoogte. Wie probeerde Willy Bakbruin eigenlijk wat wijs te maken?

‘Ik kan na het weekend. Dinsdag om kwart over 3; meteen na de lessen’.

Willy Bakbruin hield haar handen op haar rug en praatte voor zich uit, met haar kaken opeen geklemd alsof ze buiksprak.

‘Best’, zei Thea kortaf, terwijl ze Willy Bakbruin kordaat de rug toekeerde.

‘Het pré-advies blijft overigens onveranderd’, snerpte Willy Bakbruin in de gauwigheid nog tussen haar tanden tegen het achterhoofd van Thea.

Getroffen keerde Thea op haar schreden terug en verkondigde langzaam maar trefzeker:

‘Ik wist niet dat een pré-advies überhaupt onderhandelbaar was.’

‘Nee, dat zeg ik; we veranderen niks’, zei Willy nogmaals.

Zojuist, bij de eerste keer, had Willy Bakbruin zekerder van haar zaak geklonken. Maar bij nader inzien was het misschien wel verstandig om voor de dochter van Thea het pré-advies toch naar boven bij te stellen. Het zou tenslotte niet de eerste keer zijn dat Willy Bakbruin een uitzondering op de schoolregeltjes maakte. Ze vroeg zich echter ernstig af of Thea het risico om in eigen doel te schieten wel waard was. De toezichthouders waren overal en nergens tegenwoordig. Lang hoefde Willy Bakbruin niet op uitsluitsel over het lot van Thea en haar dochter te wachten. Het antwoord diende zich aan in de eerst volgende ontboezeming van de moeder van Sabine. Hiermee tekende tirannieke Thea meteen haar eigen vonnis en daarmee dat van haar dochter. 

‘Luister eens Willy, mijn dochter heeft een belachelijk laag pré-advies. Niet belachelijk laag in de zin van een beschaming voor mijn familie, vrienden en kennissen, want die lui zijn nog minder met mijn kind begaan dan het docententeam hier op De Wielewaal, maar belachelijk laag in relatie tot het leervermogen van Sabine. In dat licht vind ik het eerlijk gezegd nogal confronterend dat de gewezen directrice van de basisschool van mijn onder gewaardeerde dochter namens haar incapabele onderwijzeressen niets beters te doen weet dan vooral voet bij stuk te houden. En waarom stoor ik mij aan jouw starheid Willy Bakbruin? Omdat je met zo’n stugge houding de stupide pré-adviezen van een hersenloos gedrocht als mejuffrouw Siepie automatisch mede in stand houdt! Maar wat jij wilt Willy Bakbruin! Door deze stompzinnige kortzichtigheid worden de opperhoofden van de onderwijsstichting tenminste extra bevestigd in de juistheid van hun rigoureuze beslissing om ene Willy Bakbruin voorgoed de laan uit te sturen.’

‘Ik vind het niet netjes om juffrouw Siepie te omschrijven als een hersenloos gedrocht.’

Onvast probeerde Willy Bakbruin om de persoonlijke aanval van Thea te pareren. Haar onderlip trilde. Ze deed haar best om Thea onverschrokken recht in de ogen te kijken. Dat lukte slechts met tussenpozen. Thea voerde duidelijk de boventoon tijdens deze pijnlijke ontmoeting, waarin Willy Bakbruin uitvluchten zocht. Het hersenloze gedrocht met de naam Siepie was in dit geval het perfecte voorwendsel. Thea had er ook voor kunnen kiezen om de verstandigste te zijn; om Willy Bakbruin geen aanleiding te geven door Siepie te beschimpen. Alweer. Maar dan zou juffrouw Siepie de saimiri opnieuw gespaard zijn gebleven en Thea kon geen gegronde reden verzinnen om deze blamage voor het basisonderwijs de hand boven het lege hoofd te houden.

‘Al het begin is moeilijk Thea. Niemand is perfect en ik weet zeker dat juffrouw Siepie jouw Sabine naar eer en geweten geadviseerd heeft.’

‘Juffrouw Siepie is uiteraard onderwijzeres en dus niet niemand. Zij is allerminst perfect. Al het begin is evenwel ook moeilijk voor een meisje van 10 jaar dat Sabine heet en dat toevallig voor het eerst ongesteld werd tijdens het maken van de entreetoets.’

‘Nou da’s wel heel toevallig!!!’, exalteerde Willy Bakbruin overrompeld.

‘Het leven hangt van toevalligheden aan elkaar en van cycli. Menstruatiecycli bijvoorbeeld’, legde  Thea indringend aan Willy Bakbruin uit. 

De ontheven directrice kwam zowaar enigszins tot inzicht.

‘Menstruatie is inderdaad overmacht.’ 

Nee hoor, niet als het aan Siepie ligt. Sabine had zich maar moeten vermannen. Ze is heus niet het enige meisje van 10 dat voor het eerst in de klas ongesteld wordt.’

De plaatsvervangende schaamte voor het gebrek aan inlevingsvermogen van de juffen Siepie en Lola bezorgde Willy Bakbruin rode koontjes. Maar voor de goede orde rechtte ze tegelijkertijd haar rug en streek vruchteloos haar plooirok glad alsof ze zich ineens weer realiseerde dat ze in functie was. Ze moest haar onderwijzend team onvoorwaardelijk blijven steunen. Al was het maar om tijdens de dag des oordeels niet alleen te staan. Door haar plotselinge vertrek lag een stortvloed aan vragen en kritiek in het verschiet. Willy Bakbruin had zelfkennis. Ze wist van zichzelf dat ze niet sterk genoeg was om alleen tegen de stroom op te zwemmen.

‘Ik weet bijna zeker dat Siepie niet tijdig op de hoogte was van de menstruatie van Sabine en achteraf oordelen is makkelijk!’

‘Bijna is niet helemaal. Maar stel dat je gelijk hebt Willy, dan had mejuffrouw Siepie zich weleens  mogen informeren alvorens te adviseren. Ze had zich af kunnen vragen waarom de score van Sabine bij de entreetoets ver beneden het gemiddelde van de optelsom van haar prestaties door de jaren heen uitviel, in plaats van haar botweg op basis van een lage score bij een enkel testje naar het basisvmbo te verwijzen. Trouwens Siepie wist dan misschien niet tijdig van het vrouwenprobleempje van Sabine af, maar Lola wel. Ze wist ook bijna direct dat het om de allereerste menstruatie van een 10jarig meisje ging. Je weet wel die primaire kennismaking met het vrouwendom. De ultieme geslachtsbeleving die zich bij Sabientje openbaarde tijdens het maken van de entreetoets in de klas.’

‘Als het waar is wat je zegt en als Sabine inderdaad afgerekend wordt op basis van alleen maar de uitslag van de entreetoets, dan is dat volledig onterecht. Maar ik geloof jou niet Thea. Ik denk dat je teleurgesteld bent en overdrijft. Ik denk dat je even tot 10 moet tellen. Ga lekker naar huis en kom tot rust. We spreken elkaar aanstaande dinsdag. Fijn weekend!’

De negatie van de domper voor Sabine was al schandalig, maar het feit dat Willy Bakbruin stug als vanouds doorging met kritische ouders afwimpelen alsof haar ivoren toren niet allang op het hoogste niveau ter discussie stond, maakte het humeur van Thea er niet bepaald vrolijker op. Gevolglijk zat niets of niemand een spoedcontact met directeur Rinus Hardleers van de onderwijsstichting meer in de weg. Thuisgekomen in de privacy van haar bijkeuken annex studeerkamer, bedacht Thea zich dan ook geen seconde en toetste het nummer van de onderwijsstichting in op haar mobiele telefoon. Ene Erika nam het gesprek aan. Haar stemgeluid kwam Thea bekend voor. Niet op een vervelende manier; eerder vertrouwd. Zoals een plotseling optredende geur een prettige herinnering kan oproepen. Een Pavlovreactie op etensluchtjes bijvoorbeeld die ineens een verlangen naar snert, bereid volgens oud Hollands recept, kan prikkelen. Of een zweem van 4711 uit de nasleep van grootmoeders linnenkast; met op de bovenste plank een literfles Kölnisch Wasser; die opa belastingvrij voor oma kocht bij de grensovergang van de familie in Duitsland terug naar huis. De ijle lucht kon Thea achterwaarts in een tijdreis naar haar bed in grootmoeders logeerkamer transporteren. Een verhaaltje van opa voor het slapen gaan en van oma een zakdoekbolletje doordrenkt met eau de cologne. Het paste precies in de mouw van haar pyjamajasje. Tegen de muggen, misselijkheid en heimwee. Aroma van oma in een troostrijke literfles van opa. Het timbre van Erika klonk naar een combinatie van snert, 4711 en een koffer vol verhaaltjes. Zonder reserves trok Thea dan ook direct van leer over haar ongenoegens. Ze hoefde veel minder uit te leggen dan ze gewend was met betrekking tot De Wielewaal. Misschien had Bart alweer gelijk met zijn vermoedens over de helderheid van zaken die troubleshooters zich op De Wielewaal via de opengebroken mailwisseling probeerde te verschaffen. Mogelijk was zelfs Erika van de onderwijsstichting allang op de hoogte van de puinhoop die Willy Bakbruin achter zich liet en waren op de valreep nog veel meer ouders de dupe geworden van de fabuleuze pré-adviezen van Siepie de schooltrol. Hoe het ook zij, Erika was in ieder geval op de hand van Thea. Zonder breedsprakig op het beklag van Thea te reageren overigens. Toen Thea verslag deed van de kille preek van Siepie de saimiri naar aanleiding van de ongewoon lage scores van Sabine – en dan liet ze de oorzaak in de zin van de allereerste menstruatie van haar dochter in de klas nog achterwege – produceerde Erika slechts een kort afkeurend geluidje. Ze zei:

‘Tsss.’

Dat was alles, maar het was genoeg voor Thea om niet opnieuw af te dalen naar die bodemloze put, waarin alles wat zij zei, vond of voelde, kant noch wal leek te raken, terwijl alle andere papa’s en mama’s gezellig, eensgezind echo’s uitwisselden met elkaar en iedereen, behalve met de vader en moeder van Walter en Sabine. 

Erika beloofde dat ze Rinus Hardleers, alias de directeur van de onderwijsstichting, zo snel mogelijk zou laten terugbellen. In de wachttijd wist Thea door de overdosis adrenaline in haar onrustige lichaam niet waar ze het zoeken moest. En dan te bedenken dat ze aan het begin van het schooljaar - na het versturen van ‘De Dictatuur van de Bekrompen Ouders’ - nog zo fel tegen een evaluatie met Rinus Hardleers gekant was geweest. Na 8 maanden beladen stilte kon ze inmiddels niet meer wachten totdat ze de directeur van de onderwijsstichting aan de telefoon zou krijgen. Dit keer om haar beklag niet schriftelijk, maar mondeling te kunnen doen. Het instemmende gehoor van Erika had haar wellicht over de streep getrokken, want zelfs een olifantshuid gaat op den duur vervellen van onwil, stupiditeit en dovemansoren. De onafgebroken  tegenwerking jeukte, irriteerde en hield Thea scherp. Maar wat een zaligheid dat dankzij de kalme, onbevooroordeelde vriendelijke stem van een vreemdelinge met de naam Erika, voor het eerst in bijna 11 jaar moederschap, de boog in de buitenwereld niet gespannen hoefde te zijn.

Rinus Hardleers, de directeur van de onderwijsstichting, moet welhaast aangevoeld hebben dat de nood om te praten van de moeder van Sabine en Walter hoog was.

‘Ik denk eerder dat hij het ijzer wilde smeden zolang het nog heet was’, nuanceerde Bart achteraf.

Zijn intuïtie zei hem dat de chaos op De Wielewaal compleet was en dat de beleidsmakers tot aan de zomerstop eigenlijk niets anders deden dan brandjes blussen totdat de vuurhaard in de hoedanigheid van Willy Bakbruin na de vakantie gedoofd was. De motivatie van Rinus Hardleers kon Thea echter niet zoveel schelen. Op het elan na dat zijn animo om haar te woord te staan bij Thea teweeg bracht en dat haar voor de verandering eens niet het idee gaf dat haar alarm een storm in een glas water was. Nog geen 10 minuten na het telefoongesprek met Erika, belde hij al terug. Ook zijn kalmerende stem geluid overviel haar. De summiere hartelijkheid die haar op die ene dag over de telefoon ten deel viel had al meer positieve emoties bij Thea teweeg gebracht, dan de overmaat aan  onverschilligheid die haar jaar in jaar uit op De Wielewaal regelmatig ten deel was gevallen. Die desinteresse had haar alleen maar gefrustreerd gemaakt en de bijnaam tirannieke Thea bezorgd. Hetzelfde effect eigenlijk als de blinde paniek van haar moeder telkens als Thea in haar kleutertijdtijd werd aangevallen door een kinderziekte. Niet het kind maar de moeder speelde de slachtofferrol als in een bliksemafleider. Kleine Thea kon de controle over haar emoties pas los laten nadat de rustige bezorgdheid van vader haar de eigen verantwoordelijkheid voor de crisis ontnam. Bij haar vader mocht Thea  kwetsbaar zijn. Met zijn woorden bracht Rinus Hardleers hetzelfde mechanisme bij Thea op gang: 

‘Laat ik beginnen met een geruststelling; een pré-advies is nog geen advies en ik begrijp uw verontwaardiging ook heel goed. Ik ben het met u eens dat het advies van een basisschool gebaseerd moet zijn op de resultaten van het leerlingenvolgsysteem en niet alleen op de uitkomst van maar één enkele entreetoets. Zeker niet als er ook nog onvoorziene factoren een rol spelen tijdens het maken van de entreetoets zoals bij uw dochter Sabine het geval was. Daar moet naar gekeken worden! Wel kan ik u verzekeren dat de tientallen basisscholen die bij deze stichting zijn aangesloten zelden tot nooit  middelbare schooladviezen rondstrooien die achteraf te hoog of te laag gegrepen zijn. Als dat wel het geval zou zijn, dan zouden al die foutieve middelbare schooladviezen het huidige onderwijssysteem op zijn grondvesten doen trillen en dat zou dan alleen maar terecht zijn. Verder hebt u natuurlijk altijd de mogelijkheid om voor een scholengemeenschap te gaan. U heeft met uw kind dan nog een kleine 3 brugjaren de tijd om rustig te kiezen voor het juiste leerniveau.’

Hier laste Rinus Hardleers een pauze in om Thea de gelegenheid te bieden om te reageren. Zo kon het dus ook! Dit was een stuk relaxter dan het voormalige kinderachtige gesteggel met de – inmiddels - uitgerangeerde Willy Bakbruin of het oude, moeizame bekvechten met overspannen Jade; de interne coördinatrice van de Wielewaal.

‘Ik ben ook een groot voorstandster van de scholengemeenschap, maar onze dochter Sabine heeft van juffrouw Siepie een pré-advies vmbobasis gekregen met de prognose dat ze met veel oefenen in groep 8 – misschien – een niveau hoger kan halen. Dat zou dan vmbokader zijn. Nog steeds niet voldoende, want nóg een niveau hoger – vmbotheorie – is de minste vereiste om in de eerste brugklas van een scholengemeenschap vmbo/havo/ vwo toegelaten te worden. Als ik juffrouw Siepie moet geloven dan haalt Sabine helemaal nooit vmbotheorie.’

‘En wat denkt u zelf?’

‘Mijn man en ik weten zeker dat Sabine het vwo aankan. Bij dit uitgangspunt wil ik toch wel even benadrukken dat ik uit ervaring als huiswerkbegeleidster spreek. Temeer omdat ik weet dat ik met de inschatting van het leerniveau van mijn eigen dochter de kans loop om over te komen als een irreële ouder. Schooldagelijks werk ik echter met middelbare scholieren van het vmbo, de havo en het vwo. Ik begeleid studenten met cultuur en maatschappij profielen. De zogenaamde pretpakketten uit mijn tijd en dan spreek ik toch al gauw van 30 jaar geleden.’

‘Ik zou niet weten waarom u irreëel zou zijn als u zeker weet dat u de lat voor uw dochter niet te hoog legt?’

De vraag van Rinus Hardleers klonk oprecht, maar ook tamelijk naïef. Logisch dat de opdringerige  opperouders met hun ambities te koop liepen. Als zelfs de directeur van een onderwijsstichting de goede bedoelingen van menig papa en mama al niet in twijfel trok. Nadien zou Bart zeggen dat het krediet dat Thea van Rinus Hardleers kreeg alles te maken had met geloofwaardigheid en niets met de denkbeelden van de opperouders of de uitgangspunten van de plusgroep. Denkbaar was Thea al te ver heen om nog volledig vanuit haar eigen kracht te redeneren. Ze besloot wat minder hoog van de toren te blazen.

‘Nou ja, een mens moet de laat altijd te hoog leggen, zodat iedereen er makkelijk onderdoor kan natuurlijk. Maar in het geval van Sabine is de havo misschien een mooi compromis, omdat onze dochter over het algemeen liever lui dan moe is. Bovendien is Sabine een zomerkind en zou ze als alles naar wens verloopt al met 16 jaar een havodiploma in haar zak kunnen hebben. Ze is dan nog jong genoeg om op haar sloffen een vwo diploma te halen als ze wil.’

‘Ouders weten meestal het beste wat hun kind wel of niet aankan. Onze dochter had ook een vmbo advies toen ze de basisschool verliet. Mijn vrouw was eveneens in alle staten. Tegenwoordig mag onze dochter zich notaris noemen. Of dat eind goed al goed is dat durf ik ook niet met zekerheid te zeggen. Volgens mij heeft mijn vrouw de verkeerde inschatting van de leercapaciteiten van onze dochter door het docententeam van haar voormalige basisschool nog steeds niet helemaal verwerkt. Ik ben wat makkelijker in dat soort zaken, omdat ik weet dat het advies maar een richtlijn is. Een indicatie. Een steuntje in de rug.’

‘In het geval van Sabine zou ik niet van een steuntje in de rug willen praten. Eerder van een barrière of een gigantische beer op de weg. Ook ben ik, integenstelling tot u, de mening toegedaan dat het vaker niet dan wel het geval is dat ouders het beste weten wat hun kind al dan niet aankan. Als ik tenminste kijk naar de kinderen die op De Wielewaal door hun ouders met succes naar voren geschoven worden.’

‘Ow, maar ik suggereer ook niet dat alle ouders handelen naar hun eigen inzicht. Maar ze kennen hun Pappenheimers wel. Diep in hun hart. Ik bedoel als u niet zeker was geweest van uw zaak en van Sabine, dan had u nu niet met mij aan de telefoon gezeten.’

‘Dat is waar’, gaf Thea toe.

‘Wat wilt u dat ik doe? Ik bedoel; ik kan Willy Bakbruin moeilijk 2 keer ontslaan.’

Uit beleefdheid liet Thea een kort hikgeluidje horen vanwege de kernachtige grap die echter tegelijkertijd merkwaardig klonk uit de mond van de directeur van de schoolstichting.

‘Misschien kan het de tweede keer op staande voet’, stelde ze cynisch voor.

Thea nam aan dat ze het knorgeluid dat Rinus Hardleers vervolgens produceerde moest vertalen als een vrolijk geschater. Ze stelde zich dan ook een bourgondische verschijning bij zijn stembuiging voor. Of eigenlijk gewoon een dikke man, vanwege zijn varkenslach. Kaal ook. Voor de gezelligheid. Veel later zag ze een foto van Rinus Hardleers. Hij was slank met een enorme bos grijsbruine  krullen. 

‘Ze heeft me toch nog gesommeerd voor een gesprek over het foutieve pré-advies op aanstaande dinsdag.’

‘Zo, zo.’

Wat kon Rinus Hardleers anders zeggen? Thea verbieden om alsnog een gesprek met Willy Bakbruin aan te gaan zou te veel op een mailverbod lijken.

‘En wat verwacht u nou dan nog van een gesprek met Willy Bakbruin?’, vroeg Rinus Hardleers dus maar.

Een diplomatieke zet, vond Thea, die ze hem vergaf. Hij was niet voor niks directeur van de onderwijsstichting. Die functie krijg je niet door overal direct met de deur in huis te vallen.

‘Weet ik veel. In ieder geval gaat het pré-advies voor Sabine niet meer veranderd worden. Dat heeft Willy Bakbruin mij vanmorgen bij de ingang van de school nog even heel nadrukkelijk laten weten.’

‘Neemt u mij niet kwalijk, maar ahum.’

‘Ja, zo kun je het ook zeggen. Maar ik hoop dus dat ik samen met het docententeam een planning op kan stellen waarmee we in groep 8 mijn dochter Sabine in ieder geval naar niveau vmbotheorie kunnen krijgen, zodat ze zeker in de brugklas van  een scholengemeenschap vmbo t/ havo/ vwo toegelaten wordt. En alhoewel ik momenteel op voet van oorlog met juffrouw Siepie sta, zie ik toch geen andere mogelijkheid dan een samenwerking in groep 8. In het volgende schooljaar zijn namelijk zowel juffrouw Siepie als meneer Jan-Willem de aangewezen, nieuwe leerkrachten van onze dochter Sabine. Meester Jan-Willen heb ik ook al een mailtje gestuurd over mijn bezorgdheid en met een hulpvraag. Hij heeft nog niet gereageerd. Ik vind dat het docententeam van De Wielewaal momenteel helemaal niet bezig is met de leerontwikkeling van Sabine. In plaats van haar een goed gevoel over zichzelf te geven met een uitdagend pré-advies, wordt ze de afgrond in gepraat met een onderwaardering. Ik wil Willy Bakbruin in een gesprek meer dan graag duidelijk maken dat Sabine recht heeft op ondersteuning en goed onderwijs dat aansluit bij haar leercapaciteiten. Sabine staat niet in dienst van De Wielewaal, maar andersom!’

‘Zo hoort het ook’, vond Rinus Hardleers.

‘Maar zo is de realiteit dus niet. Het liefst zouden mijn man en ik met onze kinderen naar een andere basisschool gaan. Los van het feit dat gras uiteraard altijd groener is aan de andere kant van de heuvels, moet Sabine sowieso in groep 8 de citotoets doen. Of ze nou op een andere basisschool overstapt of niet. In een nieuwe sociale omgeving zou ze echter ook nog eens onder extra druk moeten presteren. Op een onbekende school heeft ze immers niet haar vertrouwde klasgenootjes, vriendjes en vriendinnetjes om haar heen. Sabine zou op de valreep de dupe kunnen worden van een onverwachte verandering, waar zij niet om gevraagd heeft en die ook niet onoverkomelijk is. Alweer. Onze dochter is namelijk op Het Kleurenpalet begonnen. Een zwarte school die eveneens is aangesloten bij uw onderwijsstichting. Katholiek van origine. Op 4 jarige leeftijd leerde onze dochter al net zo fanatiek het suikerfeest op school vieren als sinterklaas. Dat was leerzaam. Minder blik verruimend was het stapje terug dat standaard van mijn zogenaamd bevoorrechte kinderen gevraagd werd. Niet met zoveel woorden. Positieve discriminatie noemde men dat toen nog in de volksmond. Tegenwoordig praten we liever over integratie en een multiculturele samenleving. Hoe dan ook vond ik het toch wat veel van één kant komen op Het Kleurenpalet. De Wielewaal was 2de keus. Ik vond het een kakschool. Pretentieus. Dat vind ik nog steeds. Ik weet gewoon niet waar ik blijven moet!’

‘Ik raad u aan om te blijven zitten waar u zit, want na de zomervakantie zal de directie van De Wielewaal bemand worden door 2 crisismanagers die hun sporen in het verleden al ruimschoots verdiend hebben op andere basisscholen. U zult inmiddels namelijk wel begrepen hebben het één en ander op De Wielewaal momenteel nogal stroef verloopt. U bent niet de enige met moeilijkheden. Laat dit een schrale troost voor u zijn. Verder raad ik u aan om uw intuïtie te blijven volgen en vooral direct telefonisch contact met mij op te nemen, mocht u zich in de toekomst opnieuw in een hoek gedreven voelen op De Wielewaal. U hebt mijn telefoonnummer! Ik beloof u dat wij in het komende schooljaar alles op alles zullen zetten om uw dochter na de citotoets een middelbare school advies te geven dat aansluit bij haar leercapaciteiten. Daar staan wij voor en dat is niet alleen onze verantwoordelijkheid, maar tevens onze plicht. Mag ik u een prettige vakantie wensen en u aanraden om u niet meer door mevrouw Bakbruin te laten misleiden. Vanaf 1 augustus is zij officieel directrice van De Wielewaal af.’

Thea betreurde de slok ijskoude  koffie die ze uit een vergeten mok van de salontafel op de afgesloten  telefoonverbinding met Rinus Hardleers had laten volgen. Haar kaakspieren krompen ineen van de zoetzure nasmaak. Ze zou beter wat sterkers nemen voor de goede afloop. Irish Coffee. Of toch maar expresso, omdat ze nog de nodige Huiswerksterkklantjes moest helpen vandaag en de ervaring leerde dat begeleiden niet werkt met alcohol in de bloedbaan. Ook zonder sterke drank liep Thea op wolkjes en moest ze haar geluksgevoel geweld aandoen om weer met de beide voeten op de grond te kunnen staan. Wel een zegen dat niemand deelgenoot was van haar onnozele blijdschap die uitsluitend gebaseerd leek op de redelijke respons van 2 vriendelijke mensen uit het onderwijsveld. Dat was niet triest meer, maar gewoonweg pathetisch. Die gemoedstoestand kon Thea maar beter voor zichzelf houden. In wezen was ze namelijk geen stap verder gekomen. Ondanks de sympathieke woorden en mooie beloftes van Rinus Hardleers, had Sabine nog steeds een veel te laag pré-advies. Ergo de score van haar entreetoets was en bleef, naast onveranderd laag, tevens de enige troef die juffrouw Siepie de saimiri tot in uitentreuren zou uitspelen om haar gelijk te halen, hebben en houden. De enige die nog voor Thea in de bres zou kunnen springen was Jeewee, omdat hij Sabine had leren kennen in de combiklas. Juffrouw Dorien uit de beginjaren van Sabine op De Wielewaal telde namelijk pas weer mee als volwaardig onderwijzeres uit de onderbouw nadat zij was teruggekeerd van haar zwangerschapsverlof. Zolang had zij zichzelf op non actief gesteld en afgeschermd van de buitenwereld. Maar zelfs zonder juffrouw Dorien kon Jeewee moeilijk om Sabine heen. Zo had het werkstuk over poezen hem destijds immers met zijn neus op de feiten van de inventiviteit van Sabine gedrukt. Alhoewel hij aanvankelijk openlijk de authenticiteit van een 8jarig kind in twijfel had durven trekken. Zijn reserves jegens de eigenheid van Sabine werden versterkt door de wens van de betreffende wijsneus om de combiklas in te ruilen voor de complete groep 6. Na weerwoord van Bart en Thea had hij zijn achterdocht – min of meer – voor zich gehouden. Althans in de geringe mate waarin gedeformeerd onderwijzend personeel in staat kan worden geacht om inschattingsfouten aan zichzelf en de buitenwacht toe te geven. Trouwens Thea kon zich gewoonweg niet voorstellen dat een ervaren onderwijzer als Jeewee diep in zijn hart niet aanvoelde wat Sabine in haar mars had. Hij had nog een weekend lang de tijd om op haar hulproep via de mail te reageren. Maar hoe langer zijn redding uitbleef, hoe meer Thea begon te twijfelen aan de oprechtheid van Jeewee. Wat weerhield hem van een kant en klare standaardrespons uit het schoolboekje? Zo’n pas klaar antwoord dat alle leerkrachten in de bovenste lade van hun lessenaar in bewaring hielden? De hapklare brok voor het geval zij op hun verantwoordelijkheden als docent zouden worden aangesproken? Een steunbetuiging aan Thea hield toch niet automatisch het verraad aan anderen in? Aan collega’s en opperouders? Jeewee kon toch aan Thea beloven dat hij samen met Sabine in groep 8 van het nieuwe schooljaar alles op alles zou zetten voor het hoogst haalbare? Het was toch naar eigen zeggen van docenten hun plicht om leerlingen te begeleiden in een leerproces waarin ze zichzelf konden overtreffen. Om maar even in het vakjargon te blijven. Wie zou hij met zo’n uitspraak tegen het hoofd stoten? Willy Bakbruin? Juffrouw Siepie? Hij zou gewoon zijn werk doen, nota bene. En Thea zou hij geruststellen en het gevoel geven dat ze er niet wederom moederziel alleen voorstond. Maar Jeewee verkoos te zwijgen in alle talen. Voor, tijdens en na het eerste weekend na het lachwekkende pré-advies. Zelfs Bart stond ervan te kijken en verzuchtte:

‘Lafheid is de moeder der wreedheid.’

‘Heb ik eindelijk een gegronde reden om hem af te wijzen!’, vond Thea monter.

Jeewee had wat haar betreft voorgoed afgedaan. Sabine daarentegen zette vol vertrouwen al haar kaarten voor groep 8 in op haar lievelingsmeester Jeewee. Deze gammele houvast verkozen Bart en Thea hun onterecht gedegradeerde dochter niet ook nog te ontnemen. Dat zou pas echt meedogenloos zijn. Rinus Hardleers, de directeur van de onderwijsstichting, was immers maar een belletje van Thea verwijderd. Een zalvende garantie, maar desondanks was Thea in haar leven iets te vaak aan haar lot overgelaten om zich nu niet te realiseren dat een goede afloop van de kwestie middelbare schooladvies voor Sabine weleens grotendeels van de handelsbekwaamheid van moeder de vrouw zou kunnen gaan afhangen. Nou ja, en voor de helft van Bart natuurlijk. Maar zijn eeuwige vangnet was een gegeven en bij hem kwam op het eind sowieso vanzelf alles goed en als dat niet zo was dan was het nog niet het eind. Zoiets. Thea was wat minder onbezorgd en wilde het noodlot graag een handje helpen. Als het begeleiden van huiswerk nou niet haar vak was en Siepie de schooltrol niet zo’n opgeblazen leeghoofd, dan zou ze de vorderingen van Sabine in groep 8 misschien nog wel gewoon op z’n beloop hebben gelaten, maar als een mens niet weet naar welke ankerplaats koers wordt gezet dan lijkt geen enkele haven gunstig.

Met ingang van de dag na het foutieve pré-advies ging er dan ook een strikt oefenschema voor Sabine van start. Bart begon meteen met het downloaden van online citotoets vragen en antwoorden uit voorafgaande schooljaren. Thea beloofde haar dochter met haar hand op het hart dat de oefeningen weliswaar de hele zomervakantie door, dagelijks gedaan moesten worden, maar dat ze nooit langer dan een uur per dag zouden bestrijken. Bart zou het sommengedeelte voor zijn rekening nemen. Thea superviseerde de rest.

Vreemd genoeg leek Sabine zich wel te kunnen vinden in het stappenplan van haar ouders. Toen Thea haar dochter op de ochtend na het stompzinnige pré-advies van Siepie de schooltrol kwam wekken, waren de eerste slaapdronken woorden die Sabine uitbracht:

‘Juffrouw Siepie heeft zich vergist!’

‘Dat is jouw onderbewustzijn aan het woord’, antwoordde Thea goedkeurend.

‘Wat bedoel je?’, vroeg Sabine, terwijl ze door haar ogen wreef.

‘Dat je heel goed weet wat je waard bent! Nou moet je alleen nog leren om je geen bal aan te trekken van mensen die niet het beste met jou voor hebben. Maar neem de tijd, want ik ben ook nog zoekende naar de juiste verdediging.’

Sabine was er klaar voor. Timide maar desondanks strijdlustig en bereid tot een zomer lang blokken. En dan te bedenken dat zowel Sabine als Walter thuis nog nooit zonder protest extra schoolopdrachten hadden gemaakt. Ze raakten alletwee al in mineur van het thuis werk dat een enkel verplicht werkstukje, of de noodzakelijke voorbereiding voor de jaarlijkse  spreekbeurt teweeg bracht. Denkbaar had Thea deze tegenzin in de onderbouw van de basisschool gevoed met de zwakke pogingen die ze toen ondernam om haar kinderen spelenderwijs aan de thuiseducatie te krijgen. Op De Wielewaal werd bijvoorbeeld in groep 3 de mogelijkheid tot een – duur – abonnement op het tweewekelijkse  kindertijdschrift de Okki geopperd. Thea kende het blad nog uit haar jeugd. Ze herinnerde zich; de leerzame woordspelletjes in de vorm van draaischijven, open plekken in zinnetjes; het cijfertekenen; de leuke kleurprentjes; de bingo en lotto en de leesbare verhaaltjes. Thea ging er blindelings vanuit dat het kinderblad in de loop van de jaren met z’n tijd was meegegaan. Dat viel tegen. Maar papier is geduldig, over cijfers valt niet te twisten en woordvermaak is ook maar een spelletje. Vroeger had je verder nog het kinderuurtje op de zaterdagtelevisie of een verdwaald kwartiertje hoorspelen voor de allerkleinsten op de radio en dan had je het kant en klare vertier wel zo’n beetje gehad voor de hele week. Als Thea op haar 7de vrijelijk toegang tot het internet had gehad, dan zou ze het ook wel geweten hebben. Zo geconcentreerd als de 7 jarige Sabine haar online dierenhotel kon runnen of animatiefilmpjes in elkaar wist te flansen, zo ongeïnteresseerd bladerde ze onder supervisie van Thea in de Okki. Geen woordspeling boeide haar, geen verhaaltje kon haar bekoren en de sommetjes had ze in de klas bij juffrouw Dorien allemaal al behandeld. Hoe hoger de ongelezen Okkies zich opstapelden, hoe onwilliger Sabine zich aan de keukentafel liet dwingen voor een leermomentje met haar opdringerige moeder. Na pak weg 99 onaangeroerde Okki’s zei Thea haar jaarabonnement op. Teleurgesteld en tegen beter weten in, hoopte ze nog op de interesse van Walter die het volgend schooljaar in groep 3 zou zitten. Toen het zover was gunde hij de hoge stapel Okkies niet eens een blik waardig. Alleen een wonder zou Walter ooit tot het spelen van ook maar één simpel spelletje uit de Okki hebben kunnen aanzetten. Zijn nee was nog groter dan het stille protest van zijn zus. Sabine ging gewoon uit het keukenraam zitten kijken als Thea de spelregeltjes van een opdrachtje uit de Okki aan haar dochter voorlas. Als Thea haar vervolgens bij de les riep, dan bleef ze heel gedwee en onverrichter zake zitten zwijgen. Walter daarentegen begon meteen te stuiteren als Thea  maar naar een Okki durfde te wijzen met haar zoon in de buurt. Walter deed niet aan thuistraining. Zelfs zijn tafeldiploma sleepte hij nooit binnen. Niet uit onvermogen, maar omdat hij te beroerd was om te oefenen. Alles wat buiten school naar repeteren rook dat verfoeide hij. Hij trapte zelfs niet in het zogenaamde spelenderwijs automatiseren op aanraden van het docententeam van de onderbouw van De Wielewaal. Dat hield voor ouders zoveel in als zo vaak mogelijk tafeltjes oefenen met je kind tijdens zo veel mogelijk dagdelen. Bijvoorbeeld tijdens het douchen, onderweg naar school, of tussen de soep en de aardappelen door. Net zo lang totdat jouw kind de 10 tafels kon dromen.

‘Hoeveel is 8 keer 8?’, vroeg Bart dan  terloops – precies zoals het hoort - tijdens het nagerecht.

Lang nadat Walter eerst nog zijn mond vol met dubbelvla had weggewerkt, antwoordde hij:

’64.’

‘Dat moet je niet uitrekenen maar uit je hoofd leren’, steunde Bart getergd.

‘Is het goed of niet?’

‘Ja, het antwoord klopt.’

‘Nou dan!’

‘Ja, maar je moet er niet over nadenken Walter. Als je later wiskunde gaat doen, dan heb je geen tijd om alle keersommen eerst uit te rekenen. Die moet je zo: 1,2,3 op kunnen zeggen. Anders verlies je teveel tijd en kun je de wiskundige formules van bijvoorbeeld een proefwerk nooit binnen het daarvoor bestemde tijdsbestek uitgerekend krijgen, terwijl je waarschijnlijk wel een keigoed inzicht in wiskunde hebt.’

‘Ok’, beloofde Walter.

Het vervolg liet zich na een korte denkpauze van Walter voorspellen.

‘Hoezo heb ik eigenlijk waarschijnlijk een keigoed inzicht in wiskunde?’

‘Erfelijk’, pochte Bart.

Thea haastte zich om de boel te relativeren:

‘Maar dat betekent niet dat Walter niet hoeft te oefenen. Talent moet je voeden’.

‘Ik zal wel een tafeloefenapp op zijn laptop zetten’, stelde Bart zijn vrouw gerust en tegen Walter vervolgde hij:

‘Met een timer. Maar dan moet je wel elke dag oefenen. 10 minuutjes per dag maar.’

‘Goed’, loog Walter.

Uiteindelijk kon hij de tafels moeiteloos opdreunen zonder ooit van de beproefde tafeltrainers gebruikt te hebben gemaakt. Hij was inmiddels al 10 jaar en te oud om nog een tafeldiploma te halen.

‘Zie je wel’, wist Bart niet onder de indruk.

Uit zelfbehoud kwam hij nooit vantevoren in opstand tegen de ambities van Thea en liep hij een stukje mee op. Maar zijn aversie tegen de praktische uitvoering van de oefendrift van Thea had Walter van geen vreemde. Bart zag eenvoudigweg geen heil in huiswerk voor basisschoolgangers. Thea was het niet helemaal met hem oneens en vond ook wel dat kinderen na school het beste leerden door te spelen, maar ze was in die tijd niet volledig opgewassen tegen de druk van de eerzucht van Beau en Pim. Zij speelden in die periode nog een rol op de achtergrond van het dagelijkse leven. De exen Beau en Pim hadden, los van elkaar, de vervelende hebbelijkheid om de hoog gespannen verwachtingen voor hun kinderen; Jasmijn en Melvin, voornamelijk af te meten aan de grootte van het  schoolsucces van het tweetal en daarmee aan de intensiteit van de huiswerkbegeleiding van Thea. Jasmijn was inmiddels mede dankzij de krachtsinspanningen van Thea op het stedelijk gymnasium beland, maar Melvin moest nog geholpen worden bij het hooghouden van zijn kustmatige voorsprong op zijn klasgenootjes op de lagere school. Dat betekende voor Melvin, net als voor zijn voorgangster Jasmijn, oefenen, oefenen, oefenen tegen heug en meug en de klippen op.

Gedurende de basisschooljaren van Jasmijn en Melvin liep het zogenaamde e-learning dan wel nog in de kinderschoenen, maar dat stond de gebruiksfrequentie van de educatieve websites door het tweetal niet in de weg. Van geen van beide ouders mochten broer en zus langer dan 15 minuten per dag educatief internetten. Recreatief internetten was sowieso uit den boze. Dus dankzij de online citotrainer hadden Jasmijn en Melvin ieder op het eigen leeftijdsgebonden niveau toch nog enigszins plezier van hun gezamenlijke personal thuiscomputer. En wat kan een  groentje op het internet in de gauwigheid van een kwartier op 24 uur nou meer verzinnen dan toetsen maken? Bij Bart en Thea in huis daarentegen mochten Jasmijn en Melvin zich in hun Huiswerksterkjaren van het begin af aan onbelemmerd, zonder tijdslimiet, bekwamen in het gebruik van de IPads die Bart via zijn werk voordelig op de kop had weten te tikken. Ze konden de vrijheid niet aan. In de bijkeuken van Bart en Thea scrolde eerst Jasmijn alleen - en later ook Melvin - precies een kwartiertje op het internet wat in het wilde weg heen en weer op de IPad, om daarna weer braaf aan het basisschoolwerk te slaan. Voorgeprogrammeerd als robots. Thea kon het tweetal moeilijk dwingen om spontaan te experimenteren op de sociale media, utube of met een game. Dergelijk wangedrag zou broer en zus alleen maar duur komen te staan. Niet consequent oefenen zou immers weleens in een lagere score in de klas kunnen resulteren en dan zou de sfeer thuis bij papa Pim en zijn nieuwe vriendin Femke, of anders in de buurt van mama Beau, met haar niet leeftijd gebonden uitspattingen, helemaal niet meer te harden zijn. Jasmijn en Melvin hadden dus gewoon geen keuze. Ze moesten zich wel bekwamen in het scoren met citotoetsen. Iedere keer opnieuw stond Thea weer versteld van hun vaardigheid in het maken van online kindertestjes; van het inzicht in de vraagstelling. Thuis als Jasmijn en Melvin waren in de citostof en gedreven in het correct beantwoorden van meerkeuzevragen.

Allengs vroeg Thea zich af of ze Jasmijn en Melvin aan hetzelfde rigide oefenregime zou hebben onderworpen als het tweetal van haar eigen vlees en bloed zou zijn geweest, naarmate ze meer ervaring kreeg in het werken met kinderen en tieners. Na het foutieve pré-advies en de maandenlange, intensieve citotraining van Sabine, wist Thea zeker van niet. Ze zou Jasmijn, Melvin en met hen vele andere Huiswerksterkklanten voor voller hebben aangezien. Jammer genoeg stonden in de realiteit allerlei alwetende ouders aan de zijlijn het vrijzinnige onderwijs in de weg. Ze hielden streng toezicht op de begeleiding van Thea. Ze was dus niet bij machte om haar leerlingen openlijk en ongemoeid te steunen in hun verwarring; het alom bekende ongenoegen met schoolwerk dat vaak geboren was uit verkeerde vraagstelling in toetsen of uit een kromme uitleg door leerkrachten op school. Het liefst had Thea al haar Huiswerksterkstudenten ronduit geadviseerd om boven de ontreddering over het verpestte proefwerk, of de onduidelijke toelichting van de alwetende docent, uit te stijgen vanuit de overtuiging dat ieder mens meer is dan een proeve van bekwaamheid. Nu leek het geloof van Thea op het vrijblijvende gewauwel van een softie. Alsof wat wollig taalgebruik afbreuk deed aan het gegeven dat een examen, ook de citotoets, een momentopname is. Zulke onorthodoxe uitspraken vallen echter onder een taboe; dus een gegeven  waarvan iedereen op de hoogte is, maar niemand wil weten. Zeker niet uit de mond van een ordinaire  huiswerkbegeleidster die zich maar te schikken heeft naar de ambities van de ouderlijke macht. Of dacht Thea soms een beetje te kunnen flierefluiten en op die toer ontvankelijke adolescenten met haar onverantwoordelijke standpunt een vrijbrief te geven om per direct te stoppen ingewikkeld doen en van buiten leren? Vermoedelijk hadden de handhavers van de strikte leer nog gelijk ook. Alleen kunstmatige intelligentie – variërend van hoogbegaafd tot oliedom  – kan voldoen aan het onvolprezen onderwijsstramien. 

Maar in het geval van Sabine en Walter stond Thea niet onder het verstikkende toezicht van bemoeizieke ouders. Wat haar eigen kinderen betrof was Thea zowel mama als huiswerkbegeleidster in één. En ieder nadeel heeft zijn voordeel. Vreemde ogen dwingen en het cito trainen met Sabine verliep voor Thea zeker niet zo rimpelloos  als het merendeel van haar sessies met de niet aanverwante Huiswerksterk clientèle. Daar stond dan wel tegenover dat Thea haar dochter niets wijs hoefde te maken ter bescherming van de broodwinning. Met hoogbegaafdheid heeft een hoge citoscore weinig tot niets te maken. Wel met beheersing van de citotoets vraagtechniek. Dat vroeg om repetitie. Zomervakantie of niet.

‘Je moet maar zo denken kind; je hebt 10 zomers lang kunnen oefenen in lanterfanten en daar ben je ook steeds beter in geworden’.

De goede bedoelde humor van Bart mistte doel. Sabine keek haar vader ontgoocheld aan.

‘Oefening baart kunst’, vertaalde Thea, om vervolgens nog onnodig een snufje zelfbeklag aan haar uitleg toe te voegen.

‘En mij kost het ook mijn welverdiende rust.’

In eerste instantie dreigde de  citotraining met Sabine thuis dan ook op een ondoenlijke taak uit te draaien. Voor Thea was het al weer zo’n 6 jaar geleden dat ze Melvin uiteindelijk - net als zijn zus Jasmijn eerder al - met veel oefenen naar een hoge score voor de eindcito had weten te dwingen. Op dat memorabele moment had ze de leerstof voor de basisschool, samen met de huiswerk begeleiding van Melvin, ook meteen achter zich gelaten. Melvin ging naar het stedelijk gymnasium en daarmee had Thea zichzelf overbodig gemaakt bij zijn gescheiden ouders; Pim en Beau. Echter niet bij Melvin zelf, zoals later was gebleken, maar de wil van de ouders is nou een maal wet. Dit hield overigens niet automatisch in dat Thea zich van de kaart liet vegen door het slordige oordeel van een voormalig, labiel stel dat zichzelf had opgetrokken aan de wankele status van anderen. Wie zichzelf niet kietelt die lacht nooit. Na het vertrek van Melvin bij Huiswerksterk, schrapte Thea dan ook alle overige bestaande huiswerk afspraken met kinderen onder de 12 jaar en nam ze zich voor om nog slechts met middelbare scholieren te werken. En heus niet alleen omdat een dergelijke aanpak lucratiever was, maar ook omdat huiswerk begeleiden aan een tienerdoelgroep wat Thea betrof, toen al een veel grotere uitdaging vormde dan het ondersteunen van basisschoolkinderen. De verschillende niveaus en de uiteenlopende keuzevakpakketten van middelbare scholieren maakten hun huiswerkhulpbehoeftes minder voorspelbaar dan die door ouders gedicteerde, voor de hand liggende, stampplicht voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar. Drillen voor de alles bepalende citotoets; die heilige landelijke graadmeter die iedere jaargang - van groep 1 tot en met groep 8 -  van de basisschool, weer de dienst uitmaakt in plaats van de betreffende meester of juffrouw. Terwijl in de basisschoolperiode, en daarmee door de ondersteuning van een dienstdoende onderwijzer of onderwijzeres, toch de fundering wordt gelegd voor een gezonde leerontwikkeling voor de rest van ieder mensenleven. Dat bloeiseizoen uit de kindertijd is éénmalig. Het is nu of nooit. Jammer dan dat het gewicht dat aan de uitslag van de citotoets gehecht wordt zoveel roet in het eten gooit. 

Want een citotoets op zichzelf is uiteraard een noodzakelijk kwaad. Docenten, ouders en kinderen moeten wel weten waar ze ongeveer staan ten opzichte van de rest van de wereld. Immers, het gemiddelde genereert. Waarom perfectionistisch zijn als minimalisme beter uitpakt? Dat was dan ook het principe van het geheim achter de citotrainer dat Thea haar dochter zo snel mogelijk aan het verstand dacht te kunnen brengen. Maar in de eerste dagen van de oefenperiode panikeerde Sabine alleen maar. Van de zenuwen las ze de vragen van de online citotrainer niet goed, overtuigd als ze was van haar eigen oneindige onwetendheid. Ze vond zichzelf oerdom tot aan hyperventilatie aan toe. Om maar te zwijgen van de beginnerstranen die zo overtuigend vloeiden dat Thea aanvankelijk bijna besmet raakte en eveneens aan het twijfelen sloeg. Misschien was de hele missie wel onbegonnen werk? Wat nou als dat Sabine echt niet capabel was om een citotoets met een gemiddelde score – dus met resultaten die volstaan om tot het niveau vmbotheorie te reiken  – af te ronden? Hoe had het kind zich dan op eigen houtje weten te ontwikkelen tot het pientere persoontje dat ze toentertijd – met bijna 11 jaar – al was? In tegenstelling tot het merendeel van haar klasgenootjes had ze nooit thuis verplicht schoolwerk geoefend. Wie weet was Sabine wel artificieel geniaal geweest als ze zich, net als de plusgroep kinderen, vanaf haar 3de jaar elke dag een uurtje of 2 extra op huiswerk had toegelegd? Noodgedwongen inclusief meegroeigruwel. Of misschien niet. Stel dat de aanname van juffrouw Siepie de saimiri ondanks intensieve jarenlange, dagelijkse citotraining overeind zou zijn blijven staan; dus dat Sabine op mentaal gebied niet veel hoger kon worden ingeschat dan het niveau poetsvrouw; hoe had het kind dan binnen een normaal tijdsbestek en zonder begeleiding thuis zo makkelijk leren lezen, schrijven en rekenen? Waarom liep Sabine in het dagelijkse leven dan niet in 7 sloten tegelijk als ze weleens door haar goed bedoelende maar chaotische ouders per ongeluk aan haar lot werd over gelaten? Niemand had Sabine geholpen met haar naïeve, maar daarom niet minder kunstige online animaties. Voor haar creatieve periode had de peuter Sabine al zonder noemenswaardige problemen tijdig leren lopen, praten en eten met mes en vork. Op haar vierde kon ze allang fietsen zonder zijwieltjes; op haar zevende alleen een busregeling volgen; op haar achtste zelfstandig een landkaart lezen; op haar negende indien nodig een woordenboek gebruiken; en op haar tiende foutloos boodschappen afrekenen en effectief de hond uitlaten. Niets van wat er in haar directe omgeving gebeurde ontging haar. Ze was alert en aanspreekbaar. Anders gezegd: Sabine vertoonde al op jonge leeftijd de nodige tekenen van een gedegen leervermogen dat niet door de docenten van De Wielewaal werd onderkend. Laat staan gestimuleerd of gewaardeerd. Allemaal nog tot daar aan toe en tot voor kort zonder kleerscheuren. Tot aan de schending van het zelfvertrouwen van Sabine en niet verder.

Bart en Thea hadden net op tijd ingegrepen. Na anderhalve week begon hun interventie de eerste vruchten af te werpen en bleek de zelfverzekerdheid van Sabine niet onherstelbaar beschadigd. Was juffrouw Siepie de saimiri met haar vage lessen en foute pré-advies zonder het te weten toch een kopzorg bespaard gebleven. Zou Sabine namelijk wel een trauma aan de verschijning en aanpak van Siepie de schooltrol hebben overgehouden, dan had juffrouw de saimiri van De Wielewaal automatisch een vijand voor het leven met de naam Thea geworven. Maar naarmate de scores van Sabine stegen, zwakte ook de tranenstroom af. Na 14 dagen hield Sabine het verder droog en zat ze al in de startblokken klaar achter haar laptop voordat Thea haar dochter had hoeven te porren zoals voorheen. Steeds nonchalanter, vaak kluivend aan het klokhuis van een appel, stortte ze zich op de citotrainer voor woordenschat, ontleden, tekst verklaren, algemene ontwikkeling en rekenen. Allemaal online meerkeuzevragen met uitleg bij goede en foute antwoorden. Geen persoonlijke begeleiding meer nodig zou een generalist denken, maar Sabine had toch liever dat haar moeder naast haar zat. Zo was Thea er direct getuige van dat de kleine Sabine langzaam maar zeker een patroon in de citotrainer begon te ontdekken. De crisis oefenaanpak als antwoord op de slechte resultaten van de entreetoets was aangeslagen. Hoezee! Sabine was dus wel degelijk in staat om te snappen wat Thea bedoelde met inzicht in de vraagtechniek. De doorbraak voltooide zich als vanzelf tijdens het beantwoorden van legio slecht gestelde vragen waarvan het wemelde bij de citotrainer. Vraag nummer 19 uit de categorie woordenschat luidde bijvoorbeeld:

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis:

peer – appel – banaan – kers

a.           Peer

b.           Appel

c.           Banaan

d.           Kers                                                        

‘Ik weet dat het antwoord banaan moet zijn, maar eigenlijk is appel de juiste keuze’, peinsde Sabine hardop.

‘Leg uit’, dicteerde Thea gespannen.

Ze hield haar adem in.

‘Het goede antwoord is banaan omdat dat de enige vrucht uit het rijtje is zonder pit, maar je kunt ook voor een appel kiezen omdat dat het enige stuk fruit uit de opsomming is dat met een klinker begint.’

‘Je kunt ook nog voor een kers kiezen’, vond Thea bedachtzaam.

‘Leg uit’, verordende Sabine in navolging van haar moeder.

‘Een kers wordt als enige niet bruin als je hem even aangesneden ergens laat liggen.’

‘Ja, en een kers is de enige vrucht met een steenpit waarmee je kussenslopen kunt vullen’, vulde Sabine enthousiast aan.

Volgens de computerstem was antwoord c, dus de banaan, correct. De reden waarom verscheen in het beeldscherm nadat Sabine het juiste antwoord had aangeklikt. Een banaan was volgens het computerbrein de enige vrucht uit het rijtje waarvan de schil voor consumptie verwijderd moest worden.

‘Maar je zou ook nog kunnen bedenken dat de kers niet in het rijtje thuishoort omdat voor alle andere vruchten uit het rijtje voorgevormde bewaar boksen bestaan. Je kunt fruitbakjes in de vorm van een banaan, appel of peer kopen, maar niet van een kers’, fantaseerde Sabine er vrolijk verder op los.

‘Nog niet’, lachte Thea.

‘Trouwens een banaan, een peer en een appel kun je makkelijk schillen, maar een kers niet.’

‘Wat kun je nou uit alle verschillende antwoorden die we verzonnen hebben opmaken?’, wilde de didacticus in Thea onderhand weleens van de leerlinge weten.

‘Dat het een slechte vraag is?’, probeerde het kind op onderzoekende vraagtoon.

‘Waarom?’, vroeg Thea naar de bekende weg.

‘Omdat meerdere antwoorden goed zijn?’

‘Heel goed, omdat meerdere antwoorden goed kunnen zijn. Goed zo meid!’

Sabine glom en zocht om zich heen naar hulde van een onzichtbaar publiek. Maar wat Thea betreft had Sabine de finish nog niet bereikt:

‘Deze vraag is een duidelijk voorbeeld van heel veel meer keuze vragen van de citotoets. Vaak zijn meerdere antwoorden mogelijk. In het begin zei je al dat je wel aanvoelde dat het goede antwoord banaan moest zijn. Waarom was dat denk je?’

Sabine nam de tijd alvorens te antwoorden. Ze hield Yolo, die met zijn lap vlees uit zijn bek, hijgend onder de keukentafel lag af te koelen van een middagwandeling in de felle zomerzon, haar klokhuis voor. Dat was gegarandeerd hap, slik, weg. Vervolgens verdween Sabine eveneens onder de keukentafel omdat haar teenslipper van haar voet gedwarreld  was. Zuchtend zocht Thea al naar een manier om haar vraag te herformuleren, maar op het nippertje kwam Sabine toch met een verklaring op de proppen.

‘Je weet gewoon wat de citotrainers het beste antwoord vinden. Je leert ze kennen. Ze stellen steeds dezelfde soort vragen. En dan denk je; het moet banaan zijn, maar kers kan ook. Alleen dat snappen die citotrainers niet, of dat willen ze niet weten. Dat meerdere antwoorden goed kunnen zijn. Je moet dus eigenlijk in hun hoofd gaan zitten en dan bedenken wat de meeste kinderen bij zo’n vraag in zouden vullen. Nou, banaan dus in dit geval.’

De uitleg van Sabine had Thea de adem benomen en geëmotioneerd riep ze uit:

‘Kijk Sabine en zo’n antwoord als je nu geeft; dat is nou een teken van  intelligentie, of zo jij wilt, hoogbegaafdheid. Snap je?’

‘Ik denk het wel, maar het houdt zo op bij het verbeteren van mijn tempo en score’, pruilde Sabine.

Zonder haar tranen te kunnen bedwingen drukte Thea haar dochter zijdelings tegen zich aan en snotterde ontroerd:

‘Er blijven nog genoeg meerkeuzevragen over waarbij wel, in meer of mindere mate, op een correcte wijze kennis en inzicht getest wordt en daarbij scoor jij ook al ver boven het landelijk gemiddelde, dus ik zou me maar niet druk maken als ik jou was.‘

‘Ik maak me ook niet druk’, beweerde Sabine stoer, terwijl ze zich uit de greep van haar moeder los wurmde en zich weer op de citotrainer concentreerde.

Een dag of 2 verder maakte Sabine haar moeder al uit zichzelf opmerkzaam op een volgende twijfelachtige meerkeuze vraag bij het citotrainen. Opnieuw was de probleemstelling een opsomming.

auto – bus – vrachtauto – vliegtuig

De vraag was: Welk voertuig hoort niet in het rijtje thuis:

A.          Auto

B.          Bus

C.          Vrachtauto

D.          Vliegtuig

De computerstem beweerde dat antwoord D, dus het vliegtuig, de juiste keuze was. Een vliegtuig beweegt zich immers voort in de lucht en de overige voertuigen verplaatsen zich van a naar b op de aardbodem.

‘Ik dacht eerst ook een vliegtuig, maar daarna een auto’, zei Sabine.

‘Waarom?’, vroeg Thea verbaasd, omdat haar fantasie haar even in de steek liet.

‘De auto is het enige voertuig dat in een parkeergarage past’, antwoordde Sabine onzeker.

‘Klopt’, moest Thea tot haar opluchting bekennen.

Op weg naar zijn gamecomputer in de huiskamer droeg Walter vanuit de gang ook zijn steentje bij aan de oefensessie.

‘Of de vrachtauto hoort er niet bij!’

‘Hoezo dat dan weer niet?’

Sabine raakte kribbig van zoveel keuzevrijheid.

‘Een vrachtwagen is toch niet bedoeld om personen te vervoeren?

Maar een auto, bus en een vliegtuig wel.’

‘Gggggrrrrr’, wanhoopte Sabine met haar handen in het haar.

‘Wat heb ik nou aan al dat citotrainen als ik steeds van die rare vragen krijg?’

‘Dat zijn strikvragen’, wist Walter om het hoekje van de keukendeur.

‘Nee, over strikvragen is over het algemeen nog wel nagedacht, dit zijn gewoon missers’, antwoordde Thea tegen de schaduw van Walter in de kier van de deuropening.

‘Niet binnenkomen’, waarschuwde Sabine die niet op extra complicaties zat te wachten.

Te laat.

‘Wat is dan een strikvraag?’, wilde Walter wantrouwig weten, terwijl hij naast zijn moeder aan de keukentafel plaatsnam. Sabine begon kattig te blazen.

‘Tief op’.

Gelukkig voor de huisvrede hoefde Thea niet lang in haar citobestand te zoeken naar een voorbeeld van een strikvraag. Ze schoof haar laptop naar het centrum van de keukentafel, zodat beide kinderen mee konden kijken. De vraag was:

3+6=9 / 4+7=20 / 5+8=33

Wat is in het bovenstaande rijtje dan de uitkomst van:

6+9= ?

a.           17

b.           15

c.           48

d.           3

‘B’, dachten Sabine en Walter hardop in koor.

‘Ja, dat is dus niet goed’, lachte Thea.

‘Hoezo niet? 6 en 9 is toch 15?’

Walter bekeek zijn moeder alsof ze niet helemaal bij haar positieven was en Sabine kon hem, in weerwil van haar zusterlijke gruwel, geen ongelijk geven. Thea liet zich echter niet ontmoedigen. Ze was gehard door de werkdagelijkse portie gezonde achterdocht van haar Huiswerksterk klantjes.

‘Dat zou je wel denken en daarom is dit ook een strikvraag, waar een antwoord bij hoort dat net een stapje verder gaat. Hier moet je de uitkomst van de som van 6 plus 9 optellen bij de uitkomst van de vorige som. Dus 15 plus 33 en dat is 48. Dus antwoord C is correct in dit geval en niet B.’

Sabine had een helder momentje:

‘Ow, ja, want in de vraag staat ook: in het bovenstaande rijtje. Dus je moet de som niet apart maken, maar in het rijtje zetten.’

‘Goed zo’, prees Thea.

‘Huh?’, twijfelde Walter.

‘Je moet naar het rijtje kijken!’, herhaalde Sabine onnodig hard in het oor van haar broertje.

‘En deze vraag dan?’, controleerde Thea voor de zekerheid, terwijl ze een nieuwe opdracht op het beeldscherm klikte.

‘Is dat ook een strikvraag?’

Walter was er eigenlijk wel klaar mee. Toch las hij met Sabine mee. Er stond:

7 keer 7 = 49 / 8 keer 8= 113 / 9 keer 9 = 194

Wat is in het bovenstaande rijtje de uitkomst van:

10 keer 10 = ?

a.           20

b.           1000

c.           100

d.           294                                                   

‘Antwoord D dus’.

Sabine was zeker van haar zaak.

‘In dat rijtje wel. Anders zou het 100 zijn. Wat een stomme vraag’, vond Walter.

‘Een strikvraag dus. Maar wat jullie ook uit het oefenen met deze vragen op kunnen maken is dat citotrainen wel degelijk nut heeft. Niet dat je er slimmer van wordt, maar hoe meer citovragen je beantwoordt; hoe hoger de score. Oefening baart kunst. Op een gegeven moment ga je allerlei soorten vragen herkennen. Ook strikvragen.

Opnieuw liet Sabine bij wijze van verzet haar tanden zien:

‘Gggggrrrrr’.

Yolo voelde zich aangesproken en  wurmde zich kwispelend met zijn borstkas op de bovenbenen van  Sabine op haar keukenstoel. Met wilde manoeuvres van haar hoofd probeerde Sabine de rappe, vrolijk onthalende tong van Yolo te ontwijken. Ondertussen gaf Thea advies:

‘Maar blijf bij alle vragen gewoon op de eerste ingeving afgaan. Vooral niet te diep nadenken dus!’

‘Maar bij rekenen moet ik weer wel diep nadenken van papa’, protesteerde Sabine, waardoor Thea weer gedwongen was om haar tip te herformuleren:

‘Ok, ok;  je moet wel nadenken maar niet moeilijk doen.’

‘Zoals laatst met die vraag van rekenen, weet je nog Sabine?’

Walter wilde oprecht alleen maar behulpzaam zijn, maar Sabine vond hem een bemoeial.

‘Ga jij lekker compacten autist’, beet ze haar broertje toe.

Op De Wielewaal mocht Walter sinds kort stappen overslaan tijdens de rekenles. Dat werd compacten genoemd. Hij liet er zich totaal niet op voorstaan en Thea vond dat haar dochter onnodig fel naar Walter uithaalde. Ze kon Sabine echter moeilijk terecht wijzen zonder zich de woede van Bart op de hals te halen. Bart vond namelijk dat Walter tegen een stootje moest kunnen. Daar werd hij hard van.

‘Volgend jaar mag jij oefenen met de citotrainer’, placht Bart zijn bedillerige zoon sarcastisch op het hart te drukken.

De verpakte waarschuwing was succes verzekerd en dreef Walter tijdelijk tot zwijgen, maar niet uit de buurt van zijn zusje die zich dagelijks aan de keukentafel verdiepte in de citotrainer. Bovendien was Bart niet altijd van de partij en Thea vond zelf dat Walter ook weleens iets uit zichzelf mocht bijdragen aan de oefensessies zonder afgekapt te worden. Daar zou Sabine op haar beurt dan weer hard van worden. Door schade en schande wijs geworden richtte Walter het woord in eerste instantie maar tot z’n moeder om via haar toch te proberen om Sabine bij het verhaal te betrekken;

‘Laatst toen Sabine rekenen van de citotrainer met papa oefende was er ook zo’n vraag die eigenlijk helemaal niets met inzicht in sommen te maken heeft. Weet jij de vraag nog Sabine?’

Slim van Walter, want Sabine was meteen afgeleid en herinnerde zich de vraag weer.

‘Oh, dat was met die vogels. Er zitten 5 vogels op een hek. Een jager schiet er 1 dood. 3 vogels vliegen weg. Hoeveel vogels zijn er nog?’

‘Ja, dat weet je dus niet, want hoeveel vogels zijn er op aarde?’, completeerde Walter het relaas van zijn zus.

‘4 zou ik zeggen’, bedacht Thea.

‘Ja, of 1 op het hek’, zei Sabine.

‘Of triljoenen min die ene in de lucht’, vond Walter.

‘Ja’, beaamde Sabine.

Vervolgens bleven de 2 studiebolletjes van Thea een poosje geluidloos naast elkaar zitten te prakkiseren aan de keukentafel. Walter nam als eerste het woord weer:

‘Je weet het niet. Net als bij die  vraag van die verdiepingen waar papa zo boos over werd. Hoe ging die ook weer. Google eens Sabine!’

‘Ik ben al bezig’.

Binnen een paar tellen was de bedoelde vraag gevonden. Triomfantelijk draaide Sabine het scherm van haar laptop in het zicht van haar moeder. Thea keek naar een afbeelding van de Rembrandttoren en las wat er naast de foto geschreven stond:

Het hoogste punt in Amsterdam is de Rembrandttoren. Deze is 150 meter hoog inclusief de antenne van 15 meter. Hoeveel verdiepingen heeft het gebouw?

A.          20 verdiepingen

B.          35 verdiepingen

C.          70 verdiepingen

D.          80 verdiepingen

‘Dan zou ik zeggen 70 verdiepingen, Dus antwoord C’, gokte Thea, alhoewel ze een verdieping van amper 2 meter hoogte wel aan de lage kant vond.

‘Fout!’, bulderde Sabine en Walter tegelijkertijd.

‘Wat dan?’

Sabine hielp haar moeder uit de waan.

‘Het moet B zijn volgens de citotrainer. Dus 35 verdiepingen’,

‘Nou dat zijn wel erg hoge plafonds; bijna 4 meter vanaf de vloer. Een kamerhoogte van 2 meter 80 is al uitzonderlijk.’

‘Papa zei precies hetzelfde en hij zei ook dat de vraag niets met rekenkundig inzicht te maken had’, meesmuilde Walter.

‘Nou dan ben ik het bij hoge uitzondering volledig met jullie vader eens. En uitzonderingen bevestigen de regel dat een ieder – met name bij de citotrainer - vooral op het eigen gezonde verstand af moet gaan.’

 

HOOFDSTUK 41

Willy Bakbruin wilde van Thea en Bart aan de vergadertafel weten of zij problemen hadden met de aanwezigheid van meester Jan-Willem en juffrouw Siepie bij het gesprek. Ze sprak vanuit de hoogte.

‘Waar zijn ze dan?’, vroeg Bart om zich heen zoekend.

‘Ze komen zo. Het is pas kwart over 3. De school is net uit!’

Willy Bakbruin sloeg een verwijtend toontje aan. Dan moet je net bij Bart wezen.

‘Ja, jij maakt een afspraak met ons om kwart over 3.’

Willy Bakbruin negeerde Bart met klem en richtte zich met geheven kin tot Thea:

‘Jullie gaan dus akkoord met hun aanwezigheid?’

‘Ik vind het niets meer dan normaal dat ze bij het gesprek aanwezig zijn. Siepie vanwege het foute pré-advies en Jeewee omdat ik hem een mailtje gestuurd heb met een hulpvraag waarop hij doodleuk nog steeds niet gereageerd heeft. En dan te bedenken dat hij in het volgende schooljaar de meester van Sabine wordt in groep 8. Ik vind…’

Middenin de woordenstroom van Thea stond Willy Bakbruin op van de vergadertafel en repte zich, met het excuus dat ze zo weer terug was, de directiekamer uit. Alsof ze wilde zeggen:

‘Het kan me geen reet schelen wat jij vindt, trut.’

Verbouwereerd slikte Thea de rest van haar monoloog in. Bart speelde met zijn mobiel. Maar zijn allergische reactie op de arrogantie van Willy Bakbruin, in de vorm van de gezwollen aders in zijn rood aangelopen nek, voorspelden niet veel zen voor het aanstaande gesprek. Bart verstarde zelfs van ergernis toen Jeewee zich ongeveer een kwartier later ongemakkelijk aan de vergadertafel waagde, alwaar hij zich zonder te groeten quasi geconcentreerd in een stapel meegebrachte paperassen verdiepte. Kort daarna dook ook Willy Bakbruin weer op. Nog steeds van top tot teen in grimmigheid gehuld. Het wachten was nu op juffrouw Siepie.

‘Koffie?!’, dreigde Willy Bakbruin.

Noch Bart noch Thea voelden zich aangesproken. Gedecideerd trok Willy haar buik in en schoof achterwaarts tegen de muur, voorbij de rugleuningen van Jeewee en Bart,  naar het hoofd van de vergadertafel.  Het kostte onnodig en opzienbarend veel gehannes voordat ze eindelijk terug op haar troon zat met de regionale krant opengeslagen voor haar neus. De spottende, onderzoekende blik van Thea, die aan haar rechterzijde afwachtte, negeerde ze nadrukkelijk door net te doen alsof al haar aandacht opgesoupeerd werd door het actuele, plaatselijke nieuws, totdat Siepie eindelijk arriveerde. Zonder woorden, maar al op voorhand op haar teentjes getrapt, nam Siepie tegenover Willy Bakbruin aan het andere hoofd van de langwerpige vergadertafel plaats. De stoel aan de linkerhoek van Siepie bleef onbezet. Aan de rechterkant zat Jeewee die vaderlijk haar onderarm kort drukte. Als was zijn gebaar een vies insect, joeg Siepie in een reflex, met een geërgerde terugtrekkende beweging van haar arm, de goed bedoelde hand van Jeewee van zich af. Hij herstelde zich, slikte haast onmerkbaar en liet verder alleen nog zien dat hij het karakter van juffrouw Siepie niet persoonlijk nam. Waarschijnlijk omdat hij simpelweg geen andere keuze had. Hij was het gewend om op zijn werk en in zijn privéleven door van die Siepietypes als oud vuil behandeld te worden. Vandaar dat hij zijn hoop op normale vrouwen zoals Thea gevestigd had natuurlijk. Vruchteloos, want als Thea ergens nog nooit trek in heeft gehad, dan is het wel in een zwakke hap. Hoe dan ook kwam de verontwaardiging die Siepie op die bewuste dinsdagmiddag in de directiekamer extreem expliciet uitdroeg in haar gepikeerde manier van kijken, zitten en zijn, de toch al korzelige sfeer niet ten goede. Ergo, de pedanterie van juffrouw Siepie de saimiri maakte dat de opgekropte woedemassa van Thea hernieuwd op begon te borrelen in een inwendige eruptie die de suggestie van een overrijp kankergezwel opriep dat op kapsones en stupiditeit reageerde en anticipeerde met een gevoelige, abrupte celdeling. Haar handpalmen jeukten. Wat was ze Siepie de schooltrol graag naar de keel gevlogen. Ondertussen stak Bart kalmpjes zijn mobiel weg. Omdat niemand in beweging kwam, nam hij het woord en de leiding. Zijn zware stem bulderde meedogenloos door de directiekamer:

‘Wij gaan dus niet akkoord met het pré-advies. Vmbo basis is veel en veel te laag voor Sabine. De vraag is nu: Hoe lossen jullie dat op?’  

Siepie slaakte een gekwelde zucht doorspekt van zelfmedelijden en richtte haar blik naar het plafond. Gevolglijk schraapte Bart met zijn voortanden over zijn onderlip, wat bij hem nooit een jofel voorteken is. 

‘Ja, dan kun je wel met je ogen gaan zitten draaien!’, haalde hij dan ook genadeloos naar Siepie uit.

Acuut kwam directrice Willy Bakbruin voor haar personeel in het geweer. Zolang het nog kon! Wel jammer, voor de continuïteit van het gesprek, dat ze precies de verkeerde strategie koos door Bart op zijn gedrag te wijzen.

‘Doe niet zo boos Bart’, riep ze uit.

Alsof de vader van Sabine en Walter zo maar één van de 200 lagere school kinderen in de leeftijd van 6 tot 12 jaar was, die zij 4 jaar lang onder haar hoede had gehad. Met een beknopte, defensieve expressie deelde Bart de voormalige directrice van De Wielewaal een denkbeeldige dreun in het betuttelende gezicht uit. Min of meer verontschuldigend maakte Willy Bakbruin haar aantijging nog wat explicieter:

‘Je doet zo boos!’

Thea kende Bart goed genoeg om te weten dat Willy Bakbruin geen betere strategie had kunnen kiezen om haar man op stang te jagen, dan met haar bedillerige gemeier. Wat had ze nou gedacht? Dat Bart zou capituleren? Zo van:

‘Wat zegt u nou hare voormalige directrice mevrouw Willy Bakbruin? Doe ik boos? Doe ik boos tegen juffrouw Siepie saimiri de schootrol die hier aan het hoofd van de vergadertafel met haar ogen rolt? Hoe durf ik? Bij nader inzien bied ik mijn excuses aan. Mea culpa, mea culpa.’

Zulke onzin zou Bart nooit over zijn lippen hebben gekregen. Dat wat hij wel gezegd zou kunnen hebben was iets in de trant van:

’Misschien kan mejuffrouw Siepie met haar ooggerol in haar eigen tijd op zoek gaan naar haar herseninhoud? Anders kunnen we lang wachten hier in de directiekamer van De Wielewaal.  Eeuwig als u het mij vraagt, want die herseninhoud van mejuffrouw Siepie is volgens mij ver te zoeken. En eeuwig - in plaats van eerlijk - duurt nog steeds het langst. Toevallig heb ik nog meer te doen. Sorry, ik stap op.’

In plaats daarvan kwam Bart zwijgend met een schok van zijn imposante postuur overeind uit zijn stoel. Met een badinerende stembuiging, die Thea alleen van Bart kende als hij buiten zinnen was, liet de vader van Sabine en Walter, terwijl hij inrukte, aan alle aanwezigen zijn conclusie nog weten:

‘Ok, dat was de druppel! We gaan naar een andere school!’

De harde klap van de deur maakte de uitwerking van de afmars van Bart helemaal af. Willy Bakbruin en juffrouw Siepie schakelden direct over op de crisismodus met ogen op steeltjes. Jeewee smulde van de agitatie van Bart en loerde tersluiks naar Thea in afwachting van de veronderstelde, slaafse achtervolging van haar echtgenoot.

Siepie wilde wat zeggen, maar Thea was haar voor:

‘Sabine wordt onderschat op De Wielewaal. Bart en ik vinden dat een kwalijke zaak. Onze vraag is nu wat jullie van plan zijn om in het komende schooljaar te gaan ondernemen om haar te helpen in plaats van haar tegen te werken.’

Juffrouw Siepie de saimiri greep een pen en begon verwoed te krassen in het hoekje van de gewichtige formulieren, die ze zojuist nog met veel vertoon voor zich op de vergadertafel had uitgestald. Onderwijl trok ze een sip onderlipje en zakte in haar narcistische zelf gekeerd onderuit in haar stoel. Met dit typische over het paard getilde gedrag gaf Siepie maar weer eens aan dat zij niet van plan was om zich te laten roskammen. Ze kwam er steeds mee weg door doetjes als Jeewee, of schuimpjes als Willy Bakbruin. Het schuimpje richtte zich medelevend tot Thea 

‘Wat een stress voor een relatie ook’.

Ze doelde op het bruuske vertrek van Bart. Thea zweeg onder druk van de ingehouden adem van Jeewee. Ze gunde niemand leedvermaak over een eventuele huwelijkscrisis tussen Bart en haar, maar Jeewee nog wel het minst van iedereen. Trouwens er was helemaal niets veranderd aan haar relatie met Bart. Blaffende honden bijten niet. Maar zie maar eens van het imago van een boze witte man af te komen als alle symptomen lijken te kloppen. Thea was niet van plan om de vijand uit de droom te helpen. Ze zat hier voor Sabine en Willy Bakbruin was geen relatietherapeute. Met een uitgestreken gezicht bleef Thea op een relevant weerwoord wachten.

‘Je bent natuurlijk verdrietig en teleurgesteld’, herstelde Willy Bakbruin zich.

Ze hakkelde. Ze kon geen gepaste woorden vinden en aan Jeewee had ze ook al geen steun, want hij zocht dekking met zijn kin op zijn borst. Zijn onderarmen lagen op het vergadertafelblad, terwijl hij met zijn rechterduim een balpen bespeelde door onafgebroken het knopje te klikken. Thea moest de neiging onderdrukken om de pen uit zijn handen te rukken. Niet zozeer het getik als wel zijn houding irriteerde haar mateloos.

‘Ik ben niet verdrietig en ook niet teleurgesteld’, smaalde ze wrevelig.

‘Wat is er dan?!’, riep Willy Bakbruin ten einde raad uit.

‘Ik ben kwaad’, vatte Thea haar relaas van daarnet nog maar weer eens samen.

‘Kwaadheid is ook een emotie’, vond Willy Bakbruin.

‘Ja? En? Ik zeg toch niet dat ik geen emoties heb! Neemt niet weg dat jullie geen gedegen onderwijs bieden.’

‘Dat is niet eerlijk, Thea. Ik accepteer dat je boos bent, maar het is niet zo dat wij geen goede basisschool zijn. De Wielewaal heeft een hele goede reputatie en dat willen wij graag zo houden.’

‘Dan zou ik om te beginnen mijn adviezen maar eens kloppend maken.’

‘Onze adviezen zijn 90 procent van de tijd accuraat’, pochte Willy Bakbruin defensief en net ietwat te gretig om geloofwaardig te zijn.

‘Ik heb andere verhalen gehoord.’

Niet alleen Willy Bakbruin, maar ook juffrouw Siepie en Jeewee veerden op aan de vergadertafel.

‘We kunnen niet op geruchten in gaan’, bedacht Willy Bakbruin zich tijdig, want liever zou ze Thea naar de inhoud van de roddel en achterklap gevraagd hebben.

‘Nee, natuurlijk niet. Jullie worden geacht om te allen tijde professioneel te blijven. Laat ik het voortouw nemen en me aan de feiten houden’, antwoordde Thea spottend.

‘Doe dat’, vond Willy Bakbruin.

‘Waarom heeft Sabine een pré-advies voor vmbobasis terwijl ze makkelijk naar de havo kan?’

‘Is dat een feit of spreekt hier jouw verwachtingspatroon?’

Willy Bakbruin beklonk haar vraag met een diplomatieke knipoog richting Thea. Ze leek stellig van plan om als een waardig basisschooldirectrice ten onder te gaan. Thea twijfelde niet aan haar valse motieven.

‘Bewijzen jullie dan eens dat ik ongelijk heb.’

Thea wist bij voorbaat dat deze opmerking koren op de molen van juffrouw Siepie de saimiri zou zijn.

‘De uitslag van de entreetoets’, triomfeerde de schooltrol dan ook zonder te aarzelen.

En zo had Thea haar in de val gelokt, want het tweede deel van haar aanval richting juffrouw Siepie de saimiri luidde namelijk:

‘En wat is er gebeurd met de uitslag van het leerlingenvolgsysteem van Sabine door haar jaren op De Wielewaal heen? Daar zijn toch aantekeningen van gemaakt? Bovendien heeft ze 7 jaar lang opgeteld zo’n 21 rapporten gekregen met bovengemiddelde resultaten.’

Willy Bakbruin wist wel raad met zo’n vraag van een ouder. Helemaal nu ze hoopte om in de nieuwe rol van modeldirectrice het tij op de valreep nog te kunnen keren. Het schoolboekje kende ze van buiten en met een beetje toegevoegde fantasie viel er best een plausibele verklaring uit haar duim te zuigen.

‘Dit schooljaar hebben wij als docententeam besloten om bij de pré-adviezen van groep 7 voorlopig de uitslagen van het leerlingenvolgsysteem buiten beschouwing te laten. Dit is niet alleen de verantwoordelijkheid van juffrouw Siepie en juffrouw Lola, maar heeft alles te maken met het feit dat juffrouw Rita aan het begin van dit schooljaar overspannen is geraakt. Groep 7 is een drukke, grote groep en juffrouw Siepie en juffrouw Lola zitten tot over hun oren in het schoolwerk. Vandaar.’

Thea twijfelde bijna aan haar gehoororganen, want Willy Bakbruin gaf hier zo goed als letterlijk toe dat het pré-advies van Sabine alleen maar op de uitkomst van de entreetoets gebaseerd was. Vast en zeker per ongeluk. Thea nam zich voor om kalm te blijven en niet meteen met de deur in huis te vallen. Het was beter voor het ego van de  aanwezige leden van het docententeam dat ze zelf inzagen hoe achterlijk ze bezig waren dan dat Thea het drietal met de neuzen op de feiten drukte.

‘Zo dat zal de goegemeente niet leuk vinden.’

‘Tot nu toe heb ik geen klachten’, aarzelde Willy Bakbruin met een paniekblik in de ogen.

Jeewee monsterde Thea met een bevreemde uitdrukking in zijn gezicht en Siepie had niets in de gaten en speelde nog steeds de beledigde onschuld.

‘Dus jullie hebben voor geen enkel kind het leerlingenvolgsysteem bij het voorlopige middelbare schooladvies betrokken? Niet alleen niet bij Sabine?’

‘Inderdaad, niet alleen…uh… niet bij Sabine’, hakkelde Willy Bakbruin, omdat ze vormfouten wilde voorkomen.

Thea deed net alsof ze ineens tot een inzicht kwam en riep zogenaamd verbouwereerd uit:

’Wat heeft het leerlingenvolgsysteem dan nog voor zin? Waarom in godsnaam de leerontwikkeling van ieder kind een basisschoolleven lang vastleggen als het middelbare school pré-advies van de uitslag van maar 1 entreetoets aan het einde van groep 7 afhangt? Waarom zou onderwijzend personeel zich dan überhaupt nog met de uniciteit van een kind bezig hoeven te houden? Waarom niet gewoon iedere leerling automatiseren met behulp van een online citotrainer? Hebben de overbelaste juffen en meesters tenminste eindelijk genoeg tijd om zich met behoud van salaris volledig op zelfontplooiing en andere bijzaken toe te leggen. Dit is zo slecht!’

Willy Bakbruin schudde hevig met haar hoofd:

‘Nee, nee, je chargeert Thea. Alle pré-adviezen zijn zorgvuldig samengesteld.’

‘Maar de resultaten van het leerlingenvolgsysteem blijven buiten beschouwing omdat hare heilige juffrouw Rita overspannen is en omdat de juffies Siepie en Lola in tijdnood zitten?’, wilde Thea nogmaals met klem van Willy Bakbruin weten.

Willy Bakbruin keek moeilijk. Het benul van het bevuilde eigen nest begon langzaam maar gestaag tot haar door te dringen. Jeewee zat zich allang plaatsvervangend te schamen. Alleen Siepie was zich nog steeds van geen kwaad bewust.

‘Sabine kan niet naar de havo. Ze komt gewoon niet hoger dan vmbobasis. Kijk maar naar de uitslag van de entreetoets. Ze heeft grote moeite om zich te concentreren. Ze komt niet mee met de groep. Ze is constant met andere dingen bezig. Klessebessen en de Tina lezen. Heel gezellie allemaal, maar op die manier gaat ze nooit de havo redden uiteraard. Te hoog gegrepen. Dat haalt ze gewoon niet, klaar.’

‘Heb je het tegen mij?’

Thea staarde de schooltrol quasi verward aan. Ze hield met moeite een gierende hoonlach in. Willy Bakbruin en Jeewee bekeken juffrouw Siepie de saimiri alsof ze  zojuist ter plekke door haar sokkel gezakt was. Met haar mondaine uitlatingen maakte deze bezopen onderwijzeres het haar meerdere en de ridder op het witte paard wel erg moeilijk om gedrieën één schoolfront te blijven vormen.

‘En waarom heb je mij niet eerder op de hoogte gesteld van jouw bezorgdheid over mijn dochter Sabine als ik vragen mag?’

Juffrouw Siepie de saimiri mistte het cynisme van Thea.

‘Je hebt me nooit iets gevraagd’, stelde ze laconiek.

‘Nee, vind je het gek?’, scheerde Thea.

IJverig deed Willy Bakbruin haar best om de boel onder controle te krijgen:

‘Ik denk dat we een verslagje moeten maken over dit gesprekje.’

‘Je moet doen wat je niet laten kunt’, vond Thea.

Jeewee schraapte zijn keel. Hij ging wat zeggen, terwijl hij tegelijkertijd met een schalkse blik de reacties van Thea monsterde. Het moest maar eens uit zijn met die bijdehandte opmerkingen van Thea. Dit was niet de vriendelijke, toegeeflijke droomvrouw die Jeewee van haar gemaakt had. Zij deed haar best om haar gezicht in plooi te houden. Pokerface. Inwendig gruwelde ze meer van de aanwezigheid van Jeewee dan ooit te voren; of eerder van de afwezigheid van een persoonlijkheid; een ruggengraad; een skelet. In haar ogen was Jeewee vandaag voorgoed gereduceerd tot weekdier; een kwal. Waarom kreeg hij geen goed woordje over Sabine over zijn lippen? Hij vond haar toch zo’n scheetje indertijd in de combiklas 5/6? Of een poepie? Wat was het ook weer en wat deed het er toe? Al die misleidende kinderkwats. 

‘Ik weet zo goed als zeker dat alle kinderen in het komende schooljaar, dus in groep 8, gezamenlijk de schouders eronder zullen zetten’, prevelde hij in het algemeen als in een schietgebedje waarin hij de Here om zijn zegen vroeg;  voor het geval Siepie de schooltrol hem een toezegging  - hoe miniem ook - aan de moeder van Sabine kwalijk mocht nemen.

Juffrouw Siepie de saimiri tuitte bedachtzaam haar lippen, maar zweeg. Jeewee herademde en Thea haatte het drietal. Haar frustratie reageerde ze af op Jeewee zonder oogcontact te maken.

‘Kun je wat specifieker zijn?’

‘Hoe bedoel je?’ vroeg Jeewee beteuterd.

‘Waarom reageer je niet op mijn hulpvraag voor Sabine in de mail?’

Toen Thea opkeek naar Jeewee kon ze nog net aan zijn samengeknepen lippen opmaken dat hij dicht klapte. Willy Bakbruin zag hem ook weg vallen en legde de verantwoordelijkheid voor zijn black-out bij Thea.

‘Wat is nou jouw probleem Thea? Jan-Willem zit hier nou toch met jou aan de gesprekstafel? Hij erg populair.’

‘Populair zeg je? Bij de kinderen of bij de ouders’, insinueerde Thea pesterig.

Met tegenzin gaf Willy Bakbruin een duimbreed toe:

‘Jan-Willem heeft niet alvast vantevoren op jouw berichtje gereageerd op mijn verzoek.’

‘Ach, vanwege het mailverbod?’

Thea voelde een bijna onbedwingbare aandrang om Jeewee te ontslijmen door de slapjanus metaforisch door een wringer te halen.  

‘Zullen we het netjes houden?’

Willy Bakbruin sloeg een intimiderend toontje aan en zette haar beste terrorgezicht op. Alleen al door die vijandigheid was Thea van willens om de vergadering zo lang mogelijk te saboteren door te blijven zitten. In tegenstelling tot Bart die juist een helder standpunt had in genomen door op te stappen. Thea daarentegen zou pas tevreden zijn als het haar op de één of andere manier lukte om dit stelletje amateurs een hak zetten. Bijvoorbeeld door ze een hele zomervakantie lang in het ongewisse te laten over de bestemming van Sabine. Thea en Bart hadden onderling allang bepaald dat Sabine op De Wielewaal mocht blijven. In groep 8 bij haar geliefde meester Jeewee. Een beetje stoom afblazen van Bart veranderde niets aan dit besluit, maar dat hoefde verder niemand te weten. Bart kon roepen wat hij wilde en dat deed hij dan ook. Intussen was de hamvraag stilaan allang niet meer of het pré-advies van Sabine nou wel of niet passend was bij het leerniveau van het kind. Alsof een eerlijk antwoord op die vraag überhaupt ooit serieus in overweging genomen was door het team van De Wielewaal. Nee, het zwaartepunt van het probleem lag sinds het dreigement van Bart bij de vraag of de ouders van Sabine en Walter nou wel of niet op het nippertje een rampzalige beslissing zouden nemen door daadwerkelijk met hun kinderen naar een andere basisschool te vertrekken. Zo ja, dan zou niet alleen Siepie, maar het complete docententeam van De Wielewaal een figuur slaan in de onderwijswereld. Ieder normaal denkend mens kon per slot van rekening na 10 minuten praten met Sabine al merken dat het 10jarige meisje waarschijnlijk niet helemaal tot haar recht zou komen op een vmbobasis opleiding tot praktijk gerichte handenarbeidster. En als zo’n fout pré-advies nou een incident was. Als het de eerste keer was dat het docententeam van De Wielewaal open en bloot blunderde; dan waren de stommiteiten nog wel met de mantel der liefde te bedekken geweest. Maar mede door haar telefoongesprek met Rinus Hardleers had Thea allengs zo’n aan zekerheid grenzend vermoeden dat het team van De Wielewaal onder leiding van Willy Bakbruin in de afgelopen 4 jaren meer flaters geslagen had dan goed was voor de carrière van de directrice. Willy Bakbruin was tenslotte niet voor niets de laan uitgestuurd. Het feit dat zij haar ontslag niet onder ogen wilde zien en de kans kreeg om koppig te trachten om tijdens de machtsoverdracht in de directiekamer de klok en daarmee haar congé terug te draaien, zei in wezen meer dan genoeg over de chaotische toestanden op De Wielewaal en de mate van labiliteit van Willy Bakbruin. In haar directe omgeving hoefde Thea eveneens niet lang te zoeken naar voorbeelden van het negatieve effect van het Willy Bakbruinbeleid. De illustraties lagen voor het oprapen. Uit de groepen van Sabine en Walter vielen respectievelijk, uit het hoofd, zo al opgeteld 3 klasgenoten op te sommen die op aanraden van Willy Bakbruin zonder pardon van De Wielewaal naar de Klaproos waren afgevoerd.

De Klaproos was een basisschool voor moeilijk opvoedbare kinderen. Terecht of onterecht; duidelijk werd dat Miranda, Falko en Hedwig niet te handhaven waren op De Wielewaal. Het zag er naar uit dat die overbelasting alles met de behoefte van Willy Bakbruin om aardig gevonden te worden te maken had. Ook door de opperouders, maar toch voornamelijk door haar personeel. Haar team probeerde ze boven alles te vriend te houden door haar docenten te ontlasten. Het is een algemeen gedeeld geheim dat onderwijzend personeel het beste floreert bij een beleid dat  veeleisende leerlingen afdankt. De definitie van de term veeleisend, bleef op De Wielewaal hangen in een grijs gebied dat een docent met steun van Willy Bakbruin naar individueel goed dunken in mocht vullen. Gevolglijk wist Dolly, de moeder van Miranda, later nog in geuren en kleuren aan Thea te melden dat ze de zogenaamde, goed bedoelde, wijze raad van Willy Bakbruin mooi in de wind geslagen had. Ook al had Jade – de interne coördinatrice van De Wielewaal  - Miranda al min of meer ingeschreven op De Klaproos, toch had Dolly haar dochter van De Wielewaal op een reguliere nieuwe basisschool weten te krijgen in plaats van op De Klaproos.    

De directrice van de nieuwe basisschool stond paf van het verhaal over Miranda. Ze zou zeker melding maken van de dwalingen van het docententeam van De Wielewaal. Enerzijds uit bewondering voor het eigen initiatief van de moeder van Miranda. Dolly was maar een eenvoudige volksvrouw. Ze zat  godsamme nog in de kraamtijd van haar tweede kind; een zoontje; Damian. Dat weerhield Dolly echter niet van de krachtinspanning om  onder de expertisedruk van De Klaproos uit te kruipen. Anderzijds kon de directrice van de nieuwe basisschool van Miranda niets aan het kind bespeuren dat om een speciale aanpak schreeuwde. Het meisje had niet eens zo’n slecht rapport.

Dit daadkrachtige basisschoolhoofd was vast niet de enige en de laatste die het snoeiregime van De Wielewaal openlijk in twijfel durfde te trekken. En als het wanbeleid van Willy Bakbruin nou niet zo incidenteel mooier leek dan het was; dan had deze of gene nog wel geoorloofd, met een gerust hart, de kop in het zand kunnen steken. Want niet alleen  Miranda, Falko en Hedwig, maar veel meer kinderen uit kansarme gezinnen werden gewetenloos gedumpt op De Klaproos. Waarschijnlijk voor het perfecte totaalplaatje oftewel het behoud van de prestige van De Wielewaal. Dat verklaarde ook waarom Alfred, het 2 jaar jongere broertje van Boris uit de klas van Sabine, zich in de dagen van Willy Bakbruin wel thuis mocht blijven voelen op De Wielewaal. Ondanks zijn progressieve, levensbedreigende spierziekte, een butsmuts en een loeizware inklapbare rolstoel die hem overal na gedragen moest worden. Zijn vader, de gemeentefunctionaris, wist als wederdienst voor het onderkomen op een reguliere basisschool van zijn doodzieke, lichamelijk gehandicapte zoon met overduidelijk speciale behoeften, wel de nodige subsidie los te krijgen voor de bouw voor een heuse invalidelift in De Wielewaal. Hoefde conciërge Tarik die rolstoel niet meer achter Alfred aan van hot naar her te slepen. Over de kat op het spek binden gesproken! Thea stelde zich zo voor dat soortgelijke observaties bij menigeen tot ergernissen uitgroeiden en dat op die manier de klachten hoe langer hoe harder binnen regenden naarmate Willy Bakbruin steeds grotere hiaten in haar besturingstactiek liet vallen. Ook van binnenuit. Thea herinnerde zich ene Rosalie die door de schoolstichting een jaar was aangewezen om de opvolging van Jeewee door juffrouw Siepie in de combiklas te ondersteunen. Van het begin af aan had Thea het idee gehad dat Rosalie haar een warm hart toedroeg. Ze had alleen geen flauw idee waarom, want noch Walter, noch Sabine hadden direct met Rosalie te maken gehad. Toen de combiklas werd opgeheven verdween ook Rosalie met stille trom en een bemoedigende knipoog richting Thea in de wandelgangen. Vanaf toen wist Thea zeker dat Rosalie een informante voor de onderwijsstichting was. Thea met al haar trammelant op De Wielewaal werd gezien als een potentiële klokkenluidster. Niet helemaal onterecht en begrijpelijk, want de waarheid over de wantoestanden op De Wielewaal was te absurd om zich te laten raden. Willy Bakbruin trok in elk geval niet aan de bel, terwijl ze haar zaakjes almaar moeilijker op een rijtje kreeg. In de verbeelding van Thea volgden de missers elkaar automatisch op door een onontkoombaar domino-effect of de wet van Murphy. Als in een kettingreactie nam de schare kinderen die kritiekloos naar De Klaproos verscheept werden als vanzelf toe. Daarnaast was in de loop van 4 jaren een overvloed van leerlingen door ontevreden ouders voortijdig van De Wielewaal gehaald. Zij werden op andere basisscholen onder gebracht, waar natuurlijk vragen rezen en geruchten ontstonden. Tegelijkertijd werd het hoofdkantoor van de onderwijsstichting overspoeld met klachten over de middelbare schooladviezen in groep 8 van De Wielewaal. Zowel van mentoren op middelbare scholen als van ouders. Waarom hadden zoveel oud-basisschoolleerlingen van De Wielewaal een vwo-advies terwijl een groot deel van de uitverkorenen als puntje bij paaltje kwam, amper het vmbo aan bleek te kunnen zonder dag en nacht te moeten studeren? Of andersom; waarom begonnen sommige Wielewaalverlaters op vmboniveau, terwijl ze het vwo gedeelte van de toetsen in de brugklas van een scholengemeenschap keer op keer soepeltjes met vlag en wimpel doorstonden? Was het de schuld van de lamlendige leerkrachten op al die verschillende grote, verderfelijke middelbare scholen in de stad waarin de Wielewaaltjes zich verspreid hadden na groep 8? Lag het aan een gebrek aan inzet van de betreffende scholieren? Waarom was dan uitgerekend De Wielewaal continu in opspraak? Kwam de voortdurende mismatch tussen opleidingstype en leerniveau dan misschien toch door het docententeam op De Wielewaal dat chronisch verkeerde middelbare school adviezen afgaf? Adviezen die niet waren afgestemd op de behoeftes van het kind, maar op de illusies van de heersende opperouders op De Wielewaal. Wat moest men anders? De ingecalculeerde, landelijke gemiddelden waren bij voorbaat elk schooljaar al besproken. De 10 procent vwo-adviezen en de 20 procent leerlingen die naar de havo konden lagen allang vast. Wat overbleef was het vmbo. Vmbo-theorie voor de middelmaat, vmbo kader voor de wannabees en basisvmbo-advies voor de verschoppelingen. Want die minderbedeelden moesten en moeten er ook zijn! Of mochten en mogen. Tot in de eeuwigheid zal de gangbare soort zich blijven handhaven. Onkruid vergaat niet. 

‘We zitten nou wel in een impasse’, verzuchtte Willy Bakbruin, omdat ze smachtte naar duidelijkheid.

Over een behoefte aan helderheid kon Thea meepraten. Vanaf het moment dat ze kinderen had was het verlangen naar heldere antwoorden alleen maar gegroeid:

‘O ja?’

‘Ja, hoe ga je dat regelen met Bart dan?’, wilde Willy Bakbruin kriegelig weten.

Thea richtte haar blik quasi niet begrijpend langzaam maar zeker op de ontwijkende ogen van Willy Bakbruin en vroeg kalmpjes:

‘Hoe bedoel je?’

‘Wat vindt Bart ervan dat Sabine het volgende schooljaar op De Wielewaal en in groep 8 bij Jeewee en Siepie blijft?’

‘Wie zegt dat Sabine op De Wielewaal blijft? Trouwens; stel dat we besluiten om te vertrekken – en die kans is wel degelijk aanwezig -,  dan nemen we Walter natuurlijk ook mee.’

Het was Thea nooit eerder opgevallen dat Willy Bakbruin zo abnormaal veel met haar oogleden knipperden. Mogelijk was het een zenuwtrekje dat plotseling optrad in stresssituaties. Willy Bakbruin was nog steeds bezig om de schadelijke gevolgen van haar beleid binnen de perken te houden. Zinloos, veel te laat en de zoveelste actie die haar niet in dank zou worden afgenomen. De gewezen directrice werd er neurotisch van. En emotioneel.

‘Ik hoop dat jouw huwelijk bestand is tegen teleurstellingen in de schoolprestaties van jouw kind. Mijn huwelijk is eraan onderdoor gegaan.’

‘Joh, wat vervelend, maar weet je Willy, noch Bart, noch ik zijn teleurgesteld in de schoolprestaties van onze kinderen. We zijn wel teleurgesteld in het gebrek aan professionaliteit van juffrouw Siepie en als gevolg daarvan in het pré-advies.’

Juffrouw Siepie kromp ineen en speelde doof stommetje. Jeewee leefde met haar mee en Willy Bakbruin ontfermde zich meteen over haar lieverdje:

‘Ik zou het wel fijn vinden als je respect voor een ander in acht neemt Thea!’

‘Jullie eerst’.

‘Wij hebben respect voor jouw mening. Neem bijvoorbeeld jouw kijk op dyslexie.’

‘Wat is daar mee?’

‘Ik respecteer jouw mening over dyslectie.’

‘Nee, dat doe je niet, want ik verkondig al jaren de mening dat dyslectie niet bestaat. Niet in de gemedicaliseerde, problematische vorm waarop jullie het leesonderwijs presenteren in ieder geval.’

‘Mijn zoon is dyslectisch’, beet Willy Bakbruin Thea afgemeten toe.

Thea kauwde op haar onderlip. Niet in staat om de doorzichtigheid van haar afwerende houding te verhelpen:

‘Nou dan heb jij je mooi laten besodemieteren’, beeldde ze uit.

Vermoedelijk had de ex-man van Willy Bakbruin ook niet aan de dyslexieverklaring gewild net als Bart en Thea. Hoeveel redenen heeft een deskundige verder nog nodig om privé en zakelijk gescheiden te houden? Ook in het onderwijs. Zelfs Jeewee snapte wat Thea ongezegd bedoelde.

‘Het is niet zo dat het pré-advies alles bepalend is. Bovendien kan elke leerling in groep 8 nog best een leergroeispurt maken.’

‘Dus het advies hangt toch niet alleen van de uitslag van de citotoets af?’

De vraag van Thea was doorspekt van cynisme met de bedoeling om de afstand tussen Jeewee en haar voorgoed onoverbrugbaar te maken. Nooit zou ze hem zijn afvalligheid vergeven. Hij had niet gereageerd op haar hulproep in de mail. Zonder een zelf beschermend schild van sarcasme viel zijn broze charisma niet meer te verkroppen.

‘Zeker niet’, gokte Jeewee onzeker.

Hij dacht niet meer te weten wat Thea horen wilde. Wel wat ze niet horen wilde; en dat was het geglibber van een slijmbrok op een glijdende schaal die de opperouders wel moeiteloos door slikten.

Wat Thea betrof mocht Jeewee verder voorgoed blijven worstelen met zijn wankele ego. Hij was slechts nog bruikbaar voor het hooghouden van de moraal van Sabine in de komende groep 8. Op de vrijdag na het foute préadvies waren Bart en Thea ieder afzonderlijk immers meteen al op eigen initiatief samen met Sabine voor een zomervakantie en langer aan het citotrainen geslagen. Bart zou het rekengedeelte bij zijn dochter op niveau trekken en Thea deed de rest. Huiswerk begeleiden was per slot van rekening haar vak. Ze had Jeewee niet nodig om Sabine bij te spijkeren. Maar of Sabine een toekomstig schooljaar lang ook tegen de aanwezigheid van juffrouw Siepie de saimiri naast haar idool Jeewee in groep 8 bestand zou zijn, waagde Thea te betwijfelen. Bart zag echter geen probleem.

‘Het voordeel van domme mensen zoals de schooltrol is dat ze regeltjes nodig hebben. Hoe strikter de voorschriften, hoe comfortabeler de wolvin in haar schaapskleren blijft zitten.’

‘En wie gaat Siepie in het gareel houden dan? Willy Bakbruin is per 1 augustus officieel van de baan en je gaat me toch niet vertellen dat jij in Jeewee een toekomstige leider ziet?’, panikeerde Thea.

Bart bleef optimistisch:

‘Als die Rinus Hardleers van de onderwijsstichting jou de waarheid door de telefoon heeft toegefluisterd, dan komt er na de zomervakantie een nieuwe directeur die zijn kwaliteit al bewezen heeft. Geloof maar dat zo iemand vaker varkentjes van het Siepiekaliber gewassen heeft.’

‘Rinus Hardleers had het zelfs over 2 blusmeesters en hij klonk overtuigend’, wist Thea zich nog te herinneren.

‘Nou dan’.

‘En ik sta sinds mijn telefoongesprek met Rinus Hardleers in directe verbinding met een kliklijn.’

‘Wat wil je nog meer?’

‘Een normale basisschooltijd voor Sabine en Walter zou wel leuk zijn.’

‘Dat gaat niet meer lukken op De Wielewaal of waar dan ook, ben ik bang’, grijnsde Bart berustend.

Net als woordenwisseling met Willy Bakbruin, Jeewee en juffrouw Siepie de saimiri over het foute pré-advies aan Sabine. Die dreigde voortijdig ook nergens meer toe te leiden op die bewuste dinsdag namiddag aan de vergadertafel in de directiekamer van De Wielewaal. Wel beschouwd was de ruzie beslecht met een status quo. Een patstelling die Bart en Thea in het volgende schooljaar met de beloofde steun van Rinus Hardleers van de onderwijsstichting wel naar hun hand moesten zetten. Gedreven door het Salomonsoordeel van geen andere basisschool.

Zolang de ex-directrice zich nochtans zittende hield op haar wankele troon bleef alles bij de oude knoeiboel op De Wielewaal. Kennelijk zag Willy Bakbruin nog wel kansen om het tij te keren. Onder meer door Thea niet met lege handen te laten gaan. Al was het maar om indruk te maken op de blusmeesters uit het crisismanagement die inmiddels - in de hoedanigheid van big brother – natuurlijk allang toezicht hielden op vanalles en nog wat en lang niet meer alleen op het mailverkeer. Er moest resultaat geboekt worden. Voor de verandering. Bij een verbeterde aanpak zou het bestuur wel spijt krijgen van hun besluit om de directrice te ontslaan. Althans in het sprookje van Willy Bakbruin en haar avonturen op De Wielewaal. Het terugdraaien van het pré-advies van Sabine zou op korte termijn het hoogste rendement opleveren. Thea had echter in het verleden met haar woorden en daden al meermaals bewezen dat ze het risico van het wekken van slapende honden niet waard was. Los daarvan zou Siepie zich gepasseerd voelen bij een herziening van het pré-advies en als Willy Bakbruin ergens in gefaald had tijdens haar functie als directrice dan was het wel in conflictbeheersing.

Willy Bakbruin kon de moeder van Walter en Sabine ook paaien door Thea nogmaals uitdrukkelijk te bedanken voor dat verrassende mailtje. Vlak na de bekendmaking van haar ontslag in de nieuwsbrief van De Wielewaal had Willy Bakbruin immers een opkikkertje van Thea mogen ontvangen. Thea had dat berichtje eigenlijk tegen wil en dank gestuurd. Ze had het mailverbod getrotseerd. Bij zoveel kloekmoedigheid kon Willy Bakbruin niet achterblijven. Ze moest een gebaar terug maken. Ook omdat de troubleshooters het vriendelijke mailtje van Thea allang onder ogen hadden gekregen natuurlijk. Zo leek het net alsof alleen Willy Bakbruin de boosdoener was. Toch hoefde de handreiking van Willy Bakbruin naar Thea ook weer niet al te pontificaal. Waarom het onderwijsteam onnodig ontstemmen? Een hoofdknikje naar Thea was geen herrie in de keuken waard. Bovendien had Willy Bakbruin op het moment suprême Thea ter plekke via haar mobiel al een bedankbriefje teruggestuurd. Een goedmakertje dat de blusmeester indien nodig evengoed online terug konden halen.

Desondanks was de afwijkende mening van Thea deze keer voor de verandering eens geen vloek, maar een zegen voor Willy Bakbruin  geweest. Een schot in de roos. Een houvast. Een lichtje in de duisternis. De strelende inhoud had Willy Bakbruin al 100 keer teruggelezen. Nog steeds werd Willy Bakbruin helemaal warm van binnen bij de gedachte aan de lofbetuiging van Thea. De moeder van Walter en Sabine vond dat zij, Willy Bakbruin, gewezen directrice van basisschool De Wielewaal; ‘altijd goed’ was geweest met alle kinderen. Het was waar, maar daarom niet minder ontroerend. Het was een compliment. De enige opsteker die Willy Bakbruin na haar ontslag überhaupt in ontvangst had mogen nemen. Van wie dan ook. Een welgemeende pluim zelfs. In haar 4 ambtsjaren was Willy Bakbruin te vaak met tirannieke Thea geconfronteerd geweest om vandaag ineens te gaan twijfelen aan de oprechtheid van de moeder van Walter en Sabine. Aansluitend zul je altijd zien dat uitgerekend zo’n lastige ouder uit het verdomhoekje van de regeringsperiode van Willy Bakbruin toch waardevoller bleek te zijn dan een verre vriend of zelfs een collega of opperouder uit de directe omgeving. Willy Bakbruin zou zichzelf niet zijn als ze nu niet bereid was om een kniebuiging te doen voor haar supporter in de verpersoonlijking van Thea. Het dankwoord moest wel snel, snel op het kantje af in het uitstel van executie gevoegd worden, omdat de tijd drong tot aan de officiële uittocht van de directrice van De Wielewaal. Dat schreeuwde om improvisatie. Uitgekiend in het bijzijn van 2 leden van het docententeam, zodat zij alom konden verhalen van de inschikkelijkheid van Willy Bakbruin, want de ontheven directrice had inmiddels wel begrepen dat functie en aanzien niet automatisch samengaan. Luister komt voort uit mond-op-mond reclame en herhaaldelijke bekrachtiging van de achtbare in kwestie. Ongelukkigerwijze was grootmoedigheid niet de sterkste kant van Willy Bakbruin en zonder horten en stoten kwam ze dan ook op niet op gang. Alsof een kortsluiting de verbindingen tussen haar hersencellen saboteerden. Steelsgewijze hield ze angstvallig de reactie van de schooltrol in de gaten, terwijl ze koortsachtig naar de juiste woorden zocht.    

‘Het komt bijna nooit voor dat een pré-advies afwijkt van het uiteindelijke advies aan het eind van groep 8, maar Thea; in het geval van Sabine sluit ik een uitzondering niet uit.’

‘Ach, je bedoelt dat de foute inschatting van mijn dochter in groep 8 vanzelf rechtgetrokken wordt?’

‘Nou niet vanzelf. Jan-Willem en Siepie zijn er ook nog’, lachte Willy Bakbruin suggestief.

Jeewee en Siepie gaven niet thuis. Siepie krulde het ezelsoor in de hoek van haar aantekeningen en Jeewee staarde dromerig uit het raam. Thea vond het tijd om het tweetal bij de discussie te betrekken. Ze resumeerde met stemverheffing:

‘Dus jullie gaan er persoonlijk zorg voor dragen dat Sabine op haar leerniveau komt?’

‘Dat is ons werk, Thea’, antwoordde Willy Bakbruin namens haar personeel.

‘Ja, dat dacht ik dus ook, maar als een pré-advies nooit afwijkt van het uiteindelijke advies, waarom zou het geval van Sabine dan een uitzondering zijn?’

‘Ik zei niet dat een pré-advies nooit afwijkt van het uiteindelijke advies. Ik zei ‘bijna nooit!’

‘En waarom zou Sabine dan een uitzondering zijn?’

‘Omdat Sabine niet zomaar iemand is. Weet je nog dat ik een beslissend gesprekje mat haar gevoerd heb toen ze van de combiklas naar de complete groep 6 ging? Toen kon ik al merken dat Sabine een heel speciaal meisje is.’

Eindelijk was het hoge woord eruit. Voldaan helde Willy Bakbruin achterover met de armen voor haar borsten over elkaar heen geslagen. Thea snapte de strekking, maar ze bedankte voor het doekje voor het bloeden.

‘Dat denk ik ook, maar laten we eerlijk wezen Willy. Volgens mij - en ik meen me te herinneren dat ik dit wezenlijke aspectje van jouw persoonlijkheid laatst in een illegaal mailtje ook al eens bestempeld heb – vind jij diep in je hart dat alle kinderen van De Wielewaal inclusief even speciaal zijn. Toch?!’

Bij wijze van reactie liet Willy Bakbruin haar intenties a la minute voor wat ze waren. Missie mislukt! Ze zag er overwonnen uit ineens. Diep teleurgesteld in de mensheid. Alsof ze verlinkt was. Op heterdaad betrapt. Monddood gebaarde ze richting aanwezigen dat de vergadering over het foute pré-advies aan één of ander meisje van groep 7 per direct gesloten was. De aangeslagen moeder zag ze niet meer zitten.

Ook niet staan of lopen. Op slag was Thea lucht geworden voor Willy Bakbruin. Nog minder dan de moeder van één of ander meisje uit groep 7. Thea zou er niet eens iets van gemerkt hebben, als ze niet op de kop af in die laatste anderhalve week voor de zomervakantie op elke denkbare plek van De Wielewaal tegen de uitgerangeerde, opgejaagde directrice was gestuit. Telkens wendde Willy Bakbruin met een royale zwenking haar nukkige hoofd af. Na de derde keer verzon Thea in het voorbijgaan aan de theatrale Willy Bakbruinmomentjes zelfs een handpalm tegen het afgekeerde voorhoofd. De gewezen directrice leek dan ook de ineenstorting nabij.

Ook juffrouw Siepie was niet helemaal zichzelf in die laatste dagen voor het einde. Niet dat Thea haar eveneens overal tegen kwam op De Wielewaal tijdens het halen en brengen van Walter en Sabine. Althans niet lijfelijk. Maar aan de rand van het schooljaar kozen Walter en Sabine hinderlijk vaak uitgerekend de schooltrol tot gespreksonderwerp. Zoals tijdens het avondeten.

‘Juffrouw Siepie stond toch raar te dansen op de gang!’, verhaalde Water plompverloren middenin een gesprek tussen Thea en Bart.

‘Juffrouw Siepie stond heel raar te dansen op de gang?’, herhaalde Thea afgeleid.

Bart probeerde nog om de rode draad van de oorspronkelijke conversatie vast te houden door stug door te praten over koetjes en kalfjes, maar Walter viel hem in de rede:

‘Ja, in de gang. Ze had oortjes in en een iPod in haar hand en ze stond heel vreemd te zwieren. Alsof ze stoned was.’

‘Ze is gek’, concludeerde Bart stellig.

‘Hoezo weet jij wat stoned is?’, wilde Thea bezorgd van haar 9jarige zoon weten.

‘Ze zal wel valium geslikt hebben tegen de stress’, schamperde Bart.

‘Stoned word je van shit’, wist Sabine.

‘En van valium dus’, vulde Bart aan.

‘Waarom zou ze ineens stress hebben?’, vroeg Thea zich hardop af.

Stiekem hoopte ze dat Siepie achtervolgd werd door de kritiek op het pré-advies van Sabine.

‘Ik zou het niet weten’, simuleerde Bart terwijl hij zijn hoofd schudde over de onverbeterlijke zelfonderschatting die zijn vrouw soms tentoon kon spreiden.

‘Door mij?’

Thea wist dat ze olie op het vuur gooide, maar haar behoefte aan helderheid domineerde de wrevel van Bart

‘Eerder door de kritiek en dan niet door de inhoud, maar door het feit dat de strekking van de aanklacht naar buiten gekomen is’, verklaarde Bart vermoeid door het vertraagde inzicht van zijn vrouw.  

‘Of door meester Joep’, bedacht Sabine.

‘Ow, hem heb ik ook gezien vandaag!’, riep Walter blij uit.

Enthousiast zwaaide hij met zijn soeplepel. Bart, die naast hem zat, veegde de druppels kippennat van zijn wang.

‘Meester Joep was toch op wereldreis naar Nieuw-Zeeland?’

Thea weet nog als de dag van gisteren dat hij vertrok van De Wielewaal onder begeleiding van ‘Kijk eens even naar die leuke klas van Joep’ op de melodie van Toveren van K3. Uitgevoerd door de voltallige bezetting van de toenmalige groep 6 van invalkracht Joep.

‘Hij kwam zomaar de klas binnen vandaag! Ik denk om hallo te zeggen tegen ons. De oude groep 6’, gaf Sabine met weinig geestdrift weer.

Thea brandde haar mondholte aan de kippensoep en smeet geïrriteerd haar lepel op het grenen keukentafelblad. Ze verslikte zich bijna in een slok ijswater tijdens het vangen van één van de klontjes uit het glas. Toen dat gelukt was frazelde ze met beladen tong: 

‘Wat is dat toch met al die onderwijzers die almaar terug keren naar De Wielewaal alsof de kinderen op ze zitten te wachten. Eerst meester Gijsbert en nu weer meester Joep!?’

‘Juffrouw Dorien was ook op bezoek in de klas laatst. Zij kwam juist afscheid nemen. Ze wordt juf op een andere school.’

Sabine deelde het nieuws emotieloos.

‘In groep 3 en 4 was je favoriet van juffrouw Dorien, weet je nog?’

‘Ik vond haar ook wel aardig toen’, wist Sabine zich nog te herinneren.

‘Nu niet meer dan?’

‘Ze gaf me een hand en ze zei; ‘Het komt wel goed met je?’. Ze huilde ook bijna’, huiverde Sabine.

‘Hoe durft ze!’, schertste Thea, terwijl ze aan de gezichtsuitdrukking van Bart zag dat hij hetzelfde dacht als zij.

Want waarachtig! Hoe durfde Dorien zomaar te beloven dat alles goed zou komen met Sabine? Na de definitieve afreis van Dorien was straks alleen Jeewee nog bekend met het wel en wee van leerlinge Sabine op De Wielewaal. Dat maakte Dorien niets meer dan een hopeloos gevalletje makkelijk praten en het vuile werk aan een ander overlaten.

En Willy Bakbruin was geen haar beter. Aan het einde van de allerlaatste schooldag voor de zomervakantie liet ze een ouderwetse ijscowagen voorrijden op het overbevolkte speelplein. Zo’n pastel getinte bestelbus met een rolluik voor de toonbank dat de bijbehorende ingehuurde chauffeur met verve naar omhoog schoof. Achter het raam, dat ook nog open moest, stonden torentjes van koekhoorntjes. Met gespeelde levendigheid bewoog Willy Balbruin zich achter de vrieskist in de bestelauto. Op het speelplein was het weliswaar een drukte van jewelste, maar omdat iedereen in uitbundige vakantiestemming was, lette niemand op Willy Bakbruin die inmiddels half uit het geopende raam van de balie van de ijskar hing. Om aandacht te trekken zwaaide ze met in de ene hand een ijsschep en in de andere hand een waterijsje. De kinderen konden kiezen uit een bolletje gemengde Italiaanse ijssmaken of een Raket. Geleidelijk begon de bedoeling van de ijscowagen op het speelplein tot de menigte door te dringen. Sabine was 1 van de eerste uit een chaotische rij bij de toog. Achter haar werd het gedrang allengs compacter en onoverzichtelijker, terwijl Willy Bakbruin diep in de vrieskist dook bij het zien van Sabine. Ze trok een extra dik bolletje Italiaans ijs voor het kind op.

‘Het komt wel goed met jou!’, beloofde ze met waterige ogen, terwijl ze Sabine het ijshoorntje overhandigde.

‘Niet dankzij jou’, dacht Thea grimmig na Sabine aangehoord te hebben.

Nadat het kind aan haar moeder melding had gemaakt van de persoonlijke noot van Willy Bakbruin, moest het 10jarige meisje bekomen van de emotionele directrice in een verstomde nasleep van onbehaaglijkheid en vraagtekens. Typisch dat zelfs een simpel ijsje op basisschool De Wielewaal tot een probleem gemaakt kon worden.

Niet verwonderlijk dus dat Thea blij was dat de zomervakantie haar een zestal weken van haar schooldagelijkse breng- en haalbezoekjes aan De Wielewaal zou verlossen. Het liefste ging ze meteen door naar huis, maar het wachten was op Walter die nog een gratis ijsje tegoed had en zich ergens tussen de gretige kinderschare voor de ijscowagen bevond. De opperouders, verzorgers en normale papa’s en mama’s keken van een afstand toe of hoorden elkaar uit onder het mom van een amicaal gesprek. Het team van De Wielewaal was ook vertegenwoordigd en hield zich op in de buurt van een verhoging in het midden van het speelplein dat de conciërge, Tarik, die middag nog vlug, vlug in elkaar had weten te zetten van oud hout uit de buurtspeeltuin. Op het geïmproviseerde podium stond een microfoon in een standaard. Willy had zich inmiddels uit de ijscowagen bevrijd en haar traktatietaak aan de chauffeur overgedragen. Een beetje onvast op haar hooggehakte open zomerschoentjes balanceerde Willy Bakbruin tegen het licht in op haar weg naar het podium van Tarik. Tijdens het wankelen fungeerde haar onderarm als zonnescherm. Zo te zien had ze zich iets te veel moed ingedronken. De aanblik van haar warrige achterhoofd, met het slordige, kleurloze, uitgeplozen touwkapsel en haar gebogen tengere lijfje in die eeuwige, gebloemde wikkelrok met daarop meestal een bruin of groen T-shirt, maar vandaag voor de gelegenheid een wit mouwloos bloesje, deed de onverschilligheid van Thea geweld aan. Ze bestreed haar compassie met het innerlijke verweer dat Willy Bakbruin er ook voor kon kiezen om haar rug te rechten en haar kin te heffen. En een kam door heur haar alvorens het podium te betreden, zou Willy Balbruin ook niet misstaan hebben. Op zoek naar afleiding keek Thea om zich heen en daarop recht in het gezicht van meester Joep. Met ogen zo groot als pingpong balletjes probeerde hij zich achter de rug van de schooltrol onzichtbaar te maken. Sinds kort waren juffrouw Siepie de saimiri en hij een stelletje. Ze hadden hun verliefdheid voor de klas aan alle kinderen van groep 7 bekend gemaakt.

‘Ach wat leuk, zijn ze verloofd?’, wilde Thea toch wel vertederd van Sabine weten.

‘Ik weet niet wat verloofd is’, bekende ze.

‘Je hebt toch medelijden met zo’n jongen’, grapte Bart met een ondertoon van ernst in zijn spot.

‘Hij is er toch zelf bij’, relativeerde Thea.

‘Hij zal wel niks beters aan de haak hebben kunnen slaan in den verre.’

‘Wat zeg jij nou allemaal, papa!?’, riep Thea bestraffend uit met het oog op Sabine.

‘Meester Joep deed anders heel stom tegen juffrouw Siepie. Alsof ze een baby was. Zo van koetje, koetje, koetje’, schokschouderde Sabine.

‘En juffrouw Siepie dan? Deed juffrouw Siepie dan niet stom?’, proestte Thea.

‘Jawel, maar juffrouw Siepie doet altijd stom’, antwoordde Sabine droog.

Later in de laatste schoolweek liet de schooltrol in de klas foto’s van facebook met meester Joep en haarzelf in de Efteling zien. Meester Joep had juffrouw Siepie op een weekendje pretpark en sprookjesbos getrakteerd.

‘Waarom werd je getrakteerd?’, wilden de meeste kinderen jaloers weten.

‘Omdat ik het héél zwaar heb gehad de afgelopen week.’

‘Waarom, omdat meester Joep op wereldreis was?’, vroeg Zarah bijdehand.

‘Nee, omdat een paar ouders boos op mij waren’, durfde de schooltrol ook nog roekeloos te beweren.

Op medeleven hoefde ze echter niet te rekenen van een groep kinderen in de leeftijd van 10 tot 12 jaar. Zij kenden het gevoel van ouders die boos op hen waren, maar daarom werden zij nog niet zomaar door een meelevend vriendje of vriendinnetje op een weekendje Efteling onthaald.

Thea was meester Joep nog niet onder ogen gekomen sinds hij terug was van zijn wereldreis, maar zij had de globetrotter wel al van een afstandje geobserveerd. Afgelopen woensdag stond hij alweer te baltsdansen op het speelplein met Moira alsof hij nooit was weg geweest. Moira was de moeder van Kasper uit de klas van Sabine. In groep 6 wilde ze nog met de eer van de tekst van het liedje ‘Kijk eens even naar die leuke klas van Joep’ op de melodie van ‘Toveren’ van K3 gaan strijken. Een aardigheidje waaraan ze letter noch muzieknoot had bijgedragen. Een dik jaar later sloeg ze nog steeds op tilt in de buurt van een gewillige man. Jong, oud, aantrekkelijk of niet. Ze kon het ook niet nalaten die ouwe vrijster. Hoewel meester Joep onmogelijk vrijuit ging. Ondanks zijn jeugd, zijn liefdesverklaring aan Siepie en zijn verruimde blik door zijn avonturen op zijn wereldreis naar Nieuw-Zeeland betoonde hij zich onveranderlijk niet vies voor de charmes van dames op leeftijd. Thea dacht terug aan de afscheidskus op de zompige lippen van meester Joep van exact een jaar geleden. Door haar – tirannieke Thea – geïnitieerd en uitgevoerd. Ineens begreep Thea het pré-advies van Sabine. Juffrouw Siepie was natuurlijk ook getuige geweest van de frivole actie van antieke Thea voor het hek van de speelplaats van De Wielewaal in het bijzijn van de hele goegemeente indertijd. Een tongzoen! Seksuele intimidatie van die arme meester Joep.

‘Veel te ver gezocht’, zou Bart haar achteraf verwijten.

Door de hoogte van zijn testosterongehalte waren de voelsprieten van Bart aangaande de verre gaande gevolgen van vrouwendingetjes onderontwikkeld. En meester Joep trof uiteraard al helemaal geen blaam. Zo hij al ooit ergens in zijn leven een eigen aandeel in had gehad, dan was hij zijn persoonlijke inbreng met ingang van zijn relatie met juffrouw Siepie de saimiri voorgoed kwijt geraakt.    

Om duidelijk te laten merken aan Thea dat hij haar niet opmerkte, toeterde meester Joep achter zijn hand iets grappigs in het oor van Jeewee. Bij wijze van reactie deed Jeewee een sprongetje in de lucht en vervolgens zijn bekende pinguïnloopje waarmee hij zoals gewoonlijk weer veel minderjarige lachers en meesmuilende volwassenen op zijn hand kreeg.

Willy Bakbruin bewoog haar lippen vlak bij de microfoon:

‘Hallo, hallo!’ 

Tegelijkertijd klopte ze hoorbaar met haar wijsvinger in het centrum van het spreekgedeelte. De groet echode gecombineerd met een korte, maar oorverdovende hoge piepzwieper uit de luidsprekers waaraan de microfoon was aangesloten. 

‘Beste ouders, verzorgers, opa’s, oma’s en kinderen’, begon Willy Bakbruin. 

‘Hallo, hallo, ik ben het mannetje in de radio’, riep een opa boven de vakantiedeining van de meute op de speelplaats uit.

Niemand lette op Willy Bakbruin. Mede omdat haar aanhef ook daadwerkelijk deed denken aan tijden van weleer. De geluidskwaliteit van het ouderwetse Polygoonjournaal en, ja, aan het gekraak van het mannetje in de radio. Oké, in het geval van Willy Bakbruin; een vrouwtje in de buizenradio; hallo, hallo. Walter tikte Thea op haar schouder.

‘Heb je nou nog geen ijsje?’

‘Ik heb het al op. Het was maar 1 bolletje. Daarvoor heb ik dan een uur in de rij gestaan’, overdreef Walter.

‘Wie het kleine niet eert is het grote niet weerd’, declameerde Thea, terwijl ze Sabine vooruit probeerde te duwen in de roerige menigte.

‘Wie het kleine niet eert doet het grote verkeerd’, rijmde Sabine tussen de likjes aan haar Italiaanse ijsbolletje door.

‘Kom, dame en heer, ik wil naar huis.’

Walter en Sabine reageerden niet op hun moeder, maar wel op alle prettige vakantiewensen die her en der verzonden werden op de speelplaats. Onderwijl loosde Thea haar tweetal door de keuvelende mensenmassa naar de openstaande poort in het hek van het speelplein. De uitgang voorbij keek Thea nog één keer om naar Willy Bakbruin achter de microfoon op de verhoging. Ze stond als in een trance met een glazige blik in haar ogen onverstaanbaar voor zich uit te zagen. Thea ving flarden van haar uiteenzetting op. Iets over beleid, kleinschaligheid en een luisterend oor. Pijnlijk genoeg was in de directe omtrek van de verhoging waarvan Willy Bakbruin sprak geen mens, dus ook geen leerkracht, meer te bekennen. Jeewee stond nog het minst ver van zijn voormalige directrice verwijderd een beetje slungelig de luidruchtige,  aandachttrekkende kindertjes om hem heen te negeren. Het volstrekt onduidelijk of hij al dan niet wat meekreeg van het wazige afscheidswoord dat Willy Bakbruin voerde. Misschien kon hij uit beleefdheid en medelijden ontcijferen wat er aan verkregen inzicht geventileerd werd? Welke lessen waren geleerd?  Zijn blijk van mededogen sprak voor Jeewee. Hij kon het dus wel, want waar een wil is, is een weg. Of in het uiterste geval van de hulpvraag van Thea; waar een wil is, is Jeewee ook weg.

 

 

HOOFDSTUK 42

Na 2 grijze, laatste, vakantieweken begon de eerste schooldag aan het eind van de maand augustus in een stralende ochtendzon. De ijzeren poort in het Heras hekwerk om het speelplein met de doorgang naar het achterom van De Wielewaal zat op slot, hetgeen hoogst ongebruikelijk was. Eigenlijk schandalig! Alle kinderen en eventueel hun ouders of verzorgers werden door Tarik de conciërge vriendelijk doch dringend verzocht om vandaag éénmalig via de hoofdingang van De Wielewaal het gebouw binnen te treden. Plichtsgetrouw als een ouderwetse verkeersagent loodste Tarik iedereen in de goede richting. Mopperend begaven de oververtegenwoordigde opperouders zich buiten de comfortzone;  alleen maar om vlak voor de voordeur van De Wielewaal onverwacht oog in oog te staan met 2 nieuwe directeuren. Toen Thea aan de beurt was om handjes te schudden met het tweetal kreeg ze onwillekeurig een opeenvolging van vrolijke associaties met komische duo’s uit de geschiedenis van het entertainment voor ogen. Scenes met Laurel en Hardy, Mini en Maxi, Asterix en Obelix , Abbott en Costello en nog veel meer ongelijke paren passeerden op het netvlies van haar verbeelding. Bij Kling en Klang; de bekende, goedmoedige politiemannen uit de jeugdfilm over Pipi Langkous naar het gelijknamige boek van de Zweedse auteur Astrid Lindgren, hield de imaginaire optocht halt. Het imago van het scrupuleuze koppel; bestaande uit de kleine, kale, innemende Kling en de lange, gereserveerde Klang met een kop met flink veel haar, vloeide naadloos over in de aanschijn van 2 hoofden van een basisschool in nood. Volgens de functie omschrijving in een recentelijke online oriëntatiebrief van Rinus Hardleers van de onderwijsstichting; was directeur Kling aangesteld voor de public relations en directeur Klang voor het personeelsbeleid. De twee-eenheid van Kling en Klang verenigd in yin en yang als het ware. 

Al een dag later vond in de aula van De Wielewaal de eerste officiële informatie-avond plaats voor belangstellenden. De directeuren Yin en Yang stelden zich nogmaals voor ter inleiding van de zitting. Op de achtergrond van het optreden van Yin en Yang gaf een powerpoint met een ludieke Loesjespreuk alvast een voorproefje van het echte werk. De uitspraak:

‘Communicatie: Als het van twee kanten komt, hoeft het nog niet te botsen’,

spatte in diepzwarte hoofdletters van het hagelwitte breedbeeldscherm aan de horizon van de druk bezochte zaal.

Thea zat op een plastic stapelstoel naast juffrouw Nelleke van groep 5. De voormalige schooljuffrouw van Walter had Thea begroet alsof ze een oude hartsvriendin had teruggevonden. Juffrouw Nelleke liet haar greep om de linker bicep van Thea niet verslappen voordat ze zeker wist dat haar oud leerling Walter uit groep 5 het goed maakte! Opgelaten verzekerde Thea haar dat het beslist toppie ging met haar inmiddels ook alweer 10 jaar oude zoon Walter. Juffrouw Nelleke kon dan wel nog steeds een ring door haar neus hebben, rastahaar en tattoos op alle zichtbare plekken van haar ledematen, maar dat maakte haar voor Thea niet automatisch toegankelijker dan haar collega’s. De verschijning van juffrouw Nelleke vertegenwoordigde een select groepje alternatieve leerkrachten verdeeld onder de overvloed aan grijze muizen en meelopers in een log onderwijsinstituut. De ondefinieerbare lichamelijke beeldvorming van de weinige ware alto’s garandeerde geen ruimdenkendheid. Hoogstens provocatie. En die verzetsvorm staat nooit op zichzelf, maar beweegt als vanzelf met elke stroming mee. Thea herinnerde zich bijvoorbeeld hoe snel de rebel in juffrouw Nelleke veranderde in een kortzichtige, tamelijk hysterische mama in wording tijdens haar zwangerschap van niet zo lang geleden. Aangezien de ballonbuik inmiddels was leeggelopen informeerde Thea beleefdheidshalve naar het resultaat. Temeer daar juffrouw Nelleke gedurende haar blijde verwachting nog tijdelijk panisch geweest was door toedoen, hoe kan het ook anders, van het bestaan van de kinderen van Bart en Thea. Het toenmalige eczeem rond de lippen van Walter en de nogal prominent aanwezige wijnvlekjes aan de linkerkant van het gezicht van Sabine  konden in de ogen van juffrouw Nelleke - en met haar naar mening van voormalig Wielewaaldirectrice; Willy Bakbruin - niet anders dan een teken zijn van de nasleep van de 5de ziekte. De 5de ziekte is een virusinfectie die zich, volgens de website over gevaarlijke aandoeningen voor zwangere vrouwen, schijnt te openbaren met ronde rode stipjes over het hele lichaam. Juffrouw Nelleke vreesde bij het zien van de huiduitslag bij broer en zus in het gezicht, dat zij tijdens het lesgeven op De Wielewaal persoonlijk met name door Walter en Sabine geïnfecteerd was geraakt met het 5de ziektevirus. Gevolglijk zou haar ongeboren vruchtje weleens voor het leven getekend kunnen zijn met allerlei vergroeiingen en andere onzichtbare aandoeningen die door toedoen van het gevreesde virus schijnen op te treden. Toen de ex-directrice van De Wielewaal nog in functie was, had Willy Bakbruin moeder Thea  - namens juffrouw Nelleke - nog op huiduitslag van haar kinderen aangesproken gedurende een wederzijds uitermate pijnlijk telefoongesprek. Want, los van de absurditeit van de assumptie – wijnvlekjes en eczeem kunnen onmogelijk besmettelijk zijn en lijken niet eens op ronde, rode stipjes – had Thea erg weinig kunnen betekenen in de hypothetische situatie waarin de zwangere juffrouw Nelleke inderdaad met het 5de ziekte virus besmet geraakt was geweest. Dat realiseerde Willy Bakbruin zich ook te laat tijdens het telefoontje. Niet alleen zou de vage schuldlast 2 onbesmette kinderen voor altijd gebrandmerkt hebben, maar zou de incubatietijd ook allang verstreken zijn. In dat geval zat er dus voor juffrouw Nelleke sowieso niets anders op dan er maar het beste van te hopen voor haar ongeboren kindje dat uiteindelijk ongeschonden ter wereld kwam. Het werd een meisje. Nu maar levenslang hopen dat ze gezond blijft. De wens van elke normale ouder. Thea moest er niet aan denken dat de baby van Nelleke na de vijfde ziekte gekte niet honderd procent in orde zou zijn geweest. 

‘Of moet ik zeggen ‘ondanks’ Walter en Sabine is alles toch nog goedgelomen na de bevalling?’, schertste Thea.

Juffrouw Nelleke lachte mee als een boerin met kiespijn. Haastig veranderde ze van gespreksonderwerp door op te merken dat haar dochter alweer bijna een jaar op de wereld was. Wat ging de tijd toch snel! Juffrouw Nelleke en de vader hadden hun dochter Tiske genoemd.

‘Hoe?’, vroeg Thea onbeleefd.

Niet omdat die naam haar zoveel kon schelen, maar onbekend maakt onbemind. Hoewel de klankkleur van Tiske wel lekker in het gehoor lag wat Thea betrof. De alliteratie Tiske en Thea deed denken aan de titel van een ouderwets meisjesboek.

‘Tiske’, herhaalde juffrouw Nelleke onbevangen en geduldig, zoals ze gewend was in de interactie met haar 8 tot 9jarige leerlingen uit groep 5 die ze nog steeds parttime bestierde samen met juffrouw Marjolein en voor wie ze ook alles minstens 2 keer moest zeggen.

‘Ah, dat is zeker een Friese naam?’.

Beschaamd probeerde Thea haar eenkennigheid te verdoezelen.

‘Niet dat ik weet. Ik vond het gewoon een leuke naam’, schokschouderde juffrouw Nelleke onaangedaan.

‘Nou, hartstikke leuk’, beaamde Thea gemaakt.

Het stilleven in de rij voor Thea in de vergaderzaal bood een onopvallende ontsnappingsmogelijkheid aan de gemaakte conversatie met juffrouw Nelleke. Een man en een vrouw zaten als een gouden bruidspaar ruggelings op hun stapelstoeltjes noodlottig tot elkaar veroordeeld te wezen. Onaangenaam verrast herkende Thea al snel het tweespan; Jeewee en Siepie van groep 8, in hun deerniswekkende samenzwering. Op dat duo was Thea inmiddels wel uitgekeken en ze gluurde in de ruimte tussen het witharige achterhoofd van juffrouw Siepie de saimiri en het opgeknipte, grijze kippenkontje van Jeewee naar het platform waarop de directeuren het woord voerden. De schooltrol was de confrontatie met Thea nog niet aangegaan. Waarschijnlijk was dat een verstandig besluit van juffrouw Siepie de saimiri dat in haar geval eerder uit angst dan wijsheid geboren moest zijn. Dat kon niet anders! Thea liet Jeewee daarentegen niet zo makkelijk van haar af komen. Ze had hem gisteren en vanmorgen al 2 maal uitgebreid, expres lastig gevallen bij het wegbrengen van Sabine naar het lokaal van groep 8. Het lag in de bedoeling van Thea om Jeewee in dit cruciale, laatste schooljaar van haar dochter zoveel mogelijk te blijven bestoken met haar overweldigende aanwezigheid. En wel op zo’n dwingende wijze dat Jeewee niet anders meer zou kunnen dan de verleiding van een misstap richting opperouders weerstaan. De eerste resultaten had Thea al geboekt. Schichtig had Jeewee haar te woord gestaan in een wanhopige poging om de verontwaardigde blikken van de opperouders, die zich gepasseerd voelden, niet te zien. Thea nam de tijd met vragen en opmerkingen die precies zo nietszeggend waren als de strekking van de conversatie die de opperouders aldoor met elkaar en het docententeam voerden. Door die langdradige larie, die Thea jarenlang aan had moeten horen tijdens het halen en brengen van en naar de lokalen van haar kinderen, in de wandelgangen van De Wielewaal, op het speelplein en gedurende ouderavonden, kon ze inmiddels lullificaties imiteren alsof ze haar leugens zelf geloofde. De zeverleuten hadden haar niet alleen immuun geluld, maar ook naar medeplichtigheid gebazeld. Temeer daar Thea door de jaren heen vaak genoeg getuige was geweest van succesvolle slechte voorbeelden die bewezen dat egoïsme het beste loonde. Stilaan was de noodzaak om als een ware oppermoeder op te treden tot Thea doorgedrongen en allengs leerde ze de kunst afzien om de beperkte aanwezige dosis aandacht op de basisschool van haar kinderen meedogenloos voor zichzelf op te eisen. Breed en zichtbaar stelde ze zich op in de deuropening van het lokaal van groep 8 en stremde zo ongegeneerd de doorgang van de ouders en verzorgers. Alleen de kinderen liet ze door. Zij was aan het praten met Jeewee. Dan zei ze  bijvoorbeeld:

‘Op sommige meerkeuze vragen van de oefencito zijn meerdere antwoordmogelijkheden juist? Is dat niet heel verwarrend voor de kinderen?’

En Jeewee, overvallen door zijn vleesgeworden fantoom, antwoordde mondjesmaat in clichés. Met trillende handen, bloedeloze, droge lippen en blosjes op zijn kaaklijn. Hij had geen idee waar hij het zo dicht in de nabijheid van Thea zoeken moest. Het was wel duidelijk dat zij zich niet meer door hem aan de kant zou laten zetten.

‘Wij werken met man en macht om de cito zo representatief mogelijk te maken.’

‘We?’, talmde Thea kritisch.

‘Jawel. Ik zit in een commissie die de citovragen beoordeelt’, stamelde  Jeewee met valse schaamte.

‘Nog een beetje oefenen dan’, lachte Thea flirterig. 

Jeewee werd donkerpaars. Dat was voldoende genoegdoening voor Thea voor vandaag. Morgen was er weer een schooldag in groep 8 met Siepie en Jeewee aan het roer. 

 

In de verte klonk de geschoolde stem van directeur Yin. Hij noemde zichzelf een ‘onderwijsbeest’. Hierop nam de andere directeur – Yang - letterlijk een kleine afstand van zijn collega en sloeg hem een seconde lang meewarig gade. Een beladen stilte volgde. Wat kuchjes hier en geschuifel daar maakten de stemming in de aula er niet opgewekter op. Directeur Yang streek eens flink door zijn volle, grijsbruin gestreepte kuif om tijd te winnen voor een zoektocht naar een uitweg van een pijnlijke situatie. Misschien dat het ongemakkelijke figuur dat het kaalhoofdige onderwijsbeest aan zijn zijde had geslagen teniet gedaan kon worden met een hernieuwde start van de kennismakingsronde? Simpelweg van voren af aan beginnen met schone lei. Geen slechte ingeving, ware het niet dat de privémelding die directeur Yang vervolgens in de groep gooide eerder de toonzetting van dienstregeling had dan van een blijde mare:

‘Ik ben onlangs opa geworden’.

Directeur Yang sprak overduidelijk niet voor de gezelligheid, maar eerder uit solidariteit met zijn collega die het zichzelf zojuist extra moeilijk had gemaakt. Een onderwijsbeest spreekt nou eenmaal niet tot de verbeelding van de meeste ouders en verzorgers uit een Wielewaalwijk. En hoewel het onderwijsbeest alias directeur Yin al vermoedde dat hij de verkeerde snaar bij het Wielewaalvolk had geraakt, liet hij zich niet ontmoedigen door een drukkende ambiance. Hopelijk dat nóg een persoonlijke noot uit zijn mond, bij wijze van aanvulling op het heugelijke feit dat directeur Yang kortelings opa was geworden, misschien dan wel de juiste toon kon zetten:

‘O ja, en ik heb net een zoon’.

Van de terloopse manier waarop het onderwijsbeest zijn tijding bracht, zou een toehoorder bijna gaan geloven dat een kleinkind de facto meer status geeft aan een hoofd van een basisschool dan een pas geboren zoon. Ondanks zijn vergevorderde haargrens moest directeur Yin op het eerste oog echter sowieso minstens 20 jaarringen minder tellen dan directeur Yang. Statistisch gezien was het dan ook ongehoord dat iemand van de generatie van directeur Yin zich al grootvader kon noemen. Het onderwijsbeest viel dus niets te verwijten. Nog niet. Het klimaat in de zaal was sowieso veel te vooringenomen om met behulp van wat vrijblijvend gekeuvel over ditjes en datjes in de juiste stemming voor een vruchtbare bijeenkomst te raken. Nou hadden Yin en Yang het onderliggende, algehele ongenoegen van de Wielewaal populatie kunnen voorzien. Alleen viel de heersende animositeit niet terug te voeren op het abrupte vertrek van oud directrice Willy Bakbruin, terwijl Yin en Yang daar in eerste instantie wel vanuit waren gegaan. Tenminste aldus de aankondiging op de tweede pagina van de powerpoint. De Loesjespreuk was verdwenen en volgens de weergave van de planning op het breedbeeldscherm was het ontslag van de afwezige directrice van De Wielewaal het eerstvolgende agendapunt met prioriteit. Maar wat bleek? Niet het congé van Willy Bakbruin, maar een recentelijk gepubliceerd online rapport van de onderwijsinspectie over De Wielewaal zat de genodigden van de informatie-avond dwars. Was die ouwe Bakbruin bij nader inzien dus helemaal niet zo geliefd geweest bij haar achterban als ze haar beleidsmakers van de onderwijsstichting had willen doen geloven. De ex-directrice van De Wielewaal was allang uit het oog en dus uit het hart van ouders, verzorgers en kinderen verdwenen.

De schande die evenwel voortvloeide uit de vernietigende uitslag van het rapport van de onderwijsinspectie zat wel hoog bij – met name - de opperouders. En dan niet eens zozeer het resultaat op zich, maar veel meer de bekendmaking van de tekortkomingen van De Wielewaal op het internet. Zulks schrok potentiele fatsoenlijke aanwas af. Veel erger was echter de smet op het blazoen van de opperouders op De Wielewaal. Halverwege de aanhef van Yin en Yang was het geduld van de betroffenen dan ook dusdanig beproefd dat een pezige baardmans in sportkleding van zijn stapelstoel op sprong. Namens de kudde bleef hij ongedurig staan trappelen in zijn korte blauwe fietsbroek met neon roze strepen langs de heuplijn en een gifgroen hemd van het schreeuwende merk Nike Dry Park. Totdat hij voor de finale van de moeizame voorstellingsronde zijn kans greep om Yin en Yang te onderbreken en zijn mannetje te staan. De aanwezige opperouders in de aula herademden tegelijkertijd met een grote, gezamenlijke, bemoedigende zucht van verlichting in de richting van hun woordvoeder die het hoge woord er eindelijk uitgooide.  

‘Mijn vraag is of er geen blokkade op de toegankelijkheid van het inspectierapport op het internet kan komen? Nou staat voor iedere simpelman te lezen dat de basisschool van mijn kinderen een slechte beoordeling heeft. Ik ben daar niet zo blij mee!’

Thea zag de directeuren meteen schakelen. Dit was een kolfje naar hun beider hand. Directeur Yin maakte zich wat imposanter dan hij was door grote happen lucht zo lang mogelijk in zijn opgepompte longen vast te houden. Hij deed een voetje naar voren. De veel langere directeur Yang stapte vervolgens nog een pas naar opzij voor een extra vergrotend effect en maakte met een introducerend gebaar de weg vrij voor zijn collega.

‘Een rapport van de onderwijsinspectie moet voor iedereen toegankelijk zijn ter inzage. Dat is wettelijk bepaald.’

Directeur Yin liet zich ineens veel minder breekbaar aanhoren dan zojuist; toen hij zich nog kwetsbaar had opgesteld door met merkbare tegenzin en terughoudendheid melding te maken van zijn pas geboren zoontje.

‘Ja, maar De Wielewaal is toch niet wettelijk verplicht om het inspectierapport op het internet te zetten’, sputterde de fietsbroek gepikeerd tegen.

Een ander sportief type uit het publiek in trainingspak, dit keer min of meer baardloos door de compensatie van een sikje, dacht uitsluitsel te kunnen geven.

‘Ik denk dat de onderwijsinspectie het rapport online heeft gezet en niet De Wielewaal.’

‘Lekker is dat!’, vond een vrouwenstem uit de linkerhoek van de aula.

Ontspannen nam directeur Yang een nieuwe positie in de aula in. Hij ging met een schouder schuin tegen de muur in de buurt van de powerpoint geleund staan afwachten. Zijn taak lag immers primair bij ordening van de personeelszaken op De Wielewaal, zodat hij op deze informatie-avond voornamelijk aan de zijlijn mocht observeren alsof hij een toeschouwer bij een competitie was. Een soort van mondelinge wedstrijd waar zojuist een startschot had geklonken en de discussie nu pas echt los ging. Onderwijl richtte het onderwijsbeest zich op zijn laptop om de volgende nieuwe pagina op het breedbeeldscherm te openen. Het plotselinge ontslag van Willy Bakbruin was kennelijk oud nieuws. De directeuren Yin en Yang hadden het zich niet beter kunnen wensen, want nu kwam de brandhaard weer wat beter in zicht en konden ze verder met blussen. Aan de einder van de ruimte verscheen op het powerpointbreedbeeldscherm een opgaaf van verbeterpunten die refereerden naar het inspectierapport over basisschool De Wielewaal.

1. De ondersteuning van het leerproces kon beter.

2. Het leerlingenvolgbeleid werd niet consequent door gevoerd.

3. De betrokkenheid van de docenten verschilden te veel per kind.

4. De actuele stand van zaken van de lesprogrammering was achterhaald.

5. De communicatie onderling bleek ronduit slecht en;

6. De gemiddelde citoscores waren al jaren achtereen beneden de verwachtingen.

Omdat directeur Yin dus de aangewezen persoon was voor de public relations, met andere woorden; voor het bouwen van bruggen tussen onderwijsgevend personeel en ouders en verzorgers, probeerde hij de focus van de zaal naar de lijst op de powerpoint te praten.

‘Wij gaan ervan uit dat u het inspectierapport allemaal van a tot z heeft bestudeerd, maar we hebben de verbeterpunten toch maar even voor u op een rijtje gezet!’

Door zijn uitgestreken tronie bleef in het midden of het onderwijsbeest zo vroeg in de herstelprocedure al een grapjas dorst aan te trekken of dat hij meende wat hij zei. Thea gokte op het laatste; dus dat directeur Yin er serieus vanuit ging dat de opperouders het onderwijsrapport ook daadwerkelijk gelezen hadden.

‘Wie heeft de onderwijs inspectie eigenlijk op De Wielewaal afgestuurd?’

De irrelevante vraag kwam uit de linkerhoek van een klutje trendgeestige ouders met wildgroeikapsels en in eco-outfits. Op een dwaalspoor gezet, zocht het onderwijsbeest sprakeloos om zich heen naar een verklaring. Zijn ogen schoten alle kanten van de aula op. Thea herkende de demotiverende denkbeeldige muur die het onderwijsbeest acuut gewaar werd door de decadentie van de opperouders. Een uiterst herkenbare, maar overwinbare emotie. In werkelijkheid was het onderwijsbeest gewoon – nog - niet thuis in hipsterredenaties. Na de recommandatie van Rinus Bakbruin - van de onderwijsstichting - had Thea de directeuren Yin en Yang namelijk voor de zekerheid toch ook gegoogeld. Over het onderwijsbeest was ze te weten gekomen dat hij zijn sporen als troubleshooter vooral op zwarte basisscholen in achterstandswijken had verdiend. Op Het Kleurenpalet had Thea indertijd al snel door dat ouders en verzorgers van kinderen uit andere culturen en lagere regionen allesbehalve perfect zijn, maar een hipstercultuur zul je bij hen in de buurt niet vinden. Tuig van de richel is makkelijk gek te maken, maar niet met een slechte reputatie. Het sjofele aanzien van armoedzaaiers staat sowieso bij voorbaat al vast en wordt toch nooit beter. Ook niet erger, want uitschot nog fouter over één kam scheren gaat ook moeilijk worden. Begrijpelijk dus dat de goede naam van De Wielewaal in eerste instantie geen voorrang had bij het probleemoplossend denken van het onderwijsbeest. Dat lag net wat anders bij directeur Yang. Zijn achterland was bezet met basisscholen vol met kinderen van hoogopgeleide ouders. Hij wist als geen ander dat een dalend roemgewicht van een lagere school, bijvoorbeeld door een negatief inspectierapport, ernstige schade kon berokkenen aan het gezonde verstand van de zogenaamde intellectuele bovenlaag die het, vaker wel dan niet, ongefundeerd hoog in de bol heeft. Die wetenschap drukte hij dan ook uit met zijn doorleefde laconieke houding die elke pretentie doorzag en indien nodig op de schop zou nemen. Zoals op dat cruciale moment in de aula, waarop directeur Yang zich ondanks zijn pauzemodus toch geroepen voelde om zich nonchalant naar het spreekgedeelte te begeven.

‘Beste mensen, een reputatie is maar een naam. En zoals Shakespeares Julia al eeuwen geleden terecht tegen haar Romeo opmerkte:

‘What is in a name?’

Wat is dan de moraal van dit verhaal? Belangrijker dan wat de rest van de wereld over ons denkt lijkt het mijn collega en mij beter om de koe bij de hoorns te pakken en de uitdaging, die ons door het rapport van de onderwijsinspectie aangereikt wordt, aan te gaan. 

Na deze wijze woorden van directeur Yang kwam een gepaste reflectiepauze op gang die echter vroegtijdig jammerlijk werd afgebroken door een biologisch verantwoorde moeder. Zonder een seconde bij het pleidooi van directeur Yang stil te staan, sprong ze ineens namens het milieu vriendelijke kliekje in de aula op de barricade. 

‘Toch willen wij graag weten wie de onderwijsinspectie eigenlijk op De Wielewaal heeft afgestuurd?’

De directeuren Yin en Yang werden er defensief van. Omdat Yang nog achter de microfoon stond beet hij namens het onderwijsteam van zich af.

‘Niemand heeft de inspectie op De Wielewaal ‘afgestuurd’ om uw woorden te gebruiken. Intern is door beleidsmakers van de onderwijsstichting geconstateerd dat er voornamelijk communicatieve problemen op De Wielewaal zijn. Dit maakt het extra moeilijk om het probleem te lokaliseren, want niemand wil praten; ondanks de motivatie om te verbeteren. Dus de broodnodige goede wil is wel degelijk overal op De Wielewaal aanwezig. Dit was voor ons de reden om een probleemanalyse van buitenaf te vragen. Met zoveel potentie in omloop zijn wij het aan de leerkrachten, kinderen en hun ouders en verzorgers van De Wielewaal verplicht om oplossingen te vinden. Daarom hebben wij de inspectie om interventie gevraagd.’

‘En wie zijn wij dan wel niet als ik vragen mag!?’, stuiterde de ecobitch.

‘Wij zijn de onderwijsstichting; het overkoepelende orgaan van alle aangesloten  basisscholen uit de regio. Aangenaam’, hoonde directeur Yang waarna hij zich onmiddellijk terug naar de muur naast de powerpoint begaf.

Hoe sneller hij uit de wind van de hipsterhoek ging staan, hoe beter. Hij had zijn best gedaan en gaf met een collegiale, medelevende oogopslag het podium terug aan het onderwijsbeest. Tegen een samenscholing van opgewaardeerde wijkbewoners die zich al zo snel als zo taai ontpopten was geen kruid gewassen. Yin en Yang konden hoogstens proberen om het heersende ouderbeleid in banen te leiden. Daarvoor rees automatisch de behoefte aan zwaarder geschut dat de troubleshooters eerst nog maar eens moesten zien te mobiliseren. Dat beloofde alvast geen plezierritje te worden.

Misschien dat Walter dan tenminste een probleemloos schooljaar tegemoet mocht zien. Hij zat nu in groep 7 bij juffrouw Rita en meester Vik. Juffrouw Rita was de rockchick van de schoolband en tot op zekere hoogte terug van weggeweest uit de plofklas van voor de zomervakantie. Na haar burn-out werd ze vervangen door juffrouw Lola die samen met Siepie de saimiri het schoolleven van Sabina in de plofklas van vorig jaar zuur had gemaakt. De nieuwe groep 7 van het huidige schooljaar telde maar 25 kinderen; waaronder Walter. Geen plofklas meer dus. Wel een rommelige groep met voornamelijk jongens die berucht waren om hun vechtersmentaliteit. Op de eerste schooldag stond juffrouw Rita het boevenpak bruisend van energie op te wachten bij het lokaal van groep 7. Ze had er kennelijk zin in. Die frisse energie haalde ze misschien ook uit de kersverse aanwinst voor De Wielewaal; meester Viktor De meester met wie ze de verantwoordelijkheid voor groep 7 het komende schooljaar zou gaan delen. Over hem nam juffrouw Marjolein van groep 5 Thea uit gekkigheid ooit nog in vertrouwen. Boomers onder elkaar. Juffrouw Marjolein noemde meester Viktor smachtend een ‘jonge god’. Toen viel het kwartje bij Thea en begreep ze waarom juffrouw Rita zo was opgebloeid naast meester Viktor in vergelijking met haar verpieterde wegkwijnen van vorig jaar aan de zijde van Siepie de saimiri. Het was oude meisjes kolder. Onschuldige dweperij die op Thea’s lachspieren werkte. Meester Viktor was inderdaad jong. Veel ouder dan halverwege de 20 was hij niet. Hij had ook pas 3 jaar onderwijservaring op een basisschool in een kleine randgemeente van de stad, waar hij nog steeds in de tweede helft van de werkweek te vinden was. Meester Viktor liet zich al snel door iedereen Vik noemen. Vik was blond en niet lelijk, maar een jonge god? Thea begreep de uitvergroting van juffrouw Marjolein wel. Het was gekkigheid met een kern van waarheid die Thea niet zozeer aanhing, maar ook niet afwees. De eerste indruk van de schoolmeester Viktor was wel goed. Alhoewel ze op haar hoede bleef bij een nieuwe aanwinst met zoveel verdwaalde opperouders om zich heen.

De opperouders waren en bleven bloedzuigers. Logisch dus dat ze na de afmars van Willy Bakbruin ijverig op zoek gingen naar een nieuwe belangenbehartiger. Genderneutraal. Dus meester Viktor was een optie. Ofschoon Jade, de interne coördinatrice, inmiddels ook haar comeback had gemaakt. Voorheen stond zij bij de opperouders bekend als de rechterhand van Willy Bakbruin. Thea hield maar voor zich dat ze toch eerder geneigd was om Jade in plaats van Willy Bakbruin te zien als de intrigante met de touwtjes in handen. Jade was nooit het knechtje van Willy Bakbruin geweest. Ze was alleen trouw aan zichzelf. Eventuele principes nam ze niet zo nauw. Zeker niet als haar machtspositie in het geding dreigde te komen. Dat nam echter niet weg dat de interne coördinatrice in de tunnelvisie van de opperouders primair als de logische opvolgster van hun gevlogen reddende engel werd gezien. De afwijkende mening van tirannieke Thea zou toch niets veranderen aan die zinsbegoocheling.

Het viel iedereen wel op dat Jade een stuk minder beschikbaar was dan voor haar burn-out. Mogelijk was ze nog niet fulltime inzetbaar of – ergo -  werd ze op gezette tijden teruggefloten door Yin en Yang. Graag hadden de opperouders genoeg tijd en ruimte gehad om de interne coördinatrice na haar burn-out opnieuw voor hun zaakjes te winnen. Wie kon er nou beter dan Jade de nieuwe belangenbehartigster van de opperouders worden? Toch werden de gebeden van de herenpapa’s en damesmama’s noch door directeur Yin, noch door directeur Yang verhoord. Thea daarentegen kon de zeldzame maar immer irritante presentie van haar tegenstreefster, in dat cruciale schooljaar, missen als een zwangere luis in een bos met kroeshaar. De beperkingen voor de opperouders leverden Thea dus juist meer ademruimte op. Door de lastenverlichting van een minder opgepompte en kleinere groep 7 dan het schooljaar daarvoor, stond een uitgeruste juffrouw Rita bovendien ook niet meer langer meteen in vuur en vlam voor de Wielewaalstokers. Ook een prettige bijkomstigheid onder het regime van Yin en Yang.

Hoewel de bekonkelaars nog altijd onveranderlijk in alle hoeken en gaten van de basisschool het hoogste woord voerden. Thea zag ze wel samenscholen. Sinds de afgang van Willy Bakbruin kon ze de gesproken onzin echter niet meer verstaan door het gegroeide wantrouwen van de opperouders  jegens haar. Ze waren op hun hoede met een spion in de buurt. Liplezen van een afstand was het enige dat Thea overbleef. Dat wat geroddeld werd door de opperouders bestond vast uit veel ruis en weinig helderheid zoals gewoonlijk, maar zeker weten deed Thea zelfs dat niet meer. Zodra Thea op het speelplein, in de klaslokalen van de groepen 7 en 8 of in de wandelgangen opdook, begonnen de opperouders prompt stommetje te spelen, terwijl ze voor de zomervakantie meestal toch zorgeloos door waren gegaan met hun kwaadsprekerij binnen het gehoorbereik van de moeder van Walter en Sabine. Opeens werd het bestaansrecht van Thea evenwel niet langer genegeerd. Van de ene op de andere dag deed ze er toe. De komst van Yin en Yang had leven in Thea geblazen. Eindelijk hadden de opperouders tirannieke Thea in een hokje weten te plaatsen. Ontmaskerd als ze was als de klokkenluidster voor juffrouw Rosalie van de onderwijsstichting. Het kon niet anders dat Thea in die hoedanigheid dan ook de beslissende aandeelhoudster was in het inspectierapport; de besluitvorming over het vertrek van Willy Bakbruin; en de komst van Yin en Yang. Thea mocht willen dat ze zo belangrijk was, alhoewel de macht die de opperouders haar met hun verdachtmaking gaven haar ego geen kwaad deed.

Het citotrainen thuis met Sabine ging ook na de zomervakantie onverminderd door. Uit zichzelf repte Jeewee in de eerste periode van het nieuwe schooljaar in groep 8 met geen woord over eventuele additieve, klassikale maatregelen voor verbetering van het lesprogramma. Laat staan dat hij Sabine onder 4 ogen aansprak over de armzalige afsluiting van groep 7 als gevolg van het foutieve pré-advies. VMBO basis. Lager kon niet. Jeewee gedroeg zich alsof er nooit wat aan de hand geweest was tussen de papa en mama van Sabine en het team van De Wielewaal onder leiding van Willy Bakbruin. Voor de gemoedsrust van haar dochter probeerde Thea het oude zeer ook zo veel mogelijk weg te lachen, maar Sabine had haar moeder niet nodig om juffrouw Siepie te verfoeien. Het was waar dat Sabine voorheen nooit de neiging had hoeven te onderdrukken om met de juf uit het zevende basisschooljaar weg te lopen. Terwijl ze wel dol was op haar juffrouw Dorien uit de groepen 1 en 2 en daarop volgend helemaal op haar gemak bij respectievelijk de meesters Jeewee en Joep. De schooltrol daarentegen was slechts te hebben. Tot voor kort. Na het debacle met foute pré-advies kon Sabine juffrouw Siepie de saimiri niet meer luchten of zien. Zonder directe invloed van Bart en Thea overigens die hun bijnaampjes voor de schooltrol voor zich hielden in het bijzijn van hun kinderen. Dat spreekt voor zich. Al was het alleen maar om  te voorkomen dat Walter en Sabine in de verleiding mochten geraken om woord voor woord in het openbaar te herhalen wat hun ouders eigenlijk beter niet hadden kunnen zeggen. Kleine potjes hebben immers grote oren. Toch zeggen daden meer dan woorden en lieten Bart en Thea hun antipathie tegen de schooltrol zoveel mogelijk voor wat het was om het Sabine niet nog moeilijker te maken dan ze het in groep 8 ongetwijfeld ging krijgen onder de parttime hoede van een onderwijzeres  met de beperkte kwaliteiten van juffrouw Siepie de saimiri. 

Hemel en aarde hadden de opperouders per slot van rekening bewogen om Willy Bakbruin zover te krijgen dat de heilige twee-eenheid van Jeewee en juffrouw Siepie eindelijk gezamenlijk in groep 8 mocht staan. Deze zogenaamde succesformule verdween echter volledig naar de achtergrond in de eerste schoolweek na de zomervakantie die vooral in het teken stond van de verwarring. De boventoon voerde de gekende wanorde in de beruchte plofklas die nu groep 8 geworden was. Het soort explosieve anarchie dat door de verdwazende aard van beide toezichthouders gedoemd was om in de loop van de week alleen maar in heftigheid toe te nemen. Ondanks zijn ervaring in het onderwijs, verviel Jeewee bijvoorbeeld continu in het maken van beginnersfouten. Hij moest tegelijkertijd wennen aan de dwingende aanwezigheid van Yin en Yang, als aan het geweld van de immense, nieuwe klas vol vroegrijpe pubers in de dop dat als een stoomwals non-stop op hem af bleef komen. In zijn haast om aldoor veilig over de opgefokte prépuberberg te klimmen, struikelde hij continu over molshopen en werd doorlopend plat gewalst. Jeewee was zichtbaar blij dat hij na zo’n 100 keer vallen en opstaan verdeeld over het eerste deel van de schoolweek op de 4de werkdag eindelijk verlost was van de tienerchaos in de achtste klas. Op donderdagochtend konden alle aanwezigen in de wandelgangen van De Wielewaal niemand minder dan Jeewee opgelucht aan het lokaal van groep 8 voorbij zien huppelen naar zijn parttime andere klas van waar de verlichting acuut optrad. Groep 6 was de gelukkige die Jeewee deelde met juffrouw Marijke; de abstracte juf van orde en gezag. Groep 6; waarin de leerlingen nog gewoon minderjarigen zijn en waaraan hij dankzij het consequente voorwerk van collega Marijke geen kinderen had bij wijze van spreken. Hoe anders verliep zijn samenwerking met juffrouw Siepie die de dynamische samenstelling van groep 8 kende als haar broekzak van het schooljaar daarvoor en geen enkele reden zag om het zooitje ongeregeld niet zoals voorheen over te laten aan het natuurlijke verloop van het recht van de sterksten. Wie hield de schooltrol in bedwang? Jeewee was amper half mans genoeg om zijn nieuwe groep 8 te bestieren. Laat staan dat hij bij machte was om juffrouw Siepie de saimiri de tweede helft van de tijd in groep 8 tot ondersteuning te bewegen. Net zo min als Thea trouwens. Vandaar dat ze ook geen moeite deed om nog langer effort in de schooltrol te investeren. Des te harder voelde Thea zich echter op de tweede dag van de eerste schoolweek al geroepen om in de pikorde van groep 8 in te grijpen en Jeewee bij te sturen.

Op die bewuste dinsdag in het staartje van augustus verliet Sabine tussen de middag witheet van woede het Wielewaalgebouw. Stampvoetend kwam ze op haar moeder af.

‘Boris heeft me keihard in mijn maag gestompt’, voer ze uit, terwijl ze haar onderarm voor haar buik hield en kort ineen kromp van een nawee.

‘Wanneer?’, wilde Thea meteen weten.

Ze leefde in de veronderstelling dat het incident vers was. Thea dacht dat Boris zojuist tijdens het weggaan, buiten het klaslokaal, haar dochter had aangevallen. Ze ging er dan ook in eerste instantie vanuit dat ze Boris bij de uitgang van het Wielewaalgebouw nog kon aanspreken op zijn wangedrag.

‘Vanochtend in de klas’, kermde Sabine.

‘In de klas?’, herhaalde Thea overdonderd.

Mentaal wankelde Thea even.

‘Een goed begin is het halve werk’, zuchtte ze.

De Wielewaal zou De Wielewaal ook niet zijn zonder absurde toestanden. Nou was Boris niet bepaald een straffe gast; eerder een kabouter zonder puntmuts, maar met een spencer op een geruit flanelletje en in een terlenka kinderpantalon die voor hem op maat gemaakt was door het thuismanusje van alles alias de knuffelhoofddoek aan huis. Humor leek dan ook het enige noodverband dat Thea zo gauw voorhanden had voor haar geblesseerde dochter:

’Waar is die Boris dat ik hem bij zijn lurven pak!?’

‘Bij de overblijf.’

‘Ja, dan houdt het op’, knarsetandde Thea.

‘Zag Jeewee eigenlijk dat Boris jou in de klas in je maag stompte?’

‘Weet ik niet, maar ik heb wel geklikt.’

‘Dat is geen klikken Sabine. Dat noemt men; voor jezelf opkomen. Sinds wanneer mag Boris jou zomaar in de maag stompen? Wat zei Jeewee ervan?’

‘Niets. We moesten al de hele morgen op onze plaats gaan zitten. Alleen Boris stond in de weg en toen kon ik niet naar mijn bankje. Ik probeerde langs hem af te wurmen en toen stompte hij mij in mijn maag. Hij heeft toch Asperger? Dat is een aandoening in het autismespectrum. Hij kan zomaar ineens woest worden om niets.  Hij was dus ergens woest over.’

‘Een aandoening in het autismespectrum’, papegaaide Thea spottend.

‘Ja, hij heeft er een spreekbeurt over gehouden in groep 7’, pruttelde Sabine na.

Ze krabbelde alweer overeind. Ze steunde ook niet meer, maar praatte des te harder. Thea zag aan het verbeten gezicht van haar dochter dat de razernij niettemin nog door haar hele lichaam borrelde. Sabine stond te sidderen alsof haar bloed kookte. Thea verwachtte elk moment stoom uit haar oren. En terecht. Beter strijdlustig dan radeloos.

‘Nou, dan moet jij op jouw beurt maar eens klassikaal een boekje open doen over jouw naevus flammeus’.

‘Over mijn wat?’

‘Over jouw wijnvlekjes in je gezicht.’

‘Wat hebben mijn wijnvlekjes nou met Asperger te maken?’

‘Jouw aandoening is tenminste direct aantoonbaar! Ik kan ook wel iemand in elkaar slaan en daarna zeggen: ‘Oeps, ja sorry maar ik heb Asperger.’

‘Waarom ben jij zo?’, grimaste Sabine.

‘Misschien heb ik ook wel Asperger’, overdreef Thea, terwijl ze Sabine troostend naar zich toetrok.

Pas op de valreep gaf Jeewee thuis voor de middagdienst op De Wielewaal. Thea ving hem op in de deuropening voor het klaslokaal van groep 8. Hij probeerde haar te ontwijken, terwijl hij een stomende beker koffie boven zijn hoofd hield. Aanvankelijk leek Jeewee blindelings langs Thea af naar binnen te willen glippen, maar dat zou bij nader inzien toch iets te veel wurmen en daardoor uitzonderlijk delicaat worden. Zoals gebruikelijk was de plofklas oorverdovend luidruchtig, zodat Thea haar stem moest verheffen om haar punt te maken:

‘Vanmorgen heeft Boris mijn dochter een stomp in de maag verkocht.’

Quasi verrast, alsof hij haar nog totaal niet had opgemerkt, plaatste Jeewee zijn vrije hand achter zijn linkeroorschelp en keek moeilijk.

‘Vanmorgen heeft Boris mijn dochter een stomp in de maag verkocht’, herhaalde Thea nog een decibel harder.

‘Daar weet ik niks van?!’, antwoordde Jeewee nauwelijks verstaanbaar met opgetrokken wenkbrauwen voor de geloofwaardigheid van zijn ontkenning:

‘Het is anders onder jouw ogen in de klas gebeurd’, trompetterde Thea verontwaardigd.

Honend gooide Jeewee zijn hoofd achter in de nek.

‘Dat lijkt me sterk, maar als dat waar is, dan had Sabine naar mij moeten komen.’

‘Dat heeft ze gedaan zegt ze.’

Met een zucht begon Jeewee aan de schouder van Thea te sjorren met de bedoeling de weg in de deuropening naar het klaslokaal vrij te maken.

‘Ik zal het er wel met Sabine over hebben’, steunde hij getergd.

Thea liet zich echter niet zomaar aan de kant zetten. Voordat ze in beweging kwam, vond ze de schichtige ogen van Jeewee.

‘Je moet ook Boris op zijn gedrag aanspreken dit keer, Jan-Willem. Je kunt hem niet weer met zijn agressieve impulsen laten wegkomen.’

‘Ik kijk wel of ik in de loop van de middag een gaatje heb’, antwoordde Jeewee ontwijkend, vertwijfeld en zo timide dat Thea moest liplezen om hem te kunnen verstaan.

Ze las beklemdheid in de woorden en ogen van Jeewee. Thea kon zijn terughoudendheid niet anders vertalen dan angst voor de omvang van het verdriet van de ouders van Boris. Ze bespeurde ook tegenzin in een update over het gedrag van Boris met vader Gert, de gemeentefunctionaris, en moeder Babs. Niet helemaal onbegrijpelijk gezien het troosteloze lot van de tweede zoon van het echtpaar; Alfred in de rolstoel. Alfred zat 2 jaargangen onder Boris ook op De Wielewaal. Met zijn rolstoel. Was er eigenlijk nog wel iemand in de verre omtrek van de basisschool van Sabine en Walter nog niet doordrongen van de tragedie van Alfred? Zijn voorzienigheid had Boris onaantastbaar gemaakt op De Wielewaal, want hij was boven alles de grote, achtergestelde  broer van Alfred in de rolstoel. In tegenstelling tot het beperkte toekomstperspectief van Alfred met zijn progressieve, ongeneselijke spierziekte was de levensverwachting van Baris wel normaal. Daarom leek het haast alsof hij Asperger had gekregen om niet helemaal bij de overweldigende afwijkingen van zijn broertje in het niet te vallen. Asperger als een alibi om van huis uit ongestoord aandacht te trekken en te ontvangen. Boris kon op De Wielewaal vloeken, schelden, driftbuien krijgen en willekeurig kinderen aanvallen zonder ooit op zijn eigen verantwoordelijkheden aangesproken te worden. Boris had immers Asperger en deze aandoening komt nooit alleen, maar gaat meestal gepaard met ernstige hoogbegaafdheid ook nog. Zo was die arme Boris dubbel de dupe van zijn onaangepaste gedrag.

Maar Boris niet alleen. Geurende zijn kinderjaren op De Wielewaal had Boris al tientallen slachtoffers om zich heen met zich meegetrokken. Zij het door verbaal geweld of door te flippen. Dat spontaan doorslaan van de stoppen beperkte zich aanvankelijk nog tot het dreigen met de spitse punt van zijn passer, maar allengs ook steeds vaker met het ten uitvoer brengen van zijn bangmakerij. Boris gebruikte dan de punt van zijn passer om de armpjes en beentjes van onschuldige kindertjes in de directe omgeving doelbewust te bewerken met een voorzichtig licht krasje hier en daar. Niet  ernstig genoeg om Boris te demoniseren, maar irritant genoeg voor menig ouder om te klagen bij het docententeam van De Wielewaal. Weliswaar binnen de perken van het betamelijke; teneinde niet uitgesloten te worden van de royale buurt barbecues die Gert - de gemeentefunctionaris en de papa van Boris en Alfred - jaarlijks in de wijkspeeltuin op touw zette.

Tijdens die buurtbarbecues kon niemand om Babs heen. Zij was de moeder van Boris en Alfred in de rolstoel. Een doortastende, niets ontziende dame met net zoveel recht op een loopbaan buitenshuis als ieder ander. Babs verdiende niet alleen consideratie van de buitenwacht vanwege haar kroost, nee ze stond erop! De dagelijkse oppas voor haar tweetal werd gesubsidieerd uit een speciaal overheidspotje voor behoeftige ouders, dat Gert vanuit zijn positie als gemeentefunctionaris, helemaal terecht natuurlijk, meteen aan had weten te breken voor zijn uitzonderlijke gezinssituatie. Als je de juiste deuren opent dan wijzigt de weg zich vanzelf. Hopelijk konden Gert en Babs in de toekomst ook nog wat voor de opperouders betekenen in de zin van adviezen over aanvragen betreffende subsidies, speciale voorzieningen en toelagen? In ieder geval was de bereidwilligheid om rekening te houden met de moeilijke thuissituatie van Gert en Babs groot. Zelfs bij Thea die toch echt niet op een uitnodiging voor de jaarlijkse buurtbarbecue in de speeltuin van de Wielewaalwijk zat te wachten. Zo werd Boris dus van alle kanten ontzien. Net zolang tot het gedoogbeleid niemand meer ten goede kwam. De sociale status van Gert en Babs mocht dan wel in het verleden alle kreukels in het gedrag van hun oudste zoon bij herhaling glad gestreken hebben, de goede naam van zijn ouders weerhield Boris er niet van om de rimpels in zijn doen en laten, overigens zonder scrupules, weer net zo makkelijk opnieuw aan te brengen. Regelmatig moest hij zijn passer terug verdienen met behulp van een ingenieus beloningsysteem dat zijn ouders in samenwerking met een gezinspsycholoog voor Boris uitgedokterd hadden. En dat terwijl het bezit van een passer nog helemaal niet nodig was op de basisschool. Maar voor Boris was de passer een talisman en bij gebrek aan zijn amulet gebruikte hij desnoods zijn vuisten om zijn Asperger te botvieren. Bijvoorbeeld op de buik van een toevallige voorbijgangster. Dan had Sabine nog geluk gehad dat Boris op de tweede dag van de eerste schoolweek in groep 8 zijn passer alweer bij zijn juf of meester - in dit geval bij Jeewee dus - in had moeten leveren. Als strafmaatregel op voorspraak van vader Gert, moeder Babs en de gezinspsycholoog. Ergens was het ook een beetje bolle pech dat Sabine zich in de directe ruimte van Boris had begeven. Als ze uit haar doppen had gekeken dan had Boris haar ook niet per ongeluk in haar buik geramd.

Thea was er niet op uit om Jeewee onderuit te halen of om het schoolleven van Boris ook nog zuur te maken, maar het idee dat haar dochter zich niet eens beschermd kon wanen tegen lichamelijk geweld in het klaslokaal van haar basisschool, was helemaal volgens de traditie van De Wielewaal compleet van de zotte. Gedreven door de apathische reactie van Jeewee op haar valide klacht, stuurde Thea nog dezelfde middag een online berichtje over de stomp van Boris in de maag van Sabine onder het toeziend oog van meester Jan-Willem aan zowel directeur Yin als aan zijn collega Yang. Thea ging ervan uit dat met het vertrek van Willy Bakbruin ook haar mailverbod was opgeheven. Voor de volledigheid zond ze ook een copy van haar mailtje door aan Jeewee en de schooltrol.

Geachte heren Yin en Yang,

Tussen de middag kwam mijn dochter Sabine uit groep 8 totaal van slag uit school. Ze was in de klas in haar maag gestompt door Boris; een klasgenoot. Iedereen weet dat Boris Asperger heeft, maar dat betekent nog niet dat hij het recht heeft om mijn dochter in het bijzijn van meester Jan-Willem zonder reden te mishandelen. Sabine heeft tevergeefs geklaagd over het wangedrag van Boris en ook over pijn haar maag bij meester Jan-Willem. Het mag toch niet zo zijn dat het ene kind het andere kind onbestraft pijnigt in een klaslokaal. Omringd door 30 leeftijdgenoten zonder dat iemand – laat staan de aanwezige leerkracht - ingrijpt? Ik begrijp de lijdensweg van Boris en ik weet net als iedereen op De Wielewaal dat hij het thuis niet makkelijk heeft, maar desondanks vind ik het welzijn van mijn dochter toch iets belangrijker dan het aandacht tekort van een kind dat niet van mij is. Uw reactie zie ik graag per omgaande tegemoet,

Hoogachtend,

Thea (moeder van Sabine/groep 8 en Walter/ groep 7)

En dan was Thea nog zo aardig geweest om niet eens over het onuitstaanbare punt te reppen dat zielige Boris overal mee weg kon komen vanwege zijn doodzieke broertje. Walter had eens moeten flikken wat Boris allemaal klaar speelde. Met nog geen honderdste van het geweldrepertoire van Boris op zijn kerfstok zou Walter allang onder dwang naar De Klaproos afgevoerd zijn. En zo niet dan wel naar een andere instelling voor moeilijk opvoedbare kinderen. Enfin altijd nog beter dan ontoerekeningsvatbaar verklaard worden zoals Boris. De keuringsstempels onder de noemers van Asperger en hoogbegaafd stonden als het ware als denkbeeldige tattoos in zijn voorhoofd gegraveerd. Alsof iemand daarmee geholpen was.

Al vroeg in de avond van de dag van het geweldsdelict van Boris, met Sabine als slachtoffer in het volle klaslokaal van groep 8 onder supervisie van Jeewee, ontving Thea een reactie in de mail op haar online rapportage van het gebeuren. Ze werd uitgenodigd voor een gesprek met beide directeuren: Yin en Yang. Dit onderhoud zou op De Wielewaal gaan gebeuren en wel op de eerst volgende dinsdag over een week. Op de maandag ervoor stond de jaarlijkse ouderbijeenkomst specifiek voor groep 8 gepland en op de woensdag erna zou de voorlichtingsavond voor groep 7 van Walter plaatsvinden. Met een jaarvoorraad aan gezever, geclusterd in 3 avonden, voor de boeg, was Thea al bij voorbaat uitgeput. Eerdere ouderzittingen in de afgelopen basisschooljaren van haar kinderen had Thea echter plichtsgetrouw bezocht en uitgezeten, dus waarom dit traditionele treffen met de opperouders van de leerlingen in groep 8 overslaan? Het zou de laatste algemene ouderavond zijn voor de jaargang van Sabine op De Wielewaal. Zo’n finale moest bezegeld worden met haar persoonlijke, gebruikelijke, onverdraaglijke aanwezigheid, vond Thea. Hierna zou een welverdiende rust haar deel zijn. Als Sabine deze plofklas overleefd had en naar de middelbare school was vertrokken dan liep Thea geen gevaar meer om het overgrote deel van de betweters met de ouderlijke macht elke morgen van iedere werkdag tegen het  biologisch gecultiveerde lijf te lopen in de wandelgangen van De Wielewaal. Thea zou samen met Walter in zijn laatste jaar op de basisschool achter blijven met slechts nog een vleugje van het gehijg van de opperouders in haar nek. Te weten de resterende superpapa’s en megamama’s van de klasgenootjes van Walter die nu nog groep 7 onrustig maakten. Dat scheelde al gauw driekwart in windkracht, want groep 8 van Sabine was de grootste, meest chaotische plofklas in de geschiedenis en toekomst van De Wielewaal. De ordehandhaving in de plofklas was al zo vaak onderwerp van de ideeënbus geweest, dat een leek bijna ging twijfelen aan de zelfredzaamheid van het docententeam op De Wielewaal. Onterecht natuurlijk naar mening van de directrice en de opperouders. Op de valreep kwam Willy Bakbruin haar fanclubje dan ook wederom tegemoet met het enige juiste besluit in de ogen van de opperouders. Vlak voor haar vertrek maakte ze nog gauw, gauw de groepsindeling met de betreffende docenten bekend in laatste editie van de wekelijkse Nieuwsbrief van De Wielewaal. Groep 8 zou in het komende schooljaar onder de verantwoordelijkheid van niemand minder dan meester en Jan-Willem en juffrouw Siepie samen  vallen. Twee hoeraatjes voor dit gouden duo. Jeewee en de schooltrol in de gloria. Alsof de plofgroep daardoor uit de problemen zou raken. Thea had in elk geval een hard hoofd in dit docentenduo voor Sabine, maar wie weet was er in het aanstaande  bewindsjaar met Yin en Yang wel oor voor een heterogeen geluid in de marge van de homogene opperoudergemeenschap? Thea liet zich graag verrassen zoals ze verder in de eerste schoolweek ook al op een prettige wijze door de juffrouw van groep 7 overbluft was naar aanleiding van een voorvalletje in het domein van Rita en de nieuwe meester Vik.

Op de donderdag in het tweede juffrouw Rita weekdeel in groep 7, kwam Walter namelijk uit school met een gigantische inktplek op het witte achterpand van zijn nieuwe Pokémon merkshirt. Uit ervaring kon Thea al voorspellen dat de smet een blijvertje zou zijn. In de loop van de jaren was ze met alle denkbare, maar ook ondenkbare, schoonmaakmiddeltjes het gevecht met de meest uiteenlopende vlekken op de gezinskleding aangegaan en tot nu toe had ze meer tijd verspild dan oplossingen gewonnen. Toch was die indigo vlek niet de echte reden van de frustratie die Thea meteen bekroop bij de aanblik van het met inkt doordrongen, hagelnieuwe, dus super absorberende, witte katoen. Het bezoedelde T-shirt kon nog dienst doen als bovendeel van een pyjama. Zonde van het kleedgeld, maar helaas. Kinderen zijn niet smetteloos, maar tijdens het dragen van het Pokémon shirt kon de zoon van Thea de vlek op het rugpand moeilijk eigenhandig veroorzaakt hebben. Anders gezegd: De schade was dus overduidelijk buiten zijn macht opgetreden. In het klaslokaal van groep 7 zat Walter echter sinds kort voor zijn maten Huib en Tim. Eén van deze 2 kereltjes scheen volgens de getuigenis van Walter iets te enthousiast met een vulpen aan het schudden gegaan te zijn met de bedoeling om inkt naar de punt te transporteren. Bij de versnelling van dit inkttransport waren er naar zeggen Walter per ongeluk klodders blauw op het achterpand van zijn nieuwe shirt terecht gekomen. Om te beginnen vond Thea het idee van een vulpen met vullingen niet meer van deze tijd. Verder waagde ze de onschuld van de dader te betwijfelen. Hoe hard kun je schudden voor gebruik? Daarbij kwam dat noch Huib, noch Tim een prettige thuissituatie kenden en de neiging hadden om hun privéremmingen op school los te laten  Vandaar dat Walter zijn maatjes uit voorzorg tegen de rancune van zijn moeder in bescherming nam en weigerde om de schuldige aan te wijzen. Even los van het feit dat het prijzige Pokémonshirt hem gestolen kon worden, hetgeen de loyaliteit van Walter niet minder lovenswaardig maakte. Hoewel? Allemaal leuk en aardig dat Walter vriendschap boven hebbedingetjes stelde, maar in de omgekeerde situatie zouden Tim en Huib hun maat zonder pardon opgeofferd hebben aan schrikbewind van hun roemruchte moeders.

Uit de goedheid van haar hart, had Thea weleens voor noppes amper gedragen kleding uit de kast van haar eigen kinderen doorgesluisd naar Jenny; de moeder van Tim. Het betrof modegevoelige kleding waar Sabine en Walter waren uitgegroeid, en die minder goed te verkopen waren aan de trendy klandizie van haar webshop. Dus dacht Thea aan Jenny. Niet alleen met het oog op de jongere tweeling – Mira en Rob - , maar ook omdat Tim; de oudste zoon van Jenny, kleiner en fijner gebouwd was dan Walter. Toen Thea haar de 2 vuilniszakken gevuld met schone kleding overhandigde, acteerde Jenny alsof ze niet goed wist wat ze met het aanbod aan moest. Nou had Thea geen nederige dankbetuiging verwacht; maar Jenny hoefde ook niet zo nadrukkelijk te laten merken dat de donatie ver beneden haar levenstandaard stond. Haar gespeelde fierheid was onnodig stuitend en bovendien schone schijn. Hoe had Thea vooraf moeten ruiken dat Jenny een gegeven paard, dat zo rein en onbereden was, toch verkoos in de bek te kijken? Terwijl Jenny nota bene zelf op de gift had aangestuurd door te hinten dat ze eventueel wel interesse zou hebben in gratis kleding, omdat ze het, na het overlijden van haar ex man Joop, zo hard te halen had met de zorg voor 3 opgroeiende handenbindertjes. Inmiddels snapte zelfs Thea dat Jenny met ‘gratis’ kennelijk wat anders bedoeld had dan ‘tweedehands’.

‘Ze doelde op een liefdadigheidsaftrap op jouw Webshop’, tipte Bart.

‘Ze kan een liefdadigheidsaftrap tegen d’r achterwerk krijgen’, smaalde Thea.

Hoe dan ook zag Thea ´de kids´ van Jenny nooit terug in het geschonken tweedehands goed. Meestal droeg het drietal van Jenny massaflut afgewisseld met steeds dezelfde dure merkkleding die pas vervangen werd door wederom zo’n kant en klare, prijzige kindercatwalklook nadat het oude, gouden textiel tot op de draad toe versleten was. Thea kon het niet schelen hoe de weduwe en moeder van Tim en de tweeling aan het geld voor het hooghouden van haar extravagante levensstijl kwam, maar ze had wel zo’n vermoeden dat de methodes van Jenny om fondsen te werven niet altijd helemaal zuiver waren. Zo ontving Thea een paar maanden na de tweede hands kledingaffaire een sms’je van Jenny met het verzoekje aan Thea om een gescheurd T-shirt van het merk Dieselkids van Tim ter vergoeding op te geven aan de verzekering.

Sms Jenny:

‘Hb (hartelijk bedankt) voor sp (spelen) en thbr (thuis brengen).’

Sms Thea:

‘K (Oké).’

Sms Jenny:

‘Ag (Alles goed?)’

Sms Thea:

‘Zkr. (zeker) Mjo? (Met jou ook?)’

Sms Jenny:

‘N (nee). Tim heeft scheur in Dieselmerkshirt.’

Sms Thea:

‘Dus?’

Sms Jenny:

‘Schuld van Walter.’

Sms Thea:

‘Not, Tim droeg vdag (vandaag) kwartjesWibrashirt merk; goedk. (goedkoop)’

Sms Jenny:

‘Nw (no way of niet waar).

Sms Thea:

‘Net zlf gez. (zelf gezien).’

Sms Jenny:

‘Is gist (gisteren) op sch (school) gebeurd.’

Sms Thea:

‘Walter was gist (gisteren) afw. (afwezig). Ziek.’

Sms Jenny:

‘Str (stuur) rek (rekening) door: 109,- ‘

Sms Thea:

‘En dan?’

Sms Jenny:

‘Ff (even) drgv (doorgeven) aan jouw schadeverz. (verzekering).’

Sms Thea:

‘Egn (echt niet).’

Sms Jenny:

‘Hoezo? Kost jou niks?’

Sms Thea:

‘Een postzegel’.

Sms Jenny:

‘Str (stuur) via mail.’

Sms Thea:

‘N (nee).’

Sms Jenny:

‘Why n (not)?’

Sms Thea:

‘Kost moeite en no claim.’

Sms Jenny:

‘Die scheur in Dieselkidsshirt dan?’

Sms Thea:

‘Wrom (waarom) koop jij dure shirts?’

Sms Jenny:

‘Mijn boyfr (boyfiend) bet (heeft betaald).’

Sms Thea:

‘Vrg (vraag) hem.’

Sms Jenny:

‘Trots’.

Sms Thea:

‘Walter heeft niks gedaan!’

Sms Jenny;

‘Vgl (volgens) Tim w (wel).’

Sms Thea:

‘Herhaal; Walter was gist (gisteren) n (niet) op sch (school).’

Sms Jenny:

‘Eergist (eergisteren) dan?’

Sms Thea:

‘Toen was het zondag!’

Sms Jenny:

‘Boei (boeien). Wrk ff mee. (werk effe mee!)’

Sms Thea:

‘Nw’(no way)

Sms Jenny:

‘Why n(not)?’

Sms Thea:

‘Trots.’

Sms Jenny:

‘Lamar en tfn (thanks for nothing).’

Sms Thea:

‘GdGg (geen dank, graag gedaan).

Opgeteld bij de fratsen van Jenny kwam dan ook nog eens de frustrerende vloek van de moeder van Huib. Nog een prototype van  zo’n narcistisch exemplaar dat zich totaal niet met haar medemens bezig hield. Zij was de roomblanke, sproetige,  goud gelokte carrière vrouw annex zelf gekroonde hobbyheks. Ze behekste Huibje met angst voor de impact van haar paranormale krachten indien hij ooit de drang mocht voelen om met Walter in zijn doubleerklas aan te pappen.

‘Ik mag niet na school bij jou thuis afspreken van mijn moeder, want ze is een heks’, schijnt Huibje letterlijk tegen Walter gezegd te hebben.

‘Wie zegt dat ik na school bij mij thuis met jou af wil spreken?’, vroeg Walter onverschillig.

‘We kunnen wel stiekem samen spelen via skype en dan gamen’, vond Huibje.

‘Mag dat wel dan?’

‘Dat ziet ze niet.’

‘Hoezo niet? Ze is een heks? Heksen hebben een derde oog toch?’, meende Walter zich te herinneren uit het boek ‘De Heksen’ van Roald Dahl

‘Valt wel mee. Niet altijd’, suste Huibje.

De aversie tegen Walter van de hobbyheks had dan ook niet zozeer te maken met zijn persoon, maar alles met de bloedverwantschap met Sabine. Dit probleem ging weer terug naar de teloorgang van de vriendschap tussen Huibje en Sabine in groep 4. In het begin was de verkering zo dik aan dat Huibje op eigen houtje wekelijks met Sabine afsprak zonder de gebruikelijke inmenging vooraf van zijn gescheiden ouders die uiteindelijk los van elkaar altijd op woensdag akkoord gingen met de eigenzinnige keuze van hun zoon. Uiteraard steevast bij Sabine thuis. Een plek waar Huibje het broertje van Sabine onmogelijk iedere week kon ontlopen. Totdat Bart een stokje voor de wekelijkse speelvisites stak, omdat Sabine niet werd uitgenodigd voor een verjaardagspartijtje van Huibje. Dat was des te belachelijker daar Sabine in de weken tot aan het bedoelde fuifje tot vervelends toe door Huibje verzekerd was van een invitatie. Van zoveel gekunstelde voorpret had Sabine al bij voorbaat genoeg gegeten en gedronken, maar ze mocht niet weigeren op het moment suprême van Thea. Uit fatsoen. Was Sabine even blij dat ze uiteindelijk toch niet werd uitgenodigd. Ze was tenslotte maar de dochter van buitenstaanders, hetgeen meestal een doem was, maar dit keer een zegen. Desondanks was Bart ziedend. Helaas voor de moeder van Huibje liet Bart zijn ongenoegen niet onbetuigd. Toevallig nam hij en niet Thea de bakelieten hoorn van de vintage huistelefoon op, toen de hobbyheks op de dag van het partijtje ook nog het gore lef had om te bellen. Ze bedoelde de speelvisite van haar Huibje bij Sabine op de eerstvolgende woensdag na het bedoelde fuifje veilig te stellen. Alsof die kinderloze woensdagmiddag haar rechtmatig toekwam. Helemaal na zo’n enerverend, selectief verjaardagsfeest met allemaal veeleisende kinderen van opperouders van de partij. Bart zou zichzelf niet geweest zijn als hij de hobbyheks vervolgens de wacht niet had aangezegd. Het betekende niet alleen het einde van de vriendschap tussen Sabine en Huibje, maar de enige zoon van de hobbyheks kreeg gevolglijk ook een beperking opgelegd. Huibje mocht gedurende zijn 2de kans in groep 4 niet veel van zijn papa en mama, maar vriendjes met Walter worden was helemaal uit den boze. Wat had ieder normaal denkend mens dus kunnen verwachten na dit uitdrukkelijke verbod van de hobbyheks en haar ex? Uitgerekend Walter en Huibje vonden elkaar. Een band die vervolmaakt werd met Tim en Marcus in een vriendenclub die tot ver na de  basisschooltijd zou blijven bestaan. De vriendschap ontwikkelde zich op school en tijdens het gamen via skype. De hobbyheks en haar ex hebben zoonlief nooit op zijn voortdurende overtreding van het vriendschapsverbod met Walter aangesproken. Gelukkigerwijs transformeerden voorts geen van beide jongens ooit in een kikker. Mogelijk vond de hobbyheks achteraf het sop de kool niet waard. Skype hield Huibje toch ook wel lekker rustig op de achtergrond op de ongelegen kwaliteitsmomenten waarop de hobbyheks haar zoon van de kinderrechter toebedeeld had gekregen. En Walter, ach wie was dat ook alweer? Wat de hobbyheks betrof was het akkefietje allang weer vergeten, maar wat Bart en Thea aanging volstrekt niet.

Of Huib óf Tim had het nieuwe Pokémonshirt van Walter op het geweten en Thea moest en zou weten wie. Opgezweept door de ergernissen uit het verleden, wendde Thea zich tot juffrouw Rita die haar in de gang voor de geopende deur van het klaslokaal van groep 7 begripvol aanhoorde. Thea wist niet wat ze meemaakte. Ze keek om zich heen om zich ervan te vergewissen dat ze gewoontegetrouw omgeven werd door het wakende oog en luisterende oor van passerende opperouders in de gang van De Wielewaal. Nee, ze was niet alleen, terwijl juffrouw Rita toch vrijuit met haar stond te praten. Zonder schroom voor de incrowd. 

‘Ik heb gezien dat Tim met inkt zat te knoeien. Hij zit ook recht achter Walter in de klas. Ze waren aan het keten en toen zag ik dat Tim het T-shirt op de rug van Walter als handdoek gebruikte. Dikke pret natuurlijk! Ik weet nog dat ik dacht: ‘Nou, daar zal Thea blij mee zijn!’ Ik heb het er al met Jenny over gehad’, zei juffrouw Rita.

Thea kon niet voorkomen dat haar mond open viel. Niet vanwege het onfatsoen van Tim. Het was een algemeen gedeeld geheim dat Tim een tik van de molenwiek had. Dan kon je allerlei hippe labels zoals adhd of een dwangstoornis, om de nek van het ventje hangen, maar dat veranderde niets aan de invloed van de genen en het effect van een portret van een moeder als Jenny. Desondanks trad een acute verkoeling van Thea’s oververhitte gemoedstoestand op als gevolg van de empathische reactie van juffrouw Jenny. Het enige weerwoord dat ze op dat moment van bezinning uit kon brengen was een vraag naar de bekende weg:

‘Wat had Jenny op jouw beschuldiging te missen?’

‘Oh, je kent Jenny; ze zei iets van een scheur in een heel duur T-shirt van Tim. Die scheur zou dan de schuld van Walter geweest zijn. Daar had jij ook nooit iets mee gedaan zei ze. Nou zouden jullie weer op gelijke voet staan. Onzin natuurlijk. Dus. Wat wil je dat ik doe?’ vroeg juffrouw Rita strijdvaardig.

‘Ik ben al dankbaar dat je zomaar bereid bent om mijn kant van de zaak te bekijken. Zoveel tegemoetkoming ben ik helemaal niet gewend hier op De Wielewaal. Je hebt je leven gebeterd, merk ik wel’, lachte Thea achterdochtig, maar toch niet zonder een vleugje welwillendheid.

‘Dank je’, meesmuilde juffrouw Rita en ze vervolgde:

‘Ik kan vragen of Jenny verzekerd is tegen schade?’

Thea werd al moe van de gedachte alleen al. Jenny zou niet te vermurwen zijn na de eerdere weigering van Thea om de onverklaarbare scheur in het Dieselkidsmerkshirt van Tim aan de verzekering op te geven. Bij nader inzien betwijfelde ze trouwens of Jenny überhaupt ergens tegen verzekerd was. Waarschijnlijk had Jenny de uitkomst van haar besteedbare inkomen allang aan merkkleding uitgeven voordat ze niet meer aan de financiering van de maandelijkse premies van een w.a.  verzekering toekwam. Los daarvan had Thea zich totaal niet verdiept in eventuele vervolgstappen na de ontmaskering van de inktvlekdader. In haar stoutste dromen was ze nog niet zo ver gekomen met juffrouw Rita als vandaag in het vizier van de opperouders voor de deur van het klaslokaal van groep 7. In het zicht  in de doorloop in de gang van De Wielewaal. Juffrouw Rita in de bocht! Hier kon Jeewee wat van leren, want het verschil tussen wie je bent en wat je wilt zijn is wat je doet.

‘Nee, ik wil alleen even duidelijk hebben dat Walter niet de enige relschopper in zijn klas is.’

‘Wie zegt dat Walter een relschopper is? Heb ik dat gezegd?’, wilde juffrouw Rita schuldbewust weten, terwijl ze ter hoogte van haar borsten naar zichzelf wees.

‘Nog niet’, zinspeelde Thea.

‘Je kent me toch.’

‘Juist daarom. Wat is er met jou gebeurd?’

Juffrouw Rita bewoog zich tot vlak bij het rechteroor van Thea om zich er fluisterend van te vergewissen dat de moeder van Walter en Sabine een geheim kon bewaren. Voordat Rita wat kon uitbrengen, sprak Thea voor haar beurt:

‘Je wordt de officiële opvolgster van Willy Bakbruin?!’

Zonder rekening te houden met de galmende akoestiek in de hoge gang. Het was een geintje. Absoluut geen gok. Maar tot ongenoegen van Thea kreeg ze pas respons nadat juffrouw Rita haar eerst aan haar arm over de gang naar de privacy van de wasbakken bij de kindertoiletten had gezeuld.

‘Wie zal het zeggen?’, zinspeelde ze opgewonden terwijl ze zich aan de schouders van Thea vastklampte.

Thea voelde haar knieën week worden bij de aanblik van de verwachtingsvolle ogen. Hoe kon Rita zichzelf zo voor de gek houden?

‘Waarom denk je dat dan?’

Thea herinnerde zich Rinus Hardleers van de onderwijsstichting en zijn toezeggingen tijdens het cruciale telefoongesprek na het foutieve pré-advies voor Sabine. De belofte van Yin en Yang. Interim directeuren met een visie voor De Wielewaal. Daarbij had Thea zich toch wat anders voorgesteld dan de benoeming van juffrouw Rita als directrice. Al snel wist ze de teleurstelling voor zichzelf te verzachten met de geruststellende gedachte dat de herscholing tot manager voor een leerkracht minstens 2 jaar in beslag nam. Veel te lang voor juffrouw Rita die liever al haar vrije tijd in haar rockband stopte. En zo niet dan was Walter tegen de tijd dat Rita haar manager diploma binnen had ook al lang en breed weg van de basisschool.     

‘Ik ben uitgenodigd voor een gesprek bij de nieuwe interim directeuren’, bloosde juffrouw Rita.

Verlegen liet ze Thea los, alsof ze zich plotseling realiseerde dat ze een figuur stond te slaan. Met de nodige spot gaf Thea lucht aan de bruuske onvrede die haar maag van streek bracht:

‘Ja, ik ben ook uitgenodigd voor een gesprek met de interim directeuren aanstaande dinsdag, maar dat betekent toch nog niet dat ik een kandidate ben voor de post van directrice van De Wielewaal. Geef die brandblussers eerst eens kans. Ze zijn nog niet eens begonnen’

‘Haha, jij bent geen leerkracht Thea, maar het zou toch kunnen dat ze me vragen om in de toekomst de rol van directrice van De Wielewaal te vervullen? Ik werk hier al meer dan 20 jaar. Wat denk jij?’, pruttelde juffrouw Rita enigszins gekalmeerd na.

Thea keek Rita doordringend aan in een poging om Rita met haar beide beentjes terug op de grond te krijgen:

‘Wat weet ik nou van de sollicitatieprocedure op een basisschool?’

‘Niks natuurlijk, maar de crisisdirecteuren zijn maar voor een half jaar op De Wielewaal aangesteld via de onderwijsstichting. Eén van hun kerndoelen is de benoeming van een nieuwe permanente directeur. Of directrice. Ben ik nou gek, Thea?’

Uit vriendelijkheid wilde Thea best een rondje met Rita mee denken.

‘Hoe werkt dat dan op een basisschool? Wordt iemand gevraagd voor een leidinggevende functie? Ouderwetse promotie? Of moet iemand op eigen initiatief over lijken gaan om carrière te maken in het onderwijs? Zoals overal elders tegenwoordig? Anders gezegd. Moet iemand nou zelf vragen om niet te worden overgeslagen? Of niet? Dat is de vraag.’

‘Nee, maar zou ik Willy Bakbruin kunnen overtreffen, denk je?’

‘Waarom niet? Jij wel’, huichelde Thea.

‘Ja, want aan meester Viktor is namelijk  gevraagd of hij in plaats van parttime voortaan voor de hele werkweek in groep 7 wil komen werken.’

‘Ow’, schrok Thea.

‘En waar moet ik dan blijven?’, wanhoopte juffrouw Rita ineens.

Zo heeft iedere medaille 2 zijdes. Rita wachtte af. Maar er kwam geen zinnig woord over de lippen van Thea. Na een paar tellen met de gevoelslengte van een uur vervolgde Rita haar verhulde weeklacht in een dalende mineurstemming. 

‘We zouden groep 7 samen doen; meester Viktor en ik. Enfin, ze zullen me heus niet ontslaan. Er is een nijpend, landelijk tekort aan leerkrachten en zo slecht ben ik niet toch?’

‘Je vist naar complimentjes Rita. Je weet heus wel dat ik waardering heb voor jouw professionaliteit. Als onderwijzeres van mijn kinderen. Misschien ben je ook wel een geweldige directrice. Daar kan ik niet over oordelen’, lachte Thea opgelucht, omdat ze dit keer oprecht meende wat ze zei.

Juffrouw Rita moest het gezegde even laten bezinken. Voor Thea een prima aanleiding  om het gesprek over een andere boeg te gooien.

‘Maar nu even wat anders; heeft meester Viktor al ja gezegd?’

Juffrouw Rita schrok wakker uit haar dagdroom, waarvan ze nog niet helemaal zeker wist of het haar nachtmerrie of een luchtkasteel was.

‘Nog niet officieel, maar hij wil wel. Dat is het geheim waar ik op doelde en dat je nog even voor je moet houden, totdat Viktor en ik precies weten waar we aan toe zijn.’

 

HOOFDSTUK 43

De bankjes in het klaslokaal van plofgroep 8 waren volledig bezet met papa’s, mama’s of andere verzorgers. De laatkomers zochten een plekje in de vensterbanken van de overvolle ruimte en vonden steun met hun billen tegen de verwarming die nog niet in werking was gesteld vanwege het broeikaseffect op temperaturen waarbij een airco beter dienst had kunnen doen. Hun silhouetten tekenden zich af in de kunstverlichting tegen de achtergrond van hoge ramen waarin een indigoblauwe nazomernacht zich al schemerend aankondigde. Jeewee stond overgeleverd voor de klas, terwijl hij de drukte huiverig overzag. Hij leek verloren in zijn uppie. Alsof hij in de steek gelaten was door juffrouw Siepie die schitterde door afwezigheid. Thea had nog net een zitplaats weten te bemachtigen naast de moeder van Imke met wie Sabine weleens optrok. Imke was met haar bijna 14 jaar veruit de oudste van de klas. Het was een schichtig, beschadigd meisje dat de indruk gaf elders onophoudelijk geteisterd te worden door onherroepelijke verwaarlozing. Van volwassenen moest ze niks hebben. Laat staan van de meeste kinderen om haar heen die Imke op hun beurt ook liever kwijt dan rijk waren. Zo werd Imke veroordeeld tot Nia. De adoptieouders van Nia zaten stijfjes naast elkaar in het eerste bankje van de derde rij. Veilig in een strak aangemeten burgerlijkheid ter bescherming van hun afwijkende dochter Nia die het volgens de statistieken vanwege haar getinte huidskleur alleen al moeilijk genoeg had. Tel daar de adoptie bij op en de misère is rond.

Wonderlijk genoeg had Nia haar mensenschuwe vriendin Imke weten te besmetten met haar obsessie voor Sabine. Net als bij de dweepzieke Nia, liet Sabine ook de adoratie van Imke gelaten van zich af  glijden. Af en toe verdiepte Sabine zich weleens in Imke door met haar te gamen of een praatje te maken in de hoop om met zulke zoethoudertjes weer een poosje van het geclaim af te zijn. Op zulke speelmomentjes deed de moeder van Imke het voorkomen alsof Sabine op haar dochter zat te wachten in plaats van andersom. Mogelijk was beroepsdeformatie de oorzaak van haar onvermogen om Imke te zien voor het buitenbeentje dat ze was. Een tunnelvisie die voortvloeide uit haar baan als lerares Frans op een middelbare school buiten de stad alwaar een pestprotocol op papier garant stond voor een gelijke behandeling van alle leerlingen. Dus maakte de moeder van Imke zich geen zorgen over de acceptatie van haar dochter in de plofklas. Ze had totaal niet in de smiezen dat ze in werkelijkheid op De Wielewaal niet bij de binnenwacht der opperouders hoorde. Die oogkleppen waren haar op het lijf geschreven. Thea vond het pijnlijk om aan te moeten zien dat de moeder van Imke echt de enige was die niet merkte dat ze buiten de boot viel met haar moeilijk lerende, onaangepaste dochter en haar oninteressante anekdotes over akkefietjes tijdens haar Franse lessen. Hoe duur de moeder van Imke ook woonde in haar herenhuis met gunstige ligging in De Wielewaalwijk en hoeveel ze ook opschepte over de gewichtige baan van haar man in de advocatuur; ze hoorde niet bij de incrowd. Ze werd niet gedeeld in opperouderweetjes en haar dochter Imke was en bleef een nono onderaan de pikorde in de hiërarchie der populaire meiden van groep 8. Of de moeder van Imke had een olifantshuid of ze was stekeblind. Hoe het ook zij; de sociale boycot leek niet tot haar door te dringen. Alsof de moeder van Imke op een dag in haar uppie gewoon besloten had dat ze ‘gearriveerd’ was. En als de moeder van Imke iets bepaald had, dan was dat kennelijk zo. Vanaf die mindset verdroeg ze alleen nog mensen om zich heen die bereid waren om zich kritiekloos naar haar idee-fixe te schikken.

Zo zette de moeder van Imke doodgemoederd haar dochter onuitgenodigd en onaangekondigd voor een weekendje logeren bij de voordeur van het huis van Sabine af en ging zelf met een stel andere gekke wijven op de bonnefooi naar Parijs. Andere ‘vriendinnetjes’ hadden niet thuis gegeven en een overdonderde Thea kon een smachtende Imke moeilijk op straat laten staan. De vader van Imke kwam zijn dochter 2 dagen later in een driedelig maatkostuum met stropdas en het schaamrood op zijn kaken weer ophalen. Hij was zojuist terug gekomen van een zakenreisje en had niemand aangetroffen in zijn herenhuis. Er had een handgeschreven briefje op de keukentafel gelegen. Of hij dochter Imke even bij een klasgenootje wilde oppikken, want zijn vrouw was de hort op!? Of zoiets. De vader van Imke had een bloemetje bij zich voor Thea. Hetzelfde trieste boeketje roze chrysanten dat Thea eerder op die bewuste zondagmiddag bij de balie van het dichtstbijzijnde benzinestation nog in een emmer water met soortgelijke bosjes had zien staan verpieteren.

‘Je moet wel erg diep gezonken zijn wil je die treurigheid aanschaffen’, had ze nog gedacht.

Vlak voor haar uittocht beweerde Imke in het bijzijn van Thea en ten overstaan van haar vader dat ze een aardig logeerpartijtje had gehad met veel pizza en frietjes met mayo, maar dat het cool was dat ze naar huis mocht, zodat ze weer gezond kon eten. Met name vanwege de noodzakelijke groente die ze op haar logeeradres had moeten ontberen. Precies zoals haar onvolprezen supermama al voorspeld had. Verbolgen probeerde Thea de buitenissige vriendin van haar dochter de mond te snoeren:

‘Je had hier van vrijdag tot vandaag zoveel groente kunnen eten als je maar bliefde. Ik heb nog een stronk broccoli liggen. Als je wilt dan mag je die alsnog meenemen voor onderweg. Trouwens; bloemkool heb ik je ook aangeboden en sla. Maar nee, jij moest en zou chocopasta op je witte boterhammen, terwijl je ook volkoren brood kon krijgen. En wat dacht je van jouw voorkeur voor ham en kaas en per sé geen tomaten op je pizza?!’

‘Tomaat is geen groente maar fruit, zegt mama’.

Het was de eerste keer in 3 dagen tijd dat Imke het woord direct tot Thea richtte.

‘En zojuist heb je geen appelmoes gegeten; alleen frietjes, knakworst en de halve inhoud van een knijpfles mayonaise.’

‘Appelmoes is ook geen groente’.

De vader van Imke deed niet eens moeite om zijn ondankbare, schijngroene dochter tot de orde te roepen. Hij trok alleen een haastige conclusie:

‘O, maar je hebt dus al wel gegeten. Imke? Dat scheelt weer, want ik moet nog Chinees halen voor mama’.

‘Bespaar je de moeite; ik heb nog wel een mud groenvoer liggen, die mag je zo meenemen!’, grijnsde Thea.

‘Nee, dank u, ik haal gewoon even een bakje foeyunghai voor mijn vrouw, want ik heb ook al gegeten’, meende de vader van Imke onverstoord.

Een paar weken later mocht Sabine bij wijze van wederdienst blijven eten bij Imke zodat ze ook eens kon proeven van het gezonde leven. Alsof Thea niet al vanalles uit de kast getrokken had om Sabine aan het groenvoer te krijgen. Het was redelijk gelukt. Maar Sabine kreeg tijdens het diner bij Imke thuis niet zomaar wat huis- tuin- en keuken voedsel geserveerd. Nee, nee, ze kreeg aspergesoep. Gelukkig waren de ogen van de overige gasten aan de dis niet op Sabine gezetenen en converseerden de opa, oma en ouders van Imke zo luid dat de kokhalsgeluiden van het walgende meisje door het geanimeerde  gekeuvel aan tafel overstemd werden. Uiteindelijk lukte het Sabine zowaar om binnen een redelijk termijn de soep op te lepelen. Thea was apetrots op haar dochter. Wat groenteconsumptie betreft was Sabine, tot dan, ondanks moeders exquise kookkunsten, nog nooit verder was gekomen dan spinazie, rode kool, wortelen en bieten. Na de soep volgde nog een verfrissende fruitcocktail, waardoor Sabine zich ook wat minder misselijk voelde, maar ze moest desondanks overgeven toen ze in een veilige thuisomgeving zichzelf weer dorst te zijn.

‘Nou hoef ik zeker mijn leven lang geen asperges meer te eten?’ hunkerde Sabine.

‘Dat heb je zelf in de hand. Ik zal je in elk geval niet dwingen! Ik ben door schade en schande wijs geworden’, lachte Thea. 

Helemaal zeker of dat de moeder van Imke haar groetende hoofdknik, in het klaslokaal van groep 8 beantwoord had, was Thea niet. Er bewoog wel vanalles aan haar rechterzijde, want de moeder van Imke zat omgedraaid in haar bankje en was in een levendig discussie verwikkeld over de hoogbegaafdheid van Fransje; de dochter van Evelien die naast haar man Jelle achter haar zat. Thea had Imke weleens over Fransje horen praten. In een autoritje terug naar haar Wielewaalse  herenhuis na een speelbezoekje in de achterstandswijk van Sabine. Thea chauffeerde. Wie anders? Fransje scheen bij Imke in de straat te wonen:

‘Fransje heeft een gymnasiumadvies’, deelde Imke lukraak aan Sabine mee, terwijl ze op de achterbank van de Renault via hun Nintendo ’s samen een gekoppelde game speelden.

Sabine besloot Thea bij het gesprek te betrekken:

‘Dat heet toch VWO mam?’

‘Wat heet VWO schat?’, vroeg Thea afgeleid door het drukke stadsverkeer.

‘Als je naar het gymnasium kunt? Dat heet toch VWO?’

‘Jazeker.’

‘Toch heeft Fransje een gymnasiumadvies. Dat zegt haar moeder tegen mijn moeder. Ze wonen tegenover ons’, bitste Imke zo hard dat Thea wel mee moest luisteren.

‘Lekker belangrijk’, zuchtte Sabine tot genoegen van haar moeder.

‘Jij hebt toch VMBO kader net als ik?’

Imke sloeg een gefrustreerd toontje aan dat Thea niet aanstond. Gelukkig liet Sabine zich niet op haar kop zitten.

‘Jawel, maar ik kan best naar het gymnasium als ik zou willen toch mam?’

‘Jij wel!’, vond Thea.

‘Echt niet. Mama zegt dat jij slechtbegrijpend bent. Net als ik.’

Precies op dat ogenblik sprong het verkeerslicht op rood en trapte Thea net op tijd abrupt op de rem. Met een schok kwam de Renault tot stilstand en klapte het drietal in de veiligheidsgordels naar voren en direct weer naar achteren. Wakker geschud draaide Thea zich om naar Imke op de achterbank. Oogcontact was onmogelijk zoals gewoonlijk. Op datzelfde moment werd Thea de gekrenkte blik van haar dochter gewaar.

‘Ik weet niet hoe het met jou zit Imke, maar Sabine is alles behalve slechtbegrijpend. Ik wil je moeder direct graag even aanspreken over de onzin die ze uitkraamt.’

‘Mijn moeder is niet thuis’, murmelde Imke zonder van haar Nintendo op te kijken.

‘Weet je wat?’, vroeg Thea quasi vriendelijk.

En daar ze uit ervaring geen reactie kon verwachten, vervolgde ze in één adem:

‘Dan ga je voortaan toch lekker met Fransje spelen.’

‘Maham!’

Sabine had geen zin in toestanden. Wat kon haar het gymnasiumadvies van Fransje schelen! En Sabine wist heus wel dat de moeder van Imke de overgewaardeerde Fransje liever als vriendin voor haar dochter zag. Maar nee had Imke al en ja zou ze nooit krijgen. Niet van Fransje.

‘Ik wil helemaal niet met Fransje spelen’, pruilde Imke met tranen in haar stem.

‘Fransje wil niet met jou spelen zul je bedoelen’, smaalde Sabine terecht.

‘Kijk maar uit, straks wil Sabine ook niet meer met jou spelen’, dreigde Thea, terwijl ze naar aanleiding van het groene licht de Renault weer in beweging moest brengen en dus noodgedwongen weer voor zich uit keek.

Tegelijkertijd begon Imke zachtjes, maar hartverscheurend te snotteren. Thea begon al bijna spijt te krijgen van haar inmenging in de sociale omgangsvormen van haar dochter. Totdat ze in de achteruitkijk spiegel zag dat Sabine geen enkele aanstalten maakte om Imke te troosten. Toen wist ze zeker dat ze goed zat.

In vergelijking met de vermeende genialiteit van Fransje had Imke met haar belabberde schoolprestaties dan ook geen schijn van kans. Maar zo snel gaf de moeder van Imke zich niet gewonnen tijdens het babbeltje met de papa en mama van Fransje dat vooraf ging aan de ouderavond in het lokaal van groep 8. Onverwachts speelde de moeder van Imke een troef uit die ze voor Thea tot dan toe ook verborgen had gehouden. De moeder van Imke bracht ene Yves ter sprake. Yves bleek de uitgevlogen, oudere broer van Imke te zijn. Een bolleboos die een beurs had gewonnen voor de prestigieuze Yale uni in de states door cum laude voor het gymnasium te slagen. De moeder van Imke illustreerde haar grootspraak met een veelzeggende blik. Zo van:

‘En nou jullie weer; stelletje losers!’

De ouders van Fransje hadden zichtbaar moeite om hun nederlaag te verstouwen, maar waren zogenaamd niet onder de indruk. Yves was immers Imke niet. Het succes van Yves straalde niet op Imke af die heus niet minder dan voorheen voor joker stond ten opzichte van de gevierde Fransje, omdat haar broer toevallig wel goed kon leren. En in plaats van openlijk partij te kiezen voor haar ondergeschoven dochter en terecht kwaad te worden op het arrogante stel achter haar, bewoog de moeder van Imke met Evelien en Jelle mee alsof ze alleen maar naar de ouderavond van groep 8 was gekomen om hoe dan ook zelf in het middelpunt van de belangstelling te kunnen staan.

‘Zo moeder zo zoon en Imke heeft de hersens van haar vader, want ik heb de mijne nog, meesmuilde ze in een misplaatste poging om grappig te zijn.

Niemand lachte. Afkerig van de moeder van Imke begon Thea om zich heen te kijken in het klaslokaal van groep 8. Wat een ongekend hoge opkomst! Greet, de moeder van het huilmeisje Mathilde, viel haar als eerste op. Ze deelde een bankje met een mede opperouder. Het was Fenne alias de mama van Janne. Eigenlijk logisch want Janne was weer de beste vriendin van het huilmeisje Mathilde. De man van Greet – dus de vader van huilmeisje Mathilde – was de beruchte griezel door wie Thea zich altijd onheus bekeken voelde. In het bijzonder door zijn seksueel intimiderende laserogen. Eensgezind met de vader van Janne stond hij wijdbeens achterin het klaslokaal van groep 8. De heren torenden naast elkaar in krappe afgewassen t-shirtjes, skinny jeans en schuiten van sneakers boven de zittende menigte uit. De blote armen hadden de papa’s quasi nonchalant voor de borst ineengeslagen Ze stonden met hun rug tegen de muur. Op veilige afstand van hun vrouwen maakten beide slungels een flauwe, kerelachtige indruk. Niet alleen vanwege hun abnormale lengte, maar ook door hun kloekmoedige houding waaruit sprak dat de nieuwe directeuren Yin en Yang niet moesten verwachten dat zij met zich lieten sollen. Potverdorie!!!

Moira, de dramamama van Kasper, had zich vooraan in de eerste rij in het zicht van iedereen geïnstalleerd. Haar bankje stond neus aan neus met de lessenaar van Jeewee. Thea hoefde niet verder te zoeken in het klaslokaal om zeker te weten dat de ex-man van Moira niet was meegekomen. Anders zou de verzekeringsarts zich wel traditiegetrouw direct bij aankomst in het klaslokaal dicht bij zijn ex-vrouw geschaard hebben met de bijbedoeling om de illusie van het perfecte gezinsplaatje hoog te houden. Misschien dat hij - of zijn nieuwe vriendin - eindelijk de absurditeit en doorzichtigheid van die façade had ingezien. Hoe dan ook zat deze keer voor het eerst niet de papa van Kasper, maar Maud aan de zijde van Moira in het voorste bankje van groep 8.

Maud; de moeder van Ronnie en Happy, keek permanent bedrukt de laatste tijd. Maud lag in scheiding. Tenminste dat had zoonlief Ronnie aan bijna iedereen. die op één of andere manier betrokken was bij De Wielewaal, in vertrouwen laten weten. Door toedoen van haar eigen vlees en bloed was daarmee de geplande echtscheiding van Maud een algemeen gedeeld geheim geworden.

Maar als de nood aan de moeder is dan is Moira op De Wielewaal nabij. Zo ontfermde Moira zich sinds kort -ver Maud. Op haar exhibitionistische, typische manier. Maud was een dankbaar slachtoffer oftewel het voetveegje van Moira als tussendoortje op de reservebank.   Voor het geval dat de mede opperouders het gezanik van de moeder van Kaspertje weer eens zat waren. Dramamama Moira werd er niet minder sociaalbehoeftig en ervaringsdeskundig van op het gebied van vanalles. Haar favoriete gespreksonderwerp bleef veruit de ernstige virusziekte die haar Kaspertje jaren geleden overleefd had, maar over haar eigen echtscheiding was Moira ook nog niet uitgepraat.

Met name op de momenten waarop  Kasper met Ronnie speelde. Onder dwang van zijn dramamama weliswaar en bij gebrek aan beter. Daar kwam nog bij dat het tweetal  elkaar niet echt lag, zodat de spontaniteit bij de onderlinge verhoudingen ver te zoeken was. Kasper had zich ontpopt als een skate borderstype, terwijl Ronnie zich nog steeds graag als een prinsesje verkleedde. Ronnie had vooral vriendinnetjes, waaronder  ook nog steeds:

Sabine.

Tot ongenoegen van moeder Maud.

Los daarvan hadden Happy – de dochter van Maud - en Bob – de zoon van Moira - aldoor bij elkaar in de klas gezeten in voorafgaande jaargangen op De Wielewaal. Happy was het oudste kind van Maud en Bob de eerstgeborene van Moira. Zo’n gemene deler brengt moeders, ongeacht hun afkomst of status, toch nader bijeen tot op het punt van verzadiging. Het voorspelbare einde van de vriendschap, waarbij opperouder Moira de ruchtbaarheid rond de privézaken van haar onderdaan in de verpersoonlijking van Maud ter versterking van haar eigen machtspositie tot op de bodem had uitgebuit.

Misschien zat Dimpf daarom zo ver mogelijk van het tweespan verwijderd. Heek verstandig vond Thea. Dimpf was een alleenstaande oppermoeder van Tanja uit de plofgroep 8. Daarnaast had ze ook en oudere dochter met de naam Debbie die eveneens jarenlang bij Bob van Moira en Happy van Maud in de klas had gezeten. Dan zou men in de lijn van de aangewakkerde vonkjes tussen Moira en Maud dus logischerwijs eveneens een klik met Dimpf verwachten. Wie weet had Dimpf wat meer mensenkennis dan de gemiddelde opperouder op De Wielewaal? Wat de reden van de mismatch ook mocht zijn; het zag er nochtans niet naar uit dat er op die ouderavond van groep 8 alsnog een trio gevormd ging worden. Onverschillig liet Dimpf het erbarmelijke duo voor het hoopje ellende dat het was. Zij gaf de voorkeur aan een plekje naast Marloes in de derde rij achterin klas.

Marloes was de moeder van Lennart en irritant genoeg ook de listige oud logopediste van Walter, waardoor Thea haar al ruim 5 jaar consequent met hart en ziel negeerde en ontliep in de wandelgangen van De Wielewaal. Hetgeen Marloes wel goed uitkwam, want op deze manier hoefde ze nooit en plein public met de gebrande billen bloot om in het bijzijn van haar doelgroep op de blaren van haar mislukte fraude met de ziektekostenverzekering van Walter te zitten.

Directeur Yin sloot de deur achter zich en wurmde zich handenwrijvend voor in de klas tussen een gereserveerde directeur Yang en een zenuwachtige Jeewee. Vlak voor binnenkomst was Thea weliswaar op de gang een mini oponthoud gepasseerd tussen enkele papa’s en mama’s met de vers aangestelde troubleshooters, maar ze had uit die korte stremming niet meteen geconcludeerd dat het ontvangstcomité ook in persona bij de ouderavond van groep 8 aanwezig zou zijn. Ze dacht dat Yin en Yang op de gang iedereen op stonden te wachten als een voorproefje op hun toekomstige werkwijze. Onder het gedienstige motto; ook buiten het klaslokaal staan wij tot uw beschikking. Even dacht Thea in het voorbijgaan in de wandelgang een glimp van aandachttrekkerij op te vangen van de kleine, kale directeur Yin. Mogelijk naar aanleiding van haar online klacht over de stomp van Boris in de maag van Sabine en het aanstaande gesprek daarover. Maar dat kon ook een wensgedachte zijn. 

‘Meneer, kan de deur open blijven, alstublieft’, pufte een mama koket tegen directeur Yang, terwijl ze zich in het tweede bankje van de middelste rij koelte toewuifde met haar uitdraai van de uitnodiging van de ouderavond.

Normaliter liet deze Agnes, moeder van dochter Nana, geen kans onbenut om met Jeewee te flirten. De opperouders stonden haar geflikflooi oogluikend toe, want Agnes was naast een handig en manipuleerbaar manusje van alles geen concurrentie. Op 45jarige leeftijd was Agnes pas bevallen van haar enige dochter Nana. Toch zou Nana op natuurlijke wijze verwekt en op de wereld gezet zijn. Althans volgens de overlevering van zij die de waarheid in pacht menen te hebben. Thea kon er zich weinig bij voorstellen. Agnes was een ouwelijk type. Twaalf jaar na haar kraamtijd  leek ze eerder op een bezadigde  oma dan een op een zinnenprikkelende moeder van een jong meisje uit groep 8. Agnes was geen sensuele vrouw die tot de verbeelding van een zaaddonor sprak. Dat nam echter niet weg dat Jeewee nog verder uit zijn doen raakte dan hij al was door de afvalligheid van één zijn trouwste groupies. Waarom had Agnes zomaar die bejaarde bewindhebber – directeur Yang in dit geval - in plaats van haar beproefde redder in nood aangesproken? Waarom lonkte Agnes naar een vreemde? Als hij gedurfd had dan had Jeewee uit protest de deur van het klaslokaal van groep 8 voor Agnes en het oog van alle aanwezige ouders en verzorgers opnieuw wagenwijd open willen zetten. Juist om te bewijzen dat de nieuwe directeuren niet allesbepalend waren.

Zonder antwoord te geven gaf directeur Yang gehoor aan de flirterige smeekbede van Agnes. Het was ook bloedheet in de rumoerige, stampvolle ruimte. Geïrriteerd stroopte hij zijn overhemdsmouwen op en bleef met zijn rug tegen de deurpost op de tocht staan uitwaaien. Directeur Yin stelde het digibord in werking, terwijl Jeewee met onvaste stem iedereen van harte welkom heette. Hij werd overstemd door een vloedgolf van afschuwkreten die de akoestiek in het klaslokaal plempten als gevolg van een mededeling die zojuist onverhoeds op het digibord was verschenen. Thea las:

Jan-Willem van der Klooten wordt de enige leerkracht van groep 8.

Ze herlas de mededeling. En nog eens. Thea had het goed gelezen.  Weg met de schooltrol. Daag Siepie de saimiri. Welkom Jeewee. Het hart van Thea maakte een vreugdedansje op de melodie van een voetballied.

‘Het is stil aan de overkant!’

De angel was uit de wespensteek; het vuur uit de ontsteking; de pus uit de puist. Probleem? Opgelost! Rinus Hardleers van de onderwijsstichting had niets teveel beloofd. Yin en Yang deden hun pseudoniemen eer aan. Het duurde een paar seconden om haar binnenpretjes te temperen voordat Thea weer bij de les was. Greet, de moeder van het huilmeisje Mathilde, had het woord genomen:

‘Lees ik dat nou goed? Gaat Jeewee de hele werkweek in groep 8 staan?’

Directeur Yin fronste zijn wenkbrauwen en keek hulpbehoevend om zich heen:

‘Wie is Jeewee?’, wilde hij ten einde raad van Jeewee weten.

‘Ik ben Jeewee’, bekende Jeewee schoorvoetend.

Hoofdschuddend richtte directeur Yin zich tot Greet en antwoordde welwillend:

‘Dat leest u goed mevrouw, meester Jan-Willem, eh…Jeewee dus, wordt vanaf vandaag de enige leerkracht van groep 8.’

De moeder van Luna stond op uit haar bankje om zich niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk achter het wantrouwen van Greet te scharen:

‘Ja, maar hoe zit dan met Siepie? Ik ben trouwens Marit’.

‘Welkom Marit’, knipoogde directeur Yang vanuit de deuropening.

Harry, de zelf uitgeroepen leukste vader van het laatste decennium en de echtgenoot van en naast Marit, voelde meteen een band met directeur Yang. Niet zozeer omdat Harry als leraar Nederlands op een middelbare school net zoals het schoolhoofd in het onderwijs werkzaam was, maar veel meer omdat de vrouw van zijn keuze kennelijk bij de directeur in de smaak viel. Vanuit eenzelfde visie viel er te onderhandelen als je het Harry zou vragen. Wat directeur Yang betreft was Thea zo zeker nog niet. Zij meende doorlopend signalen van onderliggend sarcasme in de publieke reacties van directeur Yang op te vangen in tegen stelling tot een blij verraste Harry en een gestreelde Marit. De moeder van Luna begaf  zich dan ook gerustgesteld terug op haar achterwerk naast haar doorluchtige echtgenoot.

‘Juffrouw Siepie? U maakt zich vooral zorgen over het lot van juffrouw Siepie? Juffrouw Siepie gaat, geloof ik, naar groep 6, alwaar zij zal samenwerken met juffrouw Marijke’, antwoordde directeur Yin ondertussen met hetzelfde ongeloof in zijn stem als tijdens de algemene introductie-avond op de eerste maandag na de grote schoolvakantie.

Alsof hij de ouders en verzorgers van De Wielewaal niet goed kon volgen en de rode draad van de open vragen al kwijt was voordat de interactie met zijn publiek goed en wel op gang was gekomen. Op alles was directeur Yin voorbereid behalve op de absurde wendingen die het beraad met de ouders en verzorgers van De Wielewaal steeds dreigde aan te nemen. 

‘Maar misschien kan juffrouw Marijke hier zelf het één en ander over vertellen?’, stelde directeur Yin bereidwillig voor.

‘Ik zit hier!’, kondigde juffrouw Marijke met een onwennige, schorre stem aan.

Ze schraapte haar keel. Het geluid kwam ergens vanuit het centrum van de ruimte waar tegelijkertijd ook een lange, knokige wijsvinger de lucht in ging. Kort, maar lang genoeg om voor alle aanwezigen traceerbaar te zijn, priemde de groet van juffrouw Marijke boven de veelkoppige menigte uit.

Thea had de oude juf van Walter uit het vorige schooljaar nog niet eerder die avond opgemerkt in het klaslokaal van groep 8. Het sprak voor juffrouw Marijke dat ze haar gezicht liet zien op de ouderavond. Temeer daar van de schooltrol niet hetzelfde gezegd kon worden. Naderhand bleek juffrouw Marijke tot de nieuwe coördinatrice bovenbouw van De Wielewaal benoemd te zijn door de directeuren Yin en Yang. Logisch dus dat ze beroepsmatig aanwezig was op de ouderavond voor groep 8. Een leermoment bij uitstek voor een debutante natuurlijk. Daarnaast fungeerde juffrouw Marijke in haar rol als coördinatrice bovenbouw als zaakwaarneemster voor de algemene coördinatrice van De Wielewaal die daarom niet ook nog eens duppelop op de ouderavond aanwezig hoefde te zijn. Dankzij de versterking door juffrouw Marijke kon Jade juist lekker, rustig aan, op gang komen na haar burn-out van vorig jaar. Althans dat was de lezing van Yin en Yang die pas een maand na de ondemocratische aanstelling van juffrouw Marijke in de Nieuwsbrief van De Wielewaal werd gegeven. Tussen de regels door las Thea een excuus om Jade stiekem onder de invloed van de opperouders uit te drijven.

Aangezien niemand, behalve Yin en Yang, zelfs maar een vermoeden had van de promotie van juffrouw Marijke voordat de bewuste vermelding in de schoolkrant verscheen, was iedereen toch enigszins onder de indruk van haar schijnbaar belangeloze aanwezigheid op de ouderavond van groep 8. Wat een energie en betrokkenheid van zomaar een leerkracht van groep 6! Toen later bekend werd dat juffrouw Marijke op de avond van het ouderoverleg in groep 8 al lang en breed benoemd was tot coördinatrice van de bovenbouw; vroegen de opperouders zich alsnog luidkeels af aan welke kant juffrouw Marijke eigenlijk stond? Aan de kant van de behoeftige ouders of aan de kant van de misleidende onderwijsstichting? Neem nou de beslissing van hogerhand om Jeewee en Siepie uit elkaar te halen. Terwijl het droomduo door niemand minder dan Willy Bakbruin voorheen doelbewust voor de plofgroep aangesteld was. Weliswaar aangespoord door de opperouders, maar dat deed er niet toe. Want hadden de ouders van De Wielewaal soms geen recht op enige compensatie van de ellende die het plotselinge ontslag van hun directrice met zich had mee gebracht? Juffrouw Marijke had toch vooraf kunnen voorspellen dat het merendeel van De Wielewaalpopulatie zich deze laatste toezegging van Willy Bakbruin niet zonder slag of stoot liet ontnemen door een stelletje nieuwkomers? Juffrouw Marijke had Yin en Yang kunnen waarschuwen in plaats van de nevenfunctie van coördinatrice bovenbouw zonder meer te accepteren. Thea wist wel beter. Ze was in het afgelopen schooljaar van Walter in groep 6 vertrouwd geraakt met het zwart-witte denken van juffrouw Marijke. Daar kwam niet zoveel sociale intelligentie, emotie of loyaliteit bij kijken. Vanuit het perspectief van juffrouw Marijke viel er niets te waarschuwen. Het kwam simpelweg niet in haar op. Ze zou niet weten wie en waarvoor. Juffrouw Marijke was niet bij machte tot voorspellingen. Wel tot plichtsbesef. Juffrouw Marijke nam haar rol als interne coördinatrice bovenbouw ongetwijfeld net zo serieus als haar voorbeeldfunctie als onderwijzeres. En als het nieuwe beleid van de directeuren Yin en Yang voorschreef dat groep 8 onderwezen moest worden door Jeewee zonder Siepie, dan was juffrouw Marijke de eerste om in die lijn voort te gaan. Zo rechtlijnig zat juffrouw Marijke nou een maal in elkaar. Niet te manipuleren en daardoor perfect geschikt ter ondersteuning bij de reorganisatie van de onproductieve wanorde op De Wielewaal.  Weer een pluspunt voor het probleemoplossend vermogen van de brandblussers op De Wielewaal.

Juffrouw Marijke werd in de rug aangevallen door het donkere, onheilspellende stemgeluid van Maud, de moeder van Ronnie en Happy. Maud kwam half overeind uit haar bankje. Haar onderbuik blubberde door haar strak aangesloten T-shirt heen op het tafelblad.

‘Ik weet niet of ik wel zo blij ben met juffrouw Siepie in groep 6, Marijke!’, bulderde Maud door het klaslokaal,

Juffrouw Marijke schokschouderde opgelaten.

‘Ik ga daar niet over’.

Verdwaald nam Maud even de tijd om adem te halen en weer terug naast Moira neer te vallen, waarop de moeder van Kaspertje haar  opgefokte buurvrouw een goedkeurend schouderklopje gaf. Ondertussen had Greet, de moeder van het huilmeisje Mathilde, allang door wie de ware boosdoeners dan wel waren. Bruusk wendde ze zich tot de directeuren voor in het klaslokaal. Greet werkte zo agressief dat ze bijna angstaanjagend was. Vermoedelijk voelde ze zich gesterkt door de verbolgen sfeer die alom door gepasseerde opperhouders hoog gehouden werd.    

‘Wij hebben in het vorige schooljaar in groep 7 nog aangegeven aan Willy Bakbruin dat we de voorkeur geven aan een nauwe samenwerking tussen Jeewee en Siepie in groep 8. Iedereen weet dat het lesgeven aan deze specifieke groep kinderen een uitdaging is. Met andere woorden; een leuk maar moeilijk karwei. Eigenlijk kunnen alleen Siepie en Jeewee samen deze klus klaren. Niet apart! Verder heeft mijn Mathilde uit deze groep 8 ook nog een zusje – ze heet Gertrude – in groep 6. Gertrude was juist zo blij dat ze ook een paar daagjes in de week les zou krijgen van Jeewee. Nou moet Mathilde zonder Siepie verder en Gertrude zonder Jeewee. Dit is zo oneerlijk.’

Greet eindigde haar klaagzang met een jank in haar stem. Vanaf haar zitplaats kon Thea de krokodillentranen uit haar ooghoeken zien druipen. Het huilmeisje Mathilde had haar talent dus van geen vreemde. De slungelige eega van Greet met de lonkende laserogen oftewel de 2 meter lange vader van Mathilde en Gertrude bleef dan ook afgestompt en suf gejammerd, onverrichter zake achter in de klas naar de neuzen van zijn megasneakers staan staren. Naast hem verroerde de futloze vader van Janne alsmede de echtgenoot van moeder Fenne ook geen vin. Integenstelling tot zijn vrouw. Troostend drukte Fenne de schouders van haar buurvrouw in het schoolbankje. Fenne en Greet deelden dan ook een nederlaag. Fenne had namelijk naast haar dochter Janne in groep 8 eveneens een kind – zoon Elias - in groep 6.  En net als Greet had moeder Fenne voor haar beide kinderen ook hartstochtelijk graag een chantagegevoelige, kneedbare meester gehad. Ieder kind van de opperouders zou in principe immers evenveel recht moeten hebben op een Jeewee. Zo’n trekpop waarmee papa en mama konden lezen en schrijven in de maat van het ons kent ons principe.

De verslagen lichaamstaal van Gert, de vader van Boris en Alfred in de rolstoel, liet ook al niets te raden over aan zijn wanhoop over het besluit van Yin en Yang om Siepie de saimiri uit groep 8 te verbannen. Hij zat ineen gedoken in zijn bankje naast zijn vrouw Babs achter oppermama’s Greet en Fenne. Wat was Gert tot voor kort in zijn sas geweest met de beloofde parttime aanwezigheid van Jeewee in groep 6. Zijn zoon Alfred in de rolstoel was namelijk een klasgenoot van Gertrude en Elias in groep 6. Volgens het ideale scenario van Willy Bakbruin zou Alfred in de rolstoel dit schooljaar eindelijk ook eens kennis maken met een meester voor de klas. Hij kon niet wachten, want zijn broer Boris had 2 jaar daarvoor in groep 6 ook een meester mogen meemaken. Meester Joep. En hoewel Gert het zijn jongens allebei gegund had, vond hij het toch wel erg sneu dat uitgerekend Alfred in de rolstoel aan het kortste eind zou moeten trekken. Weer geen kerel aan het roer. Dan is de teleurstelling groot. Dat werkte voor oudere broer Boris ook nog eens de andere kant op, want hij was in groep 7 al aan juffrouw Siepie gewend geraakt. Boris was een hoogbegaafde jongen met Aspergers die moeite had met veranderingen. Juffrouw Siepie zou de geniale Boris maar wat graag opnieuw, met veel publiekelijk vertoon uiteraard, bij de hand genomen hebben in groep 8. Juffrouw Siepie was immers het uitbundige boegbeeld van de plusgroep. Juffrouw Siepie was ervaringsdeskundige op het gebied van de aanhoudende eenzaamheid van slimme mensen die op De Wielewaal verzwolgen dreigden te worden door het onbegrip van de middelmaat. Wie garandeerde Gert dat Jeewee over eenzelfde inlevingsvermogen beschikte als juffrouw Siepie? Alsof groep 8 met zijn citotoetsen en middelbare schooladviezen niet al genoeg stress met zich meebracht zonder extra ingrijpende veranderingen! De deceptie was kennelijk te groot voor vader Gert om er het zwijgen toe te doen. Hij zette in met een grienerig grapje, doorspekt met opstandigheid.

‘Tsja beter een half ei dan een lege dop’,  

‘Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald’, liet Thea zich daarop onbedachtzaam ontvallen.

Haar opmerking viel niet in goede aarde of bleef in het luchtledige hangen of werd niet begrepen. Eén ding was helder. Thea had iets  gezegd waarmee niemand van de aanwezigen uit de voeten kon, behalve Jelle, de vader van Fransje, die de uiting van Thea nogal persoonlijk opnam. Hij veerde dusdanig op en neer op de zitting van zijn stoel dat Thea de neiging kreeg om hem de weg naar de toiletten te wijzen. Toch liet ze de gefrustreerde onrust achter haar genietend van haar schouders afglijden. Ze gunde  Jelle het verdiende ongemak, nadat hij haar anderhalf jaar geleden had weggekeken en doodgezwegen bij de barbecue van groep 6 ter ere van meester Joep. Meester Joep was de huidige liefde van de schooltrol, maar indertijd was hij nog vrijgezel. Toen stond hij aan de vooravond van zijn veelbesproken mini wereldreis richting Nieuw-Zeeland. Een gebroken man met een enkele reis teneinde zo snel als hij kon, zo ver mogelijk te vluchten. Uit woede, omdat hij was wegbezuinigd van De Wielewaal, terwijl Willy Bakbruin hem juist met haar hand op het hart een vaste aanstelling als onderwijzer op haar toenmalige basisschool in het vooruitzicht gesteld had. Op één of andere manier was zijn ontslag de schuld van Thea, zoals zoveel op De Wielewaal blijkbaar te wijten viel aan de moeder van Sabine en Walter. Waarschijnlijk vanwege het zesde zintuig van Thea voor menselijke motieven. Zonder de verantwoordelijkheid onbewust naar zich toe te willen trekken. Maar het gebeurde toch. Dat werd maar weer eens pijnlijk duidelijk op de afscheidsbarbecue alwaar een regelrechte grafsfeer hing. Vooral de vader van Fransje hield de rottige stemming erin met zijn vijandige, zuinige houding. Jelle beheerde het vlees overduidelijk niet voor Thea die toch ook een behoorlijke financiële bijdrage had geleverd aan het eetfestijn dat hoofdzakelijk door opperouders en hun kinderen bezocht werd. En door Sabine. Het negenjarige meisje van toen was  begrijpelijkerwijs ook niet bij machte om de onbehaaglijke ambiance te plaatsen en projecteerde het algehele ongemak op haar moeder. Sabine was de enige op de barbecue die daartoe gerechtigd was. De rest vond gewoontegetrouw onterecht een zondebok in Thea onder leiding van Jelle met het slagersmutsje. Nou had Jelle indertijd bij de botsing met Thea op de barbecue ook al een opgeblazen smoelwerk, maar tijdens de ouderavond van groep 8 was zijn gezicht dusdanig gezwollen dat ontploffingsgevaar een reële bedreiging voor de omgeving werd. Dat viel Thea meteen op toen ze stiekem even naar Jelle omkeek. Zijn waterige vissenogen gaven code rood. Jelle was zichtbaar de wanhoop nabij en zijn vrouw steunde hem daarin. Het gestroomlijnde echtpaar wist graag vantevoren waar het aan toe was en nu moest juffrouw Siepie ineens weg uit groep 8! Jeewee was een voltrekt onbekende voor het stel dat volledig door dochter Fransje in beslag werd genomen. En dochter Fransje had niet, zoals Sabine in groep 5, al een schooljaar lang bij Jeewee in de combiklas vertoefd. Juffrouw Siepie daarentegen had de uitzonderlijke dochter van Jelle en Evelien al wel in groep 7 naar waarde weten in te schatten. Gedurende het verloop in groep 7 waren de ouders van Fransje dan ook langzaam maar zeker vergroeid met het voorkeursbeleid van juffrouw Siepie die naar eigen zeggen, net als haar lievelingetje Fransje, ook hoogbegaafd was geworden in haar tienerjaren. Hoe kun je intelligent worden? Dat is aangeboren of niet. In gradaties dat wel, maar je kunt niet leren om slim te zijn. Je kunt wel wijs worden of niet. Het levende voorbeeld van die keuze vormden Jelle en Evelien. Dankbare slachtoffers van de apenliefde voor hun enige dochter. In plaats van Fransje te nemen voor wie ze was, verkozen Jelle en Evelien om voluit in de hersenspinsels van juffrouw Siepie te trappen. Ongetwijfeld was Fransje best een pientere meid die onder normale omstandigheden vast veel minder onzeker was geweest. Niks mis met Fransje zonder al die poeha na elk zinnig woordje dat ze uitbracht of elke voldoende die het kind op de basisschool bijeen wist te sprokkelen. Een prima meid. Afgezien van de onafgebroken roep om bevestiging. In gang was gezet door de voortdurende loftuitingen van haar ouders en de schooltrol. Niemand kon Thea echter wijs maken dat Fransje hoogbegaafd was. Geniale mensen dwepen niet met leeghoofden. Zeker niet in de stijl waarin Fransje blindelings achter juffrouw Siepie aanhobbelde. De beloning was in het geval een dik stedelijk gymnasium pré-advies van de schooltrol. Voor Fransje. Dat was nog eens wat anders dan het vmbo kader préadvies voor Sabine. Juffrouw Siepie wist het immers beter dan Bart en Thea. Herstel: Juffrouw Siepie had beter moeten weten! Ze was niet voor niets de prijzenswaardige leidster van de plusgroep. Nou ja, lovenswaardig volgens de redenatie van de ouders van Fransje die zich tot voor kort dan ook geen betere leerschool hadden kunnen wensen voor hun studiebolletje. Sterker nog: Als er iemand op moest hoepelen in groep 8, dan bepaalde de vader van Fransje wel even hier en nu dat die persoon geen Siepie zou heten.

Waar haalde Jelle de arrogantie vandaan? Van zijn functie als ambtenaar bij één of ander ministerie in Den Haag, waarmee hij naar eigen zeggen zoveel verdiende dat zijn  aquarellerende huisvrouw kon rentenieren? Bij Fransje thuis hoefden ze niet te zwemmen in het geld; pootje baden was al genoeg. Als het ware. Kinderbijslag voor ieder kind vonden Jelle en Evelien daarom een overbodige luxe. Tenminste dat hadden ze herhaaldelijk beweerd in het bijzijn van Thea en met bijval van een clubje super snobistische papa’s en mama’s. Desondanks maakten het poenige tweetal het kwartaalbedrag toch niet aan Thea over. Terwijl Thea echt niet te beroerd was om de overheidssubsidie voor Fransje elke 3 maanden grif van Jelle en Evelien over te nemen. Maar nee, zo waren de papa en mama van Fransje niet getrouwd. Extra zakcentjes werden belegd in obligaties, status, invloedrijke vrindjes en dinnetjes en opperouders. Zeker niet over de balk gesmeten ten behoeve van de hopeloze moeder van een paar kansloze kinderen uit een achterstandswijk.

Gesterkt door de confrontatie met Thea, wiens mondigheid hij haatte, had Jelle eindelijk genoeg moed verzameld om zich te doen gelden op de ouderavond van groep 8. Wat konden hem het zusje van huilmeisje Mathilde, het broertje van Janne en Alfred in de rolstoel uit groep 6 schelen? Zulke simpele zielen van ouders wisten niet wat ze afwezen met hun pleidooi voor de hork Jeewee in plaats van het juweeltje van een juffrouw Siepie. Als die uitwisseling überhaupt zou plaatsvinden natuurlijk, hetgeen nog helemaal niet vast stond. Bij genoeg weerstand van de opperouders zou het heen en weer geschuif met leerkrachten nog wel een halt kunnen worden toegeroepen naar mening van Jelle. Onwetenden hoefden derhalve niet wijzer te worden over het heersende voorkeursbeleid van juffrouw Siepie dan ze al waren. Genoeg ingewijden wisten waar Jelle voor stond.

‘In plaats van ons druk te maken over de positie van de kinderen in groep 6 moeten we ons eerder afvragen of Jeewee in zijn eentje de bonk energie waar groep 8 toch voor staat wel in zijn uppie aankan’, begon Jelle voorzichtig.

Bijna direct kon hij uit alle hoeken van het klaslokaal van groep 8 op bijval rekenen. Heel veel opperouders wilden wat zeggen, maar Marit, de moeder van Luna, riep het hardst:

‘Ja, dat vroeg ik me ook al af!’

‘Pardon mevrouw, u wilde wat vragen?’, vroeg directeur Yin gedesorienteerd en veel te vriendelijk aan Marit nadat de protestgeluiden enigszins getemperd waren.

Marit was weer op gesprongen uit haar bankje. Dit keer was ze vastbesloten om zich niet te laten piepelen door een flirtende directeur Yang. Met haar knokkels in de zij deed ze denken aan een suffragette uit vervlogen tijden. Strijdlustig maar onwennig. 

‘Wie zegt dat meester Jan-Willem groep 8 zonder juffrouw Siepie wil bestieren?’

Bevreemd inspecteerde directeur Yin de moeder van Luna. Het zag ernaar uit dat Jeewee wat hem betreft niets te willen had. Directeur Yang schoot te hulp:

‘Misschien wil meester Jan-Willem daar zelf iets over zeggen?’, stelde hij liefjes aan Jeewee voor.

Alsof hij loodzware last met zich meedroeg kwam Jeewee overeind vanachter zijn lessenaar. Tot nu toe had hij zich veilig en onopvallend achter zijn computer weten te verstoppen, maar nu moest hij wel stelling nemen. Of toch niet. Met afhangende schouders sjorde hij beide handen uit de broekzakken van zijn nauw aansluitende jeans alvorens hij geluid maakte.

‘Het is niet anders’, lispelde hij.

‘Wat vindt Siepie ervan?’, wilde de moeder van Nia met een paniekblik in de ogen weten.

In groep 7 had de moeder van Nia haar recht op een speciale behandeling verdiend. Haar hele hebben en houwen had ze in de strijd gegooid om juffrouw Siepie voor haar geadopteerde dochter Nia te winnen. Het vooruitzicht om in groep 8 met alleen Jeewee weer helemaal van voren af aan te moeten beginnen met stroopsmeren en extra toewijding vragen voor haar exclusieve adoptiefje greep haar kennelijk dusdanig naar de keel dat ze onbeheerst naar zuurstof zat te happen. De vader van Nia had Godzijdank een papieren zak voor zijn hyperventilerende vrouw bij de hand, zodat niet alle aandacht van de aanwezigen lang van de geruchtmakende powerpoint afgeleid bleef

‘Ik denk dat Siepie zich bedonderd voelt’, antwoordde de vader van Guus namens de afwezige schooltrol.

‘Ja, want daar weet jij alles van’, sneerde een man die naast de moeder van Zarah in een bankje in het midden van de eerste rij zat.

‘Waar weet ik alles van?’, wilde de vader van Guus afgeleid weten.

‘Van mensen die zich bedonderd voelen’, preciseerde de aanvallende partij weerspanning.

Thea herkende de boze, witte man niet, maar hij zou best weleens Edwin de stiefvader annex tandarts van Zarah kunnen zijn en van zijn bestaan wist ze alleen van een afstand en horen zeggen. Het zou te ver voeren om Sabine telefonisch met behulp van een snapshot ter identificatie op te roepen. Toch was Thea er uit pure nieuwsgierigheid toe in staat geweest; ware het niet dat Dalila de rebellerende man naast haar tot de orde riep door hem met haar vlakke hand vermanend een klinkende zwieper tegen zijn bovenarm te verkopen. Zo’n actie was een typische daad van een echtgenote. De Westerse man naast Dalila was de multicultureel georiënteerde echtgenoot van de dominante Marokkaanse Dalila en dus de stiefvader van Zarah. Dat moest dus wel. Hij zag er ook uit als Edwin de eeuwige tandarts in zijn beige linnen pantalon, wit katoenen overhemd met korte mouwen en grijze sokken met ruitmotief in van die lederen instappers, waardoor hij extra opviel tussen het hipster georiënteerde merendeel van de papa’s, mama’s en verzorgers in het lokaal. Terwijl Edwin de pijnlijke plek op zijn bovenarm opwreef, knikte Dalila verontschuldigend om zich heen alsof haar echtgenoot ook maar een beroepsgedeformeerde tandarts was, die uit gewoonte vaak zijn mond voorbij praatte. Thea doorzag de pose van zowel Dalila als de stiefvader van Zarah. Zij had de papa van Guus namelijk ook leren kennen als een lefgozer. Daar kon geen normaal mens omheen. Hij was zo’n welbespraakte, oppervlakkige regelpapa die in alle hoeken en gaten van de stad denkbeeldige adresjes, vriendjes en kennissen had. Hierdoor beloofde hij op De Wielewaal vanalles en nog wat te fixen. Waarschijnlijk had hij de stiefvader van Zarah ook enthousiast gemaakt voor één of ander dealtje dat hij achteraf toch niet waar kon maken. Eigenlijk stond de vader van Guus erom bekend dat hij de schuld die hij met zijn goed bedoelde beloftes maakte nooit in loste. Dan maar zonder het beloofde gratis fruitontbijt bij de paasviering in de aula van De Wielewaal; minder vervoer dan verwacht naar en van een uitstapje met de hele klas; of picknicken met kliekjes van Bart en Thea en andere donateurs in plaats van het kosteloze ‘all you can eat’ dat de plofklas nog van de vader van Guus tegoed bleef houden voor de rest van zijn leven waarschijnlijk. Toch kon de vader van Guus tijdens de ouderavond wel en de stiefvader van Zarah niet rekenen op bijval van de opperouders van de kinderen uit groep 8. Heus niet alleen omdat Guus in de Wielewaalbuurt woonde en dus geen buitenstaander was en de stiefvader van de islamitische Zarah wel. Zarah moest bijna dagelijks pendelen van de tandartsenpraktijk van haar stiefvader in een villawijk aan de rand van de stad naar basisschool De Wielewaal in het centrum en weer terug. Nee, de vader van Guus werd voornamelijk gesteund, omdat juffrouw Siepie in de loop van groep 7 als was in de handen van de opperouders was geworden. Juffrouw Siepie was als het ware van top tot teen in de juiste vorm gekneed en voorbewerkt ter handhaving van de pikorde in groep 8. In die hoedanigheid was de schooltrol onmisbaar geworden voor de instandhouding van een hiërarchie voor ingewijden waar een gesettelde buitenstaander als de stiefvader van Zarah geen belang bij had en een blaaskaak als de vader van Guus wel.

Harry, oftewel de vader van Luna,  was ook een insider. Toch wierp hij zich middenin de ouderavond van groep 8 ineens op als een intermediair tussen het kamp van de ouders en het terrein van Yin en Yang. Hoewel zijn zegswijze meer weg had van een verpakt verwijt richting het eigen initiatief van zijn vrouw Marit, dan van een lijmpoging.  Zijn echtgenote oftewel de moeder van Luna stond namelijk al gênant lang te kijk in het gangpad tussen de eerste en middelste rijen van het lokaal. Het was haar persoonlijke statement tegen het aangekondigde vertrek van juffrouw Siepie uit groep 8. Harry zat met zijn rug naar haar toe gedraaid en deed aan de hele bups een soortement voorstel tot verzoening:

‘Misschien moeten we niet voor Siepie praten. Ik weet niet of er een reden is voor haar absentie hier, vanavond, op deze ouderbijeenkomst en daar ga ik ook niet over, maar laten we rustig blijven en niet meteen moord en brand schreeuwen bij elk nieuwigheidje van onze helden. We kunnen best een tandje bijzetten in de mallemolen van het vertrouwen in de professionaliteit van onze 2 nieuwe heren directeuren.’

Toen onze 2 nieuwe heren directeuren zich niet aangesproken voelden en bij wijze van reactie stoïcijns voor zich uit bleven kijken, maakte de vader van Luna zijn voordacht nog wat belachelijker. Hij richtte zich expliciet tot Yin en Yang en drong aan:

‘Tenminste, ik neem aan dat jullie weten waar jullie mee bezig zijn?’

Dit was het cruciale ogenblik waarop Thea vond dat ze haar afwijkende mening ook in de groep moest gooien. Net als de sprekers die haar voor waren gegaan begon ze maar gewoon in het wilde weg met verhoogd stemvolume haar opinie te ventileren.

‘Niet iedereen is rouwig om het vertrek van juffrouw Siepie uit groep 8. Als je het aan mij vraagt dan vind ik het wel een prettige gedachte dat groep 8 vanaf morgen nog maar één vaste, verantwoordelijke onderwijzer heeft. Ook ben ik blij dat deze leerkracht meester Jan Willem en niet juffrouw Siepie…’

Thea kreeg de kans niet om uit te praten, want ze werd overschreeuwd door Jelle, de vader van Fransje. Oost-Indisch doof voor de uitspraken van Thea richtte hij zich dreigend tot de vader van Luna en probeerde zijn mening op die manier zo opmerkelijk mogelijk bij de directeuren te manifesteren:

‘Harry, ik snap dat jij het nieuwe management een kans wil geven. Dat wil ik ook. Maar wil niet iedereen die hier aanwezig is voor alles het beste voor zijn of haar kind? Nou ja, een uitzondering daargelaten, maar we weten ook allemaal dat het bedoelde geval apart het lekker vindt om dwars te liggen. Harry, kerel,  je ziet toch zelf wel dat Siepie moet blijven?! Kijk diep in je hart Harry! Kijk naar je vrouw Harry! Kijk naar Marit die naast je staat te trillen op haar benen.‘

Met een schok kwam Marit tot het besef dat ze nog steeds naast haar stoel stond en als een speer zocht ze in het schoolbankje dekking achter de rug van haar man die zich nog altijd afzijdig hield van zijn onvoorspelbare vrouw. Ondertussen verspilde Thea stilletjes kostbare spreektijd teneinde de onbehouwen aanval van Jelle aan haar adres te verstouwen. In ieder geval kon nou niemand van de aanwezigen meer ontkennen dat Thea door Jelle, namens de Wielewaalpopulatie, werd gezien als een geval apart dat het lekker vindt om dwars te liggen. Het trage besef van de realiteit in combinatie met de verdovende werking van de adrenaline die voor de zoveelste keer op De Wielewaal van het ene op het andere moment door haar bloedbanen raasde, misten hun uitwerking op haar reactievermogen niet. Nog net op tijd deed Thea een spoedberoep op haar eigenwaarde, waardoor ze in de gauwigheid voldoende moed wist te verzamelen om met overleg in het openbaar voor zichzelf op te komen. Ze dwong zichzelf om in het centrum van de aandacht haar kin te heffen en om in de richting van Jelle te kijken. Overigens zonder nog langer scherp te zien. Veel later dan ze bedoeld had, maar nog net op tijd, lukte het Thea op haar beurt om Jelle in de rede te vallen:

‘Sorry meneer Jelle, maar ik was aan het praten. U valt mij in de rede.’

Thea had een alarmbel laten rinkelen. Ze kon trots op zichzelf zijn. Welbeschouwd had Jelle niet haar, maar zichzelf zojuist te kakken gezet door een mede-ouder in het bijzijn van Yin en Yang expres en onfatsoenlijk te overstemmen. Hij was een geluk bij een ongeluk, want nog nooit eerder in de jaren van haar kinderen op De Wielewaal had de handicap van basisschool De Wielewaal zo duidelijk voor het oprapen gelegen als op die memorabele ouderavond van groep 8; het laatste basisschooljaar van Sabine. Jelle gaf de perfecte illustratie van hoe het niet moest, maar wel altijd verliep op De Wielewaal. Een democratie met de dictatuur van de meerderheid oftewel van de opperouders, die afhankelijk van de situatie ook nog eens ongevraagd de vrijheid namen om een willekeurige zondebok te kiezen met het doel om de opmerkzaamheid van de eigen onzuivere motieven af te leiden. Bijvoorbeeld middels een haatcampagne jegens Thea. Wat had Jelle anders willen bewerkstelligen met zijn insinuatie? Waarom Thea bij Yin en Yang introduceren als ware zij een moeder die altijd dwars ligt, alleen maar om het dwars liggen? De korte, pijnlijke stilte die volgde gebruikte Thea als aanloop om haar betoog te vervolgen. Feitelijk had ze alles al gezegd, maar met een extra toegift hoopte Thea het dramatische effect van het unieke inkijkje in de habitus op De Wielewaal voor Yin en Yang nog wat te vergroten.

‘Ik wil alleen maar een tegengeluid laten horen. Ik vind de beslissing om juffrouw Siepie uit groep 8 te laten gaan een prima vondst van de directie. Ik krijg weer hoop voor de toekomst van Sabine in groep 8…’

Opnieuw vloog Jelle op en ging de woorden van Thea mondeling te lijf. Deze keer zonder doekjes om zijn motieven te winden:

‘Jij moet gewoon je bek houden, achterlijk wijf! Je hebt al genoeg aangericht met jouw gezeik constant! Je staat niet voor niks bekend als tirannieke Thea!’

Als versteend bleven de directeuren Yin en Yang stille getuigen van de verbale verkrachting die zich hier onder hun ogen en oren afspeelde. Niet dat de verstikkende macht van sociale druk de beide onderwijsbeesten vreemd was, maar de hypnotische kracht van de dynamiek die blijkbaar op De Wielewaal de groepswerking saboteerde hadden Yin en Yang wellicht ook nog nooit eerder meegemaakt. Waarom werd hier een moeder met een afwijkende mening meteen aan de schandpaal genageld? Wat was er mis met dat mens; die tirannieke Thea, en waarom vonden alle andere aanwezigen – inclusief meester Jan-Willem - het niets meer dan normaal dat zij publiekelijk werd afgemaakt? Hoezo had zij al genoeg aangericht? Wat had ze gedaan dan? Op welke manier had zij een bijdrage geleverd aan het vertrek van juffrouw Siepie uit groep 8? Waarom wisten de directeuren hier niks van en sinds wanneer hadden zij zich door die wildvreemde vrouw laten beïnvloeden bij de besluitvorming over de bezetting van deze plofklas, zonder het zelf in de gaten te hebben?

Thea trad even uit haar lichaam en zag zichzelf van buitenaf verschrompelen in het strijdtoneel. Tegen haar wil schoot ze al snel  terug in haar lijf waarvan de gevoelsmassa ineens in gewicht verdubbeld was. Ze wist zich aangeschoten wild. Ze werd omringd door gretige jachthonden die nog maar één commando van hun prooi verwijderd waren. Het lot van Thea lag in de handen van de jachtopzieners in de verpersoonlijking van Yin en Yang. Omdat de directeuren zich op onbekend terrein begaven waardoor ze ook niet direct een verband zagen tussen bekvechtende ouders en de interne problemen op De Wielewaal, wist Thea al dat ze alleen stond voordat Yin en Yang zich überhaupt realiseerden dat ze maar beter onpartijdig konden blijven met een zo neutraal mogelijke houding voor de klas. Thea had niet anders van ze verwacht. Geen weldenkend mens keert zich vrijwillig en openlijk tegen de kudde. Behalve wanneer er geen keuze is, zoals in het geval van Thea. Ze schraapte haar keel voordat ze de regie over haar imago terug in eigen handen nam door Jelle wederom op zijn fatsoen te wijzen. 

‘Ach, en u doet alleen maar verstandige en beschaafde uitspraken, bedoelt u te zeggen meneer Jelle? Ik heb ook recht op een mening’.

‘Voed jij eerst je eigen kinderen maar eens op’, vuilspugde Jelle net niet binnensmonds genoeg om niet voor de helft van de aanwezigen verstaanbaar te zijn.

De blessuretijd gebruikte directeur Yin om op het digibord een nieuwe pagina van de powerpoint te openen. Zodoende wist hij eindelijk om de slepende kwestie van de schooltrol heen te laveren. Nauwelijks had hij het volgende aandachtspunt van de ouderavond aangestipt of een hernieuwde emotievloed golfde ongecontroleerd door het klaslokaal van groep 8. Op het digibord stond inmiddels een afkorting; te weten:

-       de niotoets.

Dat de niotoets voor de Nederlandse Intelligentietoets voor Onderwijsadviezen stond, bleek na paniekerige navraag van bijna alle opgefokte aanwezigen. Directeur Yin liet de uitroepen zoals; ‘nooit van gehoord, wat moet dat voorstellen, en alweer een toets?!’ oplopen, alvorens hij de definitie gaf. Thea was evenmin bekend met de niotoets, maar zo’n neutrale test  klonk niet verkeerd in het licht van het corrupte vervolgopleidingsadviezenrégime op De Wielewaal. De vader van Boris stond dit keer als eerste op zijn achterste poten.

‘Eerst een citotoets en nu weer een niotoets. Ik vind het echt teveel van het goede. Mijn zoon Boris heeft al diverse intelligentietoetsen achter de rug. Telkenmale werd gevolglijk bij hem hoogbegaafdheid geconstateerd. Wij als gezin zijn nu wel klaar met intelligentietoetsen. Ik weet niet hoe ik weer een intelligentietoets aan hem moet verkopen.’

Directeur Yin had meteen een antwoord klaar met een stelligheid waar zelfs Gert niet van terug had.

‘De niotoets is uiteraard niet verplicht, maar wij raden deelname van uw kind aan de toets wel met klem aan. U wilt van ons een zo goed mogelijk middelbare schooladvies voor uw kind en de uitslag van de niotoets helpt ons daarbij.’

In tegenstelling tot Gert was Jelle op die bewuste ouderavond van groep 8 echter al zo ver heen dat geen enkele argumentatie, hoe redelijk ook, hem nog tot tevredenheid kon stemmen:

‘Ik ben het daar niet mee eens!’, brulde hij in plompverloren door het klaslokaal.

‘Ik wel!’, was alles wat Thea tegen Jelle in kon brengen, omdat de rotopmerkingen van deze lullo nog door haar hele bedwelmde lijf nagalmden.

Door de doffe echo van de beledigingen mocht Thea aan de buitenkant heel standvastig geleken hebben, innerlijk werd ze heen en weer geslingerd tussen twee tegenstrijdige emoties. Enerzijds  frustratie over het feit dat de vader van Fransje zo maar weg kwam met het onfatsoen waarmee hij haar nog geen 5 minuten geleden en plein public had aangevallen en anderzijds een euforische stemming over de veelbelovende voornemens van Yin en Yang.

‘Ik vind het wat veel hoor. Al die toetsen. Waar komt de citotoets dan binnen?’, wilde een normale moeder weten.

Op deze vraag was directeur Yin duidelijk wel voorbereid. Hij toverde een tabel op het digibord waarin de citotoets, de niotoets, het leerlingenvolgbeleid en het middelbare schooladvies naar mate van importantie gerangschikt stonden.

‘De citotoets is een landelijk ijkpunt. Voor elk kind afzonderlijk dient de score van de citotoets echter alleen ter ondersteuning van het eigenlijke middelbare schooladvies. De uitslag van de citotoets is dus zeker niet alles bepalend. Ik zal het u nog sterker vertellen; wij streven ernaar om dit middelbare schooladvies voor elk kind al vantevoren – dus voor de afname van de citotoets – vast te leggen. Dat wil zeggen dat wij alleen bij een dramatisch verschil tussen de uitslag van de citotoets en het middelbare schooladvies bereid zijn om onze in de leerpraktijk gevormde mening over uw kind te veranderen. U moet niet vergeten dat voor ons, met name, de rapportage aan de hand van het leerlingenvolgsysteem door de jaren heen van cruciaal belang is bij het vaststellen van het leerniveau van uw kind. Dus niet zozeer de uitslag van maar 1 enkele citotoets die amper drie dagdelen uit het leven van uw kind bestrijkt. De citotoets heeft een bijrol in de vorming van het uiteindelijke middelbare schooladvies.’

‘Ja, maar de nio toets neemt toch ook maar een paar dagdelen in beslag neem ik aan?’, vroeg weer een andere doorsnee ouder redelijkerwijs.

Ze werd aangevuld door Agnes, de moeder van Nana:

‘Dat wou ik ook net vragen. En er zijn trouwens allang voorlopige middelbare schooladviezen gegeven door juffrouw Siepie en juffrouw Lola vorig jaar in groep 7. Tellen die adviezen niet mee of zo?’

Voor de goede orde werd ze meteen gecorrigeerd door directeur Yin:

‘U bedoelt voorlopige adviezen’.

‘Ja, nou die wijken toch nauwelijks af van de uiteindelijke middelbare schooladviezen neem ik aan?’

Maud sloot zich bij Agnes aan door haar ongenoegen van vooraan in het eerste bankje naar achteren in de klas luidkeels aan alle aanwezigen kenbaar te maken.

‘Ik mag toch hopen van wel?’

Ze overviel directeur Yin die van de schrik begon te stotteren.

‘Nou…uh, normaal gesproken wel, maar…uh… er zijn dus foutjes…uh.. aan het licht gekomen.’

‘Foutjes?’, fronste de vader van Guus.

Alsof de teloorgang van de bedrieglijke succesformule van De Wielewaal uit de lucht kwam vallen en er geen online inspectierapport openbaar stond dat er niet om loog. Waarom zou er eigenlijk überhaupt een crisismanagement door de onderwijsstichting aangesteld zijn? De gedemonstreerde onnozelheid van de vader van Guus betekende voor directeur Yin zichtbaar het einde van zijn lijdzaamheid. Hij maakte zich groot door zijn schouders op te trekken. Iedere ouder die zich nou nog – na een algemene voorlichtingsbijeenkomst en deze ouderavond - publiekelijk durfde te verbazen over eventuele vrij gegeven fouten uit het verleden van De Wielewaal, zou gedwongen moeten worden om het eigen inschattingsvermogen aan een reality check te onderwerpen. Waarom eigenlijk niet hier en nu? Zonder nog te aarzelen vertelde directeur Yin verder niets nieuws.

‘Foutjes zou ik ze eigenlijk niet willen noemen, eerder oneffenheden. Er zijn een aantal onvolkomenheden aan de oppervlakte gekomen bij de totstandkoming van de voorlopige middelbare schooladviezen van deze jaargang op De Wielewaal.’

Thea beet op de knokkels van haar vuist. Van Gieke en Dieke, oftewel buurvrouw en buurvrouw, alias de vaste kern van de speelpleinlobby wist Thea tenslotte allang dat het probleem van de foutieve middelbare schooladviezen niet van vandaag was. De trubbels waren veel omvangrijker, destructiever en speelden al veel langer dan alleen in de huidige jaargang van groep 8. Thea nam aan dat directeur Yin het probleem klein wilde houden op de ouderavond van groep 8. Alhoewel ‘klein’ in het licht van de    overzichtelijkheid natuurlijk ook maar een relatief begrip was. Het was niet niks voor de directie van een basisschool om de eigen misstappen zo openlijk toe te geven.

Zie je wel dat Thea dus niet tijdelijk ontoerekeningsvatbaar was op die middag vlak voor de zomervakantie en het vertrek van de ontslagen directrice in de vergaderruimte van De Wielewaal? In het bijzijn van Willy Bakbruin, Jeewee en de schooltrol had Thea de professionaliteit van juffrouw Siepie openlijk in twijfel durven te trekken. Het voorlopige middelbare schooladvies van juffrouw Siepie en invalster Lola was gewoon natte vinger werk geweest. Voortgekomen uit onkunde en overmoed. Hoogmoed komt voor de val. Want wat de toen overspannen en afwezige juffrouw Rita normaliter kon, dat kon de schooltrol immers zogenaamd 10 keer beter. Juffrouw Siepie was in al haar onwijsheid alleen vergeten om de uitkomsten van het onderwijsvolgsysteem bij haar voorlopige middelbare school adviezen op te tellen. Daardoor viel de basisschool carrière van de leerlingen uit de laatste jaargang van De Wielewaal volledig weg bij de uitkomst van de entreetoets die standaard aan het einde van groep 7 op nagenoeg alle basisscholen in Nederland wordt afgenomen. Naast de persoonlijke twijfelachtige inzichten van juffrouw Siepie de saimiri werd op die manier de entreetoets tot de enige norm voor de voorlopige middelbare schooladviezen voor ieder kind van De Wielewaal verheven. Zo was Sabine aan haar foutieve voorlopige vmbobasis advies gekomen. In werkelijkheid had ze gewoon op het moment van de entreetoets haar dag niet gehad. Of Juist wel, want ze werd tijdens het maken van de entreetoets voor het eerst ongesteld in het klaslokaal van groep 7. Er bestaan culturen waar deze mijlpaal van de eerste menstruatie gekoesterd en gevierd wordt, maar blijkbaar niet op Nederlandse basisscholen en al helemaal niet door juffrouw Lola die op dat moment surveilleerde. Ze was de tijdelijke vervangster van juffrouw Rita aan de zijde van Siepie de saimiri. Mooi, jong, onervaren en met het inlevingsvermogen van een robot. Thea was blij dat achteraf, indirect, uit de woorden van directeur Yin kon opmaken dat Sabine kennelijk niet het enige kind op De Wielewaal was dat door invalster Lola en de schooltrol niet gezien werd voor wat het in zijn mars had.’

Directeur Yin waagde het zelfs nog om in zijn oprechtheid aan het geweten van te opperouders te appelleren:

‘Maar de problematiek rond de middelbare schooladviezen op De Wielewaal is uw allen bekend. Toch?!’

‘Hoezo, ik weet van niks, Fransje heeft een voorlopig advies voor het stedelijk gymnasium. Dat is een perfecte inschatting van haar capaciteiten. Mijn complimenten aan juffrouw Siepie’, emmerde Jelle.

Thea kon het niet nalaten om elke kans te grijpen om zich te wreken bij de vader van Fransje. De lulhannes.

‘Nou, dan kan de uitslag van de niotoets toch helemaal geen kwaad? Baat het niet dan schaadt het niet zou ik zeggen. En in het geval van Sabine kan zo’n niotoets weleens in haar voordeel uitpakken. Momenteel heeft ze namelijk een voorlopig middelbare schooladvies dat totaal niet bij haar capaciteiten aansluit.’

Achter haar rug mimede Jelle wauwelend zonder geluid te maken met de zegswijze van Thea mee. Iedereen negeerde hem inmiddels. Ook Yin en Yang wiens aandacht tegelijkertijd naar Thea uitging alsof ze haar enthousiasme voor de niotoets wilden temperen. Zo van:

‘Verwacht nou geen wonderen. Er is nog geen mens slimmer geworden van het maken van de niotoets.’

Marloes, de moeder van Lennart en de voormalige logopediste van Walter, stak haar vinger op. Nadat directeur Yang haar het podium had gegeven nam ze uitgebreid de tijd om de juiste woorden te vinden. Ze zat naast Dimpf in een uithoekje van de klas en alle ongeduld uit het lokaal richtte zich op haar getreuzel.

‘Hallo, ik ben Marloes, de moeder van Lennart. Lennert heeft een voorlopig vwo advies. Naast mama ben ik ook logopediste en ik werk dagelijks met kinderen. De ervaring heeft mij geleerd dat te veel toetsen schadelijk kunnen zijn voor kinderen.’

‘Ok, en wat is uw vraag precies?’

Directeur Yin begon rusteloos te worden.

‘Wat is jouw kijk op toetsen?’

Marloes steunde met haar kin op een vuist. Ze was pathetisch.

‘Ik geloof in toetsen, anders was ik geen onderwijzer geworden. Ik denk ook niet dat toetsen pur sang schadelijk zijn voor kinderen. De manier waarop ze gebracht worden kan wel verkeerd zijn.’

Het zelfverzekerde optreden van directeur Yin mistte zijn uitwerking op Marloes niet. Pas nu begon ze de ernst van de situatie in te zien. Met een boos oog in de richting van het bankje van Thea en de moeder van Imke gaf Marloes haar onvrede aan iedereen te kennen:

‘Ja maar het is toch absurd dat onze kinderen een extra niotoets moeten maken alleen maar omdat een paar ouders zich niet kunnen vinden in de voorlopige middelbare schooladviezen van juffrouw Siepie?’

Directeur Yin antwoordde terwijl zijn blik af en toe nodigend afdwaalde naar directeur Yang die nauwelijks merkbaar maar wel aanhoudend stond te knikken.

‘Dat zijn uw woorden. De uitslag van de niotoets helpt ons om de middelbare schooladviezen nog beter bij de behoeftes en het leervermogen van uw kind aan te laten sluiten. En natuurlijk is ook de uitslag van de niotoets niet zaligmakend. Daar komt bij dat de uitkomst van de niotoets maar 1 jaar geldig blijft. Een jaar later kan uw kind weer heel anders scoren afhankelijk van de persoonlijke ontwikkelingen die het heeft doorgemaakt. Voor ons als onderwijsteam staan de gegevens van het leerlingenvolgsysteem voorop. Dus de gedocumenteerde leerresultaten van uw kind en de inzichten van verschillende leerkrachten op uw kind door de basisschooljaren heen. Trouwens, op het merendeel van de basisscholen die bij onze onderwijsstichting zijn aangesloten is de nio toets al jarenlang een onderdeel van het lesprogramma. Met de invoering van de nio toets in groep 8 van De Wielewaal maken wij een inhaalslag.’

‘En wat is dan het verschil tussen een citotoets en een niotoets?’

Dimpf stelde de vraag ook namens Marloes die zich aangevallen voelde door directeur Yin. Troostend, maar ook een beetje lacherig wreef Dimpf de rug van haar monddood geslagen, bibberige buurvrouw.

‘De cito toets gaat globaal gezien over vaardigheden en de niotoets vergt voornamelijk inzicht ‘, wist directeur Yin toch een beetje beteuterd over de hoog gevoelige Marloes.

Dankbaar liet hij zich afleiden door het kalmerende stemtimbre van de stiefvader van Zarah.

‘De niotoets is geen vies woord. Mijn vrouw en ik hebben goede ervaringen met de niotoets. Toen Erum, de middelste van onze 3 meiden, een vmboadvies kreeg hier op De Wielewaal, hadden wij ook het gevoel dat ze beter kon. Ze was in de war omdat onze gezamenlijke zoon Makin uitgerekend in de periode van de citotoets ter wereld kwam. Later hebben wij op de scholengemeenschap waar Erum terecht kwam de niotoets aangevraagd. De uitslag was een duidelijke zaak. Erum doet nou vwo in plaats van vmbo.’

‘Wie heeft Erum toen een vmboadvies gegeven als ik vragen mag? Ik niet toch?’, wilde Jeewee terloops, maar wel even voor alle duidelijkheid weten.

‘Deze keer toevallig jij niet nee, Jeewee’, spotte Dalila plagerig.

‘Nee, dat dacht ik al’, herademde Jeewee quasi verstrooid.

Maar wat als we de niotoets nou niet nodig vinden?’, dramde Jelle door.

Gert, de vader van Boris en Alfred in de rolstoel, stelde hem gerust.

‘Dan kan je rustig weigeren hoor, ouders hebben ook rechten’.

Tot nu toe had directeur Yang zich afzijdig gehouden. Hij ging immers over personeelszaken en niet over public relations. Maar aan de zijlijn liet hij zijn mening niet onbetuigd door een rijk arsenaal aan gezichtsuitdrukkingen en andere lichaamstaal. Uit dat mimespel kon Thea tamelijk nauwkeurig afleiden hoe Yang in de discussie stond. Nu kwam hij vanuit de deuropening van het lokaal voor de klas staan om de sceptici te waarschuwen voor overhaastige beslissingen.

‘Weigeren van de niotoets dat doet u maar één keer, mocht u daarna de noodzaak van de niotoets toch inzien dan hebt u pech gehad en mag u de afname van de toets bij uw kind zelf financieren.’

‘Wat kost dat nou helemaal?’, schamperde Harry, de vader van Luna, leraar Nederlands en autodidact in de onderwijskunde.

Edwin antwoordde in plaats van Yin en Yang. Tot ergernis van Dalila die, kermend, oogrollend en klikkend met haar tong, te kennen gaf dat ze wenste dat haar man wat minder op de voorgrond trad met zijn uitgesproken meningen.

‘Dat kostte 3 jaar geleden 200 eurootjes voor 1 passend middelbare schooladvies voor Erum. Dat moet je niet willen voor je kind. Dan heeft zo’n klassikale, gratis niotoets wel onze voorkeur.’

‘Baat het niet dan schaadt het niet’, vond Thea.

Greet, de moeder van het huilmeisje Mathilde en Gertrude uit groep 6, reageerde meteen op de opmerking van Thea. Overigens zonder Thea in haar respons te betrekken en door zich direct op Yin en Yang te richten. Alsof Thea de woordvoerster namens de directeuren was.

‘Ja, dat vraag ik me dus af. Of de niotoets wel zo onschadelijk is? Want wat zeg je ermee tegen je kind? Welke boodschap geef je mee met een intelligentietoets?’

‘U kunt uw kind niet voorbereiden op de niotoets en dus hoeft u ook niet aan uw kind  te vertellen dat de niotoets een intelligentietoets is’, adviseerde directeur Yang met een schalks lachje.

Bijna direct sprong directeur Yin glunderend in het beeld van zijn vrijmoedige collega in de hoop de situatie nog enigszins te kunnen redden.

‘U kunt altijd bij Jeewee of anders bij mij terecht met vragen.’

Jeewee knikte blij omdat hij eindelijk ook iets kon betekenen op de ouderavond die langzaam op zijn einde liep. Er werden nog wat huishoudelijke en onbeduidende opmerkingen over en weer geplaatst, waarvan Thea de inhoud maar globaal mee kreeg. In de verte begon Marit over de noodzaak van een frisse douchebeurt na het gymmen die steeds werd overgeslagen. En heus niet alleen door Luna.

‘Er wordt zelden gedoucht na het gymmen. Ik vind dat een kwalijke zaak. Er zou strenger op toegezien moeten worden.’

‘Ja en dan hebben we nou helemaal een probleem’, vond de adoptiemoeder van Nia.

‘Hoe dat zo?’ gaapte directeur Yin.

De moeder van Imke, naast Thea, antwoordde voor de moeder van Nia:

‘O, ik denk dat de moeder van Nia bedoelt dat Jeewee moeilijk toezicht kan houden in de kleedkamers van zowel de jongens als de meisjes.’

Meteen was het hele opperouder conglomeraat weer in rep en roer, want zie je wel dat juffrouw Siepie onvervangbaar was.

‘Imke begint al een echte dame te worden met borstjes en schaamhaar’, lichtte de moeder van Imke onnodig toe.

Jeewee hield zich onveranderlijk afzijdig van elke discussie, maar dit keer ging hem dat moeilijker af dan normaal. Hij stond hem zichtbaar te knijpen. De grijze lok op zijn voorhoofd deinde op de pufjes uit zijn samengeknepen lippen. Ze gaven even verlichting aan te lang ingehouden adem. Wat er ook gebeurde, Jeewee zou nooit en te nimmer vrijwillig de kleedkamer van bakvissen betreden. Hij hoopte dat Yin en Yang hem niet zouden dwingen om zich in het hol van de leeuw te begeven. Elke klunzige beweging, onverwachte oogopslag, domme uitspraak of ondoordachte handeling zou verkeerd uitgelegd kunnen worden. Gelukkig droeg directeur Yin meteen een praktische oplossing aan.

‘Ik heb begrepen dat de gymdocente van De Wielewaal een dame is?’

‘Ja, maar ik weet niet of Doris wel tijd heeft om na de gymlessen ook nog te controleren of de meiden wel gedoucht hebben of niet’, twijfelde Agnes de moeder van Nana hardop.

‘Dan maakt Doris maar tijd!’, galmde de welbekende stem van juffrouw Marijke met een autoritaire ondertoon door het klaslokaal.

Directeur Yin knikte instemmend en Jeewee grijnsde opgelucht. Hij vond douchen na het gymmen ineens ook van levensbelang voor alle kinderen van groep 8 en beloofde plechtig dat hij er in de toekomst samen met Doris op zou toezien dat de jongens en meisjes fris als een hoentje de kleedkamers van de gymzaal zouden verlaten.

Na de afhandeling van dit wissewasje, volgden nog meer akkefietjes die te onbenullig waren om de aandacht van Thea langer dan een paar tellen vast te houden. De rest van de aanwezigen bakkeleide nog wel ruim een half uur over en weer over vanalles en nog wat. Toch stapte Thea niet voortijdig op. Haar slappe knieën vroegen haar volledige concentratie. Als een berg zag ze op tegen het naderende, officiële einde van de ouderavond. Dan kon ze niet anders. Dan moest ze wel zo snel als ze kon wegwezen met haar opgelaten gevoel.

Buiten uit het zicht van de opperouders zou ze kunnen bekomen van haar gelijk. Met haar rug tegen een stenen muur rond het schaars verlichte speelplein geleund. In de nasleep van een stormachtige ouderavond en de anonimiteit van een donkere nazomernacht. De schooltrol had haar beste tijd gehad en er kwam een niotoets teneinde de foutieve middelbare school pré-adviezen recht te trekken. Zulke beslissingen neemt een schoolbestuur niet enkel en alleen op basis van maar 1 klacht van 1 enkele moeder die bekend staat onder de bijnaam ‘tirannieke Thea’. Het kon niet anders dan dat De Wielewaal al veel langer onder vuur lag. Thea had het docententeam van de basisschool van haar kinderen niet voor niks verdacht gemaakt. De vader van Fransje, Jelle dus, had geen gelijk. Thea was geen achterlijk wijf. Vanavond leverde de vader van Fransje juist het onomstotelijke bewijs van zijn eigen kortzichtigheid door het voortouw te nemen in de dictatuur van de bekrompen ouders. Niet alleen aan Thea, maar, veel belangrijker, ook aan Yin en Yang die nu nog onpartijdig waren. Een betere bekrachtiging voor het bestaansrecht van haar kinderen had Thea niet kunnen wensen. Alsof het hele gebeuren door een hogere macht ter ere van tirannieke Thea in scene gezet was. Wie had ooit op zo’n sprekend resultaat van een eenvoudige ouderbijeenkomst durven hopen? Thea nog het minst van allemaal.

De finish was eindelijk bereikt en hoewel de rek zo goed als volledig uit haar veerkracht was verdwenen, lukte het Thea toch om als eerste van haar bankje op te staan en een uitweg te zoeken. Daarvoor moest ze eerst langs Jeewee en Yin en Yang af. Om zichzelf in de gauwigheid een houding aan te meten besloot ze de barricade voor in het klaslokaal te nemen door alle drie de heren de hand te schudden. Van Jeewee had ze niet anders kunnen verwachten dan het zweterige, slappe handje dat hij gaf.

‘Fijne avond nog Thea’, kweelde hij week.

De handdruk van Yang was neutraal, maar Yin kneep extra ferm waardoor Thea, gezien de lengte van deze relatief kleine directeur,  niet anders kon dan hem een seconde recht in de ogen te kijken:

‘Tot morgen’, fluisterde hij.

Yin had dus al die tijd geweten dat zij de moeder van Sabine was met wie hij de volgende dag – op dinsdag – een afspraak had om te praten over haar klacht ten aanzien van de stomp van Boris. Thea snapte ook wel dat hij haar niet eerder, ergens in de loop van de ouderavond, een teken van herkenning had kunnen geven. Een wederzijds seintje van wat dan ook zou niet alleen in het nadeel van de geloofwaardigheid van de directeuren gewerkt hebben. Een persoonlijke noot zou ook Thea in een nog kwader daglicht geplaatst hebben dan ze al stond. Thea vond het zelfs ongemakkelijk dat Yin onder 4 ogen op deze geruchtmakende ouderavond naar het gesprek van morgen refereerde. Ze was hoogsensitief geworden nadat haar ego publiekelijk met voeten getreden was door Jelle; de vader van Fransje; de vlees geworden bezieling van de opperouders. Thea kon nu niets meer verduren. Mocht ze nog draaieriger in haar hoofd gemaakt worden dan ging ze zo meteen hallucineren op haar adrenalineoverschot. Enfin, Yin wist na haar aandeel in de discussies van vanavond in ieder geval wel wat voor een vlees hij met haar in de kuip had en Thea dankte de here Jezus in een innerlijk schietgebed dat ze het klaslokaal heelhuids had weten te ontvluchten.

Of toch niet. Jeewee riep haar naam. Het klonk onwezenlijk. Haar naam zo rechtsreeks uit zijn mond. Alsof hij aan Yin en Yang wilde laten horen dat hij haar kende, terwijl hij zich vanmorgen nog voor haar schaamde in het bijzijn van de opperouders. Hij riep een tweede keer en Thea draaide zich automatisch om in de deuropening op weg naar buiten. Jeewee was al onderweg naar haar toe en zwaaide met een formulier:

‘Je bent vergeten om na te gaan of de adres gegevens en het telefoonnummer van Sabine nog kloppen’, fleemde hij.

Kon dat niet op een ander tijdstip? Sowieso waren haar adresgegevens al bijna een decennium onveranderd en bekend bij iedereen op De Wielewaal. Snapte Jeewee dan niet dat ze weg wilde? Thea had niet de kracht om te hem te weigeren en geforceerd liet ze zich door Jeewee terug het overvolle lokaal van groep 8 in jagen. De meeste ouders dromden samen om Yin en Yang. Ze wilden gehoord worden! Een stuk of 15 papa’s en mama’s verdrongen zich om de tafel met leerlingenformulieren met persoonlijke gegevens die daar ter controle waren neergelegd. Yin keek bezorgd toen hij zag dat Thea weer teruggehaald was door Jeewee. Het leek hem geen goed idee. Integenstelling tot Jeewee begreep hij wel dat Thea al de hele avond op het randje van haar zenuwen had gebalanceerd. Logisch dat ze na het behalen van de eindstreep elk moment kon instorten. Liefst niet in het openbaar uiteraard. Welke sukkel haalde de pineut dan nog terug voor een encore? Voordat het te laat was realiseerde Thea zich weer wat voor een sociale kluns Jeewee was en dat hij haar ondergang nog zou worden als hij haar tenminste niet uit het oog verloor zoals precies op dat moment wel het geval was. Als de bliksem keerde Thea terug op haar schreden en vluchtte wederom de gang op alwaar ze oploste in de donkerte van het trappengat.

 

HOOFDSTUK 44

De informatie op het makelaarsbord in de voortuin van overbuurman Bink is sinds kort schuin overschreven met het woord ‘verkocht’ in sierlijke, grote, rode letters. Thea heeft nog geen verhuiswagen gezien, maar dat zou ook wel niet lang meer duren. Het vertrek van Bink en zijn escortservice aan en van huis is als het ware de bekroning op het verbeterde aanzien van de volkswijk nieuwe stijl. Een hoerenkast hoort niet thuis tussen gerenoveerde panden en nieuwbouwwoningen met pril geluk en pas geboren aanwinsten.

Na de wijkvernieuwing trekken er geen daklozen, verslaafden of andere randfiguren meer aan het raam van Thea voorbij, maar hordes wandelwagens en buggy’s. Ze worden nog zelden geduwd door gezapige grootouders, maar in de nieuwe regel door twens en dertigers in sportkleding. Veel jonge vaders hebben baarden en dragen het lange haar in een knotje – de zogenaamde man bun - halverwege het achterhoofd. De mama’s zijn stuk voor stuk weer helemaal in vorm zo vlak na de bevalling en schreeuwen met hun nauw aansluitende trainingspakken om bewondering! Hoe doen ze dat toch? Vermoedelijk dankzij keiharde training in de sportschool of door zo veel mogelijk  kilometers te maken in rondjes door de wijk. De Spartaanse levensinstelling van deze fanatiekelingen komt zelfs af en toe akelig dichtbij wanneer de jonge moeders met de peuter in de buggy voor zich uit aan de geherwaardeerde vooroorlogse woning van Thea en Bart voorbij rennen. Soms zelfs met nog een extra baby bij zich in een hopsende draagzak voor op de borst. Gekkenwerk.

Tijdens zijn oversteek zwaait de overbuurman midden op straat met een papiertje in zijn hand naar Thea die op het punt staat om in haar Renault te stappen. Het briefje doet haar denken aan een vredesoffer, omdat Bink zo ontwapenend het witte velletje hoog boven zijn glimmende, kale hoofd uit wappert.

‘Wat gaan we nou krijgen, ga je me een adreswijziging geven na alles wat we hebben meegemaakt!?’, lacht Thea overrompeld door de onverwachte toenadering van haar overbuurman.

‘Juist na alles wat we meegemaakt hebben’, hijgt Bink, zodra hij naast haar op de stoep is gearriveerd.

‘Ik dacht dat je me nooit meer wilde zien.’

De nabijheid van Bink heeft altijd een louterend effect op Thea. Andersom is dat precies zo. De ogen van Bink flonkeren.

‘Hoe kun je dat nou denken? Je weet toch dat ik een zwak voor je heb Thea? En nu we het toch over zwakheden hebben; zie jij Melvin nog weleens?’

De vraag levert Thea vluchtneigingen op. Of de oorzaak ligt in haar nachtelijke gepieker over het antwoord. Dat kan ook. Zij heeft Melvin wel min of meer losgelaten, maar andersom waarschijnlijk niet. Elke ochtend is Thea nog huiverig dat het oppaskind als vanouds in de keuken opduikt. Alsof er niets gebeurd is en Melvin de onschuldige onderonsjes in de ochtend tussen de ontbijtboel aan de keukentafel niet ontmaagd heeft tijdens hun laatste ontmoeting. Uit frustratie over zijn eigen liefdesleven wilde toyboy Melvin de buitenwereld – te beginnen bij zijn zus Jasmijn - doen geloven dat Thea een klant van hem was. Een cougar heet dat in de volksmond, maar volgens Thea is een dame op leeftijd die haar seksuele frustraties op jonge gasten uitleeft gewoon een pedofiel. Of hoe noem je een kinderverkrachter met in plaats van een zieke piemel een hysterische doos? Het is maar goed dat Thea geen rechter is. Ze zou ze allemaal veroordelen. Genderneutraal. Maar die gedachte spreekt ze natuurlijk niet uit. In de wetenschap dat ze toch vooral van jaloezie en hypocrisie beticht gaat worden. Op een bepaalde leeftijd zijn dat soort aantijgingen niet te weerleggen zonder pathetisch over te komen. Desondanks respecteert Melvin haar reserve niet. Eigengerechtig scheert hij zijn oude kinderjuf over één kam met de klandizie van de escortservice waar hij werkt voor Bink; zijn stiefoom. De vertrouwensbreuk van Melvin is de reden dat Thea het zorgenkindje uit haar leven heeft gebannen. Ze laat de achterdeur dan ook nooit meer van het slot. De sleutel onder de bloempot op het overdekte terras is verdwenen en Thea glimlacht niet meer naar Bink.

‘Nee, ik zie Melvin nooit meer.’

‘Sinds wanneer?’

Bink doet alsof hij verrast is.

‘Sinds mijn laatste ziekenbezoek aan hem bij Jasmijn in de flat. ’

‘Hij logeert niet meer in het appartement van Jasmijn en hij woont ook niet meer thuis bij Pim en mijn zus’, weet Bink.

‘Zo, dus hij is vermist’, schampert Thea,

‘Niet vermist, maar zelfs Jasmijn weet hem niet op een vast adres vast te pinnen.’

‘Misschien moet je Jasmijn niet zo makkelijk geloven?’

‘Jasmijn? Ik weet zeker dat Jasmijn net zo min als ik eerlijk waar weet waar Melvin momenteel precies woont. Hij heeft geen vast adres. Hij bivakkeert op straat.’

Plotseling herinnert Thea zich weer de glimp die ze een tijdje geleden meende opgevangen te hebben van een schaduw van haar geliefde Betuwe Flipje. Hij was sterk vermagerd en maakte een verwarde indruk. Zijn wankelende tred gaf de doorslag. Deze schim was niet de vertrouwde, elegante, goed verzorgde Melvin die zich voortbeweegt als een lenige ladykiller in prijzige merkkleding in een walm van dure after shave. Dit zwakke aftreksel van de vroegere mooiboy moest wel gezichtsbedrog zijn.

‘Ik meende hem laatst nog ergens gezien te hebben’, twijfelt ze.

‘Maar dat wist je niet zeker natuurlijk?’, gokt Bink.

‘Hoe weet jij dat?

‘Heel veel pillen, maar voornamelijk horse’, verklaart Bink.

‘Pardon?’

‘Heroïne.’

‘Ja, ik weet wel wat horse is.’

‘Nou dan.’

‘Werkt hij nog voor Jou?’

‘Wat denk jij nou Thea? Ik deal niet in heroïnehoertjes.’

‘Maar wel in toyboys’.

‘Melvin ziet er niet meer uit. Niet representatief en voorlopig onverkoopbaar als toyboy.’

Bink vertrekt geen spier. Maar als hij meent wat hij zegt, waarom staat hij hier dan op de stoep te leuren met een handreiking naar Melvin?

‘Waarom zoek je Melvin dan nog Bink? Om je geweten te sussen?’

‘Ik heb geen geweten en ik zoek Melvin niet. Verspilde moeite’, bekent Bink onbeschaamd.

‘En wat moet ik dan met jouw nieuwe contactgegevens Bink?’

‘Straks ben ik weg en dan kan Melvin zijn suikeroompje niet vinden. Want ik mag Melvin wel niet zoeken, maar Melvin zoekt mij wel in zijn tijd. Als het hem zo uitkomt. En wat doet Melvin als hij op zo’n zoekmomentje niet weet waar ik ben?’

Met een deinende beweging houdt Bink het briefje, dat hij tussen zijn wijs- en middelvinger heeft geschoven, voor het grijpen van Thea. Ze aarzelt maar ze besluit het vliegertje toch te vangen, terwijl ze quasi onverschillig haar schouders ophaalt:

‘Weet je wat mij dat kan schelen, Bink?’

Bink trekt één mondhoek omhoog en hoont.

‘Ja, dat weet ik toevallig Thea. Dat kan jou heel veel schelen. Daarom sta ik hier ook. Je bent een goed mens. Maar daar gaat het nou even niet om. Vandaag of morgen klopt Melvin weer bij jou aan de keukendeur. Zoals vroeger.’

‘Dat was gewoon koffie drinken!’

Thea hoort zelf het cliché dat Bink er nog eens extra bij haar inwrijft.

‘Lieve schat, Melvin komt altijd gewoon op de koffie.’

‘Houd alsjeblieft op Bink! Bij mijn laatste ziekenbezoek deed Melvin het ook al voorkomen alsof hij mij regelmatig een beurt gaf tegen betaling.’

Thea voelt haar maaginhoud protesteren tegen het uitspreken van de leugen.

‘Wat heb jij toch tegen een beetje seks tegen betaling Thea?’

‘Ik heb niks tegen seks tegen betaling, maar wel tegen generatiekloven en machtsmisbruik.’

Bink heeft zijn antwoord klaar. Waarschijnlijk omdat de woorden van Thea weleens vaker heeft moeten weerleggen.

‘Prostitutie is niet per definitie machtsmisbruik’.

‘Dat antwoord had ik nou helemaal niet verwacht’, schampert Thea.

Bink houdt voet bij stuk.

‘Ik heb Melvin nooit ergens toe gedwongen’.

‘Lieve schat, Melvin komt altijd gewoon op de koffie’, echoot Thea de eerdere verdediging van Bink.

Bink onderdrukt een smalende glimlach, terwijl Thea haar tegenaanval vervolgt:

‘Maar je hebt hem ook niet tegengehouden.’

‘Waarom zou ik hem tegenhouden? Moet ik hem behoeden voor mijn levensstijl? Ik doe niemand kwaad. Ik ben al vanaf mijn 16de een kleine zelfstandige die nog nooit zijn handje heeft hoeven op te houden. Niks om me voor te schamen. En niet voor het één of het ander, maar…eh…Melvin is zelf naar me toegekomen.’

‘Geloof je het zelf, Bink?’

‘Jij gelooft zelf toch ook dat Melvin alleen maar bij jou in de keuken op de koffie kwam?’

Ondanks het gelijk van Bink, blijft Thea worstelen met het verwoorden van haar kijk op de zaak.

 ‘Laat ik het zo zeggen; Ik heb laatst een Amerikaanse documentaire gezien over jonge mensen die vrijwillig in de moderne porno-industrie op het internet stapten. Ze begonnen allemaal even enthousiast en deelden een giga honger naar het grote geld. Het merendeel hield het online seksleventje hooguit 3 maanden vol. Daarna was het uit met de real life pret en de snelle duit. Wat resteerde was weer een lading jonge mensen die al op hun 18de gedesillusioneerd en uitgerangeerd zijn. Eigenlijk zou elke pornoconsument verplicht naar zo’n documentaire moeten kijken. Zo’n verslag van de realiteit werkt libido verlagend.’

‘Ik kan niet geloven dat ik hier op de stoep met jou over porno sta te praten, maar wat jij wilt Thea. Ik verkoop geen illusie, maar een lustbeleving. Dat is hard werken. Net zoals iedere andere onderneming. Er zijn pieken en er zijn dalen. Er zijn mensen met talent en slachtoffers  die dit wereldje niet zien voor de harde business die het is. Als je dat niet begrijpt dan heb je inderdaad niets te zoeken in deze industrietak. Melvin begrijpt het produktiegedeelte maar al te goed. Wij zijn van de heren, Thea. Weet je nog? Als zodanig helpen wij dames beter aan hun gerief dan welke hetero dan ook. Wij hoeven ons niet te bewijzen.’

‘Toch zou ik het fijn vinden als je mij niet in jullie praktijken zou willen betrekken.’

‘Daar ben ik dus nu mee bezig.’

‘Dus jij gelooft mij en niet Melvin? 

‘Wat zal mij het nou aan m’n reet roesten dat jullie elke morgen in jouw woonkeuken hebben liggen wippen?’, haalt Bink onverwacht grof uit.

‘Je hoeft niet ordinair te worden’, slikt Thea verafschuwd.

Aan de voortekenen van zijn gezichtsuitdrukking en houding te zien, staat  Bink op het punt om een tirade in te zetten. Dan bedenkt hij zich en verandert van toonzetting.

‘Maakt het wat uit of ik je geloof of niet Thea?’

‘Ja’, stelt Thea onverbiddelijk.

‘Okay, ik geloof je’, zweert Bink en hij houdt een v met 2 vingers vlak naast zijn linker wang.

Thea probeert zijn sprekende ogen te lezen. Ze onthullen geen antwoorden op levensvragen.

‘Voor mij is Melvin een gepasseerd station’, vervolgt Thea.

Ze geeft Bink een vrije trap voor open doel.

‘Ik vrees alleen dat jij geen gepasseerd station voor hem bent’.

‘Ik doe gewoon de deur niet open als het zover is’, bluft Thea.

‘Lieve Thea, je kunt er donder op zeggen dat Melvin binnenkort opnieuw tegen die muur oploopt. En dan belt hij weer bij jou aan. Niet 1 keer, maar 100 keer. Hij neemt geen genoegen met jouw afwijzing. Hij is verslaafd Thea, maar dat is niet het ergste. Hij heeft de bodem van de beerput nog niet bereikt. Maar dat gaat gebeuren. Waar moet Melvin in dat noodgeval dan terecht voor zijn natje en zijn droogje zonder mijn adresgegevens? Ik ben dan namelijk verhuisd.

‘Misschien bij zijn vader en stiefmoeder?’, oppert Thea sarcastisch.

‘Zij hebben ook nog een puber in huis. De dochter van mijn zus is 13 of 14. In ieder geval is ze ergens om en nabij de gevoelige leeftijd van jouw kinderen. Femke wil haar dochter net zo goed als iedere andere normale moeder niet blootstellen aan de verleidingen van de verslaving van Melvin en dat kan ik haar niet kwalijk nemen’, antwoordt Bink belerend ineens.

Thea staat versteld van de vele stemmingswisselingen die Bink op korte termijn laat zien. Hij lijkt haar een vermoeiend baasje dat zijn emoties echter wel onder controle lijkt te hebben, dus waarom zou Thea niet gewoon met hem mee schommelen? 

‘Nee, maar Pim verkiest wel mooi zijn stiefdochter boven zijn bloedeigen zoon. Hij zou zich moeten schamen’.

‘Dat doet hij echt wel en denk je dat Femke zo lekker slaapt?’

‘Om heel eerlijk te zijn heb ik me nog niet verdiept in de nachtrust van Femke, Bink.’

‘Dat snap ik. Maar daar kom ik dus binnen. Niet alleen voor Melvin, maar ook voor Pim, mijn zus en mijn nichtje. En voor jou.’

‘Voor mij?’, schampert Thea.

‘Voor jou ja. Want als Melvin op korte termijn hoe dan ook weer opduikt denk je dan dat hij maar één enkele keer bij jouw aanbelt? Dat hij bij één keer bescheiden kloppen aan de achterdeur de moed opgeeft?’

‘Dat zal wel niet’, puft Thea al bezwaard bij het vooruitzicht.

‘Dan kun je toch veel beter meteen resoluut met hem afrekenen? Dus die deur open doen en hem een alternatief bieden in de vorm van  mijn contactgegevens. Toch veel beter dan 100 keer dat irritante gejengel van de bel trotseren? Een geheugensteuntje in tijden van nood onthoudt hij wel. Er is niets mis met het korte termijn geheugen van een verslaafde. Je hoeft hem niet eens binnen te laten. Voor je het weet heeft hij me zo vaak opgezocht dat zijn plek van bestemming beklijft en dan ben je echt voorgoed van hem verlost.’

‘Ow, dus als ik het goed begrijp kom je me een gunst verlenen met dit briefje?’, smaalt Thea onverbeterlijk.

‘Dat begrijp je helemaal goed Thea’, kreunt Bink moedeloos.

Hoe Thea de uitleg van Bink ook wendt of keert, de uitkomst spreekt telkens in het voordeel van alle betrokkenen. Bink heeft zich over Melvin ontfermd. Voor zover als dat mogelijk is en op zijn unieke, controversiële wijze. Wat doet het ertoe? Andere mensen rommelen ook maar wat aan.

‘Maak je jezelf niet een beetje te belangrijk Bink? Vlak Jasmijn niet uit.’

‘Jasmijn is naar haar moeder in Engeland gevlucht, omdat Melvin haar niet meer wilde zien vanwege die oplichterij met de zogenaamde telefonische chantage. Zo hield Jasmijntje poppedeintje haar pappie en gekke Binkie aan het lijntje. Melvin trok meteen zijn handen van zussie af. Dikke duim voor onze Melvin.’

‘Hij is niet ‘onze’ Melvin. Hij is van zichzelf en hoogstens de eindverantwoordelijkheid van zijn ouders; Pim en Beau’, siddert Thea alsof ze de herinneringen aan haar pleegzoon figuurlijk van zich af wil schudden.

‘Hij is meer van jou en mij dan jij wilt weten, Thea.’

Thea doet er het zwijgen toe en na een korte mijmering neemt Bink de draad van het gesprek weer op.

‘Ik zit net zo min als jij op een junkie te wachten, Thea’, verzucht hij melodramatisch.

‘Waar zit je dan wel op te wachten? Ik dacht dat jij geen geweten had Bink’, lacht Thea spottend, maar toch ook ergens benieuwd.

‘Ik wacht op verlossing’, smaalt Bink,

‘Maar…’, vervolgt hij;

‘Als de nood het hoogst is, dan is de redding nabij. Dus mocht Melvin bij jou aankloppen dan laat je hem niet binnen. Wat doe jij dan ook weer wel?’

Het is de bedoeling dat Thea nu laat merken dat ze Bink begrepen heeft met behulp van een korte samenvatting. In plaats daarvan blijft ze hem met samengeperste lippen uitdagend aankijken. Hij is haar pooier niet! Schuldbewust trekt Bink haar hint op zijn fatsoen. Dan resumeert hij het besprokene zelf maar, terwijl hij de aandachtspuntjes op zijn vingers natelt.

‘Welnu, jij brieft Melvin aan de deur mijn contactgegevens door, desnoods herhaal je de boodschap, want onze vriend is inmiddels een recidivist. Zo gauw Melvin dan weer eens zo diep gezonken is dat hij aan de grond zit dan komt hij op deze manier via jou toch steeds weer bij mij op zijn pootjes terecht.’

Die avond neemt Thea de contactgegevens van het briefje over in haar telefoon. Voor de zekerheid en uit oude gewoonte pint ze vervolgens het velletje van Bink vast op het prikbord in de bijkeuken annex de studieruimte van Huiswerksterk. De adresgegevens van Bink dreigen meteen te verdwijnen tussen een onoverzichtelijk lading; post-its, briefjes, kladjes, kriebeltjes, krabbeltjes, kattebelletjes, aantekeningen, schrijfsels, afspraakkaartjes, notulen, reclamefolders en nog veel meer oud papier waardoor het zandkleurige gespikkelde kurk van het prikbord onzichtbaar is geworden. Haastig vanwege haar dagelijkse race tegen de klok, begint Thea de boel te ordenen. Driekwart kan de papierbak in; zoals een oude uitdraai van een nieuwsbrief van De Wielewaal. Met het verstrijken van de puberjaren van Sabine en Walter raakt de doldwaze basisschoolperiode van haar tweetal sowieso steeds verder op de achtergrond van het alledaagse bewustzijn. Zoals dat hoort bij een normale ontwikkelingsgang zonder jeugdtrauma’s, hetgeen overigens geen verdienste van het onderwijsteam van De Wielewaal genoemd mag worden. Integendeel. Door alle tegenwerking door leerkrachten en opperouders in de eerste 12 levensjaren van hun kroost valt de relatief zorgeloze jeugd van Sabine en Walter, even afgezien van de ongecompliceerde karakters van beide kinderen, toch voornamelijk toe te schrijven aan de extra krachtsinspanningen van Bart en Thea. En die extreme toewijding zal waarschijnlijk weer de reden zijn waarom met name Thea nog lang niet bevrijd is van de opperouderperikelen van weleer. Hoewel ze in de tegenwoordige tijd nooit vrijwillig herinneringen aan de basisschoolperiode van haar kinderen oproept. Dat zou te veel van het goede zijn aangezien Thea nog dagelijks spontaan overvallen wordt door geforceerde flashbacks uit die extraordinaire Wielewaaltijd.

‘Onverwerkt leed’, noemt men dat in de psychologie.

Niet alleen zo’n oude nieuwsbrief roept allerlei associaties op met de eerste 12 leerjaren van Sabine en Walter. Aanhoudend doen zich in het huidige leven van Thea de meest uiteenlopende triggers voor die haar  ongewild terugflitsen naar weleer. Zo ook een verlopen afsprakenkaartje tussen de mikmak op het prikbord. Het is een notitie van bijna 4 jaar geleden, maar Thea weet nog precies dat het een gesprek tussen Yin en Yang en haarzelf betrof. Op dinsdag 2 september om kwart voor elf in de ochtend om precies te zijn. Het was een ontmoeting die had plaatsgevonden naar aanleiding van een klacht die Thea bij de nieuwe directeuren van De Wielewaal had ingediend. In de eerste schoolweek na de zomervakantie nota bene. Alsof ze toen ook al niets beters te doen had gehad.

De ophef was begonnen met het agressieve gedrag van Boris. Hij was het ontgoochelde broertje van Alfred in de rolstoel, die Sabine in de eerste schoolweek na de zomervakantie in het klaslokaal van groep 8 in de maag gestompt had. In het bijzijn van Jeewee. Volgens de officiële lezing omdat hij aan Asperger leed. Een psychische aandoening. Maar naar mening van Thea in werkelijkheid, omdat hij vanwege een bliksemafleider - in de overdrachtelijke zin van zijn doodzieke broertje - overal mee kon wegkomen.

Op de ochtend van het gesprek met Yin en Yang was Thea innerlijk nog beurs van de onthullende ouderbijeenkomst van de avond daarvoor. Desondanks had ze voor het eerst in haar leven geen spijt van haar vanzelfsprekende aanwezigheid bij een ouderavond van groep acht op De Wielewaal. Als zij er niet geweest was om de opperouders te provoceren met haar snedige opmerkingen, dan was de kudde ook niet in de verleiding gekomen om hun deceptie over de impopulaire maatregelen van de nieuwe hoeders Yin en Yang openlijk op het gedoodverfde zwarte schaap af te reageren. Zonder de nadrukkelijke aanwezigheid van tirannieke Thea zou men als vanouds eensgezind hypocriet aan het neuzelen geslagen zijn in de heilige overtuiging dat geen normaal mens tegen groepsdruk bestand was. Dus waarom Yin en Yang wel? Thea was er ook bang voor. Daarom smaakte haar wraak ook zo zoet bij het triomfantelijke besef dat de kliek zich in het bijzijn van de nieuwe directeuren uit de tent had laten lokken door niemand minder dan het bescheiden persoontje van tirannieke Thea. Dankzij haar weerwoord waren Yin en Yang niet eerst op een tijdrovend dwaalspoor gezet, maar hadden zij in een tijdsbestek van een paar uur de oorzaak van de problemen op De Wielewaal op een presenteerblaadje aangeboden gekregen. Geen struisvogelbeleid was na gisterenavond opgewassen tegen het obstakel van de dictatuur van de opperouders.

De oplossing van de problematiek was verder aan de troubleshooters. Thea had haar plicht gedaan. Nu moest ze alleen nog herstellen van de kater die ze aan haar confrontatie met de woordvoerder van de opperouders had overgehouden. De vader van Fransje, Jelle,  had haar gewoon publiekelijk afgebekt zonder dat iemand hem tot de orde riep. Een labiel persoon zou bijna denken dat Jelle de goedkeuring van de voltallige bezetting op de ouderavond in het klaslokaal van groep 8 kon wegdragen. En ach, misschien was dat ook wel echt zo. Maar wat dan nog? In de loop van haar levensjaren had Thea geleerd om voor haar eigen mening te staan zonder op steun van anderen te rekenen. Met uitzondering van Bart. Hij was haar uitvalsbasis en samen gingen zij voor het hachje van hun eigen kinderen. Als anderen daar van mee konden profiteren dan was dat mooi meegenomen, maar Bart en Thea waren geen van tweeën wereldverbeteraars. De openlijke vernedering van Jelle had Thea laten gebeuren voor het effect op Yin en Yang. Hoewel Thea zo’n primitieve reactie van de opperouders had kunnen voorspellen overtrof de timing haar stoutste dromen. Maar daarom riep het zielige gedrag van Jelle nog niet minder agressie bij Thea op. Niets menselijks was haar vreemd. Het liefst was ze ter plekke acuut met haar blote vuisten op Jelle in gaan rammen zonder rekening te houden met de regels van fatsoen die de vader van Fransje immers ook gewoon aan zijn laars lapte. Gezien zijn postuur was Jelle echter waarschijnlijk sterker en dus verkoos Thea heel verstandig om de slimste te zijn.

‘Wat was dat gisteren?’, was het eerste dat directeur Yin aan Thea vroeg toen hij, verhit van het haasten, plaats nam aan de vergadertafel in de directiekamer.

Hij was te laat. Thea zat al een kwartier voorbij het afgesproken tijdstip tegenover directeur Yang aan de grote langwerpige tafel in de kantoorruimte die ze zo goed kende van haar gesprekken met Willy Bakbruin. De inrichting was onveranderd in de oude Willy Bakbruinstijl met dezelfde ingelijste kindertekeningen en groepsfoto’s aan de muur als voorheen. Alleen de kiek van de rare haardracht schoolfeestdag met de gekke kapsels van Willy Bakbruin en juffrouw Rita was verplaatst van de fotogalerij in de gang naar boven het raam van de directiekamer. Thea vroeg zich af waarom? Misschien had de foto een minder prominente plaats gekregen in de hoop daarmee een versnelling van het tempo waarin Willy Balbruin uit het collectieve geheugen gewist werd op te voeren? Of de nieuwe hangplek van het zogenaamd leuke plaatje diende juist als eerbetoon aan de voormalige directrice van De Wielewaal. Nou ja, een hommage met een knipoog en een glimlach dan, want Juffrouw Rita had een viool in haar malle kapsel en Willy Bakbruin droeg de strijkstok in heur rare haar. De aanblik riep gevoelens van nostalgie bij Thea op. Melancholie over; geen boos opzet, het onvermogen, de onkunde en onvervulde belofte. Wel een geluk bij een ongemakkelijk gevoel dat het raam onder de kiek uitkeek op een kinderrijk gedeelte van het speelplein, zodat Thea zich niet bloot hoefde te geven tijdens de stiltes die vielen in de conversatie met directeur Yang gedurende het wachten op directeur Yin. Directeur Yang werkte op haar zenuwen. Niet zozeer omdat hij misschien haar type was, of andersom, of wederzijds, of wat deed het ertoe, want Thea was toch al bezet en hij waarschijnlijk ook; maar omdat hij haar bestookte met vragen. Vragen over haar opleiding; haar werkervaring; haar hobby’s. Alsof hij haar curriculum vitae afvinkte. Thea antwoordde kortaf en slordig. Te laat realiseerde ze zich dat directeur Yang voornamelijk voor de interne reorganisatie en het personeelsbeleid op De Wielewaal was aangesteld en dat het voeren van sollicitatiegesprekken waarschijnlijk één van zijn routinematige werkdagelijkse bezigheden was. Tijdens de momentopname aan de vergadertafel werd ze alleen maar kregelig van zijn nieuwsgierigheid. Zat hij haar nou uit te horen?

‘Dus je hebt ook zelf ook wel kijk op les geven?’, wilde hij bijvoorbeeld weten naar aanleiding van de door haar genoemde functie als huiswerkbegeleidster bij Huiswerksterk.

‘Ja, in een 1 op 1 relatie wel’, schoot Thea meteen in de verdediging uit angst om voorbarig als betweetster weggezet te worden.

De beste stuurlui staan altijd aan wal. Ook in het onderwijs. Thea stond immers niet voor de klas. Omdat ze directeur Yang zag schrikken van haar felle reactie, had Thea meteen een beetje spijt van haar automatische afweermechanisme, dat misschien iets te scherp stond afgesteld uit zelfbehoud. Hij zocht naar de juiste woorden en een andere toonzetting. Directeur Yang probeerde Thea te peilen. Zeker nadat hij gisterenavond op de ouderbijeenkomst van groep 8 getuige was geweest van de aanvaring tussen Jelle, alias de vader van Fransje, en Thea. Na een stuk of wat vergeefse pogingen, gaf directeur Yang de moed op. Hij was het gewend om mensen op hun gemak te moeten stellen, maar normaliter deed hij geen moeite om aardig gevonden te worden. Wat directeur Yang betreft was hij bij Thea al heel ver gegaan.

‘Een beetje te ver’, als je het Thea vroeg.

Ze hield er niet van om over zichzelf uit te wijden. Zeker niet in een directeurskamer waarvan het interieur nog steeds de oude stempel van Willy Bakbruin droeg. Toch was de ruimte na de komst van Yin en Yang ontdaan van illusies. De sfeer was rijper. De druk op de ketel was als het ware opgevoerd en het deksel lag op een kier. Helemaal in de lijn van deze symboliek had directeur Yang de deur van de directiekamer, na binnenkomst van Thea, dan ook open laten staan, met als gevolg dat een optocht van bestookte kinderen in de gang van De Wielewaal deelgenoot werd van een spraakmakende ontmoeting tussen crisismanagers en de aanleiding. Hier vond zonder medeweten van de opperouders een bespreking met het gedoodverfde zwarte schaap plaats. Tirannieke Thea in de bocht! Komt dat zien! Komt dat zien! Laatkomer Yin gedroeg zich in navolging van directeur Yang ook alsof hij in de kerk geboren was. En een gebaar of niet, Thea voelde zich door de open deur gesteund in haar bestaansrecht. In deze atmosfeer kon de waarheid aan het licht komen. Zij het geleidelijk; want net zo min als Yin en Yang was Thea in staat om hapklare brokken te serveren. 

Ze deed haar best om de dwingende vraag van directeur Yin om uitleg van  de escalatie tijdens de ouderavond zo zakelijk mogelijk te beantwoorden, teneinde vooral niet de indruk te wekken dat ze op medelijden vlaste.

‘Wat dat was gisterenavond? De normale gang van zaken op De Wielewaal in een notendop. Dat was gisterenavond.’

Het reactiepatroon van Yin was volkomen blanco, waardoor voor Thea meteen duidelijk werd waarom Rinus Hardleers van de onderwijsstichting hem de aangewezen persoon had gevonden om de human interest en publieksrelaties van De Wielewaal op orde te stellen. Ondanks zijn weinig imponerende voorkomen. Heel anders dan de indrukwekkende, maar tegelijkertijd ook vooringenomen verschijning van directeur Yang. In het bijzijn van en gedurende de interactie met Yin telde alleen het uitgesproken woord. Dat wat expliciet gezegd werd. Zonder dubbelzinnigheden. Ondertussen bleef directeur Yang de ogen van Thea tevergeefs op bluf onderzoeken, terwijl zijn collega Yin de ondervraging naadloos van hem overnam:

‘Maar goed, je bent hier dus naar aanleiding van jouw mailtje over het incident met de stomp in de maag van Sabine door Boris.’

‘Als dat alles was.’

‘Niet dan?’

‘Je vergeet even te vermelden dat de stomp in de maag van Sabine in het klaslokaal van groep 8 gebeurde door toedoen van Boris en wel onder het toeziend oog van Jan-Willem’, completeerde Thea de boel voor de volledigheid.

Hierop pauzeerde directeur Yin een paar seconden om de juiste woorden te vinden. Naar buiten toe kon en mocht hij vanuit zijn functie als directeur uiteraard geen partij kiezen.

‘Ja, ik ken Sabine nog niet en Boris trouwens ook niet.’

‘Maak je geen zorgen, Boris zul je snel genoeg leren kennen’, smaalde Thea.

‘Ok?’

Vol verwachting ging directeur Yin achterover zitten.

‘Hij heeft Asperger’, lichtte Thea toe en ze vervolgde:

‘Maar dat geeft hem nog niet het recht om mijn dochter in de maag te stompen. En weet je; de pijn van die stomp blijft alleen maar langer na zeuren nu  Boris wederom ongestraft met zijn gewelddadigheid zal wegkomen.’

Directeur Yin kwam Thea meteen tegemoet en vroeg:

‘Waarom denk je dat Boris met zijn gewelddadigheid weg zal komen?’

Directeur Yang was wat minder inschikkelijk. Hij vulde zijn collega kwaaddenkend aan:

‘Als het tenminste waar is wat je zegt.’

Thea besloot de steek onder water alsmede de wantrouwende instelling van directeur Yang te negeren. Hij zou snel genoeg achter de waarheid over de dictatuur van de opperouders komen en zich met terugwerkende kracht rot schamen over zijn primaire achterdocht jegens Thea. En hoewel ze best bereid was te geloven dat reserves vanuit zijn positie als leidinggevende gezien volkomen legitiem waren, zou Thea de initiële argwaan van directeur Yang nooit meer vergeten. Laat staan dat ze hem zijn vijandigheid kon vergeven.

‘Boris komt altijd met zijn gewelddadigheid weg. In tegen stelling tot bijvoorbeeld mijn zoon Walter. Walter zit in groep 7 en hij is in de loop van zijn Wielewaalcarrière al ontelbare malen gestraft voor vergrijpen die nog niet bij benadering kunnen tippen aan de schoolresultaten van de agressie van Boris. Walter hoeft maar een vinger uit te steken of hij staat alweer op de gang. Maar Boris krijgt na een paar réprimandes gewoon zijn wapen weer terug zodat hij doodleuk door kan gaan met andere kinderen bang maken en pijn doen.’

‘Een wapen?’

‘Zijn passer.’

‘Een passer is een passer en geen wapen’, vond directeur Yang,

‘Boris gebruikt zijn passer als een wapen’, legde Thea liefjes uit.

Haar voortdurende weerwoord maakte dat directeur Yang steeds minder zeker van zijn zaak werd. Directeur Yin trok zijn conclusie:

‘Ik ben het wel met je eens dat meester Jan-Willem dit incident niet onbesproken kan laten. Hij zal met zowel Sabine en Boris als met de ouders moeten praten.’

Thea hikte honend:

‘Eerst zien en dan geloven. Jeewee durft in geen 100 jaar de ouders van Boris aan te spreken op het gedrag van zoonlief.’

‘Hij zal wel moeten’, riep directeur Yin bij voorbaat verontwaardigd uit.

Thea hielp hem even herinneren:

‘Je was er gisterenavond toch ook bij?’

‘Zou juffrouw Siepie in plaats van Jeewee de ouders van Boris dan wel direct op zijn wangedrag hebben aangesproken?’, wilde directeur Yin oprecht van Thea weten.

‘Nee, integendeel. Jeewee is apathisch. Dat is waar, maar juffrouw Siepie is nog erger. Zij zou het gedrag van Boris niet alleen goed gepraat, maar zelfs verdedigd hebben. Dat is ook de reden waarom ik vind dat jullie een goede beslissing hebben genomen door haar voor de rest van het schooljaar niet parttime naast Jeewee in groep 8 te laten staan.’

Op het gelaat van directeur Yang verscheen een grimas alsof hij wilde zeggen:

‘Ik zit heus niet op jouw goedkeuring te wachten’.

Ondertussen negeerde directeur Yin de dubbele boodschap van zijn collega en pakte door:

‘Maar meester Jan-Willem heeft ook niet adequaat opgetreden tegen het boksincident in de klas. Waarom blijf je hem dan toch verkiezen boven juffrouw Siepie?’

‘Jeewee is de minst kwade van het tweetal. Maar noem het gedrag van Boris geen incident! Waarom denk je dat ik hier zit? Het is altijd hetzelfde liedje hier op De Wielewaal. Daar is geen kruid tegen gewassen.’

Op dit punt moest Thea op haar woorden gaan passen. Op de donderdag na het geweldsdelict in het klaslokaal van groep 8 had Walter zijn moeder namelijk in een moeilijk parket gebracht door de stomp van Boris in de maag van Sabine spontaan te wreken. Voor een kind van 10 jaar is een schriftelijke klacht van zijn moeder, die bij de directie een schoolweek lang op afhandeling lag te wachten, veel te abstract. Walter kon er in ieder geval geen kant mee op. Vandaar dat hij, toen hij zijn kans schoon zag, zijn been verkeerd neerzette precies op het ogenblik dat Boris op de speelplaats voor zijn voeten liep. Boris maakte een lelijke smak en vervolgens een heleboel kabaal. Zoveel ruchtbaarheid zou de nieuwe directie van De Wielewaal vandaag of morgen ook ter ore komen. Aan Thea  de taak om de opperouders voor te zijn en nu eens niet de wandaden van Boris, maar de wraakactie van Walter te minimaliseren. De lopende klacht tegen Boris mocht niet verdwijnen achter een ondoordachte reactie van Walter. Directeur Yang hielp Thea onbedoeld op weg:

‘Wij zijn geen kruid, maar onkruid. En zoals je weet: onkruid vergaat niet. Onkruid is zelfs opgewassen tegen steeds hetzelfde liedje. Maar wij zijn nieuw hier op De Wielewaal. Dus vertel ons; hoe gaat dat liedje dan?’

Thea hield haar lach in. Ze kon zich in het beginstadium van haar contact met de directie nog geen spontaniteiten veroorloven.

‘Dat liedje gaat over steeds hetzelfde groepje jongens dat toch weer de schuld krijgt van ongeregeldheden op school, terwijl Boris vrijuit gaat. Zo heeft Walter uit pure onmacht Boris al per ongeluk laten struikelen.’

Directeur Yin kwam overeind in zijn stoel en boog zich voorover tot vlak bij het gezicht van Thea die naast hem zat.

‘Dus jouw zoon heeft Boris laten struikelen?’

Thea haastte zich met het geven van een bagatelletje a la de opperouders:

‘Per ongeluk.’

‘Hoe kun je iemand nou per ongeluk laten struikelen?’, schamperde directeur Yan.

‘Nou misschien op dezelfde manier waarop je iemand per ongeluk in de maag kunt stompen?’

Yin en Yang gaven zich gewonnen en zonden elkaar een blik van verstandhouding.

‘Dus je zit hier voor Walter en niet voor Sabine?’

Directeur Yang speelde nog steeds een kat en muisspelletje. In zijn eentje.

‘Ik zit hier voor zowel Walter als Sabine. Deze keer zal ik de opperouders te slim af zijn. En nee, ik keur het niet goed dat Walter een ander kind heeft laten struikelen. Maar ik wil wel even duidelijk stellen dat Walter voor zijn zusje opkwam. Hij is pas aan het tackelen geslagen nadat Boris ongestraft een stomp in de maag van Sabine geparkeerd heeft. In het klaslokaal van groep 8. Door het slappe gedoogbeleid ten aanzien van sommige, uitverkoren kinderen op De Wielewaal mogelijk gemaakt.

‘Some pigs are more equal than others’, schreef George Orwell al in Animal Farm.

Sommige kinderen nemen dan het recht in eigen hand. Dat krijg je ervan als volwassenen alles maar laten gebeuren. Sabine is wel het zusje van Walter en ze zijn misschien thuis niet altijd de beste maatjes, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Ook bij Boris. Iedere keer dat er weer een zenuw bij hem doorbrandt zal hij opnieuw op de verkeerde steun van zijn ouders kunnen terugvallen. Zo leert dat kind toch nooit om eigen verantwoordelijkheid voor zijn daden te dragen? De pech van Boris is de schuld van anderen. Van Walter bijvoorbeeld over wie Boris zeker gaat klikken. Vandaag of morgen. Walter heeft hem zomaar laten struikelen. Dat Boris op zijn beurt het zusje van Walter eerst een opdoffer in haar buik heeft gegeven verandert niets aan het gegeven dat zijn doortastende ouders binnenkort net zo makkelijk hun weg naar Jeewee of Siepie zullen vinden. Op hoge poten. Het is dan voor Walter alleen nog een kwestie zijn vonnis afwachten en de opgelegde straf uitzitten.’

Yin en Yang waren geschokt.

‘Maar we hebben toch een pestprotocol op De Wielewaal? Daar moet niet alleen Walter, maar ook Boris zich aan houden!’

‘Boris heeft Aspergers en het pestprotocol is niet mijn probleem. Ik ga Walter niet aanspreken op pootje haken. Hij mag niet gewelddadig zijn, dat klopt, maar Boris mag het zusje van Walter ook niet in de maag stompen. De leerkrachten hier op De Wielewaal werken dit strijdlustige gedrag zelf in de hand met hun voorkeursbeleid.’

De adem van zowel directeur Yin als directeur Yang stokte en de alertheid sprong op scherp. Wellicht hadden ze beet?

‘Voorkeursbeleid?’

‘Het is voor het docententeam op De Wielewaal gebruikelijk om vooraanstaande ouders naar de mond te praten of ze in ieder geval niet voor de wielen te gaan rijden. Gevolglijk worden de kinderen van opperouders op school ontzien. Sommige leerkrachten zijn daar extremer in dan anderen. Siepie is de koningin. Daarom staat zij ook zo hoog aangeschreven bij de opperouders. Zoals jullie gisteren waarschijnlijk ook wel gemerkt zullen hebben. De hoge rekening die Siepie voor haar status heeft moeten betalen, hebben de kinderen van minder vooraanstaande ouders voldaan in het afgelopen schooljaar in groep 7.  Mijn dochter Sabine bijvoorbeeld. Ik moet al dankbaar wezen dat juf Siepie überhaupt weet wie Sabine eigenlijk is. Meester Jan-Willem heeft wat meer hart voor zijn klas. Sabine heeft in groep 5, in de combinatieklas, bij Jan Willem gezeten. Ze was toen al redelijk gesteld op hem. Daarom krijgt Jeewee van mijn man en mij ook nog steeds het voordeel van de twijfel en heeft Siepie afgedaan.’

‘Wie zijn die opperouders?’, wilde directeur Yin weten, terwijl hij een pen ter hand nam.

Alsof Thea namen zou noemen. 

‘De vooraanstaande papa’s en mama’s. De Wielewaalkliek!’

‘En jij wilt beweren dat de ouders van Boris bij de opperouders horen?’, controleerde directeur Yin nog even voor de zekerheid voordat hij aantekeningen begon te maken.

‘Dat beweer ik niet alleen, dat weet ik wel zeker.’

‘En waarom hoor jij dan niet bij de opperouders?’, vroeg directeur Yang die nog steeds vast zat in zijn aftastende houding.

‘Onder meer omdat ik niet in De Wielewaalwijk woon.’

‘Onder meer?’, drong directeur Yang aan.

‘Onder veel meer’, beaamde Thea met de nodige bravoure.

Directeur Yang keek moeilijk, maar directeur Yang stelde de hamvraag gewoon:

‘Als je niet in deze buurt woont; hoe en waarom ben je dan op De Wielewaal terecht gekomen?’

‘Via Het Kleurenpalet in onze wijk. We zijn begonnen met Sabine op deze zwarte school. ‘Klein Turkije’, wordt de school ook wel genoemd. Maar die bijnaam dekt de lading niet. Het Kleurenpalet herbergt kinderen van maar liefst 24 nationaliteiten. Dat is te veel van het goede. Te veel positieve discriminatie ten koste van witte, bevoorrechte kinderen. Zoals mijn dochter Sabine bijvoorbeeld. Zij was in groep 1 op Het Kleurenpalet ver in de minderheid. En natuurlijk was het uitgangspunt goed. Zo zou Sabine als 4jarig meisje op school al vroeg leren integreren in een multiculturele samenleving. Jong geleerd is immers oud gedaan. Alleen was het evenwicht ver te zoeken. In tegenstelling tot 95 procent van haar klasgenootjes kwam Sabine bijvoorbeeld in haar privésituatie nooit in aanraking met de ramadan. Het religieuze verband met een suikerfeest is dan niet alleen voor een ouder ver te zoeken, terwijl Sabine ondertussen zowat de enige in haar kleuterklasje was bij wie sinterklaas thuis wel in haar schoen reed. En kinderen zijn misschien wel kneedbaar, maar niet achterlijk. Door de groepssamenstelling leerde Sabine spelenderwijs dat haar aparte status op school alles te maken had met haar Westerse identiteit. Met andere woorden; Sabine viel op door het stempel van een zogenaamde bevoorrechte kleuter. Hetgeen haar meteen met de morele plicht opzadelde om constant een stapje terug te doen voor haar onderdrukte kansarme mede Nederlandse leeftijdgenootjes. Door deze ongerechtigheid voelde ik mij bijna verplicht om de zogenaamde ‘nationale’ gebruiken, gewoonten en christelijke feestdagen extra in ere te houden. Enkel en alleen voor het oog van de oververtegenwoordigde moslimgemeenschap op Het Kleurenpalet. Zodoende moest ik, het prototype van een Westerse vrouw, aldoor op mijn tellen passen. Na een idealistisch tropenjaar met mijn dochter op een zwarte school was ik als verdwaalde ouder zo ver heen, dat elke andere basisschool beter leek. Zelfs de omhooggevallen Wielewaal die ik het schooljaar daarvoor nog had afgewezen voor de illusie van de vanzelfsprekende culturenfusie op een internationale school. Na deze ontgoocheling was mijn kritische vermogen tijdelijk uitgeput. Slechter kon het niet worden. Zolang de voertaal tussen de kinderen en de ouders onderling maar niet langer het arabischcadabrisch van de internationale pluraliteit op Het Kleurenpalet was, hoorde je mij niet klagen.’

Thea had haar laatste punt amper uitgesproken of directeur Yang had zijn reactie klaar.

‘Dat is jouw perceptie’, benadrukte hij belerend en met een zuinig mondje.

Deze spreekwoordelijke tik op de vingers had ze kunnen verwachten. Yin en Yang mochten dan misschien redelijk vooruitstrevend zijn in vergelijking met de meeste vakgenoten, maar zelfs baanbrekende mensen ontkomen in het taaie onderwijs niet aan een zekere mate van beroepsdeformatie. Helemaal niet in de startpositie van Yin en Yang. Dus aan het begin van de implementatie van een verbeterplan op De Wielewaal. Innovatie in de heterogene onderwijswereld schreeuwt namelijk om compromissen. Schikkingen die zo verstikkend verpakt zijn in het waanidee van de heilzame meeste stemmen die gelden dat de minderheid ten langen lesten wel  moet zwichten voor het algemeen belang. De kuddegeest heeft tenslotte het meeste kans van slagen op de weg van de minste weerstand. Dat snapte zelfs tirannieke Thea. Ook was het niet zo moeilijk te begrijpen dat politieke correctheid een logisch gevolg is van de gulden middenweg. Elke controverse leidt maar af van het ideaal. De thuisbasis van de conformerende directeur Yang was dan ook een school in een dure wijk met kinderen van hoogopgeleide ouders die de heersende sociale pedanterie met de paplepel ingegoten krijgen. Heel anders dan de dolende directeur Yin die landelijke bekendheid had verworven met het integratiebeleid op ‘De Vleugels’. De Vleugels was in een andere stimuleringswijk dan Het Kleurenpalet gevestigd, maar stond voor de komst van directeur Yin eveneens laag aangeschreven als een zwarte basisschool. Onder leiding van directeur Yin had men op ‘De Vleugels’ de witte vlucht van ouders met hun kinderen van de nietige buurtbasisschool naar illustere wijken met hoog aangeschreven onderwijsinstellingen weten te reduceren. Over deze verzoenende aanpak van Yin viel vanalles te bewonderen, lezen, zien en beluisteren in krantenartikelen, nieuwsbrieven, verslagen, interviews, regionale journaals en educatieve voorlichtingsfilmpjes op google. De roem van De Vleugels leek de realiteitszin van directeur Yin nog niet te hebben aangetast, want in tegenstelling tot zijn collega Yang werd hij niet schoolmeesterachtig van de omstreden uitspraken van Thea. Met een korte grimas verried Yin zelfs een lichte irritatie over het vingertje van Yang. Alles is immers perceptie. Perceptie is juist politiek. Correct of niet.

Gepikeerd richtte Thea zich specifiek tot Directeur Yang. Ze voer uit:

‘Natuurlijk ventileer ik mijn persoonlijke waarneming en niet de perceptie van een ander! Ik zit hier voor mijn kinderen en niet namens de hele goegemeente. Als het aan mijn man Bart en mij had gelegen dan waren we met Walter en Sabine allang naar een andere basisschool gegaan. Dat zou dan voor de tweede keer zijn. Niet dat de overstap van Het Kleurenpalet naar De Wielewaal 6 jaar geleden zo soepeltjes verlopen is of dat de wisseling van basisscholen ons zoveel soelaas heeft geboden, maar zoals Ramses en Liselore vroeger al zo treffend zongen:

‘Het gras zal altijd groener zijn aan de andere kant van de heuvels.’

Bart en ik hebben dus maar besloten om met onze kinderen op De Wielewaal te blijven. Sabine zit in haar laatste basisschooljaar en Walter zit in groep 7. Het zou te ver voeren om nou nog de hele boel om te gooien. Toch heeft het niet veel gescheeld.’

Yin en Yang maakten geen verraste indruk. Ze waren eerder opgelucht alsof met het definitieve besluit van Bart en Thea om met hun kinderen toch op De Wielewaal te blijven de vloek van de leegloop over de getroffen basisschool was bezworen, hetgeen al vast één kopzorg minder was. Het leek wel alsof beide troubleshooters reageerden met voorkennis over de overspannen toestand waarin Bart voor de zomervakantie het gesprek met Willy Bakbruin, Jeewee, Siepie en Thea in de directiekamer had verlaten met begeleiding van de uitroep:

‘Ok, dat was de druppel! We gaan naar een andere school!’

Misschien hadden Yin en Yang als gevolg van dit noodsein van Bart wel van Rinus Hardleers – de directeur van de onderwijsstichting die Thea kende uit eerder telefonisch contact – de opdracht gekregen om de ouders van Sabine en Walter tot bedaren te brengen. De uittocht van kinderen van ontevreden ouders op De Wielewaal begon zo langzamerhand op te vallen bij de buitenwacht en als Bart en Thea nou ook nog besloten om met hun 2 kinderen de benen te nemen, dan zou de pers onderhand weleens lucht van de wantoestanden op de roemruchte basisschool kunnen krijgen. Te meer daar Thea ooit in een mailtje aan Willy Bakbruin gedreigd had om met de redactie van de regionale krant of het Hart van Nederland te bellen en om op facebook van uitwassen te getuigen. Niet netjes van tirannieke Thea, maar op een getergd mens valt nou een maal geen peil te trekken. Tel daarbij op dat Yin en Yang zo aan het begin van het verbetertraject van De Wielewaal, nou niet echt op negatieve publiciteit in de vorm van oude koeien uit de sloot van Willy Bakbruin zaten te wachten en de oplossing liet zich raden. Voor het te laat was moesten Bart en Thea dus maar zo goed en zo kwaad als het mogelijk was tot inkeer worden gebracht. Wisten Rinus Hardleers en Yin en Yang veel dat Bart wel vaker blufte om zijn kwetsbaarheid te overstemmen. Nog altijd beter dan dreigen of fysiek geweld uitoefenen met een passer vond Thea dan maar. Bovendien had Bart gelijk. De schooltrol alias juffrouw Siepie de saimiri met haar voorkeursbeleid en foute pré-adviezen was ook de druppel geweest die de emmer had doen overlopen.

Directeur Yin zat Thea aan te kijken alsof haar uitingen een openbaring voor hem waren. Nadat ze haar punt gemaakt had, nam Yin even de tijd om uit een soort trance te komen. Hij schudde zijn naakte hoofd teneinde de input sneller te laten bezinken. Tijdens dat proces viel het Thea op dat Yin eenzelfde soort oorknopje droeg in zijn rechteroorlel als Bink. Bovendien was hij net zo kaalhoofdig als de voormalige overbuurman van Thea. Wie weet was Yin ook gay? Lekker relevant. Maar die oorbel stond in schril contrast met zijn kleding. Yin had zich verkleed als een typische kantoorklerk: een kraak helder wit overhemd; een grijs gemêleerde pantalon met strijkplooi en bruin lederen monks. Een neutrale outfit. Aldus geschikt voor een oud directeur van een zwarte school in een verdeelde achterstandswijk door uiteenlopende culturen. De veilige kledingkeuze van Yin kwam nog niet in de buurt van een typische homo-uitdossing. Tenminste in vergelijking met de gladde stijl van Bink. Die ene kleine oorbel zou dan weleens een subtiel teken van verzet kunnen zijn. Stil protest. Een goed verstaander heeft immers maar een half woord nodig.  In het geheim gaf directeur Yin ongegeneerd toe aan de aard van het beestje. Hij had hoe dan ook gelijk, want een homoseksueel kon op van oorsprong katholieke scholen met grotendeels islamitische leerlingen - zoals De Vleugels en Het Kleurenpalet – sowieso maar beter niet openlijk zichzelf zijn. Het merendeel van de moslims is homofobisch op het hysterische af. Alsof een homoseksuele geaardheid besmettelijk is. De verboden liefde van Melvin voor de islamitische Aadam was daar het jammerlijke bewijs van. Alhoewel De Wielewaal nou ook niet bepaald de plek was om uit de kast te komen. Vandaar die vermomming in een kantoorklerk van de eventuele homo Yin natuurlijk. Er is een verschil tussen verdraagzaamheid prediken en tolerantie uitstralen. Enfin, homofiel of niet, directeur Yin had nog vragen te over:   

‘Waarom heeft het niet veel gescheeld of dat jullie naar een andere basisschool waren getogen?’

Thea had overal een antwoord op:

‘Dat had te maken met het belachelijk lage pré-advies dat Sabine vorig jaar aan het eind van groep 7 van juffrouw Siepie heeft ontvangen. Volgens juffrouw Siepie paste een vmbokader pré-advies het beste bij Sabine. Later kwamen mijn man – Bart – en ik erachter dat dit pré-advies niet op het leerlingenvolgsysteem gebaseerd was, zoals het hoort, maar enkel en alleen op de uitslag van de entreetoets. Anders gezegd; er is bij de totstandkoming van het pré-advies niet logischerwijs gekeken naar de leerontwikkeling van Sabine door haar jaren op De Wielewaal heen. Het enige dat telde was de uitkomst van de overgangstoets aan het eind van groep 7. Toen deze nalatigheid bij ons bekend werd, snapten mijn man en ik ook meteen het lage préadvies voor onze dochter dat totaal niet bij haar capaciteiten en potentie aansluit. Tijdens het maken van de cruciale toets aan het eind van groep 7, werd Sabine namelijk voor het eerst in haar leven ongesteld. Ook nadat deze ongelukkige samenloop van omstandigheden Willy Bakbruin, Jan-Willem en Siepie ter ore kwam tijdens een gesprek met mijn man Bart en mij, bleef het drietal onverbiddelijk vasthouden aan het vmbokader pré-advies. Eerder uit loyaliteit met Siepie dan uit piëteit met Sabine, hadden Bart en ik het idee. Bart is zelfs nog kwaad weggelopen aan het begin van de betreffende bijeenkomst en heeft mij achtergelaten in deze directiekamer, omdat hij van Willy Bakbruin geen aanmerkingen op mevrouw Siepie mocht hebben die ondertussen heel bitcherig met haar ogen zat te draaien. De grove onderschatting van leerlinge Sabine in de vorm van het foutieve pré-advies kwam helemaal niet ter sprake. Geen wonder dus dat Bart het illustere drietal nog luidkeels dreigde met een vlucht naar een andere basisschool voordat hij, tot het uiterste gedreven, de deur van de directiekamer achter zich dicht smeet. Achteraf hebben we dus toch besloten om dat niet te doen.’

‘Omdat?’, vroeg directeur Yang nog steeds op zijn hoede.

Thea ging er eens goed voor zitten en telde de argumenten op haar vingers na:

‘Ten eerste was Willy Bakbruin op het moment van het foutieve pré-advies van Sabine al ontslagen en hadden Bart en ik van Rinus Hardleers van de onderwijsstichting de verzekering gekregen dat zij na de grote zomervakantie vervangen zou worden door 2 vakkundige brandblussers.’

Directeur Yang trok een vies gezicht, hetgeen meteen zijn relatie tot Rinus Hardleers verried. Het was directeur Yin eveneens min of meer aan te zien dat hij vond dat de baas van de onderwijsstichting niet zo hoog van de toren moest blazen, maar hij vermande zich sneller dan Yang.

‘Ga door’, commandeerde hij.

‘Ten tweede mogen Bart en ik dan wel moeite hebben met het onderwijsteam en de ouders van De Wielewaal, maar onze kinderen – Sabine en Walter – zijn van top tot teen vergroeid met de wantoestanden op hun school. Zij voelen zich helemaal op hun gemakkie in de klas met hun vriendjes en vriendinnetjes. Dus waarom zouden we ze uit hun vertrouwde omgeving halen? Wie garandeert ons dat de volgende school niet net zo erg is als De Wielewaal? En zo niet dan nog hebben Sabine en Walter aan het eind van hun basisschoolloopbaan niet meer genoeg tijd om opnieuw hechte kindervriendschappen te sluiten.’

‘Daar zit wat in’, gaf directeur Yang toe.

‘Maak nieuwe vrienden, maar behoud de oude. De nieuwe zijn zilveren; de ouden zijn gouden’, dichtte Thea.

‘Schud je dat nou zomaar uit je mouw?’

Directeur Yang was dieper onder de indruk dan zijn bedoeling was.

‘Welnee joh, het is een versje uit een poesiealbum’, lachte Thea.

‘Tegenwoordig heb je geen poesiealbums meer, maar vriendenboekjes’, mijmerde Yang.

‘Een poesiealbum is een meisjesdingetje. Dan is een allemans vriendenboekje in ieder geval gender neutraler.’

‘Da’s waar’, vond directeur Yang die zich maar niet langer tegen Thea verzette.

Directeur Yin zag de verzoening met lede ogen aan. Heimelijk had hij Thea in de loop van de conversatie voor zichzelf gereserveerd. Ze bewees een bruikbare bron van interne  informatie over het wel en wee op De Wielewaal te zijn. Hoe meer kennis, hoe beter het publieke belang op De Wielewaal gediend was. In dat licht moest Yang zich niet te veel met ouders – het werkgebied van directeur Yin -  bezig houden. De expertise van directeur Yang was hoognodig op het terrein van het personeelsbeleid. Als Yin de verhalen van Thea zo beluisterde dan ging zijn zeer gewaardeerde collega Yang in de toekomst nog een flinke kluif aan de hervorming van het docententeam op De Wielewaal hebben.

‘Waren dat de enige 2 redenen om op De Wielewaal te blijven met de kinderen?’, drong Yin dan ook aan.

‘Nee, nee’, haastte Thea zich weer bij de les:

‘De derde en laatste reden waarom wij toch maar hier zijn gebleven heeft te maken met de vooruitgang die Sabine na het foutieve pré-advies heeft weten te boeken. Vooruitgang in het maken van citotoetsen welteverstaan. Niet in haar leervermogen. Potentie heb je of dat heb je niet, volgens mij. Daar kun je niet voor oefenen. Maar je kunt wel citotrainen. Figuurlijk omdat oefenen kunst baart en letterlijk door citotrainers van het internet te downloaden en ze vervolgens gewoon te gaan maken. Iedere dag een uur. Niet al vanaf de peuterschool, zoals veel klasgenootjes van Sabine, maar vanaf het foutieve pré-advies nu bijna 4 maanden! Binnen 2 weken zat Sabine op de topscore en daar is ze sindsdien niet meer van afgeweken. In het echie zou zo’n cito-uitslag haar een vwo-advies opleveren. Op elke basisschool. Ook op De Wielewaal. Dus juffrouw Siepie en haar gevolg kan wat ons betreft het heen en weer krijgen. Wel hebben we Sabine op het hart gedrukt dat ze naar ons moest komen zodra ze in groep 8 last zou krijgen van juffrouw Siepie. Ik zou dan vervolgens contact op kunnen nemen met Rinus Hardleers van de onderwijsstichting.’

Met een diepe fronsrimpel tussen zijn wenkbrauwen onderbrak directeur Yin het relaas van Thea:

‘Kun je niet beter eerst met meester Jan-Willem praten of met mij zodra Sabine ergens mee zit?’

‘Jawel, dat zou ik ook liever doen, maar Rinus Hardleers bood mij tijdens een telefoongesprek van voor de zomervakantie een vluchtstrook in de vorm van een directe hulplijn naar hem voor het geval Sabine in groep 8 nog eens op zou lopen tegen de onkunde van juffrouw Siepie. Ik wist toen nog niet van jouw bestaan af en Jan-Willem had ik al eens eerder tevergeefs om steun gevraagd via een mailtje. Meester Jan-Willem heeft nooit meer op mijn hulpkreet namens Sabine gereageerd. Dus op hem kan ik ook niet rekenen. Maar dankzij jullie is de valkuil van juffrouw Siepie sinds gisterenavond van de baan. Daarom was ik tijdens de ouderavond ook zo openlijk euforisch over het besluit om alleen Jan-Willem zeggenschap over groep 8 te geven. Op die manier weten Bart en ik tenminste zeker dat het zelfvertrouwen van Sabine niet weer op losse schroeven komt te staan.’

‘Dus jij hebt Jan-Willem om hulp gevraagd en daar heeft hij niet op gereageerd?’, recapituleerde directeur Yin gealarmeerd.

‘Nope’.

Met dit kleine woordje liet Thea duidelijk blijken dat de werkwijze van Jeewee op De Wielewaal de gewoonste zaak van de wereld was.

‘Waarom niet?’

‘Hij zal wel niet gemogen hebben van Willy Bakbruin. En Jeewee doet nooit iets wat niet mag. Tenminste niet onverholen.’

‘En wie wordt ook alweer onzeker van werkwijze van juffrouw Siepie? Sabine? Of misschien toch mama?’

Dat was directeur Yang natuurlijk weer met zijn suggestieve vragen. Thea besloot om recht door zee te gaan.

‘Ik word best wel onzeker als ik genegeerd word ja. Zeker als ik iemand op de man af om hulp vraag en een antwoord uitblijft. Maar dat ben ik. Sabine wordt niet genegeerd door meester Jan-Willem. Wel door juffrouw Siepie. In de afgelopen tijd in groep 7 een schooljaar lang.’

‘Zou het kunnen dat juffrouw Siepie een hekel aan Sabine heeft?’

De gedachtegang van directeur Yang was zo doorzichtig dat Thea zich afvroeg of het wel zin had om tegen zijn vooroordelen in te gaan. Maar ze zat nou toch aan de vergadertafel.

‘Nee, dat denk ik niet. Juffrouw Siepie heeft hopelijk aan geen enkel kind uit de plofgroep een hekel. Anders zou ik als ik haar was toch over een ander beroep gaan nadenken.’

Omzichtig probeerde directeur Yang om de zienswijze van Thea te ontzenuwen.

‘Als juffrouw Siepie volgens jou geen hekel aan Sabine heeft, wat doet zij dan in jouw ogen zo verkeerd?’

‘Alles. Ze zet bijvoorbeeld een viertal kinderen op een voetstuk. Haar bolleboosjes. En omdat juffrouw Siepie naast een schoolklas ook nog een plusgroep leidt, is zij de enige op De Wielewaal die kan bepalen welke kinderen voor het bolleboosschap in aanmerking komen en wie niet. Sabine niet dus. Waarom niet? Omdat de tronie van de moeder van Sabine – mijn smoel dus – haar niet aanstaat. Dus moet Sabine het ontgelden. Samen met nog een grote groep andere potentiele vmbokader kandidaatjes met verkeerde papa’s en mama’s overigens. Daar niet van. Ik denk heus niet dat ik een uitzondering ben.’

‘Dus jij zou ook wel willen dat Sabine in de plusgroep zat?’

Directeur Yang dacht echt dat hij op het juiste spoor zat.

‘Ach nee, niet per sé. Niet met Siepie aan de leiding in ieder geval’, antwoordde Thea geduldig, omdat ze ook wel snapte dat collegialiteit in het onderwijs meer rendement oogstte dan ouderondersteuning.

‘Maar hoe wordt Sabine dan door Siepie onzeker gemaakt. Geef eens een concreet voorbeeld?’, drong directeur Yin leergierig aan.

‘Nou, Sabine denkt bijvoorbeeld dat ze te dom is om Het Achterhuis van Anne Frank te lezen, omdat juffrouw Siepie zo gewichtig doet over het dagboek. Juffrouw Siepie kweekt tegenzin bij mijn dochter en ze zet kwaad bloed jegens de vermeende wonderkinderen die het Dagboek van Anne Frank wel gelezen zeggen te hebben. Alsof het een huzarenstukje is. Voor een domoor als Sabine geen beginnen aan bij wijze van spreken. Dat geldt ook voor het volgen van de soapserie ‘Goede Tijden, Slechte Tijden.’ Wij kijken thuis niet naar GTST. Sabine dus ook niet. Maar het merendeel van de klas wel met juffrouw Siepie voorop. De juffrouw van de plofgroep van vorig jaar en de plusklas kijkt zelfs bij voorkeur naar GTST tijdens het nakijken van proefwerken en de entreetoets. Dat verzin ik niet, dat heeft juffrouw Siepie zelf in de klas verteld. En misschien is dat gek, maar Sabine werd onzeker van dat aanhoudende gezeur in groep 7 over een soap die zij alleen kent van logeerpartijtjes bij klasgenootjes. Vandaar dat zij en ik een poosje ons best hebben gedaan om ons GTST ook eigen te maken. Wat een baggerserie is dat! Na drie dagen hield Sabine haar pogingen om hoogbegaafd te zijn voor gezien. Dan maar dom in de ogen van juffrouw Siepie en haar hofhouding.’

Krampachtig en schuddebuikend kwam directeur Yang overeind uit zijn stoel. Het lukte hem niet om zijn lachstuipen te bedwingen en met een verwrongen blik tuurde hij steels naar directeur Yin. Tegen het eind van de verslaggeving van Thea waren de beide heren kennelijk onderling onuitgesproken tot overeenstemming gekomen dat de klus van directeur Yang erop zat. Hij wist genoeg en aangezien hij nu ook nog werd overvallen door een nauwelijks in te houden slappe lach, kon hij zich uit goed fatsoen sowieso maar beter terugtrekken uit de directiekamer van De Wielewaal. Bij wijze van afscheidsgroet tikte directeur Yin geamuseerd met zijn wijsvinger tegen zijn kale hoofd. Met een fonkeling in de ogen richtte hij zich vervolgens weer tot Thea die zich opgelaten voelde. Het sprak voor het inlevingsvermogen van Yin dat hij meteen inspeelde op haar onbehagen:

‘Wat wil je dat ik doe?’

Geprikkeld dreef Thea haar ongenoegen op de spits:

‘Ik zou het nou eens fijn vinden dat de ouders van Boris ook eens aangesproken zouden worden op de daden van hun zoon voordat ik weer op het matje geroepen wordt voor iets dat Walter gedaan heeft. Bijvoorbeeld Boris laten struikelen. Die klacht gaat er komen. Daar durf ik mijn maandsalaris over te verwedden. Ik probeer de opperouders nu eens voor te zijn. Boris mag dan zijn Asperger als excuus hebben voor zijn losgeslagen agressie, maar er is ook een reden waarom Walter per ongeluk expres zijn voet uitstak toen de agressor van de aanslag op zijn zusje toevallig passeerde en niet uitkeek waar hij liep.’

‘En wil je dan ook dat Boris zijn verontschuldigingen aan Sabine aanbiedt?’

Strijdlustig pendelde directeur Yin met zijn pen boven zijn notitieblok in afwachting van nog meer vast te leggen actiepunten.

‘Ik denk niet dat Sabine daarop zit te wachten’, antwoordde Thea afkerig namens haar gedupeerde dochter.

Resoluut wierp directeur Yin de pendel uit zijn rechterhand en hakte voor Thea en zichzelf de knoop door:

‘Ik ben het met je eens dat Boris zijn verantwoordelijkheid moet nemen en dat zijn ouders op de hoogte moeten worden gesteld van de stomp in de maag van Sabine. Ik vind dat dit een taak voor meester Jan-Willem is, aangezien hij in het lokaal aanwezig was toen Boris toesloeg. Ook vind ik dat meester Jan-Willem een gesprekje met Sabine en Boris samen moet aangegaan teneinde het één en ander duidelijk te krijgen.’

‘Nou, dat zou mooi zijn’, vond Thea, die het eerst allemaal nog moest zien gebeuren voordat ze bereid was om te geloven in de goede bedoelingen van directeur Yin.

Yin en Yang hadden nog maar één kant van het verhaal beluisterd. Wie gaf Thea de garantie dat zij zich ten langen lesten niet ook door de schooltrol, de vele opperouders en hun aanhanger Jeewee zouden laten ringeloren? Thea vreesde dat het een kwestie van tijd zou zijn voordat het welwillende interim duo overstag was voor de mooipraterij van de tegenpartij. Waarom zou iemand haar mening überhaupt serieus nemen? Op een enkeling – Bart dus – na, was nog niemand Thea ooit zomaar tegemoet gekomen.

‘Je vergeet dat jij een enorme bijdrage levert aan het oplossen van de crisis op De Wielewaal. Want dat er een crisis heerst in het basisonderwijs van onze kinderen dat mag nou toch wel duidelijk zijn’, legde Bart naderhand uit.

‘In welke zin lever ik een bijdrage?’, vroeg Thea verbaasd.

‘Je verstrekt informatie. Je openbaart waardevolle bestanddelen van de mislukking. Calamiteiten die de beide directeuren anders nooit te horen zouden krijgen. Niet van de kant van de opperouders, omdat zij vanuit een heel ander perspectief dan jij redeneren en ook niet uit het kamp van het docententeam daar zij aan de verkeerde zijde van het spectrum opereren. Snap je?’

‘Dus ik ben een klokkenluidster tegen wil en dank?’

‘Probeer er zoveel mogelijk je voordeel mee te doen, zolang het nog kan, zou ik zeggen’, drukte Bart zijn vrouw met klem op het hart.

Alsof Thea dat niet zelf had kunnen bedenken. Haar focus lag van het begin van de onderhandelingen met Yin en Yang aan – al dan niet onbewust – op haar eigen belang en dus op winst voor haar kinderen. De kans om van de gelegenheid gebruik te maken door het onderste uit de kan te halen, tijdens een onderonsje met directeur Yin, in het staartje van de samenspraak, liet Thea dan ook echt niet onbenut. Gelukkig was directeur Yin nog niet helemaal uitgepraat.

‘Is er nog iets dat je dwars zit?’, vroeg hij aarzelend uit angst dat hij toch te hard van stapel liep.

‘Let bygones be bygones’, blufte Thea, omdat ze ook wel snapte dat directeur Yin geen psychiater of biechtvader was.

Yin kromp ineen. Hij wilde het verleden van De Wielewaal juist niet laten rusten en protesteerde zwakjes:

‘Van fouten kun je leren’.

‘Ja maar fouten van anderen bieden op De Wielewaal nooit garantie voor verbetering in de toekomst’, knipoogde Thea.

‘Misschien kunnen wij vanaf vandaag beginnen om een verbeterde draai te zoeken voor deze negatieve spiraal?’, opperde Yin ernstig.

Hij sprak bewust geen geitenwollensokkentaal, maar stoere woorden. Zijn geretoucheerde idealisme vertederde Thea.

‘Hoe dan?’, vroeg ze half overstag.

‘We moeten elkaar leren vertrouwen. En ik weet wel; Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Maar jij en ik kunnen vast beginnen met lopen toch?’’

‘Waar lopen we naar toe?’, lachte Thea uitnodigend.

‘Naar de uitgang’, haastte Yin zich ineens na een steelse blik op de klok.

 

HOOFDSTUK 45

Vanaf het eerste uur lieten Yin en Yang dagelijks hun neus zien op het schoolplein. ’s Ochtends voor aanvang van de lessen. De laatste loodjes van die lessen droeg Sabine in haar achtste basisschooljaar en Walter ging naar groep 7, terwijl de heren directeuren voor de ingang aan de achterzijde van De Wielewaal gebroederlijk naast elkaar de dag inluidden en geen goedemorgen oversloegen. De geëtaleerde aanspreekbaarheid werd echter niet beloond met het beoogde resultaat in de vorm van een vlotte babbel van ouders en verzorgers. Zelfs de oude en vertrouwde Tarik de conciërge, die zich regelmatig bij het tweetal op het speelplein voegde, wist het ijs niet te breken. Thea hoopte maar dat de heren zich niet lieten ontmoedigen door de geveinsde ontoegankelijkheid van de opperouders. Hierdoor zou misschien de schijn gewekt kunnen worden dat de ex-directrice Willy Bakbruin communicatief veel sterker was geweest dan haar opvolgers. Willy Bakbruin had zichzelf in het verleden immers zo vaak op de borst geklopt vanwege haar vermeende leuke contact met de ouders van de kinderen van De Wielewaal, dat een onoplettende voorbijganger haar bijna zou geloven. Het tegendeel was waar. Wegens haar tere ego was Willy Bakbruin juist manipuleerbaar, terwijl Yin en Yang een onverzettelijkheid uitstraalden die de opperouders onzeker maakten. Toch zou het een kwestie van aftasten worden voordat de opperouders weer zouden toeslaan. Ondanks hun verzwakte positie na het vertrek van Willy Bakbruin en de komst van Yin en Yang. Ongevoelig als de opperouders waren voor de belofte van open communicatie, streefden ze alleen voor de schone schijn naar een eerlijke interactie tussen ouders, leerkrachten en kinderen onderling. In werkelijkheid was het ze om zeggenschap te doen. Niet alleen over de eigen kroost, maar ook over; de kinderen van anderen, het schoolbeleid en het docententeam. Kortom de opperouders dongen onvermoeid verder naar de totale macht op De Wielewaal. Zij waren slim genoeg om hun honger naar overwicht niet publiekelijk, tijdens gesprekken met Yin en Yang op het speelplein, te openbaren. De opperouders opereerden in de regel door te intrigeren via de achterdeurtjes van Jade, de interne coördinatrice, en/of Siepie de schooltrol. Of ze dreven hun zin door met dolksteken in de rug. In overdrachtelijke zin bijvoorbeeld met anonieme, fantasie klachten naar Rinus Hardleers van de onderwijsstichting, waarmee de oplossing van de problemen op De Wielewaal per ongeluk, expres weer langzaam maar zeker dreigde te versplinteren in duizend en één vormen van symptoombestrijding.

Maar zo ver was het gelukkig nog niet en de eerste weken van het schooljaar met de nieuwe interim directeuren Yin en Yang kabbelden voort op een harmonieuze wijze die voorheen ongekend was op De Wielewaal. Yin en Yang waren nog door geen enkele opperouder uit hun evenwicht gehaald. Niemand voelde zich dan ook gepasseerd, achtergesteld of tekort gedaan. Wellicht omdat er onder het regime van Yin en Yang – in tegenstelling tot in de jaren van Willy Bakbruin - geen ouders – al dan niet opzettelijk – tegen elkaar opgezet werden?  En ook niet onbelangrijk; de nieuwe recht toe recht aan mentaliteit van Yin en Yang mistte haar uitwerking op de kinderen van De Wielewaal, die toch onderling tot elkaar veroordeeld waren, niet. De druk die de kroost van de opperouders normaliter voelden om ieder ander kind te overtroeven, leek door het prille nononsense beleid op De Wielewaal verleden tijd. Alleen het docententeam liep op spreekwoordelijke eieren door het nieuwe bewind van Yin en Yang.

De directe aanleiding hiertoe was juffrouw Rita. Juffrouw Rita was de muziekjuf van Sabine en de oorspronkelijke parttime helft van het docentenduo van groep 7 van Walter. Juffrouw Rita was namelijk zonder pardon door Yin en Yang overgeplaatst naar een basisschool aan het andere eind van de stad. Juffrouw Rita was dus niet benoemd tot nieuwe directrice van De Wielewaal. Integendeel, terwijl   juffrouw Rita wel stiekem gehoopt had op een benoeming tot directrice van De Wielewaal. Tenminste dat had ze Thea te kennen gegeven tijdens een eerder vertrouwelijk momentje in de toiletruimte van De Wielewaal. In plaats van gepromoveerd werd juffrouw Rita nu dus pardoes afgeserveerd.

Dat leek toch nergens op, want als één van de meest competente en ervaren onderwijzeressen van De Wielewaal zich al moest schikken naar de wensen van Yin en Yang, dan kon de rest van de brigade het wel schudden. Want tel de beslissing om juffrouw Siepie en Jeewee in groep 8 uit elkaar te halen op bij het afdanken van juffrouw Rita en met de onvoorspelbare uitkomst was het hek dan toch overduidelijk van de dam? Geen onderwijzeres of onderwijzer op De Wielewaal had op die manier immers nog enige zeggenschap en controle over haar of zijn loopbaan in het basisonderwijs?

De aftocht van juffrouw Rita uit groep 7 van De Wielewaal werd niet vermeld in een mailtje, zoals gewoonlijk, maar meegedeeld in een ouderwetse brief. In de middagpauze overhandigde Walter de dicht geplakte envelop bijna plechtig aan zijn moeder en bleef bij de schooluitgang nieuwsgierig staan wachten op de bekendmaking van de inhoud.

‘Stap eerst eens in’, gebood Thea, terwijl ze naar het autoportier van de achterin knikte en zichzelf op de voorgrond achter het stuur van de Renault wurmde.

Pas toen ze goed en wel zat opende ze de envelop. De getypte tekst van de brief las ze meteen hardop voor:

Beste ouders en verzorgers van de kinderen van groep 7 van De Wielewaal.

‘Per direct zal Viktor de Held op De Wielewaal de nieuwe meester worden van groep 7. Rita van Hees heeft een bestemming gevonden als parttime juf in groep 6 van basisschool De Opkikker.

Meester Viktor zal vijf schooldagen in de week – dus voltijds – in groep 7 lesgeven. Wij vinden het belangrijk dat kinderen in de bovenbouw van het primaire onderwijs zich te allen tijde kunnen richten tot één vast aanspreekpunt. Daarom ook zal meester Jan Willem voortaan in groep 8 het heft volledig in handen nemen, zoals u wellicht al ter oren is gekomen.

Met vriendelijke groet,

De interim directie.

Thea richtte zich over haar schouder naar Walter op de achterbank.

‘Je krijgt vanaf vandaag alleen nog maar meester Viktor’.

‘Oh, wauw, is dat nou de onthulling van het grote geheim?’, gaapte hij.

Precies op dat moment rukte Sabine van buitenaf een portier van de auto open:

‘Welk geheim?’, vroeg ze meteen.

‘Juffrouw Rita gaat weg’, antwoordde Walter onaangedaan.

‘Dat is geen geheim’, wist Sabine, terwijl ze zich naast Walter op de achterbank installeerde.

‘Hoezo niet? Ik wist van niks!’

Thea startte de auto.

‘Ze blijft wel de schoolband doen hoor’, suste Sabine.

‘Waarom heb je dat niet eerder aan me laten weten? Je weet toch dat je alle roddels direct aan mij moet doorvertellen?’, pruttelde Thea bekocht.

‘Ja, ik wist toch niet dat dit een roddel was!’

Sabine klonk oprecht.

‘Wat vind je ervan?’

‘Wie ik?’

‘Nee, Walter?’

‘Waarvan?’, vroeg Walter afgeleid.

‘Dat juffrouw Rita weggaat, loser!’, viel de prépuber Sabine onnodig fel uit.

‘Waarom ben ik nou weer een loser?’

‘Wat vind je ervan dat juffrouw Rita uit groep 7 weggaat?’, probeerde Thea nogmaals.

Ze had zich deze keer specifiek tot Walter gericht. Vruchteloos, omdat ze overstemd werd door het lawaai van de ruziënde broer en zus. Daar was geen gedachtewisseling over het vertrek van een onderwijzeres tegen opgewassen en dus besteedde Thea geen aandacht meer aan juffrouw Rita.

Totdat Thea haar weken later bij de Aldi tegen het lijf liep. In eerste instantie dook juffrouw Rita weg achter een stapel pootaarde op de non-food afdeling, maar vanwege de drukte kon Thea haar toch niet uitwijken. Ze moest juffrouw Rita wel passeren of ze wilde of niet. De Aldi is niet groot genoeg om je verdekt op te stellen. Alleen ‘hey, hallo’, was wat Thea betreft genoeg geweest, maar bij nader inzien vond juffrouw Rita kennelijk dat de tijd was aangebroken om haar angst recht in de ogen te kijken. En die angst had blijkbaar alles met Thea te maken. Rita kennende niet eens zozeer uit schroom over haar waanvoorstelling ooit tot directrice van De Wielewaal gekozen te worden, maar wel uit schaamte omdat ze Thea ooit deelgenoot had gemaakt van haar dagdromerij. Alsof Thea zoiets pijnlijks zou oprakelen. Maar je moest ze de kost geven; hetgeen Rita wel weer enigszins vrijpleitte.

‘Hoe is het nou met je?’, vroeg Thea.

Rita zag er verpieterd uit. Nou had Rita altijd wel het uiterlijk van een semi rockchick nagestreefd, maar dat is wat anders dan de onverzorgde verschijning waarmee ze op dat moment in de Aldi de indruk gaf intussen heel wat meer aan haar hoofd te hebben dan alleen een schoolband, haar ontslag als parttime juf van groep 7 van De Wielewaal en een fictieve droombaan  uit betere tijden als directrice van een basisschool. Misschien had ze privéproblemen?  Als Thea tijd had gehad dan zou ze ongetwijfeld medelijden hebben getoond. Maar de plicht riep en Thea had boodschappen te doen.

‘Het gaat goed hoor!’, loog Rita op opgewekte toon.

‘Ja, je was ook zomaar ineens vertrokken’, beweerde Thea in het wilde weg, terwijl ze zich een houding probeerde aan te meten door zich zogenaamd te verdiepen in het tuinartikelen aanbod van de non food afdeling van de Aldi.

Ook voor de vorm schikte juffrouw Rita een paar tuinhandschoenen en zei:

‘Ja, in het begin was ik wel boos. Ik voelde me in de steek gelaten. Waarom werd uitgerekend ik weg gestuurd?’

Om diplomatieke redenen moest Thea haar het antwoord op die vraag schuldig blijven. Ze had wel zo haar eigen ideeën over de overplaatsing van juffrouw Rita. Volgens Thea was Rita een uitstekende onderwijzeres. In essentie onpartijdig, boven gemiddeld intelligent en lekker los in de omgang, maar beïnvloedbaar. Zo erg dat ze vorig schooljaar niet bestand was geweest tegen de druk van haar wederhelft in plofklas 7 met Sabine. Ze had zich laten terroriseren door het hoogbegaafdheidssprookje van Siepie de Saimiri – beschermelinge van directrice Willy Bakbruin - en het voorkeursbeleid via de plusgroep. Je zou toch van een coryfee als juffrouw Rita mogen verwachten dat ze in staat was om het klappen van de zweep op De Wielewaal na 20 jaar beter uit te delen dan nieuwkomertje Siepie en diens holmaatje in de verpersoonlijking van invalster juffrouw Lola? Helaas had Rita zich in overspannen toestand weg laten pesten, waarmee ze niet alleen zichzelf, maar ook de complete plofklas 7 tekort had gedaan. Het resultaat was een puinhoop van onkunde en verkeerde voorlopige middelbare schooladviezen, die juffrouw Rita had kunnen voorkomen als ze steviger in haar afgetrapte schoenen had gestaan en wat meer op haar eigen vakkennis had durven vertrouwen. Geen wonder dat Yin en Yang ervoor kozen om juffrouw Rita op een andere basisschool in een minder verantwoordelijke functie weg te zetten. Want als je doet wat je deed, dan krijg je wat je kreeg, en dat was nou juist niet de bedoeling van de troubleshooters.

Juffrouw Rita zocht naar woorden om de stilte die Thea had laten ontstaan te kunnen opvullen.

‘Maar nu gaat het wel.’

‘Nou da’s toch hartstikke mooi dan?’

De betuttelende toon van Thea sloeg op het goede humeur van Rita.

‘Ja, ik ben echt blij met mijn kanjers uit groep 6 van De Opkikker. Ik zit wel op mijn plek aldaar.’

‘Werk je met iemand samen of sta je de hele werkweek alleen voor de klas?’

Niet dat het antwoord Thea bijster interesseerde, maar ze wilde niet onbeleefd zijn.

‘Ik werk met iemand samen. Het is een duobaan net als aanvankelijk ook de bedoeling was met Viktor in groep 7 van De Wielewaal.’

Meesmuilend legde Juffrouw Rita de klemtoon op de duobaan alsof ze heus wel capabel genoeg was om een basisschoolgroep alleen aan te kunnen. Thea voelde geen behoefte tot bevestiging. Welbeschouwd was juffrouw Rita ook nog nooit opzienbarend voor Thea in de bres gesprongen. Andersom was Thea er wel voor Rita geweest toen ze overspannen was en voor de continuïteit van een relatie moet de chemie toch echt van twee kanten blijven komen.

‘Eind goed, al goed’, ontweek Thea het heikele punt dus maar.

Juffrouw Rita liet echter niet los:

‘O, ja. Bevalt Viktor wel in zijn eentje?’

Hoe voorspelbaar kun je zijn?

Thea glimlachte mild en herformuleerde de doorzichtige vraag van Rita.

‘Kan Viktor van De Wielewaal groep 7 wel aan zonder jou aan zijn zijde zul je bedoelen?’

Rita plaatste veelzeggend haar rechter hand in de zij en zakte door haar linker heup.

‘Nou, ik wil niet veel zeggen, maar groep 7 van De Wielewaal is niet de makkelijkste groep met overwegend jongens.’

‘Och, daar ga ik niet over’, schokschouderde Thea naar waarheid.’

Het was tegen dovemansoren en Rita maakte onverstoord haar zin af:

‘… en dan van die schobbejakken. Ze vechten veel. Je moet ze onder de duim weten te houden.‘

‘Misschien dat Yin en Yang daarom voor een meester in plaats van een juffrouw gekozen hebben?’, dacht Thea.

Maar in ruil voor het uitspreken van haar enigszins gekleurde zienswijze, die daarom ook nog eens het gevaar liep om meteen als seksistisch afgedaan te worden, verkoos Thea uit gemakzucht om wederom de verstandigste te zijn:

‘Ach, die jongens zijn al bij elkaar vanaf groep 1. Bij juffrouw Elsje was dat toen nog. Als we meester Gijsbert in groep 3 dan even overslaan, dan werkt de goede invloed van juffrouw Toos in groep 4 en het gezag van het juffenduo Marjolein en Nelleke in het jaar daarop nog door tot op de dag van vandaag. En ten slotte niet te vergeten de kracht van de  disciplinestempel die juffrouw Marijke vorig jaar in groep 6 op het zooitje ongeregeld gedrukt heeft. Reken maar dat ze getemd zijn.’

‘Ja, en dan blaast zo’n olifant in de porseleinkast als meester Viktor dat allemaal van de baan met zijn mannenslurf’, grapte juffrouw Rita zuur.

‘Wat wil je nou dat ik zeg, Rita? Meester Viktor is jong, nieuw, onervaren en ik neem aan dat hij inderdaad een niet cryptische slurf heeft. Al zie ik niet zo snel een verband tussen de zogenaamde slurf van meester Vik en zijn professionaliteit, maar volgens mij redt hij zich prima in groep 7. Ik hoor geen klachten van Walter.’

Dat laatste was niet helemaal waar, maar Thea had nog meer te doen dan het ego van juffrouw Rita op te krikken. Wat schoot ze daar nou nog mee op? De kans was groot dat Thea haar voor de rest van haar leven nooit meer zou spreken en zo juffrouw Rita al ooit iets te zeggen had gehad op De Wielewaal, dan was ze dat beetje aanzien bij de opperouders na haar vertrek naar De Opkikker zeker kwijt.

Omdat juffrouw Rita geen gedachten kon lezen, maar wel vermoedde dat er tegenstand broedde bij Thea, gooide ze haar gebabbel over een andere, ietwat luchtigere, boeg.

‘Ah joh, ik maak ook maar een geintje. Ze zullen hem heus niet voor de leeuwen hebben gegooid?! Maar ik mis jullie wel hoor. Het was toch net een dorpsgemeenschap die ouders en de kinderen van De Wielewaal!? Weet je nog dat we dat liedje voor meester Joep in groep 6  gemaakt hadden?’

‘Breek me de bek niet open’, knarsetandde Thea in pijnlijke herinnering aan het betere jatwerk van hulpmoeder Moira van Kasper uit de klas van Sabine.

Juffrouw Rita gaf geen krimp. Het leek erop dat ze geen idee had waar Thea op doelde. Zou ze echt zo naïef zijn, of deed ze maar alsof? Misschien hield ze zich wel bewust van de domme om erger te voorkomen. Zij had indertijd, in haar hoedanigheid als muziekjuf, het liedje; ‘Kijk eens even naar die leuke klas van Joep, tijdens haar muzieklessen met groep 6, ingestudeerd. De muziek was van K3, maar de tekst was van Thea nota bene. Desondanks probeerde moeder Moira op een afscheidsbarbecue voor meester Joep van De Wielewaal met de eer aan de haal te gaan. Uit eigen beweging mailde moeder Moira vooraf de tekst van ‘Kijk eens even naar die leuke klas van Joep’  op naam van zoonlief Kasper naar alle ouders van de kinderen van de toenmalige groep 6. Het bericht begon en eindigde met de vermelding dat dit het uitverkoren feestlied voor de afscheidsbarbecue van meester Joep zou worden en dat alle papa’s en mama’s de woorden maar goed moesten instuderen op de melodie van het liedje ‘Toveren’ van K3. Zo wist Thea tenminste zeker dat het kinderlied door lallende opperouders verkracht zou worden tijdens het eet- en drinkfestijn op De Wielewaal dat voor grote mensen niks aan was zonder de nodige liters alcohol natuurlijk. Omdat Thea openlijk tegen oppermoeder Moira in opstand kwam, werd ze verbannen uit het feestgedruis. Geen ramp, want hierdoor zag Thea haar kans schoon om de uitvoering van ‘Kijk eens even naar die leuke klas van Joep’ naar ‘de dag daarna’ en het klaslokaal van groep 6 te verplaatsen. De kinderzang zou onder schooltijd - en onder leiding van dirigente Sabine -  in het allerlaatste uurtje voor de zomervakantie klinken. Dus niet de avond ervoor op de afscheidsbarbecue voor meester Joep onder leiding van oppermoeder Moira.

Balen voor de opperouders. Al helemaal omdat bij de kinderzang van het afscheidslied ‘Kijk eens even naar die leuke klas van Joep’ in het lokaal van groep 6 geen volwassenen waren toegestaan. Waarom niet wist niemand behalve Thea, maar zij werd niet gevraagd. Meester Joep was de enige die wel toegang had tot zijn eigen afscheidsfeestje in het lokaal van groep 6. Vooral omdat meester Joep eigenlijk nimmer kind af was geweest en nooit echt groot geworden was. Het resultaat van Thea’s strakke actie was een daverend succes. Groep 6 glom van trots op de eigen prestatie en meester Joep was overdonderd. Gegrepen als hij was door de oprechtheid van de kinderzang. En hij was ook van zijn stuk gebracht door de intimiteit van het sluitstuk op zich. Dit kinderinitiatief overtrof in alles die veelbesproken verassing waarover hij in de wandelgangen genoeg roddels en hints van boze opperouders had meegekregen en waarover hij vooringenomen schandalig partijdig was geweest. Zeker gezien zijn positie als beginnend onderwijzer. Voor straf gaf Thea hem voor de poort van het speelplein van De Wielewaal, in het blikveld van de vijand, bij wijze van kers op de taart een afscheidszoen vol op de mond.

Zonder hulp van juffrouw Rita had deze openbare loochening van de opperouders door Thea – en het solo optreden van Sabine als dirigente niet te vergeten – nooit doorgang kunnen vinden. Hierover hadden  Thea en juffrouw Rita vreemd genoeg vantevoren nooit afspraken gemaakt. Ook was er achteraf bezien apert geen sprake geweest van een goed verstaander en maar een half woord. Toen de populariteit van Thea na deze krachttoer bij de opperouders namelijk onvermijdelijk een dieptepunt bereikte, wist juffrouw Rita weer eens officieel van niks en kwam volgens eigen overtuiging van nergens.

Ook nu hield juffrouw Rita zich keurig op de vlakte en verplaatste het gespreksonderwerp naar neutraal gebied. Dacht ze.

‘Ik heb gehoord dat Joep terug is van zijn wereldreis.’

‘Zijn wereldreis naar IJsland, ja’, hoonde Thea.

‘Komt hij nou weer terug op De Wielewaal?’

De teneur van de vraag was doorspekt van jaloezie.

‘Ja hoor eens, dat weet ik toch niet. Ik ben maar een ouder’, viel Thea onnodig fel uit.

Van de weersomstuit kruiste juffrouw Rita  beschermend haar onderarmen ter hoogte van haar borsten ineen. Maar ze liet zich niet afblaffen.

‘Je weet in ieder geval meer dan ik. Jij was toch zo close met Joep?’

Thea bedaarde. Toegeven aan kleine irritaties zou de chronische ergernis aan de opperouder sympathieën van juffrouw Rita alleen maar vergroten, wist ze uit ervaring.

‘Hoezo dat?’

‘Als ik het me goed herinner stond jij Joep voor de poort van het speelplein af te lebberen, voordat hij vertrok voor zijn wereldreis. En nou – ruim een jaar later – bevestig je met klem dat hij ook echt is thuis gekomen van zijn wereldreis. Dan weet je dus meer dan ik’, insinueerde juffrouw Rita met ouderwets dedain. 

Met moeite hield Thea haar lach in en legde rustig aan juffrouw Ria uit hoe de vork in de steel zat:

‘Ik ben maar één keer publiekelijk close met Joep geweest hoor. Dat was inderdaad die keer dat Joep en ik elkaar in het bijzijn van de complete Wielewaalpopulatie hebben afgelebberd voor de poort van het speelplein. Op de laatste schooldag voor de voorlaatste zomervakantie, waarna Sabine van groep 6 van Joep naar  de plofklas 7 van jou en juffrouw Siepie zou gaan. Een memorabele afscheidszoen die ik, zei de gek,  geïnitieerd heb inderdaad. Maar dat kwam voornamelijk omdat Joep mij zo intens deemoedig stond aan te staren vanwege dat afscheidsliedje ‘Kijk eens even naar die leuke klas van Joep’. Dat liedje waarvan ik de tekst geschreven heb en niet Moira. Je weet wel; Moira; de moeder van Kasper. Joep dacht aanvankelijk wel dat Moira zich voor hem uitgesloofd had. Maar dat lag dus aan Moira die met plagiaat weg dacht te komen, zoals ik net al aangaf. Na de uitvoering van het lied in de privacy van het klaslokaal door groep 6 onder begeleiding van Sabine, zag Joep pas veel te laat in dat hij compleet op het verkeerde been was gezet door de vrouwen van zijn dromen – te weten juffrouw Siepie en de moeder van Kasper die overigens nog een jaartje ouder is dan ik - over de verrassing die veel te lang op zich had laten wachten. De confrontatie met de waarheid deed pijn aan zijn betraande ogen. Ik dacht; laat ik een kusje tegen zijn berouw geven.  Bij nader inzien ben ik eigenlijk al tijdens het zoenen tot de conclusie gekomen dat ik het voortaan toch liever slechts bij Bart houd wat aflebberen betreft. Joep en ik hebben daarna dan ook nooit hete seks gehad of zo. Zelfs niet bij benadering. Het is bij die ene kleffe kus gebleven. Ik ben geen pedofiel. Het is een piepkuiken die Joep. Meer kan ik er niet van maken. Ik weet dan ook alleen maar zeker dat Joep terug is van zijn wereldreis van horen zeggen. Weliswaar uit betrouwbare bron. Laatst kwam Joep namelijk toevallig ineens op bezoek in het lokaal van groep 8. Dat vertelde Sabine.’

Deze mededeling bracht juffrouw Rita direct in een staat van opwinding, waarmee ze Thea compleet overviel.

‘Wat ontzettend gaaf! Ja, allicht! Joep gaat terug naar zijn basis! Wat zoet! De bezetting van de huidige groep 8 was de bezetting van de vroegere groep 6 van waaruit Joep aan zijn wereldreis begonnen is!’

Omdat Thea de euforische stemming van juffrouw Rita sowieso al niet in de context wist te plaatsen, kon ze ook niet meegaan in de vreugde:

‘Nee hoor’.

Juffrouw Rita stond meteen weer met beide voetjes op de gele tegeltjesvloer van De Aldi. Deze keer was het haar beurt om onnozel naar het  ‘Hoezo dat?’ te vragen.

‘Vlak voordat meester Joep aan zijn grote avontuur – de wereldreis naar IJsland  - begon, zijn de oude groep 6 en de jongste helft van de combiklas 6/7 van juffrouw Siepie en juffrouw Rosalie indertijd toch bij elkaar gevoegd tot de plofgroep 7? Dat zou jij toch moeten weten! Je bent er zelf nog overspannen van geworden begin vorig jaar.’

‘Oh, ja, nou je het zegt ja. Pff wat een ellende was dat! Zo’n plofklas had meester Joep nooit aan gekund’.

Juffrouw Rita had haar stemmingswisselingen  aanschouwelijk niet onder controle. Van smaad aan het adres van Thea ging ze van het ene op het andere moment over op de lastertoer richting de professionaliteit van  Joep. Een uitweg waar Thea handig gebruik van maakte.

‘Ik vond juffrouw Siepie ook niet erg sterk in de plofgroep 7.’

‘Ach, maar nou heeft ze in groep 8 de steun van Jeewee’, suste juffrouw Rita.

‘Ze is weggebonjourd uit groep 8 net als jij uit groep 7 van De Wielewaal. Ben je dat ook alweer vergeten, Rita?’.

Thea sprak vermanend. Als een psychologe die in opstand komt tegen de verdringing.

‘Is ze ook naar een andere school gestuurd?’, acteerde juffrouw Rita verstrooid en zogenaamd geschrokken.

‘Nee, naar groep 6. Samen met juffrouw Marijke’, antwoordde Thea vermoeid.

‘Dat zal haar goed doen.’

Thea zou willen dat het leedvermaak in de reactie van juffrouw Rita haar ontgaan was.

‘Wie zal de overplaatsing naar groep 6 goed doen volgens jou Rita; juffrouw Marijke of de schooltrol?’

‘Hoe noem je haar?’, wilde juffrouw Rita licht geamuseerd, afgeleid, maar op haar hoede weten.

‘Wie?’

‘De schooltrol zei je.’

‘Ik bedoelde natuurlijk juffrouw Siepie’.

Thea sloeg bewust een overdreven verontschuldigende toon aan.

Geheel volgens haar typische persoonlijkheid negeerde Rita het probleemgeval verder en ging net zo makkelijk over op weer een ander gerucht:

‘Jij had het net over een droomvrouw? Er gaan geruchten over een relatie tussen Joep en Siepie. Weet jij daar toevallig ook iets meer van?’

Thea griezelde opnieuw bij de gedachte aan de openbaring van een liefdesband tussen Joep en Siepie. Van het begin af aan had ze de voortekenen niet willen zien. Hook, line and sinker zeggen ze in Engeland. Vissen, hengelen en binnenhalen, dekt toch minder overtuigend de lading van de boodschap. Alhoewel die strategie van juffrouw Siepie de Saimiri er wel dik bovenop lag. De waarheid is niet altijd verpakt in een mooie boodschap. Droomvrouwen komen kennelijk in alle soorten en maten. Thea schraapte haar keel en vermande zich.

‘Ja hoor, ze zijn officieel een stel.’

‘Ja, dat dacht ik al. Ik heb zoiets gehoord op het zomerfeest van de onderwijsstichting.’

‘Daar weet ik niks van’, zei Thea.

‘Waar weet je niks van? Van een relatie tussen Joep en Siepie? En je bevestigt net dat ze officieel een stel zijn?’

Thea besloot zich nader te verklaren:

‘Ik weet niks van het zomerfeest van de onderwijsstichting, bedoel ik.’

‘Nee, allicht niet. Je bent een ouder. Niet eens een onderwijzeres. Dus wat moet jij op het zomerfeest van de onderwijsstichting?’

‘Dat bedoel ik.’

Juffrouw Ria was toch niet helemaal zeker van haar zaak.

‘Maar hoe weet jij dan eigenlijk zo zeker dat Joep en Siepie sinds kort officieel een stel zijn?’

‘Ik weet niet hoe lang Siepie en Joep al een relatie hebben. Dus je moet er geen dingen bij gaan verzinnen Rita. Wie weet zijn Joep en Siepie al veel langer dan kort bij elkaar.’

‘Ok, maar hoe weet jij nou zo zeker dat Joep en Siepie een relatie hebben dan?’

Juffrouw Ria begon ongeduldig te worden, maar Thea liet zich niet opjagen en nam de tijd voor haar uitleg.

‘Dat kwam Joep ook nog in groep 8 vertellen. Nadat hij zijn neus had laten zien en bewezen had dat hij dus terug was na zijn wereldreis van precies 365 dagen naar IJsland. Hij deelde tevens aan groep 8 mee dat Siepie en hij nou dag en nacht super druk zijn met het maken van een baby’tje. Iets teveel informatie als je mij vraagt, maar hey let maar niet op mij. Ik ben maar een ouder, om jouw woorden van daarnet te herhalen Rita.  Die baby die in de maak is, dat is natuurlijk de wraak van Joep en Siepie op het nieuwe beleid van de interim directie. Kan Siepie de troubleshooters lekker terroriseren met zwangerschapsverlof en andere privileges van een vrouw in blijde verwachting. ’

Ironie was echter aan juffrouw Rita niet besteed, want ze peinsde hardop:

‘Ow, maar dan komt Joep zeker niet terug op De Wielewaal’.

‘Want?’, zuchtte Thea die eigenlijk best wel uitgepraat was.

‘Paren worden meestal niet op eenzelfde basisschool geplaatst.’

‘Helemaal politiek correct. Maar als ik de interim directie was geweest, dan was ik toch voor Joep in plaats van voor Siepie gegaan.’

‘Ja, vooral omdat ze nou waarschijnlijk binnenkort zwanger is!, knikte Juffrouw Rita bevestigend.

Voor de vorm lachte Thea even mee, voordat ze juffrouw Rita quasi gekscherend voor het blok zette:

‘Ik weet bij jou nooit of je voor of tegen me bent’.

Juffrouw Rita schoot direct in de verdediging, waardoor ze zichzelf tot tevredenheid van Thea eindelijk liet kennen:

‘Ik kies gewoon liever geen partij!’

‘Ach, maar je bent je er dus wel van bewust dat er partijen zijn op De Wielewaal?’

‘Kom op nou Thea; je bent toch geen politica?’, ginnegapte juffrouw Rita zowel ongemakkelijk als sarcastisch.

‘Nee, en jij bent overduidelijk geen al te beste diplomate’, grijnsde Thea, waarna ze een afslag naar de volgende supermarktgang nam.

Tussen de eieren en de kaasbollen kon ze even de beperkte ruimte in de Aldi nemen om de ontmaskering van Rita achter zich te laten. Want meeloopster of niet; de betovering tussen beide dames was sowieso al lang geleden verbroken. Juffrouw Rita hoorde niet meer thuis op De Wielewaal bij mensen waar Thea al van het begin af aan niet onder wilde ressorteren. Trouwens, juffrouw Rita mocht dan wel een windvaantje zijn, maar dat nam niet weg dat ze gelijk had wat de vuurdoop van meester Viktor betrof. Hij was te groen om de invloed van de opperouders naar waarde in te schatten. Bovendien had hij nooit onder Willy Bakbruin gediend en was derhalve niet eens in staat om een opperouder van een gewone papa, mama of verzorger te onderscheiden. De teamleden die hem eventueel op de hoogte hadden kunnen brengen van het klassensysteem op De Wielewaal, hielden wijselijk de kaken op elkaar uit angst om door Yin of Yang op heterdaad betrapt te worden. Op De Wielewaal heersten na de komst van Yin en Yang een nieuwe inzichten en klonk een ander geluid. Daar diende iedereen zich naar te richten. Niemand uitgezonderd.

Zelfs Jeewee moest in revisie, terwijl hij toch een tiental jaren op De Wielewaal buiten schot had weten te blijven. Zij het door zich op de vlakte te houden in moeilijke periodes, zij het door bij gelegenheid handig gebruik te maken van zijn status aparte als meester Populair. Maar Yin en Yang vielen niet voor zijn charmes. Thea meende tijdens haar onderonsje met directeur Yin bij hem zelfs heel kort een vleugje van antipathie jegens Jeewee te bespeuren. De kritiek die Thea op het optreden van Jeewee na haar hulproep voor Sabine uitte was in ieder geval niet tegen dovemansoren geweest. Of beter gezegd de kritiek die Thea uitte op het ‘niet’ optreden van Jeewee na haar hulproep voor Sabine. Jeewee had immers niet gereageerd toen Thea hem via de mail om steun had gevraagd na het verkeerde middelbare school pré-advies enkel en alleen op basis van de resultaten van de entreetoets aan het einde van groep 7. Hoezo het leerlingenvolgsysteem raadplegen? Gewoon afvoeren dat vmbobasismateriaal. Jeewee had tevens gezwegen tijdens het zogenaamde ‘goedmaakgesprek’ tussen hem, Willy Bakbruin, Siepie de Saimiri en Bart en Thea. Siepie had met haar ogen gedraaid, Bart was kwaad weggelopen, Willy Bakbruin probeerde nog te redden wat er te redden viel, maar Jeewee had weer eens niets toegevoegd. Hoewel? Eigenlijk was zijn onvermogen de druppel geweest die de emmer deed overlopen, want wie zwijgt stemt toe.   

Ook met de stomp in de maag van Sabine. Toegediend door Boris; een klasgenoot van Sabine. Lichamelijke mishandeling door een minderjarige van een minderjarige in het bijzijn van de meerderjarige Jeewee. Of meester Populair verkoos de bewust de andere kant op te kijken, of hij had het incident waarlijk niet zien gebeuren. Hoe dan ook; wat Thea betreft was de maat vol. Ze wilde best geloven dat zo’n drukke plofklas geen makkie was. Zeker niet aan het begin van het schooljaar waarin alles nog moest betijen, maar daar hoefde Sabine niet onder te lijden. Elk ander kind zou via de ouders moord en brand geschreeuwd hebben en ter plekke in het gelijk gesteld zijn om escalatie te voorkomen. Maar de 11 jarige Sabine werd weer geacht om namens Bart en Thea een oogje dicht te knijpen. Als beloning zou Jeewee dan wel weer een keer heimelijk aan Thea bekennen wat voor een ‘scheetje’ hij Sabine in werkelijkheid vond. Om de dooie dood niet.

Aan de ene kant was Thea blij verrast dat Yin zonder pardon solidair met haar was. Aan de andere kant kon ze niet omgaan met onvoorwaardelijke steun, omdat ze geen bijstand gewend was van iemand anders dan Bart. Onverwachte support wekte haar wantrouwen. Bijval dreef haar bijna tot medelijden met meester Populair, terwijl ze Yin tijdens het overleg in de directiekamer zag vechten om zijn aanstoot aan de opstelling van onderwijzer Jeewee te onderdrukken ten opzichte van haar. Thea. Een willekeurige ouder. Thea voelde de ingehouden woede van Yin op Jeewee op haar gemoedstoestand inwerken. Met tegenzin werd ze slap over haar hele lichaam. Zo intens afkeurenswaardig was het optreden van Jeewee door de bank genomen toch ook weer niet geweest? Bart wist wel beter:

‘Ach, nou vind je eindelijk gehoor en dan ga je de handelswijze van Jeewee verdedigen? Leg uit Thea!’

‘Ik verdedig hem niet. Jij bent degene die hem altijd tegen mijn zogenaamde vooroordelen in bescherming neemt. Jeewee is gewoon een zwakkeling, maar ik heb hem nog altijd liever als meester voor onze dochter dan juffrouw Siepie de Saimiri met haar verkeerde middelbare schooladviezen.’

‘Vergeet die Siepie. Ze is uit beeld in groep 8. Ze heeft afgedaan in de ogen van de interim directie. En heus niet alleen vanwege die belabberde middelbare schooladviezen of door jouw toedoen Thea. Haar ondergang heeft ze helemaal aan zichzelf te wijten. Hetzelfde geldt voor Jeewee. Jij bent niet verantwoordelijk voor zijn manieren.’’

‘Ja, maar ik heb het straks weer gedaan. Ik ben de klokkenluidster’, zeurde Thea schuldbewust.

‘Beter dan het willoze slachtoffer’, schokschouderde Bart.

Zou directeur Yin in telepathische verbinding hebben gestaan met Bart? Niet lang na het indienen van haar klacht tegen Jeewee ontving Thea namelijk tot haar verbazing een gedwee mailtje van meester Populair. De strekking stond zo ver van de ware aard van Jeewee verwijderd, dat het niet anders kon dan dat dit berichtje in opdracht van directeur Yin geschreven was. De woordkeuze was weer wel tekenend voor Jeewee:

Beste Bart en Thea,

Ik heb contact gehad met de ouders van Boris over het incident met Sabine in het klaslokaal van groep 8.

Met vriendelijke groet,

Jan-Willem

‘Dat is toch niks’, mokte Thea ontevreden.

‘Hoezo dat is toch niks? Jeewee heeft een stel opperouders aangesproken op het asociale gedrag van hun hoogbegaafde zoon. Noem het maar niks’, schamperde Bart.

‘Wie zegt dat hij niet liegt?’

‘Doet er niet toe.’

‘Jawel, dat doet er wel toe’, mierde Thea sikkeneurig.

De laatste tijd begon Bart zijn geduld steeds sneller te verliezen. Er moest eindelijk wat veranderen op De Wielewaal of Thea moest haar handen volledig van het reilen en zeilen op de basisschool van Sabine en Walter aftrekken. Een van de twee. Zo niet dreigde de relatie van Bart en Thea langzamerhand onder het jarenlang voortkabbelende geharrewar van de opperouders te gaan lijden.

‘Wat wil je nou Thea? Een gedetailleerd verslag van de strafvervolging van meester Jan-Willem van groep 8? Directeur Yin heeft Jeewee gedwongen om jouw klacht serieus te nemen. Misschien heeft Jeewee de ouders van Boris vervolgens ook daadwerkelijk op de stomp in de maag van Sabine aangesproken, maar waarschijnlijk niet. Belangrijker is dat er nu wel een soortement van bekentenis in de vorm van een mailtje van Jeewee aan ons in omloop is.’

‘Alsof we daar wat mee opschieten!’, smaalde Thea.

‘Met dat mailtje neemt Jeewee officieel de verantwoordelijkheid voor het incident’, vond Bart halsstarrig.

Hierna nam hij een korte adempauze om tot 10 te tellen en daarna op zoek te gaan naar een beter argument om Thea te kunnen overtuigen van het schot in de zaak.

‘Bovendien kan niemand van De Wielewaal Walter nu nog met goed fatsoen als bliksemafleider gebruiken.’

‘Hoebedoelu?’, wilde Thea half overtuigd weten.

‘Voordat het geweldsdelict met Boris fatsoenlijk afgehandeld is, kan niemand van De Wielewaal aankomen met alweer een alles overtreffende klacht over Walter. Als dat niet zo was geweest dan had Walter nu allang opnieuw op het beklaagdenbankje gezeten. Had hij Boris niet laten struikelen laatst?’

‘Ja, maar dat was ter vergelding voor de stomp van Boris in de maag van Sabine’, wierp Thea meteen ter verdediging van Walter op.

‘Ja, dat weet ik. Ik ben ook trots op hem’, antwoordde Bart gekalmeerd.

Uit wraak besloot Thea om niet op de mail van Jeewee te reageren. De kans om meester Populair op haar beurt eindelijk te negeren greep Thea met beide handen aan. Los daarvan zou Thea bij een eventuele reactie van haar kant alleen maar sarcasme voor het online bericht van Jeewee  kunnen opbrengen. Een veeg uit de pan in de trant van:  

‘Wat jofel Jeewee dat je met de ouders van Boris gepraat hebt. Mag ik nog weten wat de uitkomst van het gesprek is? Is er nog een dader en/of slachtoffer ter sprake gekomen en hoe gaan we in de toekomst de agressie van Boris binnen de perken houden? Valt de agressie van Boris überhaupt binnen de perken te houden?’

Jeewee zou ongetwijfeld publiekelijk  teleurgesteld zijn geweest in de kinderachtige reactie van Thea. Hij zou aangegeven hebben dat hij het heel jammer vond dat Thea, Bart en hij niet tot een constructief gesprek hadden kunnen komen. Jeewee had liever ook gewoon de vredespijp gerookt met Bart en Thea. Precies zoals hij recentelijk ook al met de ouders van Boris had gedaan. Niet alleen populair dus die Jeewee, maar ook nog een pacifist. Een ware vredesstichter. Naar eigen zeggen uiteraard. Zwart op wit via de mail van De Wielewaal. Dat stond buiten kijf.

Vooral de mail was cruciaal. Gevoed door de ervaring die Bart op zijn werk had opgedaan met crisismanagent, ging Thea ervan uit dat door beide interim directeuren, vanwege de miscommunicatie op De Wielewaal, op elk moment van de dag op de computer van elke leerkracht van het team ingelogd kon worden. Alles wat deze of gene naar wie dan ook, al dan niet over en weer, van en naar een IP-adres van De Wielewaal mailde, kon dus door Yin en Yang tegen iedereen op school gebruikt worden. Niet alleen tegen Jeewee, maar ook tegen Thea. Met het oog op haar voorkeurspositie bij Yin was het daarom waarschijnlijk beter voor Thea om haar hatelijkheden te temperen en geen sarcastische mailtjes richting Jeewee te sturen dus.

Ook zonder spot had Jeewee het al moeilijk genoeg onder de supervisie van Yin die hem ook gebood om Boris en Sabine samen te brengen en te beraadslagen over een oplossing voor de stomp in de maag. Een gouden kans om te scoren bij de interim directie, want voor overleg met kinderen draaide Jeewee zijn hand werkelijk niet om. Je zou ook niet anders verwachten van een ervaren onderwijzer, maar Jeewee gaf in die eerste maanden in groep 8 de algehele matte indruk dat zijn beste jaren als leerkracht en de uitdagingen van het meesterschap al ver achter hem lagen. Het was lang geleden dat Jeewee zich voor het laatst had moeten bewijzen en in de loop van de jaren was meester Populair eraan gewend geraakt om voor minder dan niks op een sokkel te worden geheven. De kans op verzoening tussen Sabine en Boris onder toezicht van Jeewee was daarom nog niet vanzelfsprekend vantevoren gegarandeerd. Zelfs Sabine had reserves, terwijl ze voorheen zo onvoorwaardelijk tegen haar meester Populair had opgekeken.

De plotselinge terughoudendheid van Sabine lag volgens de buitenwacht aan de onvermijdelijke prépubertijd bij elk kind van bijna 12. Daar kon Thea zich maar gedeeltelijk in vinden. Het verkeerde vmbobasis advies voor Sabine van juffrouw Siepie de Saimiri in groep 7 had ertoe geleid dat dit elfjarige kind doordrongen was geraakt van de noodzaak van sociaal wenselijk gedrag en gunstige momentopnames voor haar toekomstige plekje in de maatschappij. Daarbij waren haar schoolprestaties uit het verleden van ondergeschikt belang. Zij boden op De Wielewaal in ieder geval geen garanties voor de toekomst. En dan te bedenken dat de basis hier nog maar een lagere school is. En in deze  relatief beschermde sociale omgeving moet een kind zich van de eerste schooldag af aan bij elke toets opnieuw bewijzen. Waar moest dat heen op de middelbare school of nog erger; op een vervolgopleiding? Tel daar nog de wijk waar Sabine woonde en de mores van haar ouders bij op en de uitkomst was een basisschoolleerlinge die geen poot had om op te staan. Het enige dat het meisje nog leek te kunnen redden was de goedkeuring van de Siepies van deze wereld. Maar laat Sabine nou tot nu toe in de bovenbouw van De Wielewaal van geen enkele aandrang blijk te hebben gegeven om in de klas op de voorgrond te treden. Niet om in de smaak te vallen bij haar juf en niet bij haar meester! Dat was dan jammer, want de brutalen hebben de halve wereld. Anders gezegd; de persoonlijkheid van Sabine stond de ontwikkeling van haar leervermogen op De Wielewaal in de weg, terwijl in werkelijkheid hersenloze schooltrollen zoals juffrouw Siepie het probleem vormden en geen kleine elfjarige meisjes die toch voornamelijk op school zitten om te leren. Een weldenkend mens zou bijna gaan eisen dat de Siepies van deze wereld door de troubleshooters figuurlijk bestreden werden met onkruidverdelger. Op elke trede van de onderwijsladder.

Geen makkelijke klus. Niet voor de interim directie en ook niet voor Bart en Thea. Laat staan voor prepubers van elf jaar. Ten einde raad sloot Sabine zich dus maar bij de oplossing van haar ouders aan. Met andere woorden; ze verkoos om de hele zomervakantie aan de lopende band oefencitotoetsen te maken. Niet om hoogbegaafd te worden, maar om niet buiten het doorsnee systeem te vallen dat door een landelijke epidemie van schooltrollen op basisscholen overal in Nederland hoog gehouden wordt. Oefenen, oefenen, oefenen. Met het doel te scoren, scoren, scoren. Zo hoog dat Sabine wel op moest vallen. Of ze wilde of niet. Alsof het leven een generale repetitie is en intelligentie een mindset die uit het hoofd te leren valt. Als het aan de schooltrollen ligt dan moet de hele wereld – niemand uitgezonderd - aan het blokken. Alleen maar omdat middelmaat de straat siert waardoor het hele basisonderwijs door ontelbare Siepies, verspreid over het hele land, geïnfiltreerd is. En dat zonder zelf in de praktijk ooit een proeve van bekwaamheid met een noemenswaardig goed gevolg te hebben afgelegd.

Integenstelling tot Sabine. Zij was, ondanks haar haar elf jaren, wel slim genoeg om zich bij haar lot neer te leggen, zonder zich te laten afleiden door het verziekte leersysteem. Na de zomervakantie ging ze uit eigen beweging dan ook stug door met oefenen. Met resultaten die er niet om logen. Sabine was inmiddels hoogbegaafder dan hoogbegaafd. Als Bart en Thea tenminste de stijgende scores van haar oefencitotoetsenuitslagen zouden moeten geloven. Ze rezen de pan uit. Sabine begon het vragenspelletje door te krijgen. Ze zag de herhaling van de trucjes. Ze herkende de strikvragen en voelde het bedrog. Ze leerde wantrouwen en zich door haar intuïtie te laten leiden in plaats van zich blind te staren op kennis en vaardigheden alleen. Ze raakte haar onschuld kwijt en daarmee tevens haar geloof in de geveinsde persoonlijke betrokkenheid van Jeewee.

Had hij Sabine überhaupt ooit als een persoontje gezien? Was het onderwijs in het algemeen eigenlijk wel de aangewezen plaats voor individuele ontwikkeling? Vermoedelijk kon Jeewee, de conformist in optima forma, zo goed aarden in het onderwijs, juist omdat hij bij voorkeur in clusters van stereotypen en niet in individuutjes dacht. In die dagen vroeg Thea zich dan ook meer dan eens in verwondering af waar Sabine in groep 8 het zelfvertrouwen vandaan haalde om zich staande te houden in de competitieve omgeving van de toenmalige plofklas van Jeewee. In de wandelgangen werd Sabine zelfs officieus geprezen voor haar vooruitstrevende hulpvaardigheid die zij op elk moment van de schooldag bereid was in te zetten voor haar klasgenootjes. Haar hulp was vooral onmisbaar tijdens het maken van oefencitotoetsen in de klas. Hoe kreeg Sabine dit voor elkaar zonder deel uit te maken van de plusgroep? Dus zonder de onvolprezen ruggensteun die de schooltrol, meester Populair - en zijn harem - de dochter van Bart en Thea onthielden op De Wielewaal? Niet door boos opzet, maar door zich voornamelijk op de groep kinderen van de opperouders te focussen. Hadden Bart en Thea dan toch niet alles fout  gedaan in de opvoeding van Sabine en Walter? Van Jeewee moest Sabine haar waardigheid in ieder geval niet hebben. Ze begon zich aan hem te ergeren.

‘Vandaag zei Jeewee in de klas dat hij Siepie miste’, gruwelde Sabine tijdens de lunch in de middagpauze.

Thea was meteen op haar hoede.

‘Hoezo?’

‘Iedereen vond het zóó erg dat juffrouw Siepie niet meer terug komt in groep 8 en toen zei Jeewee dat hij dat ook heel jammer vond en dat hij Siepie ook miste.’

Daar kon Walter zich wel wat bij voorstellen.

‘Nou, hij mag juffrouw Siepie toch missen?’, merkte hij schattig naïef op.

‘Houd je bek autist’, grauwde de prépuber Sabine naar haar 10jarige broertje.

‘Niet je bek, maar je klep. Je zegt; Houd je klep, autist’, verbeterde de opvoedster in Thea onaangedaan.

‘Hey, ik ben geen autist’, hapte Walter.

Thea probeerde de uitschieter van haar dochter te vergoelijken.

‘Natuurlijk niet’.

Walter gaf niet toe.

‘Waarom zegt zij dan dat ik een autist ben?’

‘Omdat jij het voor juffrouw Siepie opneemt!’, bitste Sabine.

‘Ik neem het helemaal niet voor juffrouw Siepie op. Ik vind haar stom!’, riep Walter argeloos uit.

‘Je snapt Jeewee toch zo goed, omdat hij juffrouw Siepie mist!’, diende Sabine hem dramatisch van repliek.

‘Ja, maar alleen omdat ik juffrouw Siepie stom vind, mag Jeewee haar nog wel missen’, vond Walter heel terecht.

‘Zo is dat jongen’, beaamde Thea, terwijl ze Walter vertederd over zijn bol aaide.

Ter verdediging van haar zoon legde ze nog een verklaring af voor Sabine.

‘Die jongen heeft gewoon een hoog ontwikkeld rechtvaardigheidsgevoel’.

Wel wilde ze uit roddelzucht direct na haar kniebuiging voor Walter een genuanceerde lezing van hem over zijn zojuist geventileerde afkeer van juffrouw Siepie. Maar Walter was niet in de stemming.

‘Ze is gewoon stom’, was alles wat hij over juffrouw Siepie kwijt wilde.

‘Meer verdient ze ook niet’, zou Bart later zeggen.

‘Jeewee vindt juffrouw Siepie volgens mij ook stom. Of ja, nee, ik weet niet’, aarzelde Sabine.

‘En hij mist haar?’, verifieerde Thea confuus.

Sabine nam een hap van haar boterham met hagelslag, zodat Thea, in de hoedanigheid van rechtgeaarde moeder, weer eerst voorbeeldig moest wachten, totdat het kind haar mond leeggegeten had, voordat ze eindelijk uitsluitsel kreeg.

‘Vanochtend hielp ik Ronnie in de gang met rekenopdrachten en toen zei Ronnie: ‘Juffrouw Siepie is lelijk hè?’ Ik zei: ‘Ja’, en toen stond in één keer Jeewee achter ons en hij fluisterde: ‘Ja, juffrouw Siepie is lelijk hè!?’ Ronnie en ik waren alletwee verbaasd. Juist omdat hij even vantevoren nog in de groep had gezegd dat hij juffrouw Siepie miste. Ik snap dat niet.’

‘Dat noem je hypocriet’, antwoordde Thea grimmig.

‘Ja maar je kunt toch ook best iemand missen die lelijk is?’

Dat was Walter weer.

‘Kijk loser, daarom ben jij nou een autist’, viel Sabine opnieuw uit.

‘Je hebt hagelslag op je wang’, lachte Walter schalks.

Hij begon het al te leren.

Niettemin begreep Thea maar al te goed wat een kwelling het wappergedrag van Jeewee voor de puberende Sabine begon te worden. Na het verkeerde middelbare schooladvies van juffrouw Siepie de saimiri wilde Sabine in groep 8 van haar leermeester weten waar ze aan toe was. Ze liet zich niet meer klein houden door zijn clowneske afleidingsmanoeuvres. Daarbij zat Sabine heus niet te wachten op een voorkeurspositie of een speciale behandeling in de plofklas, alleen maar omdat ze thuis door oefening van citotoetsen steeds hoger scoorde. Maar daarom hoefde Jeewee nog niet aldoor met alle winden mee te draaien. Op het ene moment beweerde hij onomwonden in de klas tegen, met name, de kinderen van de opperouders dat hij juffrouw Siepie miste en nog geen 10 minuten later sloot hij zich heimelijk gniffelend bij Ronnie en Sabine in de wandelgangen van De Wielewaal aan bij hun kinderachtige mening dat de schooltrol lelijk was. Dat was vals. Maar dat was Jeewee. Zo lang als Thea hem kende had hij al 2 gezichten gehad, als het er niet meer waren. Voor haar dochter zou ze het spelletje van meester Populair evenwel met liefde en plezier tot het einde van groep 8 hebben meegespeeld. Een vos verliest nou eenmaal wel zijn haren, maar niet zijn streken. Ze had echter niet kunnen voorzien dat de elfjarige Sabine niet alleen de adviezen op De Wielewaal, maar ook haar meester Jeewee vroegtijdig zou leren wantrouwen. En zoals Bart al aangaf, was Thea niet verantwoordelijk voor de manieren van Jeewee.

Met de komst van de interim directie had Thea intussen wel onverwacht een uitlaatklep voor haar frustraties. Na het trauma van de turbulente ouderavond, waarin Thea getreiterd werd vanwege haar onorthodoxe kijk op de afmars van juffrouw Siepie in groep 8, en het daarop volgende soepele overleg met de twee troubleshooters, zag ze eigenlijk geen enkele reden meer om niet te profiteren van het luisterend oor dat met name directeur Yin haar met nadruk geboden had. Dieper dan haar slechte reputatie als tirannieke Thea en als klokkenluidster kon ze toch al niet meer zinken. Ze kon ook rustig de mail als kliklijn gebruiken. Hoewel Thea ervan uitging dat het mailverkeer tussen ouders en het personeel van De Wielewaal onder supervisie van de interim directie stond. Waarom anders zou de inhoud van de mailtjes van het onderwijsteam sedert kort elke poging tot voorbeeldigheid uit het verleden overtreffen? Maar strikt persoonlijke online berichtjes exclusief aan en van de interim directie stonden daarentegen natuurlijk niet open ter inzage voor derden. Toch wilde Thea zelfs haar grootste vijand uit principe met open vizier bevechten. Daarom besloot ze om haar klacht ter kennisgeving ook aan Jeewee te mailen. Niet in de laatste plaats omdat ze met deze notificatie hem meteen de wind uit de zeilen van zijn gespeelde onschuld nam. 

Beste Yin,

Tot onze redelijke tevredenheid  (ouders van Sabine uit groep 8 en Walter uit groep 7) heeft meester Jan-Willem ons via de mail laten weten dat hij contact heeft opgenomen met de ouders van Boris. Boris is een klasgenoot van onze dochter Sabine. Boris heeft Sabine in de eerste schoolweek onder toezicht van meester Jan-Willem in het klaslokaal een stomp in haar maag verkocht. Over dit vooral hebben directeur Yang, jij en ik recentelijk overleg gevoerd.

In opdracht van jou heeft meester Jan-Willem ook al netjes een onderonsje gehad met Sabine en Boris. Volgens Sabine heeft meester Jan-Willem tijdens dit samenzijn Boris wel enigszins de wacht aangezegd. Bijster overtuigd van de steun van meester Jan Willem kwam onze dochter Sabine echter niet op mijn man (Bart) en mij (Thea) over.

Deze onzekerheid over haar recht van spreken werd afgelopen week nog verergerd toen meester Jan-Willem in de klas verkondigde dat hij juffrouw Siepie vreselijk miste aan zijn zijde. Zij zou immers oorspronkelijk samen met hem in het komende schooljaar groep 8 voor haar rekening nemen. Sabine en haar klasgenoot Ronny zijn een andere mening over juffrouw Siepie toegedaan. Zij hebben juffrouw Siepie in het vorige schooljaar in groep 7 ook bijna elke schooldag meegemaakt en zij missen haar niet. Ronny en Sabine vonden elkaar tijdens het maken van rekenopdrachten in de gang van De Wielewaal, nadat meester Jan-Willem in de klas de loftrompet over juffrouw Siepie geblazen had. Op de typische, sarcastische manier waarmee prépubers zich beginnen los te maken van hun kindertijd, begonnen  Ronnie en Sabine over en weer juffrouw Siepie af te kraken en voor lelijk uit te maken. Tot hun grote schrik werden ze op een gegeven moment van achteren benaderd door meester Jan Willem. In plaats van Sabine en Ronnie op hun afkeurenswaardige kwaadsprekerij aan te spreken, zoals je zou mogen verwachten van een onderwijzer, gaf meester Jan-Willem net zo makkelijk te kennen dat hij zich wel kon vinden in de opvattingen van de 2 roddelaars. Juffrouw Siepie zou eigenlijk inderdaad lelijk zijn. Op deze manier is het voor Sabine erg moeilijk om haar meester nog serieus te nemen. Over het algemeen zijn ouders die zich niet rouwig tonen over het vertrek van juffrouw Siepie uit groep 8 geen graag geziene gasten op bijeenkomsten op De Wielewaal. Jij gaf laatst onder 4 ogen ook al aan dat deze groepsdruk van volwassenen jou tijdens de afgelopen spraakmakende ouderavond voor groep 8 van De Wielewaal eveneens was opgevallen! Ik was het lijdend voorwerp. Normaliter is Sabine uitstekend in staat om met deze conflictsituatie om te gaan, maar niet als meester Jan-Willem zich in allerlei bochten wringt om iedereen te vriend te houden. Ik hoop dat je mijn ongenoegen begrijpt en in het vertrouwen van een oplossing, teken ik, met vriendelijke groet,

Thea.

Nog geen twee minuten nadat Thea op verzenden van haar mailtje had gedrukt ging op haar mobiel de ringtone af. Bohemien Rapsodie. Het scherm toonde een afzender die Thea niet zo snel bekend voorkwam. Het was directeur Yin. Hij sprak afgemeten.

‘Ja, Thea, je spreekt met Yin’.

‘Goh, da’s ook toevallig. Ik stuurde je net een mailtje.’

‘Ja, daarom bel ik.’

‘Ok’, twijfelde Thea.

In het vervolg van zijn reactie sloeg directeur Yin een ietwat lossere toon aan.

‘Begrijp me niet verkeerd. Ik ben juist erg blij met jouw klacht. En ik ben het ook met je eens.’

Thea was niet helemaal zeker waarover directeur Yin het met haar eens was.

‘Wat bedoel je precies?’

‘Wat jij impliceert.’

‘En dat is?

‘Dat Jan-Willem een keuze moet maken. Dat hij stelling moet nemen’, antwoordde directeur Yin met een stelligheid die geen tegenspraak duldde.

‘Ja, dat is eigenlijk wel zo’, gaf Thea schoorvoetend toe.

‘We hebben niks aan halve waarheden’,

‘Nou ja, hij hoeft van mij geen hekel te hebben aan juffrouw Siepie, maar dan moet hij wel eerlijk voor zijn sympathie uitkomen’,

‘Helemaal mee eens’.

‘Ok’, herhaalde Thea onzeker.

Er viel een korte stilte. Even later viel uit het antwoord van Yin op te maken dat die spreekpauze stond voor de tijd die hij nodig had gehad om ter plekke een straf voor Jeewee te bedenken:

‘Jan-Willem moet een gesprek met Sabine aangaan. In dat gesprek moet hij uitleggen hoe hij tegenover juffrouw Siepie staat. Ik vind dat Sabine recht heeft om serieus genomen te worden.’

‘Ik ook’, bevestigde Thea blij verrast, maar achterdochtig.

Haar reserve lokte bij directeur Yin de behoefte uit om zich nader te verklaren.

‘Ik ben een groot voorstanders van klassikale instructie, waarbij de leraar zich vooral ten dienste moet stellen van de groep, maar als een kind – en dan bedoel ik elke leerling en niet alleen Sabine - op weg geholpen kan worden met wat individuele aandacht, dan moet dat aangeboden worden in het primaire onderwijs.’

Thea was de draad kwijt.

‘Maar hoezo moet Sabine dan op weg geholpen worden met persoonlijke aandacht van Jeewee? Sabine raakt juist in de war van die rare dingen die meester Jan-Willem zich tegen haar langs zijn neus weg laat ontvallen in de wandelgangen. En ik ook eerlijk gezegd.’

‘Allicht. Doet meneer Jeewee dat trouwens bij meer kinderen?’

‘Wat’, vroeg Thea verward.

‘Terloopse uitspraken?’

‘Weet ik veel! Ik weet alleen dat hij tegen Sabine vaak zogenaamd leuke grapjes maakt. Ik heb ze nooit leuk gevonden en Sabine vindt er ook steeds minder wat aan. Meester Populair moet zich niet als een kindervriend, maar als een meester gedragen. Hij moet ook niet proberen om kindertaal te spreken. Hoe boos Ronnie en Sabine ook op juffrouw Siepie zijn, het heeft geen pas als een volwassen man twee roddelende leerlingen tegemoet probeert te komen door ze naar de mond te praten. Hoe durft hij juffrouw Siepie lelijk te noemen? Ik bedoel; Siepie is ook moeders mooiste, maar dat uiterlijk van haar is nou net het enige mankement aan haar verschijning waar ze zelf ook weinig aan kan veranderen. Toch? Bovendien kwam Jeewee helemaal niet geloofwaardig op Ronnie en Sabine over. Temeer daar hij even vantevoren nog voor een volle klas stond te verkondigen dat hij juffrouw Siepie zo miste.’

Directeur Yin viel Thea in de rede. Waarschijnlijk omdat ze in herhaling viel. Thea kon zich vergissen, maar ze meende een geamuseerde ondertoon te beluisteren.

‘We zijn het dus met elkaar eens. Jeewee moet duidelijker zijn tegen Sabine. Om te beginnen over juffrouw Siepie, zodat Sabine weet waar ze staat. Ik zal Jeewee vandaag nog aanspreken op zijn gedrag en ervoor zorgen dat hij een gesprekje met Sabine aangaat waarin hij uitlegt wat hij nou precies van juffrouw Siepie vindt.’

Aan daadkracht geen gebrek bij directeur Yin. Zijn woorden klonken als muziek in de oren van Thea. Tegelijkertijd hield ze haar hart vast. Die Yin mocht er dan wel uitzien als een onbeduidend mannetje, maar ondertussen liet hij zich aanhoren als een troubleshooter die de koe bij de horens vatte. Thea kon zich voorstellen dat Jeewee niet met dat contrast om kon gaan. Ze durfde te wedden dat Jeewee 10 keer liever door een hersenloze tattoovader of een mislukte directrice als Willy Bakbruin op zijn nummer werd gezet, dan door zo’n kaal opdondertje. Meester Populair kennende had hij het echter gewoonweg niet in zich om in zijn eentje tegen dat kale opdondertje in opstand te komen. Die wetenschap gaf Thea de moed om door te gaan met de metaforische protestmars die ze vanaf het foutieve middelbare schooladvies aan Sabine op De Wielewaal instinctief begonnen was.

Daar kwam nog bij dat de interim directie niet de enige nieuwe impuls op De Wielewaal was die bij Jeewee ontzag inboezemde. Ineens was daar ook nog meester Viktor. De nieuwe meester voor groep 7. De groep van Walter. Meester Vik had het uiterlijk van een gangbaar, hoogblond gastje met een ringbaardje. Qua leeftijd had hij de zoon van Jeewee had kunnen zijn. Toch steeg het broekie Vik direct bij binnenkomst op De Wielewaal in groep 7 meteen naar de op 1 na hoogste trede van de carrière ladder. Moeiteloos leek het wel. Alleen nog meester Populair in groep 8 had hij boven zich. Hoewel meester Populair zich door de rijzende ster van meester Vik ook wankel begon te voelen op de bovenste sport van de onderwijzerstrap. De competitie lag dus op de loer bij de heren collega’s en daarmee hielden de paralellen tussen het groentje Vik en de ouwe rot Jeewee wel zo’n beetje op. De meesters samen vormden het schoolvoorbeeld van elkaars tegenpolen. Daarbij was de jeugd van meester Vik van ondergeschikt belang. Het was zijn optreden dat – net als bij directeur Yin - niet met zijn stereotype verschijning overeenkwam en dat Jeewee overweldigde. Meester Vik was niet receptief voor elk wat wils. Hij straalde een potentiele vastberadenheid uit waardoor het zelfs denkbaar werd dat de rechtlijnige juffrouw Marijke van groep 6 zich te zijner tijd vrijwillig naar de wil van meester Vik zou kunnen schikken. Maar dat was toekomstmuziek. Aan het begin van groep 7 was meester Vik nog zoekende naar de juiste balans tussen ordehandhaving en lesgeven.

Het vinden van dat evenwicht is weliswaar cruciaal voor elke nieuwe leerkracht in ongeacht welke groep in het primaire onderwijs, maar in de debuutgroep 7 van meester Vik van De Wielewaal was het bereiken van een status quo een minimale vereiste om überhaupt normaal les te kunnen geven aan het zooitje ongeregeld in deze klas. Deze moeilijkheid had alles te maken de gemengde samenstelling van de groep die nochtans vanaf de eerste klas oververtegenwoordigd was door jongens. 17 jongens naast 6 meisjes om precies te zijn. Weliswaar geen plofklas zoals groep 8 met 33 leerlingen, maar daarom niet minder enerverend. Niet voor niks had juffrouw Rita laatst, tijdens haar ontmoeting met Thea in de Aldi, naar de bezetting van groep 7 van meester Vik gerefereerd als; ‘schobbejakken’ En dan doelde ze niet op die 6 brave deernes, die vanwege hun deugdzaamheid bijna vloekten met de rebelse mannekes in de klas. Schobbejakken als benaming voor dit gespuis was dan ook te zacht uitgedrukt. Onder groepsdruk en zonder het juiste toezicht kon het grootste deel van de 17 ventjes zich ontpoppen tot regelrechte ellendelingen. Ook Walter. Juist Walter.

Walter was een alfamannetje in wording. Helaas deelde hij deze ontwikkeling met nog 3 andere wannabee baasjes. Zo ontstond een driedeling in de groep van 17 jongens, want ieder leidertje had eigen volgers, inclusief overlopers en spionnen. Walter was de chef die zijn hersens kon gebruiken. Hij stond bekend om zijn korte lontje. Desondanks werd Walter tijdens echte crisismomenten telkens weer gekroond tot de onvervalste aanvoerder. Ook omdat hij zich in het verleden meermaals met zijn vuisten bewezen had en hij de meest imposante verschijning was tussen zijn leeftijdgenoten in groep 7. Daar kwam nog bij dat zijn 3 vrienden; Marcus, Tim en Huibje op elk moment van de schooldag als één man achter hem stonden. Verder waren er nog wat zwevende volgers die bij conflicten meestal wel geneigd waren om partij voor Walter te kiezen. Pepijn bijvoorbeeld. Het jongetje dat in groep 5 bij juffrouw Marjolein elke dag wel honderd luizen uit zijn kapsel ving. Zo telde groep 7 nog een aantal softies die zich af en toe schuilhielden in de schaduw van goedzak Walter, want dat was hij ook. Iemand moest de zwakkeren uit groep 7 in bescherming nemen. Als Walter niet voor zijn machteloze medemens opkwam, dan waren de kneusjes overgeleverd aan de grilligheid van aan de ene kant de Turkse aanhang van de woeste tweeling Amir en Emir of aan de andere kant het Marokkaanse gevolg van de barbaarse Soltan. Zowel de 5 Turkjes als de 4 Marokkaantjes uit groep 7 gingen van huis uit om niks en nog eens niks op de vuist. Vanuit beide culturen was het bij een goed gevecht wel de bedoeling dat de tegenstander de uitdagende partij met gelijke munt terugbetaalde. Zo niet, wat was dan het nut van een handgemeen? ’s Lands wijs, ‘s lands eer betrof toch vooral Turkije en Marokko voor de klantjes uit groep 7 met een niet Nederlandse achtergrond. Zodra zij hun kans schoon zagen, werd er dan ook volop gedreigd, gescholden en gevochten. Het liefst lokten onze medelanders Walter uit de tent. Temeer daar hij zich uit verveling geheid en graag uit liet dagen, maar ook omdat Walter voor niemand bang was en binnen de kortste keren als een wilde om zich heen begon te meppen. Dan moest je als allochtoontje maken dat je weg kwam, hetgeen geen enkel probleem was voor de kleine muilperen die ook nog eens watervlug waren. En hoewel de krachtmetingen van: Walter, Amir en Emir en Soltan en al hun volgelingen in de loop van de jaren alleen maar explosiever waren geworden, lieten de vechtersbaasjes zich bij tijd en wijlen nog wel redelijk temmen door een onderwijzer of onderwijzeres met de juiste aanpak. Juffrouw Marijke was zo’n effectieve onderwijzeres geweest vorig jaar in groep 6. Op haar eigen houterige manier. Waarom zou meester Vik het daarom niet eveneens in zich hebben om voor zichzelf precies de goede balans te vinden tussen lesgeven en domineren in groep 7. Erg veel inwerktijd werd hem hiervoor echter niet gegund. Meester Vik werd meteen in het diepe gegooid.

Niet eens door de chronische relletjes van de aloude oproerkraaiers, maar door toedoen van Kevin. Kevin zat al sinds groep 1 bij Walter in de klas en na 6 jaren nu dus ook bij meester Vik. Kevin was geen alfamannetje, maar hij had wel drie jongere broertjes, die hij van zijn vader en moeder al zolang hij zich kon herinneren de baas moest zijn. Hij wist na al die jaren alleen nog steeds niet hoe. Die thuis heersende gedragscode reageerde Kevin op school op Walter af. Hij moet zich al vanaf hun eerste ontmoeting, in groep 1 van juffrouw Elsje op De Wielewaal, door Walter bedreigd hebben gevoeld. Bij gelegenheid duiken namelijk in het geheugen van Thea uiteenlopende, toepasselijke momentopnames op uit het verleden,  waarin een rood aan gelopen Kevin ruzie zoekt met een achteloze  Walter. Die onverschilligheid betekende echter niet dat Walter bereid was om zich als een boksbal te laten gebruiken, hetgeen de onzekerheid in Kevin alleen nog maar aanwakkerde. In de loop van De Wielewaaljaren raakte hij zelfs zo vergroeid met zijn gespiegel aan Walter, dat niemand het afwijkende gedrag van Kevin nog opviel. Soms voegde hij zich bij het Turkse kamp van Amir en Emir, in de hoop het groepsfenomeen Walter eens flink de kop in te kunnen slaan. Of hij dacht Walter zuiver te hebben door mee te lopen met de Marokkaanse volgers van Soltan. Kevin viel echter telkens weer buiten de boot. Ten eerste was Kevin een mooi blond, bevallig jongetje, waaraan alle anoniempjes van groep 7 hun suikerzoete hartjes hadden verloren. Dat Kevin zelf net zo vies was van zijn kleffe, tienjarige   vrouwelijke fans als de rest van de  16 ventjes uit de klas, mocht niet baten. Het kwaad was al geschied. Kevin stond al niet bekend om zijn initiatief als het op vechten aankwam, maar zijn populariteit bij de meisjes hielp zijn reputatie als kemphaan nog verder naar de Filistijnen. Het huilen stond Kevin dan ook regelmatig nader dan het lachen. Op die manier verwierf hij de bijnaam ‘de jankerd’ waarvan hij nogal wiedes zeker niet minder huilerig werd. Ten tweede deelden de 4 machomannetjes en hun volgers, als puntje bij paaltje kwam, onderling totaal niet het disrespect dat men van dergelijke vlegels wel zou verwachten. Geen van de kinderen uit groep 7 nam dan ook de moeite  om lang met de diepgegronde hekel van Kevin aan Walter mee te gaan.  Zo maakte Kevin geen vrienden. Hij werd gedoogd door de agressievelingen met een niet Nederlandse achtergrond uit groep 7. Afgestoten, maar ook net zo makkelijk weer aangehaald nadat hij voor de zoveelste keer kwam overgelopen van de tegenpartij. Kevin was een buitenstaander en dat  frustreerde hem. Begrijpelijk, maar om Walter daar nou de schuld van te geven, vond Thea wat ver gaan. Verbazen deed de gewortelde wrok van Kevin haar echter niet, aangezien niemand op De Wielewaal tot nu toe de moeite had genomen om de jankerd af te remmen in zijn obsessieve gevit aan het adres van Walter. Zelfs Walter zelf niet. Walter wilde zich niet bezig houden met Kevin. Hij vond Kevin de moeite van de strijd niet waard. Dat recht had hij, vond Thea. Kevin niettemin, dacht daar inmiddels anders over. De maat was vol. De jankerd liet zich niet alweer zomaar aan de kant zetten.

 

HOOFDSTUK 46

De achterdeur naar de bijkeuken gaat tegenwoordig op slot. Misschien dat Thea daarom uitgetrapte sigarettenpeuken onder de tuinbank op het overdekte terras vindt. Walter en Sabine zullen ze niet geproduceerd hebben, want de pubers van Bart en Thea zijn bewust antirook. Die houding ten opzichte van genotsmiddelen wordt ze bijgebracht op de middelbare school tegenwoordig. Seks wordt ook geboycot.

‘Je moet alles een keer proberen in het leven’, vindt Bart.

‘Je mag best af en toe een sigaretje roken en van een pilsje zo nu en dan ga je ook niet dood.’

Telkens als Bart zijn tolerante denkbeelden de vrije loop laat, staren zowel Sabine als Walter hun vader aan alsof hij niet goed bij zijn verstand is. Weet hij wel van de sancties tegen roken en drinken onder schooltijd?

‘Roken en drinken doe je na schooltijd’.

‘Ja, tot je verslaafd bent’, schampert het tweetal dat bij hoge uitzondering ook eens eensgezind is.

‘Nou, zo snel raak je niet verslaafd hoor! Je moet niet zo gedwee naar dat geblaat van die docenten luisteren. Al dat benepen gedoe. Wat is dat toch tegenwoordig? Niet roken, geen alcohol, geen seks voor het huwelijk. Hoe hypocriet kun je zijn. Zelfs de nonnen en monniken dronken vroeger in het klooster regelmatig een trappistje.’

Dus Bart had zeker geen uitgetrapte sigarettenpeuken op het overdekte terras achtergelaten. Want stel dat hij, na jaren van geheelonthouding, weer aan het roken geslagen zou zijn, dan had hij dat beslist niet stiekem buiten op de tuinbank op het overdekte terras gedaan. Hij zou pontificaal middenin de huiskamer, onderuitgezakt in zijn relaxstoel, een heerlijk rokertje tot zich hebben genomen. Al was het maar om aan de hand van een praktijkvoorbeeld aan de kinderen te laten zien dat een tevreden roker alvast geen onruststoker is.

‘Je moet gewoon niet overdrijven. Overal waar ‘te’ voor staat is niet goed, behalve tevreden’, zegt Bart.

Maar die peuken moeten toch ergens vandaan komen? Thea raapt de sigaretteneindjes van de grond op. Het zijn er 5. Ze belanden in de groenbak. Thea wast haar handen met vloeibare dettol uit een plastic zeeppompje naast de gootsteen en denkt aan Melvin, maar ze spreekt zijn naam liever niet meer uit. Trouwens, Melvin is wel de laatste vage bekende waar Bart en de kinderen zich mee bezig willen houden. In het voorbijgaan valt het oog van Thea op het briefje met de adresgegevens van Bink aan het prikbord. Onwillekeurig ziet ze Melvin in gedachte weer aan de ontbijttafel in de keuken verschijnen. Via de achterdeur die Thea voorheen altijd van het slot liet. Voor hem. Haar pleegzoon. Haar Betuwe Flipje.

Vannacht of vanmorgen moet hij  tevergeefs aan de klink hebben staan rukken. Zo dichtbij. Thea huivert. Op het moment dat hij haar tot een  cougar degradeerde, is er een gevoelige snaar bij Thea geknapt. Ze koestert geen zorgdrang meer voor het jongetje dat ze verschoond, opgeleid en getroost heeft, terwijl het onophoudelijk bleef huilen om zijn echte moeder. Eerst openlijk en later inwendig. Niet de persoon Thea, maar haar keuken was zijn uitvalbasis geweest. Thea schaamt zich zo diep dat ze er met niemand over rept. Ook niet met Bart. Die wraaklustige gesloten achterdeur  zal Melvin leren. Een niet ingecalculeerde tegenvaller voor de voormalige toyboy. Hoe durft hij ervan uit te gaan dat hij onveranderd welkom is in het heiligdom van Thea?

De voorspelling van Bink was dus uitgekomen. Bink had de terugkeer van de lefgozer naar moeder Thea immers voorzien. Dan zal hij ook wel gelijk hebben met betrekking tot die laatste confrontatie met Melvin waar Thea niet onderuit kon komen. Als ze tenminste daadwerkelijk voor eeuwig van haar Fruitflipje verlost wilde raken. In dat geval was het zaak om zo snel mogelijk de adreswijziging  van Bink door te geven. Toch kon Bink haar nog meer vertellen, want wie zegt dat er nog een volgende onaangekondigde visite van Melvin op stapel staat? Hij leeft op straat. Hij is verslaafd en verdwaald. Misschien was hij toevallig in de buurt en ving hij een glimp op van een thuishaven die hem vroeger in zijn drugsvrije tijd troost had geboden. De prikkel bracht Melvin naar de woning van Thea. In een moment van zwakte of van helderheid. Nog geen drie maanden geleden huisde het hoofdkantoor van G- spotgigolo – de escortservice van zijn oude werkgever en stiefoom Bink – in dezelfde straat. Schuin tegenover het huis met de warme keuken waarin hij vroeger onbeperkt toegang had tot een volle koelkast. Na de recente botsing van Melvin met de gesloten achterdeur zeurde de deceptie nog 5 sigaretjes na. 5 piraten op de tuinbank onder het bijkeukenraam op het overdekte terras. Alles bleef koppig roerloos. Wie weet was die halsstarrigheid reden genoeg voor Melvin om nooit meer terug te keren naar de bron? Opgeruimd staat netjes. Ook in het hoofd van Thea. Ze wil zich niet meer met Melvin bezighouden en vlucht naar binnen op zoek naar haar eigen kinderen en evenwicht.

In de huiskamer levert de televisie  bewegende achtergrondbeelden. Niemand kijkt. Zowel Bart als de kinderen zijn verdiept in hun laptops. Eensgezind en onderuitgezakt in de zithoek. Geïrriteerd loopt Thea naar het tv-scherm met de bedoeling om een eind te maken aan de energieverspilling. Dan voelt ze zich in een flits onafwendbaar aangetrokken door de beelden op de televisie. Ze wordt overvallen door een glimp van herkenning in een opname van een veiligheidscamera bij een pinautomaat in het programma van Opsporing Verzocht. Wonder boven wonder ligt de afstandsbediening binnen handbereik en heeft Thea in notime de volumeknop te pakken. Ze valt middenin een verslag van de voice-over. De dader zou een blanke man zijn tussen de 20 en 30 jaar. Hij heeft een slank postuur. Om zijn mond en neus heeft hij een sjaal gewikkeld. Hij draagt blauwe latex handschoenen, een lederen jack over een groezelig wit T-shirt en een zwarte pet met een logo in rode letters. Er staat: GSG.

‘G-Spot Gigolo’, weet Thea meteen zonder nadenken.

G-Spot Gigolo is de escortservice van toyboys aan oudere dames en heren met Bink aan het roer. Bink is een man van middelbare leeftijd. Melvin is zeventien jaar. Voor getuigen kan hij echter makkelijk voor een jonge man van naar schatting tussen de twintig en dertig doorgaan. Melvin heeft voor Bink gewerkt, maar zelfs als dat niet zo was geweest dan nog zou Thea hem herkend hebben aan de tattoo op de binnenkant zijn linker pols. Op het beeld van de beveiligingscamera trekt de dader voor de onzichtbaarheid zijn pet aan de klep nog wat verder over zijn voorhoofd, voordat hij met zijn rechterhand een gestolen pincode begint in te toetsen op de geldautomaat. De camera zoemt in en pauzeert op een screenshot van de tattoo die een seconde lang net onder de zoom van de geheven blauwe latexhandschoen op de beveiligingsbeelden te zien is. De voice-over ontcijfert de getatoeëerde letters aan de binnenkant van de linker pols voor de kijkers. Thea heeft het woord allang herkend:

‘Enough’.

De voice-over vervolgt:

‘Herkent u deze tattoo; het logo op de pet of andere kenmerken van de dader? Neem dan contact op met de regionale politie via het onderstaande nummer.’

‘Is dat hier?’, vraagt Bart, waarschijnlijk omdat Thea zo gebiologeerd voor het televisiescherm blijft staan.

‘Ja’, murmelt Thea vanachter de hand die ze voor haar mond geslagen heeft.

‘Zo zie je maar weer, zelfs onze stad blijft niets bespaard’, grinnikt Bart spottend.

‘Wat heeft hij gedaan!’, roept Thea uit.

‘Ja, jij bent aan het kijken, wij niet’, antwoordt Sabine droog.

‘Maar ik heb niet meegekregen wat hij gedaan heeft.’

‘Wie?’, wil Walter weten.

‘Melvin!’, roept Thea dramatisch.

‘Weet je zeker dat dat Melvin is?’, betwijfelt Bart.

Hij houdt zich alweer bijna volledig terug met zijn eigen zaken op zijn laptop bezig.

‘Je kunt de politie altijd tippen, toch?’, stelt hij afgeleid voor.

‘Moet ik dan niet eerst weten wat hij gedaan heeft’, vraagt Thea zich hardop af.

Walter geeft een oplossing zonder zijn blik van zijn laptop af te wenden:

‘Gewoon even ‘Opsporing Verzocht’  terug kijken bij ‘Uitzending Gemist’ mam. Over een uurtje staat het wel online’.

Rusteloos neemt Thea plaats op de tuinbank op het overdekte terras, waar ze dit keer bijna uit haar sokken waait door een stevige voorjaarswind die van het ene op het andere moment is komen opzetten. De windvlagen vallen haar rechtstreeks aan via het luchtruim boven de omheining en trekken door de kieren van de houten vlonder en zoldering. De tuinbank, op het overdekte terras onder het raam van de bijkeuken, staat gelukkig wel ver genoeg van de slagregen afgeschermd. Het stormt en niet alleen in haar hoofd. Even de inhoud luchten. Ze heeft geen zin in ‘Uitzending Gemist’ en ‘Opsporing Verzocht’. Ook niet over een uurtje.  Hoe vaak was het haar in de loop van de jaren op deze plek nou opgeteld al eerder gelukt om voor onbepaalde tijd te ontsnappen aan haar dagelijkse beslommeringen? En aan de rest niet te vergeten. De klappers. Vooral die extra’s staan in haar geheugen gegrift als uitschieters op de tijdlijn van haar leven als thuiswerkende moeder, huishoudster en huiswerkbegeleidster. Dan kan zo’n mislukte toyboy er ook nog wel bij verwerkt worden.

Onwillekeurig maakt Thea ineens een sprong terug in de tijd naar een specifieke zaterdag. Ze werd omgeven door precies hetzelfde weertype als vandaag. In dat bedoelde weekend zat ze ook hier op de bank op het overdekte terras. Op zich was dat niet zo gedenkwaardig, omdat Thea dus chronisch van de gelegenheid op het overdekte terras gebruik maakte om in de achtertuin tot zichzelf te komen. De aanleiding was een ander verhaal. Toen was het herfst en geen voorjaar en in plaats van een beker met koffie had Thea een laptop bij zich. Wel blies de wind precies zo venijnig heur haar uit de krul als in het hier en nu. Ook kon ze vanaf haar droge zitplaats, onder het raam van de bijkeuken op het overdekte terras, de totstandkoming van exact dezelfde modderpoel in het gazon aanschouwen als Thea vandaag voor haar ogen door de aanhoudende stortbui ziet ontstaan.

Destijds stond de herfstvakantie te gebeuren, nadat het eerste verlof van het nieuwe schooljaar met Yin en Yang was ingeluid met een sport- en spel vrijdag. Jammer genoeg niet in de buitenlucht, maar in de 2 gymzalen van De Wielewaal, omdat de weergoden niet mee hadden willen werken. Het was beter geweest als er een najaarszonnetje had geschenen in de spoorkuil – oftewel de groene zone - vlak bij De Wielewaal. In de natuur hebben zowel de kinderen, leerkrachten, begeleiders als de hulpouders meer adem- en speelruimte dan in bedompte gymzalen. Om maar niet te spreken van de beperkte bewegingsvrijheid in overdekte vertrekken voor ruim 200 basisschoolkinderen die aan vakantie toe zijn. Omdat echter geen enkel mens ooit beter is geworden van zaklopen, touwtrekken, ringwerpen en apenkooien in de stromende regen, werd door de organisatoren op de valreep unaniem besloten om de sport- en spel dag toch binnen doorgang te laten vinden. Zelfs het bestelde springkussen werd van de verregende speelplaats naar 1 van de 2 droge, maar benauwde zalen van het gymcomplex verplaatst.

Zoals ieder jaar met de sport- en spel dag voor de herfstvakantie was er ook deze keer weer een nijpend tekort geweest aan hulpouders. Opperouders zijn namelijk niet automatisch hulpouders. Integendeel; met toetreding tot het opperouderschap houdt de dienstbaarheid ten opzichte van niet bloedverwanten in de regel op. Integenstelling tot de belangeloze hulpverlening van de normale papa’s en mama’s die niettemin nog nooit vanzelf op gang was gekomen. Zoals gewoonlijk zat het team van De Wielewaal aanvankelijk dan ook met de handen in het haar. Er verschenen herhaaldelijk smeekmailtjes met oproepen aan alle ouders en verzorgers om zich toch vooral in te schrijven als helpende handjes. De inschrijflijsten hingen naast de lokaaldeuren van elke groep. Alle hulp was welkom. En omdat Thea zich door de interim directie serieuzer genomen voelde dan ooit tevoren op De Wielewaal, had ze zich door die bedelberichtjes voor het eerst sinds jaren weer eens laten overhalen om zich beschikbaar te stellen als hulpouder. Overigens niet zonder eerst toestemming aan Sabine en Walter te vragen. Niet alle kinderen vinden het leuk om tijdens schooltijd met papa of mama geconfronteerd te worden, maar Sabine en Walter hadden geen bezwaar tegen hun moeder in de rol van hulpouder. Wel rees nog even de vraag of Thea zich dan bij groep 7 van Walter of bij groep 8 van Sabine moest inschrijven? Walter leek prima op zijn plek bij meester Vik, terwijl Sabine pas bij Jeewee in de klas dat akkefietje met die stomp in haar maag van Boris achter de rug had.

Niet lang nadat die blunder door Jeewee in de doofpot gestopt was, werd Sabine ook nog eens geconfronteerd met één of ander lulverhaal van meester Populair over zijn vriendschap met juffrouw Siepie. Aan de larie die hij ten beste gaf,  viel, zelfs voor een 11jarig meisje, duidelijk op te maken dat hij niet bereid was om tegemoet te komen aan de eis van Yin. Directeur Yin had immers aan Thea laten weten dat hij het nodig vond dat meester Populair aan Sabine verantwoording aflegde over de tegenstrijdige signalen die hij aan de kinderen uit groep 8 gaf. Het van hoger hand opgelegde gesprek had Sabine, na een lange pijnlijke stilte, nog moeten inluiden ook.

‘Vind je het nou wel of niet erg dat juffrouw Siepie uit groep 8 weggaat?’, vroeg ze met de moed der wanhoop.

‘Ik vind het heel erg dat juffrouw Siepie uit groep 8 weggaat, want ze is een hele goede vriendin van mij. Gelukkig gaat ze niet echt weg, zoals juffrouw Rita, maar blijft ze wel lekker hier op De Wielewaal samen werken met juffrouw Marijke in groep 6’, beweerde Jeewee zoetsappig.

De mondhoeken van Sabine bereikten een dieptepunt. Toch vroeg ze niet verder naar het waarom van de dubbelzinnigheid van Jeewee. In de ideale relatie tussen een onderwijzer en zijn leerlinge was alle ruimte voor inlichtingen. Dus ook voor moeilijk te beantwoorden vragen zoals:

’Als jij en juffrouw Siepie zulke dikke vrienden zijn, waarom kom jij dan niet op voor jouw vriendin? Waarom praatte je met Ronnie en mij mee toen we op de gang tegen elkaar zeiden dat we juffrouw Siepie lelijk vonden?’

Maar de koele uitwerking van de woordeloze weerstand van Jeewee om zich tot het gespreksniveau van een kind te moeten verlagen over een grote mensenonderwerp, weerhield Sabine van nog meer kritische vragen. Haar gekwetste trots verdween na 3 keer moeilijk slikken in haar maag. Schijnbaar onaangedaan haalde ze haar schouders op. Ze keek uit het raam van de eerste verdieping. Aan de boomtakken in haar gezichtsveld balanceerden blaadjes in herfsttinten tussen leven en dood. Op het schoolplein waren de anderen al luidruchtig begonnen aan het speelkwartier.

Jeewee keek ook naar opzij, maar dan de andere kant op. Naar de deur van het klaslokaal op een kier. Hij rook koffie. Hij vroeg niet aan Sabine waarom ze wilde weten wat ze vroeg. Trouwens als iemand hem zou beschuldigen van het beledigen van Siepie dan ontkende hij dat voor eens en altijd. Staalhard. Hij had niemand lelijk genoemd. Het mocht toch niet zo zijn dat het woord van een kind zwaarder woog dan dat van een leerkracht!? Veel gekker moest het niet worden op De Wielewaal nieuwe stijl.

Aldus werd Sabine wederom gekleineerd. Eerst kreeg ze een belachelijk laag middelbare school preadvies voor vmbokader van juffrouw Siepie aan het eind van groep 7. Daarna werd ze op de eerste dag van het nieuwe schooljaar in het klaslokaal van groep 8 in het bijzijn van Jeewee in haar buik geramd door het zogenaamde hoogbegaafde beschermelingetje van de crème de la crème van De Wielewaal en als kers op de taart zette meester Populair haar vervolgens aan de kant voor de goede pikorde. Zoveel negatieve energie schreeuwde om een flinke dosis positieve aandacht ter compensatie voor Sabine. Te beginnen met een inschrijving van Thea als hulpouder bij groep 8 voor de sport- en spel dag vlak voor aanvang van de herfstvakantie. Overigens met volledige instemming van Walter die zich op dat moment nog helemaal zen voelde in groep 7 van meester Vik op De Wielewaal.

De regen nam af. Op de tuinbank op het overdekte terras in de achtertuin ademde Thea de koude klammige, solide geur van drassige aarde in. Haar hooggesloten parka benauwde. Ondanks het gure najaarsweer. Ze opende de laptop op haar schoot. Er was een online berichtje van directeur Yin. Op zaterdag. De Wielewaal was gesloten en het begin van de herfstvakantie stond voor de deur. Maar eens een  troubleshooter; altijd een troubleshooter. Ook in het weekend. Nadat Thea het mailtje geopend had, viel de inhoud met 1 oogopslag te overzien. Alles wat er te lezen stond was:

‘Thea wat is er gebeurd?’

Thea zou Yin kunnen bellen. Yin en Yang hadden  een crisisnummer in de online nieuwsbrief van De Wielewaal vrijgegeven in geval van code rood. Een week geleden hadden Bart en zij nog hartelijk moeten lachen om het paniekzaaibeleid van de interim directie. Want wat moest een ouder zich nou helemaal voorstellen bij code rood op de basisschool? Na gisteren piepte Thea evengoed wel anders. Walter, Sabine en zij hadden de gymzalen van De Wielewaal voor het einde van de sport – en spel dag in overspannen toestand geforceerd moeten verlaten. De kinderen hadden de chaos gelukkig direct bij thuiskomst achter zich gelaten. De herfstvakantie was begonnen. Jipie.

Thea daarentegen worstelde met de nasleep van de ravage die gisteren in de gymzalen van De Wielewaal ontstaan was. Ze moest wel reageren op de vraag van directeur Yin, want anders liep Thea het risico dat zij en haar kinderen de schuld van de explosie in de keet, traditiegetrouw en gemakshalve, wederom in de schoenen geschoven kregen. Voor je het goed en wel in de gaten had verviel op die manier iedereen weer in het oude patroon van opperouders en schuldenaren. En dat terwijl De Wielewaal zo voortvarend van start gegaan was onder toezicht van Yin en Yang.

Thea verkoos een schriftelijk verslag van haar kijk op het heftige gebeuren van gisteren boven een belletje naar Yin. Zo’n rapportage kon ze mailen, zodat Yin de feiten rustig tot zich door zou kunnen laten dringen en eventueel kon herlezen, terwijl een mondelinge verhandeling aan de telefoon meteen zo definitief en bindend was. Daarenboven was het nog steeds zaterdag en was die code rood ook na de herfstvakantie heus nog wel geldig.

Beste Yin,

Tijdens de sport- en spel dag van afgelopen vrijdag was ik (Thea) hulpmoeder in groep 8 van mijn dochter Sabine. Omdat het gisteren van ‘s morgens vroeg tot  ’s avonds laat pijpenstelen regende, net als vandaag overigens, besloot de organisatie om de sport- en speldag niet buiten, maar binnen in het gymzalencomplex van De Wielewaal te laten plaatsvinden. Naar mijn mening was dit eigenlijk geen doen met meer dan 200 kinderen. Er was gewoon te weinig ruimte voor iedereen om zich binnen uit te leven, hetgeen tot hevige irritaties onderling leidde. Op de gevolgen daarvan kom ik later nog terug.

Voordat ik me van mijn taak als hulpouder kon kwijten, moest ik eerst mijn kinderen voor het gebouw van de gymzalen bij De Wielewaal afzetten. De deur van het complex was nog gesloten. Vandaar dat  Sabine zich naar het klaslokaal van groep 8 begaf, terwijl onze zoon Walter (groep 7) zich voor de ingang van het gymzalencomplex onder een afdak tegen de stromende regen bij enkele van zijn klasgenoten voegde. Vervolgens heb ik de groep jongens uit groep 7  onder het afdak de rug toegekeerd met de bedoeling om een ticket uit de parkeerautomaat om de hoek te gaan halen. Zo ver ben ik echter niet gekomen. Ik werd teruggefloten door een martelend gegil dat onder het afdak bij de ingang van het gymzalencomplex vandaan leek te komen. Toen ik mij omdraaide zag ik nog net dat een klasgenootje van Walter -  Kevin genaamd – hardop huilend en roekeloos vanaf het gymzalencomplex de straat overstak om vervolgens via de openstaande voordeur van het schoolgebouw van De Wielewaal naar binnen te schieten.

Vanaf dat moment kon iedereen, die onder het afdak bij de gesloten ingang van de gymzalen stond te wachten om binnen gelaten te worden voor de sport- en speldag, meegenieten van het onophoudelijke gegier van Kevin vanuit de hal van het hoofdgebouw van De Wielewaal. Bezorgd liep ik dan ook terug op zoek naar onze zoon. Ik wilde me ervan verzekeren dat Walter ongedeerd was tussen de commotie onder het afdak van het gymzalencomplex. Op die plek vond ik hem dan ook,  terwijl hij wit weggetrokken steun zocht met zijn rug tegen de muur. Hij werd ingesloten door joelende klasgenootjes. Ze riepen allerlei aantijgingen aan het adres van Walter door elkaar heen, maar uit het gebral viel in grote lijnen op te maken dat er een potentiele moordenaar onder ons midden was. Deze sadist zou Kevin onder een passerende auto op het wegdek tussen het gymzalencomplex en het hoofdgebouw van De Wielewaal hebben willen duwen. De naam van de dader zou Walter zijn.

‘Dat is niet waar!’ kermde de verdachte alias Walter herhaaldelijk met klem.

Aangeslagen wurmde ik me door de razende menigte heen en trok Walter aan zijn onderarm naar mij toe.

‘Waar is die auto dan?’, vroeg ik in een poging om mij een beeld van het incident te vormen.

‘Die is doorgereden’, riep iemand anders in plaats van Walter.

‘Hit and run!’, hitste nog een ander opgewonden standje de boel onnodig extra op.

Het was een kwestie van een paar seconden voordat Walter en mij helemaal elke mogelijkheid tot communicatie ontnomen werd door de kreten en losse flodders van ik weet niet hoeveel luidruchtige omstanders, waaronder; Amir, Emir en Soltan, respectievelijk; een Turkse tweeling en een Marokkaanse jongen. Alle drie uit groep 7 van meester Vik en aanvoerders van verschillende jongensclubjes in de klas. De volgelingen uit deze kliekjes begonnen al snel eveneens op Walter en mij in te praten. Gelukkig heeft Walter ook een eigen clan en zijn maatjes probeerden de massahysterie wel enigszins het hoofd te bieden, maar zij legden met z’n vieren niet genoeg gewicht in de schaal. Zij konden niet voorkomen dat wij overstemd werden door een oorverdovende, lading valse getuigenissen die logen over de zogenaamde poging tot moord van Walter:

‘Hij heeft het wel gedaan hoor juffrouw. Ik heb zelf gezien. Walter

heeft Kevin onder een auto geduwd. Moet hij nou de bak in? Of eerst voor de rechter komen? Dan moet hij naar een opvoedingskamp net als mijn broer! Meester Vik gaat de politie bellen. En een ambulance. Walter heeft Kevin bijna vermoord.’

Zoals je weet vinden mijn man Bart en ik dat Walter vaak onterecht moet boeten voor allerlei ongeregeldheden op De Wielewaal. Hopelijk ben je het gesprek dat wij enkele weken terug aan het begin van het nieuwe schooljaar in de directiekamer van De Wielewaal hebben gevoerd en dat onder meer over de demonisering van Walter ging, niet vergeten. En nee, Walter is geen lieverdje, maar hij is ook geen moordenaar in spé. Om echter niet al te voorbarig op hoge poten op meester Vik in het hoofdgebouw af te stappen, besloot ik om Walter eerst uit te horen, zodat ik wist waar ik over oordeelde.

Volgens Walter was Kevin hem aan het uitdagen. Tot zover niets bijzonders, want Kevin provoceert onze zoon al sinds groep 1. Waarom hij dat doet, interesseert niemand, behalve mij. Het zou te ver voeren om in dit verslag ook nog in de psyche van Kevin te gaan graven. Ik ben geen psychiater en Kevin is mijn zoon niet. Ik heb wel zo mijn eigen inzichten, die ik dus voor me houd, maar die er wel toe geleid hebben dat ik Walter direct op zijn woord geloofde. Een overtuiging die nog versterkt werd door zijn maatjes; Tim, Huib, Pepijn en Marcus. Zij waren bij navraag door mij de eersten om het verhaal van Walter woord voor woord te bevestigen.

Omdat Walter gisteren onder het afdak van het gymzalencomplex zijn irritante klasgenoot negeerde, begon Kevin kungfu bewegingen in de richting van onze zoon te maken. Alsof hij wilde vechten. Tot zover alles bij het oude. Walter doet al ruim 6 jaar zijn uiterste best om zijn opdringerige klasgenoot zo vaak mogelijk te negeren en Kevin blijft gewoon op de oude voet doorgaan met zijn aandachttrekkerij. Tot op gisteren. Op een gegeven moment trapte Kevin met 1 been in de lucht richting Walter die tegen de muur van het gymzalencomplex stond. Hij tuurde met 1 oog op het scherm van zijn mobiel en met het andere oog naar Kevin die door zijn caperiolen met nog maar 1 been op de vaste grond stond. Walter zag hem gevaarlijk wiebelen. In een reflex hervond Kevin zijn evenwicht door paar passen naar achteren op het wegdek tussen het gymzalencomplex en het hoofdgebouw van De Wielewaal te doen. Simultaan met de wankele pose van Kevin, tufte er net op dat moment een personenauto achter de rug van het jochie langs. Kevin werd nog niet bij benadering door de auto geraakt, maar hij sloeg natuurlijk wel een belachelijk figuur in het bijzijn van al zijn toekijkende klasgenoten van groep 7. Overstuur van de schrik en de publieke flater, zette Kevin een keel op en wees in één uitroep Walter als de stichter van zijn onheil aan. Pas toen Kevin krijsend van onder het afdak van het gymzalencomplex zijn toevlucht zocht in het hoofdgebouw van De Wielewaal, merkte Walter dat er kennelijk iets meer met Kevin aan de hand was dan normaal. Temeer daar de oproerkraaiertjes uit groep 7 Walter ineens ook hardop vals begonnen te beschuldigen. Ik vermoed uit sensatielust. Wat moet je anders als 10 jarige wachtende jongetjes onder elkaar zonder toezicht, onder een afdakje van een gymzalencomplex? Niet zo gek dat fantasie van de meesten op hol sloeg van de minste aanleiding. In een vloek en een zucht was het gerucht dat Walter zijn klasgenoot Kevin expres geduwd zou hebben toen hij een auto zag naderen, de Wielewaalwereld in geholpen. Noch Walter, noch zijn maatjes deden nog moeite om de larie tegen te spreken. Immers; al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel. Tenminste dat hoop je dan.

In het ergste geval kan Walter altijd nog een beroep doen op zijn hersens, hetgeen van lang niet van al zijn klasgenootjes gezegd kan worden. Zo kent Walter de gevaren van het stadsverkeer. Zelfs al rijdt niemand harder dan 10 km per uur in het straatje tussen het hoofdgebouw en het gymzalencomplex van De Wielewaal. Al was het alleen al vanwege de alom aanwezige buurtpreventie en het gevaar van een fikse bekeuring die in de kindvriendelijke wijk van De Wielewaal altijd op de loer ligt. Maar los daarvan, weet Walter heus wel hoe hard een klap van een gevaarte als een personenauto kan aankomen. Ondanks het te verwachten slakkengangetje van zo’n voertuig. Walter zou zijn ergste vijand nog niet willens en wetens voor een rijdende auto geduwd hebben. Het idee alleen al.

En dan te bedenken dat Kevin verre van de ergste vijand van Walter is. Het joch interesseert Walter niks en meestal lukt het hem moeiteloos om Kevin te negeren. Onze zoon is dan ook onschuldig. Daar durven Bart en ik onze 4 handen voor in het vuur te steken. Nou hoor ik je al zeggen:

‘Elke ouder gelooft heilig in de onschuld van de eigen kroost. Zet die oogkleppen af, beste Thea.’

En het is de realisatie van die sluimerende achterdocht op De Wielewaal  jegens onze zoon en mij die mij gisteren ter verdediging van Walter naar meester Viktor heeft gedreven.

Meester Viktor van groep 7 stond in de hal van het hoofdgebouw. Hij leek van zijn stuk gebracht door Kevin die in de docentenkamer achter zijn rug nog steeds gestadig aan het gillen was. De deur van de docentenkamer stond open en ik zag over de schouder van meester Viktor dat Kevin met zijn rood behuilde gezicht naar mij toe in het midden van een langwerpige vergadertafel zat. Voor hem stond een glaasje water. Zowel van de rechter- als linkerzijde werd getracht om hem tot bedaren te brengen door 2 doorknede onderwijzeressen. Juffrouw Nelleke hield de bewegelijke Kevin op zijn plaats door zijdelings stevig zijn schoudertjes te omarmen. Tegelijkertijd probeerde juffrouw Toos uit groep 4 het hysterische ventje op een alternatieve wijze te kalmeren door meermaals te herhalen dat er helemaal niks aan de hand was en dat ons verkeersslachtoffertje maar een slokje water moest nemen tegen de schrik. Zij het met een lichte stemverheffing, hetgeen wel enigszins atypisch is voor juffrouw Toos. Enfin, ze moest iets bedenken om zich boven het gekrijs van Kevin uit verstaanbaar te kunnen maken. Zijn sirene doorbrak de geluidsbarrière. Hij eiste aldoor de politie, een ambulance en z’n moeder. Af en toe werd zijn vordering  afgewisseld met de repetitie van de aanklacht dat Walter hem onder een auto zou hebben geduwd. Ondertussen staarde meester Viktor mij met grote ogen radeloos aan. Hij is natuurlijk een beginnende onderwijzer en nieuw op De Wielewaal. Hij kent de kinderen van groep 7 nog niet zo goed als bijvoorbeeld juffrouw Toos en juffrouw Nelleke die deze blagen op De Wielewaal hebben zien opgroeien en op een gegeven moment zelfs een schooljaar lang in de klas hebben gehad. Zij laten zich echt niet meer ringeloren door hun Pappenheimers. Meester Viktor was zich echter overduidelijk wild geschrokken van de heftige driftbui van Kevin. Ik had hem graag een bemoedigend schouderklopje gegeven, maar ik kwam voor Walter en niet voor meester Vik.

Ik heb niet het idee dat ik tot meester Viktor doordrong met mijn pleidooi voor de onschuld van Walter, maar ik mijn zegje is in ieder geval gedaan. Met deze rechtstreekse aanpak hoop ik te voorkomen dat Walter opnieuw zonder slag of stoot ten onder gaat. Want voor Bart en mij staat al bij voorbaat vast dat onze zoon uiteindelijk hoe dan ook bij het incident met de hysterische Kevin  betrokken zal worden. Zij het als de aanstichter en zo niet dan toch als medeplichtige. Welke van de 2 genoemde aantijgingen aan het adres van Walter gaat overheersen, hangt af van de mate waarop er door de gezaghebbende ouders op De Wielewaal op de leerkrachten is ingepraat. Walter staat wel weer op, dat is het probleem niet, maar hoe vaak moet je een 10jarige jongen onterecht onderuit laten gaan? Vandaar dat ik getracht heb om meester Viktor zo snel en gedetailleerd mogelijk vantevoren in te lichten over de andere kant van het gelijk dat de ouders van Kevin vandaag of morgen op De Wielewaal met veel stampij zullen komen halen en in de toekomst ook geheid gaan krijgen. Een gewaarschuwd mens telt voor 2, want helemaal zonder blaam is Walter nooit. Althans naar mening van de buitenwacht.

Dat begint al bij dat zelfverzekerde gedrag, dat imposante postuur voor een kind van 10  en die bijdehandte praatjes die geen gaatjes vullen. Onacceptabel. Walter is minstens zo aanstootgevend als Boris. Je weet wel; de trots van De Wielewaal. Hoogbegaafde Boris met Asperger oftewel een aannemelijk signatuur dat hem op De Wielewaal dispensatie geeft van de normale omgangsvormen, waardoor hij Sabine straffeloos willens en wetens in haar maag mag stompen. Eigenlijk moeten we Walter ook een stempeltje geven net zoals Boris. Hij valt immers eveneens op tussen de middelmaat. Wat te denken van spectrum autisme, of adhd misschien? Dan is iedereen van verantwoordelijkheid ontheven en tevreden. Op Bart en ik na dan. Maar wij zijn in de minderheid. Helaas, want als er iets heerst op De Wielewaal dan is het wel democratie. En democratie is de dictatuur van de meerderheid. Toch lijkt het mij belangrijk om niet te vergeten dat Boris tijdens zijn vergrijp onder direct toezicht van meester Jan-Willem in het lokaal van groep 8 stond. In tegenstelling tot Walter, voor wie even geen professionele supervisie beschikbaar was, terwijl hij tussen de troep losgeslagen jongetjes uit groep 7 onder het afdak van het gymzalencomplex zijn vermeende misdaad pleegde. Ik was de enige volwassene in de buurt van de plaats delict op het wegdek en ik moet eerlijk bekennen dat ik het voorval met Kevin, de kungfumisser en de voorbij tuffende auto niet heb zien gebeuren. Toch zal bij iedereen die de twee betrokkenen langer dan vandaag kent na uitweiding van aanklager Kevin de twijfel al snel  toeslaan. Onze zoon Walter daarentegen wordt meestal bij nadere toelichting wel op zijn woord geloofd.

Met die zekerheid in mijn achterhoofd heb ik tenslotte maar afstand genomen van het vermeende incident. Ik had nog een drukke middag in het gymzalencomplex van De Wielewaal voor de boeg als moeder van Sabine en daarmee in mijn rol als begeleidster van een groepje kinderen uit groep 8. Daarom heb ik Walter geadviseerd om de valse beschuldigingen maar even naast zich neer te leggen. Tot nader overleg met zijn vader – Bart - , moest hij zich maar zolang gelaten bij zijn groepje voor de sport- en speldag voegen. Walter zag ook wel in dat er op dat moment voor hem niets anders op zat. Gelukkig was hij door zijn nieuwe meester Viktor in een groepje geplaatst met voornamelijk maatjes, een paar inschikkelijke meisjes en Basta.

Basta doet zijn naam geen eer aan. Basta is geen stoere jongen, blanke pit, maar wel heel speciaal. Een delicaat ventje dat nooit met andere jongetjes speelt – alleen met meisjes – en wiens tranen altijd op de loer liggen. Dat komt omdat de moeder van Basta over hem en zijn jongere broertje Storm waakt als een getergde leeuwin. Ze reageert altijd overdreven. De triggers voor de moeder van Basta blijven vaag. Ik vermoed dat ze constant op haar hoede is door de rauwe bezetting van hoofdzakelijk ferme knapen in groep 7. Over de samenstelling van de groep van haar tweede zoon Storm is mij niets bekend. Dus ik neem mijn kritiek op Basta en Storm helemaal voor eigen rekening. Haar zonen worden in elk geval niet weerbaarder of zelfstandiger van hun dominante moeder. Integendeel. Met het groeien van hun kinderjaren en de beklemming van mammie, worden de 2 bleekneusjes steeds banger en afhankelijk gemaakt door de  beperkingen van de uitdijende verdedigingslinie van hun grimmige moeder.

Nou is Walter niet angstig van nature en ook nog eens afkerig van de drilpraktijken die de moeder van Basta tekenen. Zelfs als ze zich voor de gelegenheid van een sport- en speldag anders probeert voor te doen in de sociaal wenselijke rol van zoetsappige hulpmoeder voor een groepje kinderen uit groep 7. Ik heb weleens een woord gewisseld met de moeder van Basta op het speelplein en die interactie was niet voor herhaling vatbaar. Ze had destijds al vanalles op Walter aan te merken, maar ik dacht toen dat ik er verstandiger aan deed om gewoon middenin haar haar tirade weg te lopen dan om tegen haar in te gaan. Haar opvoedkundige inzichten kunnen mij gestolen worden. Temeer daar ik het resultaat in de vorm van haar zonen Basta en Storm nogal bedenkelijk durf te noemen. Maar dat doe ik niet. Ik heb geen zin in ruzie. Geef mij de zorg over Sabine en Walter nou maar, dan hoor je mij niet over de kinderen van anderen.

Voor de lieve vrede drukte ik Walter nog wel op het hart om zich koest te houden. De sport- en spelmiddag met de moeder van Basta zou maar een tweetal uurtjes duren. Weliswaar een tweetal uurtjes uit het leven van Walter die hij nooit meer terugkrijgt, maar we gaan niet op alle slakken zout leggen.

Mijn medelijden met Walter probeerde ik zoveel mogelijk voor hem verborgen te houden, omdat mijn steunbetuigingen hem ook niet verder op weg zouden helpen. Dat nam echter niet weg dat hij amper 5 minuten geleden nog het mikpunt van allerlei valse beschuldigingen geweest was. Daar komt nog bij dat Walter een pesthekel aan teamsporten en oud Hollandse spelletjes heeft, waardoor ik hem beloofde dat hij voor de eerstvolgende sport- en speldag op De Wielewaal ziek mocht zijn. Die toezegging hielp hem over de streep en met zichtbare tegenzin voegde Walter zich bij het groepje waar hij door meester Viktor was ingedeeld en dat dus begeleid werd door de moeder van Basta. De recalcitrante houding van Walter voorspelde nochtans niet veel goeds, maar ik kwam voor Sabine en het werd hoog tijd dat ik me op de aanvoering van haar groepje concentreerde. Wij begonnen met bokspringen en ik zag vanuit mijn ooghoeken dat Walter aan de andere kant van de overvolle gymzaal aan het zaklopen was. Zo’n 45 minuten lang verloor ik mij in de begeleiding van het groepje van Sabine dat erg sportief bezig was en zich enthousiast op de verschillende spelletjes en sportuitdagingen wierp. Af en toe werd ik weliswaar afgeleid door het indringende stemgeluid van Walter, dat met gemak het rumoer van 200 kinderen in de 2 gymzalen oversteeg, maar ik zag hem nergens, dus hoopte ik maar het beste van het effect van het onheilspellende gezag van de moeder van Basta op mijn zoon. Totdat ik Walter op een gegeven moment op een paar meter afstand bij het groepje van Sabine en mij vandaan wist. Wij stapelden blokken en een deel van het groepje van de moeder van Basta hield een estafette met hindernissen. Walter stond aan de zijlijn met zijn armen voor zich ineengeslagen en zijn kin op zijn borst. Hij had een rood hoofd en ik zag dat hij zijn tranen stond te bedwingen. Zijn vuurspuwende ogen lieten de moeder van Basta geen seconde met rust en je kon aan haar zien dat ze op het punt stond om haar geveinsde geduld te verliezen. Plotseling wendde ze zich tot mijn zoon en greep hem bij zijn oorlelletje. Ik wist zeker dat ik hallucineerde en ik wachtte in eerste instantie even totdat het presumptieve waanbeeld als vanzelf zou verdwijnen. Toen dat niet gebeurde snelde ik op Walter en zijn beul af. Op het moment dat de moeder van Basta mij zag aanstormen liet ze het oorlelletje van Walter meteen los. Walter had geen krimp gegeven, maar de tranen van de pijn en vernedering rolden inmiddels wel over zijn roodgloeiende wangen.

‘Blijf met je tengels van mijn kind af’, beet ik de moeder van Basta toe, terwijl ik Walter in mijn armen sloot.

‘Ik zei alleen maar dat ze zich niet aan de spelregels hield’, protesteerde Walter gesmoord, terwijl hij bijna stikte in de benauwenis van mijn omhelzing.

Ja, Walter met zijn spelregels. Dezelfde spelregels waar hij zich altijd aan moet houden op De Wielewaal. Anders krijgt hij straf. Niet zo raar dus dat hij tot een muggenzifter is uitgegroeid als het op spelregels aankomt. Hij maakte zich los uit mijn armen en wreef zijn wangen droog. Daarna drukte hij tegen zijn doorgedraaide oorlel. Zijn gezicht vertrok kort van de pijn die hij verder negeerde. De handhaving van de spelregels hadden nu prioriteit volgens Walter.

‘Ze geeft Basta steeds de meeste punten, terwijl hij nog helemaal zero gedaan heeft. Hij staat hier maar net als ik niks te doen’, oreerde hij met een hoofdknik in de richting van Basta die op een afstandje naast hem stond en wortel schoot.

Basta keek alsof hem niks kon gebeuren met zijn moeder in de buurt en stak zijn middelvinger naar mij op, terwijl Walter nog wat na pruttelde:

 ‘Ze trekt hem gewoon voor’.

Ondertussen was de moeder van Basta zogenaamd weer druk met de estafette en de rest van haar groepje. Ik stond te trillen op mijn benen. Zojuist had ik voor het eerst in mijn leven een middelvinger van een 10jarig kind gekregen en het onwezenlijke beeld van de kindermishandeling van zojuist was ook nog steeds niet helemaal tot mij doorgedrongen, alhoewel het al wel op mijn netvlies stond gebrand. Een vreemde moeder van een klasgenoot die mijn 10jarige zoon molesteert. Ik drukte mijn handpalm tegen de gloeiende oorlel van mijn zoon. De hete pijn schroeide mijn klamme handpalm, vloeide over en stroomde door mijn bloedbaan. Sidderend van frustratie zocht ik oogcontact met de moeder van Basta.

‘Hoe durf jij mijn kind aan te raken?’, vroeg ik dreigend en langzaam op drift komend. Mijn stem brak. De moeder van Basta hoorde me wel, maar keek me niet terug aan, terwijl ze zachtjes siste:

‘Ik heb jouw zoon niet aangeraakt!’

‘Nee, ik ben blind zeker!’, riep ik woedend uit.  

Omdat ik niet wist waar ik het zoeken moest van kwaadheid, viste ik onwillekeurig naar morele steun om me heen. Ik herinner me de geamuseerde gezichten van andere hulpouders. De sensatielust van de geagiteerde kinderen in de gymzaal gierde door de bedompte ruimte. Met Walter in de buurt viel er altijd wat te beleven. Ik wees naar de pijnplek. Het rode oorlelletje van Walter. Zoiets moet toch niet mogen!? Ook niet op een mislukte eliteschool als De Wielewaal. Dit keer richtte de moeder van Basta zich wel rechtstreeks tot mij:

‘Kankerteef’, wist ze fijntjes.

Walter stoof meteen op:

‘Jij hebt aan m’n oor getrokken!’, schreeuwde hij.

‘En jij duwt andere kinderen onder een auto. Dus niet janken, zeikertje’, viel de moeder van Basta kijvend uit haar rol.

Met een kromme wijsvinger met zwarte laknagel in de lucht benadrukte ze haar aanklacht tegen Walter. Vanwege mijn ongeloof over het taalgebruik van het platvloerse Wielewaalbuurtwijf, moest ik even de tijd nemen om haar primitiviteit door te laten dringen.

‘Zeg jij nou zeikertje tegen mijn zoon?’

De sfeer in de gymzaal werd grimmiger. De aanwezige volwassenen; dus de leerkrachten en overige hulpouders, hielden de spelende en sportende kindermeute  nog maar met een half oog en oor in de gaten om stiekem zo veel mogelijk mee te kunnen pikken van het gevecht tussen de moeder van Basta en mij.

‘Ja, en hij heeft het van geen vreemde ook’, grijnsde de moeder van Basta weer gekalmeerd, omdat ze zich gesteund wist door de incrowd.

Verbijsterd zocht ik nogmaals tevergeefs en tegen beter weten tussen de honende hoofden naar gezond verstand. De docenten en hulpouders in mijn vizier begonnen ongemakkelijk weg te kijken. Om te voorkomen dat ik vlam zou vatten, wenkte ik Sabine die net haar blokkenrace had afgerond. Zwijgend voegde onze dochter zich bij Walter en mij, waarna wij gedrieën de afmars richting kleedkamers inbliezen.

Thea schrok van Walter die ineens voor haar stond op het overdekte terras in de achtertuin.

‘Wat eten we vanavond?’, vroeg hij ongeduldig.

Thea knipperde met haar ogen tegen het elektrische licht. De tuinlamp op het overdekte terras was  automatisch aangesprongen door de komst van Walter. Thea keek rechts onderin het verlichte scherm van haar laptop en zag dat 7 uur in de avond was. Voorbij etenstijd. 

‘Jullie mogen best een frietje halen’,  opperde ze beschaamd.

Ze had hier de hele middag op de bank op het overdekte terras in de achtertuin op haar laptop zitten tikken aan haar mailtje voor directeur Yin van De Wielewaal. Het verslag was nog niet af en nu al veel te lang geworden. Enfin, dat was niet haar probleem. Directeur Yin moest toch zo nodig op de hoogte gehouden worden van het wel en wee op De Wielewaal? Dan zou hij een gedetailleerde rapportage krijgen ook. Pas toen ze opstond van de tuinbank, merkte Thea hoe stijf een mens wordt van urenlang stilzitten op een houten plank in een vochtige omgeving. De herfstregen van die zaterdagmiddag druppelde nog hoorbaar na van de takken van de pruimenboom en het afdak van het overdekte terras op het tuinpad in de duisternis van de vallende avond.

‘Alweer?’, zuchtte Walter veelzeggend.

Thea ritste haar parka open en wapperde met de losse voorpanden wat frisse lucht naar zich toe. Gisteren had ze Bart en de kinderen ook al naar de frietboer gestuurd. Ze was zo overprikkeld geweest van de botsing met de moeder van Basta, dat ze niets anders kon dan in cirkeltjes draaien. De gebeurtenissen in de gymzaal bleven zich maar in haar hoofd afspelen. Alsof repetitie de enige manier was om de perikelen te kunnen verwerken. Herhaling leek het voorval steeds kleiner te maken; totdat het gebeuren uiteindelijk net zo minuscuul zou zijn als het laatste poppetje van een Matroesjka. Maar zover was Thea nog lang niet en tot die tijd dreef ze Bart en de kinderen tot radeloosheid met haar gepieker. Het hele huishouden dreigde in het honderd te lopen. Thea besloot om de spanningen niet op de spits te drijven. Bart droeg op zijn manier al meer dan genoeg bij aan de menagerie van het gezinsleven. Thea kon niet van hem verwachten dat hij ook nog eens achter het fornuis zou gaan staan. Hij had niet eens herfstvakantie integenstelling tot de kinderen. Thea weliswaar ook niet; maar een huisvrouw heeft nooit vrij. Dus kwam Thea haar zoon met tegenzin tegemoet.

‘Ik maak wel spaghetti’.

‘Lekker’, vond Walter, waarop hij meteen naar binnen snelde om het goede nieuws over te brengen op Bart en Sabine.

 

‘Ze gaat koken! We eten spaghetti’.

De derde persoon waarin Walter over haar sprak stak Thea:

‘Ze gaat koken.’

Alsof ze niet al jarenlang zo goed als iedere dag een warme maaltijd voor het hele gezin op tafel zette en ze een onvoorspelbare, psychiatrische patiënt was bij wie het kon vriezen of dooien. En dat terwijl Thea met een gerust hart van zichzelf durfde te beweren dat ze vrij constant was. Meestal. Alleen nou even niet, maar het was toch logisch dat ze onder de indruk was van de herrie gisteren in de gymzaal en dat ze even wat tijd voor zichzelf nodig had om de chaotische toestanden op een rijtje te zetten? Zeker omdat het leed nog niet geleden was toen Thea en de kinderen gisteren voortijdig van de sport – en speldag thuis kwamen. Het onheil naderde in de vorm van telefoongerinkel. Het was de moeder van Kevin. Onvoorbereid nam Thea de hoorn van de bakelieten huistelefoon op in de veronderstelling dat ze Bart aan de lijn zou krijgen. Viel dat even tegen.

‘Ja Thea, je spreekt met Jolijn’, bitste een kort afgemeten vrouwenstem in het open oor van Thea.

‘Dus?’, snauwde Thea op haar qui-vive.

‘Ik ben de moeder van Kevin’, lichtte Jolijn ongeduldig toe.

‘Ja, ik weet wel wie je bent, maar ik wist alleen niet dat je Jolijn heette’.

Thea hoorde zelf wat een onzin ze uitkraamde. Dat nam niet weg dat ze genoot van het effect op Jolijn. Er hing een vraagteken en verwarring in de ether, maar Jolijn liet zich niet lang knock out slaan. Ze had een missie.

‘Ik hoorde dat Walter mijn Kevin onder een auto geduwd heeft.

‘Je moet niet alles geloven wat je hoort’, antwoordde Thea tam.

‘Ik zou maar geen grapjes maken als ik jou was’, dreigde Jolijn met klem.

‘Ik maak geen grapjes. Van wie heb jij trouwens gehoord dat mijn Walter jouw Kevin onder een auto geduwd heeft?’

‘Van Kevin.’

‘Ah, blij te horen dat hij nog leeft.’

‘Ja, dat had er nog bij moeten komen. Dat hij lichamelijk letsel had opgelopen!’, schamperde Jolijn.

‘Kevin heeft geen lichamelijk letsel opgelopen, omdat Walter hem niet onder een auto heeft geduwd.’

‘Dat is niet wat ik gehoord heb.’

‘Dat kan wel zijn, maar toch heeft Walter jouw zoon niet onder een auto geduwd.’

Thea wist zelf niet waar ze de kalmte vandaan haalde.

‘Nou tegen een auto geduwd dan’, gaf de moeder van Kevin een beetje toe.

‘Ook niet tegen een auto geduwd.’

‘Hoe weet jij dat zo zeker, Thea?’

‘Van Walter, Jolijn.’

‘Walter liegt.’

‘Nee, herstel; Kevin liegt.’

‘Je weet net zo goed als ik dat dat niet waar is Thea.’

‘Wat?’

‘Walter liegt altijd, dat weet iedereen.’

‘Ik weet zeker dat Walter niet liegt!’, antwoordde Thea rustig.

De energie van de telefoonverbinding werd grimmiger. Jolijn was merkbaar geen tegenspraak gewend. Op haar werk en thuis had ze altijd gelijk.

‘Wat doe jij voor werk Thea?’

Wat was dat nou ineens voor een zijsprong? Thea besloot op veilig te spelen.

‘Thuiswerk’.

‘Ik ben lerares in de bovenbouw van een vwo. Ik weet hoe kinderen zijn en Walter is niet normaal.’

Thea had nooit gedacht dat haar tropenjaren op De Wielewaal haar nog eens te pas zouden komen. Bleek ze in de loop van de tijd toch een olifantshuid te hebben gekweekt. Die hele Jolijn kon roepen wat ze wilde; Thea liet zich niet meer gek maken. Dat ging niet eens meer, want ze was allang gestoord.

‘Wat geef je voor een vak in de bovenbouw van het vwo?’, vroeg ze liefjes.

Ondanks dat de vraag Jolijn hoorbaar irriteerde, gaf ze toch antwoord.

‘Aardrijkskunde, hoezo?’

‘Oh, nee, als je aardrijkskunde geeft dan snap ik wel dat je precies weet hoe alle kinderen in elkaar zitten’, lachte Thea spottend.

‘Je gaat me toch niet vertellen dat jij niet weet dat Walter abnormaal is?’

Jolijn meende wat ze vroeg.

‘Ja’.

‘Wat nou ja?’

‘Ja, ik ga je vertellen dat ik niet weet dat Walter abnormaal is.’

‘Walter is abnormaal Thea.’

‘Ik vind Kevin abnormaal.’

‘Pardon?’

Het begon langzamerhand tot Jolijn door te dringen dat de moeder van Walter minder voorspel- en manipuleerbaar was dan de rest van de wereld. Er sloop een zweem van fascinatie in haar tegendruk.

‘En waarom vind jij Kevin abnormaal als ik vragen mag?’

‘Dat mag je vragen en ik zal ook antwoorden. Ik vind Kevin abnormaal omdat hij mijn zoon vals beschuldigt.’

Daar had Jolijn even niet van terug. Maar na een pijnlijke stilte, kwam ze toch met een weerwoord:

‘Ik had gehoopt dat we er samen wel uit zouden kunnen komen.’

‘Ja, door Walter de schuld te geven. Mooi niet dus. Doe maar aangifte bij de politie. Eens kijken wie er gelijk heeft.’

‘Natuurlijk doe ik geen aangifte bij de politie’, riep Jolijn bekoeld uit.

‘Waarom niet? Kevin beweert dat hij onder een auto is geduwd. Dat lijkt me niet niks. Hij zegt dat Walter de dader is. Ik denk dat Walter zich wel kan verdedigen.’

‘Nou, Kevin ook hoor!’

‘Nou dan!’

‘Thea, ik denk niet dat we er samen uit gaan komen!’, besloot Jolijn.

Ze klonk ondersteboven.

‘Ik denk het ook niet’, zei Thea nog tegen dovemansoren, want Jolijn had de hoorn al op de haak gegooid.

’s Avonds na de spaghetti nam Thea aan de keukentafel het besluit om haar mail aan directeur Yin af te ronden en niet verder uit te wijden over het belletje van Jolijn. Achter haar maakte de afwasmachine een instemmend gorgelend geluid. Thea deed vooral zichzelf een plezier met het commando ‘mail verzenden’ op haar laptop die opengeslagen voor haar, tussen enkele vergeten spaghettislierten en gemorste plasjes bolognaisesaus, op de keukentafel lag. Haar verslag aan de directie van De Wielewaal was al lang genoeg. Na de herfstvakantie zouden Yin en Yang, los van haar genuanceerde relaas, ook nog met de verongelijkte ouders van Kevin geconfronteerd worden. Om maar niet te spreken van het te verwachten beklag van de ouders van Basta. Thea moest alle schijn van indoctrinatie met voorbedachte rade van het inschattingsvemogen van de heren directeuren, die amper op De Wielewaal ingeburgerd waren, voorkomen. Immers, al ligt de waarheid klinkklaar voor, de leugen vindt altijd gehoor.

 

HOOFDSTUK 47

Thea was emotioneel uitgeput na haar uitgebreide mail aan directeur Yin over het fiasco van de sport- en speldag op De Wielewaal. Er had zich een ramp voltrokken al meteen aan het begin van het ambitieuze schooljaar van de crisisdirecteuren Yin en Yang. Alles wat fout had kunnen gaan op een sport- en speldag was mis gegaan. Stelletje opportunisten. Die Yin en Yang. Om maar niet te spreken van Walter. Zijn omstreden aandeel in de puinhoop was op De Wielewaal in no time een algemeen gedeeld geheim. Het gemoed van Thea dreigde te imploderen door de onuitgesproken implicaties. Toch had de mail naar directeur Yin haar rechtvaardigheidsgevoel goed gedaan en leek haar inwendige storm daardoor enigszins geluwd. Het lukte haar om genoeg afstand te nemen en zich daarmee tijdelijk een onverschillige houding ten opzichte van De Wielewaal aan te meten. Eerst maar eens opladen.

Met het humeur van Thea was ook het weer omgeslagen. Een nazomerzon had de stromende regen verdreven en reeg de resterende tijd van de herfstvakantie aaneen in lome dagen van oker licht en behaaglijke warmte, waarin Thea op adem kwam. Geen Huiswerksterkklanten deze week, maar nog wel oefenen met Sabine en de laptop met daarop de online citotrainer. Buiten op het grasveld in de tuin. Onderuitgezakt in de tuinstoelen met Walter, Bart en Yolohond ergens in de buurt. Bij huis. En de katjes niet te vergeten; Doorn en Roosje. Doornroosje. Honderd jaar slapen! Als dat zou kunnen! Soms kwamen de huisfiguranten even de neus laten zien.

‘Wie doet ons wat?’, durfde Thea op zulke momenten zelfs te denken.

Zelfs de snelle reactie van directeur Yin op haar mail beroerde haar even niet. Hij stelde een gesprek voor direct na de herfstvakantie. Alweer een gesprek. Alsof er zonder Thea al niet genoeg werd geouwehoerd in de onderwijswereld. Dit keer moest Walter – de vermeende aanstichter van de sport- en speldagflop - ook maar meekomen. Wie A zegt moet ook B zeggen. 

‘Stuur jij effe een bevestiging terug?’, beval ze onderuit gezakt aan boodschapper Bart.

Haar blote armen liet Thea langs de leuningen van haar tuinstoel  afhangen. Terwijl ze citotrainde met Sabine, aaide ze grassprietjes met de toppen van haar vingers. Kwestie van prioriteiten stellen, want zo’n herfstvakantieweek had de gevoelslengte van een milliseconde. 

In een oogwenk was ze dan ook weer terug op de basisschool van haar kinderen en leek Walter gekrompen aan de immense vergadertafel van De Wielewaal, terwijl hij normaliter boven gemiddeld groot was voor zijn 10 jaren. Directeur Yin liet op zich wachten. Thea zat naast Walter en verbeet zich. Innerlijk bereidde ze zich voor op een teleurstelling. Er hing een domper in de lucht die voorspelde dat directeur Yin niet meer dezelfde zou zijn als anderhalve maand geleden tijdens hun eerste ontmoeting, waarbij ook directeur Yang aanwezig was geweest. Inmiddels hadden Yin en Yang natuurlijk ook nader kennis gemaakt met de opperouders van De Wielewaal. Luizenvader Jan Doedel van Pepijn uit groep 7 om maar eens een gruwel te noemen. Of professor Pronken bijvoorbeeld. De erudiete vader van het vriendje van Walter. Marcus uit groep 7. En Jenny uiteraard; de moeder van Tim. Nog een maatje van Walter. Zijn moeder Jenny was net zo flirterig als de mama van Nana uit groep 8. Overjarige Agnes. En dan de markante vader van Alfred in de rolstoel uit de zesde klas en Boris uit groep 8. Alias; Gert de gemeentefunctionaris die onderhands vanalles wist te regelen en die iedereen daarom maar beter te vriend kon houden. Plus de schreeuwers tijdens de vergadering van groep 8. Evelien en Jelle van Fransje; Marit en Harry van Luna; de ouders van het huilmeisje Mathilde. Dan waren er nog Maud van Happy en Ronny en al die andere papa’s en mama’s, verzorgers en aanhang van ruim 200 kinderen op een basisschool onder het vergrootglas van een paar troubleshooters. Thea kende haar plaats al voordat directeur Yin er haar op gewezen had. De klik die er geweest was tussen hem en haar tijdens de eerste bijeenkomst bood geen enkele garantie voor successen in de toekomt. Ook al had directeur Yin haar nog een bedankmailtje gestuurd na het eerste gesprek.

‘Dank je Thea. Ik vond het een goed gesprek.’

‘Dat heeft hij geleerd op de managercursus. Positieve feedback na een confrontatie met een ouder’, lachte Thea spottend, terwijl ze een bedankje terug mailde.

‘Dank je Yin. Ik vond het ook een goed gesprek.’

‘Ja, maar hij meent wel wat hij mailt’, probeerde Bart hoopvol.

Hij was blij dat Thea eindelijk een luisterend oor op De Wielewaal gevonden had en Thea was blij dat Bart blij was. Maar voor zichzelf wist ze wel beter. Getraind als Thea was in haar omgang met opgedrongen exclusiviteit en wurgende  groepsdruk. In topvorm was ze.  Noodgedwongen door haar tropenjaren op De Wielewaal stond ze allang beter bekend als tirannieke Thea. Directeur Yin zou haar nooit kunnen bijbenen. Ondanks wederzijdse sympathie. Zijn positie als directeur van een basisschool en crisismanager liet geen speelruimte om zich met buitenstaanders als Thea te verbinden. Directeur Yin was bij voorbaat gedoemd om gewetensvol achter te blijven op elk punt waarop Thea formeel te ver zou gaan.

Een kwartier te laat kwam hij de vergaderruimte binnen gestormd  alsof hij zich gehaast had om op tijd te komen. Hij herstelde zich, nam een nononsense houding aan en richtte zich tot Walter.

‘Heb je een fijne herfstvakantie gehad, Walter?’, vroeg hij vriendelijk.

Directeur Yin nam tegenover Thea aan de andere kant van de vergadertafel plaats. Hij ontweek het oogcontact dat Thea tot stand probeerde te brengen.

‘Best hoor’, antwoordde Walter niet op zijn gemak.

Directeur Yin viel maar meteen met de deur in huis:

‘Weet je nog wat er voor de herfstvakantie gebeurd is op de sport- en speldag?’

Directeur Yin haakte zijn vingers ineen en keek Walter van opzij doordringend aan.

‘Ja, natuurlijk weet ik dat nog’.

Walter klonk verontwaardigd. Hij was geen kleuter. Thea zweeg. Ze was op haar hoede. Ze zou pas ingrijpen als directeur Yin haar zoon onheus zou bejegenen. Als hij hem vals zou beschuldigen bijvoorbeeld. Of hem woorden in de mond zou leggen. Tot dusver zag ze echter geen reden om tussenbeide te komen en directeur Yin lette niet op haar. Hij was veel te druk bezig om de juiste toon tegen de leerling Walter te zetten.

‘Hoe vond jij de sport- en speldag Walter?’

Directeur Yin hield zijn gezicht in een welwillende plooi. Alsof hij het kind naast zich aan de vergadertafel oprecht beter wilde leren kennen.

‘Ik vond er niks aan. We moesten allemaal naar de gymzaal, omdat het heel hard regende en toen mochten we nog niet naar binnen. We moesten wachten en wachten en wachten.  Eerst moesten alle buitenspelletjes naar binnen, naar de gymzaal gesjouwd worden. Daarna was alles veel te druk. Wel 200 kinderen en zo hup van buiten naar binnen in een gymzaal. Iedereen deed maar wat. Niemand hield zich aan de regeltjes. Dat moet ik eens doen! Me niet aan de regeltjes houden hier op De Wielewaal. Als ik me niet aan de regeltjes houd dan krijg ik altijd straf. Ik zat bij de moeder van Basta in het groepje en zij draaide aan mijn oorlelletje, toen ik zei dat zij zich niet aan de spelregeltjes hield. Toen kwam mijn moeder erbij.’

Hier stopte Walter zijn relaas. Hij wreef illustratief over zijn rechteroorlelletje bij de herinnering van de fysieke pijn die de moeder van Basta hem een week geleden toegebracht had. Hij zweeg net zo plotseling als hij begonnen was met praten. Met het oprakelen van zijn versie van de sport- en speldag, was ook zijn boosheid weer in alle hevigheid teruggekomen. Woest loerde hij naar opzij om toch maar even de stemming te peilen. Directeur Yin luisterde afwachtend. Onbeweeglijk en kaarsrecht met de armen voor zich uitgestrekt op de vergadertafel. Er viel een pijnlijke stilte die directeur Yin verbrak met een vraag naar de bekende weg, teneinde het kind weer tot verder praten aan te zetten:

‘Want mama was ook in de gymzaal?’

‘Ja, ze was begeleidster van een groepje met mijn zus Sabine uit groep 8’, vulde Walter volgzaam aan.

Thea besloot om niet in te grijpen door Walter te gebieden om de directeur netjes aan te kijken tijdens zijn antwoord. De natuur moest maar zijn beloop hebben vandaag. De wet van de sterkste.

’En toen kregen de moeder van Basta en jouw moeder ruzie?’, vervolgde directeur Yin.

Dit keer richtte Walter zich wel rechtstreeks tot de beste man naast zich:

‘Ja, omdat de moeder van Basta aan mijn oorlelletje had getrokken, en Basta stak ook nog zijn middelvinger naar mijn moeder op!’

Directeur Yin boog voorover en masseerde zijn slapen. Hij zuchtte:

‘Het kan me niet zoveel schelen waarover moeders ruziën. Dat moeten ouders onderling maar uitvechten, vind je niet?’

De verhulde sneer naar zijn moeder ontging Walter niet. Zo klein als hij was. Hij begon directeur Yin te wantrouwen. Directeur Yin signaleerde de groeiende afstand  ook, terwijl hij toch bekend stond om zijn verbindende talent. Meestal had hij al na twee zinnen de juiste aanpak van een gesprekspartner gevonden, maar bij deze leerling sloeg zijn trucje niet aan. Thea merkte dat directeur Yin bij iedere aanhef een treetje hoger nam op de vergelijkende trap van basisschooljongetjes van 10 jaar. Het reactiepatroon van Walter verwarde hem. Alsof het kind onpartijdig volwassen situaties kon overzien en beredeneren, hetgeen theoretisch onmogelijk is op zijn leeftijd. De probleemanalyse van een mislukte sport – en speldag is voor het overgrote deel van de basisschoolkinderen toch echt een brug te ver. Directeur Yin was echter ook een man van de praktijk en hij stond nergens meer van te kijken. Hij nam de volgende trede:

‘Het kan me wel schelen waar jij ruzie over hebt gemaakt tijdens de sport- en speldag. Want je hebt ruzie gehad op de sport- en speldag toch?’

‘O, met Kevin?’, gaf Walter meteen toe.

‘Wat is er gebeurd?’

‘Kevin zegt dat ik hem voor een auto geduwd heb’, smaalde Walter.

‘Ik vraag niet wat Kevin gezegd heeft, maar ik wil graag jouw kant van het verhaal horen?’

‘Ja, want een verhaal heeft altijd twee kanten’.

Walter was cynisch. Directeur Yin zocht nu wel oogcontact met Thea. Hij keek bevreemd. Thea haalde haar schouders op. Walter was Walter en ja hij kon cynisch zijn. Ook al was hij pas 10 jaar. En dan hield hij zich hier aan de vergadertafel nog in uit beleefdheid. Directeur Yin zou Walter thuis eens bezig moeten horen met zijn zus Sabine van 11. De taalhandelingen zouden hem om de oren vliegen. Toch kon Thea de onwennigheid van directeur Yin wel enigszins begrijpen. Hij had immers naam gemaakt als crisismanager op verschillende, zwarte scholen door het land. Met zwarte scholen worden  scholen met kinderen van uiteenlopende nationaliteiten bedoeld. Kinderen uit gezinnen met veelal een hiërarchische opvoedingscultuur die openlijk gepredikt wordt. De wil van de opvoeder is wet en eigenzinnige kinderen worden niet op prijs gesteld. Dat na wat dieper graven op witte scholen precies dezelfde heerszuchtige principes leven, had directeur Yin op dat moment misschien kunnen raden of moeten weten. Zijn inschattingsvermogen was wellicht al vertroebeld door de schone schijn. Dus door de hypocrisie van het zogenaamde ruimdenkende docententeam en de quasi vrijgevochten opperouders op De Witte Wielewaal. De gedachte aan een mogelijke indoctrinatie van directeur Yin, gaf Thea niet bepaald positieve energie. Vermoedelijk verwachtte hij dat het gebekte weerwoord van Walter een voorbode was van de mondigheid die hem in zijn tijd als troubleshooter van de witte kinderen op De Wielewaal te wachten zou staan. Thea had hem van het tegendeel kunnen overtuigen, maar waarom zou ze? Directeur Yin werd betaald voor zijn mensenkennis. Niet zij.

Het zag erna uit dat directeur Yin zich schrap zette. Alsof hij alle zeilen bij moest zetten om de snotneus aan zijn zijde geen oorvijg te verkopen. Hij herpakte zich manmoedig en Thea kon zijn prevalerende principes bijna aanraken. Elk kind heeft het recht om serieus genomen te worden. Zelfs wijsneus Walter.

‘Dus je hebt Kevin niet voor een auto geduwd?’, drong directeur Yin aan.

‘Nee, natuurlijk niet. Ik ga toch niemand voor een auto duwen?’, benadrukte Walter met tranen in zijn stem.

Hij sprak als een volwassene, maar gedroeg zich naar zijn leeftijd. Hopelijk was directeur Yin, ondanks alle ruis, toch in staat om Walter te zien voor het 10jarige kind dat hij was. Walter verklaarde zich nader:

‘Kevin deed kungfu. Dat is een vechtsport. Dan trap je bijvoorbeeld  met één been in de lucht en toen wankelde hij. Na die kungfubeweging kwam hij nog maar net op zijn twee voeten terecht en deed een stap naar achteren. Toen stond hij op straat. Precies toen kwam er ook een auto voorbij. De auto reed heel langzaam. Dat komt omdat de weg bij de gymzaal maar een klein straatje is. De auto raakte Kevin net niet, maar hij begon toch te huilen, omdat hij Kevin is. Kevin huilt heel snel en vaak. Bijna iedereen lachte hem uit. Toen stond hij voor gek. Daarna rende hij de school binnen. Hij gilde. Ik hoorde dat hij tegen de juffen en de nieuwe meester riep dat ik hem onder een auto geduwd had.’

‘Waarom zou Kevin dat doen, denk je?’, vroeg directeur Yin half overtuigd.

‘Wat?’

Er viel een pijnlijke stilte die Walter op zijn fatsoen trok:

‘Sorry, wat bedoelt u?’

Directeur Yin herformuleerde zijn vraag.

‘Waarom zou Kevin beweren dat jij hem voor een auto geduwd hebt, terwijl jij zegt dat je dat niet gedaan hebt denk je?’

‘Dat weet ik niet’, antwoordde Walter innemend.

Thea wilde zich nergens mee bemoeien, maar ze dacht:

‘Dat weet je wel’.

Alsof Walter de gedachten van zijn moeder kon lezen vervolgde hij:

‘Ik denk, omdat Kevin uitgelachen werd. Dat is zo vaak en dan geeft hij altijd mij de schuld.’

‘O.k.’, bracht directeur Yin na een veel te lange denkpauze peinzend uit.

Thea zag hem twijfelen aan de geloofwaardigheid van de input van Walter. Hoeveel had zijn moeder hem ingefluisterd? Thea hielp directeur Yin uit zijn impasse:

‘Hij spreekt zijn eigen waarheid, hoor. Walter heeft niet vooraf een vragenlijst mogen inzien, waarvan hij  de antwoorden met mij heeft kunnen instuderen voordat jij hem aan een kruisverhoor ging onderwerpen. Hij improviseert.’

Directeur Yin had Thea wel gehoord, maar richtte zich direct tot Walter:

“Moest jij ook lachen om Kevin?’

‘Nee’

‘Maar iedereen lachte?’

‘Bijna iedereen. Ik niet. Ik vind Kevin niet om te lachen’, bromde Walter plausibel.

‘Waarom ben je dan niet op meester Vik afgestapt met jouw probleem?’

‘Welk probleem?’

Walter keek zoekend om zich heen. Thea zou ook weleens willen weten waar het probleem van Walter lag.

Directeur Yin zocht naar woorden en deed, uit gebrek aan beter leek het wel, een absurde suggestie.

‘Je had aan meester Vik kunnen vertellen hoe jij denkt dat de sport – en speldag beter had gekund. Daarmee had je ruzie met Kevin kunnen voorkomen’.

Zo’n kwikfiks voor een kind van 10  verzin je als directeur van een basisschool alleen maar ter plekke. Bij gebrek aan beter. Om na een nachtje slapen de absurditeit ervan in te zien. Walter schudde meteen al zijn hoofd.

‘Dan moet ik tegen een volwassen man zeggen wat hij moet doen. Dat mag ik niet van mijn vader.’

Directeur Yin trok zijn hoofd in de nek. Werd hij nou terecht op zijn vingers getikt? Betrapt sprak hij zijn didactische mond voorbij:

‘Je moet zeker geen dingen doen die je niet mag van je vader, maar je mag van mij ook niet zomaar eigen rechter spelen en ik ben de directeur van De Wielewaal.’

‘Sorry’, piepte Walter deemoedig.

Thea greep in en hoonde:

‘Nee, hij moet over zich heen laten lopen!’

Haar stem schoot uit, waardoor de misser van directeur Yin nog eens extra betoond werd met een felheid die in één klap uiting gaf aan haar opgekropte mening over de kwestie. Verslagen keek directeur Yin haar een seconde aan, met ogen die vroegen wat hij dan volgens Thea anders had moeten zeggen en doen? Dit keer was het haar beurt om zijn blik te ontwijken. In de gespannen sfeer die daarop volgde, schorste directeur Yin de vergadering. Thea en Walter zouden nog van hem horen.

Thea vroeg zich af of Kevin en zijn moeder – Jolijn – in die periode ook op een veroordeling van directeur Yin zaten te wachten? Hadden zij ook een ontmoeting met het onderwijsbeest gehad? Zo ja, dan was het relmuisje op De Wielewaal verzekerd van een staartje. Jolijn was het type dat het voortouw nam bij elke onderhandeling. Net zoals ze geprobeerd had om Thea te overrompelen in het telefoongesprek over het zogenaamde vergrijp van Walter. Dat manipulatieve gedrag zou zich wreken. Directeur Yin had tijdens zijn nadere kennismaking met Thea in ieder geval blijk gegeven van een krachtige persoonlijkheid. Hij liet zich niet intimideren door ouders. Hij zou zich niet laten koeioneren a la Willy Bakbruin. Bovendien rende Kevin na de herfstvakantie – gelukkig maar - onveranderd gezond en wel op de speelplaats en door de gangen van De Wielewaal. Hierdoor werd het gerucht van de vermeende duw door Walter van Kevin onder een rijdende auto stukken minder spectaculair. De voortdurende schoolroutine en het tikken van de tijd deden het incident tenslotte in de vergetelheid geraken. Maar de geruchtenmolen was weer in gang gezet en draaide als vanouds op volle toeren door. Al was het maar in de hoofden van Yin en Yang.

Hierbij had Thea het graag gelaten voor wat betreft haar betrokkenheid bij de herstelwerkzaamheden van de troubleshooters op de basisschool van haar kinderen. Ze had genoeg te stellen met haar werk voor Huiswerksterk en het klaarstomen van Sabine voor de komende  allesbeslissende citotoets. Inmiddels was juffrouw Siepie de saimiri in groep 8 voorgoed van de baan en veilig afgevoerd naar groep 6 in samenwerking met juffrouw Marijke. De directeuren Yin en Yang hadden zich dus niet van hun rigoureuze maatregelen laten afleiden door het hevige protest van de opperouders  op de voorlichtingsavond aan de start van het jaar. De opperouders waren faliekant tegen het vertrek van de schooltrol uit groep 8. Diepe buiging voor de standvastigheid van Yin en Yang. Nu moest Jeewee nog zijn draai vinden als alleenheerser in de klas van Sabine. Het was te verwachten dat hij hiervoor verviel hij in zijn typerende toffe peer gedrag. De aloude kolder die hij in het verleden ook al in de combiklas voor de opperouders had aangezwengeld. Die slappe ongein van; doe niet, doe niet, want ik vind het zo leuk; ons kent ons en had je wat. Opnieuw dat hele kinderspel. Het preutse geflirt van Jeewee in de deuropening van zijn lokaal met de krolse mama’s van dertig plus. De cafépraat met de ongeschoren papa’s op een nuchtere maag. Onderbroekenlol waartegen Thea niet iedere schooldag even goed bestand was. Toch deed ze wat in haar vermogen lag om leuk mee te socialiseren met de meester van haar dochter. Desnoods sloot ze vlak voor aanvang van de lessen achteraan de rij met smachtende groupies bij de kapstokken in de gang ter hoogte van het lokaal van groep 8. De kans om haar en daarmee Sabine over het hoofd te zien zou Jeewee van Thea geen tweede keer meer krijgen. Behalve op de ochtenden waarop heerszuchtige personages zoals professor Pronken – de vader van Marcus uit groep 7 en Allagonda uit groep 8 – of de opperouders van Fransje  – Evelien en Jelle –  uit de klas van Sabine haar voor waren en de aandacht van Jeewee al hadden opgeëist. Het was niet om aan te zien hoe dweperig Jeewee zich stond uit te sloven om bij deze quasi ongenaakbare terrorouders in de smaak te vallen. Waarom?

‘Stel je maar net zo arrogant op en je wordt door Jeewee op dezelfde onderdanige manier behandeld’, had  Bart al zo vaak aan Thea uitgelegd

‘Waarom zou ik dat willen?’, walgde Thea.

‘Nou dan’, vond Bart.

Maar daar nam Thea geen genoegen mee:

‘Moet ik je eraan herinneren dat de vader van Fransje – die Jelle – mij letterlijk voor gek heeft gezet op de ouderavond van groep 8?!’

Bart haalde zijn schouders op:

‘Denk je dat Jeewee daarmee bezig is?’

Thea wist ook wel zeker van niet, maar toch maakte ze zo snel mogelijk dat ze uit De Wielewaal weg kwam met de stamhoofden van de opperouders – dus Jelle bij groep 8 en professor Pronken bij groep 7 - in de kijker. Een haastige kus op de voorhoofdjes van haar kinderen. Jassen aan de kapstok en wegwezen. Met een noodgang het schoolgebouw uit in de hoop om de verse herinnering aan de openlijke smaad van een groot deel van het gezelschap tijdens de ouderavond in het klaslokaal van groep 8 aan het begin van het schooljaar te ontvluchten.

Op het moment zelf tijdens de toenmalige ouderavond had Thea gezegevierd, omdat de hele Wielewaalkliek zichzelf zo te kijk had gezet ten koste van haar reputatie. Jelle, de gedreven papa van Fransje, had de rol van openbare aanklager op zich genomen. De aanval kwam er vrij vertaald op neer dat tirannieke Thea met gemak door kon gaan voor  heks. Zo’n achterbakse toverheks die in de middeleeuwen allang op de brandstapel zou zijn geëindigd. Hoe primitief kun je zijn? En hoewel de directeuren Yin en Yang de hetze vermoedelijk meteen hadden doorzien, was van nagenieten van deze overwinning geen sprake. In de nasleep van de roemruchte ouderavond gedroegen alle getuigen zich alsof Thea niet persoonlijk geraakt was door een doorgedraaide ouder. Zo leek het wel of de aanval van Jelle gedoogd werd door; een overweldigde Yin en Yang; een apathische juffrouw Marijke; een laffe Jeewee; en een lokaal vol jaknikkers. Het schot in eigen doel van de opperouders dreigde op die manier compleet teniet gedaan te worden. Daar kwam nog bij dat Thea de impact op de directeuren Yin en Yang van de ontsluierde heksenjacht niet in kon schatten. Thea zat echt niet te wachten op steunbetuigingen. De Wielewaal draaide niet om haar welbevinden, maar om dat van de kinderen. Door de openbare veroordeling van Thea had de kouwe kakkliek van groep 8 zich weliswaar van hun slechtste kant laten zien aan de troubleshooters, maar het was de vraag in hoeverre twee heren van buitenaf in staat waren om het voorval in perspectief te plaatsen. Waarom zouden ze na de uitschieter van papa Jelle kritiekloos op één lijn gaan zitten met tirannieke Thea? 

Zelfs Bart bood geen troost. Hij geloofde niet in het gezichtsverlies dat in de verbeelding van Thea hoe langer hoe groter werd. In zijn ogen was Thea bijna een martelares.

‘Iedereen van buitenaf ziet meteen dat de opperouders op De Wielewaal compleet van het padje af zijn. En die Jelle voorop!’

Maar Bart was geen getuige geweest van de leeuwenkuil. Hij had niet letterlijk naast haar gezeten in de arena van de vijandige ouderavond van groep 8 en ging met zijn conclusies alleen maar af op haar kant van het verhaal. Daarnaast was de magie van de telefonische peptalk van Rinus Hardleers van de onderwijsstichting, als voorbode van de komst van Yin en Yang, van voor de zomervakantie ook wel uitgewerkt. Wat overbleef in het hoofd van Thea was de valse naklank van het affront van de vader van Fransje. De beledigingen die hij zo schaamteloos en met woordeloze bijval van het publiek op haar had losgelaten op bewuste ouderavond van groep 8 als een vloek die op De Wielewaal over haar heerste:

‘Jij moet gewoon je bek houden, achterlijk wijf! Je hebt al genoeg aangericht met jouw gezeik constant! Je staat niet voor niks bekend als tirannieke Thea.’

En:

‘Voed jij eerst je eigen kinderen maar eens op.’

Waarom Jelle zich wel ongestraft als een idioot kon gedragen op De Wielewaal en zij niet, heeft Thea tot op de dag van vandaag nog niet begrepen. Ze zou zich ook niet verder met felle Jelle hebben beziggehouden, als Jeewee uitgerekend haar aartsvijanden niet zo opzichtig met alle egards bleef behandelen. In de eerste weken na de oudervergadering van groep 8  leek het wel alsof Jeewee ’s ochtends in de wandelgangen en het lokaal van De Wielewaal expres naar contact met  - onder anderen - Jelle en/of Evelien stond te hengelen om Thea te ergeren.

‘Dat is niet zo’, wist Bart.

‘En dat weet jij omdat?’, kermde Thea, omdat ze zich betuttelt voelde door haar man.

Bart herstelde zich:

‘Nou vooruit; misschien is het wel zo. Wat dan nog? Jeewee kan niet eens in jouw schaduw staan, geloof me. Probeer zijn stuiptrekkingen te negeren. Je hebt alleen jezelf zuiver met die irritatie van jou. Zeker op De Wielewaal.’

Toch vervloekte Thea het  onverbloemde egoschuren tussen Jeewee en Jelle in de deuropening van het lokaal van groep 8 voor aanvang van de lessen.  Met resultaat, want het duurde niet lang voordat Jeewee in een spagaat terecht kwam. Wat Thea betreft door zijn eigen schuld. Jelle werd overmoedig. Had jaknikker Jeewee de blaaskaak Jelle maar op tijd een halt moeten toeroepen. Op een blauwe maandag zette Jelle zich in de groepsmail van De Wielewaal publiekelijk af tegen het nieuwe beleid van de directeuren Yin en Yang. Van de ene op de andere dag kwam hij online in protest tegen deelname van zijn dochter Fransje aan de aanstaande niveautoets. Hier ging Jelle zelfs voor Jeewee te ver. De I.Q. test stond al vanaf de ouderavond aan het begin van het schooljaar op de planning en was aldaar uitbereid door de directeuren Yin en Yang toegelicht. Deze Nederlandse Intelligentietoets voor het Onderwijs – NIO -  werd voor de eerste keer op De Wielewaal ingevoerd om de vervolgopleidingsadviezen voor alle leerlingen zo accuraat mogelijk af te kunnen stemmen op het niveau van de aanstaande middelbare scholen naar keuze. Dus geen koffiedik kijken van Siepie de saimiri meer. Weg met het gebruikelijke natte vingerwerk op De Wielewaal dat in het verleden alleen voor de kids van de opperouders gunstig uitpakte. Als felle Jelle nou waarlijk principiële bezwaren tegen het afnemen van de NIO bij zijn dochter Fransje had, waarom had hij dan niet eerder aan de bel getrokken? Meester Jeewee kreeg  loyaliteitsstress van zijn protest op de valreep, want vanaf het moment dat de datum van de niveautoets daadwerkelijk werd vastgesteld, leek er voor geen enkel kind van groep 8 van De Wielewaal een ontkomen meer aan het vonnis van de uitslag van de NIOtoets die op veel andere basisscholen allang ingeburgerd was. Beroepshalve kon Jeewee het gewoon niet langer maken om zijn gelegenheidsvriend Jelle openlijk te steunen en daarmee Yin en Yang af te vallen. Jeewee moest kiezen. Dat werden uiteraard de eieren voor zijn geld.

Vandaar dat hoogdravende paniekmailtje aan alle ouders -en verzorgers van Jelle. Hij wilde  bevestiging dat hij niet alleen op de wereld was. Hij zocht steun, want hij was in de steek gelaten. Als een verontwaardigd kind beriep hij zich op het vervolgopleidingsadvies van zijn dochter. Alweer. Dat vervolgopleidingsadvies van zijn dochter dat stond immers al vast. Juffrouw Siepie had vorig jaar in groep 7, naar aanleiding van de uitkomst van de entreetoets, al bepaald dat Fransje naar het stedelijk gymnasium zou gaan. Dat gymnasium was dus voor Fransje een uitgemaakte zaak. Het aankomende  citotoetsje zou daar nog wel overheen mogen. Dat kon geen kwaad, want dat soort testjes hadden zijn vrouw en Jelle er bij hun dochter van kleins af aan sowieso ingeramd. Maar geen NIOtoets. Wat was dat eigenlijk een NIOtoets? Kon je zoiets eigenlijk wel oefenen? Het was ongehoord! Wat een boer niet kent dat vreet hij niet. Alsof de antwoorden op deze prangende vragen van Jelle over de NIOtoets niet ook allang uit en te na door Yin en Yang mondeling besproken waren, tijdens de ouderavond van groep acht aan het begin van het schooljaar. Des te moeilijker zou het zelfs voor de meest volgzame meeloper worden om het mailtje van felle Jelle niet te lezen als een oproerpamflet. Vooral de conclusie bezorgde Thea wurgneigingen.

‘Wat voegt deze NIO test toe en hoezo denken de heren directeuren onze kinderen te kunnen verplichten tot een intelligentietoets? De vraag rijst beste mensen: ‘Moeten wij deze NIO toets nog wel willen?’.

Met kromme tenen had Thea haar telefoon een halve dag uitgeschakeld na het lezen van de paniekbrief van Jelle. Op deze manier kon ze zich tenminste in alle rust geestelijk voorbereiden op een online ontploffing van bijval. Zodra een oproerkraaier zoals Jelle de knuppel in het hoenderhok had gegooid, liep haar Wielewaalse inbox normaliter namelijk vast van de hoeveelheid steunmailtjes aan de betreffende opperouder. Maar toen Thea ’s avonds haar telefoon weer aanzette, terwijl ze veilig naast Bart in bed kroop, kwam haar vrees niet uit. Bart lag met zijn rug naar haar toe en las op zijn ereader.

‘En, is het weer raak?’, vroeg hij voor de vorm.

‘Helemaal niks’.

De stem van Thea sloeg over van verbazing.

Bart richtte zich over zijn schouder  tot Thea:

‘Je bent natuurlijk uit de groepsmail van De Wielewaal gegooid.’

‘Nee’, antwoordde Thea niet begrijpend, nadat ze de eventualiteit was nagegaan.

‘Wacht , er is wel een reactie van de directeuren.’

‘Vertel’.

Thea kon horen dat Bart nieuwsgieriger was dan hij deed voorkomen. Ze las voor:

‘Beste ouders en verzorgers.

Zoals bekend zal op donderdag 30 november aanstaande in groep acht de NIO toets bij uw kind afgenomen worden. De toets zal twee dagdelen in beslag nemen.

Deelname van uw kind aan de NIOtoets is niet verplicht, maar wordt wel stellig door ons aangeraden.

De Niotoets wordt u éénmalig kosteloos aangeboden. Bij vragen of op- en aanmerkingen staat de deur naar de koffieruimte altijd open en kunt u ons gerust aanspreken.

Tot dan,

Yin en Yang’

‘Nou dat is duidelijk’, overdreef Bart.

Thea probeerde een redeloos verzet te beredeneren:

‘Op de ouderavond van groep acht zei Yang : ‘Weigeren van de niotoets dat doet u maar één keer, mocht u daarna de noodzaak van de niotoets toch inzien dan hebt u pech gehad en mag u de afname van de toets bij uw kind zelf financieren.’ Dat vond ik veel krachtiger.’

‘De inhoud van de mail komt op hetzelfde neer. Als die Yang letterlijk had gemaild en zwart op wit had doorgestuurd wat jij nu citeert dan  was jouw mailbox pas echt opgeblazen, maar dan van de  verontwaardiging van de opperouders. Die troubleshooters  moeten het gesprek te allen tijde open houden. Ook voor de opperouders. Dat zijn ze verplicht aan hun stand. Dat doen ze goed vind ik. Op deze manier durft alleen een idioot als zo’n Jelle nog relletjes te schoppen. De meeste opperouders willen helemaal niet met Yin en Yang geconfronteerd worden. Het merendeel wil zeuren.’

‘Nou dan gaat het merendeel van nu af aan toch lekker bij Yin en Yang op de koffie net als in die goeie ouwe tijd met Willy Bakbruin’, pruttelde Thea nog wat na, terwijl ze zich van Bart afdraaide en het donsdek over haar hoofd trok.

Bart deed nog een laatste poging om haar gerust te stellen:

‘Het zijn troubleshooters Thea; hun hulp is niet voor niets ingeroepen.’

‘Ik slaap!’ sloot Thea, gedempt vanonder het dons, de dag af.

De volgende ochtend was de mailbox van Thea nog net zo leeg als de avond ervoor. Op wat spam na dan. Nog steeds geen oververhitte steunbetuigingen voor felle Jelle, terwijl hij onder het regime van voormalig directrice Willy Bakbruin dus allang bedolven zou zijn geweest onder berichtjes vol medeleven van opperouders en meelopers. Oud-directrice Willy Bakbruin stond er vroeger in de regel bij en keek ernaar. Het zat niet in haar aard om op de voorgrond te treden. Zeker niet in de mail. Online interactie was haar te vooruitstrevend of joeg haar angst aan. Thea hoefde maar aan het mailverbod terug te denken. Het mailverbod dat Thea nog geen schooljaar geleden kreeg opgelegd door Willy Bakbruin. Zonder blikken of blozen teneinde Thea de mond te snoeren. Dwergcensuur was het geweest vond Thea nog steeds. Dan werkte het lik-op-stukbeleid van de directeuren Yin en Yang een stuk beter. Alleen een ouder zonder bijbedoelingen gaf na de online uitleg over deelname aan de NIOtoets nog weerwoord. Felle Jelle was echter overduidelijk uit op een voorkeursbehandeling. Het kon bijna niet anders dat hij het antwoord van de directeuren Yin en Yang op zijn pamflet als een online terechtwijzing had ervaren. Hoe dan ook was hij er stil van geworden. Met die zekerheid kon Thea met een gerust hart afstand nemen van het NIO probleem van felle Jelle zonder de vrees dat er vanalles, in het voordeel van dochter Fransje en ten nadele van haar eigen kinderen, achter haar rug om met de directeuren Yin en Yang bekonkeld zou worden. Heerlijk ongecompliceerd.

Zo verstreek ook de dag van de NIOtoets. Geruisloos, alsof er intern geen revolutie op De Wielewaal speelde. De uitslag van de NIOtoets zou te zijner tijd in een gesloten envelop aan alle deelnemende kinderen voor de ouders mee naar huis gegeven worden. Samen met een opnieuw vastgesteld vervolgopleidingsadvies. Als bijlage zou tevens een datum voor een evaluatie tussen de ouders of verzorgers met Jeewee en directeur Yin aan de uitslagenbrief toegevoegd worden. Het was de bedoeling dat het betreffende kind ook op de geplande afspraak aanwezig zou zijn. Een democratische ontwikkeling, waardoor Thea de hele IQkwestie  met gemak in de wacht kon zetten. De score van Sabine kon alleen maar beter worden. Dieper dan haar huidige vmbobasisadvies kon ze toch niet zakken.

Gelukkig was sinterklaas rond die periode in het land en moesten op korte termijn dringend surprises geknutseld worden. De sinterklaasviering op De Wielewaal was voor Thea traditiegetrouw het moment bij uitstek om Walter en Sabine tot het betere knip- en plakwerk aan te zetten. Althans in haar wensgedachten, want in werkelijkheid waren Sabine en Walter geen creakinderen. Verder dan het bedenken van een leuke surprise voor de sinterklaasviering op school kwam het tweetal nooit. Het uitstel dreigde ieder jaar op afstel uit te draaien, zodat de uitvoering van de ontworpen surprise op het nippertje toch weer voor rekening van Bart en Thea kwam. Om te beginnen moesten er op de valreep aardigheidjes gekocht worden voor de klasgenootjes die Sabine en Walter toebedeeld hadden gekregen bij het lootjes trekken. Zo’n presentje ging om het gebaar en mocht volgens het Wielewaalreglement niet meer dan 2 euro kosten. Dat werd dus weer kiezen tussen speelslijm, een jojo, stickervel, vingerpoppetje of een bellenblaas. Zoals ieder basisschooljaar.

Dit jaar waren Bart en Thea volledig opgegaan in de creatie van een kartonnen pick-up als surprise voor een klasgenootje van Sabine dat een ouderwetse langspeelplaat van Michael Jackson op het verlanglijstje had staan. Zo’n lp had Bart nog wel liggen of anders Thea wel, maar het cadeau mocht niet duurder dan 2 euro zijn en langspeelplaten waren in de basisschooltijd van Sabine en Walter allang tot prijzige collectersitems uitgegroeid.

‘Nee heb je en ja kun je krijgen!’, snoof Thea bij het zien van de vinylwens op het verlanglijstje van het lootje van de elfjarige.

‘Of je gebruikt je kind om hip te zijn’, grinnikte Bart.

 

‘Ja, echt . Wat weet een kind nou van vinyl langspeelplaten uit de vorige eeuw!?’

Reden temeer voor Bart en Thea om zich uit te sloven op het perfectioneren van een kartonnen pick-up. Zo één met een plastic wegwerpbord als zogenaamde lp van Michael Jackson op een draaitafel van een piepschuim pizzabodem. De creatie kostte het echtpaar zoveel inspanning dat er nauwelijks tijd overbleef voor de surprise voor het klasgenootje van Walter. Maar omdat de redding nabij is als de nood het hoogst is, herinnerde Thea zich net op tijd een reuze zelfgemaakte Spongebob Squarepants van koudschuim op de rommelzolder die Sabine vorig jaar tijdens de surprise op school gekregen had. Hij was zo levensecht in elkaar gezet dat Thea het niet over haar hart had kunnen verkrijgen om hem bij het oud vuil te zetten. Nu kwam hij van pas.

‘Hé, daar issie weer!’ lachte Jenny – de moeder van Tim - , terwijl ze naar Spongebob Squarepants knikte die gemoedelijk met olijke kop en vierkante schouders boven de rest van de surprises op een hoop in het klaslokaal van groep 7 uitstak. 

‘Ieder jaar rond sinterklaas duikt hij weer op ergens in een lokaal van De Wielewaal. Hij is jaren geleden ooit in elkaar geflanst door juffrouw Rita en nou circuleert hij als een soort voorbeeld van de perfecte surpriseverpakking’, verklaarde Jenny zich nader.

Thea lachte hardop met de omstanders mee. De sfeer zat er zo vroeg in de morgen al goed in. En dat terwijl sinterklaasviering nog niet eens begonnen was. Toch kon alles op elk moment verkeren op De Wielewaal. Zelfs in het reparatiejaar van Yin en Yang. Daar kwam Thea al snel achter toen ze later op de dag thuis haar telefoon checkte, nadat ze klaar was met haar werk voor huiswerksterk. Vanwege de sinterklaasviering hadden de kinderen die dag geen middagpauze en waren ze daardoor een uur vroeger uit. Thea stond op het punt om haar tweetal op te halen, maar ze liet zich ophouden door een berichtje van professor Pronken, de vader van Marcus, Allagonda en kleine Brechje. Het feit dat hij Thea een online boodschap had gestuurd was op zich al alarmerend. Professor Pronken deed zich voor als een man van de oude stempel. Een erudiet mens van perkament, inkt en een schrijfveer. Geen voorstander van een mobiel en online briefjes. Behalve als hij een statement in de groepsapp wilde maken of zijn frustraties kwijt moest. Hij was de pensioengerechtigde leeftijd al lang en breed gepasseerd, maar gaf nog regelmatig gastcolleges over zijn stokpaardje: de Romeinse oudheid. Op de universiteit uiteraard, maar ook op de basisschool van zijn kinderen. Basisschool De Wielewaal dus alwaar hij in het verleden tijdens zijn klassenbezoekjes herhaaldelijk overhoop had gelegen met Walter. De toon van Walter stond professor Pronken niet aan, of de inhoud van de  vragen van het jongetje, of de kop van het kind. Niet zo gek dus dat Thea professor Pronken op haar beurt niet kon uitstaan. Met name vanwege zijn zielige feitjesgelijk ten opzichte van een weerloos manneke. Haar zoon welteverstaan. Een tienjarig ventje dat nog bevriend was met het zoontje van professor Pronken ook. Marcus kwam vaak spelen bij Walter in de wijk en andersom. En door de afstand werd Thea tijdens het halen en brengen steeds weer met professor Pronken en zijn veel jongere tweede vrouw geconfronteerd. De aftastende  houding van het echtpaar irriteerde Thea. De tweede vrouw kwam oorspronkelijk uit een of ander buitenland dat niet in het welvarende westen lag. Pas na haar huwelijk met professor Pronken was ze in Nederland komen wonen. Sindsdien zocht ze aansluiting. Desnoods met Thea. Wist de vrouw van professor Pronken in het begin veel. Professor Pronken zelf in eerste instantie trouwens ook niet. Te egocentrisch om zich met de sociale positie van een huismoeder als Thea bezig te houden. In tweede instantie was hij te laat en kon de vriendschap tussen Marcus en Walter moeilijk met goed fatsoen weer ongedaan gemaakt worden. De mama van Marcus werd evenwel enigszins minder toeschietelijk, toen ze eindelijk doorhad dat Thea niet bij de opperouders, en daarmee tot haar doelgroep, hoorde. Maar ze bleef de moeder van Walter groeten met een woordeloze hoofdbeweging vanuit de hoogte alsof Thea op een aalmoes zat te wachten. Toch knikte Thea vriendelijk en beleefd terug met het oog op het goede voorbeeld voor Walter en Marcus. Er zijn echter grenzen. Zoals het mailtje dat professor Pronken haar volkomen onverwacht stuurde naar aanleiding van de sinterklaasviering op De Wielewaal.

‘Zojuist geconfronteerd met een huilende Marcus. Sinterklaasviering was weer lauw loene vanwege  Walter. Hij is de eeuwige storende factor in groep 7. Wanneer begint zijn opvoeding vraag ik mij af.’

Thea voelde haar kaakspieren samenspannen. Hoe vaak had zijzelf – even los van Walter - in de loop van De Wielewaaljaren nou al met dit irritante individu overhoop gelegen? Thea en professor Pronken waren het steevast oneens met elkaar. Meestal ten gehore van iedereen op de speelplaats van De Wielewaal. Van de bestrijding van luizen, de toegang tot een online chathotel voor kinderen tot de positie van Sabine in de combiklas indertijd aan toe. Want hoewel professor Pronken min of meer een bekende historicus was, bemoeide hij zich op De Wielewaal ongezond vaak met aangelegenheden die niet zijn zaken waren. Je zou bijna denken dat hij niets beters te doen had. Bovendien had een discussie met professor Pronken geen zin. Hij was zo vervuld van zichzelf dat hij elke vorm van aandacht – positief of negatief - met beide handen aangreep om zijn standpunten over allerlei maatschappelijke aangelegenheden uitgebreid uit de doeken te doen in eindeloze monologen of betogen. Zowel in de wandelgangen van De Wielewaal als in schriftelijke commentaren in landelijke of regionale tijdschriften en dagbladen. En als je eenmaal zijn gezicht kende, dan kon je hem zo nu en dan zelfs weleens aan tafel van één of andere praatshow op televisie zien zitten leuteren. Zappen geblazen!

In een periode dat Thea zich nog niet noodgedwongen in professor Pronken verdiept had, was ze eens in zalige onwetendheid over de sociale status van de oude man naast hem op een bankje op de speelplaats van De Wielewaal terecht gekomen. Professor Pronken knoopte een praatje met haar aan, omdat hij best sociaal kon verkeren als hij zin had. Je moest hem alleen geen vinger geven, want dan nam hij de hele hand. Maar dat wist Thea toen nog niet. Ze was snipverkouden en verontschuldigde zich voor haar begeleidende gehoest, geproest en genies gedurende hun beider gebabbel over koetjes en kalfjes:

‘Sorry, die vervelende griep ook.’

‘Gezondheid, maar je hebt geen griep’, diagnosticeerde  professor Pronken voor de vuist weg.

‘Wie is die man!?’, dacht Thea geïrriteerd, terwijl ze haar opmerking direct relativeerde:

‘Bij wijze van spreken dan. Er is toch sprake van een griepgolf volgens de media?’

‘Ja, als de media het zegt, dan zal het wel zo zijn’, hoonde professor Pronken.

Thea blies gekweld haar ingehouden adem uit, waarop professor Pronken haar uitdagend van opzij monsterde. Hij besloot niet toe te geven:

‘Als jij griep zou hebben dan zou je hier niet zitten’.

‘Wat weet jij van mijn pijngrens?’

Thea snoot haar neus en schraapte haar schorre keel.

‘Genoeg om te weten dat je niet weet waar je over praat. Mensen weten het verschil niet tussen griep en een gewone verkoudheid.’

Als op dat moment Sabine niet voor het bankje was opgedoken, dan was haar grieperige moeder Thea de weledelzeergeleerde professor Pronken – oftewel de quasi slimste mens - ongetwijfeld verbaal te lijf gegaan. Over mansplaining gesproken. Zo’n type man was professor Pronken dus. Een hardnekkige betweter die je beter kon omzeilen dan bestrijden.

Totdat zoiemand te ver gaat en dat punt had professor Pronken bereikt met zijn persoonlijke mailtje aan Thea waarin hij haar moedergevoel tergde. In haar eer aangetast mailde ze hem een berichtje terug.

‘Beste papa van Marcus

Wat vervelend dat Marcus in tranen was. Ik betwijfel echter dat Walter de moedwillige oorzaak is van het verdriet van uw zoon. De reden dat u daar zonder meer vanuit gaat, zegt meer over u dan over Walter. Voor verdere klachten, op -en aanmerkingen of evaluatie van de betreffende sinterklaasviering verwijs ik u naar meester Viktor. Hij is immers de eindverantwoordelijke voor groep 7 en niet onze zoon Walter.‘

Om haar woorden kracht bij te zetten besloot Thea om de mailwisseling meteen aan meester Viktor toe te sturen en daarmee dus ook, met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, aan Yin en Yang. Voor de herstelwerkzaamheden op De Wielewaal kon de online mailwisseling niet anders dan volledig voor de troubleshooters toegankelijk zijn. Of, zoals Bart zei:

‘Ze zouden op De Wielewaal wel heel dom bezig zijn als het mailverkeer tussen ouders en leerkrachten gesloten bleef voor de interim directie. Wedden dat de boel open ligt? Als Yin en Yang niet weten wat er speelt kunnen ze ook niks oplossen.’

Zou professor Pronken minder  impulsief gereageerd hebben als hij beseft had dat, door toedoen van Thea, de mailwisseling inmiddels ook open stond voor meester Viktor en vermoedelijk dus tevens voor de directeuren Yin en Yang? Wie weet had hij het wel in de gaten, maar trok hij er zich gewoon niets van aan, want professor Pronken ging onverstoord verder met zijn aanval op Thea.

‘Beste moeder van Walter,

Niemand beschuldigt Walter zomaar. Toen ik tussen de middag op De Wielewaal was om onze dochter Brechje op te halen van de inpandige kleuterschool, kwam ik aan het lokaal van groep 7 voorbij. Het was een enorme chaos. Er werd gevochten en met spullen gegooid en Walter voerde het hoogste woord. Zoals gewoonlijk. Ik vind het heel vermoeiend om te moeten constateren dat sommige kinderen van huis uit geen waarden en normen meekrijgen. Walter is een ongeleid projectiel. Als het aan mij lag dan werd hij per direct van De Wielewaal verwijderd.’

Thea moest even alle zeilen bijzetten om professor Pronken niet te bellen en ordinair de huid vol te schelden. Ze wist zich te beheersen en mailde   terug:

‘Ben ik even blij dat u het niet voor het zeggen hebt op De Wielewaal’.

Daarna drukte ze snel op het commando; ‘verzenden aan allen’, om de verleiding om professor Pronken  alsnog podium te bieden, door verder in de mail op hem in te gaan, te kunnen weerstaan. Voor Viktor voegde ze nog een veelzeggend persoonlijk berichtje toe met de hulproep:

‘HELP!’

Daarna repte ze zich naar school om Sabine en Walter op te halen om uit eerste hand te horen wat er zich die dag in groep 7 tijdens de sinterklaasviering had afgespeeld.

‘Wat zou er gebeurd moeten zijn?’, wilde Walter verveeld weten op navraag van Thea.

Thuisgekomen van school verschuilde hij zich in de hoek van de bank achter zijn Nintendo.

Thea werd ongeduldig.

‘Ik krijg berichtjes van de vader van Marcus. Hij zegt dat jij de hele klas op stelten heb gezet.’

‘Nou, ik niet alleen hoor. Amir en Emir zijn begonnen en daarna Soltan,  Basum en Jabir en de rest van de Turkjes en Marokkaantjes van onze groep. Dat komt omdat zij thuis geen sinterklaas vieren denk ik. Ze deden eerst zo opgefokt blijig en daarna werd alles zo saai en toen brak er fittie uit.’

Het verslag van Walter had geklonken als een opgedreund gebed dat hij deed zonder van zijn beeldschermpje op te kijken. Sabine zat op een afstandje naast Walter  aan de andere kant van de driezitsbank en hield eveneens een Nintendo in beide handen op ooghoogte. Haar duimen deden het werk. Bliep, bliep, bliep. Ze ging wat zeggen:

 

 

‘Bij ons in de klas was er ook geen flikker aan, maar dat heb ik niet laten merken. Zarah doet ook zo hyper met surprise op school. Het valt ieder jaar tegen. Maar Jeewee zei dat mijn pick-up kei mooi gemaakt was’.

‘Vroeg Jeewee niet of jouw ouders die surprise helemaal zelf in elkaar hadden geknutseld?’, knipoogde Thea.

‘Nee, hoezo?’

Sabine keek zelfvoldaan op van haar Nintendo. Vastbesloten om met de eer te blijven strijken. Hoofdschuddend richtte Thea zich weer tot Walter:

‘Was Marcus niet blij met zijn Spongebob?’

‘Weet ik veel. Ik denk het wel.’

‘Nee, omdat de vader van Marcus zei dat hij huilde.’

‘Ja, omdat Soltan een potlood tegen het hoofd van Marcus had aangesmeten.’

‘En heb jij nog ergens mee gegooid?’

‘Weet ik niet meer. Bliep, bliep, bliep.’

‘Walter?!’

‘Jawel. Met groene slijm.’

‘Met groene slijm?’

‘Ja uit een potje.’

‘Van wie was die groene slijm uit een potje?’

‘Van mij.’

‘Walter, je hebt geen groene slijm uit een potje.’

‘Vanmorgen wel. Dat was mijn surprise. Het zat in een grote kartonnen doos met krantensnippers en behangselplak en daar moest ik dan met m’n handen in.’

‘Ieuw’, piepte Sabine.

‘Wat heb jij eigenlijk gehad?’, probeerde Walter van onderwerp te veranderen.

Hij liet zijn Nintendo op zijn schoot  rusten en zocht oogcontact met Sabine.

‘Een geurgum in een reuze parfumfles van papier maché’, antwoordde Sabine, terwijl ze onverstoord doorbliepte.

‘Ik zie geen reuze parfumfles van papier maché.’

Walter keek speurend om zich heen en deed daarbij zijn best om de onderzoekende blik van zijn moeder te ontwijken.

‘Die heeft mama al bij het oud papier gezet’, wist Sabine droog.

‘Waarom heeft meester Viktor eigenlijk niet ingegrepen?’, vroeg Thea zich ineens hardop af.

Nu voelde Walter zich wel aangesproken:

‘Hij kan geen orde houden.’

‘Dat heb je toch hopelijk niet tegen hem gezegd?’ riep Thea vertwijfeld uit.

Walter zuchtte en draaide theatraal met zijn ogen.

‘Nee, natuurlijk niet, maar daarom is het nog wel irritant’.

‘En de kern van het probleem’, dacht Thea, maar ze zei bestraffend:

‘Dat geeft je nog niet het recht om met groene slijm te gooien!’

De ringtone van haar mobiel bracht verlichting. Het nummer van de afzender kwam haar niet bekend voor.

‘Dag mama van Walter. Je spreekt met Viktor van groep 7 van De Wielewaal’, sprak een vriendelijke stem op een timide, aftastende toon.

‘Hallo Viktor’.

‘Ja, ik bel vanwege jouw berichtjes en de hulproep.’

Ondanks de trilling in de stem van meester Viktor, was Thea niet van plan om toe te geven door de kwestie af te zwakken. Ze vulde toonloos aan.  

‘En de berichtjes van professor Pronken.’

‘En de berichtjes van professor Pronken’, papegaaide meester Viktor haastig.

Ik vind niet dat professor Pronken het recht heeft om Walter op deze manier aan te vallen.’

‘Dat ben ik met je eens’.

‘Mooi zo. Probleem opgelost. Staat alleen nog het wangedrag van Walter overeind. Hoe erg heeft hij zich vandaag misdragen?’

‘Hij niet alleen hoor. Zo’n beetje alle jongens van groep 7 zijn vandaag op hol geslagen.’

Meester Viktor klonk overwonnen. Het was maar goed dat hij niet lijfelijk aanwezig was tijdens het telefoongesprek, anders had Thea de neiging om hem een bemoedigende aai over zijn bol te geven niet kunnen onderdrukken. In plaats daarvan lachte ze monter.

‘Goed om ook eens van een ander te horen dat Walter niet de enige aangeklaagde in groep 7 is!’

‘Nou, ik word er anders niet zo vrolijk van’, merkte meester Viktor terneergeslagen op.

‘Het is niet jouw schuld. In groep 7 zit een stelletje oproerkraaiers bij elkaar, samen met nog een handjevol overdonderde meisjes. Dat is al vanaf groep 1 het geval. Vraag maar aan juffrouw Elsje. Meestal krijgt Walter overal de schuld van.’

‘Waarom?’, vroeg meester Viktor oprecht verbaasd.

‘Ik zou het niet weten!’, liet Thea zich met een zucht ontvallen.

‘Misschien moeten we het daar eens over hebben met Yin erbij?’

De afspraak was zo didactisch verantwoord ingekleed dat Thea wel toe moest zeggen, wilde ze zich geen ontaarde moeder voelen. Knap gespeeld van directeur Yin over de onervaren rug van debutant Viktor. De datum van het gesprek zou nog volgen.

En dan stond er nóg een gesprek met directeur Yin op de planning. Te weten naar aanleiding van de uitslag van de NIOtoets. Sabine zwaaide met de envelop boven haar hoofd terwijl ze De Wielewaal uit kwam rennen. Thea ving haar op temidden van een groep nieuwsgierige opperouders op het schoolplein. Alsof zij de NIOtoetsuitslag van hun kinderen met haar – tirannieke Thea – zouden evalueren. En zelfs als ze dat wel zouden doen, dan nog wilde Thea deze betweters niet wijzer maken dan ze al dachten te zijn. Met een opzichtig gebaar nam ze de gesloten envelop van Sabine aan en liet hem in haar jaszak glijden. Tegen de tijd dat thuis in zicht kwam, was Sabine de aanstaande openbaring van haar NIOtoetsuitslag alweer vergeten, maar Thea probeerde zich psychisch voor te bereiden op de inhoud van de brief. Ze belde Bart uit een vergadering voor morele steun.

‘Ik luister’, verzekerde hij haar kalm.

‘Ik scheur nu de envelop open!’, waarschuwde Thea.

‘Maak het spannend!’, lachte Bart.

Met ingehouden adem vouwde Thea de ingesloten brief uiteen. Haar ogen vlogen over het papier.’

‘HALLELUJA!’, jubelde ze.

‘WAT!’, riep Bart.

‘Ik moest het toch spannend maken’, lachte Thea.

‘O.k. Lees voor’.

‘Beste ouders en / of  verzorgers van Sabine.

Op basis van de uitslag van de NIOtoets adviseren wij niveau: havo/vwo voor Sabine.’

‘Ik zei het toch, maar ik ben blij dat jij het nou ook zeker weet’.

Bart klonk bevrijd.

‘Ik ben blij dat het officieel is’.

Thea fluisterde bijna, alsof ze het goede nieuws nog niet helemaal durfde te geloven.

‘Havo/vwo’, herhaalde ze.

‘Staat er verder nog iets belangrijks in die brief, want ik moet terug naar de vergadering?’

‘Nee, alleen een afspraak dinsdagavond aanstaande voor het gesprek hierover met directeur Yin en Jeewee. Sabine mag ook meekomen.’

‘Moet geen probleem voor jullie zijn toch?’, besloot Bart.

‘Niet meer’, eindigde Thea euforisch.

Directeur Yin deed merkbaar zijn best om zich op de achtergrond te houden tijdens de evaluatie van de NIO uitslag tussen Jeewee, Thea en Sabine in het lokaal van groep 8. Hij wilde natuurlijk afzijdig blijven om goed te kunnen observeren hoe Jeewee in gedwongen staat met de ouders van de kinderen uit zijn groep omging. Er hing een pijnlijke stilte in de ruimte die Thea niet helemaal kon plaatsen. Misschien werd er van haar verwacht dat ze het woord nam? Jammer dan. Zwijgend tuurde Thea naar de grafieken op de A-viertjes op het kruispunt van de aaneengeschoven tafels. Sabine zat ook woordeloos naar het cijfermateriaal te staren. Ze wipte ongedurig op en neer op de zitting van haar stoel. Wat moest ze ook zeggen? Natuurlijk was zij als 11jarige basisscholiere nog niet in staat om het enorme verschil tussen het allerlaagste vmbobasisadvies en een hoog havo/vwo-advies voor haar toekomst en eigenwaarde te doorgronden. Inmiddels had Sabine echter wel begrepen dat de schooltrol – oftewel juffrouw Siepie de Saimiri – door de verkeerde inschatting van haar leervermogens  aan gezichtsverlies leed. Een leerling met een vmbobasisprognose haalt normaliter geen NIOscore met een havo/vwo indicatie. Haar ouders hadden gelijk gekregen. Sabine was geen vmbobasiskind, maar kon makkelijk naar een scholengemeenschap waar ze na drie brugjaren zelf mocht kiezen tussen vmbo-theorie, havo of vwo. Sabine was herboren met een herwonnen zelfvertrouwen en zin in de middelbare school, ondanks de tegenwerking van haar docenten op De Wielewaal. Ook Thea stond weer in haar kracht, maar dat zei ze niet. Ze zei niks. Jeewee werd er ongemakkelijk van en besloot uiteindelijk om de stilte dan maar zelf te doorbreken:

‘Zijn jullie tevreden met de uitslag?’, fleemde hij moeizaam.

Zijn stem brak. Sabine haalde haar schouders op en bolde haar wangen, maar ze bleef stil. Alsof ze op haar  kinderlijke manier iets wilde zeggen in de trant van:

‘Het is wat het is. Ik sta niet in voor mijn eigen hersencapaciteit.’

Thea ergerde zich aan het vluchtgedrag van Jeewee. Hij had er ook voor kunnen kiezen om ruiterlijk zijn onvermogen toe te geven. Thea wilde genoegdoening voor het oorspronkelijke, onprofessionele en overduidelijk verkeerde vmbobasisadvies voor haar dochter  van de schooltrol. Ze wilde zich wreken voor dat voormalige foute pré-advies dat Jeewee niet in twijfel getrokken had. Dat hij daardoor Bart en Thea had laten vallen, was tot daar aan toe, maar Sabine was zijn pupil en dus een ander verhaal. Zonder het sneeuwbaleffect van de  onkunde van juffrouw Siepie de Saimiri had Sabine al veel eerder zeker kunnen weten wat ze waard is.

‘Nee!’, merkte Thea daarom vinnig op.

Jeewee zette grote ogen op en trok wit weg. In de ogen van directeur Yin daarentegen verscheen een twinkeling. Hij lachte besmuikt. Thea snapte ook wel dat ze onredelijk was, maar ze nam toch even de tijd voordat ze zich herstelde en Jeewee uit zijn lijden verloste:

‘Jawel hoor. Ik ben blij dat we van dat vmbobasisadvies af zijn. Op deze manier kan Sabine tenminste zonder gedoe op een normale scholengemeenschap aangenomen worden en wordt ze niet beperkt tot en op een speciale vmboschool.’

Directeur Yin knipoogde naar Sabine, terwijl hij de rol van advocaat van de duivel op zich nam. De bijeenkomst moest toch ergens over gaan:

‘En het stedelijk gymnasium dan?’

‘Iedereen wil naar het stedelijk gymnasium’, merkte Sabine onnozel op.

‘Nou, iedereen’, probeerde Jeewee het waanidee van Sabine te temperen.

Hij was een beetje te laat met z’n relativeringen als je het Thea vroeg en moest zijn mond houden. Dus Thea nam het woord.

‘Jij bent niet iedereen Sabine en papa en ik willen net zo min dat je naar het stedelijk gymnasium als naar een school met alleen maar vmboniveau ’s gaat.’

‘Waarom niet als ik vragen mag?’

Alsof directeur Yin de motivatie van Bart en Thea achter de middelbareschoolkeuze voor hun kind niet allang begrepen had. De bedoeling van zijn vraag was vermoedelijk dan ook illustratief en moest eerder gezocht worden in een blikverruiming voor Jeewee. Dat hij maar eens leerde inzien dat er naast de opperouders ook andersdenkenden bestaan die recht van spreken hebben. Thea besloot haar uitleg kort te houden.

‘Te beperkt.’

Jeewee lachte niet mee met directeur Yin. Misschien voelde hij zich buitengesloten? Net als directeur Yin had Thea geen medelijden. Jeewee had zijn kruid verschoten. Thea was dus ook niet onder de indruk toen Jeewee een paar dagen later ineens op haar af stormde op het speelplein. Thea kwam Walter op een ongewoon tijdstip ophalen voor een doktersafspraak. Zelfs de surveillanten op het speelplein – de juffen Toos en Marjolein - stootten elkaar veelbetekenend aan. Zoveel improvisatietalent bezat Jeewee normalter niet. Zijn gedrag was zo tegennatuurlijk dat inmenging van hogerhand zonneklaar was. Het idee dat Yin en Yang hadden ingegrepen benauwde Thea. Waarschijnlijk had Jeewee de opdracht gekregen om Thea bij gelegenheid ook eens als een opperouder te behandelen. Nog een geluk bij een ongeluk voor Jeewee dat hij Thea tijdens het speelkwartier in het eerste schooldagdeel tegen het lijf liep en niet in het bijzijn van de opperouders bij het wegbrengen en ophalen van de kinderen. Een buitenkans waardoor Jeewee zich spontaan aan haar vastklampte.

‘Ik wou nog zeggen, ik eh, dat ik het knap vind dat Sabine zo gegroeid is. Hoe doe je dat?!’, stamelde hij.

Bij wijze van reactie was Thea het liefst heel hard weggelopen, maar de nu of nooit houding van Jeewee deed haar verstijven. Met tegenzin keek ze hem aan. Hij was zo rood als een tomaat, maar zijn ogen spiegelden de goede sier die hij dacht te maken bij de troubleshooters door een buiging  voor Thea. Voor de schone schijn. Haar minachting vulde een luchtbel in haar slokdarm. Ze had hard kunnen boeren in zijn schijnheilige smoelwerk, maar ze gunde Jeewee de overwinning niet:

‘Ik heb helemaal niets gedaan. Kinderen groeien vanzelf en alle eer voor de leerprestaties komt Sabine toe. Ze is overigens altijd zichzelf gebleven. Ondanks juffrouw Siepie’, snoof ze.

Jeewee schrok een stapje naar achteren.

‘Ja, maar Siepie had vorig schooljaar de huidige groeispurt van Sabine ook niet kunnen voorzien’.

Hij was te defensief. Dit ging niet over de schooltrol, maar over zijn eigen hachje.

‘Luister eens Jeewee, dan had Siepie de huidige groeispurt bij haar kansberekening over Sabine maar moeten incalculeren. Jullie hebben op de pedagogische academie gezeten, ik niet.  Ik snap dat Siepie een vriendin van je is, maar zou je op willen houden om haar tegen mij in bescherming te nemen?’

Jeewee kromp ineen.

‘Daar is geen sprake van!’, haalde   hij met gedempte stem uit, zodat de surveillerende juffen niet konden horen dat hij uit zijn rol viel.

‘Natuurlijk had Siepie wel moeten weten welk middelbare schoolniveau bij Sabine past. Ze is in groep 7 een schooljaar lang juf van Sabine geweest nota bene’, antwoordde Thea uit volle borst.

Vanuit haar ooghoeken zag ze uit een kluwen kinderen op het speelplein het juffenduo naderen.

‘Fijn dat we even gepraat hebben’, exalteerde Jeewee ineens, waarna  hij zich haastig bij de juffen Toos en Marjolein voegde.

Op het eerste gezicht was zijn missie geslaagd. Wat telt is tenslotte de intentie. Al blijft de uitvoering dan voorgoed onbegonnen werk. 

 

HOOFDSTUK 48

Met een zucht klapt Thea haar laptop dicht. De blanke, mannelijke verdachte van tussen de 20 en 30 jaar met een slank postuur uit het televisieprogramma ‘Opsporing Verzocht’ is de 17jarige Melvin. Laat daar geen twijfel meer over bestaan. Dat heeft Thea zojuist voor de tweede keer geconstateerd na een online bezoekje aan ‘Uitzending Gemist’. De identiteit van Melvin staat op zijn linker pols getatoeëerd als een brandmerk.

‘Enough’.

Wat een onnozelaar! Geen wonder dat Melvin van het stedelijk gymnasium is afgetrapt. Wel een sjaal om het gezicht wikkelen in verband met de beveiligingscamera bij de pinautomaat; heel voorzienig latex handschoenen dragen tijdens het pinnen tegen de vingerafdrukken; maar geen rekening houden met een zichtbare tattoo aan de binnenkant van je linker pols die net onder het opgerolde boordje van de latex handschoen uitpiept in de spotlights. Toch een moment van onoplettendheid. Even die klep van die pet nog wat verder over dat onnadenkende voorhoofd trekken, zodat ze je zeker zullen herkennen tijdens het intikken van illegale pincodes. Als het niet aan het logo van G-Spot Gigolo voor op de petklep is, dan toch zeker aan de tattoo aan de binnenkant van je pols. Enough.

Thea zal toch niet de enige geweest zijn die Melvin aan zijn brandmerk herkend heeft? Alhoewel? Wie van de familie, vrienden of kennissen van Melvin kijkt er eigenlijk naar ‘Opsporing Verzocht’? Papa Pim en stiefmama Femke zijn geen televisiekijkers. Eerder ondernemende types. Van die  festivalgangers. Mama Beau en zus Jasmijn zullen vanuit Engeland ook wel niet op de hoogte zijn van het optreden van Melvin in ‘Opsporing Verzocht’. En Bink? Pleegoom- en pooier Bink? Bink ontgaat niets! Maar de politie tippen ho maar. Al was het alleen maar vanwege die pet met het logo van zijn eigen bedrijf – ook wel  escortservice; G-Spot Gigolo - op de blonde krullen van zijn voormalige werknemer oftewel toyboy Melvin. De oproep van de voice-over uit ‘Opsporing Verzocht’ galmt na in het geweten van Thea:

‘Herkent u deze tattoo; het logo op de pet of andere kenmerken van de dader? Neem dan contact op met de regionale politie via het onderstaande nummer.’

Waarom zou Thea dat eigenlijk niet meteen doen? Vooral omdat ze na het terugkijken van de aflevering van ‘Opsporing Verzocht’ niet alleen nog zekerder weet dat Melvin de gezochte delinquent is, maar inmiddels tevens de aard van zijn misdaad te horen heeft gekregen. Hij zou een alleenstaande dame van middelbare leeftijd zowel de pinpas als de pincode hebben weten te ontfutselen. Details over hoe Melvin aan het adres en 06-nummer van die kwetsbare vrouw komt of aan informatie over haar relatiestatus, zijn niet aan de orde in ‘Opsporing Verzocht’. De dader zou zich als bankmedewerker voorgedaan hebben bij de betreffende oude vrouw. Eerst telefonisch en daarna aan huis. Natuurlijk wist de bedrogene in werkelijkheid allang beter. Niemand maakt Thea wijs dat Melvin in de hoedanigheid van bankemployee het slachtoffer effectief heeft weten te bespelen. Het moet haast wel dat de gedupeerde de dader al ergens anders van kende. Dat hij geen vreemde voor haar was. Welke weldenkende vrouw – vrijgezel of niet  – haalt anders zomaar een vreemde vent in huis? Laat staan dat ze hem in het wilde weg haar pinpas en code meegeeft. In dat licht is het ook niet zo moeilijk te raden waarmee Melvin de vrouw succesvol heeft weten te chanteren natuurlijk. Als je vooraf weet dat de bankemployee eigenlijk een toyboy is, dan word je daar vanzelf chantabel van. Wie met pek omgaat wordt ermee besmet. Maar in ‘Opsporing Verzocht’ herinnert de getroffene zich in de aangifte zogenaamd slechts een goed gebekte, geloofwaardige jonge man. Er zou een betalingsprobleem bij de bank zijn en de dame in kwestie hoefde alleen maar even haar bankpas en pincode bij de bankemployee aan de voordeur in te leveren en dan zou hij wel zorgen dat de crisis werd beslecht. Toen de bankemployee echter niets meer van zich liet horen, heeft de uitwonende zoon van het slachtoffer bij de politie aan de bel getrokken. Overigens nadat de zoon contact had opgenomen met de bank alwaar de rekening allang geplunderd bleek.  Vervolgens kwam
‘Opsporing Verzocht’ om de hoek kijken. Vast vanwege de beschikbare,  opzichtige beveiligingsbeelden en om de digibeten van deze wereld nog maar eens te waarschuwen. Zo wereldschokkend is de misdaad van Melvin nou ook weer niet namelijk. Het zou toch te ver voeren als men zich in ‘Opsporing Verzocht’ verplicht voelde om alle actieve kruimeldieven te ontmaskeren. Hoewel Melvin naast het gepinde geld ook nog eens zo’n 10.000 euro van de spaarrekening van het slachtoffer door heeft weten te sluizen naar een vaag contact dat door de politie echt niet voor één gat te traceren zal zijn. Vandaar dat het credo in Opsporing Verzocht nog maar eens luidt:

‘Trap er niet in mensen. Nederlandse banken sturen geen medewerkers om uw bankpas en pincode aan huis op te komen halen!’

Hoezo is dat niet algemeen bekend? Zijn vijftigplusser tegenwoordig niet meer toerekeningsvatbaar? Zo ziet het doelwit van Melvin er in ‘Opsporing Verzocht’ in elk geval niet uit. Ze lijkt veertig in plaats van eind vijftig en haar starre gezichtsuitdrukking verraadt  cosmetische ingrepen, terwijl ze verbeten verslag van het misdrijf doet. Haar onberispelijke taalgebruik en tongval klinken naar oud geld. Logisch dat ze de ware identiteit van de bankemployee verzwijgt. Hoogstwaarschijnlijk weet ze niet eens zijn echte naam. Enfin,  feitelijk heeft de voormalige klandizie van de toyboy ook niets te maken met de psyche van de 17jarige puber Melvin; de verlatingsangst van het vroegere oppaskind en aanhankelijke Betuwe Flipje van Thea. Als er al met het vingertje gewezen moet worden met betrekking tot deze onfrisse aangelegenheid dan toch vooral naar moeder Beau die na haar scheiding van vader Pim naar Engeland emigreerde. Ergens onderweg naar vandaag heeft de moeder van Melvin de ex-vriend van zijn oudere zus en haar dochter Jasmijn ingepikt. Verkapte pedofilie vindt Thea het nog steeds, maar omdat Beau een vrouw van middelbare leeftijd is en geen vieze, oude man, wordt ze over het algemeen juist stoer en benijdenswaardig gevonden. Waarmee vader Pim niet wordt vrijgepleit overigens. Hij heeft zijn eigen steentje bijgedragen aan de verwaarlozing van zijn zoon door hem van kindsbeen af aan het toeval of het noodlot over te laten. Aan Thea en Bink. Tot op zekere hoogte.

Thea richt zich op om de ontbijtboel op te ruimen. Opeens ziet ze hem staan. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is dat Melvin in het keukenraam verschijnt. Gewoon, omdat Thea in de lijn van het beeld van de beveiligingscamera uit Opsporing Verzocht nu aan de beurt is. Met zijn neus tegen de ruit gedrukt ademt hij wolkjes op het glas. Zijn handen houdt hij als een afdakje boven zijn ogen in verband met het tegenlicht. Hij tuurt door het keukenraam naar binnen. Zodra hij Thea opmerkt, zwaait hij zogenaamd enthousiast naar haar. Het is een gekunsteld tafereeltje. Hij wijst quasi opgewekt naar de klink van de keukendeur, maar Thea schudt nee. Om haar weigering kracht bij te zetten, spreekt ze haar weerzin zelfs hardop uit:

‘Nee!’.

Met een schuin hoofd legt Melvin   zijn handen plat tegen elkaar in de smeekbedestand voor zijn mond en neus.

‘Ga weg of ik bel de politie!’, roept Thea met tranen in haar stem. 

‘Heb je eerst nog wel een pakje gebraden gehakt voor me?’

Waar haalt hij de brutaliteit vandaan? Niet uit zijn opgeruimde humeur, want zijn woorden klinken verlaten en dof door het gesloten keukenraam. Oost-Indisch doof begint Thea de afwasmachine in de laden. Als ze halverwege haar bezigheden opkijkt is Melvin verdwenen. Op haar tenen leunt ze voorover op het aanrecht om zich er door het keukenraam van te kunnen verzekeren dat hij ook echt verdwenen is. Het grasveld is verlaten. Ze rekt haar hals en kijkt links. Niemand te bekennen. Dan draait ze haar hoofd naar rechts, naar de tuinbank voor het bijkeukenraam op het overdekte terras. Daar zit hij dan. Haar bedorven Betuwe Flipje. Hij trekt verwoed aan een sigaret alsof hij haast heeft. Verbeten en rusteloos loert hij achterdochtig om zich heen. Zijn rechterkuit rust op zijn linkerknie die hij op en neer wipt als in een zenuwtik. Thea voelt de tegenstrijdige emoties alweer opspelen uit haar onderbuik. Melvin is tenslotte pas zeventien jaar en kan met zijn puberbrein de consequenties van zijn daden nou eenmaal niet overzien. Toch leven er genoeg homoseksuele jongeren in de leeftijd van Melvin in onzekerheid en barre familiare omstandigheden die daardoor nog niet over de schreef gaan. Hoewel het pak rammel dat Melvin zo vroeg in zijn leven heeft moeten incasseren het pad van de drugs, prostitutie en criminaliteit wel geëffend heeft natuurlijk.

‘En zo komt hij weer bij je binnen, zwakke hap’, spreekt Thea zichzelf streng toe.

Het zal je kind maar wezen. Behalve dat Melvin nou eenmaal niet het kind van Thea is en dat ook nooit zal worden. Melvin is niet het karma dat de kinderen die Thea wel heeft kan besmetten met zijn falen. Enough is inderdaad genoeg.

Bart herinnert er Thea regelmatig aan dat ze de wereld niet hoeft te verbeteren. Alsof dat ooit haar bedoeling is geweest. Ze reageert alleen maar op dat wat op haar pad komt, waarbij haar valkuil inderdaad haar goede bedoelingen is. Zonder bijbedoelingen. Evengoed put het resultaat haar uit. De zinloze repetitie van de cyclus. Het proces van actie en reactie zuigt haar belevingswereld leeg. Totdat ze afgedankt en opgebruikt alleen maar in afzondering en kalmpjes aan met de opbouwwerkzaamheden kan beginnen. Vandaar die oncontroleerbare huilbui laatst in de parkeergarage nadat ze door juffrouw Marijke van basisschool De Wielewaal bij de kassa van de Lidl op de prestaties van haar kinderen was aangesproken. Nou ja, eigenlijk had juffrouw Marijke alleen maar naar Walter geïnformeerd. Hoe het hem beviel in het eerste brugjaar van de middelbare school, wilde ze weten. Heel betrokken in wezen. Niettemin voelde Thea een aanval van paranoia opkomen als een soort allergische reactie. Voornamelijk omdat juffrouw Marijke prominent voorkwam in de laatste episode van haar tropenjaren op De Wielewaal. De periode die nog onverwerkt was. De gebeurtenissen uit het staartje van de lijdensweg moesten nog herkauwd en verteerd worden. De onderwijzeressentoon en houding van juffrouw Marijke wierpen Thea volkomen onvoorbereid, voortijdig terug op de slopende epiloog van het Wielewaaltijdperk. Het kinderstadium dat Sabine en Walter al ontgroeit zullen zijn,  voordat moeder Thea er helemaal doorheen is. Toch levert bezinning stuksgewijs steeds meer spreekwoordelijke munitie op om toekomstige flashbacks te trosteren. Nog maar anderhalf basisschooljaar op De Wielewaal te herbeleven totdat de eindbestemming bereikt is. Alsof het niks is.

Maar dat was het niet. In het tweede deel van het schooljaar met Yin en Yang nam de betrokkenheid van Thea met de herstelwerkzaamheden van de troubleshooters alleen maar toe. Niet uit vrije wil overigens. Toen Thea na de kerstvakantie in begin januari nog geen datum had staan voor een gesprek met meester Viktor en directeur Yin over het aandeel van Walter in het sinterklaasopstootje  van groep 7, durfde ze zelfs stiekem te hopen dat de toewijding van meester Viktor en directeur Yin wel over zou waaien. Het zou toch triest zijn als de interim-directeuren en de meester van groep 7 van De Wielewaal niet veel meer aan het hoofd hadden dan alleen maar de heropvoeding van de zoon van Bart en Thea? Alhoewel het gedrag van Water na de online aanval van professor Pronken vaker onder het Wielewaalvergrootglas kwam te liggen dan ooit tevoren. Voor de volledigheid moest Thea daarbij toegeven dat Walter zich ook nog niet eerder zo makkelijk had laten uitdagen door het minste of geringste dan in het schooljaar van Yin en Yang. De prikkels logen er dan ook niet om. Zo had het baasje van de Marokkaans kliek in de klas; Soltan genaamd, zonder aanleiding een provocerend gebaar naar Walter gemaakt tijdens de aardrijkskundeles. Toen Walter per ongeluk de kant van Soltan opkeek, bewoog hij zijn rechter wijsvinger herhaaldelijk in en uit het holletje van zijn linker vuist; hetgeen theoretisch weinig voorstelde, maar in de praktijk zoveel betekende als: ‘Ik neuk je moeder.’

Thea kon er niet warm of koud van worden. Wat weet zo’n kind nou? Achteraf was ze hoofdzakelijk onder de indruk geweest van de grensoverschrijdende kennis van Walter over non verbale communicatie. Walter daarentegen was op het moment suprême in de klas wel witheet van woede geworden. Kwaadheid uit zich normaliter bij hem in een hoop kabaal en om zich heen staan. Letterlijk en figuurlijk. Meester Viktor was juist met het digibord in de weer. Helaas was hij nog niet lang genoeg praktiserend leerkracht om ogen in zijn rug te hebben gekweekt. Toen de stampei van Walter hem evenwel met zijn neus op de feiten drukte, had hij geen seconde te verliezen. Uit voorzienigheid aarzelde hij dit keer niet om de hulp van directeur Yin in te roepen. Na het laatste uit de hand gelopen sloopincident tijdens de sinterklaasviering in groep 7 onder  falende supervisie van meester Viktor, zal die noodoproep wel vooraf afgesproken zijn. Met criticasters van het kaliber; ‘professor Pronken’ in de buurt kon beginneling Viktor het zich niet veroorloven om de situatie in groep 7 in zijn bijzijn nog een tweede keer te laten escaleren. De Wielewaal had een reputatie[RB1]  van veilige, erudiete, witte basisschool hoog te houden. Vandaar dat de gealarmeerde directeur Yin bij binnenkomst in een volle klas rechtstreeks op Walter afstoof met de bedoeling om hem buiten het klaslokaal op de gang eens stevig  aan de tand te voelen. Uit eerdere uit de hand gelopen opstandjes in de groep van Walter had Thea echter begrepen dat met dwang uit de klas verwijderen nogal een dingetje scheen te zijn voor haar zoon. Walter liet zich door niets of niemand van z’n plekje jagen. Ook niet door meester Viktor en directeur Yin. Om te voorkomen dat hij de klas werd uitgestuurd, had Bart zijn zoon dan ook al eerder geadviseerd om hoe dan ook zijn frustraties op school in te slikken. Walter deed zijn best en  enigszins gekalmeerd keek hij op van zijn aardrijkskundewerkje in het bewolkte gezicht van directeur Yin. Tegelijk met de aanstalten van directeur Yin om Walter het lokaal van groep 7 uit te helpen, zette het kind zijn verdediging in met aangifte van het aanstootgevende gebaar dat Soltan naar hem gemaakt had. Vervolgens had directeur Yin niet lang nodig om de situatie te heroverwegen. Zijn goede naam als crisismanager had hij niet voor niets aan zijn successen op zwarte scholen te danken alwaar kinderen over het algemeen wat minder geciviliseerd hebben leren vechten. Al snel verplaatste zijn focus zich volledig op Soltan die heel braaf met zijn armen over elkaar en zijn lippen op slot naar de landkaart op het digibord staarde. De ervaring had directeur Yin geleerd dat de implicaties van het wijsvingerinvuistgebaar niet te overzien waren. Code rood was hier aan de orde. Met een korte hoofdknik beval hij Soltan woordeloos de ruimte te verlaten. Soltan bedacht zich geen moment. Directeur Yin volgde hem op de hielen doelgericht naar buiten. Hierna pakte meester Viktor hoofdschuddend de aardrijkskundeles weer op. 

Na een kwartier werd groep 7  opnieuw tijdens de les gestoord door een timide klopje op de deur.

‘Ja kom maar!’ gebood meester Viktor voor de zoveelste keer afgeleid en daardoor weinig uitnodigend.

Schoorvoetend liep Soltan naar zijn plaats in de lokaal van groep 7. De preek van directeur Yin had zichtbaar indruk op hem gemaakt. Zo gedwee en bekeerd had niemand uit de klas de onverzettelijke Soltan ooit eerder meegemaakt. Laat staan de Marokkaanse kliek van groep 7. Achter hem dook niet directeur Yin op,  maar verscheen de rijzige gestalte van Yang. Directeur Yang was de andere troubleshooter. Hij was niet aangesteld om het sociale verkeerd op De Wielewaal in goede banen te leiden zoals directeur Yin. Wel voor de ordening van personeelszaken op de basisschool in verval. Dat betekende echter niet dat hij directeur Yin niet af en toe te hulp kon springen en andersom. Directeur Yang bezat immers eveneens een schat aan ervaring, maar dan aan het hoofd  van witte basisscholen met kinderen van veelal hoopopgeleide ouders. Directeur Yin kreeg de Soltans van deze wereld moeiteloos in het gareel en directeur Yang kwam gemoedelijk tegenover Walter zitten voor een onderonsje in de klas. Hij had het probleem al zo goed als opgelost door Walter niet van de groep te scheiden en hem serieus te nemen. Directeur Yang wilde nou eens van Walter horen waarom hij boos was. Hij converseerde met Walter zonder zijn stem te verheffen of te fluisteren, zodat niemand zich buitengesloten hoefde te voelen en iedereen kon kiezen tussen de aardrijkskundeles blijven volgen of meeluisteren.

Snapte Walter dan niet hij de hele klas op stelten zou blijven zetten als hij niet leerde om zijn woede onder controle te houden? Ja, dat snapte Walter eigenlijk wel. Temeer daar directeur Yang een beroep deed op zijn denkvermogen. Dat had Walter wel. En ja Walter was ook bereid om overeenkomsten met meester Viktor te sluiten. Afspraken die hem zouden helpen om rustig te blijven. Het was een fijn gesprek vond Walter naderhand. Niet zo schools. Met directeur Yang ging alles vanzelf  Meer zoals thuis.

Aanvankelijk had Thea zich lichter gevoeld. Verlost van het jarenlange beroep op haar chronische ouderlijke bijdrage aan het leerproces van haar kinderen op De Wielewaal. Het begon erop te lijken dat Thea wat rust gegund werd in het staartje van de basisschooltijd van Sabine en Walter. Totdat meester Viktor op een doordeweekse schooldag voor niet meer dan twee lesdelen vervangen moest worden door een invalkracht in groep 7. Wellicht had meester Vik zijn wankele honk beter niet plotseling moeten verlaten. Zelfs niet voor slechts één schooldag, maar hij had een begrafenis en nood breekt wet. Zelfs voor de groep 7 uit het jaar van Yin en Yang op De Wielewaal met; Walter, Soltan, Kevin en al die andere heethoofdige vechtersbaasjes met uiteenlopende lontjes waarvan een ééndagsvervanger maar net het juiste incasseringsvermogen en het bijbehorende kind moest weten in te schatten. Even los van de dwingende, doorluchtige aanwezigheid van de bolleboosjes, muurbloempjes, anoniempjes en Marcus; de zoon van professor Pronken. De betreffende invaller in groep 7 was bovendien bijna anderhalf keer zo oud als beginnend meester Viktor. Vermoedelijk zat hij naast zijn pensioen als extraatje op de reserve schoolbank. Vanwege het niet aflatende leerkrachtentekort door de jaren heen, kon de onderwijsstichting zich kennelijk ook toen al niet de luxe van een eisenpakket veroorloven bij het inhuren van bevoegde vervanging. Zelfs een bovengrens met betrekking tot leeftijd van de invalkrachten was kennelijk te veel gevraagd. Het mes snijdt echter aan twee kanten en Thea kon zich voorstellen dat een sporadische invalklus door bejaarden niet alleen het lerarentekort tijdelijk opvulde, maar tegelijkertijd ook de gepensioneerde docenten scherp hield. Om nou evenwel tijdens zo’n invaldagje meteen een hyperactieve bende als groep 7 van meester Viktor te moeten trotseren, is vragen om moeilijkheden en te zware  hersengymnastiek voor de schoolvoorbeelden in de herfst van hun leven.   

Hoe dan ook was de invaller van meester Viktor niet alleen uiterlijk van de oude stempel. Hij hield van orde en gezag. Hij wilde vingers zien en geen geroep door de klas horen. Horen, zien en zwijgenaapjes; dat  was alles wat de oude meester van zijn invalklas verwachtte. Hij was de kwaadste niet en als alles goed ging dan zou hij groep 7 tegen het einde van de middag op een voorleesverhaaltje naar keuze trakteren. Maar groep 7 van De Wielewaal zou niet groep 7 van De Wielewaal zijn als niet alles meteen al van het begin van de ochtend af aan jammerlijk fout ging.   

Wat er precies gebeurd is op die donderdagochtend in groep 7 op De Wielewaal in het schooljaar van Yin en Yang, heeft Thea nooit helemaal kunnen achterhalen. De klas schijnt al heel snel niet te houden geweest te zijn door de oude meester. Walter viel het eerste op bij de invaller. Dat had Thea hem voor aanvang van de les al wel kunnen vertellen, als ze tenminste die ochtend kennis met de invalkracht had gemaakt. Dat was niet zo. Thea had haast gehad en haar kinderen voor de ingang van De Wielewaal een prettige dag gewenst. Het zou wel los lopen en Thea wilde de goden ook niet verzoeken door de aandacht van de invaller voorbarig op Walter te vestigen. Dat de invalkracht allang een aantekening over Walter van meester Vik op zijn leerlingenlijst had staan had Thea zich misschien wel gerealiseerd, maar wat kon zij eraan veranderen? Walter was sowieso altijd prominent aanwezig. Was het niet vanwege zijn lengte,  dan wel door zijn flinke postuur; welluidende stem of het totaal van zijn veelal openhartige optreden.

‘Walter bij drift uit de klas verwijderen.’

Iets in die trant zal de invalleerkracht wel aan voorkennis hebben doorgekregen van meester Viktor over Walter. En in noodgevallen de hulp van directeur Yin inroepen uiteraard.

Thea had heel vroeg in de ochtend een functioneringsgesprek gehad op het hoofdkantoor van de Stichting Huiswerk Begeleiding met werkvoorbereider en tussenpersoon Elco. De leerlingen die onder de hoede van Thea vielen bij Huiswerksterk gingen zonder uitzondering vooruit. Dus vooral op dezelfde voet doorgaan was het devies en Thea kon weer een half jaar opgelucht adem halen. Ze had er zin in. In opgelucht adem halen. Daartoe plofte ze thuisgekomen met haar jas nog aan op de driezitsbank. In het vooruitzicht van even niets,  strekte ze haar benen op de salontafel en liet haar hele lichaam verslappen. Des te irritanter verstoorde een plotseling rinkelen van de bakelieten huistelefoon haar welverdiende rust. Dwingend. Met tegenzin tastte Thea naast zich op een bijzettafel om pas na vier keer overgaan van de ringtoon loom de zware hoorn te vinden en naar haar oor te verheffen.

‘Thea, je spreekt met Yin. Walter wil niet van de w.c. afkomen!’ 

Directeur Yin klonk dermate opgefokt dat Thea meteen in staat van paraatheid schoot. Zonder te weten wat er aan de hand was, riep ze:

‘Ik kom eraan’.

En weg was Thea.

In de toiletruimte van De Wielewaal werd Thea opgevangen door een aangeslagen directeur Yin. In mineur knikte hij naar één van de gesloten w.c. deuren. Het slot stond op rood. Vanachter de w.c. deur klonk een monotoon klaaggeluid dat Thea nog niet eerder van Walter gehoord had.

‘Er is geen beweging in hem te krijgen’, waarschuwde directeur Yin ten einde raad.

‘Walter, kom eens van het toilet af’, gebood Thea haar zoon op goed geluk.

De klaagzang stopte direct en een korte klik verried dat Walter het slot in z’n vrij had gezet naar groen. Voor Thea aanleiding om de deur rustig te openen. En daar zat de rebel Walter  dan; volledig aangekleed als vastgeketend op de toiletbril. Voorovergebogen met z’n kin in z’n handpalmen en de ellebogen in de spijkerstof op zijn bovenbenen gepriemd. Hij zag er verhit uit en hij had gehuild. De aanblik van zijn  afgetrapte sneakers en een piekend plukje haar op zijn steile kruin ontroerde Thea. De neiging om hem van de pot te rukken en in haar armen te nemen wist ze evenwel te onderdrukken. Ze wilde directeur Yin weleens in actie zien. Ongeacht de gebeurtenissen van die ochtend, was Thea niet hals over kop naar De Wielewaal gekomen om het werk van  directeur Yin over te nemen, maar om haar zoontje van 10 jaar bij te staan. Ze was opgelucht dat Walter bij het horen van haar stem meteen de deur van het slot had gedaan als een bezegeling van het overwicht van zijn moeder Thea. Nu was directeur Yin aan zet.

‘Kom van de w.c. af’, commandeerde hij niet erg kies.

Het gevolg was dan ook een beladen stilte die de spanning nog wat hoger opdreef. Thea schoot te hulp door het commando van directeur Yin te vertalen in een kindvriendelijke  benadering:

‘Kom nou even uit je hok jongen, dan praten we erover’.

Walter sloeg meteen aan:

‘Ja, maar dan krijg ik weer de schuld!’

‘Ja maar, ja maar, niks ja maar’, echode directeur Yin intimiderend.

Dat hij niet wist waar hij het zoeken moest bleek alleen uit zijn houding en die kon Water dus niet zien achter een gesloten toiletdeur. Thea greep weer in:

‘Van mij krijg je niet de schuld en van papa ook niet. Dat weet je.’

Hierop volgde het geluid van Walter  die aan het slot van de toiletdeur morrelde. Toch nog onverwacht vloog de deur open en schoot Walter langs directeur Yin af naar een hoek van de toiletruimte waarin hij wegkroop met zijn gezicht naar de muur. Directeur Yin kwam bedreigend achter Walter staan. Hij en het kind waren bijna even groot. Directeur Yin probeerde tevergeefs om zijn woede te verbergen:

‘Wie heeft zich zojuist als een debiel gedragen?’

Walter verborg zijn gezicht in zijn handen. Thea kreeg een brok in haar keel. Die debiel was onnodig en pijnlijk misplaatst. Ze moest ineens aan het pasgeboren kind van directeur Yin denken, waarover hij glimmend van trots verteld had op de introductie-avond van de interim directie op De Wielewaal. Wat zou directeur Yin ervan vinden als Thea zijn liefdesbaby zou uitschelden voor debiel?

‘Wat is dat dan een debiel?’, vroeg Walter achteraf toen hij Thea het voorval hoorde bespreken met zijn vader Bart.

‘Een debiel is een ouderwetse benaming voor een autist’, beweerde Bart met een uitgestreken gezicht.

‘Sabine noemt me zo vaak een autist en schelden doet geen pijn’, besloot Walter onaangedaan.

Hij was niet erg onder de indruk geweest van het optreden van directeur Yin. Temeer daar de troubleshooter op die betreffende ochtend in de toiletruimte van De Wielewaal geen krediet voor zijn probleem oplossende acties had opgebouwd.

‘Als ik zeg dat je beter even de klas uit kunt gaan, dan doe je dat gewoon, begrepen Walter?’

Integenstelling tot Walter trok Thea zich de houding van directeur Yin wel persoonlijk aan. In haar ogen stond hij zich onnodig op te winden. In het kader van zijn positie als troubleshooter zou het voor iedereen beter zijn als Thea de directeur ogenblikkelijk tegen zichzelf in bescherming zou nemen door het hoofd koel te houden. Om diplomatieke redenen was het dan ook beter om niet directeur Yin, maar haar zoon op zijn verantwoordelijkheden aan te spreken. Thea stond schuin tegenover Walter in een andere hoek van de toiletruimte en moest nog net geen keel opzetten om de afstand te kunnen overbruggen.

‘Dat hebben papa en ik toch tegen je gezegd Walter? Dat je gewoon naar buiten moet gaan als je de klas uit gestuurd wordt?’

‘Ja maar, dan krijg ik de schuld!’, jammerde Walter nogmaals.

Directeur Yin steigerde. Briesend zette hij zijn beschuldiging kracht bij door met een wijsvinger in de lucht te prikken richting achterhoofd van Walter.

‘Je bent ook schuldig! Je hebt toch ook door de klas geroepen en niet geluisterd naar meester Karel! Je hebt de hele boel weer op stelten gezet!’

Ter verdediging van haar zoon deed Thea zwijgend een paar stappen naar voren. Ze zal er wel grimmig bij gekeken hebben, want betrapt nam directeur Yin geschrokken bij wijze van reactie letterlijk afstand van Walter, maar ook figuurlijk. Hij schudde het hoofd alsof door de assertiviteit van Thea ineens een andere persoonlijkheid bezit van hem had genomen. Zijn betere, rationele zelf die zich afvroeg waar hij in naam van de pedagogiek en in zijn blinde drift mee bezig was.

‘Er is niks aan de hand’, legde Thea aan het tomeloze tweetal uit.

‘Hij vindt van niet’, huilde Walter vanachter de handen voor zijn gezicht en vanuit de andere hoek van de toiletruimte.

Directeur Yin keek van de een naar de ander en weer terug, alsof hij even niet meer wist wat hij moest vinden, maar Thea merkte dat Walter gelijk had. Haar konden de motieven van directeur Yin niet meer schelen. Laat hem eerst maar eens leren om zijn eigen drift te beheersen. De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet. Thea keek directeur Yin afwachtend aan en hij schraapte zijn keel, omdat hij in functie was en recht moest spreken. Op ijzige toon.

‘Ga maar met je moeder mee naar huis voor de middagpauze en vertel haar maar eens eerlijk wat je gedaan hebt. Vanmiddag na school ga je sorry zeggen tegen meester Karel. Daarna kom je naar mij en dan bedenken we samen hoe we deze situatie op gaan lossen.’

Zonder bevestiging van zijn  verordening af te wachten stevende directeur Yin vervolgens de toiletruimte uit.

Op weg naar huis voor de middagpauze overstemde een spraakwaterval van Sabine de pijnlijke stilte in de Renault. Ze had niets meegekregen van de commotie in groep 7. Pas toen Sabine thuis in  haar Nintendo was gedoken, zag Thea haar kans schoon:

‘Wat was er nou Walter?’

Walter smeerde een boterham aan het aanrecht. Hij deed terloops verslag, alsof hij het voorval eigenlijk alweer vergeten was.

‘Niks, ik moest de klas uit van die nieuwe meester Dinges en toen kwam die ene directeur en hij zei dat ik moest luisteren en hij trok me uit m’n stoel  en toen heb ik me verstopt op de w.c.’

‘Dat was alles?’

‘Dat was alles.’

‘Nou moet ik de traumatische ervaring voor Walter niet verergeren’,  dacht Thea.

Ze besloot hem voorzichtig te peilen.

‘Durf je vanmiddag terug naar school en naar die nieuwe meester?’

‘Ja hoor.’

‘En ga je sorry zeggen?’

‘Waarom?’

‘Dat wilde directeur Yin toch?’

De kaken van Walter verstijfden zichtbaar. De knokkels van de vuist waarin hij het handvat van het botermes omknelde sloegen wit uit.

‘Ik heb niks verkeerd gedaan.’

Thea snoof minachtend.

‘Er is een reden waarom je de klas bent uitgestuurd.’

Walter keek zijn moeder wantrouwend aan. Zij had hem immers haar woord gegeven op de toiletten van De Wielewaal.

‘Zie je wel dat ik de schuld krijg!‘

‘Waarvan, Walter?’, wilde Thea nu eindelijk weleens weten.

‘Iedereen riep door de klas. Ik ook. En dan word ik alleen de klas uitgestuurd’, antwoordde Walter net niet beknopt genoeg om zijn schuldbewustzijn voor het oor van zijn moeder te verbergen.

‘Ze kunnen moeilijk iedereen de klas uitsturen’, vond Thea monter.

‘Ja, maar zo krijg ik alleen de schuld’, benadrukte Walter nogmaals.

Hij had gelijk. Nou en? Bart en zij hadden hun kinderen al zo vaak het verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen uitgelegd. Het werd hoog tijd voor Walter om de verstandigste te zijn.

‘En toch zeg je straks sorry na de les.’

‘Waarom?’, herhaalde Walter koppig.

Hij stond nog steeds in verzetshouding, maar Thea kon zijn trauma in de toiletruimte van De Wielewaal niet meer serieus nemen.

‘Omdat ik het graag wil?’, smeekte ze overdreven, terwijl ze hem diep in de ogen keek en heel snel knipperde.

Ontdooid gaf Walter zich over.

‘Mij best hoor!’

Walter kwam zijn belofte op eigen initiatief niet na. Natuurlijk niet. Alleen de brave Hendrik uit elk respectabel jongensboek neemt alle schuld op zich en biedt daarna ook nog eens uit vrije wil zijn verontschuldigingen aan. Brave Hendrikken zijn geen echte tienjarige jongetjes en heten in elk geval geen Walter. Maar beloofd is beloofd. Thea liep met Walter mee terug naar het lokaal van groep 7 op zoek naar invalmeester Karel. Ze wilde getuige zijn van het boetekleed, dat bij voorbaat al een vertoning was, want Walter was allang niet meer met het gedoe van die ochtend bezig. Hierdoor kon Thea met gemak en liefde nog wat olie op het vuur gooien. Haar zoon moest en zou   ‘sorry’ zeggen. Al was het maar om   directeur Yin indirect op zijn eigen tekortkomingen te wijzen.

Meester Karel was een gangbare  grijsaard. Qua voorkomen had hij zomaar de vader van meester Gijsbert uit de voormalige groep 3 met Walter kunnen zijn. Ach ja, meester Gijsbert. Bij navraag kon Walter zich hem nog vaag voor de geest halen, maar in zijn onderbewuste zaten de rotstreken van zijn toenmalige meester onherroepelijk opgeslagen. Anders was zijn driftbui van die ochtend in de klas niet uit te leggen. Schooldag in, schooldag uit had meester Gijsbert de zesjarige postkleuter Walter voor zondebok uitgemaakt. Via deze onsympathieke weg wist meester Gijsbert bij de opperouders in de gunst te komen. Na maar één schooljaar van trouwe dienst op De Wielewaal werd hij weggepromoveerd. Zo had Walter  meester Gijsbert probleemloos uit zijn korte termijn geheugen kunnen wissen. De gelijkenis van de twee terrormeesters in combinatie met de verdrongen herinnering aan de vloek van meester Gijsbert uit het lange termijngeheugen had Walter evenwel getriggerd. Begrijpelijk dat hij was doorgedraaid. Hij was een kind van tien dat zijn gevoelens nog niet volledig onder controle hoefde te hebben. Waarom op hun beurt zowel veertiger Yin als zestigplusser Karel op een vergelijkbare manier geflipt waren, blijft tot op de dag van vandaag een schoolvoorbeeld van amateurisme. Al bij de kennismaking met Thea was de vooringenomenheid van invalmeester Karel onmiskenbaar op te maken uit zijn eerste reactie. Hij was overrompeld, alsof hij zich onterecht veilig gewaand had bij de voorstelling van een kansloze moeder bij Walter en geen uitgesproken type dat haar zoon naar voren schoof met begeleiding van een plechtige introductie.

‘Meneer Karel, Walter heeft u wat te zeggen.’

Walter kwam meteen ter zake. Hoe eerder hij toegaf, hoe eerder hij weer gewoon door kon gaan met zijn kinderleven:

‘Ik wou sorry zeggen, omdat ik mezelf vanochtend had opgesloten op het toilet’, stamelde hij braaf.

Meester Karel grijnsde ongemakkelijk. Walter overviel hem en de acceptatie van het excuus van het kind liet op zich wachten.

‘Vanmiddag is het hartstikke goed gegaan in de groep’, verzekerde hij Thea uiteindelijk handenwrijvend, terwijl hij Walter negeerde.

De onpersoonlijke opstelling van Karel sprak tegen hem.

‘Is dat de verdienste van u of van mijn zoon?’, zinspeelde ze daarom  expres.

‘Zullen we het op gewenning houden?’, schamperde meester Karel besmuikt.

De korte pijnlijke stilte die volgde werd door Walter verbroken.

‘En nou moet ik zeker ook nog naar die directeur?’

‘Je zult nog wel vaker onzinnige dingen in je leven moeten doen, Walter. Wen er maar aan. Doe het maar voor mij!’, antwoordde Thea zo luid dat meester Karel het wel moest horen.

Directeur Yin vocht met de bediening van een printer. Hij maakte een gestreste indruk met zijn slordig opgestroopte overhemdsmouwen en gestuntel. Direct na het sluiten van de klep spuwde de printer een paar A-viertjes uit over de linoleumvloer van de docentenkamer alwaar Walter de uiteen gedwarrelde papieren meteen begon te verzamelen. Hij benaderde directeur Yin vanaf de zijkant uit een rumoerige, aanhoudende kinderstoet in de aangrenzende hal van De Wielewaal en moest zijn stem verheffen om boven de herrie uit te komen.

‘Ik heb sorry gezegd tegen meester Karel!’, riep hij.

Directeur Yin nam de bijeengeraapte papieren met grote verdwaasde ogen van Walter aan. Alsof hij het kind niet herkende. Walter begreep zienderogen niet zo goed wat hem nu te doen stond. Thea eigenlijk ook niet. Ze had zich verdekt opgesteld achter de geopende deur van de docentenkamer en keek toe hoe haar zoon spartelde om niet door de grond te zakken. In een flits van herkenning leek het wel richtte directeur Yin zich ineens rechtstreeks tot Walter met een slotsom waarmee Thea geen genoegen zou hebben genomen als ze haar zoon was geweest.

‘Het is goed jongen, ga maar naar huis’.

Thea was verongelijkt. Welke magische inslag had ‘het’ ineens goed gemaakt? Directeur Yin was vanmorgen in de toiletruimte nog van plan geweest om samen met Walter de explosie in de klas inclusief apotheose op de w.c. te evalueren?  Walter had zich aan zijn deel van de afspraak gehouden en keurig netjes de schuld van het opstootje in groep 7 van die ochtend op zich genomen. Voor de vorm weliswaar, maar hij had zijn goede wil getoond. Bovendien was Thea op stel en sprong op komen draven na de noodoproep van directeur Yin. En waarom? Omdat hij en de invalmeester een jongetje van 10 niet de baas konden.

‘Reken maar dat die directeur met samengeknepen billetjes terugdenkt aan zijn optreden van vanmorgen’, beloofde Bart bemoedigend.

‘Nou daar heb ik anders niks van gemerkt. Hij zag Walter later niet eens meer staan’, verzuchtte Thea.

‘Wat had hij dan moeten zeggen? Sorry Waltertje dat de invalmeester en ik jou niet onder de duim hebben? Sorry, dat we jouw moeder bij de kwestie hebben moeten betrekken? Dat we jouw moeder thuis hebben moeten storen in haar werkzaamheden die natuurlijk nooit net zo dringend zijn als de lopende zaken op De Wielewaal, maar ja, wij krijgen een salaris van de overheid en jouw moeder nog steeds niet!’, schamperde Bart deels serieus en deels schertsend.

Thea grinnikte.

‘Zo heb ik het gedoe nog niet eens bekeken. Ik ben al blij als Walter hier zonder al te veel kleerscheuren onderuit komt. Dat ze als gevolg van zijn driftbui geen procedure gaan opstarten om Walter naar De Klaproos af te schepen. Je weet wel De Klaproos. Dat is die basisschool voor moeilijk lerende kinderen. Hoeveel kinderen van De Wielewaal zijn in de loop van de jaren via de zij-ingang van een medische indicatie niet op die veredelde LOMschool gedumpt? Ik heb ze voor mijn ogen af zien gaan. Alleen Dolly, de moeder van Miranda, liet zich niet gek maken.’

‘Ik was er ook bij, Thea, weet je nog? En ik denk niet dat je bang hoeft te zijn. Juist het gemak waarmee toen niet standaard kinderen van De Wielewaal naar De Klaproos werden doorgesluisd, is denk ik één van de redenen geweest waarom die troubleshooters, die Yin en Yang, zijn aangesteld.’

Thea hoefde van Bart dan wel niet bang te zijn, ze was het wel. Ze zag Jade de interne coördinatrice van De Wielewaal alweer op de voorgrond treden met haar obsessie met leerstoornissen en Walter. 

‘Maar Walter is toch autistisch en dyslectisch’, imiteerde Thea haar geëxalteerd.

Bart wist meteen op wie Thea doelde.

‘Ach dat Gutmensch heeft momenteel toch geen zak meer te vertellen. Bovendien kijkt ze wel uit. Ze is sluw genoeg om voorlopig even uit de wind te gaan zitten.’

Bij wijze van antwoord ging de huistelefoon. Voor de tweede keer op die enerverende donderdag.

‘Daar heb je directeur Yin’, voorspelde Bart nog voor de grap.

‘Je hebt je roeping als ziener gemist’, zou Thea achteraf nog dollen, want  directeur Yin hing inderdaad aan de lijn.

Zijn bereik was slecht, want hij zat in de auto op weg naar een afspraak. Hij belde hoorbaar handsfree, maar wilde toch nog graag even contact met Thea opnemen voor de avond viel. Morgen zou hij niet aanwezig zijn op De Wielewaal en daarna zat het weekend er weer tussen. Dus vandaar. Het ging over de botsing met Walter die ochtend in het klaslokaal van groep 7. Zo nu dan viel het stemgeluid van directeur Yin even weg en kon Thea moeilijk inschatten wat zijn gemoedstoestand was. Hij was vriendelijker dan ooit, maar er weerklonk ook een alarmerende  nervositeit in zijn intonatie.

‘Het is vanmorgen behoorlijk mis gegaan in de klas. Ik weet niet of je op de hoogte bent van het gerucht dat de ronde doet, maar er wordt verteld dat Walter en ik gevochten hebben.’

Het zou een kwestie van een nachtje slapen geweest zijn voordat Thea onvoorbereid door de opperouders met deze roddel over de grenzen van het fatsoenlijke zou zijn getrokken. Nou was ze in ieder geval bedacht op toespelingen morgen. Dat nam niet weg dat ze geen gepaste reactie op de mededeling van directeur Yin voorhanden had.   

‘Walter heeft helemaal niets verteld over een gevecht!’, stamelde ze na een korte herstelpauze.

‘Dat is ook niet zo!’ riep directeur Yin bijna opgelucht uit.

‘We hebben niet gevochten!’

‘Wat dan?’, aarzelde Thea.

Zo’n roddel kon toch niet zomaar uit de lucht komen vallen? Bij weten van Thea kende het onderonsje in de toiletten geen getuigen. Er moest dus iets in de klas gebeurd zijn in het bijzijn van alle kinderen van groep 7. Aan de andere kant van de lijn ademde directeur Yin diep in alsof hij een figuurlijke aanloop nam voor zijn uitleg.

‘Meester Karel had Walter de klas uitgestuurd, maar hij bleef onverzettelijk. Dus probeerde ik hem aan zijn oksel uit zijn bankje te tillen. Dat had ik niet moeten doen. Toen Walter half overeind stond, struikelde hij en viel tegen me aan. Ik kwam met een klap met m’n billen tegen de boekenkast achter in de klas. Daar is Walter volgens mij heel erg van geschrokken. Daarna is hij het lokaal uitgerend en heeft hij zich opgesloten op het toilet.’

De schuldbekentenis van directeur Yin was rap en beladen van berouw.

‘Die goeie, lieve Walter’, dacht Thea vertederd.

‘Hoe is het nou met je achterwerk?’, informeerde Thea voor de goede orde.

‘Dat wordt een blauwe plek morgen’, voorzag directeur op ontlastende toon.

‘Nou snap ik eindelijk waarom Walter zich heeft opgesloten op het toilet. Zoiets is normaliter namelijk helemaal niet des Walters’, lachte Thea bevrijd.

‘Hoe bedoel je?’, vroeg directeur Yin onzeker.

‘De gedachte dat jij door zijn schuld tegen de kast terecht bent gekomen – met een klap nog wel -  moet Walter inderdaad op de vlucht naar de toiletten hebben gejaagd. Zeker na dat gedoe met Kasper die hij zogenaamd voor een auto geduwd zou hebben. Op De Wielewaal is Walter gewoonlijk namelijk schuldig totdat het tegendeel bewezen is. Alleen neemt niemand van het docententeam de moeite om het tegendeel te bewijzen. Dus is Walter hoe dan ook de boosdoener, want hij heeft de schijn altijd tegen zich. Dat heb ik je geloof ik al eens uitgelegd. En als dan de invalmeester van vandaag -  invalmeester Karel – ook nog een sprekend op meester Gijsbert lijkt, dan snap ik wel dat de stoppen van Walter zijn doorgedraaid. Meester Gijsbert is een demon uit het verleden van Walter die hem in groep 3 het leven zuur maakte. Invalmeester Karel en meester Gijsbert zijn in het kinderbrein van Walter kennelijk dubbelgangers. Een ongelukkige samenloop van omstandigheden maar dat kon invalmeester Karel niet weten natuurlijk.’

‘Ja, maar ik kan me zo voorstellen dat het voor jou ook niet leuk is dat jouw kind op een dergelijke manier benaderd wordt door docenten. Ik zeg nogmaals; ik had hem niet bij zijn oksel moeten pakken’, kwam  directeur Yin met trillende stem, maar volhardend terug op zijn punt.

Thea had bewondering voor de wijze waarop directeur Yin zich kwetsbaar durfde op te stellen. Deze man was een verademing in vergelijking met oud-directrice Willy Bakbruin met haar trukendoos en gelul in de ruimte. Thea besloot hem tegemoet te komen.

‘Met Walter is alles in orde hoor. Hij heeft niks verteld over schermutselingen in de klas. Als hij er last van had gehad dat jij hem bij zijn oksel hebt gegrepen, dan zou hij Bart en mij allang deelgenoot hebben gemaakt van de pijniging. Dat mag je met een gerust hart van me aannemen.’

‘Nou dat vind ik fijn om te horen’, zei directeur Yin duidelijk gerustgesteld.

‘Weet je wat ik wel heb bij zoiets als handtastelijk worden bij een driftig kind van 10?’, bracht Thea nog wel te berde.

‘Geen flauwekul.’

‘Nou?’, vroeg directeur Yin terughoudend.

‘Voor je het weet slaat hij terug en dan hebben zowel jij als ik pas echt een immens probleem en ruzie!’

Thea was nog niet uitgesproken of ze werd overstemd door de schaterlach van directeur Yin.

‘Dat doet hij niet!’, gierde hij.

En wat als Walter wel van zich af geslagen had? Een stomp a la Boris in de maag van directeur Yin in plaats van in de buik van een elfjarig meisje met de naam Sabine? Een gewetensvraag die niet alleen Thea aan het denken zette. Een week later stond meester Vik voor aanvang van de lessen Thea op te wachten bij het lokaal van groep 7. Hij hield haar in de gang staande met de vraag of Thea die middag na school tijd had voor een gesprek op De Wielewaal, waarop zij klikte met haar tong en  fronsend vroeg:

‘Alweer een gesprek? Ik heb directeur Yin pas geleden nog aan de telefoon gehad.’

‘Ja, maar directeur Yin wil ook graag persoonlijk bij dit gesprek aanwezig zijn’, stamelde meester Vik verontschuldigend.

Hij was een kop groter dan Thea en zij moest naar hem opkijken. Alleen in letterlijke zin weliswaar. Zijn bescheiden opstelling maakte juist dat Thea hem eigenlijk best wel  tegemoet wilde komen.

‘Nee, je begrijpt me verkeerd. Ik wil gerust een gesprek met jou onder vier ogen voeren. Dat is het niet, maar ik heb de laatste tijd al zoveel overleg gehad op De Wielewaal. Vandaar’, glimlachte ze.

‘Het gaat over Walter’, voegde meester Vik handenwrijvend onnodig toe.

‘Echt?’, grapte Thea.

Meester Vik grinnikte beleefd en vervolgde:

‘Guido, de schoolpsycholoog zal er ook bij zijn.’

‘Ik wist niet eens dat er een schoolpsycholoog rondliep op De Wielewaal!?’, floepte Thea eruit voordat ze er zelf erg in had.

‘Nee, nou ja, logisch wel, want Guido is pas nieuw voor dit schooljaar ingehuurd door de directie. Hij is vooral bedoeld voor de groep.’

Meester Vik sprak vrijuit en kwam ontspannen over. Hij nam de tijd voor een onderhoud met tirannieke Thea middenin de gang van De Wielewaal waar geen voorbijganger ongestoord omheen kon. Elke andere docent van het team op De Wielewaal die, net als meester Vik nu samen met Thea, volop in de kijker van de opperouders zou hebben gestaan, had zich dan ook zo snel mogelijk van de moeder van Walter losgerukt na het maken van de afspraak. Meester Vik niet. Meester Vik leek zich helemaal niet bewust van het wakende oog van de alom vertegenwoordigde opperouders. De frisse wind die dankzij de opstelling van meester Vik door de gangen van De Wielewaal woei, bezorgde Thea een dikke keel en waterige ogen. Om niet ontmaskerd te worden, maakte Thea eens voor de verandering een einde aan het onderonsje met een leerkracht van De Wielewaal, in plaats van andersom, door abrupt de pas erin te zetten. In de hoop dat de ontroering in haar stem niet op zou vallen, beloofde ze nog wel luidkeels over haar schouder dat meester Vik op haar kon rekenen bij de afspraak in de namiddag. 

Walter zat allang op zijn plaats in de klas. De laatste tijd had Thea sowieso niet meer de gewoonte om hem bij het wegbrengen in het lokaal te begeleiden. Op de excessen in groep 7 na, werd er ook veel gelachen in de klas als Thea haar zoon moest geloven. Het enthousiasme waarmee Walter de laatste tijd in en uit school toog, loog er in ieder geval niet om. Vandaar dat Thea liever consequent acte de présence gaf in het lokaal met Sabine en na de korte ontmoeting met meester Vik, moest ze haasten vandaag. Ze had zichzelf tot taak gesteld om de neutraliteit van Jeewee tot het einde van groep 8 te bewaken door de opperouders uit de klas van Sabine schooldagelijks aan haar tirannieke bestaan te blijven herinneren door haar neus te laten zien. Al bleef Thea doodgezwegen. Ook door Jeewee. Hoewel hij de moeder van Sabine, na de komst van de troubleshooters, eigenlijk niet meer met goed fatsoen kon negeren. Dat ongemak loste hij op met een afgemeten knik in haar richting voor aanvang van de lessen. Thea was blij dat ze op die manier toch een reactie wist op te roepen. Hoewel Jeewee haar, meteen na zijn woordeloze begroeting, nog steeds probeerde te overstemen met zijn onderhuidse vriendjespolitiek in de richting van de opperouders. Thea gunde hem deze verzetsdaad, want Jeewee vermoedde waarschijnlijk dat ze een directe lijn had met de troubleshooters. Terecht, maar dat was niet de reden dat meester Populair in ongenade dreigde te raken bij Yin en Yang. Beter dan Thea te provoceren was Jeewee bij zichzelf te rade gegaan, want hij groef zijn eigen graf. Meester Populair, die in zijn bloeitijd ongestoord zijn eigen koers had kunnen blijven varen, kon in het jaar van Yin en Yang niet meer belangeloos afwachten waar het schip zou stranden. Desondanks bleef Jeewee stug doen wat hij altijd had gedaan en als dat ineens niet meer goed genoeg was, dan kon hij er ook niets aan doen. Ook niet een klein beetje. Zoals het bijvoorbeeld onder Yin en Yang geen pas meer gaf om het sportieve deel van groep 8 tijdens het speelkwartier schooldagelijks, jaar in jaar uit, op een voetbalwedstrijd te trakteren en de rest consequent links te laten liggen bij buitenschoolse activiteiten. Oud-directrice Willy Bakbruin had het exclusieve voetbalfestijn in het speelkwartier met meester Populair juist altijd aangemoedigd. Alsof het principe van; ‘voor elk wat wils’, niet gold voor het basisonderwijs op De Wielewaal. Voetbal is leuk, maar niet altijd en ook niet voor iedereen. Door die blinde vlek had Jeewee geen oog voor alternatieven. Het was voetbal of niets op het speelplein.

Het kwam erop neer dat Jeewee naast zijn werk maar een beperkte aandachtspanne had die niet veel verder ging dan sport. Eigenlijk moest alles en iedereen hiervoor wijken buiten de lesuren op De Wielewaal. Met die insteek reduceerde hij de laserbehandelingen die Sabine al ruim twee jaar aan de wijnvlekjes in haar gezicht onderging, eveneens tot een niemendalletje waar in geen geval openlijk al te veel aandacht aan kon worden besteed. Vermoedelijk niet eens met opzet, want Sabine werd wel kort door Jeewee apart genomen om de medische ingreep niet helemaal onbesproken te laten. Zij het met een zekere reserve. Niet met zoveel woorden, maar liever geen grote klok. Dat voorbehoud had Sabine gevoeld, maar ze mocht niet klagen. Jeewee had tenminste nog enigszins zijn goede wil getoond, terwijl de schooltrol in groep 7 zich geen seconde had willen verdiepen in de cosmetische grillen van de ouders van Sabine. Alsof laserbehandelingen in feite ‘not done’ zijn en meester Populair dus zijn nek uitstak met zijn bereidwilligheid om een oogje dicht te knijpen in het controversiële   geval van Sabine. Thea kende Jeewee inmiddels goed genoeg om te weten dat zijn terughoudendheid niets met Sabine te maken had. Dus hij ontzag Sabine niet uit kindvriendelijke motieven. De voornaamste reden waarom Jeewee in de klas geen ruchtbaarheid wilde geven aan de laserbehandelingen van de wijnvlekjes in het gezicht van Sabine, had te maken met de gevoeligheid van het onderwerp bij de opperouders. Hoe konden Bart en Thea hun kind op zo’n jonge leeftijd zo maar onderwerpen aan plastische chirurgie? Want dat was toch wat een laserbehandeling in de ogen van de incrowd van De Wielewaal was. Nou moet gezegd worden dat Sabine er direct na ieder ingreep uitzag alsof ze aan vlektyfus leed. De helft van haar gezicht zag zwart van de gelaserde bloedvaten. Na een korte herstelperiode werden de opzichtige wijnvlekjes van Sabine hoe langer hoe lichter, maar de heftige eerste reactie in haar gezicht viel moeilijk te verbloemen. Toch had Sabine weinig pijn en kon ze makkelijk naar school. Met de eindcitotoets in het vooruitzicht was thuisblijven vanwege de tijdelijke zwarte plekjes in haar gezicht dan ook geen optie voor Sabine. Voor ze het wist had de schooltrol Sabine bij afwezigheid terug een vmbobasisadvies door de maag gesplitst. Ondertussen werd op De Wielewaal minachtend weggekeken van de zwartgeblakerde wijnvlekjes in het gezicht van Sabine door de opperouders en dat was Jeewee niet ontgaan. Hoe ordinair moet je als ouders zijn om uiterlijk belangrijker te maken dan het voor een kind is en waarvan konden Bart en Thea zo’n ingreep trouwens betalen? Jeewee onthield zich van commentaar. Zijn enige verweer was zijn oneindige weg van de minste weerstand. 

Stel dat Bart en Thea net zo meegaand waren geweest? Dan hadden ze dus Sabine levenslang op moeten zadelen met permanente wijnvlekjes in het gezicht, alleen maar omdat de opperouders op De Wielewaal laserbehandelingen omstreden vonden. Duurzame wijnvlekjes die Sabine vanaf haar pubertijd gegarandeerd parten waren gaan spelen. Helemaal vanwege de locatie. In haar gezicht! Maar niet getreurd want leve de lapmiddelen in de vorm van make-up. Hoeveel tubes foundation gaan er in een mensenleven en waar bemoeiden de opperouders zich mee? De laserbehandelingen zijn een weloverwogen keuze van Bart en Thea geweest. Hoe ingrijpend ook voor de kleine meid. Te beginnen op een punt waarop Sabine oud genoeg was om stil te blijven liggen tijdens het laseren en jong en naïef genoeg om haar bezoedelde gezichtje achteraf onbeschaamd aan de genezende kracht van de buitenlucht bloot te stellen. Daarbij werden de kosten van de vele laserbehandelingen volledig gedekt door de ziekenkostenverzekeraar tot   Sabine de leeftijd van achttien jaar had bereikt. Er was dus geen tijd te verliezen.

Als Jade de interne coördinatrice vooraf nou door Bart en Thea betrokken was geweest bij de lasertherapie van Sabine dan hadden de medische ingrepen in het gezicht van het kind ongetwijfeld meer aandacht gekregen op De Wielewaal. Daar zou Jade de interne coördinatrice dan wel voor gezorgd hebben. Zolang zij kinderen maar kon medicaliseren. Ziek vond Thea deze instelling. Bart had meer moeite met de kostbare tijd die verspild zou worden als Jade de interne coördinatrice eerst nog bij het proces betrekken had moeten worden alvorens van start te gaan met de lasertherapie. Bovendien zochten Jade de interne coördinatrice en de ouders van Sabine door oud zeer elkaar bij voorbaat al niet op. Trouwens met groen licht van Jade de interne coördinatrices zou Sabine dusdanig overladen zijn met zoetsappige beterschapswensen en verkeerde, publieke aandacht, dat ze van de weeromstuit zou zijn gaan zwelgen in zelfmedelijden. Het schrille contrast met de kille onverschilligheid waarmee Sabine nu benaderd werd op haar basisschool, moet zelfs de interim directie aan het hart gegaan zijn. Waarom anders werd Sabine spontaan overvallen door een charmeoffensief van de directeuren Yin en Yang? Op een schooldag na de zoveelste laserbehandeling stond Sabine, met wederom mega zwarte vlekken in haar gezicht, van haar appeltje te genieten tijdens het speelkwartier. Het schoolplein krioelde van de kinderen uit de bovenbouw en de surveillerende leerkrachten waaronder; meester Vik van groep 7 en juffrouw Siepie de saimiri oftewel de schooltrol die in het jaar van Yin en Yang, samen met juffrouw Marijke beurtelings, groep 6 bestierde. Zoals gewoonlijk trapte Jeewee van groep 8 een balletje met de stoere knapen uit zijn klas. Sabine leunde met haar rug en een voet tegen een muur van De Wielewaal. Zarah die naast haar in een peer beet, had eenzelfde houding aangenomen. Samen volgden ze zonder enthousiasme het potje voetbal dat zich voor hun ogen afspeelde.

In eerste instantie zag het tweetal de directeuren dan ook niet op zich afkomen. Groot was de hilariteit bij de twee prépubers na de schok van de herkenning van Yin en Yang die ineens voor hun neus stonden leek het wel. Met veel omhaal kwamen de heren gezamenlijk en plein public informeren naar het welbevinden van Sabine. Wat was er met haar gezicht gebeurd? Of ze uitleg kon geven over de gang van zaken tijdens een laserbehandeling? Hoezo hoefde Sabine niet onder narcose? Kreeg ze niet eens een roesje?

‘Het doet maar even pijn. Het zijn prikjes, maar je moet wel stil blijven liggen’, legde Sabine geamuseerd aan het overweldigende duo uit.

Ondertussen was Zarah haar vriendin met andere ogen gaan bekijken. Vol bewondering. En Yin en Yang concludeerden luidruchtig dat Sabine een bikkel was.

‘Veel grote mensen durven zich niet eens te laten laseren. Laat staan zonder verdoving!’, had directeur Yin  opgemerkt, terwijl hij illustratief naar zichzelf wees.

Thuis gekomen gloeide Sabine nog na van trots. Toen Thea begreep waarom haar dochter straalde, voelde zich ze zich lichter worden en gesteund. Niet alleen Sabine had die dag een opsteker gekregen.

 

HOOFDSTUK 49

Guido was het merkbaar aan zijn stand van schoolpsycholoog verplicht om afstand te houden. Thea vond het wel een geruststellende gedachte dat hij tegen alle aanzittenden aan de vergadertafel uit de hoogte deed en niet alleen tegen haar. Guido de schoolpsycholoog was zichtbaar een behouden man van middelbare leeftijd die zijn zaakjes op orde had. Zijn verschijning deed Thea nog het meest aan Bink denken, maar dan met een keurig gekapte, grijze kuif in plaats van een kale kop. Ook miste de klik met Bink, maar verder was deze Guido net zo gebruind, onberispelijk gemanicuurd en droeg hij dezelfde stijl; kleding, schoenen en blingbling als een doorleefde pooier en uitbater van G-spot Gigolo.

Op verzoek van directeur Yin had Guido de schoolpsycholoog zich bereid getoond om de zaak Walter eventueel op te pakken. Nou snapte Thea meteen ook waarom meester Vik onlangs Walter in het speelkwartiet apart had genomen en een gesprek met hem was aangegaan.

‘Zomaar’, volgens Walter.

Alleen met jou?’, verifieerde Thea achterdochtig.

‘Nou en?’

‘Nee niks. Was het gezellig?’

‘Ja, ik heb een foto gezien van zijn vriendin en meester Viktor heeft een heleboel broers en ik heb verteld dat ik in het weekend vaak met papa dingen doe, zoals naar rommelmarkten gaan; laptops en pick-ups repareren en ook wat ik verder allemaal voor hobby’s heb’, beschreef Walter vergenoegd.

‘Heeft iedereen bij jou in de klas zo’n onderonsje met meester Viktor?’

Walter haalde zijn schouders op en daarom had Thea in eerste instantie  haar bevreemding, over deze wel heel erg arbeidsintensieve benadering voor een drukbezette onderwijzer van een ingewikkelde groep, verdrongen. Meester Viktor was nieuw en nog op zoek naar de juiste tactiek om zijn leerlingen voor zich te winnen. Trouwens, Walter had niets te verbergen. In tweede instantie begreep ze nu dat onderliggende psychische klachten alsmede een instabiele thuissituatie bij zowel Walter als zijn ouders zoveel mogelijk uitgesloten moesten worden, omdat Guido vanuit zijn positie de schoolpsycholoog alleen  vanuit De Wielewaal voortgang kon boeken. Een informeel intake gesprekje van een onderwijzer met de omstreden pupil bood in dat geval het beste inzicht. Zo te merken waren Walter en zijn ouders geslaagd, anders was directeur Yin niet overgegaan tot het inschakelen van Guido de schoolpsycholoog, maar was zwaarder geschut zoals de kinderbescherming niet ondenkbaar geweest.

Overigens zou die hulp aan Walter  niet zonder slag of stoot te realiseren zijn. Althans dat gaf Guido de schoolpsycholoog meermaals uitdrukkelijk te kennen tijdens de bijeenkomst tussen hem, Thea, directeur Yin en meester Vik van groep 7. Guido was geen therapeut. Hij ging over de interactie in de groep. Momenteel zag het ernaar uit dat Walter de groepsdynamiek in de klas te sterk beïnvloedde met zijn stemmingswisselingen en daar kon alleen wat aan veranderd worden met 100 procent inzet van zowel ouders als kind. En dan nog zou het opzetten van een actieplan zeeën van Guido’s beperkte tijd vergen. En tijd is geld. Dat schreeuwde in het geval van Guido de schoolpsycholoog dan ook om extra vergoeding. Geld dat wel tot achter de komma gedeclareerd moest kunnen worden. Naast de vaststaande tarieven van het groepsbudget.

Ondertussen bewoog directeur Yin  ongeduldig heen en weer over zijn stoelzitting. Hij zette zich af tegen de lange vergadertafel en boorde met de achterpoten van de stoel in het linoleum. Pas toen hij merkte dat Thea zijn caperiolen geamuseerd aan het bestuderen was, liet hij de twee zwevende voorpoten met een klap weer op de grond terecht komen. Hij schoof een stukje achteruit en ging waardig rechtovereind zitten, sloeg zijn benen herhaaldelijk over elkaar heen en zette ze weer terug naast elkaar. Vervolgens opnieuw linker over rechterbeen en andersom. Tussentijds zaagde schoolpsycholoog Guide onverstoord verder, terwijl meester Viktor met zijn voortanden een velletje in zijn nagelriem probeerde te vangen. Directeur Yin kon de neerwaartse beweging van zijn trillende mondhoeken hoe langer hoe moeilijker bedwingen. De gewichtigdoenerij van Guido de schoolpsycholoog kon ook bijna niet anders dan onverdraaglijk zijn voor directeur Yin. Tenminste als Thea de vele voorlichtingsfilmpjes, artikelen en interviews op internet moest geloven waarin het onderwijsbeest zijn visie op effectief onderwijs ventileerde. Wat hem betrof was iedere leerling gebaat bij individuele aandacht op maat. Als pupil Walter geholpen zou kunnen worden met begeleiding van de schoolpsycholoog dan moest die mogelijkheid hem geboden worden. Een volgende leerling kreeg, indien nodig, weer een ander ontwikkelingstraject aangeboden als de omstandigheden daarom vroegen. Daar kon Guido de schoolpsycholoog lang of kort over zijn. Liever kort eigenlijk te oordelen naar de rusteloze reacties van directeur Yin op de omwegen die Guido de schoolpsycholoog insloeg om zich te profileren. Je hoefde geen gedachten te kunnen lezen om te snappen dat directeur Yin ongezegd vond dat Guido de schoolpsycholoog te hoog van de toren blies. Het was namelijk maar de vraag of Guido de schoolpsycholoog überhaupt ingehuurd was door de interim directie van De Wielewaal als meester Viktor niet aan het begin van zijn loopbaan als onderwijzer had gestaan. Hij was per ongeluk voor de leeuwen geworpen door de avontuurlijke samenstelling van groep 7 en het zou zonde zijn als deze pech hem zou tekenen voor de rest van zijn carrière in het onderwijs. Een schoolpsycholoog die gespecialiseerd is in groepswerking kon meester Viktor bijstaan bij het bevatten van zijn onorthodoxe debuutklas. De troubleshooters hadden nou eenmaal carte blanche gekregen van de onderwijsstichting. De directeuren Yin en Yang mochten een jaar lang alles uit de kast halen om het onderwijs op De Wielewaal weer op de rails te krijgen. Ook financieel. Zo werd Guido de schoolpsycholoog bekostigd, maar dat betekende wel dat hij moest werken voor zijn geld. Onder meer door meester Viktor te ontlasten door Walter te ondersteunen.

Meer moest dat niet zijn van directeur Yin, zoals sprak uit zijn wrevelige houding. Guido de schoolpsycholoog zou zich mettertijd vanzelf overbodig maken. Zodra meester Vik zich de kneepjes van het vak eigen had gemaakt, had hij talent genoeg om zijn pappenheimers op eigen kracht stuk voor stuk een individueel leerplan te bieden. Groepsprobleem opgelost, want in de optiek van directeur Yin was nuance en differentiatie de enige juiste didactische aanpak van elke klas, maar die van de onvoorspelbare groep 7 van De Wielewaal in het bijzonder. Ongeacht het aantal kinderen per jaargang – dus plofklas of niet – of het niveau.

Voor het bewaken van onderwijskwaliteit kon de plusgroep op De Wielewaal ook niet langer het eliteclubje blijven dat het vanaf de oprichting altijd geweest was, namelijk; een kunstmatige bezetting van hetzelfde type kroost. Altijd weer de kinderen van de eigengereide opperouders. Volgens de leer die directeur Yin aanhangt zijn niveaus echter dynamisch. Ze ontwikkelen zich bij elke leerling in een verschillend tempo. Ongeacht de afkomst. Daarom is het beter als een plusgroep af en aan voor alle kinderen toegankelijk blijft door diversiteit en een steeds wisselende wacht. Reden temeer voor Thea om zich te kunnen vinden in dat maatwerk uit het gedachtegoed van directeur Yin. Toch is een leerkracht ook maar een mens met veel werkdruk. Een duizendpoot tegen wil en dank die zich niet de Godganse dag alleen maar met de leerontwikkeling van gemiddeld 25 kinderen apart bezig kan houden, zonder zichzelf voorbij te lopen. Dat snapte zelfs directeur Yin. Maar hobby’s, interesses, talenten, karaktereigenschappen, gezinssituaties, welbevinden, gezondheid, leerontwikkeling en scores zijn te noteren. Vervolgens is het een kwestie van ijkpunten per leerling bijhouden voor de goede orde. Zoals elke mensenwerker persoonsgegevens opslaat. Zoals Bink bijvoorbeeld de voorliefdes van zijn klandizie op zijn laptop beheerde. Mevrouw Jansen houdt van toyboys met tattoos en mevrouw Pietersen juist niet. Het geheim is de nuance. Werkdruk of niet. Eigenlijk stond dat idee van  persoonsgeboden aandacht heel dicht bij het leerlingenvolgsysteem, dat al decennia lang aan de basis van elke beproefde onderwijsmethode staat. Laat onverlet dat er, ook wat Thea betrof, niet vaak genoeg op ‘onderwijs op maat’ gehamerd kon worden. Al was het maar om herhaling van het foute vervolgopleidingsadvies, dat Sabine in eerste instantie van haar horrorjuf Siepie de saimiri uit groep 7 had meegekregen, in de toekomst te voorkomen.

Guido de schoolpsycholoog daarentegen dacht maar moeilijk in individuen. Hij was immers gespecialiseerd in groepen. Dat wilde hij gedurende de bijeenkomst minstens tien keer gezegd hebben. Even zo vaak was directeur Yin gaan verzitten alsof hij wilde zeggen:

‘Schiet toch op man en doe waarvoor je betaald wordt.’

Op een gegeven moment was de maat van directeur Yin vol. Hij schraapte zijn keel en stelde de hamvraag met een geïrriteerde ondertoon:

‘Maar ben je bereid om met Walter in groep 7 aan de slag te gaan?’

‘In principe wel’, antwoordde Guido de schoolpsycholoog vaag, maar goed genoeg voor directeur Yin.

De sfeerverlichting in de vergaderruimte was echter van korte duur, want Guide de schoolpsycholoog begon alweer voorwaarden te stellen.

‘Ik eis dan wel het volledige vertrouwen van de ouders en het kind en van jullie natuurlijk’.

Na zijn punt knikte Guido de schoolpsycholoog illustratief in de richting van directeur Yin en meester Viktor.

‘Mag ik ook wat zeggen?’, viel Thea in.

Net als meester Viktor had ze nog geen syllabe tussen het gewauwel van Guide de schoolpsycholoog kunnen uitspreken, maar nu nam ze abrupt het woord, zonder verder op toestemming te wachten.

‘Ik meen een zekere achterdocht tegen ons – de ouders – te bespeuren. Er wordt wel heel nadrukkelijk  gehamerd op volledige betrokkenheid van de ouders. Die betrokkenheid is aanwezig, dat verzeker ik jullie, maar mochten Bart en ik besluiten om met Walter dit traject in te gaan, dan ben ik de enige aanspreekbare ouder in dit verhaal. Dat betekent niet dat Bart niet geïnteresseerd is in of niet betrokken is bij zijn zoon. Ik begeleid onze kinderen bij schoolzaken en Bart doet weer andere dingen. Zo is de taakverdeling in ons huwelijk. Zo zijn Bart en ik getrouwd en dat zouden wij graag gerespecteerd zien.’

‘Duidelijk’, antwoordde directeur Yin, terwijl hij de opgetrokken wenkbrauwen van Guido de schoolpsycholoog nadrukkelijk zat te negeren.

‘En dan nog wat’.

Meester Viktor kwam rechtop zitten, Guide de schoolpsycholoog krabde achter zijn oren en directeur Yin keek alsof hij al wist wat er komen ging.

‘Als ik het goed begrijp dan is het de bedoeling dat onze zoon handvaten van Guido in samenwerking met Viktor aangeboden gaat krijgen om met de groepsdruk in de klas om te gaan. Omdat Walter een markante persoonlijkheid heeft, is hij dominant aanwezig in de klas en dat zorgt voor onrust in de groep. Mijn man en ik begrijpen dat Walter moet leren om zich min of meer te conformeren aan de groepsdynamiek. Toch vind ik het ook belangrijk om tijdens dit leerproces niet alle verantwoordelijkheid bij Walter neer te leggen. Walter wordt juist tegendraads omdat hij denkt dat hij overal de schuld van krijgt.’

‘Zie je wel dat ik weer overal de schuld van krijg’, was dan ook de eerste reactie van Walter, toen Thea hem probeerde voor te bereiden op de te verwachten toenadering van  Guido de schoolpsycholoog

‘Het is een uitgelezen kans’, vond Bart, terwijl hij de bimbam in de huiskamer opwond.

De sleutel kraakte in het slot met de draaibewegingen van Bart mee. Thea vond hem ongevoelig voor het spookbeeld van zijn zoon.

‘Ik weet het niet’, twijfelde ze.

Bart stopte met opdraaien en keek Thea een seconde meewarig aan. Daarna plaatste hij het opwindsleuteltje op de bodem van het uurwerk en sloot het deurtje onderin de klok.

‘Ken je Guido?’ wilde hij van Walter weten.

‘Hij zit vaak achterin de klas’.

‘Is hij aardig?’, vroeg Thea.

‘Gewoon’.

‘Het is maar wat je gewoon noemt’, dacht Thea spottend, maar ze zweeg natuurlijk.

Stel dat ze Walter onbedoeld zou demotiveren. Ondertussen was Bart in zijn relaxstoel gaan zitten en hij richtte zich tot haar.

‘Walter kan hier alleen maar beter van worden. Dit is precies wat hij nodig heeft. Dat er eindelijk eens naar hem geluisterd wordt en dat hij hulp krijgt bij het omgaan met zijn boosheid.’

‘Ik wil geen hulp bij het omgaan met mijn boosheid’, mokte Walter vanaf de driezitsbank.

Hij zat in het hoekje met zijn kin op zijn borst naast Thea die Walter plagerig in zijn zij porde.

‘Natuurlijk wel, jij vindt het toch ook niet leuk om steeds driftig te worden. Dan moet je je weer op het toilet van De Wielewaal opsluiten, of bij directeur Yin op gesprek’.

Bart stak schertsend zijn wijsvinger in de lucht ten teken dat hij een eurekamomentje had. 

‘Juist als je driftig wordt, krijg je de schuld’, merkte hij helder op.

‘Ja, dat is misschien wel zo’, gaf Walter verslagen toe.

Geraakt slikte Bart zijn ontroering weg om Walter vervolgens een hart onder de riem te steken.

‘Doe het nou maar jongen. Werk gewoon mee. Des te eerder ben je van het gezeur af.’

‘En ik ben erbij, tenminste als jij dat wilt’, blufte Thea, want tijdens de eerste bijeenkomst was Guido de schoolpsycholoog nog een poos aan zijn initiële eis blijven vasthouden dat beide ouders bij alle toekomstige ontmoetingen tussen hem en Walter aanwezig moesten zijn en niet alleen mama. Desondanks was het Thea met veel  overtuigingskracht en gepaai gelukt om haar echtgenoot vrij te pleiten van een ouderlijke evaluatieplicht met het soort zielenknijper dat Bart als een absolute kwelling zou hebben ervaren. Dat laatste had ze uiteraard voor zichzelf gehouden. Ineens bedacht Thea zich echter dat Walter  zijn moeder misschien net zo min als zijn vader kon gebruiken in zijn kinderbubbel op school. In dat geval had Thea een probleem. Ter rechtvaardiging voor de lijfelijke afwezigheid van Bart, had ze duizend procent inzet van haar kant beloofd. Er was geen weg terug. Thea zou in de toekomst wel bij elke ontmoeting tussen haar zoon en Guido de schoolpsycholoog aanwezig moeten zijn. Of Walter wilde of niet.

‘Dus jij gaat mee?’.

Walter wilde zeker zijn. Een goed teken. En wie niet waagt, wie niet wint.

‘Alleen als jij dat wilt!’, loog Thea voor een tweede keer.

Ze hield haar hart vast.

‘Nee, dan is het goed’, gaf Walter aarzelend toe, waarna Thea haar hart opgelucht losliet, zodat het een sprongetje kon maken.

Hoge verwachtingen had Thea niet  van Guido de schoolpsycholoog. Niets ten nadele van een schoolpsycholoog, maar het onvermijdelijke van deelname aan  het plan de campagne van Guido alleen al, maakte ten onrechte een uitvergroot dilemma van de manifestatie van Walter in groep 7. Het oordeel van Guido de schoolpsycholoog hing als een zwaard van Damocles boven het bestaansrecht van Walter in groep 7 van De Wielewaal. Die dreiging  voelde niemand beter aan dan Walter zelf en met ingang van de introductie van een schoolpsycholoog in zijn leventje gooide hij uit zelfverdediging meteen een verbeterde versie van zichzelf in de groep. Precies zoals Thea gehoopt had, want hij had evengoed de kont tegen de krib kunnen gooien. Deze ommekeer in het functioneren van Walter in de klas was de enige reden dat Thea zich niet verder verzette tegen bemoeienis van een afstandelijke  schoolpsycholoog met de leerontwikkeling van haar kind. Bart had de reactie van Walter al voorzien en daarom in dit geval van ‘een uitgelezen kans’ gesproken. Thea dacht meer in de trant van een laatste mogelijkheid voor Walter om zich ‘als het kind van zijn ouders’ in plaats van ‘als een willoos slachtoffer van zijn invloedssfeer’ zo goed mogelijk aan te passen aan zijn omgeving.

Socialisatie noemt men dat in vaktermen. Te beginnen bij de schoolpsycholoog en diens geplande taakstraf voor Walter. De verkapte veroordeling was op papier nog doorzichtiger dan uit zijn mond. Als Walter nou maar braaf was, dan kwam alles goed in groep 7. Of, om achteraf met Walter onder vier ogen te spreken:

‘Eigenlijk kreeg ik van Guido gewoon weer overal de schuld van.’

In zijn draaiboek voor Walter had Guido de schoolpsycholoog zwart op wit de nadruk op een zelfbewustwordingsproces uitgewerkt aan de hand van een  straf- en beloningssysteem. Het was de bedoeling dat de strategie van Guido strikt zou worden nageleefd  door Walter, meester Viktor en Thea. Op het moment dat Walter verviel in zijn oude, opruiende gedrag dan kreeg hij van meester Viktor een waarschuwing in de vorm van een rode kaart. Walter moest vooral zorgen dat;

hij niet voor zijn beurt sprak;

niet door het lokaal riep;

of ongevraagd discussies uitlokte.

Mocht Walter de klas worden uitgestuurd door meester Viktor of een andere leerkracht dan leverde die sanctie hem sowieso een rode kaart op. Ook werd hij geacht om zonder weerwoord te gehoorzamen. Bij weigering om het lokaal te verlaten kon hij op een tweede rode kaart rekenen. Bij een derde overtreding nog een rode kaart en ga zo maar door. Nadat hij uit de klas was gezet, mocht hij op de gang verder aan zijn leertaak werken. Daarnaast werd Walter verplicht om een ‘time-out’ te nemen zodra hij zijn drift voelde opkomen. Hij moest dan zo snel mogelijk op eigen initiatief maken dat hij het lokaal uitkwam om op de gang rustig te worden. Elke schooldag die Walter in de toekomst wist door te komen zonder rode kaart, leverde hem een groene kaart op. Na vijf groene kaarten ontving Walter een weeksticker uit de handen van meester Viktor. Meester Viktor koos voor stickers van Sponge Bob, waardoor het voor Walter nog enigszins aantrekkelijk was om de opstekers zelf bij te houden op een kalender in zijn laatje. Na het behalen van zoveel mogelijk Sponge Bob stickers zou Walter aan het eind van het schooljaar in de klas mogen trakteren op aardbeientaart met slagroom. Dit was een idee geweest van moeder Thea, want de strategie van Guido was alleen gekaderd. De   aard van een eventuele eindbeloning stond nog open voor suggesties. Hetzelfde gold voor de sanctie die Walter uiteindelijk te wachten stond bij een mogelijke overdaad aan rode kaarten. Voor de invulling van de straf had Thea echter niemand op leuke ideetjes willen brengen. Vooral daar op papier van haar werd verwacht dat ze onvoorwaardelijk partij bleef kiezen voor de schoolpsycholoog en/of meester Viktor. Ook als Walter in verzet zou komen, terwijl ze de strategie van Guido in werkelijkheid een halfgaar plan vond dat maar matig op de persoonlijkheid van haar zoon aansloot. Walter had zijn lesje immers al geleerd vooraleer het zelfbewustwordingsproces goed en wel in gang gezet was. Volgens Thea was dit het ultieme bewijs dat Walter niet in zijn eentje verantwoordelijk  kon worden gemaakt voor de wanorde die tot dan toe in groep 7 had geheerst. Misschien had de groepsdynamiek in groep 7 gewoon een tijdje moeten betijen onder supervisie van meester Viktor. Anders kon Thea wel een tiental andere losgeslagen klasgenootjes aanwijzen die ook wel wat zelfperceptie konden gebruiken. Enfin, spreken is zilver en zwijgen is goud. Het staaltje doorsnee didactiek van Guido de schoolpsycholoog deed Thea denken aan de werkwijze van Pleuni de fysiotherapeute bij wie Walter – op aanraden van zijn toenmalige logopediste Marloes en kleuterjuf Elsje -  ook nog wat verloren uurtjes in therapie was geweest. Maar toen was hij vijf jaar en niet bijna elf.

Ook meester Viktor was onuitgesproken sceptisch over de strategie van Guido. Hij gaf geen commentaar, maar had permanent een afwachtende houding, alsof hij groep 7 en dus ook Walter steeds meer als een uitdaging ging zien in plaats van als een gedoemde mislukking.

Walter was dan ook de enige die de strategie van Guido zonder weerstand over zich heen liet komen. Op één of andere manier bleef hij gedurende de rest van zijn tijd in groep 7 alle rode kaarten omzeilen.  Soms riep hij nog weleens voor zijn beurt door de klas, maar meester Viktor was intussen aan zijn pupillen gewend en vooral gehecht geraakt en hij wist meestal wel een komische draai te geven aan de willekeurige mededeelzaamheid die Walter nou eenmaal karakteriseert.

‘Jullie kunnen beginnen waar je gebleven bent’, gaf meester Viktor bijvoorbeeld als opdracht in de klas.

‘Ja maar ik weet niet waar ik ben’, riep Walter vervolgens verstrooid door het lokaal.

Meester Viktor placht daarop steeds handiger zijn droge humor in te zetten en antwoordde dan quasi bezorgd zoiets als:

‘Je bent in het lokaal van groep 7 Walter’.

Hiermee loste meester Viktor een kort lachsalvo van de hele groep. Inclusief Walter. Terwijl de boel vroeger na zo’n losse flodder van een klasgenoot geheid tot paniek bij de meester en chaos alom geëscaleerd zou zijn.

In de lente van het reparatiejaar van Yin en Yang had meester Viktor zijn draai gevonden en liep groep 7 nagenoeg op rolletjes. Er was nog een incident tijdens een spreekbeurt over honden van een klasgenootje van Walter. Mara. De moeder van Mara stond haar dochter bij tijdens haar spreekbeurt voor de klas. Achteraf bleek Thea de moeder van gezicht te kennen uit de combiklas 5/6 van Jeewee, waarin ze een hoogbegaafde zoon had gehad in de zesde, terwijl Sabine in hetzelfde lokaal, maar dan in de vijfde, middelmatig zat te wezen. Ze had de air van een opperouder. Op de dag van de spreekbeurt van haar dochter Mara in groep 7 met Walter was ze chaperonne van een levensecht schoothondje. Het was een griezelig  beestje. Smoezelig wit met uitpuilende grote angstogen. Dochter Mara - het zusje van de hoogbegaafde zoon dus – had de griezel bij wijze van voorbeeldhond ter illustratie van haar spreekbeurt mee naar school mogen nemen. De meeste kinderen joelden en krioelden in een cirkel om het losgelaten beestje alsof ze nog nooit een hond van dichtbij hadden gezien. Het schoothondje werd akelig van de ophef en begon vinnig van zich af te bijten afgewisseld met schelle blafjes. Mara stond een beetje schaapachtig naar het tumult te kijken, terwijl haar moeder met meester Viktor in gesprek was. Totdat Walter zich niet meer kon bedwingen en door de klas schreeuwde dat iemand dat hondje moest aanlijnen. Hij was weliswaar alleen bekend met grote honden a la Yolo de huislabrador, maar daarom niet minder begaan met het overprikkelde piepkleine beestje dat jankte als een muis in de val. De noodkreet van Walter moet de moeder van Mara wel ruw uit haar onderonsje met meester Viktor getrokken hebben, want even was ze met stomheid geslagen. Werd ze nou door een kereltje van 10 jaar op haar vingers getikt? Geen enkele zichzelf respecterende opperouder laat zich namelijk de les lezen door een kind. Laat staan door Walter die door de moeder van Mara vermoedelijk werd herkend uit het roddelcircuit. Hij was voor haar slecht nieuws. Nijdig zocht de moeder van Mara oogcontact met Walter om daarna met haar zwart afgelakte wijsvinger kort, maar krachtig, een denkbeeldige horizontale snee in de breedte van haar keel te maken. Het gebaar raakte het doelwit. Walter wist eerst niet wat hij zag en pruttelde nog wat tegen, terwijl het gebaar bezonk, waarna hij succesvol monddood was gemaakt. Wat bezielde dat gedrocht om Walter in het lokaal van groep 7 -  zijn bunker tegen de opperouders  – met de dood te bedreigen?!

‘Wat een schatje. Wat zullen haar eigen kindertjes zich beschermd voelen thuis’, lachte Bart relativerend.

Toch was Thea nog wel verhaal gaan halen bij meester Viktor die meteen  van niks zei te weten. Hoewel hij direct ontkende dat de moeder in zijn klaslokaal een gebaar van keel doorsnijden in de richting van Walter gemaakt had. Als je van niks weet, dan valt er ook niks te ontkennen natuurlijk. Los daarvan zei de groeiende blik van afgrijzen van meester Viktor genoeg. Thea zag hem denken:

Stel dat de moeder van Mara het gebaar wel gemaakt had? Dat zou toch te gek voor woorden zijn?’

Het kwam er dus op neer dat meester Viktor gewoon niets van het vergrijp had meegekregen. Begrijpelijk door de terugval van zijn klas. Het was weer even als vanouds een overweldigend puinzooitje geweest en uiteraard was niemand minder dan Walter op zo’n moment weer de meest ongenode gast op de verkeerde plek.

Door de strategie van Guido zorgde meester Viktor er wel voor dat Walter niet verder in opspraak kwam en dus liet Thea de doodsbedreiging van de moeder van Mara tegen haar zoon uiteindelijk maar schieten. Dat gekke wijf was toch niet te helpen en Walter begon op school sowieso steeds meer privileges te krijgen. Zo mocht hij Tarik de conciërge tijdens de lessen regelmatig helpen met klusjes in en om het schoolgebouw. Of de expertise van Walter werd ingeroepen bij het oplossen van  technische problemen met het digibord van docenten in andere lokalen. Niet voor de flauwekul. Op tienjarige leeftijd was Walter al in staat om serieuze computervraagstukken voor volwassenen op te lossen. Thea was wel trots, maar vroeg zich toch ook ongerust hardop in het bijzijn van haar echtgenoot af of Walter op die manier niet achter dreigde te gaan lopen op zijn leeftijdgenoten, waarop Bart alleen maar smakelijk had moeten lachen. Diep van binnen wist Thea ook wel dat de werkelijke reden van het vroegere incidentele wangedrag van haar zoon in de klas minder te maken had met zijn zogenaamde oncontroleerbare boosheid dan wel met verveling. Maar dat betekende nog niet dat hij gebaat was bij vrijstelling van het gangbare leerstramien. Hij zat niet op school om te lanterfanten. Net zoals zijn zusje Sabine, zou Walter zich moeten bekwamen in het citoscoren. Of toch niet?

‘Hij zit nu al ver boven het landelijke gemiddelde’, knipoogde meester Viktor geruststellend.

‘Maar hij moet wel in conditie blijven’, vond Thea gestrest.

Ze moest er niet aan denken om weer een zomervakantie met de online citotrainer te moeten spenderen. Dit keer niet voor Sabine, maar voor Walter. Enfin, wat moet dat moet als de plicht roept.

‘Ik ga niet oefenen met de citotrainer  hoor’, bereidde Walter zijn moeder vast voor.

Hij klonk overtuigend en sprak niet  tegen dovemansoren. Daar moet dan wel bij vermeld worden dat er aan het eind van groep 7, in het reparatiejaar van Yin en Yang, ook geen sprake meer was van een vage entreetoets of een fout voorlopig middelbare schooladvies zoals voorheen bij Sabine. Hierdoor kon Thea inmiddels wat makkelijker achterover zitten in haar vrije tijd en het laatste beetje basisonderwijs aan haar kinderen eindelijk uit handen geven.

Zeker in de laatste week voor de citotoets van groep 8, want dan  haalde thuistrainen sowieso niets meer uit.

‘Als je nou nog niet klaar bent voor de cito dan kan je misschien beter een jaartje overdoen in groep 8’, merkte Thea op in een poging om leuk te zijn.

Sabine schrok.

‘Je kunt toch niet blijven zitten in groep 8?’

‘Waarom eigenlijk niet?’, vroeg Walter.

‘Iedereen gaat na de zomervakantie naar een middelbare’, verzon Sabine onomwonden.

‘Ik vind dat raar. Misschien kun je beter even blijven zitten’, vond Walter.

‘Waarom zou ik? Ik heb havo/vwo-advies uitslag van de NIO’, beet Sabine nuffig van zich af.

Geschrokken haastte Walter zich om duidelijker te zijn. De lieverd.

‘Nee, jij niet, ik bedoel iemand die nog niet klaar is voor de citotoets.

Verward schudde Sabine haar hoofd.

‘Ja, maar als je blijft zitten in groep 8 dan weet je toch al waar de citotoets over gaat.’

‘Ja, maar dat weet jij nou toch ook van al dat citotrainen.’

Walter was in de war, maar Sabine ook.

‘Niet precies’, antwoordde ze koppig.

‘Ja, maar de citotoets is toch elk jaar anders. Dus als je blijft zitten weet je ook niet precies waar de volgende citotoets over gaat.’

‘Niet waar toch mam?’

Thea zou blij zijn als die opgeklopte citodriedaagse achter de rug was.De spanning die in groep 8 zowat op springen stond begon Sabine parten te spelen en dus werd ze onredelijk. 

‘Wel waar toch mam. De citotoets is toch elk jaar anders?’, herhaalde Walter drammerig.

Nu kwam het er voor de huisvrede  op aan dat Thea zo diplomatiek mogelijk reageerde.

‘Jullie hebben alletwee gelijk. De vragen van de citotoets zijn elk jaar anders, maar de vraagstelling en de  onderwerpen waarover vragen worden gesteld zijn wel elk jaar hetzelfde. Dat weet Sabine ook wel, want anders zou citotrainen helemaal geen zin hebben’.

‘Zie je wel!’, blaften Sabine en Walter elkaar tegelijkertijd toe.

‘Maar je kunt niet blijven zitten in groep 8 toch mam?’, hield Sabine aan.

‘Jij niet’, besloot Thea.

Tegen Bart schertste ze ’s avonds in bed voor het slapen gaan:

‘Nog vier nachtjes slapen’.

‘De citotoets is toch overmorgen?’

Bart lachte niet. Hij kneedde zijn kin. Het leek wel alsof hij haar niet gehoord had. Hij zat rechtop in bed. Hoofdkussen in zijn onderrug, de benen onder het donsdek en de laptop opengeklapt voor zich.

‘Ja, daarom zeg ik; nog vier nachtjes slapen. Daarna is de citotoets voor Sabine voorbij. Ik probeerde weer eens leuk te zijn, maar ik ben niet in vorm vandaag geloof ik’, wist Thea beteuterd.

‘Ha, ha’, lachte Bart droog, terwijl hij de laptop naar haar toe schoof.

Op het beeldscherm was een brief te zien die verstuurd was in de groepsmail van De Wielewaal.

Beste ouders en verzorgers,

Aanstaande dinsdag begint de afname van de citotoets in groep 8. Ik heb echter niet het gevoel dat mijn dochter Nana goed voorbereid is. Dat is niet haar schuld. Na onderzoek op het internet heb ik een rapport van de onderwijsinspectie gevonden. Dit rapport gaat over het onderwijsniveau op De Wielewaal. Het staat online. In dit rapport van de onderwijsinspectie staat te lezen dat De Wielewaal al jaren ondermaats scoort. Het is een schande. Onze kinderen hebben recht op goed onderwijs dat ook beklijft. Ik maak me ernstige zorgen. Ik stel voor dat we Jeewee morgen na schooltijd aanspreken op zijn verantwoordelijkheid. Laat me even weten of jij ook van de partij bent.

Agnes (moeder van Nana)

‘Dat meen je niet’, giechelde Thea van ongeloof. 

Ze las de brief een tweede keer door. Ondertussen gaf Bart zijn mening.

‘Spuit elf geeft modder. Dit is wel heel erg hoor. Ook zo’n lekkere timing zo vlak voor aanvang van de citotoets. Die directeuren Yin en Yang zullen ook wel denken: ‘Hier doen we het allemaal voor.’ Dit is toch om je haren bij uit je kop te trekken?’

De slappe lach diende zich bij Thea aan.

‘Niet als je kaal bent!’

Bart glimlachte flauw.

‘Maar als je toch als docententeam van een basisschool alles op alles zet om fouten uit het verleden niet te herhalen en zelfs twee troubleshooters een jaar loslaat voor herstelwerkzaamheden dan is zo’n brief aan de vooravond van de citotoets toch een reden om stante pede ontslag te nemen? Ik begin dat landelijke docententekort wel te begrijpen.’

‘Weet je wat ik dan weer niet snap?’, voegde Thea melig toe.

‘Vertel?’

‘Agnes is aan het begin van het schooljaar toch ook op de vergadering van groep 8 met de directeuren Yin en Yang geweest? Daar is alles uitgebreid besproken. Ook het slechte onderwijsinspectierapport’

Bart kon er de humor niet van inzien.

‘Jij snapt het wel Thea, maar die Agnes dus niet. Wat is dat voor een meut?’

Thea hoefde niet diep te graven om een beeld van Agnes op te roepen. Een smoezelig type van middelbare leeftijd met een haardracht waar geen kam of borstel aan te pas was gekomen. Ze was steevast op de achtergrond van De Wielewaal aanwezig. Heel gedienstig altijd. Zogenaamd nooit een kwaad woord over een ander, maar wel op de uitkijk. Geen ander belang dan eigen belang. Ze was eind veertig toen ze voor het eerst moeder werd van Nana. Een moetje.

‘Ze is geen opperouder, maar een volgster. Ze is ouder dan ik en getrouwd met een Spanjaard. Ze was in onderhuur in de Wielewaalwijk, maar toen zette de huisbaas haar met Spanjaard en kind halsoverkop het huis uit. Huilen op de speelplaats van De Wielewaal. Stond ze met bedebrieven te leuren waarin ze om een vervangende woning smeekte. Ik heb haar toen nog getipt voor één de antikraakwoningen hier in onze wijk, maar daar haalde ze haar neus voor op. Ik bedoelde het goed en het zou toch een mooie tijdelijke oplossing zijn geweest. Maar nee, ze wilde per sé in de Wielewaalwijk blijven wonen. Ze had geld genoeg zei ze. Dan niet. Inmiddels heeft ze wel een eigen huis in de Wielewaalwijk. Ik weet niet of het huur of koop is.   

‘Als het een koophuis is dan had ze inderdaad geld genoeg. Wat een treurigheid. Eerst die felle Jelle  tegen de NIOtoets en nou Agnesstress voor de citotoets’, schamperde Bart.

Nadat ze was uitgelachen zag Thea ook wel in dat die Agnesstress de omgekeerde wereld was. Agnes was een vrouw van begin zestig. Dus te oud om de citotoets uit haar eigen basisschooltijd te kennen. Maar dat was geen excuus om op het scherpst van de snede openlijk een paniekaanval te krijgen. Agnes had geen recht om anderhalve dag voor aanvang van de citotoets, via de mail of anderszins, de normale gang van zaken te ontregelen door de aandacht van de onderwijzer van haar elfjarige dochter Nana op te eisen. Toch bleven kritiek of steunbetuigingen van medeouders in de groepsmail van De Wielewaal uit. Geen commentaar. Zulks was op de Wielewaal alleen mogelijk door een aardverschuiving. Een strakke actie in de trant van Jeewee die in opdracht van de directeuren Yin en Yang de schade van de paniekmail van Agnes liever gisteren dan vandaag zoveel mogelijk had zien te beperken. Ten behoeve van haar persoonlijke welbevinden liet Thea haar voorstellingsvermogen over de modus operandi van Jeewee in het geval van moeder Agnes verder liever niet spreken. Temeer omdat Agnes overduidelijk het prototype was van een aandachtsjunk die stond te trappelen om door meester Populair gepaaid te worden. Ten koste van haar enige kind. Toch stond niet Agnes maar Nana aan de vooravond van de citotoets die zo kort dag was dat de leerontwikkeling van geen enkele kandidaat nog veranderd kon worden. Laat staan de leerontwikkeling van Nana. De dochter van Agnes deelde haar lot met de meeste elf- tot twaalfjarigen verdeeld over heel Nederland. Daar ergens tussen bevond zich ook Sabine. De dochter van Bart en Thea.

‘Ik krijg de druivensuiker niet aangedragen’, grijnsde Jeewee  handenwrijvend en verend op zijn sneakers op de eerste ochtend van de citodriedaagse.

Daarna volgde een vette knipoog die  Thea in een reflex over haar schouder deed kijken, om zich vervolgens voor de zekerheid een halve slag om te draaien. Er stond echt niemand anders achter haar of in de buurt. Jeewee had haar dus zojuist voor het eerst in jaren van ontelbare, zijdelingse ontmoetingen in en rond De Wielewaal rechtstreeks aangesproken. Op een manier alsof hij er blindelings vanuit ging dat Thea zijn ondertoon zou oppikken. Ze was verbaasd dat hij überhaupt wist wat cynisme was. Zou hij dan serieus de  Agnesstress belachelijk maken?

‘Druivensuiker voor de ouders dan toch zeker’, gokte Thea dus maar.

Jeewee schrok van de grap die hij zelf had uitgelokt. Bovendien hadden zich inmiddels opperouders met hun kinderen in de deur van het klaslokaal aangediend en, in tegenstelling tot de Agnessen van deze wereld, voelde Thea wel feilloos aan wanneer ze te veel was.

Desondanks kwam Sabine de citodriedaagse goed door. Door al het citotrainen van de afgelopen tijd wist ze precies wat haar te wachten stond en was ze redelijk in staat om zich af te sluiten van alle onruststokerij. Mede dankzij Jeewee die de kalmte onder zijn participanten aan de citotoets boven verwachting, meesterlijk wist te bewaken tot aan de laatste minuut. Daarna begon na vijftig seconden het aftellen van tien, negen, acht, enzovoorts. Bij nul aangekomen legden de gaar gestoomde  studiebolletjes eensgezind hun potloden naast zich neer. Daarna de ontlading in een schakelreactie. De één na de ander leek te ontwaken uit de citotrance. Traditiegetrouw trokken alle kinderen van groep 8 vervolgens in de polonaise door het gebouw van De Wielewaal. Uitzinnig door de bevrijding van de toets deed de stoet, onder luid gejoel en gejuich, alle klaslokalen en de docentenkamer aan. Een periode van vooral pleziertjes beloofde aan te breken. Er stond vanalles op de planning, waaronder een musical, een schoolkamp en een extra lange zomervakantie. Officieel werd er nog gewoon les gegeven in groep 8 in de laatste weken voor de zomervakantie, maar in werkelijkheid was het einde van de citotoets de aftrap voor een vrijblijvende invulling van het resterende leerprogramma.

In die laatste schoolweken was Jeewee voornamelijk op het speelplein te vinden. Hij voetbalde het ene wilde potje na het andere met de stoere jongens van groep 8, hetgeen niet uitnodigde tot deelname van de minder robuuste leerlingen. Sabine en Zarah voelden zich in ieder geval niet geroepen tot een voetbalwedstrijd. In het begin sleten de verschoppelingen hun verloren uurtjes apathisch in en rond De Wielewaal. Na het zoveelste spelletje vier op een rij of galgje op het digibord in het lokaal van groep 8, begonnen ze op eigen houtje; chips, Tina’s, en Nintendo ’s mee naar school te nemen. En blokjes roze bubble gum met gratis neptattoos in de verpakking. Pas na een week of wat vermenigvuldigden de plakplaatjes op de armen, benen, handen voeten, buik en het voorhoofd van Sabine zich niet meer, omdat de afleiding van de repetities voor de schoolmusical langzaam maar zeker op gang begon te komen.

‘De verlossing’, juichte Thea namens Sabine. 

Van Sabine had Thea begrepen dat er al een voorzichtig beginnetje gemaakt was met de audities voor de verschillende rollen in de aanstaande schoolmusical. Het draaiboek werd op De Wielewaal ieder jaar voor groep 8 kant en klaar besteld bij een instantie die gespecialiseerd was in schoolmusicals. Zo’n schoolmusicalpakket bestond uit; het script, de tekst van de liedjes en de begeleidende muziek op cd. In samenwerking met 2 hulpouders had Jeewee een voorselectie gemaakt, zodat de betrokken leerlingen van groep 8  konden kiezen uit 3 titels. Daarna stond het aspirant musicalsterren vrij om een lijstje met drie wensrollen – in hiërarchische volgorde – op een briefje in te leveren bij de schoolmusicalcommissie.

Thea zag Sabine opleven uit de duffe nasleep van het citotrainen van de afgelopen maanden en het daarop volgende monotone uitzitten van het restje schooltijd op de Wielewaal. Eindelijk een bestemming voor dat sluimerende, euforische gevoel, dat Sabine sinds het beantwoorden van de laatste vraag van de citotoets was overkomen. Ze vond haar eetlust terug, ontdeed zich onder de douche van haar neptattoos en toog weer vol goede moed naar school. Er zou een schoolmusical komen en zij zou graag de journaliste spelen. Haar tweede keus was de rol van politievrouw en als derde voorkeur had ze de schurk uit de schoolmusical opgeschreven op haar lijstje.

‘Bij wie moest je dat voorkeurslijstje voor de rollen van de schoolmusical; eigenlijk inleveren? Bij Jeewee?’, wilde Thea weten toen Sabine haar hielp met boodschappen opruimen.

Thea kon zich niet kon voorstellen dat Jeewee zich serieus met de schoolmusical bezig hield. Daar had hij geen tijd voor met zijn voetbalfanatisme op het speelplein.

‘Bij de schoolmusicalcommissie’, antwoordde Sabine met een geaffecteerd stemmetje.

Ze rolde met haar ogen. Thea grinnikte om de mensenkennis van Sabine die zich met het groeien van haar zelfvertrouwen steeds vaker openbaarde.

‘Ja, je mag dan wel van Jeewee  verlost zijn, maar aan  schoolcommissies zit je voorlopig nog vast’, plaagde Thea begripvol.

‘Kun jij er niet bij komen?’, vroeg Sabine op een kleine meisjestoon.

Dat verzoek had Thea niet zien aankomen. De oprechte ondertoon ontroerde haar. Ineens vroeg ze zich af waarom zij niet allang in de schoolmusicalcommissie zat? Nergens had ze een vacature gezien. Niet in de nieuwsbrief van De Wielewaal en niet in de groepsmail. Ook hing er geen oproep met een inschrijflijst aan de deur van het lokaal van groep 8. Terwijl de tijd   voor Thea, om vrijwillig hulpmoeder te kunnen zijn, rijper was dan ooit tevoren. De concurrentiestrijd tussen de opperouders was beslecht, want na de citotoets viel er niets meer te winnen. Ja, een ontspannen sfeer. Althans daar ging Thea vanuit. Zoals Thea ook begon in te zien dat de kans om zich samen met Sabine in een musicalavontuur te storten éénmalig was. Straks op de middelbare school zou Sabine als het goed was steeds minder vaak een beroep op haar moeder willen doen. Het was nu of nooit meer. Thea zou decors kunnen ontwerpen en/of bouwen of zich nuttig kunnen maken als souffleuse of regisseuse. Desnoods was ze bereid om weer kostuums te naaien, zoals ze aan het eind van groep 6 ook voor het toneelclubje van acteerjuf Edith had gedaan. De stank voor dank die ze toen had gekregen zou ze ook nu weer over zich heen laten komen ter wille van de versterking van haar band met Sabine. Hoewel de afgelopen tropenjaren op De Wielwaal haar wel direct gas lieten terug nemen bij de romantische insteek. Een bekend voorbehoud uit het tijdperk van Willy Bakbruin alias de oud-directrice van De Wielewaal bij wie de deformatie aan het einde van haar carrière dusdanig huishield dat ze alleen nog maar naar de pijpen van de opperouders kon dansen. Moedeloos probeerde Thea om de opgedoemde spookbeelden uit haar Wielewaalverleden weg te redeneren. De huidige troubleshooters Yin en Yang zouden de opperouders nooit opnieuw de overhand geven. Zelfs niet bij zoiets triviaals als een schoolmusical. Juist niet. Voor de zekerheid stelde ze de hamvraag toch maar aan Sabine.

‘Wie zitten er eigenlijk in die schoolmusicalcommissie?’

‘De moeder van Kasper en de  moeder van Tanja. Moira en Dimpf’, meesmuilde Sabine met de klemtoon op Moira en Dimpf.

Precies op dat moment struikelde Thea over een kauwbot van runderhuid dat slingerde op de keukenvloer. Met een klap kwam ze op haar rechterzijde terecht. Een papieren zak appels vloog uit haar handen en scheurde open tijdens de val. 

‘Ik breek nog eens m’n nek door die rothond!’ schreeuwde ze huilerig en totaal niet in verhouding tot haar uitglijder.

De oerkreet kwam niet door de val, maar door associaties met de genoemde namen van Moira en Dimpf. Opperouders van de eerste orde. Thea kwam moeilijk overeind. In het midden van de keukenvloer bleef ze zitten tussen de losse appels die alle kanten oprolden. Ze trok haar benen op, omarmde haar knieën ter houvast en liet haar voorhoofd erop  rusten. Yolo dribbelde rechtstreeks op het hoopje mens in het midden van de keukenvloer af. De appels die rond zijn poten rolden deerden hem niet. Yolo duwde zijn vochtige snuit tegen de linkerwang van Thea ten teken dat hij haar gezicht wilde aflebberen. Aan de trillingen in de lucht merkte Thea ongezien dat Yolo vrolijk stond te kwispelen.

‘Gaat het mam?’

De stem van Sabine kwam van de andere kant. Aan haar ademhaling kon Thea horen dat ze de appels van de keukenvloer opraapte en daarna tevergeefs probeerde om Yolo uit de buurt van Thea te dirigeren. Maar als Yolo in een koppige bui was, dan kon hij zich schrap zetten door plat op de grond te gaan liggen. Dan was er geen beroering in het beest te krijgen.

‘Ja joh, tuurlijk. Bedankt voor de hulp  en laat die rothond maar even bij me liggen’, murmelde Thea met haar gezicht nog steeds tussen haar opgetrokken knieën.

Nadat Sabine de keuken verlaten had, verloste Thea zich uit haar houding en strekte haar rug. Haar heupen protesteerden en ze wreef de pijnlijke plek waarna ze naadloos overging op het zwartfluwelen holletje achter een flapoor van Yolo haar troosthond.

In hoeverre zitting in een  schoolmusicalcommissie de moeite waard was, hing natuurlijk niet alleen  van Sabine af. Niet met Moira en Dimpf in het bestuur. Thea moest ook aan zichzelf denken en deze pittige tantes in het bijzonder lagen Thea geen van beiden. In groep 6 bij meester Joep had ze al eens met Moira in de clinch gelegen. Moira was de gescheiden moeder van Bob en Kasper. Bob had in een ver verleden ooit bij Jeewee in groep 8 gezeten en dit schooljaar was zijn jongere broertje Kasper aan de beurt. Moeder Moira was een jaar of vijf ouder dan Thea, maar ze gedroeg zich als een meisje van achttien dat haar geseksualiseerde uiterlijk tot op het bot wist uit te buiten. Moira was ook best een mooie vrouw als je tenminste uitging van de wansmaak van de gemiddelde man. In vergelijking met zichzelf zou Thea de moeder van Kasper eerder gewilliger dan aantrekkelijker hebben willen noemen. Zeker niet dommer. Wel minder creatief dan Thea en een stuk doortrapter. In groep 6 had Moira nog de show willen stelen met een tekst die Thea geschreven had op een liedje van K3 ter gelegenheid van de toenmalige afscheidsbarbecue van  meester Joep. Aanvankelijk had Thea zichzelf niet meer herkend. Hoe infantiel kun je zijn om je te laten verleiden tot een bitchfight vanwege een kinderliedje? Maar als Thea het plagiaat over haar kant had laten gaan was niet alleen zij, maar ook Sabine in haar eer aangetast geweest. De enige van De Wielewaal die haar indertijd gesteund had in haar noodgedwongen concurrentiestrijd met Moira was uitgerekend Dimpf.

Dimpf had twee dochters in dezelfde leeftijd als de zonen van Moira. De oudste dochter, Debby genaamd, had eerder bij Bob en dus Jeewee in de klas gezeten. Ook de twee jongsten van Moira en Dimpf, te weten; Kasper en Tanja deelden hun geboortejaar en zaten nu bij elkaar en bij Sabine in groep 8 van Jeewee. Sabine en Tanja leefden op De Wielewaal volstrekt langs elkaar heen. In het licht van het opperouderschap had de moeder  van Tanja – Dimpf –  dus geen enkele reden om partij te kiezen voor tirannieke Thea bij de letterroof van Moira. Je zou bijna gaan geloven dat Dimpf goede bedoelingen had die ze zomaar ineens besloot met Thea te delen.    

Haar gewrichten kraakten toen Thea zich aan de leuning van een keukenstoel optrok van de vloer. Yolo keek loom naar haar op. Tussen de verzamelde losse appels op het tafelblad vond ze haar mobiel. Na een korte scroltocht in de geschiedenis van haar Wielewaalmail, verscheen het berichtje dat Dimpf haar twee jaar geleden had gestuurd toen Sabine nog in groep 6 bij meester Joep zat.

Hoi Thea,

‘Je moet doen wat jij goed acht en je niets aantrekken van dat wat de hulpouders beweren. Jij hebt het afscheidslied voor meester Joep bedacht en dus bepaal jij wat ermee gebeurt. Ik zou je graag helpen, maar dat kan ik niet, want ik ben erg druk met de regie van de afscheidsmusical van groep 8. Mijn dochter Debbie gaat volgend jaar namelijk naar de middelbare en dat heeft even mijn priori.

Doei, Dimpf

Tussen de behoudende regels door kon Thea heel helder de  zogenaamde steun van een bedilzieke opperouder lezen. Vandaar dat Dimpf nooit een bedankje had ontvangen van Thea. Thea was namelijk niet overtuigd van de zuivere motieven achter de mail. Dimpf gaf Thea eerder de indruk van een gefrustreerde hoogheid die zich beperkt voelde, omdat ze maar op één plek tegelijk kon regeren. Het liefst had Dimpf natuurlijk zowel bij de musical van Jeewee als bij de afscheidsbarbecue van meester Joep de boventoon gevoerd. Dimpf wilde winnen. Niet van Thea, maar van andere opperouders zoals Moira. Wie weet kon ze Thea inpalmen voor haar missie? En hoewel Thea geen concrete bewijzen had, bleef ze  overtuigd dat Dimpf zich in de wandelgangen van De Wielewaal anders voordeed dan ze was. Toch is iedereen onschuldig totdat het tegendeel bewezen is. Zelfs opperouders. Moira daarentegen liet zich dusdanig kennen tijdens de organisatie van het afscheidsfeestje leeftijdloze voor meester Joep in groep 6 en het jatten van het meezingliedje dat Thea voor de gelegenheid geschreven had indertijd, dat er in haar geval geen twijfel meer mogelijk was. Van Moira wist Thea dan ook uit eigen ondervinding dat ze niet te vertrouwen was. 

De smeulende rivaliteit tussen Dimpf en Moira was eigenlijk niet te bevatten, omdat het tweetal voor de buitenwacht bij elkaar leek te horen als een peper- en zoutstel. Daar tussenin was Thea niet van plan om suikergoed te zijn. De disharmonie tussen Dimpf en Moira leek zo ongegrond. Ze hadden zoveel redenen om besties te zijn. Ze waren alletwee gescheiden. Net als Moira was Dimpf een type vrouw dat standaard op een voetstuk werd geplaatst door onderdanige mannen en volgzame vrouwen. Allebei genoten de dames sociaal aanzien in de Wielewaalwijk. Dimpf omdat ze bekend stond als de begeerlijke uitbaatster van een bruin café in De Wielewaalwijk en Moira omdat ze een erudiete ex-doktersvrouw verpersoonlijkte die nu openlijk teerde op de alimentatie van haar voormalige echtgenoot. Twee appetijtelijke gevalletjes van beschikbaar op de datingmarkt voor senioren. Na zoveel overeenkomsten zou je toch verwachten dat de middelbare meisjes de deur bij elkaar plat liepen. Niets was minder waar. En dat met zo weinig verschillen. Of het doorslaggevende onderscheid moest de haarkleur geweest zijn; Dimpf was synthetisch hoogblond en Moira onnatuurlijk gitzwart. Maar zo oppervlakkig kon zelfs deze vergane glorie niet zijn. Het conflict lag vermoedelijk eerder in hun beider opgeblazen ego’s die, onder de stijgende spanning van elkaars nabijheid, continu dreigden te ontploffen.

Sowieso zou democratisch overleg vooraf aan de samenstelling van de schoolmusicalcommissie een slimme zet geweest zijn. Als het niet uit goed fatsoen was, dan toch zeker in de lijn van het nieuwe beleid van de troubleshooters, waarin samenwerking een toverwoord was. Moira en Dimpf lieten zich linksom of rechtsom toch wel gelden. Zodoende konden de directeuren Yin en Yang ook al niet om inmenging in de eerlijke organisatie van de eindmusical van groep 8 van De Wielewaal heen en werd Jeewee aan zijn oor getrokken met het dringende advies om zijn eigen rotzooi op te ruimen. Want wonder boven wonder kondigde Jeewee in de groepsmail plotseling alsnog een algemene vergadering van de schoolmusicalcommissie aan. Kennelijk was Thea niet de enige die op een beetje meer inspraak gehoopt had bij de totstandkoming van de afscheidsmusical van groep 8. Terwijl de repetities al in volle gang waren. Beter laat dan te laat. Terwijl Jeewee, als hij slim was geweest, de verantwoordelijkheid voor de schoolmusical misschien nog best wel probleemloos uit handen had kunnen geven. Hoe dan? Eenvoudigweg door zich onder werktijd op de speelplaats voor het oog van iedereen af en toe en niet consequent te buiten te gaan aan zijn voetbalverslaving. Door de overdosis voetbal etaleerde Jeewee elke schooldag meer en meer zijn desinteresse in de schoolmusical van zijn groep 8 en daarmee in ouders die graag bij de organisatie betrokken wilden zijn. Voilà. Het resultaat van zijn onachtzaamheid: een verkapt excuusmailtje oftewel een lulsmoesje van Jeewee.

Beste ouders,

De zomervakantie is in zicht en de achtste groepers staan op de rand van een nieuwe fase in hun leven. Voor het zover is luiden we het schooljaar uitbundig uit met een schoolmusical.

Ik heb gekozen voor de musical ‘Houd de dief’, met leuke liedjes en een bezetting waardoor iedereen uit  groep 8 op één of andere manier bij de schoolmusical betrokken zal zijn.

Veel ouders hebben aangegeven ook graag een bijdrage te leveren aan de schoolmusical. Iedereen is welkom op de vergadering van de schoolmusicalcommissie die aanstaande woensdagmiddag direct na schooltijd in het lokaal van groep 8 gehouden zal worden. Tot dan,

Met vriendelijke groet,

Meester Jan-Willem

Groep 8 van De Wielewaal

‘Wat denk je? Moet ik gaan?’

Thea verhief haar stem om boven het geluid van de elektrische tandenborstel van Bart uit te komen.

‘Klinkt niet verkeerd toch?’

Bart spoelde zijn mond.

‘Het is niet dat ik anders niks te doen heb of zo’, twijfelde Thea.

Ze zat op de badrand en staarde zich op haar mobiel blind op het berichtje van Jeewee, terwijl ze haar beurt aan de wastafel afwachtte. Bart veegde zijn lippen droog en antwoordde onderwijl gesmoord vanachter de handdoek.

‘Je doet er Sabine volgens mij wel een plezier mee.’

Opnieuw in dubio verdiepte Thea zich wederom in het mailtje van Jeewee.

‘Zo’n zin als ‘Ik heb gekozen voor de musical; ‘Houd de dief’, is dus een regelrechte leugen. Jeewee heeft helemaal nergens voor gekozen. Hij doet de hele dag niets anders dan voetballen. De musical ‘Houd de dief’ is gekozen door de opperouders; Moira en Dimpf, voordat andere ouders überhaupt inspraak hebben gehad. En hoezo komt er nu pas een vergadering die georganiseerd is door de schoolmusicalcommissie? Moet zo’n schoolmusicalcommissie niet eerst gekozen worden tijdens een vergadering? Dat is dan toch een kwestie van je afvragen wat of wie er eerder was; de kip of het ei?’

Geamuseerd boog Bart zich voorover naar Thea en drukte een kalmerende kus op haar kruin.

‘Maak je niet druk, je hebt al gewonnen Schatzl.’

Thea snapte wel waarom Bart triomfeerde. De uitslag van de citotoets was intussen ook bekend.  Het eindresultaat was net als bij de score van de NIOtoets in een gesloten envelop onverhoeds aan komen waaien na een doordeweekse schooldag. Door de terloopsheid had Thea de envelop al open gescheurd en de inhoud gelezen, voordat ze goed en wel besefte dat hier    wereldnieuws op microniveau aan de orde was. In overeenkomst met de NIOtoets kwam Sabine volgens de CITOscore op een havo/vwo middelbare schooladvies uit. Logisch toch? Hoeveel gelijk kan een mens hebben? 

‘Wat kunnen die opperouders jou nou nog maken?!’, lachte Bart haar toe in een tandpastawalm.

‘Moet jij eens opletten’, had Thea onbewust voorspeld.

Want eens een opperouder altijd een opperouder. Gelijk bij binnenkomst, in het tot vergaderzaaltje omgetoverde lokaal van groep 8, was Thea dan ook het liefst op haar schreden naar huis teruggekeerd. Al in de deuropening werd ze overvallen door de benauwende en bekrompen atmosfeer van teveel opperouders op een klutje. Alsof Thea met twee voeten in een spreekwoordelijk, verraderlijk moeras was gestapt, waarin ze meteen naar beneden werd getrokken. Hoe had ze zo overmoedig kunnen zijn? Op Sabine na zat niemand op haar deelname aan de schoolmusicalcommissie te wachten. Thea zag Jeewee verkrampen toen hij haar vanuit zijn ooghoeken zag binnenkomen. Hij zat niet op zijn gemak aan het hoofd van een twaalftal aaneengeschoven tafeltjes met daaraan een stuk of 14 keuvelende opperouders. Hoewel Thea vantevoren heus geen rode loper had ingecalculeerd, kon ze deze botte afwijzing van Jeewee maar moeilijk verkroppen. Temeer daar de moeder van Nana, vlak achter Thea langs, het lokaal van groep 8 binnen drong en doelgericht op Jeewee afdribbelde. Ze wierp zich nog net niet in zijn armen. Bij haar aanblik sprong Jeewee meteen op en begroette Agnes door haar gedienstig een lege stoel links naast zich aan te bieden. Door de bereidwilligheid van Jeewee om zich over Agnes te ontfermen alsof haar aanwezigheid zijn allerhoogste prioriteit had, voelde Thea hoe ze verder het moeras in werd gezogen. Haar adem stokte even. Een voorkeurspositie ambieerde ze niet, maar de ongelijke behandeling sloeg op haar longen. In plaats van Agnes had zij eens een paniekbrief over het beroerde onderwijsniveau op De Wielewaal wereldkundig moeten maken in de groepsmail. En dan ook nog eens anderhalve dag voor het startschot van de citotoets. Ze zou gevild en kaalgeschoren zijn door de opperouders om daarna aan haar voeten in een onheilspellende oploop door de gangen van De Wielewaal te zijn gesleurd. Jeewee zou emotie- en bewegingsloos naar haar afstraffing hebben staan kijken. In denkbeeldige zin dan. Agnes daarentegen kreeg een erezetel in de schoolmusicalcommissie. Als klap op de vuurpijl van haar onruststokerij Hierdoor werd Thea toch weer aan het twijfelen gebracht. Wat hoopte ze eigenlijk nog te bereiken met deelname aan een schoolmusicalcommissie? In ieder geval geen bezigheidstherapie, in tegenstelling tot het merendeel van de aanwezigen in het algemeen en Agnes in het bijzonder.

De opkomst was verstikkend hoog. Thea herkende Marit, de moeder van Luna. Marit was in gesprek met haar vriendin Greet, de moeder van het huilmeisje Mathilde. Verder zag Thea in de gauwigheid; Maud van Ronny en  Evelien van Fransje zitten lachen en praten tussen een zestal minder bekende papa’s en mama’s. Dimpf van Tanja zat naast Agnes en  tegenover Moira van Kasper. Dimpf en Moira waren de enige twee die niet gezellig aan de babbel waren. Moira was met haar mobiel in de weer en Dimpf zat gezapig om zich heen te kijken. Overigens zonder Thea te zien. Niemand zag Thea staan aan de rechterkant van Jeewee waar nog een stoel onbezet was. Daarom installeerde Thea zich met onnodig veel herrie en overdreven gebaren naast Jeewee die vervolgens nog verder wegdook in de nabijheid van Agnes aan de veilige kant van de geïmproviseerde vergadertafel.

Thea deed alsof ze meeluisterde met het onderonsje tussen Jeewee en Agnes. Ze kreeg geen syllabe van hun tete a tete mee, maar ze wilde Dimpf, die schuin tegenover haar aan de vergadertafel zat, niet aankijken.

‘Leuk voor Walter dat hij mag helpen met het licht en geluid’, begon Dimpf op gesprekstoon.

Kennelijk had Dimpf geen oogcontact nodig om conversatie te maken. Ze deed geen moeite om boven het geroezemoes aan tafel uit te komen en toch kon Thea haar woord voor woord verstaan. Ze hield haar hand achter haar oor

‘Sorry, wat zei je?’

Thea keek in het uitgekookte gezicht van de moeder tegenover haar. Dimpf hing achterover in haar stoel met de lange benen over elkaar heen geslagen. Ze speelde quasi nonchalant met haar sleutelbos en staarde Thea uitdagend aan. Ze herhaalde:

‘Ik zei: leuk dat Walter mag helpen met de musical van groep 8’.

‘Is dat leuk ja?’, hield Thea zich van de domme.

Walter was door Tarik de conciërge  gevraagd om te komen helpen bij het licht en geluid van de musical. Boris, de bolleboos van groep 8, had faalangst of zoiets en Walter was de beroerdste niet. Hij sprong gewoon te hulp zonder op de voorgrond te treden, waardoor Boris vanzelf bijtrok in een heus teamverband met  Tarik en Walter. Thea had al een vaag vermoeden waarom Dimpf het deed voorkomen alsof Walter een gunst werd verleend. In werkelijkheid hadden Tarik en Boris gewoon een beroep gedaan op Walter omdat hij bekend stond om zijn interesse en voorsprong in computerkunde en techniek. Niet ongewoon trouwens dat er op De Wielewaal dankbaar gebruik werd gemaakt van de aanleg en hulpvaardigheid van Walter. Zeker door Tarik en de digibeten onder de docenten van De Wielewaal. Maar dat wilde Dimpf niet weten. Ze nam Thea achterdochtig op. Ze verbeet zich en sloeg een zoetsappig toontje aan.

‘Ja, natuurlijk is dat leuk. Het joch zit pas in groep 7. Ik ken een heleboel  jongens uit groep 8 die ook wel het licht en geluid zouden willen doen’.

Ach kijk een aan, Dimpf had machtsprobleempjes. Thea had zo geen zin in dat wijvengekijf. Maar vooruit; ze was er nou toch. Thea kon ook beminnelijk zijn.

‘Is dat zo? Wat leuk. Ik denk dat je daarvoor bij Tarik de conciërge moet zijn. Tarik heeft Walter ook aangenomen. Wel vervelend dat de conciërge niet eerst jouw toestemming heeft gevraagd’.

Dimpf had een zenuwtrekje aan één mondhoek dat Thea nog niet eerder was opgevallen. Verder leek Dimpf onaangedaan en fleemde poeslief. 

‘Nou ja, ik ga daar niet over. Ik houd me liever bezig met de rolverdeling’.

Hier vergat Thea in haar enthousiasme om op haar hoede te blijven.

‘Daar hebben ze toch dat lijstje met drie voorkeursrollen in alfabetische volgorde voor in moeten leveren? De rol van journalist staat bovenaan het lijstje van Sabine.’

Dimpf snoof minachtend:

‘Iedereen wil de rol van journalist’,

‘Da’s de hoofdrol’, mengde Moira  naast Thea zich in het gesprek.

De achtergrondgeluiden aan de vergadertafel stierven weg. Alle ogen waren inmiddels op de ruziehoek van Agnes, Dimpf, Moira en Thea met Jeewee aan het hoofd gericht. Dimpf nam het hoge woord om Moira af te katten:

‘Er zitten geen hoofdrollen in: Houd de dief’.

‘O jawel. De rollen van de journalist, de dief en de politieagent zijn hoofdrollen. Kasper wil graag de dief zijn’, beet Moira haar rivale vinnig toe.

Thea bleef nog een momentje in haar onnozele bui hangen.

‘Maar ze hebben toch lijstjes in moeten vullen met drie voorkeuren. Hoe gaan we dat aanpakken dan?’

‘Dat weet ik nog niet, maar ik ga niet met lijstjes werken’, antwoordde Dimpf nuffig en ijskoud.

Op dat ogenblik drong het eindelijk voor eens en voor altijd tot Thea door dat ze hier niet voor haar eigen lol  zat.

‘Hoezo ik ga niet met lijstjes werken Dimpf? De schoolmusical gaat toch niet over jou? Jij bepaalt toch niet in je eentje wie welke rol krijgt? En zo ja, waarom heb je die kinderen dan die lijstjes met voorkeursrollen laten maken en inleveren?’

Dimpf liet haat sleutelbos rinkelen en keek rakelings langs Thea af. Ze zweeg en de spanning aan de vergadertafel steeg. Totdat een vader de aandacht afleidde door over het decor te beginnen. Hij had nog restjes verf staan en oud hout. Nou daar had Jeewee wel oren naar. Agnes begon spontaan te notuleren op de achterkant van haar uitgeprinte versie van de uitnodiging voor de vergadering van de schoolmusicalcommissie.

‘Wij vinden wel dat Sabine goed kan zingen’.

Dat was de zwoele stem van Dimpf weer.

‘Wie zijn wij?’, wilde Thea geïrriteerd weten.

‘Wij van de schoolmusicalcommissie’, glimlachte Dimpf.

Viel er nou ineens iets goed te maken?

‘Je moet haar opgeven voor de voice kids’.

Voor de verandering waren Dimpf en Moira unaniem, maar Thea moest er niet aan denken.

‘Ik moet helemaal niks’, concludeerde ze ten langen leste wijs geworden.

 

HOOFDSTUK 50

Koningsdag werd op De Wielewaal vervroegd gevierd op de laatste dag voor de voorjaarsvakantie. Het Oranjefeest bestond uit twee delen. ’s Ochtends was er een gezamenlijk ontbijt dat werd aangeboden door de gemeente namens het Koningshuis en ’s middags volgde een sport- en speldag. Zo’n bewegingsfestijn zoals eerder in het schooljaar van Yin en Yang. Toen had de herfstvakantie voor de deur gestaan en deed het onstuimige weer het jaargetijde eer aan. Door een heftige storm en onophoudelijke regenval was iedereen van de openlucht sportvelden in het gymzalencomplex vlakbij het schoolgebouw gejaagd. De weersvoorspellingen voor het  Oranjefeest in de buitenlucht op De Wielewaal waren dat voorjaar gelukkig beduidend beter. ’s Ochtends werd Thea eerder wakker dan haar alarm van een zonnestraal die door het uitgerolde gordijn priemend haar gesloten oogleden verlichtte. Achter het rolgordijn stond het slaapkamerraam open en een paar fanatieke huismusjes in de dakgoot floten een idyllisch morgenstondwijsje. Haar wangen gloeiden en een fruitige, warme  lucht vulde haar neusgaten. Er ronkelde een brommer over de ventweg. Door de spleetjes van haar oogleden was de beslapen andere kant van het tweepersoons bed leeg. Bart was al naar zijn werk vertrokken. De wekker gaf half 7 aan en Thea kon nog even blijven liggen. Liever was ze helemaal niet uit bed gekomen die dag. Ze had zich ingeschreven als hulpouder voor de sport- en speldag om Walter tegemoet te komen. Ze had wat goed te maken. Na het rampzalige verloop van de sport- en speldag van de afgelopen herfst, had Thea haar zoon namelijk beloofd dat hij zich voortaan ziek mocht melden bij buitenschoolse activiteiten. Hand op het hart. Alles beter dan weer zo’n rel als met Kevin die beweerde dat Walter hem onder een auto geduwd had. Of de schande van een ordinaire bekvechtpartij en plein publiek tussen Thea en de moeder van Basta.  Niemand had zich dan ook liever aan haar belofte gehouden dan Thea zelf, maar Walter was onderweg naar vandaag wel onder toezicht van Guido de schoolpsycholoog komen te staan. En als het tienjarige ventje al iets geleerd had van de bemoeienis van Guido de schoolpsycholoog dan was het wel om uit de wind te blijven en zoveel mogelijk dekking te zoeken. Hoe minder aandacht, hoe minder gedoe. Ziek melden op een sport- en speldag paste niet bij de Walter nieuwe stijl, maar de dreiging van een incident nam wel toe zodra de kat op het spek gebonden werd. Juist op een sport- en speldag stond Walter aan provocaties bloot waartegen Thea hem op een toepasselijke manier wilde beschermen op De Wielewaal. Dus door zich in te schrijven als hulpouder. Alleen op die manier zou ze in staat zijn om hoogstpersoonlijk een oogje in het zeil te kunnen houden op haar gepsychologiseerde jongen die na zo’n 4 maanden schooltherapie bijna over de finish van een persoonlijke triomftocht was. Thea had al aardbeientaarten besteld om op de laatste dag van de strategie van Guido het succes van Walter met iedereen uit groep 7 te kunnen delen.

‘Mooi, dan kan hij voor de klas zijn verhaal doen’, vond Guido de schoolpsycholoog tijdens de slotbijeenkomst.

Als het nou voor het eerst was dat Guido de schoolpsycholoog over zijn ideaalpraatje door Walter voor de klas begon, dan had Thea misschien niet over hem geoordeeld. Maar na weken van zeuren en drammen van de kant van Guido was ze er langzamerhand van overtuigd dat de schoolpsycholoog zich miskend voelde. En wie zichzelf niet kietelt, lacht nooit. Thea wilde best geloven dat een succesverhaal van Walter voor groep 7 over het straf- en beloningssysteem van Guido de schoolpsycholoog de reputatie van de beste man in een witte Wielewaalwijk ten goede zou komen, maar een lofzang was niet de afspraak. Walter was immers niet het middel maar het doel van het traject. En helaas voor Guido de schoolpsycholoog heiligt het doel  nog altijd de middelen en niet andersom. Walter moest er niet aan denken om voor groep 7, vol met prepuberale, onbezonnen vechtersbaasjes onder het toeziend oog van Guido de schoolpsycholoog, een spreekbeurt te moeten houden over verstandig omgaan met boosheid. Nee is immers een sleutelwoord in de psychologie. Dat moest Guido de schoolpsycholoog op zijn beurt dan ook maar eens leren accepteren. Ondertussen deed Thea voor de zoveelste keer haar best om niet te kort door de bocht nee te zeggen tegen Guido de schoolpsycholoog. Dus op een toon alsof ze iets nieuws vertelde, legde Thea nogmaals aan Guido uit waarom ze vond dat Walter niets voor de klas hoefde op te biechten.

‘Dat zou een straf voor hem zijn en ik dacht dat we zojuist geconstateerd hadden dat Walter het traject met goed gevolg heeft afgelegd.’

‘Ja, en dan heeft hij dus eigenlijk recht op een beloning’, completeerde  meester Viktor het verweer van Thea, alsof ze vantevoren hun reacties op elkaar hadden afgestemd.

Maar Guido de schoolpsycholoog liet zich niet in het nauw drijven.

‘De beloning is de aardbeientaart waarop hij mag trakteren.’

Wat Thea betreft was de magie van  Guido de schoolpsycholoog ondertussen wel uitgewerkt. Walter had zichzelf in de loop van het schooljaar van Yin en Yang bewezen bij meester Viktor. Hij stond niet meer onder verdenking van boos opzet en was veilig. Er was geen reden meer om de Guido de schoolpsycholoog langer tegemoet te komen. Trakteren op aardbeientaart in de klas zou toch een prima feestelijk afsluiting zijn van de psychologische weg die Walter met Guido en meester Viktor had afgelegd? Wie weet paste aardbeientaart niet binnen het budget van Guido de schoolpsycholoog?  

‘Is trakteren op aardbeientaart een probleem dan? Mijn man en ik betalen.’

Guido de schoolpsycholoog was niet te vermurwen.

‘Persoonlijk geef ik liever de voorkeur aan fruit of groentesnacks als traktatie. Walter moet ook leren dat hij niet altijd zijn zin krijgt.’

Zonder elkaar aan te kijken voelden Thea en meester Viktor dat ze op dezelfde golflengte zaten.

‘Waar kwam deze aanval van Guido de schoolpsycholoog op zijn pupil Walter vandaan?’

Thea besloot wat duidelijkheid te verschaffen.

‘Walter krijgt niet altijd zijn zin. Dus waarom zou hij dat denken? Walter mag van mijn man en mij trakteren op aardbeientaart. Niet op fruit of groentesnacks. Graag of niet.’

‘Misschien zeg ik het verkeerd. Ik bedoel eigenlijk dat Walter ook met teleurstellingen moet leren omgaan. Hoe gaat hij bijvoorbeeld om met slechte prestaties in de klas?’

Guido de schoolpsycholoog richtte zijn vraag tot meester Viktor en dat was gezien de ontvlamde ogen en gespannen kaakspieren van Thea maar goed ook. Meester Viktor hikte spottend alvorens hij het verlossende antwoord gaf:

‘We hebben zojuist de entreetoets voor groep 7 achter de rug. Walter had 97 procent van de vragen goed. Dat is ver boven het landelijk gemiddelde.’

‘Precies dat bedoel ik. Walter moet leren falen’, draafde Guido de schoolpsycholoog door.

Zou Guido moeite hebben om  afscheid te nemen van zijn machtspositie als psycholoog in het schooljaar van Yin en Yang? Het zou toch al te triest zijn als zijn  begeleiding van Walter het hoogtepunt van zijn carrière was? Thea ademde diep in voordat ze zei wat ze dacht:

‘Van mij mag je een ander kind leren falen Guido, maar Walter is klaar om zich weer normaal verder te ontwikkelen.’

‘Ik ben juist blij dat Walter tenminste geen faalangst heeft’, greep meester Viktor in.

Thea vond hem een held, maar Guido de schoolpsycholoog trok zijn wenkbrauwen op en monsterde beginneling Viktor met de air van een oude meester.

‘Ach’, zei hij bekakt.

‘Tsja’, schokschouderde meester Viktor heel verstandig.

Want zelfs voor de snelsten onder ons gaat leerontwikkeling in sprongen. Vaak drie vooruit en twee terug. Een paar stapjes naar achteren om een ander te laten bijbenen. Zoals bij het hulpouderschap op het Oranjefeest dat bij voorbaat al een uitputtingsslag was. Toch had de  tegenzin van Thea in de dag niet zozeer met het Oranjefeest te malen, als wel met de zoveelste confrontatie met Jeewee waar ze niet meer onderuit kon komen. Gisteren had Thea nog een mailtje naar meester Populair gestuurd. Thea nam haar mobiel van het nachtkastje om tegen beter weten in te controleren of hij toch nog gereageerd had. Nee, natuurlijk niet. Waarom zou hij ook? Hij was meester Populair. Nog even zijn neus dichtknijpen en adem inhouden en hij was verlost van Thea. Hoewel? Als hij Walter het volgende schooljaar in groep 8 zou krijgen, dan kon Jeewee z’n lol nog veel langer op. Maar Jeewee was er de man niet na om op de zaken vooruit te lopen en voorlopig had hij alleen de komende zomer in zijn bol en de zee van vrije tijd die na het renovatiejaar van Yin en Yang naar hem lonkte. Thea las haar eigen mail naar Jeewee nog eens door.

Hallo Jeewee,

Vandaag kwam Sabine teleurgesteld thuis, omdat ze de rol van oude dame heeft gekregen in de schoolmusical. Ze heeft een tijdje geleden, net als iedereen uit groep 8, een lijstje met 3 voorkeursrollen ingevuld en ingeleverd bij het bestuur van de schoolmusicalcommissie, maar daar is helemaal niets mee gedaan. Van Sabine heb ik begrepen dat bijna niemand uit groep 8 een rol naar keuze heeft gekregen met uitzondering van Tanja en Kasper. Tanja mag de journaliste zijn en Kasper heeft zijn droomrol als dief te pakken. Tanja is de dochter van Dimpf en Kasper is de zoon van Moira. Beide moeders zitten in het bestuur van de schoolmusicalcommissie. Kan de rolverdeling niet wat eerlijker worden aangepakt? Bijvoorbeeld door loting? Zo wordt er tenminste niemand voorgetrokken. Ik wil je hier morgen voor aanvang van de lessen graag even op aanspreken.

Met vriendelijke groeten,

Thea (moeder van Sabine)

Die ochtend gonsde de feeststemming in de wandelgangen van De Wielewaal. De kleur oranje voerde de boventoon in de kleding van de kinderen, de leerkrachten en de opsmuk in de klaslokalen. Ook Jeewee deed mee in een T-shirt, een vissershoedje en stola in de kleur van het Koningshuis. Toen hij Thea het klaslokaal van groep 8 zag binnenkomen, keerde hij meteen zijn rug naar haar toe en verdween zogenaamd druk doende tussen de opgewonden kinderen. Thea zat meteen aan de top van haar emotie. Ze had met haar boze mail over de rolverdeling in de schoolmusical heus geen party pooper willen zijn en misschien had ze een beroerde timing, maar de voorjaarsvakantie stond voor de deur. Een mens moet het ijzer smeden als het heet is. Bovendien had Jeewee allang bewezen dat hij op ongelegen momenten ook heel toeschietelijk kon zijn. Agnes met haar paniekmail aan de vooravond van de citotoets was het levende voorbeeld van de hoffelijkheid van Jeewee. Desondanks neigde Thea naar afhaken, terwijl ze bleef twijfelen op de drempel in de deuropening. Sabine daarentegen ging voorop en stapte doelgericht op Jeewee af. Aan zijn arm laveerde ze een onwillige Jeewee terug uit het feestgedruis naar een rustige plek vlak voor het digibord in het lokaal. Zijn gezicht stond op onweer. Zo verbeten had Thea hem nog nooit zien kijken. Zou  meester Populair dan toch meer diepgang hebben dan de toffe peer die hij pretendeerde te zijn? Sabine liet zich niet afschrikken door de defensieve houding van haar schoolmeester.

‘Mag ik alstublieft een andere rol in de schoolmusical?’, vroeg ze luid en duidelijk boven het kabaal in de ruimte uit.

Jeewee deed alsof hij Sabine niet verstond en liet zich gretig afleiden door een ander kind dat hem aansprak. Onrustig tikte Sabine op de afgewende schouder van Jeewee en herhaalde hardnekkig haar vraag,

‘Mag ik alstublieft een andere rol in de schoolmusical?’

Vastberaden om haar gelijk te halen was ze. Jeewee keek Sabine woedend aan nu. Geschrokken deed het kind een stapje terug en voordat Thea haar te hulp kon schieten was Jeewee al ongecontroleerd en buitensporig tegen het elfjarige meisje uitgevallen. Alsof zijn gefrustreerde alter ego plotseling de overhand kreeg.

‘Nee, je mag geen andere rol in de schoolmusical! De rolverdeling staat vast! Er wordt niets meer veranderd! Ik begin er niet aan! Hoor je dat goed! Ik begin er niet aan!’

Hoewel Jeewee als een idioot stond te flippen en Sabine stond te trillen op haar benen, keek ze niet weg. Ze gaf geen krimp, terwijl een stuk of wat opperouders wel angstig wegdoken in het trappengat naast het klaslokaal van groep 8. De meeste kinderen kregen vanwege de heersende feeststemming en de bijbehorende herrie echter niets mee van de uitschieter van meester Populair. Of Jeewee had vaker driftbuien achter gesloten klaslokaaldeuren, waardoor zijn leerlingen immuun geworden waren voor zijn stemmingswisselingen. Hoe dan ook was Thea enerzijds oneindig trots op de onwrikbaarheid van Sabine. Anderzijds kromp haar hart ineen bij de aanblik van haar kleine meisje dat om niets de wind van voren kreeg van de schoolmeester tegen wie ze gisteren nog had opgekeken. Een schoolmeester die duidelijk zijn boosheid niet onder controle had. Jeewee moest maar eens bij de schoolpsycholoog te rade gaan. Guido had nou toch niets meer te doen.

Thuisgekomen nam Thea eerst een paar teugen zwarte koffie in de hoop scherp te worden. Van de sigaretten waren Bart en zij onderhand afgekickt, anders wat dit zo’n moment geweest waarop ze vroeger ter plekke een pakje leeg zou hebben gekettingrookt. Want ondanks de caffeïne bleef haar perceptie mistig en dof. Alsof iemand haar zojuist een enorme dreun tegen haar hoofd verkocht had. In symbolische zin was dat ook zo. Achter haar gesloten oogleden zag ze Jeewee weer uitvaren tegen haar Sabine. De doorgedraaide blik in zijn ogen, de gebalde vuisten en de gezwollen aders in zijn aangespannen nek. De druppels speeksel die hij verspreidde tijdens zijn geblèr tegen dat kind van elf dat het gore lef had gehad om haar weledel zeergeleerde schoolmeester om een andere rol in een schoolmusical te vragen. Assepoester moest haar muil houden. Drie jaar geleden noemde Jeewee in de combiklas Sabine nog een scheetje. Of een poepie. In ieder geval had hij Sabine toen gekwalificeerd op een manier die de opperouders fantastisch hadden gevonden. Thea niet, maar ze wist wie het zei. Jeewee projecteerde zijn eigen wil om erbij te horen op haar. Onterecht. Wat Jeewee namelijk niet wilde zien of niet snapte was dat Thea het tij, betreffende haar status in de klatergouden wereld van de opperouders, elk moment kon keren in tegenstelling tot meester Populair. Althans als Thea dat zou willen. Dacht Jeewee nou echt dat Thea niet al van het begin af aan exact wist  waar de juiste knoppen zaten bij haar rivalen? Terwijl Jeewee zichzelf uit de markt had geprezen met zijn gedienstige gretigheid om geaccepteerd te worden door de Wielewaalkliek. Wie wil daar nou bij horen? Thea zeker niet. Hoe groter haar weerzin tegen het geklit en gekonkel van de opperouders, hoe heviger haar geldingsdrang op De Wielewaal. Jeewee wist zogenaamd niet beter dan met de stroom mee te drijven. Tot nu toe had Thea zijn simplisme gedoogd. Maar nadat Jeewee vandaag zijn complexen had laten uitlekken als een incontinente trekpop, was het kinderspelletje wat Thea betreft voorgoed uit. Over haar toeren belde ze naar het alarmnummer van de directeuren Yin en Yang. Dat spoednummer waarover Bart en zij aan het begin van het schooljaar nog hadden moeten lachen. Welke basisschool heeft er in naam van de goede orde een spoednummer nodig? Nou, De Wielewaal dus.

Directeur Yin probeerde Thea te kalmeren door rustig te blijven praten aan de andere kant van de lijn.

‘Er zijn meer ouders die moeite hebben met de rolverdeling bij de schoolmusical. Ik heb al verschillende mailtjes binnengekregen vandaag. Bijvoorbeeld hier een mailtje van de moeder van Fransje. Zij vindt ook dat Fransje een rol heeft die niet bij haar past’, vertelde hij op een toon alsof Thea op de koffie kwam.

‘Wat andere ouders vinden dat kan me niet zoveel schelen Yin. Dat zou jij toch moeten weten. En dat voorbeeld waar je mee aankomt laat mijn bloed al helemaal koken. Fransje is de dochter van Evelien en Jelle. Jelle is die vader die mij op de allereerste ouderavond van dit schooljaar in het bijzijn van iedereen te kakken heeft gezet, zonder dat er iemand ingreep. Jij ook niet en jouw collega directeur Yang evenmin. Kennelijk heeft felle Jelle toen het slechte voorbeeld gegeven aan Jeewee? Als je de moeder als de kop van Jut gebruikt dan krijg je dochterlief er gratis bij. Zoiets? Het minste dat je nou voor me kunt doen is respecteren dat ik niet met die aso’s geassocieerd wil worden. Fransje is Sabine niet en andersom. Bovendien hebben de ouders van Fransje altijd wat te zeiken en Bart en ik niet. Dus let op je woorden, Yin’, brieste Thea.

‘Misschien moeten we eens bij elkaar komen om erover te praten’, vond de mediator in directeur Yin.

De toonzetting van zijn voorstel was als een smeekbede, die Thea zo snel niet kon plaatsen. Wat had directeur Yin te winnen van een confrontatie tussen Jeewee en Thea? Een gezellige boel zou dat worden.   

‘Misschien moeten jullie dat maar doen ja. Maar wel zonder mij. Ik ben klaar met de schoolmusical, met Jeewee én met de rolverdeling. Al dat geneuzel over ouderparticipatie, terwijl de moedermafia onveranderd blijft doorregeren op De Wielewaal. Bij de schoolmusical van groep 8 trekken Moira van Kasper en Dimpf van Tanja aan de touwtjes. Dat deden ze twee jaar geleden - toen hun oudste kinderen in groep 8 bij Jeewee zaten - en dat doen ze nou weer. Dan kunnen er nog zoveel troubleshooters op De Wielewaal aangesteld worden, Jeewee blijft het regime van dit type taaie opperouders toch stug prevaleren boven nieuwe afspraken. Daar kan het sulletje niets aan doen. Aan zijn horigheid aan opperouders. Prima, dat weten we dan, maar dat deze loopjongen van de incrowd op De Wielewaal zich laat verleiden tot het afreageren van zijn frustraties op mijn dochter, dat gaat me echt te ver. Niemand bekt mijn meisje af. Dat pik ik niet. Dan weet je dat vast.’

Tijdens haar tirade merkte Thea dat ze niet langer de noodzaak voelde om zich naïever voor te doen dan ze was. Het bestaansrecht van Sabine en Walter op De Wielewaal was zeker gesteld door de uitslag van de cito en de succesvolle samenwerking met Guido de schoolpsycholoog. Haar kinderen hadden zich bewezen en wat haar eigen imago betreft had Thea niets te verliezen. De openheid die hieruit voortvloeide maakte genoeg indruk op directeur Yin om Thea niet zomaar te laten spartelen. 

‘Ik denk dat we toch even heel dringend om de tafel moeten gaan zitten. Dan bedoel ik meester Jan-Willem, jij en ik. Je zult zien dat we straks kunnen lachen om het hele gebeuren.’

‘Dat betwijfel ik’, liet Thea zich onbedoeld fel ontvallen.

‘Ok?!’, antwoordde directeur Yin afwachtend.

Thea ratelde verder. Ze zat een octaaf hoger dan normaal.

‘Trouwens zo’n gesprek moet eerst ingepland worden. Dat gaat niet meer lukken voor de meivakantie. Zit ik weer twee weken op hete kolen. Dat trek ik echt niet. Waar moet ik mijn boosheid dan al die tijd laten?’

Directeur Yin onderkende haar hoge nood direct.

‘Nee, dat moeten we niet doen. Twee weken zijn te lang. Kun je in de middagpauze naar De Wielewaal komen?’

Er weerklonk een kinderlijke opwinding in zijn ademhaling. Directeur Yin ging samen met Thea op avontuur volgens het Pipi Langkousprincipe van:

‘Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan.’

Thea daarentegen stond niet voor zichzelf in en alles behalve open voor nieuwe uitdagingen. Maar goed, zonder tussenkomst van directeur Yin zou ze Jeewee misschien wel naar de keel gevlogen zijn. De motor van haar razernij draaide op volle toeren. Dat meester Populair de integriteit van Thea stelselmatig met voeten trad was nog te verdragen, maar hoe durfde die slapjanus van een onderwijzer haar dochter van elf op te offeren aan de dictatuur van de opperouders? Aan vrouwen van middelbare leeftijd. Aan aandachtshoeren van het kaliber Moira en Dimpf?

Directeur Yin ging Thea voor de trap op naar het lokaal van groep 8 op de eerste verdieping. Zijn stem sloeg over van nervositeit, terwijl hij zijn best deed om te keuvelen over zijn tuin. Dat sproeien met dit zonnige weer niet uit kon blijven, maar dat je dat ’s avonds moest doen. Thea zei iets terug. Iets over gras, maaien en schroeigevaar in de hete zon. Ze had geen idee of haar reactie relevant was. In haar hoofd implodeerde elke poging tot rationeel redeneren. Op de plaats van bestemming aangekomen wist directeur Yin ook niet op stel en sprong wat hij met de situatie aan moest.

‘Even wachten op de bel’, legde hij verontschuldigend aan Thea uit, terwijl hij in het zicht van Jeewee voor het raam in de gesloten  lokaaldeur ging staan.

Een kwartier nadat de bel was gegaan en bijna alle kinderen uit de overige lokalen in de gang van De Wielewaal al voor de middagpauze naar huis of de overblijf waren, week directeur Yin uit en zwaaide de deur van groep 8 open. Een kudde luidruchtige kinderen snelde voorbij aan directeur Yin en Thea. In het voorbijgaan zag Thea kans om haar dochter staande te houden.

‘Je moet Walter zoeken en buiten op de speelplaats wachten, terwijl ik een babbeltje maak met Jeewee. Directeur Yin is erbij’, gebood ze op gewichtige toon.

Sabine knikte tevreden. Hierdoor voelde Thea zich geroepen om Sabine voor de zekerheid nog wel te waarschuwen:

‘Verwacht er maar niet teveel van. Ik denk niet dat je die rol van journalist nog krijgt.’

‘Maar toch’, vond Sabine veelzeggend.

Het was duidelijk dat Sabine haar schoolmeester ook niet zomaar weg wilde laten komen met zijn huichelarij. Haar vertrouwen was beschaamd. Niet leuk, maar deze harde les voor Sabine gaf Thea wel de zekerheid dat ze zich hier in de gang van De Wielewaal voor het lokaal van groep 8 in het bijzijn van directeur Yin niet voor zichzelf belachelijk stond te maken. Zarah had zich inmiddels, nieuwsgierig als ze was, ongedurig bij moeder en dochter gevoegd. Omdat ze niet snel wijzer werd, zonderde ze Sabine af van Thea richting het trappengat, maar directeur Yin hield het tweetal tegen. Hij wilde nog wat vragen.

‘Waarom duurde het eigenlijk zo lang voordat jullie naar buiten kwamen?’

Zarah gaf haastig antwoord:

‘We moesten wachten van Jeewee. Ik weet ook niet waarom. Nou kom ik  te laat op de overblijf, maar ik geef mooi Jeewee de schuld.’

‘Ja, doe dat maar’, zei directeur Yin grimmig.

Met ferme pas stapte hij het lokaal van groep 8 binnen. Hoe kinderachtig kan een volwassen man als Jeewee zijn? Dacht hij nou echt onder een  confrontatie met directeur Yin en Thea uit te komen door de deur van zijn klaslokaal zo lang mogelijk gesloten te houden? Met de handen voor de ogen is de agressor niet geweken. Jeewee had directeur Yin natuurlijk al lang en breed zien staan door het raam in de deur van het klaslokaal. Een billenknijpmomentje voor meester Populair dat hij aan zichzelf te danken had. En één en één is twee. Dus Thea kon niet ver weg zijn als gevolg van de uitglijder van Jeewee eerder die ochtend.

Een paar tellen later marcheerde Jeewee met een norse kop voor directeur Yin onwillig het lokaal uit. Hij droeg nog steeds een oranje vissershoedje en een stola in dezelfde kleur. Op beide wangen waren vlaggetjes geschminkt. Langwerpige rood, wit, blauw gestreepte vlakjes. Jeewee liep licht voorovergebogen met zijn kin op de borst en zijn handen op zijn rug alsof ze geboeid waren straal aan Thea voorbij. Directeur Yin wees de weg naar een leegstaand lokaal. Thea hobbelde achter de heren aan.

‘Ik moet nog wel eten’, deelde Jeewee afgemeten mee, voordat hij plaats nam aan een vierkant van aaneen geschoven tafeltjes.

Thea beet op de binnenkant van haar wangen en ademde diep door haar neus in. Ze nam de amazonezit aan in een stoel tegenover Jeewee en negeerde hem net zo hard als hij haar. Voor de vorm trachtte ze onleesbare  aantekeningen op een whiteboard te ontcijferen.

‘Hij moet nog wel eten’, herhaalde ze spottend in gedachten.

‘Er is straks tijd om nog wat te eten’, beloofde directeur Yin sussend aan Jeewee alsof hij tegen een kind sprak.

Hij zat quasi nonchalant onderuit gezakt aan de punt van de geïmproviseerde vergadertafel. De benen over elkaar heen geslagen. Directeur Yin hield de moed erin:

‘Laten we proberen om tot een oplossing te komen. Wie weet gaan we straks lachend uit elkaar en speelt Thea toch nog een ondersteunende rol in de schoolmusical van groep 8’, begon hij.

Thea besloot om directeur Yin meteen uit zijn droom te helpen:

‘Ik weet niet over welke Thea je het hebt, maar deze Thea zal, na de sneer van Jeewee tegen Sabine vanmorgen, nog maar moeilijk bereid gevonden kunnen worden om een bijdrage te leveren aan de schoolmusical.’

Tot verwarring van Thea keek directeur Yin haar aangenaam verrast aan. Alsof hij bij nader inzien toch geen prijs stelde op haar  hulpouderschap. Ineens begon er iets te dagen bij Thea. Wat directeur Yin betreft zat ze hier niet voor de schoolmusical, Sabine of zichzelf, maar om Jeewee te ontmaskeren. Het verborgen non-conformisme van meester Populair viel door zijn windhaantjes gedrag bijna niet te vangen. Ook niet door de directeuren Yin en Yang natuurlijk, terwijl zij wel alle neuzen van het onderwijsteam dezelfde kant op moesten krijgen om de voortgang in de herstelwerkzaamheden op De Wielewaal te kunnen blijven waarborgen. Jeewee was een harde noot die Thea vandaag met haar furiositeit weleens zou kunnen kraken. Een heterdaadje. Vandaar dat directeur Yin haar aan de telefoon tussen de regels door bijna gesmeekt had om de strijd met Jeewee in zijn bijzijn aan te gaan. 

‘Waarom zitten we hier dan?’, vroeg Jeewee binnensmonds.

Thea ging recht op haar stoel zitten en maakte direct oogcontact met Jeewee. Na een paar tellen keek hij weg.

‘We zitten hier niet voor mij, meneer Jan-Willem. Ik weet niet precies waarom jullie hier zitten, maar ik ben naar De Wielewaal gekomen omdat ik de manier waarop jij vanmorgen tegen Sabine uitviel echt ongehoord vind voor een onderwijzer die de kinderen uit zijn klas behoort te stimuleren in plaats van in een hoek te zetten.’

‘Ik zet uit principe nooit iemand in de hoek’, wist Jeewee verontwaardigd.

Thea keek directeur Yin vragend aan. Nam Jeewee haar opmerking nou expres verkeerd op of begreep hij echt niet wat ze wilde zeggen? Maar directeur Yin zag Thea niet, omdat hij zelf vol ongeloof naar Jeewee zat te staren. Dus zat er voor Thea niets anders op dan Jeewee op eigen kracht onderuit te halen. 

‘Ik bedoel niet letterlijk, maar metaforisch. Snap je?’

‘Nee’, bokte hij.

‘Dan zal ik je uitleggen wat ik bedoel. Met in een hoek zetten bedoel ik dat bij alle kinderen uit groep 8 de suggestie is gewekt dat de rolverdeling van groep 8 een democratisch proces zou zijn. Iedereen mocht lijstjes invullen met daarop drie voorkeursrollen in hiërarchische volgorde. Deze lijstjes zijn massaal ingeleverd bij Moira en Dimpf. Daar is volgens mij helemaal niets mee gedaan.’

‘Ja, nou en? Dan moet je niet bij mij zijn, maar bij Moira en Dimpf. Dat zijn de klassenouders!’, onderbrak Jeewee haar defensief.

Thea deed alsof ze verbaasd was:

‘Sinds wanneer?’

‘Wat?’

‘Sinds wanneer zijn Moira en Dimpf klassenouders?’

Jeewee gaf geen antwoord en het geduld van Thea ging over in lijdzaamheid.

‘O.k. de kinderen uit groep 8 mochten dus lijstjes invullen met daarop drie voorkeursrollen in hiërarchische volgorde. Die lijstjes zijn massaal ingeleverd bij de klassenouders. In groep 8 van De Wielewaal heten de klassenouders sinds kort: Moira en Dimpf.’

‘Ja, dus?’, provoceerde Jeewee.

‘Hoe kan het dan dat geen enkel kind in groep 8 een rol naar keuze heeft gekregen behalve Tanja – de dochter van Dimpf – en Kasper – de zoon van Moira - ?’

Jeewee deed alsof hij nadacht om vervolgens door te slaan.

‘Dat weet ik niet. Dat bepaal ik niet. Ik krijg allemaal boze mailtjes over de rolverdeling van de schoolmusical, maar wat kan ik eraan doen? Ik heb niet voor niks hulpouders die mijn zaakjes voor mij regelen. Dat is al jaren zo geregeld op De Wielewaal. Ik snap niet wat het probleem is.’

Thea kon zich niet herinneren dat ze Jeewee ooit in het wild zoveel zinnen achter elkaar had horen uitspreken en achteraf had ze deze ervaring liever overgeslagen.

‘Nou moet je eens goed luisteren Jeewee’, begon ze.

‘Nee, jij moet naar mij luisteren. Ik heb net naar jou geluisterd en nou luister jij naar mij!’, daverde Jeewee.

‘Ik luister’, gaf Thea gelaten toe, terwijl ze haar handen naar de hemel hief en theatraal met haar ogen draaide.

Daarna vouwde ze haar armen voor haar borst in elkaar. Afwachtend. Ondertussen zat directeur Yin aan de hoek van de tafel merkbaar zijn lach in te houden. Jeewee brandde los:

‘Alles op De Wielewaal is prima geregeld. Ik sta hier nou 10 jaar voor de klas en ik heb nooit problemen gehad. Er worden geen scores van de citotoets vervalst en geen onderwijsadviezen verzonnen. De rollen van de schoolmusical worden ook eerlijk verdeeld. We moeten de klassenouders dankbaar zijn dat ze ieder jaar bereid zijn om zich in te zetten voor de afscheidsmusical van groep 8. En dan organiseer ik ook nog een voetbaltoernooi en een schoolkamp. Ik kan niet overal tegelijk zijn. Ja.’

Jeewee siste tussen zijn tanden  zonder zijn kaken te bewegen. Hij sprak vanuit zijn buik als het ware. Tijdens zijn zelfbeklag had Thea haar ogen niet van de vlaggetjes op zijn jukbeenderen kunnen afhouden. Ze dansten mee op het ritme van de zenuwtrekjes in zijn gespannen gezicht. Jeewee was boos. Hij klopte herhaaldelijk met een wijsvinger op het tafelblad om zijn zelfmedelijden kracht bij te zetten. Het oranje vissershoedje bleef stokstijf op zijn hoofd staan. Een paar seconden overwoog Thea om naar de relevantie van vervalste citotoetsscores en verzonnen onderwijsadviezen in dit verhaal te informeren, maar Jeewee had zich vandaag al meer dan hebbelijk laten kennen. Directeur Yin had waarschijnlijk genoeg gehoord om in het licht van de hervormingen op De Wielewaal in de toekomst met de echte meester Jan-Willem aan de slag te kunnen gaan. Alles wat Thea nu nog wilde was genoegdoening.

‘Ik snap dat je niet overal tegelijk kunt zijn, maar waarom organiseer je dan een algemene vergadering voor de schoolmusicalcommissie als alles toch al door de klassenouders geregeld is?’

‘Hoe kom je erbij dat alles al door de klassenouders geregeld is?’, vroeg Jeewee half vijandig en half verward.

‘Nou, dat is me wel duidelijk geworden tijdens de vergadering van de schoolmusicalcommissie waarbij Dimpf aan mij te kennen gaf dat ze voor de rolverdeling niet met lijstjes ging werken. Ik dacht toen nog dat Dimpf onzin uitkraamde, omdat jij in de klas juist dat voorstel van die voorkeurslijstjes van alle kinderen had gedaan. Ik hield het niet voor mogelijk dat een schoolmeester op zijn woord terug zou komen onder invloed van een hulpouder zoals een Dimpf. Heb ik me toch in je vergist’, overdreef Thea voor het effect.

‘Dimpf heeft helemaal niks over lijstjes gezegd!’, beweerde Jeewee manmoedig.

Zijn stem sloeg over. Dit was misschien een aanleiding om verder op zijn onnodige geblaf tegen Sabine in te gaan, maar Thea wilde Jeewee niet nog meer munitie geven om te prijsschieten. Daar was haar kind te dierbaar voor. Ze kon het echter niet nalaten om opperouder Dimpf nog een extra trap na te geven. 

‘Je gaat me toch niet vertellen dat jij Dimpf op de vergadering van de schoolmusicalcommissie niet hebt horen zeggen dat ze niet van plan is om met lijstjes te gaan werken!’, herhaalde ze daarom expliciet.

Jeewee kon er kort over zijn:

‘Nee.’

Vanaf de kant van directeur Yin voelde Thea een begripvolle energie toestromen, als ook een soortement warme bewondering. Deze stilzwijgende goedkeuring van directeur Yin bracht haar nog verder van haar stuk dan ze al was. Jeewee had niets in de gaten. Hij was te intens bezig met zijn zelfverdediging. Thea recapituleerde:

‘Dus jij wilt mij wijsmaken, Jeewee, dat jij het niet oneerlijk vindt dat niemand in groep 8 een rol in de musical naar keuze heeft met uitzondering van Kasper van Moira en Tanja van Dimpf’.

‘Daar is niks oneerlijks aan’, beweerde Jeewee koppig als een verongelijkt jongetje.

Dit had geen zin meer. Thea schoof haar stoel naar achteren en kwam overeind. Van het ene op het andere moment deed zich de gelegenheid bij uitstek voor om voor eens en voor altijd onder het juk van haar stille aanbidder uit te komen. Zonder een seconde te aarzelen en met de onuitgesproken instemming van directeur Yin in de lucht, stormde Thea het lokaal uit, terwijl ze honend uitriep :

‘Weet je wat Jan-Willem? Ga jij lekker eten!’

Een klein half uurtje later werd Thea thuis gebeld door directeur Yin.

‘Ik vind dat jij dat heel goed doet’, verzekerde hij haar met de agitatie nog in zijn stem.

‘Dankjewel’, antwoordde Thea beleefd.

De enthousiaste toonzetting van directeur Yin leek wel een felicitatie. Al zou ze niet weten waarmee. Dat haar uitbarsting weer schot in de  herstelwerkzaamheden van de troubleshooters op De Wielewaal had gebracht, was een toevallige bijkomstigheid van haar confrontatie met Jeewee. 

‘Wat zou directeur Yin bedoeld hebben toen hij beweerde dat hij vond dat ik dat heel goed doe. Wat doe ik heel goed?’, vroeg ze zich  daarom naderhand af.

Kennelijk had ze hardop gedacht, want Bart gaf antwoord

‘Dat je Jeewee heel goed alle hoeken van de kamer hebt laten zien. Dat had die Yin je niet nagedaan.’

‘Ik betwijfel of Yin dat ook zo ziet’, schamperde Thea.

‘Want?’

Bart vroeg naar de bekende weg.

‘Iedereen vindt Jeewee aardig, behalve ik, want ik ben tirannieke Thea.’

‘Je bent de enige die dat gelooft Thea, geloof me. Maar het gaat hier niet om aardig of niet. Jeewee zit zichzelf en de voortgang op De Wielewaal in de weg. Jij hebt zijn façade gestript.’

Bart klonk al bijna net zo enthousiast als directeur Yin die zich tijdens het evaluatieve telefoontje eerder die dag niet liet afschrikken door de  terughoudendheid van Thea. Hij schakelede gewoon over op een andere invalshoek om de botte bijl van Jeewee voor Thea te verzachten.  

‘Volgens mij weet Jan-Willem echt niet wat hij verkeerd doet’.

Zijn zalvende woorden vielen verkeerd.

‘Nee, natuurlijk niet, meneer Populair weet weer niet wat hij verkeerd doet!’ riep Thea gepijnigd uit.

Zijn zwijgzame reactie kwam over als een gevolg van empathie en schaamte. Directeur Yin had Thea immers bewust ingezet als laatste redmiddel om het obstakel met de naam Jeewee te verhelpen. Zijn strategie pakte goed uit, maar het had niet veel gescheeld of meester Jan-Willem had de verantwoordelijkheid wederom weten te ontlopen met zijn eigengereide wappergedrag. Als dat was gebeurd, dan kon directeur Yin ook wel raden wie de rekening wederom gepresenteerd zou hebben gekregen. Eindelijk nam hij het gesprek weer op. 

‘Weet je wat ik je nog wel even wilde zeggen Thea?’

Het was moeilijk om hem te wantrouwen. Zijn intonatie streelde haar voelsprieten. Hij leek volkomen oprecht. Thea drukte de hoorn dichter tegen haar oor. Ze had zin om te huilen.

‘Nou?’, fluisterde ze waterig.

‘Ik weet niet wat het is met die ouders hier op De Wielewaal, maar zoals jij je staande weet te houden tussen al de chaos, dat is goud waard. Ik vind je fantastisch. Dat wilde ik je nog meegeven.’

Het euforische gevoel dat directeur Yin haar gegeven had, nam de ontreddering over de ruzie met Jan-Willem niet weg bij Thea. Nadat de adrenaline langzaam maar zeker was opgelost in haar bloedbanen, gingen de emoties van Thea alle kanten op. Toch moest er nog geholpen worden bij de sport- en spelmiddag op De Wielewaal die vanwege het stralende voorjaarsweer in de buitenlucht en niet in het gymzalencomplex gehouden werd. Afhaken was geen optie, hoewel het energiepeil van Thea na alle commotie van die morgen tot ver beneden haar normale niveau was gedaald. De felle middagzon op het frisse, groene gras van het stadsperkje in de wijk vertraagde de lome ledematen van Thea nog een paar graadjes extra. Ook Walter en zijn maatjes waren niet vooruit te branden. Na wat probeersels in de richting van bliklopen, koekhappen en goaltrappen kwam het groepje, dat  meester Viktor aan Thea had toegewezen, uitgeblust en verveeld om haar heen zitten in het centrum van het gazon. Thea deelde flesjes water uit die ze van thuis had meegebracht. Zonder commentaar bezag het neergestreken gezelschap de inspanningen van de overige groepjes fanatieke kinderen en hun consciëntieuze begeleiders. Zodra een ploeg de beschikbare spelletjes in het plantsoentje van De Wielewaalwijk had afgerond, begon de hele kluit gewoon weer van voor af aan. Cirkeltjes draaien. Ook meester Jan-Willem was met zijn clubje meermaals voorbij gekomen. Telkens zocht hij oogcontact met Thea en op een gegeven moment had ze per ongeluk toch zijn kant op gekeken. Ze ontmoette theatrale lodderogen vol deemoed. Zijn nederigheid wekte nog meer minachting bij haar op dan zijn bravoure van vanmorgen. Het kon niet anders dan dat haar walging van haar gezicht te lezen stond. Toch bleef hij haar bestoken met die smekende blikken, zodat zij zich moest afwenden om haar braakneigingen te kunnen onderdrukken. Hij moest uit haar leven verdwijnen. Mocht Walter volgend schooljaar bij meester Jan-Willem in groep 8 terecht komen, dan moest Bart de honneurs maar voor haar waarnemen.

Voor de afsluiting van de sport- en spelmiddag werden alle kinderen en de bijbehorende hulpouders geacht om zich bij hun juf of meester ergens op het grasveld te voegen. Toen meester Viktor de bedoeling van deze slotbijeenkomst doorhad, was hij zo klaar met zijn dankwoord. Hij vond dat groep 7 een topprestatie had neergezet en wenste iedereen een prettige vakantie. Een paar tellen laten stond hij verlaten, maar voldaan naast een stapel pilonnen. Thea reikte Walter haar sleutelbos aan, zodat hij vast in de auto kon gaan zitten, want meester Jan-Willem van groep 8 moest nog beginnen met zijn speech. Hij torende op een paar meter afstand van Thea in het plantsoen hoog boven de kinderen en de hulpouders van groep 8 uit, die in het gras bij elkaar zaten af te wachten. In gebarentaal, met zijn wijsvinger tegen zijn getuite lippen, maakte hij kenbaar dat iedereen stil moest zijn. De volhardende hulpouders; Dimpf, Moira, Maud en Agnes overzagen de kudde in de kleermakerszit en ze ondersteunden het stiltegebod van Jeewee door beurtelings indringend naar babbelende kinderen te sissen. Toen iedereen eindelijk zweeg, moest meester Jan-Willem zijn dunne  stem toch nog verheffen bij het nemen van het woord, vanwege de   open lucht en de stadsgeluiden op de achtergrond.

‘Jongens en meisjes, wat hebben we een drukke periode achter de rug met de cito en wat hebben jullie hard gewerkt.’

‘Tien!’, zette een bekend geluid  ergens uit de neergedaalde hoop kinderen aan.

Het was de kraakheldere stem van Sabine die op eigen initiatief hardop begon af te tellen. Na de uitbrander  van vanochtend kon ze het bekende  gefleem van haar schoolmeester niet meer verdragen.

‘Sabine lijkt op haar vader’, stelde Thea niet voor het eerst in zichzelf vast.

‘Negen!’

Zarah en Ronnie stootten elkaar aan. Meester Jan-Willem zag het ook, maar hij bleef stug door speechen.

‘Maar na de vakantie gaan we een leuke tijd tegemoet op school.’

‘Acht!’

Zarah, Ronnie en nog wat kinderen hadden zich bij Sabine aangesloten. Meester Jan-Willem liet zich niet van zijn stuk brengen.

‘Er staat nog een voetbaltoernooi op de planning.’

‘Zeven!’

Er weerklonken al minstens 20 kinderstemmen in koor. Jan-Willem aarzelde een seconde, maar hij zette door:

‘We gaan op schoolkamp.’

‘Zes!’.

Met een grimas volhardde meester Jan-Willem in zijn opsomming.

‘We gaan een geweldige schoolmusical maken.’

‘Vijf!’

De hulpmoeders sprongen nu ook in bij het aftellen. Meester Jan-Willem kreeg een kleur die vloekte met zijn oranje vissershoedje.

‘En na het gezellige ontbijt van vanochtend...’

‘Vier!’

Er begon zich een nerveus glimlachje op de mond van meester Jan-Willem af te tekenen.

‘…en een fantastisch sportieve sport- en speldag...’

‘Drie!’

‘…wens ik jullie…’

‘Twee.’

‘…een hele fijne…’

‘Eén!’

‘…meivakantie!’

‘Nul!’

Vervolgens stoof de groep uiteen. Meester Jan- Willem had het nakijken naar de spelbreekster Sabine die niet wist hoe vlug ze bij haar moeder dekking moest zoeken.

Tot zover meester Jan-Willem. Sinds de coupe van Sabine in het wijkplantsoentje op de oranje sport- en speldag voor de meivakantie had Thea hem nooit meer gezien, gesproken of gemaild. Wel had Sabine hem later op het speelplein  tegen een opperouder nog expliciet de verwachting horen uitspreken dat hij in het volgende schooljaar opnieuw groep 8 zou draaien

‘Ik krijg volgend jaar toch weer groep 8’, scheen hij gepocht te hebben.

Kleine potjes hebben grote oren en de wens is de vader van de gedachte. Een wens die directeur Yang overigens niet wenste te vervullen. Niet meester Jan-Willem maar directeur Yang ging immers over de personeelszaken, terwijl directeur Yin de public relations onderhield. Yin en Yang overlegden uiteraard wel met elkaar. Wie weet kwam meester Jan-Willem daarom in het nieuwe schooljaar  ook niet in groep 8, maar in een  lager nummer terecht. De aankondiging stond te lezen in de Nieuwsbrief. De ereplaats voor de volgende groep 8 kwam juffrouw Marijke toe. Thea had geen idee hoe Walter gereageerd zou hebben als meester Jan-Willem zijn zin had gekregen. Ja, in dat geval zou ze de begeleiding van Walter op De Wielewaal aan Bart hebben overgelaten, maar het idee dat Thea zou moeten wijken voor het onvermogen van meester Jan-Willem, was eigenlijk te gek voor woorden. Misschien dat de troubleshooters deze absurditeit in hun keuze voor juffrouw Marijke mee hadden laten wegen? Aan juffrouw Marijke wist Walter wat hij had. In groep 6 had hij al bij juffrouw Marijke in de klas gezeten en Bart vond haar de perfecte onderwijzeres. Thea had geen mening meer.

In de Nieuwsbrief werd ook het vertrek van de interim directie bekend gemaakt. De herstelwerkzaamheden op De Wielewaal waren voltooid. Overigens niet zonder garant te staan voor de komst van een nieuwe directrice na de zomervakantie. Een uitstekende opvolging als Thea de troubleshooters tenminste op hun woord moest geloven. De naam van de nieuwe directrice was Gloria Grif en ze stelde zich alvast voor in het schoolkrantje. Haar hobby’s waren tuinieren en hardlopen. Gloria vermeldde verder dat ze al decennia gelukkig getrouwd was met Paul Grif. Samen had het echtpaar 4 studerende kinderen. Tot nu toe had Gloria Grif een leidinggevende functie gehad bij een zorginstelling en ze zag haar aanstelling als directrice op De Wielewaal als een uitdaging. Gloria Grif typeerde zichzelf als een bijtertje en een blijvertje. Aan haar profielfoto te oordelen had Gloria Grif geen idee wat haar te wachten stond. Ze zag er in de ogen van Thea niet zozeer uit als een dame met pit, maar eerder als iemand die het wiel met veel tamtam weer opnieuw dacht uit te kunnen vinden. Maar dan toch zonder ouderparticipatie van Thea. Deze ouder had er simpelweg de puf niet meer voor.

Ook niet om op eigen kracht afstand te nemen van het onophoudelijke  kinderspel op De Wielewaal waarmee Thea in de loop van de jaren dusdanig was vergroeid dat ze voorgoed veroordeeld leek tot  vechten tegen de bierkaai. Totdat de bevrijding zich vanzelf aandiende. Tegen het einde van het schooljaar van Yin en Yang brak Thea haar enkel. Nu kon ze niet anders dan een stapje terug doen. Het ongeluk viel samen met het moment waarop de afscheidsmusical van groep 8 vorm begon te krijgen en alle kinderen zich hadden verzoend met de rolverdeling van opperouder Dimpf. Hulpeloos luisterde Thea naar de verslagen van Sabine, waaruit ze kon opmaken dat de opperouders hun machtspositie verder exploiteerden tijdens hun bemoeienis met de schoolmusical. Ze kon letterlijk geen kant op. Haar geschonden enkel moest op zeven plaatsen operatief in elkaar geschroefd worden. Daarna stonden haar zo’n drie maanden revalidatie te wachten. Een ongeluk zit waarlijk in een klein hoekje. Ze was tijdens het grasmaaien met haar rechtervoet achter een kuiltje in het gazon blijven haken. In een reflex had ze een halve draai gemaakt met haar hele lijf, met uitzondering van haar rechtervoet waarmee ze muurvast zat. Tijdens haar val kon ze de breuk horen kraken. De plek des onheils was een gat dat Yolo had gegraven ter bewaring van zijn kauwbot. Deze pech had al zolang op de loer gelegen met die rondslingerende botten van Yolo overal en altijd in en om huis, dat Thea zich ergens gelukkig prijsde dat ze alleen maar een enkel had gebroken en niet veel erger op haar achterhoofd was gevallen.

Aldus was Thea aan huis gekluisterd alwaar ze de goede afloop van het schooljaar van Yin en Yang afwachtte met haar voet in het gips. Uit machteloosheid begroef ze zich in haar werk voor huiswerksterk. Na  een onwennig begin, werd ze in de loop van een week of twee hoe langer hoe rustiger. Ze kon wel wennen aan de overgave aan het thuisfront. Aan de berusting in haar oneervolle winst. De strijd was immers allang gestreden en de rest van het schooljaar van Yin en Yang was bijzaak. Met hulp van Bart trakteerde Walter zoals beloofd nog op 4 giga aardbeientaarten met slagroom in groep 7. Hij hoefde niet eens moeite te doen om de reden van zijn onthaal te verzwijgen, omdat de megatraktatie samen viel met zijn elfde verjaardag. Op die manier verdween Guido de schoolpsycholoog geruisloos naar de achtergrond, hetgeen Thea toch wel speet. Wat haar betrof had Guido de schoolpsycholoog heus wel een standbeeld verdiend, alleen niet ten koste van haar Walter. Ondanks de afwezigheid van Guido de schoolpsycholoog werd het aarbeientaartenfestijn een onverwacht succes in groep 7. Zelfs Soltan, de tweeling Amir en Emir en de andere islamitische kinderen uit groep 7 snoepten mee. Terwijl aardbeientaart met slagroom dierlijke vetten bevat die moslims vanwege hun geloof eigenlijk niet mogen nuttigen. Maar hoe strenger het verbod, hoe groter het genot. Dat geldt voor alle religies.

Ook met het schoolkamp van Sabine kon Thea zich slechts op een afstandje bezighouden. Achteraf bezien maar goed ook, want de schooltrol en meester Joep de wereldreiziger waren ook van de partij bij de bivak van groep 8 van De Wielewaal. Dat was nooit goed gegaan met een wrok koesterende   Thea in de buurt. Het liefdespaar was intussen hoogzwanger. Een reden temeer voor Siepie de Saimiri om nog intenser dan normaal alleen maar met zichzelf bezig te zijn. Naar verluid besteedde meester Joep  tijdens het schoolkamp echter zoveel extra positieve aandacht aan Sabine dat Thea zich afvroeg of hier geen sprake was van compensatiegedrag. Een goedmakertje voor de uitschieter richting Sabine van meester Jan-Willem op het oranjefeest op De Wielewaal. Voorbedachte rade dus. Op voorspraak van directeur Yin. Dat kon niet anders. Naast Bart en Thea was hij de enige getuige van de kwetsuur van Sabine. Tussen Jan-Willem en Sabine is de band dan ook nooit meer hersteld. Als er überhaupt ooit sprake was geweest van een echte verstandhouding. Soms vermoedde Thea dat meester Jan-Willem wat Sabine betreft helemaal nooit op een voetstuk had gestaan. Dus kon hij er op het oranjefeest ook niet afgedonderd zijn tijdens zijn uitval naar Sabine. Een sokkel was te hoog gegrepen voor meester Populair in de ogen van het kind. Daarvoor ging hij te diep door het stof voor de opperouders. Ondertussen onderschatte hij de hoogte van de sociale intelligentie van Sabine en de impact van de loyaliteit aan haar ouders. Verder kon Sabine sowieso met iedereen overweg en was bijna elke meester of juf beter te verdragen dan de schooltrol in groep 7. Meester Jan-Willem bijvoorbeeld. Maar ook meester Joep uit groep 6. Bij nader inzien gaf Sabine zelfs de voorkeur aan meester Joep boven meester Jan-Willem. Meester Joep hield Sabine niet als lievelingetje achter de hand, zoals meester Jan-Willem bij wie zijn zogenaamde poepie of scheetje altijd op het  tweede plan was blijven staan. Jan-Willem deed nog wel een zwakke poging tot schikking. Op de allerlaatste schooldag lieten de leerlingen uit groep 8 traditiegetrouw allemaal hun gymshirt met Wielewaallogo vol zetten met handtekeningen van de juffen en meesters. Met viltstift. Bij wijze van afscheidsgroet. Op het rugpand van het gymshirt van Sabine had meester Jan-Willem het niet bij alleen zijn handtekening gelaten, maar was hij zich te buiten gegaan in mega rode blokletters. Hij schreef:

Lieve Sabine,

‘Wat ben jij gegroeid in het laatste schooljaar op De Wielewaal!’

Groetjes Jeewee.

Thuis ontdeed Sabine zich van haar beschreven en bezwete gymshirt en drapeerde het onfrisse kledingstuk over de leuning van een keukenstoel.

‘Wasmand!’, commandeerde Thea.

‘Je mag het niet wassen. Iedereen heeft er vanalles opgeschreven voor later’, waarschuwde Sabine streng.

‘Ze hebben toch permanent marker gebruikt om een onuitwisbare indruk te maken neem ik aan?’

Tussen duimen en wijsvingers lichtte Thea het gedragen gymshirt op en las hardop wat meester Jan-Willem op het rugpand geschreven had.

‘Lieve Sabine, wat ben jij gegroeid in het laatste schooljaar op De Wielewaal, groetjes Jeewee’, exalteerde ze.

‘Ja…iedereen uit groep 8 is gegroeid in het laatste schooljaar. Dat gaat vanzelf’, meesmuilde Sabine.

Bart ving haar opmerking in het voorbijgaan op en zei terloops:

‘Ach, het is goed bedoeld.’

‘Ik lees die uitlating eerder als een poging om De Wielewaal alsnog vrij te pleiten van het verkeerde vmbo-basis advies van Sabine uit groep 7. Alsof Sabine een unicum is en het onderwijzend team niet vantevoren had kunnen voorspellen dat ze in het laatste jaar nog in een vwo-advies zou groeien’, raasde Thea over het hoofd van Sabine dat over haar mobiel gebogen was.

‘Je geeft die Jan-Willem nog steeds veel te veel diepgang’, verzuchtte Bart vermoeid.

‘Dan is het te hopen Jan Willem geen permanent marker heeft gebruikt en dat zijn opschrift een stevige wasbeurt niet overleeft’, bitste Thea, terwijl ze op haar gezonde voet naar de bijkeuken hinkelde om het gymshirt nijdig in de wasmachine te smijten.

Pas nadat het schooljaar van Yin en Yang voorgoed was afgerond kwam de mobiliteit van Thea weer langzaam op gang. Ze startte met loopgips na de zomervakantie van De Wielewaal alwaar het tijdperk van directrice Gloria Grif al lang en breed was ingeleid. Het begin van een nieuwe akte waarin Thea alleen nog maar een bijrol hoopte te mogen spelen. Sabine ging naar de brugklas van de stedelijke scholengemeenschap en Walter zat in zijn laatste jaar op de Wielewaal. Hij floreerde in groep 8 bij juffrouw Marijke. Althans daar ging Thea vanuit, want in groep 6 had Walter ook nooit noemenswaardige problemen gehad met juffrouw Marijke. Ze was de belichaming van de stereotype onderwijzeres. Afstandelijk op het autistische af, maar met een gelijkmatig humeur en rechtvaardig met geen lievelingetjes in haar klas. Hoewel Thea het enthousiasme van Bart over juffrouw Marijke niet deelde, leek inderdaad niemand beter geschikt om de notoire groep met Walter onder controle te houden dan deze degelijke schoolfrik.

Althans als Bart en Thea ervan uit bleven gaan dat de ware juffrouw Marijke de vakvrouw was die zij zo graag in haar wilden zien. Helaas begon haar stoïcijnse imago meteen al scheurtjes te vertonen op de eerste ouderavond van groep 8 in het nieuwe schooljaar met directrice Gloria Grif. Omdat Thea in loopgips en met ondersteuning van een kruk liep, was de reistijd moeilijk in te schatten en kwam ze veel te vroeg en als eerste het lokaal van groep 8 binnen strompelen. Juffrouw Marijke heette haar niet onvriendelijk welkom en tapte koffie uit een immense kan in een plastic bekertje voor Thea die aan een bankje vooraan in de klas luid puffend bij zat te komen van haar expeditie naar de eerste verdieping van De Wielewaal. Toen ze eenmaal zat zag ze pas het naamplaatje van Tim op het tafeltje voor haar staan.

‘Ik denk dat ik in het verkeerde bankje zit’, lachte ze verontschuldigend.

‘Hier staat Tim’.

‘Dan moet je achterin de klas gaan zitten. Walter zit achterin’, antwoorde juffrouw Marijke kortaf.

Omslachtig schuifelde Thea naar het bankje achterin de klas. Juffrouw Marijke droeg haar het plastic bekertje met dampende koffie na.

‘Kan ik je straks na de vergadering nog even kort spreken?’, vroeg ze neutraal.

‘Nou even dan!’, grapte Thea met tegenzin.

Ze werd pas echt ongerust toen Jade de interne coördinatrice het klaslokaal binnen kwam marcheren   met dezelfde heerszuchtige uitstraling als in de bloeitijd van directrice Willy Bakbruin. Alsof ze nooit een burn-out had gehad.  Voorbij aan het renovatiejaar van Yin en Yang en vooruit op Gloria Grif. Was de nieuwe directrice nu al ingepalmd door Jade de interne coördinatrice, of had Gloria Grif haar macht nog niet doen geleden? Wat deed het er eigenlijk toe? Op basis van de balans van het leerlingenvolgsysteem, die meester Viktor had opgemaakt aan het eind van groep 7, kon Walter naar het VWO. Dat scheelde Thea uren van citotrainen in haar vrije tijd. Door zijn VWO advies zou Walter volgend jaar na groep 8 in principe probleemloos op dezelfde stedelijke scholengemeenschap als zijn zusje kunnen worden aangenomen. Je zou dus denken dat Jade de interne coördinatrice Walter niet meer kon raken. Thea zou het niet toelaten. Toch hoefde ze maar op de dwepende blikken van juffrouw Marijke richting Jade de interne coördinatrice te letten om in haar voorstellingsvermogen de  ontastbaarheid van haar kind op De Wielewaal wederom te zien wankelen.

Nadat Jade de interne coördinatrice Thea had genegeerd en zich vooraan in de klas had geïnstalleerd met een opengeklapte laptop voor haar neus begon het lokaal van groep 8 vol te stromen met opperouders en andere  papa’s, mama’s en verzorgers. Thea herkende; professor Pronken en zijn uitheemse bruid; moeder Jolijn van Kevin; moeder Jenny van Tim; opperluizenhoofd en vader Jan Doedel van Pepijn; de luizenvader van Gerben en de feminazistische moeder van Huib. Bij de aanblik van de aloude incrowd reisde het geheugen van Thea doelgericht terug naar de vergelijkbare enscenering met inwisselbare poppetjes van vorig jaar. Felle Jelle was toen publiekelijk op Thea los gegaan. Juffrouw Marijke was er ook bij geweest, maar dan in de hoedanigheid van coördinatrice bovenbouw en niet als juf van groep 8 van De Wielewaal. Toen had ze zich overal buiten weten te houden, maar mocht ze vanavond voor het dilemma worden gesteld, dan zou ze onvoorwaardelijk partij kiezen voor de insiders ten opzichte van Thea. Iets anders kon Thea niet uit de respons van juffrouw Marijke op de komst van de opperouders opmaken. Het hele voorkomen van juffrouw Marijke straalde acute paniek en faalangst uit. Een beklemmende agitatie die ze probeerde te verbloemen door in het wilde weg stoer te gaan staan lolbroeken in de traditie van Jeewee.

‘Dat moet je haar vergeven. Daar kan ze echt niets aan doen’, nam Bart juffrouw Marijke direct tegen Thea in bescherming toen ze naderhand haar beklag deed.

Als Thea in dit geval al bereid was geweest om iemand te pardonneren dan toch liever Bart in plaats van juffrouw Marijke. Ze begreep wel dat hij niet direct aan zichzelf wilde toegeven dat zijn loftuiting over juffrouw Marijke hem op een dood spoor had gezet. Bart wilde vooruit. Liefst zonder omkijken.

‘Hoe weet jij zo zeker dat juffertje Marijke niet net zo graag in de smaak wil vallen bij het grote publiek als meester Populair?’, smaalde Thea.

‘Een beetje mensenkennis mag je me wel toeschrijven’, vond Bart bedremmeld.

Ergens voelde Thea wel dat Bart de schooljuf van hun zoon goed inschatte, maar ze wilde niet meer afgaan op haar intuïtie. Dat verdiende juffrouw Marijke niet nadat ze Thea aan het eind van de ouderavond had laten zitten achterin de klas. Ze moest Thea toch zo nodig nog even spreken? In plaats daarvan liet ze zich omringen met opdringerige opperouders. Niets nieuws onder de tl buizenverlichting in het lokaal van groep 8 van De Wielewaal. Helaas was Thea dit keer niet bij machte om de ruimte uit te snellen, vanwege haar loopgips en de onbeholpen bediening van de bijbehorende kruk. Toen de uitgang van het lokaal eindelijk in zicht kwam, maakte juffrouw Marijke zich los uit haar clubje en sprak Thea alsnog aan.

‘Directrice Gloria neemt morgen telefonisch contact met je op’.

Het was een mededeling op een schoolse toon onder het mom van beroepsdeformatie, maar in werkelijkheid omdat juffrouw Marijke door bot te zijn bij voorbaat tegenspraak van Thea dacht te kunnen uitsluiten. Thea wiebelde op haar loopgips. De kruk voorkwam dat ze onderuit ging

‘Nee, maar. Waar heb ik deze eer aan te danken?’, schamperde ze defensief.

‘Gloria en ik gaan een gesprekje voeren met jullie.’

Juffrouw Marijke deed alsof de afspraak al stond. 

‘Jullie. Je bedoelt met Walter en mij?’

‘Nee, ik bedoel natuurlijk met de vader van Walter en met jou.’

‘Meen je dat nou Marijke?’

Thea had het idee dat ze werd teruggefloten door het korte termijngeheugen van De Wielewaal. De oeverloze oudergesprekken, de ruzies, therapieën, gedragcodes, afspraken en het leerlingenvolgsysteem van de afgelopen 7 Wielewaaljaren ten spijt, gold vanaf het schooljaar van Gloria Grif kennelijk de schone lei.

‘Dat meen ik zeker wel’, hield juffrouw Marijke voet bij stuk 

‘Ik dacht het niet!’, riep Thea half verontwaardig, half smekend uit.

‘Weet je wat het is Thea?’, begon juffrouw Marijke betuttelend.

Thea viel haar in de rede:

‘Ja, Marijke, ik weet wat het is. Dat is het hem nou juist. Ik weet precies wat het is en ik heb er meer dan genoeg van.’

‘Je snapt het niet’, hield juffrouw Marijke koppig vol.

‘Ik wil het niet horen’.

Thea klemde haar kruk tussen haar oksel om beide handenpalmen illustratief tegen haar oren te kunnen drukken. Marijke kwam heel dicht in haar aura staan om het probleem Walter nog eens extra te benadrukken. 

‘Wij maken ons zorgen om Walter’.

‘Daar gaan we weer’, wanhoopte Thea.

Over de schouder van juffrouw Marijke zag Thea hoe Jade de interne coördinatrice haar oren spitste, terwijl ze haar laptop opborg in de bijbehorende tas. Drie keer raden wie juffrouw Marijke tot deze zogenaamde bezorgdheid over Walter had aangezet.

‘Wie zijn we als ik vragen mag?’

Haar zijsprong bracht juffrouw Marijke in verwarring.

‘Wat bedoel je?’

‘Je zegt: We maken ons zorgen om Walter. Wie zijn we?’

‘Het hele team’, aarzelde juffrouw Marijke na een korte denkpauze.

‘Meester Viktor ook?’, wilde Thea op ongelovige toon weten.

‘Walter zit niet meer in groep 7 bij meester Viktor. Thea’, antwoordde juffrouw Marijke ontwijkend.

‘Maakt meester Viktor soms geen onderdeel uit van het team?’

‘Daar gaat het niet om Thea’, omzeilde juffrouw Marijke de essentie.

Want daar ging het natuurlijk wel om, maar Thea liet het gaan. Ze zocht steun door met haar achterwerk tegen een lege bank aan te leunen. De kruk parkeerde ze ernaast. Ze zou nog één keer uitleg geven. Luid en duidelijk, zodat ze zeker wist dat Jade de interne coördinatrice haar verklaring woord voor woord meekreeg.

‘Luister Marijke: Het onderwijsteam hoeft zich geen zorgen te maken over Walter. Walter is vorig jaar nog met succes begeleid door Guido de schoolpsycholoog’.

Juffrouw Marijke glimlachte minzaam:

‘Ik heb niets te maken met Guido de schoolpsycholoog. Guido de schoolpsycholoog is niet meer in dienst bij De Wielewaal. Ik heb te maken met Walter in mijn klas en ik maak me zorgen over hem.’

Thea geloofde haar niet. Juffrouw Marijke was er het type niet na om zich uit eigen beweging zorgen om een leerling te maken. De medische lekenkennis van Jade de interne coördinatrice weerklonk in het gewauwel van juffrouw Marijke. Haar eigen weg als juf van groep 8 was juffrouw Marijke duidelijk nog niet ingeslagen. Op zo’n zwak moment was Jade de interne coördinatrice niet te beroerd om misbruik van de situatie te maken. In de ogen van Jade de interne coördinatrice hadden Bart en Thea ongetwijfeld nog een flinke schuld bij haar open staan. Dus er moesten even wat rekeningen voldaan worden. Nadien zou het cirkeltje mooi rond zijn en kon iedereen weer op de oude voet verder. Maar zonder Thea dus dit keer.

‘Kun je een concreet voorbeeld geven?’, verlangde ze kalm.

Marijke had haar mond al voorbij gepraat voordat ze het zelf in de gaten had.

‘Nou, bijvoorbeeld vandaag tijdens de les. De grootste ruzie met Kevin. Bijna vechten in de klas.’

‘Ach kijk eens aan, daar hebben we  Kevin weer’, hoonde Thea.

‘Het gaat hier niet over Kevin’, haalde juffrouw Marijke onevenredig fel uit.

‘Kijk maar uit dat Walter die brave Kevin niet onder een auto duwt!’, waarschuwde Thea schalks, terwijl ze haar kruk weer ter hand nam en aanstalten maakte om het klaslokaal te verlaten.

‘Tot snel dan’, besloot juffrouw Marijke kordaat.

Thea schonk haar het laatste woord.

Onder dat gesprek met juffrouw Marijke en Gloria Grif viel voor Thea niet meer uit te komen. Bart vond ook dat ze moest gaan.

‘Waarom?’ wilde Thea op tegendraadse toon weten.

‘Omdat je verdorie wat te zeggen hebt’, gromde Bart.

‘Tegen mensen die willen luisteren wel ja’, wierp Thea tegen.

‘Wie zegt dat die Gloria Grif niet wil luisteren?’

‘Ik’.

‘Ze lijkt me best aardig’, beweerde Bart.

‘Je hebt haar nog nooit ontmoet’, riep Thea gepikeerd uit.

‘Jawel toen ik laatst met Walter bij  Albert Heijn was, kwamen we haar  tegen bij de kassa. Gloria en Walter deden spontaan een boks met elkaar’, vertelde Bart blij.

Bart zette zijn positivisme te dik aan om overtuigend te zijn. Thea deed geen moeite om haar ergernis te verbergen.

‘Ja, allicht; na zo’n boks komt alles goed. Nou kan ik tenminste met een gerust hart opnieuw het evangelie op De Wielewaal gaan verkondigen’.

 

Gloria Grif straalde in ieder geval  betrokkenheid uit. Heel anders dan Willy Bakbruin met haar schone schijn. Desondanks kwam Gloria Grif net zo fanatiek over als de oude directrice van De Wielewaal, maar dan niet zozeer op een competitieve manier als wel gefocust. In de Nieuwsbrief had ze zichzelf een bijtertje genoemd en nu Thea haar in levende lijve mocht aanschouwen zou die eigenwaardering weleens kunnen kloppen. Wie weet was Gloria Grif wel de grootste aanwinst aller tijden voor De Wielewaal, maar voor Thea kwam ze te laat. Dan kon Bart nog zo hard stiekem hopen op een eind goed al goed voor zijn echtgenote dankzij bemiddeling van die veelbelovende Gloria Grif, Thea had een hard hoofd in een sprookjeshuwelijk. Gloria Grif leidde de vergadering, of het gesprekje zo men wil, in met een verhaaltje over haar eigen kinderen. Met name over haar enige zoon. Haar zoon was een fantastische jongen. Nou ja, inmiddels was hij een man. Maar vroeger op de basisschool werd de zoon van Gloria niet altijd even goed begrepen. Daar had Gloria heel veel verdriet van. Ze stond ook niet open voor op- en aanmerkingen op het gedrag van haar zoon van de leerkrachten op de basisschool. Goedbedoelde op- en aanmerkingen laten we dat voorop stellen! Maar Gloria hield zoveel van haar jongen dat ze zijn fouten niet onder ogen wilde zien. Heel begrijpelijk en menselijk, maar ook een beetje kortzichtig, want ieder mens maakt fouten. Ook de zoon van Gloria. Bovendien zat de zoon van Gloria niet voor niets op de basisschool. Fouten maken was niet erg. Om een lang verhaal kort te maken; na veel omwegen en verkeerde diagnoses, bleek de zoon van Gloria dyslectisch te zijn. Toen Gloria dat eenmaal wist kon haar zoon eindelijk het leerplan  geboden worden dat hij nodig had. Hij studeerde inmiddels al lang en breed medicijnen.

‘Net als de zoon van Willy Bakbruin’, merkte Thea prozaïsch op.

‘Ach wat leuk, studeert de zoon van Willy Bakbruin ook medicijnen?’, wilde Gloria Grif helemaal niet weten.

‘Nee, de zoon van Willy Bakbruin heeft ook een dyslectieverklaring. Dat was de reden dat ze zich aangevallen voelde door mijn man en mij. Bart en ik geloven namelijk niet in zo’n dyslectieverklaring voor Walter.’

‘Ik voel me niet aangevallen’, loog Gloria Grif.

‘Maar je vindt wel dat wij Walter tekort doen, begrijp ik uit je verhaal?’

‘Dat zeg ik niet.’    

‘Wat is dan het probleem?’

‘We kunnen toch ook gewoon communiceren zonder overal een probleem van te maken?’, vond Gloria Grif hautain.

Gloria werd vinnig omdat ze het verweer van Thea persoonlijk opnam. Thea kreeg bijna heimwee naar de goeie, ouwe nietszeggende communicatie met de Willy Bakbruin en ze richtte zich tot juffrouw Marijke aan de vergadertafel in de hoop om dit benarde gesprek in te kunnen dammen.

‘Jullie maakten je toch zorgen over Walter?’

‘Ach, zorgen, zorgen, wat heet’, dimde juffrouw Marijke onverschillig.

Kennelijk had ze zich in de tussentijd al wat beter weten te voegen in haar rol van juf van groep 8. Tel de acute afwezigheid van Jade de interne coördinatrices bij die gewenning op en er was geen vuiltje meer aan de lucht. Precies zoals Thea voorspeld had. Ze had echter niet kunnen voorzien dat Gloria Grif transparantie van juffrouw Marijke eiste op een dusdanig militaristische wijze dat zelfs Thea in de houding ging zitten.

‘Als er werkelijk geen problemen met  Walter zijn, dan gaat Marijke jou en mij hier en nu uitleggen waarom zij in vredesnaam dit gesprek met ons heeft aangevraagd Thea’, liet Gloria  weten, terwijl ze theatraal over haar montuur in de richting van juffrouw Marijke tuurde.

Betrapt liet juffrouw Marijke zich in de kaarten kijken.

‘We zitten hier niet voor niks, want we moeten ons bezinnen op de middelbareschoolkeuze van Walter.’

De zorgen van juffrouw Marijke klonken wederom als de zorgen van Jade de interne- coördinatrice, maar in die val zou Thea niet meer trappen. Innerlijk sterkte ze zich aan de woorden van Bart:

‘Je hebt allang gewonnen’.

‘Is er dan al wat bekend over de middelbare schoolkeuze van Walter?’, vroeg ze liefjes.

Juffrouw Marijke ontweek haar doordringende blik:

‘We zijn bang dat Het Stedelijk Gymnasium niet haalbaar gaat worden. Niet vanwege de scores van Walter, maar meer vanwege zijn sociaal emotionele intelligentie.’

Thea zei niet:

‘Ow, want op het Stedelijk Gymnasium zitten alleen maar leerlingen met een strek ontwikkelde sociaal emotionele intelligentie bedoel je?’

Ze vroeg ook niet:

‘Wie zegt dat er wat mis is met de sociaal emotionele intelligentie van Walter?’

Of:

‘Wie zegt dat Walter voor het stedelijk gymnasium kiest?’

Ze sprak de naam van Jade de interne coördinatrices zelfs niet uit en ze wilde niet opnieuw weten wie toch die ‘we’ waren waar juffrouw Marijke steeds op terug viel. Niets van dat alles. Ze zei alleen maar:

‘Walter gaat niet naar het stedelijk gymnasium, maar naar de stedelijke scholengemeenschap.’

‘Wie zegt dat?!’, liet juffrouw Marijke zich bazig ontvallen, maar Thea gaf geen antwoord meer.

De ouders zijn tenslotte de doorslaggevende factoren bij de definitieve middelbare schoolkeuze van een kind. Alsof juffrouw Marijke en vooral Jade de interne coördinatrice zich dat niet realiseerden! Hoe durfde Thea hun onmacht te beklemtonen? De moeder van Walter zou er in de toekomst nog wel achter komen dat er met het juk van Jade de interne coördinatrice niet te spotten viel. En hoe! Aan het einde van groep 8 hadden alle klasgenoten van Walter bericht gekregen of ze al dan niet toegelaten waren op de middelbare school van hun keuze, behalve Walter. Hij had zich ingeschreven op dezelfde stedelijke scholengemeenschap als zijn zus. Sabine was een schooljaar geleden probleemloos geaccepteerd. Zoals verwacht wezen de uitkomsten van de CITO- en NIOtoetsen van Walter in de richting van het vwo. Verder geen noemenswaardige bijzonderheden naar mening van zijn ouders. Toch ontving Walter een ander soort boodschap dan Sabine en zijn klasgenootjes. Hoewel de envelop die aan hem gericht was eveneens het logo droeg van de middelbare school waar hij was aangemeld. Logisch dat Walter in eerste instantie dacht dat de inhoud een bevestiging was van zijn plaatsing. Vandaar dat hij de tekst wel drie keer moest lezen voordat hij begreep wat er in werkelijkheid geschreven stond. Daarna gaf hij de brief zwijgend door aan zijn vader en dook achter zijn gamecomputer in een hoekje van de huiskamer. Bart reageerde ondertussen aanzienlijk minder bedachtzaam dan zijn zoon op de boodschap:

‘Dit is schandalig!’, riep Bart uit, terwijl hij al aan de telefoon hing.

Thea moest de brief uit de handen van Bart grissen om ook op de hoogte van het nieuws te raken. Ze las.

Beste Walter,

Momenteel zijn wij nog in beraad over jouw plaatsing op onze scholengemeenschap. Je zult nog even geduld moeten oefenen.

Met vriendelijke groet,

Bertus Blunder

Conrector onderbouw

‘Waar slaat dit op?!, brieste ze naar Bart die met zijn mobiel aan zijn oor gebaarde dat Thea stil moest zijn.

De telefoon had hij op speaker gezet. Gloria Grif nam op. Ze leek oprecht verbaasd. Er was dus nog hoop.  

‘Dit vind ik heel vreemd’, beweerde ze gealarmeerd.

‘Ja, wij ook!’, bulderde Bart.

‘Ik ga er achteraan Bart. Ik bel je vanmiddag nog terug’, beloofde Gloria Grif paniekerig.

‘Ik weet zeker dat Jade de interne coördinatrice weer heeft zitten bekonkelen!’ broeide Thea in afwachting van uitsluitsel.

Bart had geen commentaar. Al zijn aandacht ging op aan woedebeheersing. Wat was er nou weer niet goed? Alsof Walter een misdadiger was. Wie weet was de leugen over het geweldsdelict van Walter met betrekking tot het auto-incident met Kevin wel een eigen leven gaan leiden. Walter zou weleens als een potentieel gevaar voor zijn aanstaande mede middelbare scholieren kunnen worden beschouwd. Walter, de elfjarige jongen uit groep 8 van De Wielewaal, met een gewelddadige   reputatie op basis van verdachtmakingen, moest eerst doorgelicht worden alvorens hij van zijn mensenrecht op middelbaar onderwijs gebruik mocht maken. Typisch Jade de interne coördinatrice. Zij had in de eeuwigheid waarin ze op De Wielwaal rondliep natuurlijk de nodige vriendjespolitiek in de onderbouw van het middelbare onderwijs bedreven en daarmee macht gekweekt om twijfel te oogsten.

Een huiswerksterkklant en een paar koppen koffie in de huiskamer later ging eindelijk de telefoon van Bart die hij aannam met een verwilderde uitdrukking op zijn gezicht, omdat hij het nummer op het scherm niet herkende. Uit de speaker schelde een vreemde vrouwenstem. Ze stelde zich voor als de secretaresse van de heer Blunder, oftewel de conrector onderbouw, van de stedelijke scholengemeenschap.

‘Van harte gefeliciteerd’, begon de secretaresse gemaakt.

‘Waarmee?’, vroeg Bart geïrriteerd.

‘Walter mag komen. Hij is geplaatst in de brugklas’, kondigde ze vrolijk aan.

‘En waarom moest dat zo lang duren?’, bromde Bart.

De secretaresse van conrector Blunder had haar verklaring veel te snel klaar om geloofwaardig te zijn.

‘Een administratief foutje, maar Walter heeft de bevestiging van zijn plaatsing overmorgen in de bus. Goedemiddag meneer.’

Gloria Grif kwam haar belofte om terug te bellen niet meer na. Dus Bart en Thea namen aan dat zij achter deze goede afloop zat. Thea voelde zich niet geroepen om de directrice alsnog op De Wielewaal op te zoeken en te bedanken voor haar bemiddeling. Het was al erg genoeg dat haar tussenkomst noodzakelijk was geweest om Walter op een normale manier op de scholengemeenschap van zijn keuze te krijgen. Als hij nou naar het stedelijk gymnasium had gewild. En dan nog was de opmerking van juffrouw Marijke over de eventuele ontoereikende sociaalemotionele intelligentie van Walter subjectief en natuurlijk pure discriminatie.

‘Maar dat is niet zo bedoeld’, waagde Bart nog voor juffrouw Marijke in de bres te springen ook.

‘Jezus, Bart, wat is er mis met jou de laatste tijd? Waarom denk je juffrouw Marijke en Gloria Grif constant tegen mij in bescherming te moeten nemen?‘

‘Vanwege hun gebrekkige sociaal-emotionele intelligentie’, grijnsde Bart schuldbewust.

In werkelijkheid probeerde Bart om Thea te behoeden voor de negatieve spiraal waarin ze terecht dreigde te komen door de zwaarmoedigheid die haar de laatste tijd beving. Het gesprek met directrice Gloria Grif en juffrouw Marijke aan het begin van het schooljaar hadden de moedeloosheid van Thea alleen nog maar verergerd. Sindsdien bemoeide Thea zich helemaal niet meer met het schoolleven op De Wielewaal. Met reden weliswaar, want Walter hield zich uit eigen beweging eveneens overal afzijdig van. Hij ging liever niet mee op schoolkamp en het licht en geluid van de afscheidsmusical van groep 8 kon hem een tweede keer niet meer boeien. Walter was klaar op en met De Wielewaal. Overigens zonder zijn hulpvaardigheid, maatjes en goede humeur te verliezen. Kwamen de wijze lessen over introspectie van Guide de schoolpsycholoog toch nog van pas, want aan verlokkingen geen gebrek in groep 8 van juffrouw Marijke. Het nemen van time-outs werd een sport voor Walter. Moeiteloos nam hij afstand van de vechtersbaasjes van vroeger die in groep 8 waren uitgegroeid tot onberekenbare prépubers. Ze gingen elkaar opnieuw te lijf alsof het reparatiejaar van Yin en Yang met aardbeientaart met slagroom nooit geweest was. Zelfs zonder de bemoediging van Walter, hetgeen volgens de jarenlange demonisering van de jongen eigenlijk helemaal niet mogelijk was. Toch explodeerde de opgekropte ruzies in groep 8 wederom even vaak en heftig op het speelplein van De Wielewaal als in de tijd van Willy Bakbruin en meester Gijsbert uit groep 3. Meester Gijsbert was de beruchte invalmeester die de zevenjarige Walter in het verleden als hoofdschuldige van de ruzies aanwees. Omdat hij gespecialiseerd was in moeilijk opvoedbare leerlingen, meende hij Walter met recht een rugzakje te mogen omhangen vanwege zijn vermeende agressiviteit. Ruim vier jaar later werd Marcus, de zoon van professor Pronken alsmede het erudiete vriendje van Walter, serieus bedreigd door leden van het islamitische clubje van Soltan. Intimidatie dus door voormalig vrijgepleite klasgenoten van het eerste uur van Walter op De Wielewaal. In de laatste jaargang zonder inmenging van Walter.

‘Jij moet dood en je vader ook’, lieten de lieverdjes die arme Marcus  herhaaldelijk weten.

‘Het zal je maar gezegd worden’, was alles wat de elfjarige Walter er tegen Thea over opmerkte.

Hij liet zich niet meer verleiden tot een beslissend knokpartijtje, waardoor de metaforisch geworpen granaat met een sisser dreigde af te lopen. Maar dan kende directrice Gloria Grif de vader van Marcus nog niet. Professor Pronken deed officieel aangifte van doodsbedreiging door minderjarigen op de basisschool van zijn zoon bij de plaatselijke politie. Een ontploffing in het gezicht van De Wielewaal. Waar was Walter – oftewel de beproefde  bliksemafleider van heilige huisjes -  op het moment dat opperouders hem nodig hadden?

Je zou je bijna afvragen waar de inspanningen van Yin en Yang goed voor waren geweest? De troubleshooters hadden Thea en haar kinderen in ieder geval een uitweg gegeven van de dictatuur van de opperouders. Dat was meer dan Thea vooraf had durven hopen. De rest was bonus. Zo kwam de steunbetuiging van directeur Yin tijdens het laatste telefoongesprek met Thea ook als een verrassing. In haar hoofd kon ze nog woord voor woord herhalen wat hij toen gezegd had:

‘Ik weet niet wat het is met die ouders hier op De Wielewaal, maar zoals jij je staande weet te houden tussen al de chaos, dat is goud waard. Ik vind je fantastisch. Dat wilde ik je nog meegeven.’

Directeur Yin had haar ontroerd met zijn compliment op een manier waardoor Thea zich vereerd voelde en zich tegelijkertijd schaamde voor haar kwetsbaarheid. Ze wilde hem belonen voor zijn inzet en sympathie en toen er een thema-avond over ouderparticipatie onder zijn leiding op De Wielewaal in de Nieuwsbrief werd aangekondigd, hoopte ze haar cadeau gevonden te hebben. Bart dacht ook dat Thea directeur Yin een plezier zou doen door actief deel te nemen aan zijn workshop. Het tegendeel was waar.

Hij had niet op haar gerekend en klapte dicht toen hij haar zag. Alsof ze de boel kwam verzieken, terwijl Thea uit vriendschap was komen opdraven. In een flits dook hij weg in de directiekamer om een muurtje op te trekken. Even later zag Thea hem weer verschijnen in de vergaderruimte met een ongenaakbare uitstraling die haar specifiek op een afstand hield. De onverdraaglijke pijn van de afwijzing deed haar buiten zichzelf treden. Haar eigenlijke zelf schoot in de overlevingsmodus. Ze zag zichzelf zitten tussen veel meer deelnemers aan de workshop dan Thea vantevoren ingeschat had. Ze lachte om haar eigen kritiekloze deelname aan onnozele  kennismakingsspelletjes waaraan ze normaliter een gloeiende hekel had. Ze begreep niet waar ze de motivatie vandaan haalde om quasi ademloos te luisteren naar de oeverloze mooie praatjes van de sprekers op de thema-avond over ouderparticipatie en ze verbaasde zich over het schijnbare gemak waarmee ze in de pauze socialiseerde met de aanwezige incrowd van De Wielewaal. Ze walgde van haar hypocriete zelf in een uitgelaten gesprek met juffrouw Nelleke; de voormalige tattoojuf van Walter en ze werd niet goed van de leuke ideetjes die ze zelf te berde bracht tijdens een gezamenlijke werkopdracht met mede-ouders. Ze hoorde zichzelf zowaar discussiëren met een enkele aanwezige opperouder wiens  zelfingenomenheid haar alter-ego met klinkende gevatheid wist te pareren. Directeur Yin schoot ervan in de lach. Aan het eind van de thema-avond over ouderparticipatie liet hij gerustgesteld zijn schild vallen, maar Thea bleef hem uit de weg gaan. Hij was al veel te dichtbij gekomen.

Haar Renault stond een meter of tien van de hoofdingang van De Wielewaal in de gele straal van een lantaarnpaal geparkeerd. Voor ze instapte keek Thea onwillekeurig nog één keer in de richting van de basisschool van haar kinderen die zij na afloop van de thema-avond over ouderparticipatie als eerste verlaten had. Directeur Yin doemde op in de verlichte deuropening. Direct nadat  hij merkte dat Thea zijn richting opkeek, hief hij zijn hand in een korte, krachtige zwaai naar haar op. Zij zwaaide automatisch terug; dag, dag, tot nooit weer ziens.

‘Nou, ik kan me zijn insteek wel voorstellen’, temperde Bart het zeer van Thea, toen ze terneer geslagen haar verhaal deed over de afwijzing van directeur Yin op de thema-avond over ouderparticipatie.

Bart kon de teleurstelling van Thea merkbaar nog slechter verdragen dan zijzelf. Thea gaf hem gelijk, maar ze meende het niet. De dag daarop sprak tattoojuf Nelleke haar aan op het speelplein. Of Thea een verslagje wilde schrijven over de thema-avond voor de Nieuwsbrief. Duidelijk een verkapt excuus van directeur Yin. Hoe eerder Thea toegaf, hoe makkelijker de breuk. Ze schreef een lovende recensie. Twee dagen later brak ze haar enkel. 

Thea trekt het briefje met de adresgegevens van Bink van het prikbord in de bijkeuken en betreedt het overdekte terras. Een koude windvlaag valt haar aan en de keukendeur waait met een harde klap dicht. Melvin is ineens heel dichtbij. Ze huivert. Melvin kijkt haar spottend aan. Dan smijt hij zijn peuk op de terrastegels. Thea trapt de smeulende sigaret uit en reikt Melvin zwijgend de adresgegevens van Bink.

‘Wat is dat?’

Hij is schor en praat in wolkjes wasem of nicotine. Gemberthee zou hem goed doen.

‘Je moet Bink bellen.’

‘Wie zegt dat?’

‘Doe het nou maar’, gebiedt Thea, terwijl ze hem het briefje nog eens extra voorhoudt.

‘En als ik het niet doe?’

Melvin haalt zijn neus op en krabt langdurig op respectievelijk; zijn hoofd, bovenarm en in zijn nek. Thea krijgt er jeuk van.

‘Dan bel ik de politie. Je was bij Opsporing Verzocht’.

In een ruk trekt Melvin het briefje met de adresgegevens van Bink uit haar hand.

‘Bewijs het maar eens’, bluft hij.

‘Dat heb je zelf al gedaan met dat plakplaatje op de binnenkant je pols, slimmerik’, schampert Thea.

Ze heeft de keukendeurklink alweer in haar hand. Ze wil terug naar binnen. Ze heeft het koud, maar ze wacht toch nog even. De lichaamstaal van Melvin houdt haar tegen. Hij heeft nog wat te melden. Ze houdt haar adem in.

‘Mag ik binnen met Bink bellen? Ik heb het koud.’

Thea hoort geen Melvin meer. Betuwe Flipje is aan het woord. Daar is haar pijn van de afwijzing weer. Of het is zijn pijn?

‘Enough is genoeg’, zegt ze en laat de  keukendeur achter zich op een kier staan.

 

     

  


 [RB1]

Reacties