Kinderspel deel 3: Yin en Yang.
HOOFDSTUK 37
Het schoolleven van Walter verliep vanaf de klas van
juffrouw Toos veel rustiger dan daarvoor; bij Merel van de peuterspeelzaal,
juffrouw Elsje van de kleuters en meester Gijsbert van groep 3. Er waren
akkefietjes; ruzietjes en dingetjes, maar nooit meer kwam de
toerekeningsvatbaarheid van Walter door banale kinderachtigheden in het geding.
Anders gezegd: Walter werd niet langer zonder meer bij het minste of geringste
bagatelletje voor gek verklaard. Samen met Huib, Marcus en Tim vormde hij in
groep 6 van juffrouw Marijke nog steeds hetzelfde vaste kliekje dat zo’n 2 jaar
eerder vorm gekregen had. Soms werd de vriendenclub vrijblijvend en tijdelijk
aangevuld met een extra vriendje of vriendinnetje. Falko was zo’n
tussendoortje. Hij kwam uit een probleemgezin. Dat werd niet met zoveel woorden
gezegd, maar Thea herkende de signalen. Zijn – alleenstaande – moeder had swag
in de zin van een zelfopgelegde ‘air populair’. Ze leek op een ongenaakbare
discovamp; een soort Whitney Houston. Het verschil was dat de sterallures van
de moeder van Falko nergens op gebaseerd waren. Ze was een überbitch. Walter en
moeder Thea liep ze straal voorbij, terwijl Falko in het verleden toch al
meerdere keren op woensdagmiddag bij zijn nieuwe vriendje thuis was opgevangen,
omdat de oppas niet was komen opdagen. De vader van Falko zat namelijk in de
bak. Handel in verdovende middelen. Zonder input van haar crimineeltje had de
moeder van Falko het niet makkelijk met haar luxe levenseisen en daarom beunde
ze bij in een sportschool met een happy end. Haar overige bloedjes van een
kinderen moesten maar zien waar ze tussentijds bleven. Thea was wel goed maar
niet gek. Voor de zekerheid ging ze tijdens de opvang van Falko nog wel na waar
het verlaten broertje en zusje zo moederziel alleen terecht konden. Gelukkig
was de buitenschoolse opvang op de hoogte. In het geval van de kroost van Whitney Wannebee had men zonder pardon de
hulp van de jeugdhulpverlening ingeroepen. Via deze omweg kwam Thea in contact
met een mannelijke leedtijdgenoot alias een buurtwerker met randgroepjongeren
die in de eerste plaats idolaat was van Whitney Wannebee en daarom in de tweede
plaats ook regelmatig buiten werktijd voor haar kinderen in de bres sprong.
Thea vond dat Whitney Wannebee haar verantwoordelijkheden weleens vaker mocht
nemen, maar de buurtwerker meende dat de handen van deze moeder gebonden waren.
Op dit geschilpuntje na lagen Thea en de hulpverlener elkaar wel. Vertederd zag
hij toe hoe Falko in de speeltuin een pluizenbol plukte en de paardenbloem in wording
achteloos in de hand van Thea duwde.
‘Niet weggooien, maar blazen en een wens doen!,
instrueerde Falko.
Thea lachte flauw. Ze wist niet zo goed wat ze met de
situatie aan moest. Ze vond Falko helemaal geen jongetje dat geloofde in de
toverkracht van pluizenbollen, maar eerder in blingbling en de schone schijn
van het voetlicht. Falko deed Thea aan Michael Jackson in zijn beginjaren
denken. Hij was klein, fijn en liep niet, maar swingde. Wat zou hij
uitgeblonken hebben als rolmodel voor coole 10jarige ventjes op de catwalk in
stoere kleding van Supertrash of Eagerbeaver. Gelikte Falko met zijn hippe
mama. Dat die associatie van Thea niet uit de lucht kwam vallen was te zien aan
het jongere 7jarige zusje van Falko. Beverly. Ze scheen serieus regelmatig voor
modefolders te poseren. Vol enthousiasme, omdat die fotomomenten de enige
schaarse uurtjes in het leven van de kleine meid vormden waarop haar moeder
exclusieve aandacht voor haar enige dochter had. Beverly was een mini Diana
Ross. Een plaatje. Inclusief het kroeskopje zoals Diana Rossie met haar haren
in een bossie. Aan iedereen die maar luisteren wilde, maakte Whitney Wannabee
wijs dat het – goed betaalde - reclamewerk van Beverly niet gold als
kinderarbeid. De merkoutfit van de fotosessies mocht Beverly immers houden. Ze
liep er een heel seizoen in rond. Dag en nacht zo leek het wel. Tot aan de
volgende foto-opdracht. Dat nam niet weg dat Thea zich pijnlijk bewust werd van
haar eigen middelbare voorkomen door de hippe kinderen van Whitney Wannebee. In
vergelijking met Falko en Beverly liepen Sabine en Walter er ook hopeloos
degelijk en tijdloos bij.
De randgroepjongerenwerker die buiten school vroeg of
laat altijd aan de zijnde van de trendy kids van Whitney Wannebee opdook maakte
veel goed van het ongemakkelijke gevoel dat Thea steevast overviel in de
nabijheid van Falko en zijn naasten. Hoewel de randgroep jongerenwerker
overduidelijk alternatieve motieven had om vrijwillig veel meer voor de
verwaarloosde kroost van Whitney Wannebee te betekenen dan vanuit de
professionele hulpverlening redelijkerwijs van hem verwacht werd. Hij handelde
uit blinde adoratie voor een femme fatal. Ten opzichte van Whitney Wannebee kon
de randgroepjongerenwerker zich opwerpen
als beschermheer. De bodyguard. En als de veroveraar. William the Conquerer.
Whitney Wannebee vond alles best. Zolang zij maar in het middelpunt van de
belangstelling stond. Achteraf en alleen gelaten met Thea en de kinderen
gedroeg de randgroepjongerenwerker zich
gelukkig altijd wel tamelijk normaal en zijn aanwezigheid deed haar
humeur nooit kwaad. Hoe vaker Thea destijds Walter bij de buurtspeeltuin in De
Wielewaalwijk afzette en na een uur of 2 weer van de renovatiewijk uit de
kakbuurt kwam ophalen voor het avondeten, hoe dieper ze met het voetveegje van
Whitney Wannabee in gesprek raakte. Langzaam maar zeker begonnen Thea en de
buurtwerker zich op elk weerzien te verheugen en kwamen Walter en Falko elkaar
wel erg vaak toevallig expres in de speeltuin tegen. Weer of geen weer. Totdat
de magie tussen deze twee ook Whitney Wannebee werd ingefluisterd. Ondank is
des werelds loon! Nog voordat Thea het goed en wel in de gaten had was haar
gabber meedogenloos vervangen door een volgende slachtoffer van de
verleidelijke Whitney Wannabee en aanhang. Voortaan mocht Thea na school op het
plein en in de speeltuin sprakeloos toezien hoe de 3 spruiten van Whitney
Wannebee stuk voor stuk verpieterden door het constant wisselen van de wacht en
een zinloos hunkeren naar stabiliteit. Energie om opnieuw te investeren in een
vriendschapsrelatie met een volgende loopjongen van Whitney Wannebee, kon Thea
echter ook niet opbrengen. Daar was de nieuwe randgroepjongerenwerker te jong
en onnozel voor.
Ondertussen was de buitenwacht ook heus wel begaan
met de kroost van Whitney Wannebee en in groep 6 van Walter was dat dus
specifiek met Falko. Hij was de middelste van het driekoppige stelletje pineuten van Whitney
Wannebee. Qua karakter en gedrag was Falko nog het beste te vergelijken met
Miranda. Ook zijn relatie met Walter leek op de vriendschap tussen Sabine en
Miranda. Walter en Falko waren met hetzelfde gemak bloedbroeders als
aartsvijanden. Vriend en vijand. In het laatste geval volgde de afrekening in
vechtpartijen, waarbij het niet gezegd was dat Walter makkelijk won, ondanks
zijn kracht, omdat Falko watervlug was. De inzet waren geheid Pokémonkaarten;
het kinderlijke antwoord op keiharde volwassen contanten. Ook tijdens
schooltijd. Jongens blijven jongens; hoe graag sommige transgenders dat ook
anders zouden willen zien.
Vandaar dat Thea geen enkele gegronde reden kon
bedenken waarom Falko ineens, middenin het schooljaar, werd overgeplaatst naar
de Klaproos. De Klaproos was die beruchte basisschool voor kinderen met een
gebruiksaanwijzing. De gevreesde Klaproos waarvan Dolly haar dochter Miranda
het jaar daarvoor nog bewust had weggehouden. Let wel; tegen het uitdrukkelijke
advies van de directie van De Wielewaal in. Dat was misschien nog wel het
ergste. Maar uit wie bestond die directie van De Wielewaal nou helemaal? Uit
Willy Bakbruin en uit de Jade; uit een directrice en een interne
coördinatrice.
‘De blinde ondersteunt de kreupele.’
Thea hoorde het zichzelf nog zeggen tegen de moeder
van Miranda - Dolly - die tegenover haar zat met haar pasgeboren
zoon voor zich in een buggy op de keukentafel. Miranda en Sabine plensden
buiten in het opklapbare zwembad. Dolly grijnsde breeduit. Ze had de sprong in
het diepe gewaagd en Miranda achter de rug van de directie van De Wielewaal en
van de Klaproos op eigen initiatief op een derde, openbare, reguliere
basisschool van haar eigen voorkeur aangemeld. Dikke middelvinger naar
Wielewaal en Klaproos. Miranda was geaccepteerd op de nieuwe ‘normale’ school.
Achteraf klinkt dat zo gewoon, maar het eigen initiatief van de moeder van
Miranda was baanbrekend en deed alarmbellen rinkelen. Met name bij de
directrice van de nieuwe school die zich openlijk afvroeg wat Willy Bakbruin
bezield had om een normaal kind met gemiddelde rapportcijfers naar een speciale
onderwijsinstelling als de Klaproos af te serveren. Want in feite was Miranda
ronduit afgedankt door de directie van De Wielewaal. Ze paste niet in het
plaatje van de perfecte basisschoolleerlinge. Hetzelfde viel natuurlijk op
Falko aan te merken. En op Walter. De ouders van Walter lieten zich echter niet
zo makkelijk aan de kant zetten. Dat was bekend bij de directie van De
Wielewaal. Het openlijke verzet van de moeder van Miranda daarentegen was een
onverwachte tegenvaller en een smet op de reputatie van De Wielewaal geweest.
Want Falko en Miranda vormden geen uitzondering. Er
verdwenen vaker kinderen van de ene op de andere dag van De Wielewaal. Het
leerlingenaantal op de toch al kleine basisschool nam dan ook met sprongen
tegelijk af. Soms om vage redenen; af en toe vanwege een verhuizing; meer dan
normaal uit ongenoegen van de ouders die gedesillusioneerd uit eigen beweging
een vervangende basisschool voor hun kind hadden gevonden; en tenslotte werden
er bedroevend veel kinderen van De Wielewaal buitenspel gezet op de Klaproos. Alsof
Willy Bakbruin aandelen had bij deze school voor moeilijk lerende kinderen.
Vorig jaar nog werd de 9jarige Hedwig door groep 5 van Walter feestelijk uit
gezwaaid tijdens haar afgang naar De Klaproos.
‘Hedwig is helemaal niet dom. Ze snapt alles’, wist Walter.
Maar het IQ van Hedwig deed niet ter zake. Het punt
was de aandacht die Hedwig vroeg. Hedwig was niet snel genoeg. Hedwig kostte
teveel tijd. Zelfs Wonderwilma alias de remedial teacher kwam uren tekort. De
leerlingen die om extra aandacht vroegen groeiden haar boven het hoofd. Tijd is
geld. Ook in het onderwijs. Er moest bezuinigd worden. Wonderwilma moest
economiseren, omdat Willy Bakbruin kosten op remedial teaching wilde besparen.
Daarom moest Hedwig maar elders geholpen worden. Het oneerlijke van dat
snoeibeleid was de willekeur. Alfred in de rolstoel bleef bijvoorbeeld
ongemoeid. De bofferd! Hij mocht ondanks zijn lichamelijke beperkingen wel op
basisschool De Wielewaal ingeschreven blijven. Alfred in de rolstoel was
mentaal dan ook supersnel. En, zeker niet onbelangrijk, bovendien was zijn
vader een dikdoenerige gemeenteambtenaar in een driedelig pak met stropdas.
Dankzij de vader van Alfred in de rolstoel wist Willy Bakbruin vrij eenvoudig
subsidie los te peuteren van de gemeente om een lift te laten bouwen in het
gebouw van basisschool De Wielewaal. Wie voelde zich nou niet warm worden van
binnen bij de confrontatie met deze
liefdadigheidsactie van Willy Bakbruin, waarmee ze dan ook open en bloot koketteerde.
In feite ten koste van een 8jarig kind met een spierziekte. Een hulpeloos
jongetje dat met de wetenschap moest leren leven dat hij waarschijnlijk niet
veel ouder dan 30 jaar zou worden. Hoe verdrietig is die voorkennis? Maar nu
had Alfred tenminste op school een lift voor zichzelf gekregen, zodat zijn
vader hem niet meer elke ochtend tijdens het wegbrengen de trappen op hoefde te
tillen met zijn broertje Boris in zijn kielzog. Boris was ouder dan Alfred en
zat bij Sabine in groep 7. Boris had ook een aandoening die echter niet
levensbedreigend was.
Boris had Asperger en was daardoor naar het schijnt
ook automatisch hoogbegaafd. Hij was een vroegwijs, iel mannetje dat met veel
ach en wees de ingeklapte rolstoel elke schooldag achter zijn vader met Alfred
over de schouder de trappen opsjouwde. Overigens steevast met hulp van een gelaten Tarik de conciërge. Ook
bij het nadragen van de driewieler van Alfred en zijn veiligheidshelm. Alfred
kon en mocht niet lang op eigen benen staan en op die spaarzame momenten waarop
hij zichzelf wel zelfstandig voortbewoog op school, diende hij een butsmuts te
dragen, omdat hij geen controle had over zijn spieren. Hij kon bij wijze van
spreken op elk onbewaakt ogenblik op zijn achterhoofd vallen. Eigenlijk was het
geen doen geweest. Het getrek aan het spierzieke kind en het gedoe met die
rolstoel. De komst van de lift was een zegen. Zo kon conciërge Tarik ook
makkelijker lesmateriaal in dozen, meubilair en andere zware voorwerpen naar de
drie verdiepingen in het gebouw verplaatsen. Het overige personeel, de kinderen
en hun ouders mochten de lift van De Wielewaal alleen met toestemming van een
onverbiddelijke Alfred gebruiken. Jammer dan! Voor een beetje meer gemak waagde
niemand het om Alfred lastig te vallen. Iedereen nam duizend keer liever de
moeite van het trappen lopen. De vele bochten en omwegen waarin alle gezonde
betrokkenen bij Alfred zich geacht werden te wringen, maakten de wrange
nagedachtenis aan de verbannen leerlingen naar de Klaproos op De Wielewaal niet
bepaald beter te verkroppen.
Nou kunnen kinderen veel hebben in de volksmond. In
werkelijkheid zijn ze niet weerbaarder dan volwassenen. Zoals iedereen had
Walter ook zijn breekpunt, maar dat was nog niet bereikt bij het plotselinge
vertrek van Hedwig en Falko naar De Klaproos. Alhoewel hij er wel over nadacht
en zich hardop afvroeg wanneer het zijn beurt was om zijn biezen te pakken. Het
geeft een ouder te denken over het effect van het recht van de elleboogwerkers
dat tegenwoordig in het onderwijs zo zelfingenomen prevaleert.
‘Dat bepalen wij altijd nog wel eigens’, stelde Bart
hem branievol gerust, terwijl hij zijn zoon alvast een voorproefje gaf, door
zijn borstkas op te blazen.
Dat hij er vervolgens met zijn vuisten op bonkte en
bijbehorende orang oetan geluiden produceerde, deed voor Walter niets af aan de
ernst van de zaak.
‘Ik heb ook nog geen tafeldiploma. Net als Falko en
Hedwig. Ik heb zelfs niet eens een strikdiploma en dat hebben Falko en Hedwig
alletwee wel gehaald.’
Bart herpakte zich enigszins, maar bleef luchtig:
‘Voor sommige kinderen is De Klaproos een uitkomst,
maar jij bent op een andere manier een handenbindertje’.
‘Hoezo dan?’, fronste Walter.
‘Jij moet juist geen specifieke aandacht van een
begeleider krijgen zoals dat nou wel gebeurt bij Falko en Hedwig op De
Klaproos. Wij moeten jou zoveel mogelijk je gang laten gaan. Jij zou juist
compleet doordraaien met al die extra bekommernis die je op het speciale
onderwijs krijgt aangeboden. Volgens mij ben jij op je best als jij op school
kunt opgaan in een zo groot mogelijke groep leeftijdgenoten van allerlei
pluimage.’
‘Pluimage?’, lachte Walter eindelijk.
‘Ja, dat past wel bij dat kippenhok van juffrouw
Marijke.’
‘Het is geen kippenhok, maar wel een grote groep.
Trouwens ik ben geen kip, maar een haan. Verder zit ik denk ik wel veilig, want
op maar 5 kinderen na, is mijn klas net zo groot als groep 7 bij juffrouw
Siepie en juffrouw Lola van Sabine’, maakte Walter niet ontevreden uit de
uitleg van zijn vader op.
‘Zoiets. Nou alleen nog hopen op een invasie van
leerkrachten die plofklassen wel aankunnen’, murmelde Bart binnensmonds en
eigenlijk niet bedoeld voor een klein potje met grote oren.
Maar waar het hart van vol is, loopt de mond van
over. Bart refereerde naar een bericht dat hen onlangs had bereikt. Juffrouw
Rita zou voor de rest van dit schooljaar niet meer terugkeren naast juffrouw
Siepie voor de plofgroep 7. Dat was onverwacht, want hoewel Juffrouw Rita al
een week of drie niet meer op vaste tijden voor de klas van Sabine stond, was
er aldoor sprake geweest van een ‘tijdelijke’ kortsluiting. Juffrouw Rita moest
gewoon zo nu en dan een paar daagjes op adem komen van de energie die de
veeleisende kinderen uit de plofklas 7 uit haar zogen. Ze bedoelde natuurlijk
eigenlijk de veeleisende ouders van de kinderen uit groep 7, maar juffrouw Ria
was, volgens Thea, nog niet in staat om de waarheid te accepteren. Vandaar dat
haar herstel ook niet zo voorspoedig liep zoals gepland natuurlijk. Op weg naar
een gezonde geest moet men de demonen wel recht in de ogen durven kijken! Zover
was juffrouw Rita kennelijk nog lang niet. Het geduld van Willy Bakbruin had
wel de eindstreep bereikt en in een aankondiging in de nieuwsbrief van De
Wielewaal liet ze weten dat juffrouw Rita zich per direct als onderwijzeres uit
groep 7 terugtrok. Gevolglijk schoof Willy Bakbruin een debutante, maar
desondanks geen vreemde naar voren; te weten: Juffrouw Lola. Welbekend bij alle
kinderen en ouders door haar eerdere invaluren voor groep 7. In het bijzonder
bij Thea vanwege haar stoïcijnse reactie op de eerste ongesteldheid van Sabine
in de klas. In de nabije toekomst zou
deze koudbloedige juffrouw Lola, in navolging van haar voorbeeld: juffrouw
Rita, nauw met juffrouw Siepie gaan samenwerken. Hoe geruststellend was dat? De
andere helft van het voormalige docentenduo van groep 7 bleef namelijk wel stug
zitten waar ze zat. In Siepie was geen beweging te krijgen.
Thea bekroop geen schuldgevoel toen ze in de
nieuwsbrief over het vertrek van juffrouw Rita las. Dat had minder te maken met
haar brief naar de onderwijsstichting – De Dictatuur van de Bekrompen Ouders -
als wel met een recent telefoontje. Thea wist al vooraf uit eerste hand het
fijne van de afmars van juffrouw Rita. Als dat niet zo geweest was, dan zou ze
beslist minder goed geslapen hebben, vanwege het nieuws van de aftocht van de
juf van Sabine in de schoolkrant, want in haar online klacht aan de
onderwijsstichting had Thea expliciet en meerdere keren de persoon van juffrouw
Rita, met naam en toenaam, in een minder positief daglicht gezet. Thea had een
copy van haar protestbrief naar Rita doorgestuurd. Zo’n op de persoon gespeeld
bezwaar laat niemand onberoerd. Zo had de aanval van Thea de lotgenote van
juffrouw Rita - Willy Bakbruin- zelfs tot het opleggen van een mailverbod
gedreven. Dus ging Thea er in eerste instantie vanuit dat juffrouw Rita ook wel
in alle staten zou zijn geweest na het lezen van; De Dictatuur van de Bekrompen
Ouders. Een mens zou van minder overspannen raken. Terecht of onterecht. Sinds
de laatste beproeving in de vorm van het luizengesprek met juffrouw Rita, was
Thea echter wel stukken minder empathisch geworden. Alle meelopers konden van
haar een middelvinger krijgen en ze stond dan ook niet te springen van
enthousiasme toen Sabine haar op een blauwe maandagavond te kennen gaf dat juffrouw
Rita via de vaste huistelefoon contact had opgenomen met het verzoek om Thea
terug te laten bellen. De zweem van wroeging trachtte Thea bij zichzelf te
verdringen, wat nog niet zo makkelijk bleek, want juffrouw Rita was nog de
minst kwade van het team. In ieder geval was Rita geen aanstichtster. Niet eens
een meeloopster. Juffrouw Rita was zich gewoon standaard van geen kwaad bewust.
Ze was niet kinderlijk, maar naïef! Hinderlijk naïef. Bart trok z’n grapjas
aan:
‘Je moet een mailtje schrijven’.
‘Straks is er wat mis met Sabine’, panikeerde Thea.
‘Wat is er mis met mij?!’, riep Sabine vanuit de
huiskamer.
‘Sabine, weet jij waarom juffrouw Rita mij wil
spreken?’, ging Thea voor de zekerheid vanuit de keuken na.
‘Nee’.
Dat een klein woordje zo oprecht kon klinken.
‘Dan bel ik niet terug’, besloot Thea kordaat.
‘Ik zou het wel doen.’
‘Jij moet je commentaar voor je houden, want jij hebt
zonder afscheid de hoorn op de haak gegooid tijdens je laatste gesprek met
Rita, weet je nog, Bart?!’
‘Ze wilde Zarah, een kind nota bene, aan de
schandpaal nagelen. Ze was niet voor rede vatbaar’, sputterde Bart
verontwaardigd tegen, terwijl hij illustratief met zijn appelschilmesje in de
lucht schermde.
‘Dat weet ik Bart. Ik was erbij. Weet je nog? Ik heb
er zelfs een manifest over geschreven en naar de onderwijsstichting gestuurd.
Getiteld: ‘De Dictatuur van de Bekrompen Ouders.’ Ik denk dat juffrouw Rita mij
daarom wil spreken. Ik heb zo’n voorgevoel dat ze me ongezouten de les gaat
lezen, mocht ik zo simpel zijn om haar terug te bellen. En daar heb ik geen zin
meer in; in de waarden en normen uit de wereld van juffrouw Rita.’
Thea had haar zegje nog niet gedaan of het gerinkel
van de vaste vintage telefoon deed alle huisgenoten opschrikken. Sabine zat het
dichtst bij het bakelieten antiek en tilde de hoorn van de haak.
‘Maham, juffrouw Rita hangt alweer voor jou aan de
telefoon!’, joelde Sabine even later ongegeneerd.
Het liefst had Thea iets terug geschreeuwd in de
trant van;
‘Zeg maar dat ik niet thuis ben!’
Zeker in de wetenschap dat Sabine niet vertrouwd
genoeg was met de werking van een telefoon uit overgrootmoeders tijd en haar
hand dus niet ter geluidsdemping op het spreekgedeelte had liggen. Juffrouw
Rita zou dus sowieso alles meekrijgen en Sabine zou niet eens ‘Ik moet van mijn
moeder zeggen dat ze er niet is’, hoeven te zeggen om haar juf tegen zich in
het harnas te jagen. En dat laatste kon maar beter voorkomen worden. Waarom zou
Sabine moeten boeten voor de daden van haar moeder? Met een verscheurd gevoel
van verslagenheid en tegenzin snelde Thea de kamer in en nam de zware hoorn uit
de hooggehouden hand van Sabine over.
‘Met Thea’, bitste ze in een afgebeten vertaling van:
‘Wat moet je?’
‘Thea, je spreekt met Rita, ik…eh…’
De hapering in het nederige stemgeluid van de anders
zo zelfgenoegzame Rita snoerde Thea de mond. Het zou haar benieuwen wat mevrouw
de onderwijzeres nog aan haar uitgekauwde leerrede toe te voegen had.
‘Ik wilde jou even vantevoren op de hoogte brengen
voordat je de aankondiging in de nieuwsbrief leest’, begon juffrouw Rita
onheilspellend.
‘Zou ze van plan zijn zelfmoord te plegen?’, ging
Thea cynisch bij zichzelf te rade en ze gaf geen kik.
Juffrouw Rita ademde hoorbaar diep in voordat ze het
hoge woord eruit gooide:
‘Ik ga er even tussenuit’.
‘Waar ga je naar toe?’
Nu duidelijk was dat het telefoongesprek niet op een
zedenpreek van juffrouw Rita zou uitdraaien, raakte Thea ietwat milder gestemd.
‘Ik ga m’n rust pakken’, prevelde juffrouw Rita
raadselachtig.
‘Ben je overspannen?’
Thea had ook weleens haar heldere momenten.
‘Volgens de schoolarts zit ik tegen een burn-out
aan’, openbaarde Rita met gepaste terughoudendheid.
‘Oeijoej’, antwoordde Thea daas.
‘En nou?’
‘Nou neemt juffrouw Lola mijn uren in groep 7 over.
Ik bedoel; het zijn stuk voor stuk schatten van kinderen, daar niet van, maar
als klas is groep 7 een drama. Maar dat had je zeker al gehoord van de andere
ouders? Dat ik moeite had met de grootte van de groep?’
‘Uh, nee, om heel eerlijk te zijn niet nee’, bekende
Thea naar waarheid.
‘Nou ja, ik was ook best niet mezelf tijdens dat
laatste gesprek met jou. Weet je nog? Over de luizen van Sabine en Walter.’
‘O, je bedoelt dat gesprek over de luizenouders?’,
vroeg Thea alweer bekoeld.
‘Ja, dat gesprek. Ik was onredelijk.’
De boodschap van Rita liet zich hoe langer hoe meer
als een verkapte verontschuldiging aanhoren. Thea spiegelde zich met de
bakelieten hoorn aan haar rechteroor in de diffuus oplichtende avondschemering
achter het huiskamerraam. Alsof ze zich er visueel van wilde vergewissen of zij
wel zelf aanwezig was bij dit gedenkwaardige telefoongesprek waarin iemand
oprecht haar excuses probeerde te verpakken in een redelijk verweer.
‘Had je de rest van de ouders hierover een mailtje
gestuurd?’
‘Waarover? Over dat luizengesprek?’
‘Nee, Rita niet over dat luizengesprek, maar over
jouw burn-out en dat je er even tussenuit gaat!’
‘Nee, waarom zou ik? Ik ben van de oude stempel en
niet zo van mailen.’
‘Omdat je me belt en ik een mailverbod heb.’
‘Ik bel je omdat ik een brief uitgedeeld heb aan alle
ouders en verzorgers van de kinderen uit groep 7 over mijn probleem, maar ik
zie jou nooit meer op school. Waarom niet? Ontloop je mij?’
‘Dat wilde ik ook aan jou vragen.’
‘Wat?’
‘Of je mij ontloopt?’
‘Nee, jij ontloopt mij.’
‘O.k. laten we er niet in cirkeltjes draaien. Ik word
er tureluurs van.’
‘Vertel mij wat’, zuchtte juffrouw Rita.
Thea kuchte een lachkriebel weg:
‘Maar vertel me één ding Rita?’
‘Zeg maar wat ik moet vertellen !?,’ capituleerde
juffrouw Rita onbedoeld komisch.
‘Waarom heb je die brief niet gewoon aan Sabine mee
naar huis gegeven?’
‘Een brief over een burn-out meegeven aan een kind
van 10 vind ik geen optie en opsturen kost een postzegel.’
Even nam de beroepsdeformatie van de
consciëntieuze schooljuffrouw weer de overhand in de opstelling van juffrouw
Rita. Het mailverbod dat Thea zojuist genoemd had negeerde ze. Misschien was
het haar niet opgevallen of had ze geen idee wat een mailverbod inhield. Ook
vond Thea het verbazingwekkend dat juffrouw Rita zich zo weinig aan ‘De
Dictatuur van de Bekrompen Ouders gelegen liet liggen. Thea had haar aanklacht
tegen De Wielewaal naar de onderwijsstichting gezonden, maar ze had ook een
kopie naar onder meer juffrouw Rita doorgestuurd. Thea had niet het idee dat
juffrouw Rita nu aan de telefoon De Dictatuur van de Bekrompen Ouders bewust
omzeilde. Het was alsof de ernst van De Dictatuur van de Bekrompen Ouders nog
steeds niet tot juffrouw Rita was doorgedrongen. Ergens was het wel een
geruststelling. Het protest van Thea was in ieder geval niet de directe oorzaak
van de burn-out van juffrouw Rita. Het online bezwaar van Thea over het beleid
op De Wielewaal, waarin de naam van juffrouw Rita herhaaldelijk was bezoedeld,
had niemand de baan gekost. Juffrouw Rita had zichzelf overwerkt. Daar had Thea
geen debet aan. Ook niet aan de daden van juffrouw Rita. Daar was ze helemaal
zelf verantwoordelijk voor. Op slag
verliet een zinnebeeldig, beklemmend
harnas het lichaam van Thea en leek ze 10 kilo lichter. Thea herademde en
hoorde zichzelf praten:
‘Sabine zal het wel vervelend vinden’.
‘Meen je dat?’
Aan de uitgesproken toon van Rita kon Thea horen dat
ze volschoot.
‘Ja, natuurlijk meen ik dat, wat denk jij nou’,
betuigde Thea streng.
‘Dat vind ik fijn om te horen’, snotterde een labiele
juffrouw Rita.
‘Nou, meid; het ga je goed!’, sloot Thea opgelucht
af.
Achteraf was ze blij dat ze Rita toch te woord had
gestaan. Niet alleen uit empathie, maar ook omdat ze nu voorbereid was op de
ziekmelding van juffrouw Rita in de nieuwsbrief. Maar al was Thea gevrijwaard
van aansprakelijkheid voor de burn-out van juffrouw Rita, dat wilde nog niet
zeggen dat ze gerust was op de nieuwe ontwikkelingen in groep 7.
‘Ze is een warhoofd, maar zo’n goede onderwijzeres
als Rita moeten de juffen Siepie en Lola nog worden’, ging ze in het bijzijn
van Bart na.
‘Groep 7 is een overbruggingsjaar. Het zal wel
loslopen’, hoopte Bart.
Omdat piekeren over de onervaren juffen voor de
plofklas van hun 10jarige dochter niet veel meer dan een hoop extra kopzorgen
opleverden, konden Bart en Thea weinig anders dan zich schikken naar de feiten.
De dagelijkse hectische gang van zaken leende zich er ook niet voor om al te
lang bij de pakken te gaan neerzitten. Bart moest door naar zijn werk in het
rekencentrum, Thea had Huiswerksterkklanten; haar webshop en het huishouden
niet te vergeten. En toen, op een dag zo tegen het einde van groep 6 bij
juffrouw Marijke; had Walter ineens zijn grens bereikt.
‘Ik ga niet meer naar school mama, echt niet’,
kondigde hij in de middagpauze aan, nadat hij in het hoekje op de achterbank
van de Renault was gekropen.
Hij leek te willen wortelen op zijn veilige zitplaats
waar hij zich onverzettelijk, met zijn armen ineengestrengeld voor zijn borst,
schrap zette. Sabine monsterde haar broertje naast zich op de achterbank met
een spottende uitdrukking op haar gezicht.
‘Je houdt je mond Sabine’, waarschuwde Thea.
In haar achteruitkijkspiegel voorzag ze alweer een
hoop zinloos geweld. Bovendien probeerde ze geen ongelukken te veroorzaken,
terwijl ze de straat van De Wielewaal uit taxiede.
‘Ik zeg toch niks’, haalde Sabine verontwaardigd uit.
‘Jawel je zegt wel wat’, blafte Walter.
‘Wat zeg ik dan?’
‘Wat zeg ik dan, dat zeg je!’
‘Wat je zegt ben je zelf’.
‘Echt niet!’
‘O mijn God; hij begint te janken mama’, schamperde
Sabine.
Thea overstemde het tweetal met de volume van
Skyradio. Euforia.
Thuisgekomen sloot Walter zich op in zijn slaapkamer.
Sabine keek haar moeder geschrokken aan. Normaliter heeft Walter weliswaar een
kort lontje, maar een vuurbestendige olifantshuid waardoor hij al snel kalmeert
en vervolgens ongeschonden verder baggert door allerlei stressmomenten heen.
‘Wat is er met hem aan de hand?’, vroeg ze quasi onverschillig,
terwijl ze Thea op de voet naar de eerste verdieping volgde.
‘Ga weg Sabine!’’, riep Walter vanachter zijn
gesloten slaapkamerdeur.
Zijn stemgeluid was gedempt. Hij lag wellicht op zijn
buik, met het gezicht verborgen in het hoofdkussen. Thea rammelde met de
deurklink.
‘Vertel nou wat er gebeurd is jongen!?’
‘Ik ga niet meer naar school en Sabine moet weg!’
Voor de duidelijkheid was Walter waarschijnlijk
speciaal gaan zitten. Hij klonk zo helder ineens.
‘Ik ga niet weg; ik woon hier ook’, gaf Sabine haar
broer vanaf de overloop gekwetst te kennen.
‘Doe niet zo flauw Walter, Sabine heeft niets misdaan
en ik vind het best dat je voor de rest van vandaag thuis blijft, maar dan wil
ik wel weten waarom? Doe de deur even van het slot.’
Thea telde tot 10. Een paar seconden daarna hoorde ze
de sleutel in het slot draaien. Walter zette zijn slaapkamerdeur op een kier en
ging terug op de rand van zijn bed zitten. Een gestelpte tranenstroom had zijn
wangen opgewreven en rood achter gelaten. Het middaglicht door het
slaapkamerraam verried en glimp van gekrenkte trots in zijn vochtige ogen.
Zonder zijn moeder aan te kijken nam hij een stuk keukenpapier van Thea aan en
snoot zijn neus. Sabine hield zich wijselijk, hangend in de deuropening, op de
vlakte, terwijl Thea naast Walter op bed kwam zitten. Hij weerde haar niet af
toen ze voorzichtig door zijn haren streek. Ze waren plakkerig van gedeeltelijk
opgedroogde zweet.
‘Waarom wil je niet meer naar school?’, probeerde
Thea voorzichtig nog eens.
‘Weet je wie in de klas was vanmorgen?’
Walter klonk huilerig. Hij sidderde na. Thea schoof
haar platte handen plat tegen elkaar tussen de gleuf in haar samengespannen
bovenbenen en keek voor zich uit naar de muur behangen met posters van
gamehelden. Verder dan het herkennen van Mario, Kirby, Sonic en Shadow kwam
Thea niet.
‘Moet ik raden? Juffrouw Marijke neem ik aan.’
‘Ja, zij ook en nee je hoeft niet te raden.’
Het werd stil.
‘Je voert de spanning wel op!’, grapte Thea, terwijl
ze hem zijdelings met haar rechterschouder aanstootte.
‘Meester Gijsbert kwam op bezoek.’
‘Meester Gijsbert kwam op bezoek’, papegaaide Thea
niet begrijpend.
‘Ja, ik dacht al dat ik hem zag lopen op school. Ik
dacht; is dat niet die meester Gijsbert uit groep 3 van Walter? Van toen ik in
groep 4 bij juffrouw Dorien zat?’, wist Sabine gealarmeerd.
Behoedzaam kwam ze dichterbij en stopte op de drempel
in de deurpost. Nonchalant nam ze nam haar mobiel uit haar broekzak en
concentreerde zich zogenaamd op het scherm.
‘Hij is toch directeur nou op een openbare
basisschool in een andere provincie?’, herinnerde Thea zich in de gauwigheid.
‘Ja, maar hij kwam ons een ‘bezoekje’ brengen.’
De klemtoon van Walter op het bezoekje liet niets aan
zijn afgrijzen te raden over. Toch was Walter was nog niet klaar met gruwelen:
‘Meester Gijsbert ‘mistte’ zijn oude groep 3.
Iedereen begon te klappen toen hij binnen kwam.’
‘Iedereen, behalve jij, natuurlijk’, vulde Thea voor
Walter in.
Want dat Walter niet spontaan met de rest mee
geapplaudisseerd had bij het weerzien van meester Gijsbert, kon Thea wel
nagaan. De herinnering aan groep 3 liep voor Walter gelijke tred met de
ontluikende onkunde van meester Gijsbert. Walter was pas 6 jaar geworden en
stond net als zijn klasgenootjes te trappelen om te beginnen aan zijn
basisschoolcarrière. Ieder kind popelt op zijn eigen manier, maar in het geval
van Walter had meester Gijsbert al meteen gemeend dat er iets niet klopte.
Meester Gijsbert was namelijk nogal overtuigd van zichzelf en dan in het
bijzonder van zijn haviksoog dat hij door zijn jarenlange ervaring als
leerkracht in het speciale onderwijs voor moeilijk lerende kinderen meende te
hebben ontwikkeld. Voor hem stond al op het eerste oog als een paal boven water
vast dat Walter geestelijk niet in orde was. Of het hier een erfelijke
afwijking of verwaarlozing betrof kon meester Gijsbert niet direct vaststellen
zonder voorbarig te zijn, maar dat Walter een flinke ontwikkelingsachterstand
had stond niet ter discussie. Althans niet voor heer en meester Gijsbert die in
het allereerste basisschoolrapportje van fase 1 in groep 3 met het
allergrootste genoegen uitgebreid melding maakte van de vermeende gebreken van
zijn 6jarige miskleun onder de noemer Walter. Hierdoor werd Bart bevestigd in
zijn achterdocht jegens de didactische motieven van het moderne onderwijs en
zat Thea tijdelijk lamgeslagen van ongeloof te wachten op de clou van een
verborgen camera. Lach of ik schiet! Kabouter Kwebbel uit Plopsaland oftewel
kleuterjuf Elsje uit de voorafgaande groepen 1 en 2 van De Wielewaal had de
bovenkamer van Walter juist altijd geroemd:
‘Hierboven is niks mis’, placht ze Thea regelmatig te
verzekeren.
Steevast tikte ze tijdens haar constatering
illustratief met haar wijsvinger tegen haar slaap. De uitgekauwde woorden kwamen
op Thea eerder over als een soort mantra van juffrouw Elsje, waarmee ze
iedereen naar de mond dacht te kunnen kwebbelen, dan als een specifieke
observatie van de unieke kleuter Walter. Het leek er verdacht veel op dat
juffrouw Elsje al haar dwergjes hoogbegaafd vond. Zonder aanziens des persoons.
Maar de gradaties tussen hoog- en zwakbegaafd zijn onbegrensd natuurlijk.
Alleen gaf juffrouw Elsje niet meer thuis na de vernietigende diagnose van
meester Gijsbert. In zijn bijzijn had juffrouw Elsje best nog wel 1 keer haar
mantra kunnen herhalen. Al was het maar voor de duidelijkheid en om Walter en
zijn ouders een plezier te doen. Des te beter dus dat het voorstel van meester
Gijsbert tot de aanvraag van een ‘rugzakje’ – in de zin van een toelage aan De Wielewaal
voor extra begeleiding van Walter – door de remedial teacher, Wonderwilma, werd
weggelachen. Van een ‘dankjewel’ wilde Wonderwilma echter niet weten. Niet van
Thea. Om vage redenen is het contact met Wonderwilma nimmer tot een wederzijdse
waardering uitgegroeid. Alsof Thea haar zoon tekort deed, omdat ze hem niet zou
willen zien voor wat hij was in de ogen van Wonderwilma. Niet geestelijk
gehandicapt, maar wel hulpbehoevend. Een ‘bijzonder’ kind. En op dat punt
raakte het geduld van Thea met Wonderwilma op. Dat gezeik altijd over ‘extra’
hulp; geld; leerkrachten; aandacht; overwerk; moeite en burn-outs. Welk kind
heeft nou geen behoefte aan begeleiding? Elk kind is speciaal. Ieder mens is zo
uniek als een vingerafdruk. Wanneer heeft een remedial teacher eindelijk genoeg
veren in de reet? Sinds wanneer staat het onderwijs voor liefdadigheidswerk?
Net als docenten krijgen remedial teachers toch ook waardering in de vorm van
een salaris? Waarom moet daar dan elke maand ook nog per sé een steeds hogere dosis
‘dankjewel’ aan toegevoegd worden door een ouderpaar naar keuze?
Enfin, onderwijzessen van het kaliber juffrouw Toos
uit groep 4 van Walter voorkwamen met hun herstelwerkzaamheden dan weer een
hoop gevloek in de kerk. Juffrouw Toos liet Walter in het jaar na het geklungel
van meester Gijsbert volledig tot zijn recht komen. Zonder woorden aan haar
professionaliteit vuil te maken. Bleek het joch na amper een half jaar in groep
4, juist het tegenovergestelde van geestelijk gehandicapt te zijn. Lekker duidelijk!
Maar goed dankzij de gewijzigde status van Walter kon Thea stoppen met
preventief inspelen op de mogelijkheid dat haar jongen met een eventuele
geestelijke afwijking kampte en werd Bart gesterkt in zijn overtuiging dat
Walter zo niet superslim dan toch zeker normaal was. Maar ja, apetrots schept
illusies voor de kroost. Zeker als papa en mama zich niet tot de klasse van de
opperouders mogen rekenen. Voor meester Gijsbert was de ouderpikorde op De
Wielewaal van levensbelang voor zijn goede naam. Hij diende immers maar een
tussenjaar als eenvoudige onderwijzer. Het echte werk liet op zich wachten
totdat hij de directeur van een openbare basisschool zou worden. Weliswaar
buiten de provincie, maar daarom was het niet minder zaak om in de tussentijd
in de kijker te blijven. Dan bood een baan op een kakschool als De Wielewaal de
gelegenheid bij uitstek. Jade, de interne coördinatrice, hielp meester Gijsbert
met netwerken, scherp te blijven en om onderscheid te maken. Jade deed
bijvoorbeeld haarfijn voor meester Gijsbert uit de doeken waarom de 6jarige Walter uit de
achterstandswijk een veilige zondebok was voor alles wat het uitgestippelde
succesverhaal van een toekomstige directeur dreigde te blokkeren. Een telg van
de opperouders uit de Wielewaalbuurt
daarentegen was automatisch de waardevaste parel aan de kroon van
meester Gijsbert de kindervriend. Als dank voor Jades routebeschrijving naar
omhoog, maakte meester Gijsbert de wanhopige interne coördinatrice 1 of 2 keer het hof. Nadat zijn promotie een
voldongen feit was, liet hij haar verder vallen als een baksteen.
Vlak voor zijn vertrek van De Wielewaal gaf meester
Gijsbert aan het einde van groep 3 Walter nog een trap na. Er was nog nooit
zoveel gevochten op De Wielewaal door het kindergespuis van het bouwjaar van
Walter als onder toezicht van meester Gijsbert, maar toch speelde de veertig
plusser het klaar om in een opmerking in het laatste rapport alle schuld van
het geweld in groep 3 in de schoenen van 1 enkel 6 jarig kind te schuiven. In
het overgangsrapport naar groep 4 stond over Walter het volgende voor de
komende generatie Wielewaalers vereeuwigd:
‘Vaak is Walter te snel geïrriteerd en dan deelt hij
een tik uit aan andere kinderen.’
Het was te laat voor Bart en Thea om op korte termijn
– vlak voor de zomervakantie - nog
verhaal te halen. Een klacht indienen tegen meester Gijsbert zou, na zijn
benoeming als directeur van een basisschool in een andere regio, alleen op
lange termijn resultaat kunnen opleveren en daar was Walter sowieso niet mee
geholpen. Wel namen Bart en Thea nog de
moeite om bij de interne coördinatrice
melding van smaad te doen. Tevergeefs. De vicieuze cirkel was rond. Jade
voor en Jade na. Bart en Thea hadden toen nog niet genoeg schade en schande op
De Wielewaal ondervonden om beter te weten dan om Jade in te schakelen bij het
trachten te behalen van hun recht. Jade koos zogenaamd geen partij. Toch
weigerde ze te geloven in de valse beschuldigingen van meester Gijsbert aan het
adres van Walter. Wel greep Jade de gelegenheid aan om Walter ook na het
vertrek van meester Gijsbert in een kritisch daglicht te zetten. Walter moest
en zou net zolang geobserveerd worden, totdat Jade duidelijk in kaart had wat
er aan hem scheelde. Waarmee ze overigens compleet voorbij ging aan de vraag óf
Walter überhaupt iets mankeerde. Jade wilde nog steeds een wit voetje halen bij
iedereen die in haar beperkte visie belangrijker was dan Thea en Bart. Dus op
een willekeurige dag in het schooljaar in groep 4 van Walter bij juffrouw Toos,
zag Jade het licht! Walter was dyslectisch. Wat een zegen voor de spaarkas van
De Wielewaal! In dat geval was het door
meester Gijsbert geopperde rugzakje van de overheid niet eens nodig en zou de
ondersteuning van Walter via de ziekenkostenverzekeraar bekostigd kunnen worden.
Vandaar. Nu alleen nog een officiële dyslectieverklaring. Maar niet zonder
toestemming van de ouders! Had Jade toch nog buiten de waard gerekend en kon
het zorgteam van De Wielewaal in het geval van Walter alsnog die
kostenbesparende dyslectieverklaring gevoeglijk op de buik schrijven.
Na het klassikale afscheidsfuifje ter ere van meester
Gijsbert, op de laatste schooldag voor de grote zomervakantie, ontvingen alle
kinderen uit groep 3 een portretfoto. Niet van zichzelf, maar van meester
Gijsbert. Op de achterzijde van het kiekje stond in de hanenpoten van meester
Gijsbert te lezen:
‘Ik vond het fijn om je in de klas te hebben’.
Volgens Jenny – de moeder van een vriendje van Walter
– had Tim de foto van meester Gijsbert 3 jaar later - in groep 6 - nóg boven
zijn bed hangen. Maar Tim was dan ook niet van kleins af aan het mikpunt van de
spot van deze dubieuze onderwijzer geweest. Tim was een gedoodverfd zonnetje,
terwijl Walter van meet af aan gedoemd was om een minderwaardig sterretje te
zijn. Daar zat nog een dozijn maantjes tussenin. Über- en Untermenschen
gescheiden door de middenmoot. Al vond meester Gijsbert wel dat Thea de
klassikale driedeling te strikt opnam. Ze moest de classificatie van de
kinderen juist zien als een stimulans. De zonnetjes waren al gearriveerd en
straalden aan de hemel van De Wielewaal. Hoger kon niet. De maantjes waren goed
bezig! Bijna gearriveerd. De sterretjes hadden nog een lange weg te gaan. Reden
genoeg om aan de slag te gaan met remedial teaching, logopedie, fysiotherapie,
rugzakjes, dyslectieverklaringen en andere buitenschoolse activiteiten graag.
Alarmfase rood als het ware. Verliezers mogen niet ontbreken! Gebrandmerkt met
een sterretje!
Later leerde Thea dat het landelijk indelingssysteem
in de 3 didactische niveaus van zonnetjes, maantjes en sterretjes in feite in
het onderwijsleven geroepen was als handleiding ter bespreking in de lerarenkamer. Het was niet de bedoeling
dat meester Gijsbert de kunstmatige hiërarchie in groep 3 aan de grote klok
hing. Zelfs Willy Bakbruin had deze misvatting van haar protegé in een
crisisoverleg met Jade en Thea indertijd ongaarne moeten toegegeven. Meester
Gijsbert was zich echter consequent van geen kwaad bewust geweest. Vandaar dat
hij zomaar onaangekondigd, niet gehinderd door enig pedagogisch inzicht, 3
lijsten met de namen van de zonnetjes, maantjes en sterretjes op een prikbord
naast het digibord in het klaslokaal van groep 3 hing. Voor iedereen ter
inzage. Totdat Thea de opsomming van de inferieure sterretjes van het prikbord
trok en voor de sneuneus van een geschockeerde meester Gijsbert verscheurde.
Graag had Walter hetzelfde gedaan met het afscheidscadeau van meester Gijsbert,
maar Thea had een beter idee voor de portretfoto. In het bijzijn van zijn
vader, zus en moeder, mocht Walter de afbeelding van zijn gehate meester
Gijsbert ritueel verbranden in een vuurkorf in de achtertuin.
Niet verwonderlijk natuurlijk dat Walter onaangenaam
verrast was door het bezoek van meester Gijsbert in groep 6. Hij was 3 jaar
geleden toch directeur geworden? Waarom bleef die man niet ver weg op zijn
nieuwe school onmisbaar zitten wezen? Veilig in een ander deel van het land op
lange afstand van die jongen die meester Gijsbert voor het gemak geblesseerd
had achter gelaten in groep 3?
‘Meester Gijsbert kwam de klas binnen en hij liep
meteen op mij af‘, vertelde Walter.
‘Omdat jij niet met de rest meeklapte natuurlijk,’
wist Sabine in de deurpost, zonder op te kijken van haar telefoon.
‘Ja, maar ik was ook helemaal niet blij om hem te
zien!’
Walter leek zich te verontschuldigen.
‘Gelijk heb je, ik zou ook niet geapplaudisseerd
hebben’, verzekerde Thea haar zoon.
‘Zou je hem wel een hand gegeven hebben?’, vroeg
Walter achterdochtig.
Een gewetensvraag. Het antwoord van Thea zou
beslissend zijn voor de mate van mededeelzaamheid van Walter over zijn terugval
van vanmorgen.
‘Dat ligt eraan, niet uit mezelf.’
‘Hij kwam voor mijn tafeltje staan en stak zijn hand
naar mij uit’, huiverde Walter.
‘Ja, omdat jij vooraan in de klas zit’, meende
Sabine.
‘Het ‘waarom’ doet er niet toe, Sabine’,
intervenieerde Thea.
Ze hoopte dat Walter beleefd was gebleven, zodat haar
zoon niets te verwijten viel. Elk foutje zou tegen het 9jarige kind gebruikt
kunnen worden op De Wielewaal.
‘Wat deed jij toen?’
‘Ik gaf hem een hand terug.’
‘Ik ben trots op je’, overdreef Thea opgelucht.
Maar Walter was nog niet uitgepraat:
‘En toen liet hij niet meer los’.
‘Wie, meester Gijsbert?!’, riep Thea verongelijkt
uit.
‘Misschien dacht hij dat je niet meer wist wie hij
was?’, probeerde Sabine.
‘Boeien’, mokte Walter.
‘Wat zei hij?’
Thea was ontsteld. Natuurlijk wist meester Gijsbert
maar al te goed dat Walter hem niet vergeten was. Hij kwam zijn foutje van toen
herstellen. De misdiagnose uit de gloriedagen van meester Gijsbert in groep 3.
Inmiddels was na het vertrek van meester Gijsbert op De Wielewaal wel duidelijk
geworden dat Walter alles behalve geestelijk gehandicapt was. Doorgaans scoorde
hij bij de citotoetsen van zijn jaargang ver boven het landelijke gemiddelde.
Walter kwam hoe langer hoe algemener bekend te staan als een markante jongen.
De reden waarom Walter geen gangbare scholier was, blijft voor eeuwig een
raadsel. Bart en Thea weigerde simpelweg om hun zoon op voorspraak van het
zorgteam van De Wielewaal buitenschools op wat dan ook door allerlei experts te
laten testen. Walter viel op. Nou en? Misschien was hij dyslectisch, autistisch,
hypergevoelig, manisch depressief of vertoonde hij een combinatie van symptomen
in een spectrum attention, deficit, hyper active disorder. Border line zeg
maar. Had Walter als kleuter niet een intelligentietoets bij een academisch
taalcentrum gemaakt? Wat was de uitslag? Met een beetje kunst en vliegwerk was
hij mogelijk zelfs wel hoogbegaafd.
‘Hoogbegaafd in wat?’, wilde Thea dan steeds opnieuw
weten, want zij en Bart hadden ook principes.
Bijvoorbeeld:
‘Of je nou slim bent of niet; het leven moet je leren’.
Daarom zat Walter niet allang in de plusgroep. In de
boze buitenwereld worden de slimmeriken ook niet apart te drogen gehangen. En
zonder toestemming van de ouders was Walter op De Wielewaal moeilijk vooruit te
helpen. Wat was de zin van een hoog IQ zonder kruiwagens? Zeker gezien de
afkomst en de licht ontvlambare driftbuien van Walter? Hoewel de 9jarige jongen
met het korte lontje, tegen de voorspelling van meester Gijsbert in, nog altijd
niet aangeklaagd of opgepakt was voor vandalisme of openbare geweldpleging.
Vooralsnog geen strafblad dus.
‘Hij zei: ‘Dag Walter’.’
‘En jij?’
‘Ik zei niks’, bekende Walter alsof hij zijn reactie
betreurde.
Thea sloeg een arm om zijn schouders.
‘Wat geeft dat nou, ik zou ook niks gezegd hebben’.
Door het trillende bovenlichaam naast zich voelde
Thea de woede van de in zichzelf gekeerde Walter opborrelen. Zijn gebalde
vuisten symboliseerden een herbeleving die hem de adem benam. Zijn borstkas en
nek zwollen op. Deja vu. Thea dacht aan de Hulk. Ze was niet de enige:
‘Zo meteen word je groen!’, grapte Sabine.
‘En toen?’
Thea hoopte Sabine te overstemmen.
‘Dat rijmt’, bedacht Walter bij wijze van
afleidingsmanoeuvre .
‘Wat?’
‘Groen en toen.’
‘En toen?’
‘Toen zei hij nog een keer: ‘Dag Walter’.’
‘En toen?’
‘Toen zei ik weer niks’.
‘Waarom dan niet?’, vroeg Sabine, omdat Walter
wroeging leek te hebben.
‘Er kwam geen geluid uit me.’
‘Nou en, laat hem ontploffen met een stinkbom in zijn
rugzakje!’, voer Thea uit.
‘Met z’n wat?’
Sabine keek haar moeder bevreemd aan.
‘Walter moest toch hulp van buitenaf van meester
Gijsbert? Dat noemen ze een rugzakje. Geld voor bijles, zeg maar. Laat meester
Gijsbert zelf maar een rugzakje krijgen.’
‘Ha, ha’, zei Sabine droog.
‘Ja, als ik de grap uit moet leggen dan is hij niet
leuk meer’, pruilde Thea.
‘Hij was sowieso niet leuk hoor mam, ook niet zonder
uitleg’.
Sabine sloot met 1 handbeweging het mapje om haar
mobiel en richtte zich tot haar broer:
‘Er kwam dus geen geluid uit je? Dus je deed niks?’
‘Ja ik probeerde m’n hand uit zijn greep te wurmen,
maar hij kneep hem zowat fijn. Als ik wat terug gezegd zou hebben, dan zou hij
mijn hand tenminste uit zichzelf los gelaten hebben’.
‘Had hij jouw hand nog niet losgelaten dan?’
Thea was flabbergasted. En dan vinden moderne
leerkrachten het gek dat de jeugd van tegenwoordig steeds handtastelijker
wordt. Meester Gijsbert haalde op deze manier toch het bloed onder de nagels
van het 9jarige kind vandaan? De verleiding om op uit zijn zitplaats op te
rijzen en de man die in zijn blikveld stond tegen de schenen te schoppen moet
voor Walter bijna niet te onderdrukken geweest zijn. Niet in de laatste plaats
omdat Walter middelerwijl net zo groot als zijn moeder gegroeid was en Thea dik
2 jaar geleden amper onderdeed voor meester Gijsbert. Walter had de vijand dus
recht in de ogen kunnen kijken als hij gewild had. Oog om oog, tand om
tand.
‘Hoe heb je die hand uiteindelijk teruggekregen?’
‘Juffrouw Marijke zei dat ik een ochtendhumeur had.
Dat ik daarom niks zei. Toen liet hij eindelijk mijn hand los’, zuchtte Walter
bezwaard.
Na een korte adempauze vervolgde hij geïrriteerd:
‘Ik had helemaal geen ochtendhumeur.’
‘Wees blij dat juffrouw Marijke met dat smoesje kwam,
anders had jij je hand nu misschien nog niet terug gehad’, gniffelde Sabine.
‘Ja, of Walter had meester Gijsbert met zijn vrije
hand een klap verkocht’, schamperde Thea binnensmonds.
‘Zoiets doe ik niet!’, riep Walter gefrustreerd uit.
Tot schaamte van Thea die zich snel herstelde:
‘Dat weet ik toch vent, maar ik snap wel dat je
woedend bent op meester Gijsbert.’
‘En op juffrouw Marijke’, knarsetandde Walter voor
zich uit.
Thea was er als de kippen bij om voor juffrouw
Marijke in de bres te springen. Niet uit sympathie voor juffrouw Marijke, maar
omdat ze niet wilde dat Walter het vertrouwen in zijn vaste groepsjuf verloor.
Ze kon toch niet zelf aldoor zijn handje
vasthouden? Toch mocht Walter tijdens de afwezigheid van zijn ouders op zijn
basisschool niet het gevoel hebben dat hij volledig alleen stond tegenover een
volwassen bolwerk van onvermogen. Hij had juf Marijke nodig om in noodgevallen
op terug te kunnen vallen.
‘Marijke weet toch helemaal niet wat er allemaal
gebeurd is tussen meester Gijsbert en jou in groep 3? Maar goed, meester
Gijsbert is geweest, dus dat hebben we ook weer overleefd. Als je wilt dan mag
je vanmiddag thuisblijven voor de schrik, maar nu gaan we eerst een hapje
eten.’
Thea stond op, maar Walter bleef op zijn bed zitten.
‘Ik ga nooit meer naar school’.
Thea begon kriegelig te worden.
‘Als je zo doorgaat, Walter, dan ga je vanmiddag ook
maar gewoon naar school. Ik snap dat je boos bent, maar Gijsbert is weer
opgetiefd, dus doe effe normaal graag.’
‘Hij komt weer terug. Over een week. Dan komt hij
dinsdag de hele dag bij ons in de klas in plaats van juffrouw Marijke.’
‘In groep 6?’, ging Thea voor de zekerheid na.
‘In groep 6’.
Walter hield zijn hand op zijn hart.
‘Waarom?’
Zelfs
juffrouw Marijke moest het antwoord op deze dwingende vraag schuldig blijven
aan Thea. Ze stond op het punt om de deur van het klaslokaal van groep 6 te
openen voor de middagdienst. Ze rammelde met een sleutelbos in haar rechter
hand en droeg links een geurende mok koffie aan het oor tussen duim; wijs- en
middelvinger. Bij het zien van de moeder van Walter verkrampte ze. Niet zozeer
omdat ze een mening over Thea had, maar veel meer vanwege haar onderontwikkelde
contactuele eigenschappen. Uit zichzelf had juffrouw Marijke geen idee.
Juffrouw Marijke leefde volgens de wetten van de logica. Ze had niet voor niks
wiskunde gestudeerd. De indeling van haar leven bestond uit formules,
procedures en lesprogramma’s. Van a naar b. Hoe concreter, hoe liever. Thea
vond haar een ideale onderwijzeres, omdat niemand duidelijker was dan juffrouw
Marijke. 1 en 1 is 2. Geen discussie mogelijk. Zo had juffrouw Marijke ook geen
voorkeuren. Haar leerlingen waren entiteiten, waar ze zonder uitzondering
vriendelijk, streng, maar rechtvaardig tegen optrad. Waarschijnlijk was ze
alleen in staat om in wiskundige zin te differentiëren, want kinderen laten
bloeien in hun uniciteit was niet bepaald haar specialiteit. Elke lieveling was
haar ingefluisterd door Jade, de interne coördinatrice, die door de sociaal
arme juffrouw Marijke op handen werd gedragen. Haar omgang was geforceerd, ingepland en uitgestippeld.
Vrijgevochten types zoals de moeder van Walter brachten haar hele optreden aan
het wankelen door de verwarring van de improvisatie. Thea was inmiddels al zo
vaak over de tong gegaan in de lerarenkamer,
dat juffrouw Marijke er maar vanuit ging
dat ze beter niet met de moeder van Walter op één lijn kon gaan zitten.
‘Dus Walter komt vanmiddag niet naar school. En
volgende week dinsdag ook niet’, deelde Thea stoïcijns mee.
‘Dat klinkt niet als een goed plan.’, protesteerde
juffrouw Marijke vanuit de hoogte.
Ze kon er niets aan doen volgens Bart, want
bètamensen komen nou eenmaal vaak onbedoeld arrogant over. Thea vond er het
hare van. Zoiets als:
‘Het smoesje is goed, maar het praatje deugt niet.’
Bart is zelf een bètamens met een gezond zelfbeeld;
hij is direct; loopt nooit te hard van stapel en is to the point. Recht toe
recht aan. In die zin neigt hij misschien een beetje naar hoogmoed, maar dan
wel op de manier van een typische mathematische droogkloot. Zo één om van te
houden. Juffrouw Marijke was een stuk minder innemend dan Bart. Dat daargelaten
kwam ze ook weer niet zo bot over als juffrouw Siepie. Dat sprak voor juffrouw
Marijke. Ze was niet met opzet cru, omdat ze toevallig de bokkenpruik droeg.
Niet iedereen moest het bij juffrouw Marijke ontgelden als haar een scheet
dwars zat. Ze werkte eerder stuntelig. De optelsom van een misplaatst persoon
dat te vaak op de verkeerde plek op een onhandig moment terecht was gekomen.
Uit voorzorg dekte juffrouw Marijke zich alvast in en trok een muur om zich
heen in volledige zelfacceptatie. Het was niet anders. Haar tijd voor de klas;
alleen met de kinderen, was haar veilige bubbel. De rest was ruis. Ballast.
Wanorde. In de verte klonk de stem van Thea. Ze zei iets:
‘Het lijkt me net zo goed geen strak plan dat meester
Gijsbert jou volgende week dinsdag komt vervangen in groep 6. Is hij geen
directeur meer op een andere school hier ver vandaan?!’’
Juffrouw Marijke deed alsof ze haar hersens pijnigde
door flink met haar hoofd te schudden in een clowneske poging om de input van
Thea zogenaamd tevergeefs te verwerken.
Om haar lippen speelde een minzame glimlach.
‘Volgens mij staat meester Gijsbert nog steeds aan
het hoofd van basisschool Het Kansrijk. Maar ik denk dat hij de volgende week
dinsdag een studiedagje heeft en dat hij daarom tijd kon vrijmaken om zijn oude
groep 3 nog eens te bezoeken. De ouders zijn super enthousiast.’
De kinderlijke toon van juffrouw Marijke droeg niet
bij aan Thea’s welwillendheid. Tegelijkertijd straalde juffrouw Marijke zelf
een zekere onvrede met de situatie uit. Thea stond nochtans niet te wachten op
geheimtaal. En al helemaal niet van de doorzichtige juffrouw Marijke, die
overduidelijk van haar à propos was door de afwijkende gang van zaken. Het leek
Thea verstandig om vanaf hier alleen nog op dat te reageren wat ook
daadwerkelijk uitgesproken werd.
‘Ik ben ook een ouder en zie jij mij super
enthousiast zijn? Waarom wist ik hier niks van?’
Juffrouw Marijke trok een gezicht van hoe moet ik dat
weten en nam een slok van haar koffie. Thea vroeg:
‘Stond de komst van Gijsbert misschien in de mail
aangekondigd?’
‘Dat weet jij beter dan ik’, antwoordde juffrouw
Marijke onverschillig.
Het leek alsof ze steun zocht bij een denkbeeldige
derde persoon doordat ze haar blik van Thea afwendde en vanaf dat moment
consequent langs haar af liet glijden
Van de echte juffrouw Marijke viel moeilijk hoogte te krijgen. Zo verviel Thea
automatisch toch weer meteen in haar oude gewoonte om aan elke gevoerde
conversatie een persoonlijke noot te geven. Haar recente voornemen tot
zakelijkheid ten spijt. Dat de poging om nader tot de gesprekspartner te komen
aan juffrouw Marijke niet besteed was, viel te voorspellen. Thea probeerde ook
maar wat:
‘Vanwege dat mailverbod zeker?’
Juffrouw Marijke fronste, waarna ze haar herseninhoud
wederom rangschikte door middel van die rare hoofdgymnastiek. Het leek er op
dat ze van geen mailverbod op de hoogte was.
‘Ik heb geen mail verstuurd’, gaf ze uiteindelijk
toe.
Ze praatte tegen de muur.
‘Hoe wisten die super enthousiaste ouders dan vooraf
van de komst van meester Gijsbert?’
‘Gewoon?’, probeerde juffrouw Marijke
schokschouderend mee te denken.
Getergd door de halfslachtige interactie voelde Thea
zich hernieuwd geroepen om door te pakken.
‘Nou het zal allemaal wel, maar Walter komt vanmiddag
dus niet. Hij moet bijkomen zijn ochtendhumeur of beter gezegd: van meester
Gijsbert. En volgende week dinsdag is Walter ook ziek. Geef dat maar door aan
Willy Bakbruin. Jouw bazinnetje.’
‘Dat mag je zelf doen’, stelde juffrouw Marijke
liefjes voor aan de muur.
‘Nee, dat kan niet, want ik heb dus een mailverbod.’
‘Wat je niet in je hoofd hebt, dat moet je in je
benen hebben’, vond Marijke uitdagend.
‘Ik moet helemaal niks, maar jij mag je straks
verantwoorden bij de onderwijsinspectie.’
‘Dat denk ik toch niet. Walter heeft leerplicht,’
schrok juffrouw Marijke.
Ze keek Thea nog steeds niet aan.
‘Dat denk ik toch wel als straks bekend wordt dat het
docententeam van de Wielewaal in samenwerking met de directeur van Het Kansrijk
een 9jarig kind in zijn leerplicht beperkt’.
‘Hoe dat zo? Walter kan gewoon naar school komen’,
maakte juffrouw Marijke in haar eentje uit.
‘Ja, naar school, maar niet in groep 6, want Walter
wil niet met meester Gijsbert geconfronteerd worden. Ik dacht dat kinderen zich
veilig moesten kunnen voelen op de basisschool? En als meester Gijsbert nou nog
een reguliere vervanger op De Wielewaal was, dan zou ik Walter wel vragen om
voor een paar keer door de zure appel heen te bijten, maar de enge man is
directeur op een andere school nota bene. Wat komt hij hier doen? Ik dacht dat
jullie het zo razend druk hadden in het onderwijs de hele dag? Wie heeft dit
onzalige plan bedacht?’
‘Uh, ik denk Willy samen met Jade, omdat meester
Gijsbert zo populair is’, haperde juffrouw Marijke, terwijl ze voorzichtig de
blik van Thea zocht.’
In de poppetjes van de ogen van juffrouw Marijke
dansten de vraagtekens. Kennelijk had zij ook zo haar twijfels bij de
vermaardheid van meester Gijsbert. Jonge kinderen zijn niet trouwhartig op een
bezitterige manier. Geen enkele leerkracht, hoe geliefd ook, ontkomt in de loop
van het nieuwe schooljaar aan het onherroepelijke; ‘uit het oog, uit het hart
principe’ van de voorafgaande jaargangen. Dus ook de quasi geliefde meester
Gijsbert niet. Zo houdt de docentensoort zich in stand. Zelfs juffrouw Marijke
vroeg zich af waarom uitgerekend een stijve hark als meester Gijsbert op een
voetstuk gezet moest worden. De komst van meester Gijsbert kon daarom niet
anders dan het werk van een klutje pathetische opperouders met stuk voor stuk
een ADHD zijn.
‘Bij wie is meester Gijsbert dan populair?’, dramde
Thea door.
Juffrouw Marijke antwoordde plichtmatig:
‘Bij iedereen.’
‘Niet bij mij en ook niet bij Walter dus.’
Is daar ook nog een gegronde reden voor als ik vragen
mag?’
‘Vragen mag altijd. Maar niet aan mij. Ik verwijs je
door naar Willy Bakbruin, Jade, Wonderwilma, juffrouw Elsje, juffrouw Toos en
juffrouw Nelleke. Zelfs de vertrouwensarts Jojanneke. Ze weten allemaal wat er
in groep 3 tussen meester Gijsbert en Walter is voorgevallen. Mij geloof je
toch niet op mijn woord.’
‘Dat zeg jij.’
‘Dat bedoel ik.’
Die avond ontving Bart een online berichtje van Willy
Bakbruin. Thea las uiteraard mee:
Beste Bart,
Tijdens de les van meester Gijsbert aankomende
dinsdag kan Walter de hele dag bij juffrouw Elsje van de groepen 1 en 2
terecht,
Met vriendelijke groet,
Willy Bakbruin
Directrice van De Wielewaal
Zonder overleg stuurde Bart direct een antwoord terug
waarin Thea zich helemaal kon vinden:
Geachte mevrouw Bakbruin,
Walter heeft niets misdaan. Hij is inmiddels bijna 10
jaar en heeft niets meer te zoeken in de groepen 1 en 2 bij juffrouw Elsje.
Mijn vrouw en ik zijn de mening toegedaan dat Walter en niet meester Gijsbert
in groep 6 thuishoort. Meester Gijsbert wordt betaald om aan het hoofd van ‘Het
Kansrijk’ te staan en niet voor de lol in een klas van De Wielewaal. Het is en
blijft schandalig dat u het belang van een dolende directeur boven dat van een
kind op De Wielewaal laat prevaleren, enkel en alleen om aan de wensen van een
groepje élite-ouders en een omhooggevallen onderwijzer tegemoet te komen. U
kunt ons niet wijs maken dat er maar één kind uit groep 6 daadwerkelijk op
meester Gijsbert zit te wachten. En zelfs als dat wel zo was, dan snappen wij
niet waarom uitgerekend onze zoon Walter dan weer de dupe moet zijn van de
grillen van anderen. Walter blijft komende dinsdag gewoon lekker thuis en mocht
u daar moeite mee hebben dan daag ik u uit om de onderwijsinspectie op ons af
te sturen. Wij willen deze toezichthouders maar al te graag te woord staan.
Verder zullen wij, in de lijn van dat wat u van ons gewend bent, deze
mailwisseling doorsturen naar de onderwijsinspectie en de vertrouwensarts.
Hoogachtend,
Bart
Ook namens Thea.
HOOFDSTUK 38
Bink heeft sinds een paar dagen een bord van een
makelaar in de voortuin staan. Zijn rijtjeshuis met gunstige ligging vlak bij
het centrum van de stad is te koop voor 4 ton. Tenminste als Thea het internet
en Funda moet geloven en waarom zou ze dat niet doen? De BMW van Bink heeft Sabine
ook al lang niet meer gezien, maar het zou kunnen dat hij zijn pooierbak zolang
buiten de wijk geparkeerd heeft. Niet zozeer voor de schone schijn, maar om
alle stof en aanslag die de renovatie van de wijk al jaren iedere dag met zich
meebrengt op zijn BMW te voorkomen. Zonder extra parkeermaatregelen kun je op
een gegeven moment met de bedragen die je dagelijks aan de carwash van de
dichtstbijzijnde benzinepomp kwijt bent opgeteld onderhand een wasstraat voor
jezelf bekostigen. Zulks schiet ook niet op. Thea heeft zich de afgelopen tijd
bewust afzijdig gehouden van de oorspronkelijke bewoners in de rijtjeshuizen
aan de overkant van de straat. Langzaam maar zeker raakt het wooneiland van
Bart, Thea en de kinderen omringd door dure koopwoningen die worden betrokken
door hordes jonge gezinnen. Bij de eerste ontmoeting op straat beginnen de
nieuwkomers onderling meteen over buurtfeesten, jaarmarkten en wijkdagen te
brainstormen. Thea maakt meestal zo snel mogelijk dat ze wegkomt, want de oude
bewoners van de overkant zouden haar het liefst als een intermediair gebruiken.
Zij hebben kennelijk al die voorafgaande jaren in de achterstandswijk op
barbecues en burendagen gewacht en nu is het dan eindelijk zo ver. Wat zou zo’n
lap grond als de tuin van Bart en Thea dan goed van pas komen. Bart lacht erom:
‘Wat ze zien dat hebben ze nog niet’, roept hij
onbekommerd.
Maar Thea krijgt de neiging om weg te duiken bij
toevallige buurtpassanten op straat. Ze knikt haastig en maakt geen oogcontact
uit angst dat deze of gene weer een gesprek met haar aanknoopt over het
asociaal ruime, monumentale pand dat zij met haar gezinnetje bewoont met die
giga tuin die zoveel mogelijkheden biedt voor allerlei leuke buurtactiviteiten.
Wat een verschil met de goede oude tijd van voor en gedurende de wijkrenovatie
toen Bart, de kinderen en zij nog gewoon een schijnbaar vervallen krot in een
achterbuurt bewoonden. Ze onderdrukt de behoefte om wild om zich heen te slaan
alsof ze een vlucht wespen op weg naar zoetgoed moet bevechten.
‘Ga weg!’, wil ze gillen.
In plaats daarvan schuilt ze voor de tijdelijke smetkroes van de oude en nieuwe
wijkbewoners en de uitwerking daarvan. Nu is alles nog koek en ei, maar het is
een kwestie van afwachten totdat een lokale burgeroorlog uitbreekt na een overloop
van onverwachte obstakels, blusbrandjes en opgekropte ergernissen. Thea zoekt
alvast dekking op neutraal terrein in eigen huis en haard. Het kan haar niet
schelen dat de wijkbewoners haar zonder uitzondering spottend nakijken en
elkaar vervolgens hoofdschuddend vinden tussen de veel te dure
eengezinswoningen die, of gloednieuw of flink in verkoopwaarde gestegen,
afsteken tegen het bejaarde pand van Bart en Thea dat de 100 allang gepasseerd
is. Toch heeft de antieke woning uit 1892 model gestaan voor de bouwstijl van
de hedendaagse wijk. De buurt is prachtig geworden. Veel smaakvoller dan Bart
en Thea ooit van nieuwbouw hadden durven hopen. Geen betonblokken, maar een
verzameling retrohuisjes uit overgrootmoederstijd. En het leed is bijna
geleden. Nog een paar puntjes op de i en ook de bouwvakkers zijn uit het
straatbeeld verdwenen. Hoewel de mannen van stavast in het begin van de
renovatie nog goed te verdragen waren van ’s morgens 7 tot een uur of 4 ’s
middags en alleen op werkdagen. Maar de uitstelwerkzaamheden beginnen nu te
dringen. Door de tweejarige pauze veroorzaakt door de crisis en helemaal zo
tegen het eind van de verbouwing. Het geld is allang op. Vandaar dat
onderaannemers schaamteloos goedkope, buitenlandse arbeidskrachten inkopen voor
de laatste loodjes. Om zonder extra kosten haast- en prutswerk en daarmee gedoe
te voorkomen. De smartlappen op Radio 100 procent NL worden al weken vervangen
door onverstaanbare liedjes in het Pools, Kroatisch of Roemeens en klinken
ineens ook tot laat in de avond op werkdagen en op zaterdag en zon- en
feestdagen door de pas aangelegde rood geplaveide verkeersheuvels in de buurt.
Een beetje teveel experimenteel arbeidsethos als iemand het Thea zou vragen.
Omdat het einde van de jarenlange innovatieve wijkbeleving in zicht is, lijkt
een eventuele klacht naar de gemeente
over overlast door zwartwerk en schending van de wettelijk vastgelegde
arbeidstijden echter aan de late kant. Bovendien hebben Bart en Thea inmiddels
zoveel behoefte aan een definitieve afronding van de buurtvernieuwing dat ze de
witte boordencriminaliteit maar voor lief nemen. Kroaten, Polen en Roemenen
moeten tenslotte ook de kost verdienen. Liever naar Nederlandse
arbeidsvoorwaarden of anders maar in hun eigen land, maar Bart en Thea hebben even
geen zin om de eeuwigheid uit te zitten die de gemeente na de foutmelding
ongetwijfeld wederom nodig zal hebben om een nieuw blik legale ZZP-ers ter
vervanging van de aller goedkoopste bouwvakkers van de Europese Unie open te
trekken.
Thea vraagt zich niet serieus af waarom Bink zijn
huis te koop heeft gezet. Ten eerste omdat ze geen zin heeft om hem aan te
spreken na hun laatste treffen, waarbij tevens ex-Pim en Jasmijn het voorgoed
verbruid hebben bij Thea. Ten tweede kan ze
de reden ook wel raden. Een hoerenkast in een achterstandswijk is wat
anders dan een escortservice in een sjieke buurt. Bink anticipeert op gezeik,
bezwaarschriften en protestbijeenkomsten van de nieuwelingen die momenteel nog
van marktwaarde voor hem zijn, omdat zij met de vestiging van hun kolonie de
vraagprijs van zijn huis de hoogte in hebben gejaagd. Die 400.000 euro moet
minstens een verdubbeling zijn van het oorspronkelijke aankoopbedrag. De nieuwe
wijk in het centrum van de stad is vandaag de dag de crème de la crème op woongebied.
En dat terwijl Thea zich nog als de dag van gisteren kan herinneren; dat de
gebruikte condooms en spuiten in de voortuin
rondslingerden; dat de politie kind aan huis was bij haar overbuurman;
dat elke debuterende pakketbezorger peentjes zweette tijdens zijn eerste rondes
in de voormalige achterstandswijk; en dat Melvin ’s
morgens bij haar in de keuken rondhing. Na zijn nachtdienst als Toyboy;
zoals achteraf zou blijken.
Thea heeft Melvin niet meer gesproken sinds haar
laatste bezoek aan het appartement van Jasmijn alwaar hij op een luxe matras in
de woonkamer alle ruimte in beslag nam om op te krabbelen van een pak slaag van
Islamitische homorammers. Hij moet inmiddels weer ter been zijn, maar Thea ziet
hem nooit meer rondhangen bij het huis van Bink. Laat staan dat hij op een
onverwacht moment nog bij haar in de keuken opduikt. Zoals vroeger. Ze mist hem
niet. Ze wil hem juist ver van zich vandaan weten. Ook in haar gedachten. Hij
moet maar opgaan in zijn homowereld waar zij niet thuishoort. Vreemd genoeg
denkt Thea nog wel vaak aan Moona Tahiri; een oud Huiswerksterkstudente en het
zusje van de verboden geliefde van Melvin; Aadam. Hun samenwerking werd door de
streng islamitische vader van Moona en Aadam beëindigd toen hem ter ore kwam
dat Thea eveneens in relatie stond met de vijand van zijn religie en de
levensbedreiging voor zijn zoon. Hij doelde op de vriendschap van Thea met de
homo Melvin. Een niet-moslima, zonder hoofddoek en met hoerige contacten was
teveel voor de getergde man. Thea mocht zijn dochter niet langer
Huiswerkbegeleiden. Weggevaagd werden de uren die Moona en Thea samen
doorbrachten in de bijkeuken aan de huiswerktafel. Alsof hun samenzijn niks had
voor gesteld. De wederzijdse sympathie stond ook dusdanig los van enige
religieuze beleving dat de bijbehorende hoofddoek van Moona na verloop van
ontelbare melige grapjes onzichtbaar werd. Wat overbleef was het aandenken aan
de kuiltjes in de wangen van Moona en de vrolijke twinkeling in haar zwarte
ogen tijdens de slappe lach naast de tastbare herinneringen op de vensterbank.
De hartvormige geurkaasjes, een gebloemde
perforator en een roze
plakbandrolhouder. Cadeautjes van Moona als dank voor Thea’s hulp bij
het eindelijk behalen van een voldoende voor meerkeuzevragen bij Nederlands
tekst verklaren.
‘Vergeet niet dat bij meerkeuzevragen altijd 2 vragen
pertinent fout zijn. Blijven er 2 over. Bij twijfel doe je iene, miene, mutte’,
had Thea haar aangeleerd.
Schitterend vond Moona het oudhollandse versje. Ze
gebruikte het te pas en te onpas:
‘Iene, miene, mutte,
10 pond
grutten,
10 pond kaas,
Iene, miene,
mutte,
Is de baas.’
Het koste Thea geen enkele moeite om Moona in haar
hart te sluiten. Het was vanzelf gegaan, terwijl ze zich bij haar oppaskind
Jasmijn altijd zoveel geweld aan had moeten doen om het geniale meisje om zich
heen te kunnen verdragen. Ze weet nu dat de moeilijkheid bij Jasmijn ligt. De
herinnering aan haar lijzige, veeleisende optreden alleen al maakt Thea na de
laatste confrontatie met Jasmijn direct onpasselijk. Het aandenken aan de
oppervlakkige verschijning van Melvin doet er nog een schepje misselijkmakend
drama bovenop. En dan laat Thea de lijmerige oom Bink met zijn louche praktijken
en haar halfbakken ex-partner Pimmetje nog buiten beschouwing. Vaker dan Thea
aan Bart wil toegeven wordt ze ’s nachts met een schok uit een koortsdroom
gerukt waarin zowel Jasmijn als Melvin haar zwijgend, maar verwachtingsvol benaderen. De ogen gretig en
de handen graaiend naar meer aandacht, geld en liefde. Thea stuurt ze door naar
Pim en Beau. Ze moeten ergens uithangen.
‘Ik wil jullie nooit meer zien’, bezweert Thea haar
oppaskinderen in de hardnekkige nachtmerrie.
Desondanks meent Thea onlangs een glimp op te hebben
gevangen van een schim van de vroegere mooiboy Melvin. Hij strompelde over de
markt in nog altijd dezelfde merkspijkerbroek die nu om zijn achterwerk
slobberde in plaats van dat de jeans strak op zijn bilpartij aansloot zoals
voorheen. Ze viel hem niet op, of toch wel half. Hij keek verstoord over zijn
schouder; precies op het moment waarop zij haar blik afwendde zonder zich te
realiseren wat ze nou eigenlijk gezien had. Of gevoeld. Want de connectie die
pleegmoeder Thea ooit met baby Melvin – haar Betuwe Fruitflipje – gelegd had,
was weer in de lucht geweest. Niet langer dan een seconde hing hij weer zwaar
in haar armen. Zijn warme lijfje nog naschokkend van zijn hartverscheurende
smeekbedes om zijn mama. De heimwee en zijn tranen hadden hem uit zijn slaap
gerukt. Zijn bezwete kopje rustte op haar schouders, terwijl hij verwoed op
zijn fopspeen sabbelde. Het kuifje van Betuwe Flipje kriebelde aan haar
linkeroor. Ze snoof een grote boodschap in de warme, zware luier die ze met
haar rechterhand omvatte op. Terzelfdertijd vraagt ze zich af waarom deze
flashback als een vleesmes in haar ziel snijdt, terwijl elk aandenken aan de
babytijd van Sabine en Walter als verzachtende zalf op de helende wond van haar
eigen kindertijd werkt. Thea weet wat het betekent om op te moeten groeien
zonder ruggensteun. Die ervaring deelt ze met Melvin en Jasmijn. Vandaar die
zuigende werking van hun beklagenswaardige aanwezigheid op haar mededogen
natuurlijk. Maar ook op de twijfel en groeiende terughoudendheid, want in haar
huidige leven met Bart en de kinderen ervaart ze dat onvoorwaardelijke
verbindingen pas echt kunnen doorstromen door geven en nemen en meer van dat
soort stroperige clichés die ondanks de zoetigheid meestal een kern van
waarheid in zich dragen. De gemiste kans uit haar jeugd, laat Thea op latere
leeftijd niet meer liggen. Melvin en
Jasmijn daarentegen lijken er alsnog voor te kiezen om elke helpende hand af te
slaan. Alsof ze koste wat kost willen blijven zwelgen in hun Calimerogedrag.
Wijsheid komt met de jaren, maar het leven is te kort om jeugdtrauma’s tot op
het bot te wreken en als Thea ziet hoe effectief haar eigen kinderen, in
tegenstelling tot Melvin en Jasmijn, hun emoties verwerken, dan mag ze best
trots op Bart en zichzelf zijn.
De levensvreugde van Walter werd dan ook niet
noemenswaardig lamgelegd door de verrassingsbezoekjes van meester Gijsbert in
groep 6. Omdat Walter mocht spijbelen van zijn ouders op de dinsdag
dat meester Gijsbert zijn juffrouw Marijke in groep 6 zou vervangen, herrees
hij snel uit zijn dipje. Mocht meester Gijsbert in de toekomst vaker voor groep
6 terugkeren, dan had Walter van zijn ouders de zekerheid gekregen dat hij
opnieuw illegaal van school mocht wegblijven. Dat hield dus in dat Walter zich
van zijn ouders ook niet - alleen uit leerplicht en met tegenzin - als een
ééndagsvlieg bij juffrouw Elsje in groep 1 en 2 hoefde te onderwerpen aan een
kleuterrégime. Want dat was de verdekte straf voor de afwijzing van meester
Gijsbert die de 9jarige Walter van hogerhand kreeg opgelegd door de toenmalige
directrice Willy Bakbruin en Jade de interne coördinatrice. Hierbij vergaten de
dames van De Wielewaaldirectie uit eigen belang
dat Walter naast leerplicht ook kinderrechten had. Er was geen ontkomen aan de aanwezigheid van meester
Gijsbert in groep 6 van De Wielewaal. Geen acceptabel alternatief voor Walter
op zijn basisschool. Noem dat maar geen
geschonden kinderrecht.
Meester Gijsbert verpersoonlijkte immers de boeman
uit de vroegste schoolherinneringen van Walter, waarmee hij om gegronde redenen
niet opnieuw herenigd wilde worden. En een makkelijke vluchtweg werd hem niet
bepaald aangeboden door Willy Bakbruin en Jade. Immers; een 9jarig kind voor
het gemak een dag op zijn oude kleuterjuf Elsje terugwerpen en tussen de
ukkepukjes in groep 1 en 2 dumpen, zodat het lastpakje ophoudt met piepen,
biedt natuurlijk geen bevredigende uitwijkmogelijkheid.
Niet zo vreemd dus dat Bart en Thea niet akkoord
gingen met de schooloplossing. Voor een geldboete van de onderwijsinspectie
wegens schending van de leerplicht, hoefden ze sowieso niet te vrezen, want
Willy Bakbruin en Jade hadden zelf boter op het hoofd en zouden derhalve bij
ongeoorloofde afwezigheid van Walter zo goed als zeker geen melding maken van
spijbelen. Waarom zichzelf in de staart te bijten?
Meester Gijsbert kwam overduidelijk niet officieel
een dagje op De Wielewaal opereren vanuit zijn functie als directeur van een
basisschool – Het Kansrijk – in een andere provincie van het land. Anders was
hij echt wel met een rode loper binnengehaald door zijn groupies op De
Wielewaal. Nee, zijn invaluren waren maar gekkigheid. Een bokkensprongetje van
directeur Gijsbert dat hem naast belachelijk ook niet langer meer van
aantoonbaar onbesproken gedrag bij de autoriteiten maakte; hetgeen Bart en Thea
op hun beurt weer een troef in handen gaf, waarmee de dreiging van een
klikmailtje naar de onderwijsstichting onveranderd in de Wielewaallucht bleef
hangen met de ouders van Sabine en Walter in de buurt. Niet gehinderd door het
mailverbod van Willy Bakbruin. Daarom moesten de bezoekjes van directeur
Gijsbert wel leukigheidjes blijven, waarmee de feestcommissie van De Wielewaal
uit onbenulligheid ook nog eens voorbij snelde aan de algehele sombere
onderwijsstemming in de media. Het primaire onderwijs bevindt zich al net zo
lang in zwaar weer als de wisselvallige oogst van het boerenland onder invloed
van de regelgeving van de Europese Unie. In dat licht ging het alle perken te
buiten dat de zogeheten druk bezette directeur van basisschool Het Kansrijk
even de ernst van de docentencrisis op de hak kwam nemen, door op zijn vrije
studiedag voor acht uur invallertje te spelen op De Wielewaal. Waarom? Enkel en
alleen omdat het onderkomen ego van voormalig invaller Gijsbert dringend een
opkikkertje van de dweperige opperouders van De Wielewaal nodig had. Ergo; de
verleiding van de nostalgie was zo groot geweest dat het kwaad al was geschied,
voordat Jade, Willy Bakbruin en meester Gijsbert doordrongen raakten van de
absurditeit van de reünie. Denkelijk was meester Gijsbert in de afgelopen 3
jaar van leiding geven aan Het Kansrijk nooit meer zo getapt geweest als bij de
opperouders in zijn overbruggingsjaar in groep 3 van De Wielewaal. Toentertijd.
En Walter, ach, het moeilijke kind had erbij gehoord. Zonder wrijving geen
glans. Hoe onbezorgd leek achteraf zijn tussenjaar als invaller in groep 3 op
De Wielewaal, want hoge bomen vangen veel wind. Gevolglijk hadden Willy en Jade
niet erg veel moeite hoeven te doen om directeur Gijsbert over te halen voor
hun ver gezochte concept om meester Gijsbert weer terug voor de klas op De
Wielewaal te halen.. Alleen al de voorpret over de opperouders die extatisch
zouden worden van een weerzien met de geweldenaar uit het glorierijk van
weleer, gaf het leidinggevende trio genoeg aanleiding tot implementatie van hun
ondeugende plannetje. Geef het volk brood en spelen en de uitvoering van het
idee was nog kosteloos ook, daar de geweldenaar zelfs nog bereid was gevonden
om extra reis- en lunchgeld toe te leggen op de belofte om weer eens als
vanouds onbezorgd in de schijnwerpers te kunnen staan! Al was het nog maar voor
één enkel keertje. Wie weet had hij daarom zelf ook wel de nodige balletjes
opgeworpen en aanzetjes gegeven om de directie van De Wielewaal aan de onzalige
ingeving te helpen. Iedereen tevreden, behalve Walter.
Bart en Thea gunden hun zoon zijn kwaadheid. Door
zijn woede te herbeleven, kon Walter de schooldemonen steeds makkelijker
bevechten. Daarbij moest meester Gijsbert wel uit de buurt blijven. Walter
hoefde de boeman niet tegen zijn wil onder ogen te komen. Dat stond voor
iedereen buiten kijf, behalve voor de interne coördinatrice Jade. Zij had nog
flink last van stuiptrekkingen nadat Bart en Thea hun eigen plan hadden
getrokken en doorgedrukt voor hun zoon versus meester Gijsbert. Eigenlijk had
Jade überhaupt de schurft aan Walter. Hij was immers dat pestventje bij wie het
door tegenwerking van de ouders maar niet lukte om de zorgplicht tarieven
onterecht op de ziektekosten verzekeraar te verhalen. Wat kon het die Bart en
Thea schelen waar het geld van het leerproces voor hun kind vandaan kwam? Van
volksgezondheid of van onderwijs? Zij
aten er thuis heus geen boterham minder om als Walter zich buitenschools liet
helpen met; een dyslexieverklaring, fysiotherapie, healingsessies, speciale
gym, meetings met lotgenoten en wat je allemaal nog meer via de ziektekosten
verzekeraar vergoed kreeg. Zo kon Wonderwilma in plaats van Walter een ander
hulpbehoevend kind onder haar hoede nemen en had de directie van De Wielewaal
weer een geldprobleempje minder.
Het ongastvrije protest van Bart en Thea tegen de
aanwezigheid van gastmeester Gijsbert in groep 6 had nog een gevolg dat Jade de
interne coördinatrice mogelijk nog dieper stak. De starheid van Walter en de
zijnen had twijfel weten te zaaien bij juffrouw Marijke. Uitgerekend bij de
gewoonlijk zo trouwhartige dienster van de interne coördinatrice. Jade dreigde
de onvoorwaardelijke steun van juffrouw Marijke te verliezen. Waar bemoeide die
tirannieke Thea zich mee? Ze moest juist dankbaar zijn dat zo’n icoon als
meester Gijsbert zijn kostbare vrije tijd aan de kinderen van zijn voormalige
groep 3 op wilde offeren. Hoe durfde de moeder van Walter kritiek te hebben op
het onbesuisde plannetje van Willy Bakbruin en hare majesteit haarzelf? Door de
grote schuld van Thea kon juffrouw Marijke het niet langer voor zichzelf
goedpraten om haar schoolvoorbeeld Jade,
voor het eerst na jarenlange samenwerking, niet langer volmondig gelijk geven.
Bij nader inzien vond juffrouw Marijke
meester Gijsbert eigenlijk ook niet de moeite waard. Ze was met de
ophef rond zijn persoon meegegaan op
commando van Jade, zonder te begrijpen, geloven of zelf te zien. Nu de ouders van Walter haar echter met de neus
op de feiten hadden gedrukt, zag juffrouw Marijke niet in waarom ze Thea af zou
moeten vallen, alleen maar om Jade een plezier te doen. Juffrouw Marijke mocht
dan wel niet al te snel zijn op sociaal gebied, ze was ook geen hielenlikster.
Wel behoudend. Vanuit hetzelfde rechtvaardigheidsgevoel waarmee ze Jade afviel;
sprong ze nou ook weer niet frank en vrij op de barricades voor Thea. De
standpunten van juffrouw Marijke moesten wel veilig in het midden blijven,
waardoor er van buitenaf bekeken weinig aan de hand leek. Toch sprong Jade
bijna uit haar vel door de terughoudendheid van juffrouw Marijke.
In die licht ontvlambare gemoedstoestand kwam de
interne coördinatrice Jade op een middag de klas van juffrouw Marijke binnen,
nadat meester Gijsbert alweer lang en breed was afgedropen. Terug naar Het
Kansrijk in een ander deel van Nederland. De kinderen hadden tekenles en Walter
zat verwoed te krassen op zijn verbeelding van een monstertruck. Jade stevende
linea recta op het bankje van Walter af. Hij zat - in zijn eentje - in een twee
persoonsbankje en vooraan in de klas. In eerste instantie merkte hij de
aanwezigheid van Jade totaal niet op. Pas toen het postuur van de interne
coördinatrice zijn kunstwerk in wording overschaduwde als een wolkendek dat het
zonlicht verduisterde, kantelde hij als de wiedeweerga zijn tekenblad.
Huiverend keek hij vervolgens naar omhoog in het geniepige gezicht van Jade de
interne coördinatrice. De sluwe ogen half geloken. Walter zou gezworen hebben
dat er bloed uit haar afhangende mondhoeken droop.
‘Wat ben jij fijn aan het tekenen, Walter?! Laat eens
zien wat je gemaakt hebt?!’, toeterde ze in het oor van Walter met een schuine
blik naar juffrouw Marijke die op haar verhoging achter haar lessenaar zat en
afgeleid over de rand van haar leesbril keek.
Dit tafereel leek wel door Jade geïnitieerd met de
bedoeling om haar goede intenties voor het oog van juffrouw Marijke te
opwaarderen. Heus, Jade hield af en toe best meer van kinderen dan van mannen
van het type directeur Gijsbert. Als het haar uitkwam. Zelfs Walter had een
plekje in haar interne coördinatricehart. Ze ging echt niet alleen voor de
bolleboosjes van haar plusgroep. Hoewel de reactie van Walter wel weer tekenend
was. Niet verwonderlijk dus dat het schouwspel niet zo idyllisch verliep als
vooropgezet door Jade. Eigenlijk had ze kunnen voorspellen dat Walter direct in
de verdediging zou schieten. Wederom voldeed de lastpak niet aan het beeld van
de gemiddelde basisschoolleerling. Met vlakke handen en gespreide vingers op de
rug van zijn tekenblad beschermde hij zijn privacy. Jade balde haar vuisten en
vroeg nogmaals, zij het dit keer een stuk minder lieflijk:
‘Laat eens zien wat je gemaakt hebt, Walter?’
Walter zei niets, maar zijn hoofd liep rood aan van
de druk die hij met zijn handpalmen op de achterkant van de platliggende
tekening zette. Ongeduldig porde Jade de schouder van Walter met de bedoeling
om beweging in zijn starre houding te krijgen. Vanaf dat moment trad er een
omwenteling op ten aanzien van het voorvalletje vooraan in het lokaal en hadden
Walter en Jade de onverdeelde aandacht van ongeveer een 25 koppig publiek.
Behoedzaam, maar door de beladen stilte toch nog gehorig, daalde juffrouw
Marijke van de verhoging af, terwijl ze haar leesbril van haar neus nam. Ze
kwam naast Jade staan die ziedend van ingehouden woede haar best deed om geen
misdrijf te begaan. Feitelijk was ze door de bitse zwiepjes tegen de schouder
van een kind van 9 haar boekje als interne coördinatrice van een basisschool al
ver te buiten gegaan. Gelukkig kon ze op de loyaliteit van juffrouw Marijke
rekenen. Mocht ze aangesproken worden door iemand van de inspectie of door
directrice Willy Bakbruin op haar handtastelijkheden dan konden de ooggetuigen
uit groep 6 zich best één keer massaal vergist hebben. Helaas zou die
liegvlieger geen tweede keer opgaan. Resteerde nog het woord van driftkikker
Walter tegen dat van de onbeheerste interne coördinatrice Jade. Om
geloofwaardig te blijven kon Jade het zich niet veroorloven om zich verder
laten kennen. Toch viel de verleiding bijna niet te weerstaan. De handen van
Jade jeukten. Juffrouw Marijke was niet ongevoelig voor haar tweestrijd en deed
wat ze kon om het gezicht van de interne coördinatrice te redden:
‘Walter ik vind dat je erg boos doet. Ik wil dat je
nablijft, zodat je weer rustig wordt.’
Verongelijkt zakte Walter achterover in zijn stoel.
In een reflex trok hij zijn handen van zijn tekenblad en haakte de vingers bij
wijze van stil protest boven op zijn kruin ineen. Hiermee gaf hij Jade
onbedoeld vrij spel. Gretig griste ze het kunstwerk van het bankje. Ze nam een
paar seconden de tijd om de getekende monstertruck te ontcijferen. Ze gaf een
teleurgestelde indruk. Misschien had ze zwevende hakenkruisen of ejaculerende
piemels verwacht. Alsof ze zich ontdeed van een vieze vaatdoek overhandigde ze
het vel papier tussen duim en wijsvinger aan juffrouw Marijke die de tekening
met plaatsvervangende schaamte voor het gedrag van haar collega in veiligheid
bracht tussen een stapel paparassen op haar lessenaar. Spottend bezag Jade het
eigen initiatief van haar volgelinge. Het was niet de bedoeling dat Marijke
spontaan zelf nadacht. Een kritische noot van Jade in de richting van juffrouw
Marijke kon dus ook niet uitblijven:
‘Deze respectloze opstelling kan gewoon echt niet
Marijke. Walter sleurt met zijn asociale gedrag de hele groep met zich mee.’
Althans die woorden meende Walter later opgevangen te
hebben. Hij zou ze zelf onmogelijk verzonnen kunnen hebben op zijn leeftijd.
Toch ontkende juffrouw Marijke bij navraag in alle toonaarden dat Jade iets
dergelijks over Walter tegen haar gezegd zou hebben. En al helemaal niet in ten
overstaan van alle kinderen van groep 6. Thea twijfelde niet eens. Ze wist
meteen dat juffrouw Marijke haar staalhard stond voor te liegen om Jade tegen
zichzelf te beschermen. Termen als ‘respectloos’, of ‘asociaal’ en
uitdrukkingen als ‘sleurt de hele groep met zich mee’ maken normaliter geen
onderdeel uit van de woordenschat van een 9 jarig kind. Zeker niet van een 9
jarig kind met de naam Walter dat door Jade van taalarmoede verdacht werd. Zo’n
jongetje kon dan misschien de schijn van dyslectie nog wel wegpraten, maar
sprak zeker geen toepasselijke docententaal. Dat wist juffrouw Marijke net zo
goed als Thea. De gevolgen voor het vermeende respectloze gedrag van Walter
waren dan ook miniem geweest. Voor straf had juffrouw Marijke hem na de lessen
het lokaal laten vegen en was meteen ontroerd door de onbevangen en welwillende
opstelling van het kind. Walter wilde graag weten wat hij precies verkeerd had
gedaan. Juffrouw Marijke vond dat Walter in het vervolg best minder heethoofdig
kon proberen te reageren, maar eigenlijk moest ze hem het antwoord schuldig
blijven. Elke vakkundige docent krijgt een leerling op een verantwoorde manier
over welke streep dan ook. Misschien lag de schuld in deze kwestie dan toch bij
Jade?
‘Jade bedoelt het goed’, vond juffrouw Marijke.
Hoe vaak was Thea nou al om haar oren geslagen met de
goede bedoelingen van iedereen die zich het recht toe-eigende om wat op haar
kinderen aan te merken? Als een doekje voor het bloeden. Alsof Thea, Bart en de
kinderen zich in het dagelijkse leven alleen maar lieten motiveren door slechte
intenties en daarom goedhartigheid bij een ander niet zouden kunnen herkennen
of waarderen! Net als alle deugmensen
nam Thea zich even goed iedere dag voor om zich van haar beste kant te
laten zien. Tegen het middaguur was ze meestal al bekomen van haar nobele streven door telkens
weer nieuwe onvoorziene obstakels op haar levenspad. Toch ondernam ze nog een vruchteloze poging om juffrouw
Marijke deelgenoot te maken van haar belevingswereld in de hoop het schoolleven
voor Walter in groep 6 niet nog verder te bemoeilijken. Daarbij probeerde ze
Jade zoveel mogelijk buiten schot te houden om te voorkomen dat juffrouw
Marijke zich door Thea gedwongen zou voelen om een collega af te vallen voor
een ouder. Niet eens een opperouder! In een verloren kwartiertje op een
doordeweekse dag mocht Thea haar verhaal doen in een kinderstoel tegenover
juffrouw Marijke. Ze had haar troon achter haar lessenaar op de verhoging
vooraan in het lokaal van groep 6 strategisch tegenover Thea opgesteld. Bij
behoefte aan oogcontact tijdens het gesprek, mocht de ouder naar haar opkijken.
Graag of niet. Juffrouw Marijke luisterde wel aandachtig en welwillend. De
handen met gemanicuurde maar ongelakte nagels plat op de knieën en het hoofd
een beetje schuin alsof ze af en toe wat onzichtbare, afgedankte herseninhoud
leegde via haar linkeroor om plaats te maken voor nieuwe input door de rechter
gehooringang. Haar gedachten lieten zich raden door de illustratieve
gezichtsmimiek van juffrouw Marijke gedurende het hele verhaal van Thea.
Het dossier van Walter begon bij Merel van de
peuterspeelzaal in de achterstandswijk waarin de kinderen van Bart en Thea
opgroeiden. Peuterleidster Merel was er van overtuigd geweest dat de 3jarige
Walter autistisch was. Een jaar later had ze zelfs de brutaliteit gehad om dat
vermeende autisme van peuter Walter met de interne coördinatrice - Jade van De Wielewaal – tijdens een
telefonisch contact - te bespreken buiten medeweten van Bart en Thea. Walter
was bijna jarig en zou dus 4 jaar worden. Dan was hij peuter af en zou de
speelzaal inruilen voor de basisschool. Peuterspeelzaalleidster Merel vond dat
Walter het beste op zijn plaats was als kleuter op Het Kleurenpalet. Bart en
Thea gingen ervan uit dat Walter na zijn vierde verjaardag zou worden
toegelaten op De Wielewaal.
Het Kleurenpalet – de basisschool die de voorkeur van
peuterspeelzaalleidster Merel had -was een multiculturele basisschool die wel
24 verschillende nationaliteiten telde. Dat liet zich nog luisterrijker
aanhoren dan een sprookje, want in werkelijkheid was Het Kleurenpalet een
eufemisme voor een ‘zwarte’ basisschool. Alles wat nog aan het
leerlingenbestand ontbrak waren de nodige welvarende bleekscheten. Liet
leidster Merel van peuterspeelzaal ‘De Kleine Beer’- direct verbonden aan
basisschool Het Kleurenpalet uit dezelfde wijk – uitgerekend een zwak voor
Walter ontwikkeld hebben. Hoewel Bart en Thea eerder aan een obsessie dachten.
Maar afgezien van de bemoeizuchtige peuterspeelzaalleidster Merel, wilden ze
sowieso met hun kinderen weg van de zwarte wijkschool, want het 1 jaar oudere
kleuterzusje van Walter -Sabine - had al een jaartje van de sfeer op Het
Kleurenpalet mogen proeven. Hoe internationaal georiënteerd het docententeam op
de multiculturele basisschool ook pretendeerde te zijn, Sabine moest vaker dan
haar ouders lief was het onderspit delven voor de islamitische meerderheid.
Bovendien werd peuter Walter op de speelzaal die bij Het Kleurenpalet hoorde, -
de Kleine Beer - steevast in het voordeel van zijn moslimvriendjes als een ‘wit
achterbuurtkind en straatvechtertje’ weggezet. Behalve wanneer witte,
bevoorrechte wijkbewoners, voor de goede sier, de proef op de som kwamen nemen
op de Kleine Beer of Het Kleurenpalet, omdat ze dat aan de menslievende
reputatie in hun betere kringen verplicht waren. Voor de gelegenheid moest de
vermeende autist Walter dan tijdelijk in de perfecte zoon van het superstel
Bart en Thea transformeren. Die voorbeeldige witte familie met ook nog een
vijfjarige wenskleuterdochter die al een
schooljaar lang in groep 1 van de zwarte basisschool Het Kleurenpalet zat te
integreren. Dat ging best. Dus neemt allen een voorbeeld aan de voorvechters
van een illusie! Dat alle witte kinderen uit de buurt nu maar gauw, gauw op de
dichtstbijzijnde zwarte school in een achterstandswijk ingeschreven mochten
worden naar het ideaalbeeld van Bart, Thea en hun kroost! Hoop doet leven.
Alleen kozen de witte en zwarte welgestelde ouders aan het einde van de
basisscholenoriëntatiereis desondanks massaal definitief niet voor Het
Kleurenpalet, waar niemand meer exclusief kon en mocht zijn.
Ondertussen sloot de directrice van Het Kleurenpalet
– oftewel Sarah – haar ogen voor de realiteit van de toenemende segregatie door
het schrille contrast tussen witte en zwarte basisscholen in Nederland. Ze deed
loze beloftes tot het opwaarderen van de status van Het Kleurenpalet in de
omringende stimuleringswijk. Beloftes die ze niet kon nakomen en die zich
lieten herleiden tot de afwachtende houding van directrice Sarah die haar
eigenlijke standpunt verried, namelijk:
‘We zien wel en alles komt heus vanzelf op z’n
pootjes terecht.’
Begrijpelijk dat Bart en Thea het vertrouwen in een
zogenaamde vooruitstrevende visie op integratie op de basisschool van
directrice Sarah begonnen te verliezen. Er was geen oog voor de verstikkende
invloed van de dominante moslimmeerderheid op Het Kleurenpalet. Toch was
directrice Sarah best bereid om zich in de problematiek van het welvarende,
witte stel op haar zwarte school te verdiepen. Op voorwaarde dat naast Sabine,
ook Walter in de nabije toekomst op Het Kleurenpalet ingeschreven zou worden.
Alleen met die garantie viel de levensvisie van Bart en Thea, wat directrice
Sarah betreft, ook nog wel in de smeltkroes
op haar brede school van 24 nationaliteiten te proppen. De frustraties van
het echtpaar met de zogeheten positieve discriminatie en politieke correctheid
van het team van Het Kleurenpalet snapte directrice Sarah immers als geen
ander. Als het haar uitkwam. Wat kon een beetje meelullen nou kwaad? Pappen en
nat houden. Zeker als daar tenslotte zieltjes mee te winnen vielen.
Welk weldenkend mens verbindt er nou voorwaarden aan
rechtvaardigheid? Reden temeer voor Bart en Thea om alsnog met beide kinderen
naar een volgende basisschool te vluchten die qua loopafstand net zo ver van
huis lag als Het Kleurenpalet. Zo viel de keuze op De Wielewaal. Een witte
basisschool net buiten de wijk. Ondanks de tegenwerking van Jade – de interne
coördinatrice van De Wielewaal - en dankzij de bemiddeling van de toenmalige
directeur: Peter Langveld. Hij moet een
aanklacht tegen Jade de interne coördinatrice boven zijn Wielewaal hebben zien
hangen. Schending van de privacyrechten van de mens en dus ook van een het
kind. Walter in dit geval. Directeur Peter wist het onheil af te wenden door
Bart en Thea serieus te nemen en zich in de kwestie Het Kleurenpalet versus De
Wielewaal te verdiepen. Het echtpaar diende nog wel een officiële klacht tegen
de peuterjuffrouw Merel van peuterspeelzaal De Kleine Beer in, omdat zij
vertrouwelijke informatie over Walter; toen amper een kleuter, had doorgespeeld
en besproken met Jade.
Jade de interne coördinatrice van De Wielewaal ging
vrijuit. Onterecht, want ze was wel degelijk medeplichtig. Bart en Thea had ze
ten tijde van haar telefonische overleg met de peuterjuf van De Kleine Beer nog
nooit eerder gezien of gesproken. Toch beschikte ze over uitgebreide voorkennis
over Walter. Ze moet dus wel met Merel
de peuterspeelzaalleidster aan de telefoon over de kleuter Walter geroddeld
hebben. Tot in de details. Hoe amateuristisch kun je zijn? Vermoedelijk had ze
zich daarbij zelfs laten beïnvloeden door de hersenspinsels van peuterjuf Merel
vanuit de stelregel:
‘Waar rook is, is vuur’.
Een in steen gegrift vooroordeel dat Jade de interne coördinatrice
daarna nooit meer van zich af heeft weten te schudden. Maar dat is kennis
achteraf. Aanvankelijk leek Jade de interne coördinatrice van De Wielewaal in
de ogen van Bart en Thea te onnozel voor woorden. Dus besloot het echtpaar Jade
de interne coördinatrice van de Wielewaal, in tegenstelling tot peuterjuf
Merel, niet aan te klagen voor inbreuk
op de privacyregels. Te meer daar het nogal onverstandig leek om meteen kwaad
bloed te zetten op De Wielewaal; de nieuwe basisschool van hun kinderen.
Juffrouw Marijke maakte een haltteken met een vlakke
hand in de lucht alsof ze op adem moest komen van het verhaal van Thea. Ze liet
haar wangen een beetje opbollen. Zo van:
‘Poeh, poeh.’
Daarna ging het wel weer en plaatste ze haar hand terug
van waar hij omhoog gekomen was. Op haar rechterknie. Zo bleef onbeweeglijk
zitten wachten op het vervolg. Dus ze was wel geboeid, hetgeen de
posttraumatische stress, die bij Thea optrad door de herbeleving van de
verhaalde gebeurtenissen, toch min of meer draaglijk maakte. Desondanks wilde
Thea het pijnlijke proces van de herinneringen zo snel mogelijk doorleven.
Tegelijkertijd haastte ze zich met de bedoeling om langdradigheid voor juffrouw
Marijke te voorkomen. Het zou de aandacht maar van Walter afleiden. Zodoende
kwam ze al gauw bij Marloes terecht. Juffrouw Marijke kende Marloes wel. Ze was
de moeder van Lennart uit groep 7.
‘Klopt, maar Marloes is ook logopediste en in groep 1
en 2 was zij de taaljuf van Walter. Volgens Merel, een peuterjuf van de
toenmalige speelzaal van Walter, kampte onze zoon met een spraakgebrek. Hij
praatte weliswaar binnensmonds en soms een beetje nasaal, maar Bart en ik
dachten dat die schoonheidsfoutjes wel zouden wegtrekken in de loop van de
tijd. Merel bleef echter maar doordrammen. Volgens haar klopte er iets niet met
Walter en om van haar gezeur af te zijn, leek logopedie voor mijn kind nog de
meest onschuldige remedie tegen het constante gemuggenzift van de opdringerige
peuterjuf. Zo kwam ik bij de logopediepraktijk van Marloes terecht. In het
eerste jaar was ze gehuisvest in een activiteitencentrum, maar al snel kon
Marloes de huur niet meer ophoesten en hield ze praktijk aan huis. Ze liet
Walter en mij opdraven als het haar uitkwam. Anders gezegd; Walter was welkom zodra
taaljuf Marloes weer eens om klantjes verlegen zat en geld te kort kwam.’
‘Nou, nou, dat zijn nogal zware beschuldigingen. Dat
kun je vast niet hard maken!?’, vond juffrouw Marijke verwijtend.
‘Nee, helaas kan ik niets bewijzen, maar ik weet wel
zeker dat ik gelijk heb. Helemaal toen Walter plaats moest maken voor Gerben.’
‘Je bedoelt Gerben uit mijn klas?’, vroeg juffrouw
Marijke defensief.
‘Ja, ik bedoel Gerben uit jouw klas. Walter – mijn
zoon – zit trouwens ook in jouw klas!’
‘Ja, en?’
‘Omdat je in de verdediging schiet.’
‘Je valt een kind uit mijn klas aan Thea!’
‘Ik val geen kind uit jouw klas aan. Ik noem een kind
uit jouw klas. Dat is niet hetzelfde.’
‘Nou vooruit dan’, gaf juffrouw Marijke met tegenzin
toe.
Thea schraapte haar keel alvorens ze verder van leer
trok:
‘In zijn kleutertijd moest Walter van de ene op de
andere dag plaats maken voor Gerben. Dus werd hij zolang naar fysiotherapie
gestuurd op voorspraak van Marloes. En wat doe je dan als ouders? Je volgt
braaf het advies op van een expert. Al vroeg Pleuni; de fysiotherapeute, zich
al vrij snel af wat Walter bij haar in de praktijk verloren had. Zijn motoriek
was niet goed, maar ook niet slecht. Walter wist van aanpakken en uiteindelijk
kon hij alles aan lichamelijke inspanningen leveren wat van een gemiddeld kind
van zijn leeftijd verwacht werd. Desondanks zette ik door. Walter bleef Pleuni,
samen met mij natuurlijk, wekelijks consulteren. Totdat de 10 logopedielessen
van Gerben uit het standaardpakket van de ziekenkostenverzekeraar bij taaljuf
Marloes gedaan waren. De consulten van Gerben werden dus niet meer vergoed door
de ziektekostenverzekering. Dit verzin ik niet, maar dit heeft Marloes mij in
haar oneindige arrogantie als reden voor het vertrek van Gerben opgegeven.
Enfin, dag Gerben. Toen kon Walter ineens weer wel terecht bij Marloes en had
Pleuni het nakijken. De vele logopediesessies van Walter werden door onze
ziektekostenverzekeraar namelijk wel onverminderd doorbetaald. Zoals trouwens
ook de fysiotherapie. Walter heeft het basispakket van 10 logopedielessen al
wel 10 keer doorstaan. Daarvoor betalen Bart en ik ons dus maandelijks blauw
aan de schandalig hoge premies voor onze topfit ziektekostenverzekering. Wisten
wij veel dat Walter hoofdzakelijk daarom, en niet vanwege zijn vermeende
gecompliceerde spraakgebrek, ruim 3 jaar lang bijna wekelijks logopedielessen
gevolgd heeft bij Marloes. Met onderbreking van de periodes waarin Marloes -
voor de doorloop en om in de running te blijven
- ook eens andere dringende klantjes voor moest laten gaan. En je mag
mij simpel vinden Marijke, maar weet je wat ik me dan afvraag?’
‘Nou?’, drong juffrouw Marijke gefascineerd aan.
‘Als het spraakgebrek van Walter dan zo dringend
verholpen moest worden als Marloes, Merel en anderen beweerden, waarom werd hij
dan te pas en te onpas van logopedie afgehaald en op fysiotherapie gezet?’
‘Volgens mij gaan een zwakke motoriek en een
spraakgebrek vaak samen?’
Juffrouw Marijke was ook niet helemaal zeker.
‘Ja, maar volgens Pleuni was de motoriek van Walter
helemaal in orde. Ze stelde wel vast dat hij waarschijnlijk nooit tot een prof
voetballer zou uitgroeien, maar daar kunnen Bart en ik wel mee leren leven. De
toenmalige kleuterjuffrouw Elsje van Walter uit groep 1 en 2 moest nog zo
smakelijk lachen om de diagnose van Pleuni de psychotherapeute. ‘Hier is anders ook niks mis’, roemde
juffrouw Elsje de mentale vermogens van Walter niet voor het eerst, terwijl ze
tegelijkertijd het bekende gebaar met haar wijsvinger tegen haar slaap maakte.
Toch was juffrouw Elsje min of meer deelgenoot aan de
kostbare en intensieve logopedielessen van Walter en ging uit gebrek aan
ruggengraat mee in de uitbuiting van mijn kind onder het motto:
‘Baat het niet, dan schaadt het niet!’
Totdat ik eindelijk achterdochtig werd. Toen was de
maat ineens snel vol. Marloes vond dat Walter niet langer te helpen was. Vooral
omdat ze aanvoelde dat ik het helemaal had gehad met het heen en weer geschuif
van Walter om plaats te maken voor kinderen die kennelijk zomaar plotseling
belangrijker werden dan mijn zoon. Ook was ik het zat om dagelijks getuige te
moeten zijn van het gedweep van Marloes met andere ouders op de speelplaats en
in de gangen van De Wielewaal.’
‘Hoe dat zo?’, vroeg juffrouw Marijke verward.
‘Haar zoon Lennart zit toch ook hier op school? Bij
Sabine in de klas zelfs.’
‘Ja, je kunt Marloes niet kwalijk nemen dat ze haar
zoon belangrijker vindt dan Walter’, meende juffrouw Marijke totaal misplaatst.
‘Dat neem ik haar ook niet kwalijk, maar ik verwijt
haar wel dat ze Walter als niet meer dan een vanzelfsprekende, onuitputtelijke
geldbron behandelde. Hoewel ze voor de vorm sporadisch de logopedische
vorderingen van Walter op de bonnefooi in samenspraak met juffrouw Elsje evalueerde. Zonder mijn
medeweten vooraf of toestemming! En aan Bart werd al helemaal niets gevraagd.
Op een gegeven moment hadden Marloes en juffrouw Elsje samen bepaald dat Walter
naar een KNO-arts moest. Bart en ik waren woedend.’
‘Waarom?’ vroeg juffrouw Marijke daas.
‘Moet je dat nog vragen?’
‘Ja, eigenlijk wel’, bekende juffrouw Marijke
schaamteloos.
Zie hier het schoolvoorbeeld van beroepsdeformatie in
combinatie met kinderloosheid en een
vrijgezellenbestaan.
‘Wij bepalen als ouders zelf wel wanneer wij het
nodig vinden om een KNO arts te consulteren. Trouwens hoe zou Marloes het
gevonden hebben als ik de vorderingen van haar zoontje Lennart met Elsje
besproken zou hebben?’
‘Waarom zou je, jij bent toch geen logopediste?
Trouwens, wij mogen toch wel adviseren?’
Juffrouw Marijke was niet expres tegendraads. Ze was
gewoon niet zo goed in staat om zich in de gevoelswereld van Thea in te leven.
Voor Thea reden om extra aanschouwelijk op haar strepen te gaan staan.
‘Wie zijn wij?’
‘Docenten van De Wielewaal.’
‘Marloes is een logopediste.’
‘Klopt.’
‘Dus geen docente van De Wielewaal.’
‘Ja, maar Elsje wel.’
‘Ja, maar Marloes niet!’
‘Maar ze mag toch adviseren?’
Thea begon moedeloos te worden van de kortzichtigheid
van juffrouw Marijke en om haar geduld niet te verliezen nam ze zich voor om de
rode draad vast te houden en helder te blijven door elke nuancering tijdens het
verdere verloop van de conversatie te mijden.
‘Ja, en dat mag ik toch vervelend vinden.’
‘Tuurlijk.’
‘Dankjewel.’
‘En toen?’
‘Waar was ik gebleven?’
‘Bij de KNO-arts’.
‘O ja, professor dokter Speknek.’
‘Wat een naam’, gniffelde juffrouw Marijke.
Thea liet haar maar in de waan over de naam van de
KNO-arts die in werkelijkheid professor dokter Spek heette. Hij had een
onuitwisbare indruk op haar gemaakt als een vlezige, onuitstaanbare blaaskaak
met; een speknek; een hitsig zwak voor piepjonge doktersassistentes; en een
publiekelijke hekel aan kleine jongetjes.
‘De reden waarom Walter nasaal praat zou dus volgens
die professor dokter Speknek te wijten zijn aan teveel ruimte bij zijn
neusamandelen. Hieraan zou Walter op den duur geopereerd moeten worden.
Tenminste als zijn neusschot niet uit zichzelf in de loop van zijn kinderjaren
dicht zou groeien. Dat was ook een mogelijkheid. Omdat Walter pas 5 jaar was,
kon Speknek op dat moment nog geen toekomstvoorspellingen doen.’
‘Sinds wanneer praat Walter nasaal? Ik vind dat hij
hartstikke duidelijk praat. En luid’, lachte juffrouw Marijke.
Het hart van Thea deed een vreugdedansje. Dat was het
voordeel van rechtlijnige, mensen zoals juffrouw Marijke. Ter zake, nuchter en
direct.
‘Laat het Speknek en Jade maar niet horen. Hij praat
ook vaak zeker?’, grijnsde Thea.
‘Praat me d’r niet van!’
‘Nou, dan is zijn neusschot kennelijk toch vanzelf
dichtgegroeid.’
‘Ja, ik hoor niks bijzonders verder.’
‘Achteraf maar goed dus dat we zijn
spraakontwikkeling uit machteloosheid op z’n beloop hebben gelaten en
uiteindelijk niet meer terug gegaan zijn voor de geplande vervolgconsultaties bij Professor dokter
Speknek. Walter is nog wel getest op zijn taalontwikkeling met behulp van een intelligentietoets.’
‘Zeker een hoge score?’
De retorische vraag deed Thea nog net niet op haar
knieën op de grond van het lokaal van groep 6
vallen om de onderwijzeres met een golvend bovenlichaam en armbewegingen
van de hemel naar de aarde en weer terug te eren voor de juiste inschatting van
haar kind. In het kader van het behoud van de normale omgangsvormen was het
maar goed dat Thea zich Godzijdank wist te beheersen en naar behoren ingetogen
antwoordde:
‘Ik geloof het wel en daarom waren Bart en ik ook zo
verbaasd over het oordeel van meester Gijsbert.’
‘Oordeel?’
Juffrouw Marijke liet haar nek tussen opgetrokken
schouders verdwijnen, waarop ze spontaan een driedubbele kin bij zichzelf
creëerde. Daarbij fronste ze haar wenkbrauwen. De hardblauwe ogen bolden bijna
uit haar diepe oogkassen. Normaliter was Marijke geen onaantrekkelijke oude
vrijster, maar deze lichamelijke expressie van onbegrip flatteerde haar niet.
De neiging om juffrouw Marijke hierop te wijzen in het geval van een eventuele
toekomstige geliefde, onderdrukte Thea.
‘Meester Gijsbert dacht dat Walter een rugzakje nodig
had!’
Juffrouw Marijke moest even slikken en gaan verzitten
om deze onzin enigszins te kunnen verteren, maar ze gaf geen commentaar. Wel
wilde ze weten waarom Bart en Thea niet met hun klachten over de verkeerde inschatting
van hun zoon door meester Gijsbert op Jade de interne coördinatrice van De
Wielewaal waren afgestapt. Precies in de
lijn van haar praktische instelling was de gang naar Jade volgens juffrouw
Marijke de enige juiste weg:
‘Jade is de interne-coördinatrice van De Wielewaal.
Ze is aangenomen om interne klachten te behandelen. Bovendien is ze ook
zorgcoördinator.’
De toegenegenheid van juffrouw Marijke voor de
interne coördinatrice weerklonk in haar woorden. Collegialiteit bleef een
heikel punt. Thea moest voorzichtig zijn.
‘Bart en ik zijn in het begin ook op Jade afgestapt
met een klacht, maar zij koos eenduidig partij voor meester Gijsbert. Ze liet
ons nog wel weten dat ze het erg vervelend voor ons vond dat onze
verstandhouding met meester Gijsbert zo onprettig tot een eind was gekomen. Dus
wij - ouders - dienen een klacht in bij de interne
coördinatrice van de basisschool van onze kinderen en de respons die we krijgen
is vervelend. Sindsdien kunnen Bart en ik
niet meer zo goed met Jade overweg.’
‘Wat raar, zo ken ik Jade helemaal niet’, beweerde
juffrouw Marijke.
‘Hoe niet?’ vroeg Thea afgeleid.
‘Als iemand die partijdig is.’
‘Bart, de kinderen en ik dus wel. Daarom heb ik op
een gegeven moment uit wanhoop maar met de vertrouwensarts van De Wielewaal
gebeld. Jojanneke is haar naam.’
Juffrouw Marijke luisterde niet meer. Ze bleef nog
wat langer bij Jade stil staan:
‘Je kunt niet iedereen even aardig vinden!’, besloot
ze.
‘Nee, en je kunt ook niet door iedereen aardig
gevonden worden’, brieste Thea.
‘Nee’, bekende juffrouw Marijke stuurs en kort maar
krachtig .
‘Weet je wel dat jouw fantastische Jade achter mijn
rug om van Jojanneke heeft geprobeerd te ontfutselen welke geheimen ik de
vertrouwensarts Jojanneke precies toevertrouwd had? Het is haar nog gelukt ook.
Lekker betrouwbaar zo’n vertrouwensarts. Zullen we het aandeel van jouw
vriendinnetje Jade dan maar weer vergoelijken?!’
Bij nader inzien kon de vriendschap tussen Jade en
Marijke haar gestolen worden. Waarom zou Thea zich in moeten houden uit
consideratie met van die gedeformeerde schoolfrikken? Kijk juffrouw Marijke nou
eens haar lippen tuiten alsof ze de aantijgingen aan het adres van de interne
coördinatrice kon minimaliseren met een;
‘Tuttuttuttut.’
‘V e r t r o u w e n s a r t s’, beklemtoonde Thea
nog maar eens voor de duidelijkheid, om na een adempauze te vervolgen:
‘En dan nog wat…Jade wil Walter een
dyslexieverklaring aanpraten.’
Eindelijk had juffrouw Marijke een aanleiding om haar
vriendinnetje Jade tegen tirannieke Thea in bescherming te nemen.
‘Nou, ik weet niet of dat een kwestie van aanpraten
is. Je kunt Walter toch gewoon laten testen?’
‘Ja, dat kan, maar Bart en ik kunnen er ook voor
kiezen om Walter niet te laten testen. En juist die beslissing respecteert Jade
niet.
‘Ja maar, dit alles geeft Walter nog niet het recht
om Jade disrespectvol te benaderen!’, bitste de schooljuffrouw.
‘Nee, maar dit verklaart wel waarom Jade geen geduld
heeft met Walter. Eén klein misstapje en Jade staat alweer op haar achterste
poten.’
‘Zo is het niet gegaan, Thea. Jij was er niet bij en
ik wel. Walter was erg brutaal.’
‘Waarom? Omdat hij zijn tekening niet op stel en
sprong wilde exposeren? Jade hoeft zich toch ook niet als een
strafkampcommandante te gedragen? Waarom moet Walter altijd de verstandigste
zijn? Jade is in dit conflict de volwassene met een pedagogische studie achter
de rug en iets van 50 jaren ervaring in het onderwijs. Dan wil jij mij
wijsmaken dat zij niet afdoende professioneel uitgerust zou moeten zijn om een
9jarig jongetje op een didactisch verantwoordde wijze zover te krijgen dat hij
zijn tekening aan ongeacht wie dan ook vrijwillig laat zien?’
Juffrouw Marijke had zichtbaar moeite om niet in
lachen uit te basten. Ze piepte:
‘Jade is geloof ik 51 jaar; dus die 50 jaar
onderwijservaring van jou lijkt me wat hoog gegrepen.’
Hoe dan ook zat de doofpot weer op slot. De sleutel
hing figuurlijk om de nek van de interne coördinatrice die inmiddels niet meer
aanspreekbaar was over schoolzaken en dus ook niet over de aanvaring met
Walter. Kort na het voorval met de monstertruck verdween was de interne
coördinatrice Jade namelijk voor langere tijd van het onderwijstoneel, vanwege
– jawel – een burn-out. Jade ging juffrouw Rita uit groep 7 achterna. Hopelijk
was Jade de interne coördinatrice niet overspannen geworden van de tekening van
Walter. Alhoewel Bart twijfelde. Hij vond dat leerkrachten tegenwoordig wel erg
tere zieltjes hadden. Voor wat die fijngevoeligheid betreft moest Thea haar
echtgenoot gelijk geven, maar Walter creëerde geen burn-outs. Die aanname was
te gek voor woorden. Het kan niet anders dan dat Jade de interne coördinatrice
al op de rand van een zenuwinzinking balanceerde voordat ze de confrontatie met
Walter in groep 6 was aangegaan. Misschien was Walter wel de druppel geweest
die de emmer deed overlopen. Bij vriend en vijand stond hij bekend vanwege zijn
talent om op verkeerde momenten gevoelige snaren te raken. Mogelijk had die
gewoonte van Walter ook wel met zijn leeftijd te maken? Hij was een kind. Hij
behoorde zich veilig te voelen op een basisschool. Uiteraard moest hij beleefd
zijn en leren om binnen de lijntjes te kleuren. Maar dat leerproces kon
goedschiks of kwaadschiks verlopen, afhankelijk van de professionaliteit van de
juffen en meesters. Het was nergens voor nodig dat Walter zich op elk onbewaakt
moment in de klas gedwongen voelde om zich te onderwerpen aan de nukken van een
gesjeesde interne coördinatrice. Nou ja, nergens voor nodig?! De machtswellust van Jade werd door de
capitulatie van Walter bevredigd. En niet alleen door de val van Walter.
Vermoedelijk had Jade in de loop van haar carrière aan de lopende band
slachtoffers om zich heen verzameld, want de sfeer op de Wielewaal verbeterde
aanzienlijk door haar ziekteverzuim.
De juffen en Jeewee werden ineens weer zichtbaar in
de wandelgangen waar een balorige stemming hing. De kwinkslagen tussen de
leerkrachten onderling, maar ook de grapjes met ouders en kinderen vlogen na de
aftocht van Jade over en weer op een wijze die Thea aan dat gezegde over ‘de
muizen die op tafel dansen als de kat van huis is’ deed denken. Juffrouw Siepie
viel het meest op met haar afwijkende gedrag. Ze speelde zich op alsof zij nu
de nieuwe rechterhand van directrice Willy Bakbruin was in plaats van Jade.
Mogelijk met recht, want Willy Bakbruin had nooit een geheim gemaakt van haar
zwak voor debuterende docenten. Meester Joep, juffrouw Dorien, Lola en Siepie
konden bij de directrice niet één maar een hele voorraadkast met potjes breken,
had Thea zo langzamerhand het idee. Jade neigde toch meer naar de oude garde;
naar Jeewee en juffen zoals; Elsje, Nelleke, Marjolein, Rita, Toos en Marijke.
Maar nu Jade uitgeschakeld was, leefde juffrouw Siepie in de veronderstelling
dat ze vrij spel had. Vandaar dat ze ineens rondliep in uitdagende
uitgaanskleding in plaats van in haar spijkerbroek met afgewassen T-shirt. Ze
had zich natuurlijk door de verkeerde mensen laten adviseren in;
‘how to dress for succes’
Vooral haar lbd (little black dress) was een beetje
te klein uitgevallen, waardoor de tepels van haar boezem bijna uit het
decolleté puilden. Nou letten de meeste kinderen niet op uiterlijk, maar omdat
juffrouw Siepie met haar recente, aanstellerige makeovers plotseling alle
aandacht naar zich toe leek te willen trekken, werd haar weinig aantrekkelijke
uiterlijke verschijning zelfs door de pupillen uit plofgroep 7 als
aanstootgevend ervaren. Desondanks bleef juffrouw Siepie stoïcijns te kijk
lopen in haar extravagante kledingstijl, want het gerucht ging dat meester Joep
terug was van zijn wereldreis naar Nieuw Zeeland. Eerdaags zou hij weleens op
De Wielewaal aan kunnen komen wippen en dan moest juffrouw Siepie in vorm zijn.
Voorts liep het schooljaar alweer tegen de zomervakantie aan. In de nieuwsbrief
van die week had Willy Bakbruin de indeling van de groepen met de bijbehorende
docenten voor het nieuwe schooljaar bekend gemaakt. Groep 8 zou na de grote
vakantie geleid worden door Jeewee en juffrouw Siepie. Hiep, hiep, hoera;
juffrouw Siepie was gepromoveerd en zou samen met Sabine doorstromen naar de
klas waar Jeewee voorheen de alleenheerschappij had genoten!
Als Jeewee al gebukt ging onder de inperking van zijn
gezag in groep 8, dan was het hem niet aan te zien. Hij maakte eerder een
opgeluchte indruk en gaf in de laatste weken van dat schooljaar om de haverklap
groteske pantomime improvisaties op het speelplein. De zwarte puntmuts met aan
het einde een zilverkleurige pompoen en het witte gezicht met de traan en de
lach lieten zich inbeelden bij de vele toevallige toeschouwers. De traan was
voor het afscheid van zijn monopolie in groep 8. De lach verscheen omdat hij
voortaan niet meer alleen eindverantwoordelijk zou zijn voor de leerprestaties
van één enkele klas. Gedeelde smart is halve smart in het nieuwe schooljaar. Jeewee
had er zin in; parttime in groep 8 met juffrouw Siepie en voor de resterende
werkweek voortaan in nauwe samenwerking met juffrouw Marijke in groep 6. Mooi
toch! Thea hield haar hart vast om het voorlopig niet meer los te laten, want
de volgende opdonder zou niet lang op zich laten wachten.
Walter was de geleider. Enthousiast kwam hij het
schoolgebouw uitgerend. Thea stond onder de pergola op het speelplein samen met
Gieke en Dieke te wachten en raakte overdonderd door de doelgerichtheid van
haar zoon. Normaliter wilde hij zich uit school onderweg naar zijn moeder nog
weleens meer dan eens af laten leiden.
‘Mam, ik heb een nieuwtje!’ kondigde hij meters ver
verwijderd al luidkeels aan, in de hoop zijn moeder een plezier te doen met
zijn scoop.
Elke dag wilde Thea van haar kinderen weten of er
iets ‘leuks’ aan de hand was geweest op school. Walter rebbelde wel veel, net
als zijn zus, maar dat gaf meestal losse flodders. Dit was een klapper.
‘Mam, Willy Bakbruin gaat weg’, hijgde hij, terwijl
hij pas vlakbij zijn moeder abrupt op de rem van zijn noodgang trapte.
Prompt dook Remi op aan de zijde van zijn moeder
Dieke. De primeur van Walter herhaalde hij letterlijk. Vervolgens deed Berend
de boel nog eens dunnetjes over bij zijn moeder Gieke. Uitgeschakeld door de
concurrentie dumpte Walter gelaten zijn schooltas bij de voeten van Thea. De
nieuwsbrief van die week drukte hij in haar hand, waarna hij verdween tussen de
wriemelende ouders en kinderen naar de speeltoestellen op het plein.
Remi maakte ook vlug dat hij wegkwam uit het
roddelcircuit, maar Berend bleef achter zijn moeder staan en nam de positie van
een eerste hulpverlener in. Gieke stond erbij alsof ze na het nieuws over het
vertrek van Willy Bakbruin elk moment stijl achterover zou kunnen vallen. Dieke
gebruikte haar nieuwsbrief als een waaier, terwijl Thea snel de koppen in de
schoolkrant doorlas tot ze de gewenste informatie gevonden had. Ze las de
relevante alinea hardop voor:
‘Ze wordt er dus uitgeflikkerd,’ concludeerde Dieke
bekoeld.
‘Over welk beleid heeft Willy Bakbruin geen
overeenstemming kunnen bereiken met enkele leden van het stichtingsbestuur? Is
er beleid op De Wielewaal dan?’, vroeg Thea zich in stilte af.
‘Als je het mij vraagt stapt Willy vrijwillig op
hoor’.
Het tegengeluid kwam uit de hoek van de opperouders
en dan specifiek uit de mond van Evelien. Beter bekend als de moeder van
hoogbegaafde Fransje uit de klas van Sabine.
‘Waarom blijft ze dan niet gewoon directrice van De
Wielewaal als ze zoveel van de ouders en de kinderen houdt als ze in de
nieuwsbrief beweert?’
Hoewel Thea het cynisme behoorlijk dik op haar
suggestieve vraag legde, had Evelien in ieder geval niets door.
‘Ja, dat weet ik ook niet’, moest ze beteuterd
bekennen.
Ze leek gedesorienteerd door het nieuws. Alsof ze in
de steek gelaten werd door het vertrek van Willy Bakbruin. Het was de
onzekerheid die chronisch aan haar vrat. Niet over De Wielewaal, maar over de
veelbelovende toekomst van haar dochter Fransje. Niemand kon immers inschatten
wie er voor de directrice in de plaats zou komen. Misschien wel een persoon met
principes die niet zo meegaand was als Willy Bakbruin. Kijk, voor het behoud
van de hoogbegaafdheid van Fransje moest haar genialiteit gekoesterd worden
door een constante toevoer van toegewijde begeleiders die aan de potentie van
de getalenteerde dochter van Evelien en Jelle zou kunnen tippen.
‘Opgeruimd staat netjes’, concludeerde Dieke stellig
op haar typerende no-nonsense toon.
‘Hoe kun je dat nou zeggen!’, riep Evelien ontsteld
uit.
Gieke was weer min of meer tot zichzelf gekomen. In
de roddelperiode die vooraf was gegaan aan deze climax was ze nooit echt
overtuigd geweest van haar eigen inschattingsvermogen. Laat staan dat ze
geloofde dat Dieke of Thea de helft van de tijd wisten waar ze over oordeelden.
Maar nu ineens leek hun kletspraat en gegis over de motieven en het faalbeleid
van Willy Bakbruin zo ongegrond nog niet en was Gieke wel bereid om de
geruchten over de directrice van De Wielewaal voor Evelien en de overige,
aanwezige opperouders van de speelplaats op een rijtje te zetten. Wat haar
betreft viel er genoeg op Willy Bakbruin af te dingen:
‘Heb je niet gehoord dat er de afgelopen 4 jaar veel
te hoge middelbare schooladviezen worden af gegeven aan de kinderen van groep 8
van De Wielewaal? Er gaan ook geruchten dat er gesjoemeld wordt met de
uitslagen van de citotoetsen. Bepaalde kinderen worden naar voren geschoven,
omdat pappie of mammie invloedrijke functies vervullen. Maar ja, dan komen die
kinderen op een middelbare school die te hoog gegrepen is en dan kunnen ze
vroeger of later geen kant meer op. Geen mens meer die ze onophoudelijk en
tegen wil en dank helpt met een puntje meer of gratis extra uitleg. Dus het
puntengemiddelde daalt tot ver beneden de benodigde score voor het betreffende
schoolniveau. Ouders over de rooie natuurlijk. Hoe kan dat nou? Volgens Willy
Bakbruin hadden ze het vwo makkelijk aangekund? Of de Havo? Of vmbotheorie?
Eerst wordt er gepraat met de mentor van de middelbare schoolklas van zoon of
dochterlief. Maar al snel leidt het spoor naar de basisschool en het
verwachtingspatroon dat daar onterecht hoog ingezet is. Zo komt men steeds weer
bij De Wielewaal en Willy Bakbruin terecht.’
‘Dat heb je mooi gezegd!’, prees Thea.
Haar applaus verdronk in een golf van verbolgenheid.
Evelien verwoordde de toorn van de massa die Gieke zich met haar
verdachtmakingen jegens Willy Bakbruin op de hals had gehaald.
‘Dat is heus niet alleen de schuld van Willy
Bakbruin!’
‘Dat zeg ik toch ook niet!’, krabbelde Gieke alweer
terug tot ongenoegen van Thea.
Gieke was niet heldhaftig genoeg om alleen te staan.
Dieke schoot haar buurvrouw te hulp:
‘Hebben jullie dan niet gehoord van het
inspectierapport?’
‘Jazeker wel. De Wielewaal scoort in het
inspectierapport op bijna alle ijkpunten schrikbarend slecht’, wist een vader
van iemand.
‘IJkpunten?’, vroeg Maud, de moeder van Ronnie en
Happy, niet begrijpend.
Tot nu toe had ze zich, zoals gewoonlijk, afzijdig
van de discussie gehouden uit angst om uit de toon te vallen met domme
uitspraken. Maar domme vragen schenen niet te bestaan. In ieder geval niet als
je het de vader van iemand vroeg.
‘Ja, zaken zoals; de begeleiding van leerlingen; het
leerlingenvolgbeleid; de individuele aandacht van de docenten voor het kind; de
actuele stand van zaken van de lesprogrammering; de communicatie onderling; de
gemiddelde citoscores; dat soort dingen’, wist de vader van iemand welwillend
uit te leggen.
‘En dan scoort De Wielewaal op al die punten
onvoldoende?’, vroeg Maud achterdochtig, maar toch al bijna wakker geschud.
De vader van iemand schokschouderde alsof hij wilde
zeggen:
‘Mij hoef je niet te geloven.’
Zijn repliek was dan ook:
‘Je kunt het inspectierapport gewoon zelf nalezen op
het internet. Scholen zijn verplicht om de inspectierapporten openbaar te
maken.’
‘Moeten we onze kinderen dan niet van school halen!’,
panikeerde weer een andere ouder.
‘Heel veel ouders halen hun kinderen toch ook weg bij
De Wielewaal’, antwoordde Dieke droog.
‘Alsof het elders zoveel beter is. Wie stuurt er
eigenlijk de inspectie op basisscholen af? Of worden alle scholen ieder jaar
standaard getest?’, exalteerde de vader van iemand.
Een vadsige moeder antwoordde voor de rest:
‘Basisscholen krijgen de inspectie op het dak als er
klachten zijn. Kletspraatjes in dit geval.’
Ze knikte verwijtend in de richting van Thea die
wederom onaangenaam overvallen werd door haar reputatie in het roddelcircuit:
‘Ow, nou heb ik het weer gedaan?! Ik geef toe dat ik
belangrijk ben, maar mijn mening is toch echt niet doorslaggevend genoeg om in
mijn uppie de kop van een directrice te laten rollen!’
Gieke en Dieke stonden Thea tweestemmig bij:
‘Nee, dat lijkt ons ook sterk!’
‘Ja, maar dan is alles toch nog steeds niet alleen de
schuld van Willy Bakbruin!?,’ herhaalde Evelien koppig, waarbij ze nog net niet
stond te stampvoeten.
Thea vond het hoog tijd worden om ook een druppeltje
olie op het vuur te gooien:
‘Nee, maar Willy Bakbruin is wel
eindverantwoordelijk. Daarom is ze waarschijnlijk ontslagen.’
‘We weten helemaal niet zeker of Willy Bakbruin
ontslagen is. Misschien is ze wel ongeneselijk ziek of heeft ze een burn-out’,
sputterde een andere oppermoeder tegen, terwijl ze huilerig en smekend om zich
heen naar steun zocht bij zoveel mogelijk omstanders.
Alleen maar om tot de ontdekking te komen dat veel
opperouders kennelijk al afstand hadden genomen van Willy Bakbruin.
De aandacht verslapte in een noodgang. Alsof de
aankondiging, van het onverwachte vertrek van de directrice van De Wielewaal,
na amper 10 minuten inzinken, al tot oud nieuws was verworden. De koningin was
van haar troon gestoten. Men zou vroeg genoeg merken wie haar op ging volgen en
dan was er nog tijd genoeg om stroop te smeren. De koningin is dood; leve de
koningin!
Bart ging er ook vanuit dat Willy Bakbruin ontslagen
was en niet vrijwillig opstapte.
‘Anders schrijft een mens toch niet zo’n treurig
afscheidsbriefje in de schoolkrant?!’, schamperde hij, terwijl hij ter
illustratie met de nieuwsbrief zwaaide.
‘Ja, ik heb het vaarwel gelezen. Willy Bakbruin
beweert dat zij en enkele leden van het stichtingsbestuur geen overeenstemming
hebben kunnen bereiken over het beleid op De Wielewaal’, antwoordde Thea quasi
begaan.
‘Welk beleid? Is er beleid op De Wielewaal dan?’,
lachte Bart spottend.
‘Ik vroeg me precies hetzelfde af’, grinnikte Thea.
Ze wilde nog wat zeggen, maar bedacht zich. Bart zag
haar strubbeling.
‘Zeg het nou maar’.
Meer aanmoediging had Thea niet nodig:
‘Ik vind het ergens ook wel weer sneu. Temeer daar ze
in de nieuwsbrief schrijft dat haar ontslag haar aan het hart gaat. Ze is in de
loop van de jaren van de kinderen en ouders op De Wielewaal gaan houden.’
‘Ik denk vooral van Walter en Sabine en van jou’.
Bart moest weer cynisch zijn. Berustend liet Thea hem
begaan en verzuchtte:
‘Je raakt evengoed toch aan zo iemand gewend.’
‘Gevalletje Stockholmsyndroom? Je vergeet dat ze je
een mailverbod opgelegd heeft’.
‘Je kunt ook aan een verdomd, slechte directrice
gehecht raken. Dat mailverbod is juist één van de redenen waarom ik haar zo’n
beroerde leidinggevende vind. Maar ze is wel goed met de kinderen. Sabine en
Walter zijn dol op haar. Ik geloof trouwens dat alle kinderen van De Wielewaal
haar wel een tof hoofd van de school vinden.’
‘Waarom laat je haar dat niet even weten?’
‘Waarom zou ik?’
‘Leer mij jou kennen, Thea; dit ontslag gun je Willy
Bakbruin niet.’
‘Nee, maar mezelf gun ik haar vertrek wel!’
‘Jij geeft mensen geen trap na. Dat heb je bij die
juffrouw Rita van plofgroep 7 ook niet gedaan.’
‘Juffrouw Rita? Waarom komt zij ineens weer om de
hoek kijken, Bart? Ze moet zich nergens mee bemoeien. Dat lijkt me geen goed
idee in haar overspannen toestand.’
‘Weet je nog dat ze jou belde aan het begin van het
schooljaar met de mededeling dat ze een burn-out had? Op dat moment had je haar
zuiver kunnen hebben. Gewoon confronteren met de realiteit. Ze is hopeloos.
Maar jij niet; jij bent een softie Thea. Jij bent van de opkikkertjes.’
‘Dat klinkt als een verwijt…’
‘…en het is een constatering van een feit.’
‘Jouw feit.’
‘Da’s de hebbelijkheid van feiten, ze zijn van
iedereen.’
‘Dus jij denkt dat ik liever opkikkertjes dan klappen
uitdeel?’
‘Nou laat ik het zo zeggen; je bent geen sadist.’
‘Nou ja, Willy Bakbruin zal wel niet op straat worden
gezet. Ze mag dan misschien geen directrice van De Wielewaal meer spelen, maar
ze zal wel intern een andere functie aangeboden krijgen. Of wachtgeld. Kom op,
dit is het onderwijs.’
‘Maar toch’, vond Bart voor de volledigheid.
Via de mail zeker’, meesmuilde Thea.
‘Ja’.
‘Misschien heb je wel gelijk.’
‘Niet misschien.’
‘Ok, maar dan geef ik alleen maar door dat ik Willy
Bakbruin altijd goed met kinderen heb gevonden.’
‘Dat is genoeg!’, suste Bart wereldwijs.
En terecht! Want, totaal tegen de verwachting in,
stuurde Willy Bakbruin nog diezelfde avond een online reactie op het mailtje
van Thea terug. Haar bericht was mogelijk nog beknopter en zakelijker dan de
verzonden pluim:
‘Jouw compliment stel ik zeer op prijs, Thea.’
Thea kreeg zin om te janken van machteloosheid. Voor
haar geweten was het beter geweest als Willy Bakbruin niets meer van zich had
laten horen.
Te laat merkte Thea op dat ze alleen met de moeder
van Fransje was achtergebleven onder de pergola bij de achteruitgang op de
speelplaats van De Wielewaal. Omdat Evelien ook wel aanvoelde dat Thea was
uitgepraat over de onverwachte afgang van Willy Bakbruin, gooide ze de gezochte
interactie over een andere boeg:
‘O.k., dan zie ik je misschien vanavond wel weer.’
‘Hoezo?’
Meteen ging Thea bij zichzelf te rade over wat ze
gemist had.
‘Of zijn jullie volgende week aan de beurt?’
‘Waarmee?’, sloeg Thea op hol.
‘Je weet niet waar ik het over heb, hè?, lachte
Evelien amicaal.
Ineens begon de afspraak bij Thea te dagen:
‘Ow, je bedoelt het pré-adviesgesprek met Siepie en
Lola.’
‘Ja, spannend toch, maar ik denk dat Fransje wel een
gymnasiumadvies krijgt.’
‘Het is een pré-advies. Dus een advies vóór een
advies. Bart en ik hechten niet zoveel waarde aan de mening van Lola en Siepie
om heel eerlijk te zijn. Het echte advies volgt toch pas in groep 8?’
‘Dus jullie gaan niet vanavond?’, vroeg Evelien
sensatiebelust.
‘Nee, ik ga volgende week.’
‘Hoezo jij alleen, breng je Sabine niet mee? Dat is
verplicht.’
‘Doe me een lol Evelien, hoezo ben ik verplicht om
mijn dochter van amper 11 mee te brengen naar de uitleg over een pré-advies van
2 debuterende onderwijzeressen!? Sabine gaat na De Wielewaal sowieso naar een
scholengemeenschap; vmbo, havo, vwo, maar ik zal haar wel vragen voor de
zekerheid. Misschien wil ze uit zichzelf wel mee.
‘Denk je wel dat Sabine vmbo-theorie haalt volgens
het leerlingenvolgsysteem? Ze heeft wel vmbo-theorie nodig om op een
scholengemeenschap ingeloot te worden. Bij een vmbo basis- of kaderadvies gaat
het feest niet door.’
Thea bedwong zich. Het liefst had al haar
Huiswerksterervaring onder de afzichtelijke, lange neus van de moeder van
Fransje gewreven. In plaats daarvan slaakte ze een diepe zucht en nam
woordeloos afstand van Evelien en haar seniele geloof in het belang van een
pré-advies.
HOOFDSTUK 39
De lente avond herademde van alweer een dag lang
zomeren. Iets koeler had wat Thea betreft ook wel gemogen. Meteorologisch
gezien was het nog voorjaar. Hoewel de lentebloesem allang uitgebloeid was en
plaats had gemaakt voor plukrijpe pruimen in de tuin. In het bedompte, lege
lokaal van groep 7 zaten juffrouw Siepie en juffrouw Lola alvast klaar. Naast
elkaar achter 2 aaneengeschoven tafeltjes. Voor de bekendmaking van het
pré-advies voor Sabine. Op de scheidingslijn van de bankjes lag een document
met een blanco bovenkant. Aldus hadden de jonge dames een gewichtig sfeertje
weten te creëren. De 10jarige Sabine was diep onder de indruk. Tijdens het
binnentreden in het lokaal van groep 7 liep Sabine voorop. Thea zag wel
aankomen dat Sabine op de drempel licht terugdeinsde van bevreemding, maar kon
niet voorkomen dat ze toch nog flink op de tenen getrapt werd door haar
dochter. Nog een geluk bij een ongeluk dat Thea geen teenslippers droeg met dit
zwoele weer. En hoewel de hoge ramen allemaal op een kier stonden, verdreef de
summiere luchtcirculatie geen achtergebleven zure transpiratiegeurtjes van
voorgangers vermengd met vleugjes verstikkende deodorant. De jongvolwassenen stonden niet op vanachter hun barricade om de
hand van moeder Thea te schudden. Sabine werd wel uitbundig begroet door
juffrouw Lola met een gemaakte grijns en een geaffecteerd; ‘hoipiepeloi’.
Gelijktijdig wilde juffrouw Siepie weten waarom Bart niet meegekomen was.
‘Waar is Papa?’, vroeg ze kortaf.
‘Bart is thuis. Iemand moet op het kleine broertje
van Sabine passen’, antwoordde Thea, terwijl ze haar hand uit stak.
‘Hoezo, kleine broertje? Ik dacht dat Walter en
Sabine tweelingen waren’, merkte juffrouw Siepie verontwaardigd op.
Alsof het de schuld van Thea was dat zij het niet bij
het rechte eind had.
‘Walter zit in groep 6 en Sabine in groep 7,
misschien is dat een aanwijzing voor het feit dat ze geen tweeling zijn. Ze
schelen een jaar.’
Terwijl juffrouw Siepie eenzelfde slap handje als
juffrouw Lola aan Thea teruggaf, waagde ze het toch nog om het antwoord van de moeder van Walter en
Sabine in twijfel te trekken. Ze probeerde zichzelf en haar vooringenomenheid
vrij te pleiten met alweer een snuggere uitlating:
‘O, ik dacht dat Walter was blijven zitten. Hij is
toch niet zo snel, heb ik begrepen?’
Oost-Indisch doof installeerde Thea zich tegenover de
dames en naast Sabine. Zo comfortabel als de haar toegewezen kinderstoel dat
toeliet.
‘Ik ben hier voor Sabine’, hielp Thea het tweetal
herinneren.
De juffen Siepie en Lola vormden niet echt een duo
dat op elkaar ingespeeld was. Siepie was onbetwistbaar de aanvoerster van het
stel. Siepie had immers een vast contract op De Wielewaal. Lola was maar
invalster voor de overspannen juffrouw Rita. Lola trok een gezicht alsof
niemand die functie overbodiger vond dan zij. Zwijgzaam onderging ze haar lot,
want ze werd op De Wielewaal toch niet beloond naar waarde. Hoewel te weinig
geld altijd nog beter is dan niks. Zo hoefde juffrouw Lola haar tijd op De
Wielewaal tenminste niet ook nog niet voor niets uit te zitten. Overwonnen
stortte ze zich dus maar op Sabine die ongemakkelijk werd van de overdosis
persoonlijke aandacht van de jonge, alom gevierde invalonderwijzeres die
gewoonlijk alleen op zichzelf gefocust was. Sabine had niets met juffrouw Lola,
maar ze zag er in ieder geval een stuk minder angstaanjagend uit dan juffrouw
Siepie. Het lange, blonde touwhaar van Siepie was strak achterovergekamd en
werd bijeengehouden in een paardenstaart die haar demonische gelaatstrekken nog
beter zichtbaar maakten. Ze had iets van een doodshoofdaapje oftewel een
saimiri met die ingevallen kleurloze ogen omrandt met zwarte kringen, de hoge
jukbeenderen en de geprononceerde bovenkaak. Juffrouw Siepie met een verzorgd
kapsel was eigenlijk nog enger dan op gewone schooldagen. Normaliter droeg ze
het haar los en vielen er lokken voor haar gelaat waardoor haar afstotelijke
aangezicht minder opviel. Thea zag de rillingen als het ware bij Sabine over de
rug lopen. En dat bij die bovennatuurlijk hoge temperaturen! Maar misschien
speelden er bij Sabine ook zenuwen mee. Over het algemeen wist de kleine meid
haar hoofd wel koel te houden en was ze de nuchterheid zelve, maar in de
afgelopen tijd van pré-adviesgesprekken had juffrouw Siepie het denkritme van
Sabine totaal op hol gebracht. Voor het eerst in hun leven mochten de kinderen
van plofgroep 7 immers samen met papa en mama aanwezig zijn bij een
toekomstvoorspelling van waarzegster Siepie. Hoe spannend was dat? Juffrouw
Siepie kon er zelf ook nauwelijks over uit. Ze barste dan ook van de zenuwen
voor haar debuut zonder hulp van de gepokte en gemazelde juffrouw Rita die
thuis non-actief zat te wezen. In de weken die aan de pré-adviesgesprekken
vooraf gingen, kon juffrouw Siepie tijdens de lessen bijna aan niets anders
denken dan aan haar aanstaande gloriemomentjes. Ze raakte gewoonweg niet
uitgepraat tegen de verveelde toehoordertjes in haar klas over het pré-advies
dat zij, sublieme Siepie, op aanbeveling van Willy Bakbruin, ging bepalen voor
alle kinderen van plofgroep 7. Haar mening zou beslissend zijn voor de toekomst
van een complete jaargang Wielewaalers die ze het volgende schooljaar samen met
Jeewee in groep 8 verder zou kunnen klaarstomen voor de middelbare school.
‘Het is een pré-advies Sabine. Dat betekent een
advies over een advies’, probeerde Bart zijn gespannen dochter eerder op de dag
al gerust te stellen.
‘Ja, maar Fransje zegt dat je op tijd ingeschreven
moet staan op het stedelijk gymnasium, want anders moet je ingeloot worden. En
je kunt je pas inschrijven met een goed pré-advies’.
Het liet zich aanhoren alsof Sabine wist waar ze over
praatte. Het tegendeel was helaas waar.
‘Wil jij naar het stedelijk gymnasium dan?’, lachte
Thea.
Verbaasd richtte Sabine zich tot haar moeder en vroeg
oprecht van haar stuk gebracht:
‘Iedereen gaat toch naar het stedelijk?’
‘Ik weet zeker van niet. Jij in ieder geval niet’,
verzekerde Bart zijn 10jarige dochter.
‘Waar ga ik dan heen?’
Het ongeduld in de ogen van Sabine dwong eerst bij
Bart en daarna bij Thea een pasklaar antwoord af. Thea deed haar best:
‘Jij gaat naar een scholengemeenschap als je klaar
bent op De Wielewaal. Een scholengemeenschap is een grote middelbare school
waar iedereen in een brugklas begint. Na twee jaar in zo’n brugklas leer je
zelf wel inzien welk schooltype het beste bij je past. Je kunt kiezen uit het
voorbereidend middelbare beroepsonderwijs; het zogenaamde vmbo; die opleiding
sluit prima bij kinderen aan die minder graag met hun neus in de leerboeken
zitten en zo snel mogelijk praktijkervaring op willen doen in een bepaalde
richting; bijvoorbeeld als mode-ontwerpster, kapster of consulent bij een
postorderbedrijf. Je kunt ook kiezen voor het hogere voorbereidende onderwijs.
Dat is de havo. Meestal sla je die richting in als je het niet erg vindt om wat
langer te studeren. Na de havo volgt als het goed is een hogere
beroepsopleiding. Je leert dan bijvoorbeeld voor directeur van een basisschool;
of voor onderwijzeres. Met een havodiploma kun je ook doorstromen naar het vwo,
net als ik. Je verliest dan maar een jaartje ten opzichte van kinderen die van
het begin af aan het voorbereidende wetenschappelijk onderwijs gevolgd hebben
zoals je vader. Met een vwo-diploma kun je naar de universiteit. Kijk maar naar
je vader. Hij is bijvoorbeeld naar de universiteit gegaan. Een universitaire
studie is wetenschappelijk; dat wil zeggen heel erg theoretisch. Je kiest een
bepaalde richting; bijvoorbeeld aardrijkskunde of rekenen en daar moet je dan
alles over lezen en te weten komen. Ook wordt er van je verwacht dat je
onderzoek doet. Op de universiteit word je een soort uitvindster. Maar met een
vwo-diploma kun je ook makkelijk een wat minder droge richting volgen. Dat heb
ik gedaan. De kunstacademie. Dat is geen universiteit, maar een hogere
beroepsopleiding.’
‘Dan heb je het vwo diploma voor niks gehaald, want
voor een hbo was de havo genoeg geweest zeg je net’, concludeerde Sabine droog.
Bart en Thea wisselde een blik van verstandhouding
vanwege de typerende reactie van Sabine. Ze is een warhoofd. Nonchalant op het
slordige af. Veelal afwezig, met haar gedachten; in allerlei zijstraatjes; of
tollend op rotondes; kortom overal; behalve op de hoofdweg. Zodoende wekt
Sabine de schijn dat ze niet beter kan of weet. Totdat mevrouw onverwacht
haarscherp uit de hoek komt. Ze kruipt ook net zo makkelijk weer terug in haar
comfortzone zonder zich te koesteren in de bewondering van de achterblijvers
die doorgaans alles beter weten.
‘Maar wanneer moet je dan naar het gymnasium?’, vroeg
ze na een korte denkpauze.
‘Het vwo’, antwoordde Bart kort door de bocht.
Thea schoot Sabine snel te hulp omdat het 10jarige
meisje eruit zag alsof ze steeds verder verdwaald raakte in de wirwar van
informatie.
‘Het vwo – het
voorbereidend wetenschappelijke onderwijs dus- bestaat van oudsher uit een
gymnasium en het atheneum. Het zijn in wezen dezelfde opleidingen; alleen op
een atheneum volg je geen Latijn en Grieks en op het gymnasium wel.’
Sabine liet nog niet los.
‘Waarom gaat iedereen dan naar het ‘stedelijk
gymnasium’?’
Bart klakte geërgerd met zijn tong en zuchtte, maar
Thea kreeg een heldere ingeving voor een duidelijke manier waarop ze Sabine
beter wegwijs in de wereld van de middelbare scholing kon maken.
‘Wie is iedereen?’
‘Fransje, Luna, Mathilde, Boris’, ging Sabine op de
vingers van één hand na.
‘Dat is toch niet iedereen. Dat zijn 4 kinderen.
Plusgroep kinderen. Zij zijn voorbestemd om naar het stedelijk gymnasium te
gaan.’
‘Voorbestemd?’
Sabine snapte het niet.
‘Gepusht’, vertaalde Bart.
Opeens leek Sabine weer heel langzaam van begrip, of
toch niet:
‘Je bedoelt huilmesje Mathilde?’
‘Ook, en dat die plusgroep kinderen thuis al vanaf
groep 1 zitten te oefenen. Oefenen, oefenen, oefenen’, mopperde Bart op een
toon waardoor het wel leek of hij vloekte.
Sabine was niet onder de indruk en sprak haar vader
kalmweg tegen:
‘Oefenen moet! Mama oefent bijna elke dag met
leerlingen bij Huiswerksterk.’
Thea was nou eens benieuwd hoe Bart zich hieruit ging
redden:
‘Dat is anders oefenen. Dat is huiswerk maken. En
huiswerk dat krijgt iedereen pas op de middelbare school en niet als je tussen
de 0 en 11 jaar bent.’
‘Hear, hear’, grijnsde Thea.
‘Maar Fransje is hoogbegaafd’, wist Sabine stellig.
Los van elkaar besloten Thea en Bart om maar niet uit
te wijden over hun scepsis ten aanzien van het stempel ‘hoogbegaafdheid’.
Sabine zou alleen maar nog meer in de war raken.
‘Nou en?’, provoceerde Bart.
‘Daarom moet ze naar het stedelijk gymnasium’, hield
Sabine stug vol.
‘Dat is helemaal niet waar, want Jasmijn en Melvin,
mijn oppaskindjes, hebben ook op het stedelijk gymnasium gezeten. En ik weet
toevallig heel zeker dat Jasmijn en Melvin niet hoogbegaafd zijn’, overdreef
Thea voor de goede zaak.
Natuurlijk was Thea niet bevoegd om te bepalen of
Jasmijn en Melvin al dan niet hoogbegaafd waren. Mochten haar oppaskinderen en
allereerste Huiswerksterkklantjes evenwel superslim zijn, dan waren haar
bloedeigen kinderen minstens zo intelligent. Op de keper beschouwd had Thea de
leerontwikkeling van alle vier de uitblinkertjes van dichtbij meegemaakt.
Daarbij boden de werkdagelijkse Huiswerksessies met middelbare scholieren van
uiteenlopende niveaus ook het nodige vergelijkingsmateriaal om Thea te sterken
in haar overtuiging dat Sabine en Walter alletwee gezegend waren met een
degelijk leervermogen.
‘Waarom hebben Jasmijn en Melvin dan op het stedelijk
gymnasium gezeten als ze niet hoogbegaafd zijn?’
Dit keer was het de beurt aan Bart om zijn vrouw te
zien spartelen. Hij ging er eens goed voor zitten in zijn relaxfauteuil.
‘Omdat hoogbegaafdheid en het stedelijk gymnasium dus
niet onwillekeurig samengaan, zoals ik al probeerde uit te leggen. Het
stedelijk gymnasium wemelt eerder van leerlingen met ouders die er veel voor
over hebben om te zorgen dat de sociale omgeving snapt dat zij en hun kinderen
slimmer dan slim zijn. Ze gaan er van uit dat hun kinderen na het gymnasium
automatisch een universitaire opleiding zullen genieten om daarna een goed
betaalde baan in de schoot geworpen te krijgen. Met hoogbegaafdheid heeft die
vanzelfsprekendheid weinig te maken. Een gymnasiast profiteert veel eerder van
wie hij of zij kent – dus van schoolkennissen - dan van wat gekend is. Prestige
noemt men dat met een deftig woord. Met andere woorden; op het stedelijk
gymnasium is de mate waarin een ouder – en daarmee de leerling - bij de incrowd
hoort, belangrijker dan de hoogte van de intelligentie of de prestaties. Er
heerst veel vriendjespolitiek. Een beetje zoals de opperouders van De Wielewaal
met elkaar omgaan en vanalles samen ondernemen zoals barbecueën en sporten.
Onaangepaste buitenstaanders worden meteen afgestoten. Als je erbij wilt horen
dan moet jij je als nieuwkomer aan de regeltjes van het clubje opperouders
houden. Alle gezamenlijke activiteiten van het clubje zijn natuurlijk bedoeld
voor de gezelligheid, maar ook om de eigen kinderen constant naar de voorgrond
duwen. Op die manier zorgt elke opperouder dat hij of zij gezien blijft. Denk
bijvoorbeeld aan de leerlingen uit de plugroep die voortdurend een streepje
voor hebben, ook al zijn ze lang niet altijd de besten.’
‘Dus kinderen die naar het stedelijk gymnasium gaan
zijn helemaal niet slim?’
‘Niet per sé. En later zet zich die trend van ‘ons
kent ons’ voort op de universiteit in studentenverenigingen.’
‘Trend?’
Thea was te ver door gedraafd. In het vuur van haar
verhaal was ze even vergeten dat ze een kind van nog geen 11 jaar voor zich
had.
‘De mode om alles samen te ondernemen.’
‘Zoiets als in huis Anubis?’, begreep Sabine.
‘Ja, maar dan anders’,
‘Waarom mag ik niet naar het stedelijk gymnasium
dan?’
Nou zag Sabine helemaal geen praktische bezwaren
meer.
‘Dat doe je goed Thea’, gniffelde Bart.
Maar Thea had de moed nog niet opgegeven:
‘Je mag natuurlijk best naar het gymnasium als je
wilt Sabine, maar ik heb liever dat je naar een scholengemeenschap gaat.’
‘Waarom?’
Sabine werd opstandig. Over het algemeen was haar
moeder niet zo zuiver in de leer en makkelijker te overtuigen.
‘Omdat een leerling op het stedelijk gymnasium iedere
schooldag hetzelfde meemaakt als de bewoners van bijvoorbeeld een kakwijk. Kijk
maar naar de kinderen uit de Wielewaalbuurt. Je moet precies weten wat je moet
doen en laten om bij de groep te kunnen horen. Sommige kinderen moeten daarom iedere
schooldag opnieuw de schone schijn ophouden en op hun tenen lopen. Of je nou
makkelijk kunt leren of niet, iedereen heeft op het stedelijk gymnasium hoe dan
ook maar te voldoen aan zogenaamde kwaliteitsnormen. Misschien is dat
verplichte wintersportreisje eigenlijk wel te duur voor enkele ouders, maar
denk maar niet dat iemand van hen daar eerlijk voor uit durft te komen. Een
ander voorbeeld zijn verzorgers die de kosten voor de extra cursus
Cambridge-Engels niet kunnen opbrengen en daarom liever schulden maken dan een
prestigieuze studie voor de betreffende leerling mis te lopen.’
Sabine onderbrak haar moeder:
‘Wat is prestigieuze ook alweer?’
‘Toonaangevend.’
‘Huh?’
‘Swag! Iets is prestigieus als het swag heeft.’
‘O, xfactor?’
‘O.k. Op een scholengemeenschap kan een kind veel of
weinig xfactor hebben. Maakt niet uit. Mag allemaal! Maar op een apart
gymnasium, met voornamelijk welgestelde medeleerlingen; valt iemand die het
thuis wat minder breed heeft al gauw buiten de groep. Een leerling van een
scholengemeenschap daarentegen kan evengoed hoogbegaafd zijn. Het verschil met
een genie van het stedelijk gymnasium is alleen dat de bolleboos van de
scholengemeenschap niet slechts eenzijdig met voornamelijk kinderen uit
welgestelde gezinnen te maken krijgt, maar met een grote diversiteit aan
medescholieren uit alle lagen van de bevolking. Zo heeft een kind op een
scholengemeenschap veel meer vrijheden en ruimte om te leren van fouten die
ieder mens maakt. Hoe slim ook! Op een scholengemeenschap kun je dus
hoogbegaafd zijn en tegelijkertijd veel makkelijker opgaan in de groep op het
moment dat het wat minder gaat of als je eens even geen zin hebt om op te
vallen.’
‘Luister naar je moeder’, grapte Bart tegen Sabine,
om luchtig aan Thea te kennen te geven dat hij niets meer aan haar pleidooi toe
te voegen had.
Juffrouw Siepie schoof het document op de
scheidingslijn naar voren in de richting van Sabine en Thea en klapte de blanco
kaft van bovenaf voor moeder en dochter open. Thea boog zich over de grafieken
en cijfers op het papier voor haar neus. Haar blik bleef steken bij het
pré-advies voor Sabine onderaan de bladzijde. Ze las ‘vmbo basis’. Sabine zag
het ook.
‘Is dat goed of slecht?’, wilde ze beteuterd weten.
‘Dat is niet goed en dat is niet slecht; dat is
klinkklare onzin’, bracht Thea met moeite uit.
Van alle stommiteiten die het docententeam op De
Wielewaal haar de afgelopen jaren door de strot geduwd had, was dit pré-advies
toch wel de onbetwistbare titelhouder. Haar hartritme was op slag de tel kwijt
en haar onderbuik liet haar maag vallen als een baksteen. Juffrouw Siepie met
haar gezichtstekening van een saimiri negeerde de opmerking van Thea en wilde
van Sabine weten:
‘Valt het mee of valt het tegen?’.
Pientere Sabine stelde meteen een tegenvraag:
‘Kan ik nou nog wel of niet naar een
scholengemeenschap?’
‘Een scholengemeenschap is misschien een beetje te
hoog gegrepen voor jou, omdat daar alleen het allerhoogste niveau van het vmbo
-theorie – te volgen is. Maar je kunt
altijd proberen om vmbokader te halen op een speciale vmbo school met basis,
kader en theorie. Met kader zit je lekker gemiddeld, maar om dat te kunnen
halen moet jij daar gewoon heel hard aan trekken in groep 8’, fleemde Siepie de
saimiri.
Thea doorstond een inwendige aantasting van haar
zenuwenstelsel die de vlotte doorstroom in haar bloedbanen vertraagde. Een
kolkende hersenmassa implodeerde in haar bonzende hoofd. Ze wist zich maar met
moeite te beheersen voor Sabine die zich nu al geen raad meer wist met haar ontregelde
moeder. Ter compensatie trok juffrouw Lola wat gekke bekken naar het 10jarige
onthutste kind. Terugblikkend blijft het een wonder dat Thea de schooltrol van
plofgroep 7 – Siepie de saimiri - niet naar de keel gevlogen was
‘Hoeveel procent van groep 7 heeft een vwo advies?’
Thea had zich agressief en rechtstreeks tot Siepie de
saimiri gericht, maar de schooltrol vermeed elk oogcontact; stak haar mopsneus
in de lucht en snoof uit de hoogte:
‘Ik zou het niet weten.’
‘Nee, dat dacht ik wel; dat jij dat niet zou weten.
Want jij weet niet zoveel.’
De toon van Thea droop van het cynisme.
‘Ik weet het echt niet’, loog Siepie de saimiri.
‘Dan weet ik het wel voor jou’, siste Thea.
‘Puh’.
‘Ik gok op 10 procent uit plofgroep 7 met een vwo
pré-advies. Voor een havo pré-advies zet ik in op 20 procent. Dan heeft 40
procent een vmbo-theorie pré-advies en de overige 30 procent is afval.
Straatmateriaal. Opgegeven. Precies volgens het ideale plaatje van de
gemiddelde groep 7 in Nederland. De Wielewaal voldoet weer eens keurig netjes
aan de norm. Laten we vooral niet buiten de boot vallen beste betweters.’
‘Ja wij voldoen inderdaad heel goed aan de landelijke
norm en daar mogen we best trost op zijn’, beweerde Siepie de saimiri ook nog
schaamteloos.
Het gezicht van juffrouw Lola daarentegen betrok.
Lang genoeg voor Thea om te beseffen dat haar speculaties over gesjoemel met de
verschillende middelbare schoolniveaus, inclusief bijbehorende pré-adviezen in
procenten, van groep 7 nog min of meer klopte ook. Hoe beangstigend om de
waarheid per ongeluk zo dicht op het spoor te zijn. Hoe ver stonden de overige,
bange vermoedens van Thea dan benevens de werkelijkheid? Ze zag Sabine al voor
zich zitten in de klas op het basis niveau van het vmbo, tussen geknipte
kapsters, typische schoonheidsspecialistes, geboren verkoopsters en aankomende
interieur verzorgsters. Ze zou zich aanpassen, erbij horen en misschien zelfs
de leidster worden van een meidenkliek. Stiekem zou ze echter verpieteren door
de vertraging, herhaling, de nimmer aflatende uitleg om haar heen en de
praktische uitvoering van werk dat haar niet ligt. Daar kende Thea haar dochter
goed genoeg voor. Sabine was niet geïnteresseerd in kapsels, make-up, shoppen
of schoonmaken. Hoe durfde ze? Ze was wie ze was en is. Vroeger of later
tijdens de basisvmbo opleiding zou Sabine afhaken. Ze zou spijbelen en vluchten
voor de onophoudelijke inprenting door docenten. Steeds opnieuw. Alsof ze
hardleers en doof was en uit zichzelf niet in staat kan worden geacht om bij de
les te blijven of verbindingen te leggen tussen hersenprikkels. Haar mentale
proces is nou eenmaal geen lopende band, die aan het eind van een schooldag kan
worden uitgeschakeld om met vmbobasis vriendinnen nog na te praten over de
uitzet, de vriendjes en het huisje, boompje, beestje principe. Of in ieder
geval over een toekomst waar Sabine nog lang niet mee bezig of aan toe
was.
‘In mijn tijd betekende een vmbobasis en/of
vmbokaderopleiding hetzelfde als de huishoudschool voor meisjes en de lagere,
technische school voor jongens. Met andere woorden als meisje kon je net zo
goed meteen trouwen en huisvrouw worden of anders achter de kassa gaan zitten
en een jongen kon ook zonder lts opleiding achter de vuilniswagen aanlopen. Of
hij moest zijn kaarten goed weten te spelen tijdens zijn ltsopleiding oftewel
het huidige basisvmbo. Zo maakt hij ook vandaag de dag nog kans op een
carrière. Een automonteur verdient altijd nog beter dan de vuilnisman.’
Thea verloor zich niet graag in platitudes. Geluk is
wat een mens zelf uit het leven haalt en wie was Thea om leerlingen van het
basisvmbo te veroordelen? Bovendien schijnt een vuilnisman- of vrouw relatief
goed te verdienen. Maar haar dochter bevond zich dus niet op de golflengte van
het merendeel van deze – veelal - op de praktijk gerichte vmbobasiskinderen.
Niet eens bij benadering. Wat had Sabine dan op het vmbo te zoeken? De slepende
uitzichtloosheid van een basisvmbo pré-advies in het specifieke geval van
Sabine, dreef Thea tot uitersten in de vorm van verkeerde, boute uitspaken die
Siepie de saimiri uiteraard meteen wist uit te buiten.
‘Wij hebben juist mensen nodig die met hun handen
werken. Er is niks mis met achter de kassa zitten of achter de vuilniswagen
lopen’, vond de schooltrol belerend.
Thea kwam half overeind uit haar kinderstoel en sloeg
met een vlakke hand plat op het tafelblad. Dit keer raakte ze de ingevallen
ogen van Siepie de saimiri recht in de roos. Thea las angst, beven en
onwetendheid. Ze rook bloed!
‘Wie zijn wij? Je bedoelt toch niet De Wielewaal, mag
ik hopen? Kun je ook even normaal doen? Jij zit toch ook niet achter de kassa?
En heb jij ooit achter de vuilniswagen aangelopen?’
‘Nee, maar ik heb dan ook een havodiploma en een
hbo-opleiding’, antwoordde Siepie de saimiri met dedain.’
Er schoot vanalles door het hoofd van Thea. De ene
opmerking nog hatelijker en destructiever dan de andere. Maar ze was niet
alleen en de ontheemde aanwezigheid van Sabine die maar de helft van de ruzie
meekreeg en zich hoofdzakelijk afvroeg wat zij precies verkeerd had gedaan,
bracht Thea weer min of meer bij haar positieven. Ze sloeg een ietwat mildere
toon aan, maar zette nog wel wraaklustig in met een sarcastisch:
‘Havo en een hbo? Jij? Hoe is het mogelijk?’
Zuinig nam Siepie de saimiri een paar slokjes uit
haar bekertje koffie in de hoop de steken onder water van Thea met de teugjes
mee zo onopvallend mogelijk weg te spoelen. Ondertussen bluste Thea haar
vlammende betoog ietwat af met een nuancering:
‘En nee, er is niets mis met een vmbo-opleiding. Als dat
tenminste het niveau is dat bij een kind past, maar Sabine kan makkelijk de
havo aan. Daarna kan ze nog altijd naar het vwo. Net als haar moeder. Wat ik
kan, dat kan mijn dochter ook. Zelfs nog
honderd keer beter. Van elke opleiding onder haar niveau gaat ze echter
onderpresteren. Neem dat nou maar van mij aan. Ik ben per slot van rekening
haar moeder.’
‘Dat weet ik nog niet zo zeker.’
‘Weet jij nog niet zo zeker of ik de moeder van
Sabine ben?’
‘Nee, ik weet nog niet zo zeker of Sabine makkelijk
naar de havo kan.’
Alsof de verbale mishandeling van Sabine, nog niet
vernietigend genoeg was, wees Siepie de saimiri met haar zwartgelakte nagel op
een grafiek in het geopende pré-adviesdocument.
‘Kijk maar eens naar de score van Sabine bij de
entreetoets. Dan komt ze toch echt op vmbobasis uit.’
Thea zag ook wel aan de cijfertjes dat Sabine niet al
te best gepresteerd had bij de entreetoets. In die cruciale tijdsperiode had
Sabine eenvoudigweg geen topdagen gehad. Schande, maar daarvoor hoefde ze toch
niet voor de rest van haar schoolleven gestigmatiseerd te worden met een
pré-advies dat ver beneden haar leerniveau uitpakte? Ondanks haar weerzin
besloot Thea een confrontatie met Siepie de saimiri niet uit de weg te gaan.
‘Ja, maar dat is toch maar de uitslag van één enkele
toets? Jullie kijken bij het geven van een advies toch naar het totaalplaatje?’
De schooltrol trok een smoel alsof ze entreetoets
zelf ontworpen had:
‘De entreetoets geeft een duidelijke beeld van het
niveau van de leerling en wijkt nooit veel af van de citotoetsresultaten in
groep 8. De score van de entreetoets is doorslaggevend bij het advies.’
Het boosaardige plezier dat Siepie de saimiri
zichtbaar aan haar gewichtigdoenerij beleefde, wakkerde de strijdlust van Thea
alleen maar nog meer aan. Deze keer zou ze desnoods de longen uit haar lijf
schreeuwen voor rechtvaardigheid ter compensatie van dat foute basisvmbo
pré-advies aan haar dochter. Juffrouw Siepie de saimiri had Sabine gewetenloos
opgeofferd aan haar gunstelingetjes. Stel dat volgens het schoolboekje 10
procent van de plofgroep 7 een vwo pré-advies had moeten krijgen van
waarzegster Siepie de saimiri? Dan werd het percentage uitblinkertjes uit de
groep van Sabine als vanzelfsprekend bezet door Fransje, het huilmeisje
Mathilde en Boris. De 20 procent havo kandidaten liet zich voorspellen en kwam
op Luna, Kasper en nog 4 andere zoons en dochters van opperouders neer.
Nodeloos te vermelden dat al de uitverkoren havo/vwo kandidaten uit de klas van
de schooltrol tevens uit de plusgroep van De Wielewaal afkomstig waren. Wat
Bart en Thea betrof was de plusgroep al van het begin af aan niet meer dan een
synoniem voor een eliteclubje op de basisschool van hun kinderen. Sinds de
leiding van de plusgroep tussentijds ook nog eens van de overspannen Jade aan
de onnozele maar grenzeloos ambitieuze juffrouw Siepie de saimiri was
overgedragen, sloeg de poehaclub helemaal de plank mis. Maar nood breekt wet.
De plusgroep moest en zou in stand gehouden worden. Desnoods met een kalfskop
als juffrouw Siepie de saimiri aan het roer. Al was het maar om de invloedrijke
opperouders gunstig gezind te blijven. De overige 70 procent van de plofgroep
7, dat wil zeggen de niet-plusgroepers, deed mee voor spek en bonen en een
klein beetje vanwege de onuitwisbare leerplicht die juist niet alleen voor
gunstelingetjes in het leven is geroepen. Het restant was er niet minder ruis,
vmborommel oftewel opvulmateriaal om. Maar iedereen mocht, nee moest
zelfs, meedoen; voor de balans; voor het
evenwicht van de massa. Middelmaat siert
de straat. Hier lag de boze opzet zo dik bovenop dat zelfs een domme doos als
Lola niet wist waar ze anders kijken moest dan naar Sabine. Ze bleef aanhoudend
knipogen naar het 10jarige meisje dat later aan haar moeder verklaarde dat
juffrouw Lola tijdens de bijeenkomst over het pré-advies volgens haar constant
last had van een vuiltje in haar ene oog.
Het lukte Thea redelijk goed om bij de les te
blijven. Hoewel ze bijna volledig in beslag werd genomen door het koudvuur dat
haar oude Wielewaalwonden verzengde. De geest was hoe dan ook uit de fles. Al
had een discussie met een hersenloos wezen als Siepie de saimiri totaal geen
nut; vanaf heden zou Thea door niets of niemand meer te stoppen zijn.
‘Sinds wanneer wordt een pré-advies alleen gebaseerd
op de uitslag van de entreetoets? Wat gebeurt er met de aantekeningen van het
leerlingenvolgsysteem door de basisschooljaren van Sabine heen? Wat zegt
juffrouw Dorien? Wat zeggen Jeewee en meester Joep?’
‘Dorien is met zwangerschapsverlof en Joep werkt hier
niet meer’, grijnsde Siepie de saimiri vol leedvermaak.
Thea werd overvallen door een walging die haar dwong
om een pauze in de woordenwisseling in te lassen teneinde de schurende werking
van haar bijtende, zure oprispingen af te remmen. Een zacht, timide stemmetje
van Sabine vulde de stilte op. Ze ontgrendelde een handgranaat.
‘Ik werd voor de eerste keer ongesteld in de klas en
toen hadden we entreetoets.’
Bij beide juffen ging geen belletje rinkelen. Siepie
de saimiri keek Sabine aan alsof ze niet helemaal goed bij haar verstand was.
‘O, wauw, ben je al ongesteld. Knap hoor. Hoe oud ben
je nou Sabine? Was het de eerste keer?’, fleemde ze.
‘Ik ben bijna 11’, antwoordde Sabine verloren.
Onderwijl zat Thea zich op te vreten. Ze vroeg zich
af waar dat Siepiemens haar eigendunk vandaan haalde? Zeker van alle
pluimstrijkers die ze met de groei van haar levensjaren om zich heen had weten
te verzamelen? Dat ze zulke kruipers bijeen kreeg, was op zich al een
onvolprezen prestatie met zo’n lelijk karakter. Thea beet juffrouw Siepie de
saimiri dan ook geringschattend toe.
‘Je hoort toch wat ze zegt? Ze zegt dat ze voor het
eerst ongesteld werd tijdens het maken van de entreetoets.’
Bij juffrouw Lola begon wat te dagen:
‘Ja, dat weet ik nog wel. Ik was surveillante toen,
weet je nog Bientje?’
Met een blik vol onbegrip zocht Sabine steun bij haar
moeder. Met name omdat ze door het woord ‘surveillante’ op een dwaalspoor gezet
was.
‘Lola bedoelt dat ze erbij was toen je in de klas
ongesteld werd tijdens de entreetoets’, vertaalde Thea lauw.
‘Ja, en ik schrok me een hoedje, want je rende zo,
hoppatee naar de wc’, proestte juffrouw Lola gemaakt.
Sabine zag de humor van de situatie niet in.
Beschroomd greep ze de hand van haar moeder. Thea kneep het kleine polleke en
hield het vervolgens stevig vast, terwijl ze tegen de twee sufkutjes uitvoer:
‘Logisch dus dat de scores van de entreetoets in het
geval van Sabine lager uitgevallen zijn. De uitslag van de entreetoets mag en
kan voor Sabine dus niet niveaubepalend zijn’.
Siepie de saimiri luisterde nauwelijks naar Thea en
richtte zich heel voornaam tot Sabine.
‘Eigenlijk moet je gewoon normaal je best blijven
doen als je ongesteld bent, lieve Sabine. Ook al ben je pas 10 jaar en bloed je
voor de eerste keer. Dat heb ik ook gemoeten.
En juffrouw Lola kon ook niet zomaar met de pet naar haar schoolwerk
gooien toen ze voor de eerste keer menstrueerde. Alle meisjes en vrouwen worden
vandaag of morgen ongesteld. Stel je nou eens voor dat de juffen hier op De
Wielewaal iedere ongesteldheid maar zouden gebruiken om slecht te presteren.
Dat kan niet. Dat snap jij ook wel.’
Sabine staarde naar haar schoot en zei geen boe of
bah. Thea drukte nogmaals het klamme handje dat nog altijd bewegingsloos in de
hare rustte. Ze probeerde Siepie de saimiri te raken met haar vuurspuwende
ogen. Maar mocht juffrouw Siepie de saimiri al snappen dat zij en niet Sabine
verkeerd bezig was, dan liet ze het niet merken. Ze nam opnieuw het woord dat
ze wederom louter tot Sabine richtte.
‘Maar ik zou me niet druk maken Sabientje, want in
groep 8 kun jij misschien best nog een niveautje hoger. Zelfs als je ongesteld
bent. Je gaat gewoon voor vmbokader.’
Thuis kwam de antipathie van Thea voor Siepie de
saimiri en het huppeltrutje Lola in volle hevigheid naar boven. Bart liet zijn
vrouw eerst wel 30 minuten razen en tieren alvorens hij een poging ondernam om
haar gerust te stellen. Hij zat in de huiskamer zijn geliefde voetbal te volgen
achter het breedbeeldscherm en riep op een gegeven moment naar de keuken:
‘Wind je niet zo op, Thea. Sabine gaat gewoon naar
een scholengemeenschap vmbo/havo/vwo. We trekken ons niets aan van twee van die
domme ganzen.’
Sabine pelde een sinaasappel bij het aanrecht. Ze was
het spoor opnieuw bijster en schreeuwde naar haar vader:
‘Met vmbo basis kan ik helemaal niet naar een
scholengemeenschap. Ik moet vmbo theorie halen en dat is 2 niveaus hoger.’
‘Wat een onzin’, brulde Bart terug
Getroffen door de botheid van haar vader kromde
Sabine haar rug. Thea had Bart graag een veeg uit de pan gegeven, maar daar zou
Sabine niet mee geholpen zijn. Net zo min als met het negeren van het foutieve
pré-advies. Integendeel. Niets zou het zelfvertrouwen van het kind beter ten
goede komen dan een juiste inschatting van haar capaciteiten. Behoedzaam zocht
Thea de nabijheid van op het gespannen meisje op en probeerde haar te troosten
met een knuffel. Daarna greep ze haar dochter bij de schouders, ging een klein
beetje door haar knieën en keek haar recht in de ogen;
‘Sabine, jij kunt makkelijk naar het vwo.’
‘Ik wil niet naar het vwo.’
‘Ok, dan ga je naar een scholengemeenschap en dan
hoef je pas na 2 jaar te beslissen. De havo is ook prima; of vmbotheorie. We
zullen zien wat je aankunt.’
‘Jij zei net dat ik makkelijk naar het vwo kan?!’”
‘Ja maar dat geloof jij niet en dus neem ik een slag
om de arm.’
‘Ik geloof je wel.’
‘De tijd zal het leren.’
‘De tijd?’
‘Dat is een uitdrukking Sabine.’
‘Van Goede Tijden, Slechte Tijden?’
‘Hè?!”
‘Juffrouw Siepie zegt dat ze altijd naar Goede
Tijden, Slechte Tijden kijkt als ze toetsen nakijkt. Wij kijken nooit naar
Goede Tijden, Slechte tijden toch?’, griezelde Sabine
Thea moest even schakelen voordat ze doorhad wat
Sabine bedoelde.
‘Je hoeft niet per sé naar Goede Tijden, Slechte
Tijden te kijken om op een scholengemeenschap aangenomen te worden. We zullen
morgen weleens naar Goede Tijden, Slechte Tijden kijken en dan zul je zien dat
je alles makkelijk kunt volgen.’
‘Ik ken Goede Tijden, Slechte Tijden al van Zarah
thuis. Ik vind er niks aan.’
‘Mooi zo, ik ook niet. Dan snap je ook waarom papa en
ik nooit naar Goede Tijden, Slechte Tijden kijken.’
‘En Het Achterhuis?’
Sabine sprong nooit zomaar van de hak op de tak, maar
erg chronologisch ging ze vandaag ook niet te werk.
‘Wat nu weer?’
‘Fransje heeft Het Achterhuis van Anne Frank gelezen
en dat komt omdat ze naar het gymnasium gaat.’
‘Zegt juffrouw Siepie dat?’
‘Nee, dat zegt juffrouw Lola’, beweerde Sabine,
waardoor Thea zich moeiteloos een nuffig ding in een marineblauw colbertje voor
de geest kon halen.
Het beeld bleek bij nader inzien geen
zinsbegoocheling, maar een herinnering aan Fransje aan het einde van groep 6.
Ze hield een opengeslagen boek tussen haar vingers in de lucht. Ze stond in de
schijnwerpers van Nora; de dramajuf en kwam aan iedereen een geheim openbaren
tijdens de experimentele en peperdure toneelvoorstelling van enkele
acteertalentjes uit groep 6 van De Wielewaal:
‘Ik ben hoogbegaafd!’, bezwoer Fransje plechtig.
De roman die snuggere Fransje in de luchtspiegeling
bij zich droeg was Het Dagboek van Anne Frank. Sabine las aan het einde van
groep 7 nog Dolfje Weerwolfje van Paul van Loon. Ze moest zich wel mijlenver
van de behoedster van het nieuwe intellect met de naam Fransje verwijderd
voelen. Vermoedelijk ervoer Sabine die grote afstand als wel zo veilig. Als het
vwo op z’n Fransjes moest, dan gaf Sabine haar portie wel aan Yolo de
gezinshond. Maar zo makkelijk zou Thea haar niet met de wereldliteratuur weg
laten komen. Anne Frank en Fransje waren niet onlosmakelijk met elkaar
verbonden. Stel je voor!? Sabine moest de geduchte leerstof onderhand maar eens
zelfstandig proefondervindelijk ondergaan.
‘Weet je wat Sabine; dan lees je ‘Het Achterhuis’ van
Anne Frank toch? We gaan morgen meteen naar de openbare bibliotheek.’
‘Dat kan niet.’
‘Waarom nou weer niet?’
‘Ik heb een kinderpas. Ik mag geen boeken voor
volwassenen lenen.’
‘Dan leen ik ‘Het Achterhuis’ van Anne Frank wel op
mijn volwassen bibliotheekpas.
‘Maar is ‘Het Achterhuis’ dan niet nog te moeilijk
voor mij?’
‘Hoe kom je daar nou weer bij?’, vroeg Thea
rusteloos.
‘Ik heb een vmbobasis- advies en geen vwo-advies.’
‘Je hebt geen advies, maar een pré-advies en dat klopt
niet. Verder hoeven we alleen maar te weten of je Het Achterhuis van Anne Frank
ook echt wil lezen uit nieuwsgierigheid of alleen maar omdat het volgens jou
een vereiste is om alsnog een vwo-advies te krijgen.
‘Hoewel…Zarah heeft het Achterhuis ook gelezen.’
‘Luister je überhaupt wel naar mij Sabine en wat doet
het er nou toe of Zarah Het Achterhuis wel of niet gelezen heeft? Niet…lijkt me
trouwens aannemelijker.’
‘Hoezo niet? Zarah heeft ook een vmbobasis advies.’
‘Zie je nou wel dat Het Dagboek van Anne Frank niets
met het gymnasium te maken heeft, maar dat bedoel ik niet. Zarah is een moslima
en Het Dagboek van Anne Frank gaat over een joods meisje dat samen met haar
vader, moeder, zusje en nog wat andere mensen jarenlang ondergedoken heeft
gezeten in een geheime ruimte – Het Achterhuis – in Amsterdam gedurende de
tweede wereldoorlog. De complete joodse bevolking moest zich verstoppen voor de
Duitse bezetters, omdat zij anders in een concentratiekamp vermoord dreigden te
worden.’
Sabine viel haar moeder in de rede:
‘Dat weet ik mam, Zarah heeft haar spreekbeurt over
Het Achterhuis gehouden en ik heb goed geluisterd! Ze heeft Het Dagboek van
Anne Frank dus wel gelezen.’
‘Dat hoeft helemaal niet. Op het internet krioelt het
van de boekverslagen. Korte samenvattingen. De oudere zussen van Zarah – Adiva
en Erum – zullen haar daar wel op gewezen hebben.’
‘Waarom? Omdat ze moslima is?’
De vraag was een aanklacht. Sabine leek wel 16 ineens
en Thea voelde zich stokoud worden.
‘Het jodendom en de islam liggen mijlenver uit
elkaar. En een verhaal uit de tweede wereldoorlog is voor Zarah vast zoiets als
voor ons een sprookje uit duizend en één nacht. Vooral omdat er in de
oorlogsjaren van 1940 tot 1945 nog nauwelijks moslims in West-Europa
voorkwamen, maar wel miljoenen joden.’
‘Je discrimineert mama! Ik ben toch ook niet joods?
Fransje ook niet. Fransje is niks. En ik ben katholiek. Ik heb zelfs mijn
communie gedaan. Nou en?’
Sabine had gelijk. Althans vanuit haar perspectief en
beperkte levenservaring gezien. Tevens leverde ze een stevige aftrap. Een
solide bewijs voor de aanwezigheid van een analytisch denkvermogen.
‘Je hebt gelijk Sabine. Ik ben bevooroordeeld. Ik heb
moeite om te geloven dat Zarah Het Dagboek van Anne Frank echt gelezen heeft,
maar ik kan me vergissen en dan is haar prestatie alleen maar heel
lovenswaardig. Zeker omdat ze ook nog eens een spreekbeurt over Het Achterhuis
gegeven heeft! Waar heeft Fransje haar spreekbeurt eigenlijk over gehouden?’
‘Over het Dagboek van Anne Frank.’
‘Origineel. En jij Sabine?’
‘Dat weet je toch? Ik hield mijn spreekbeurt over
West Side Story, omdat ik dat zo’n super mooie musical vind.’
‘Nee, ik bedoelde eigenlijk wil je Het Dagboek van
Anne Frank nou lezen of niet?’
‘Ikke wel’, antwoordde Sabine overmoedig.
‘Dan zul je zien dat je Het Achterhuis gewoon kunt
lezen. Zelfs met een verkeerd vmbobasis pré-advies.’
Sabine twijfelde alweer. Ze stond te talmen met die
half gepelde sinaasappel in haar handen en herhaalde huilerig:
‘Hoe weet jij dat nou?’
‘Hoe ik dat weet? Ik hoef jou maar met Melvin en
Jasmijn te vergelijken. Jasmijn studeert nou voor arts. Melvin heeft drie jaar
op het stedelijk gymnasium gezeten. Bovendien werk ik al jaren bijna elke dag
met studenten van Huiswerkstek. Ik weet waar ik over praat Sabine en ik kan
best inschatten wat jij aankunt.’
‘Dus nou moet ik ineens weer wel naar het gymnasium?’
Geërgerd en verward rukte Sabine zich eindelijk los
uit de greep van haar moeder. Een reactie van Sabine waar Thea niet echt rouwig
om kon zijn, want alle botten in haar lichaam protesteerden zo langzamerhand
tegen de onnatuurlijke, licht gebogen houding die nodig was geweest om al die
tijd op ooghoogte met het 10jarige meisje te kunnen blijven communiceren. De
half ontblote sinaasappel rolde op de grond tot aan de drinkbak van Yolo. Nurks
plofte Sabine achter de eettafel op een keukenstoel neer en bleef boos voor
zich uit zitten mokken.
‘Papa heeft gelijk. Jij gaat naar een
scholengemeenschap. Hoe dan ook.’
‘En als ik het nou toch niet kan?’
Met een wanhoopsgebaar schoof ook Thea aan de
keukentafel aan. Hoe weinig een pré-advies in werkelijkheid ook inhield, het
oordeel van een leerkracht liet tieners in hun gevoelige leeftijd duidelijk
niet koud. Thea probeerde de schade van het pré-advies aan het zelfvertrouwen
van Sabine te beperken:
‘Je merkt toch zelf dat je vaker dingen weet dan
Zarah, Nia of Imke?’
‘Kunst’, verwierp Sabine terecht.
‘Nou, weet Fransje dan zoveel meer dan jij!?’, riep
Thea ten einde raad.
‘Echt niet!’, stootte Sabine met kracht uit.
‘Nou dan. Je moet juffrouw Siepie niet geloven. Ze is
geen goede onderwijzeres, maar op dit moment hebben we even niemand anders
voorhanden.’
Bart kwam de keuken binnen om zich van het
koffiebonenapparaat te bedienen en zich met het gesprek te bemoeien.
‘Ja, maar volgend jaar, in groep 8, krijgt Sabine die
Siepie tuttebel opnieuw, samen met druiloor meester Jan Willem. Dan kunnen we
helemaal het hele schooljaar onze lol op.’’
‘Wat wil je daarmee zeggen?!’
Radeloos greep Thea met de handen in haar haar. Desondanks
wierp Bart de hamvraag maar weer eens op:
‘Wat dacht je van een andere basisschool?’
Alsof Thea die mogelijkheid na het pré-advies niet
allang, in een sneltreinvaart, opnieuw had gewikt en gewogen. Ze verzuchtte:
‘Nou nog? Sabine hoeft nog maar 1 basisschooljaar. En
dan met een verkeerd pré-advies op haar naam! Op een nieuwe school moeten ze
haar eerst leren kennen en andersom kan Sabine pas zichzelf zijn in een
vertrouwde omgeving. Ze zou ruimte moeten hebben om te wennen om naar behoren
te kunnen presteren en die tijd heeft ze niet meer in groep 8. Op De Wielewaal
kunnen een juffrouw Dorien en misschien een Jeewee nog bereid gevonden worden
om Sabine eerlijk te boordelen. Ze heeft tenslotte ook bij deze leerkrachten in
de klas gezeten en niet alleen bij juffrouw Siepie en die Loladinges. Zo niet
dan is er nog altijd een leerlingenvolgsysteem waarop we ons kunnen beroepen op
De Wielewaal.’
Ik wil niet ook nog naar een andere school’, mengde
Sabine zich in de discussie op een toon alsof haar lot toch al beschoren was.
Ze bracht haar vader aan het twijfelen.
‘Sabine heeft toch 2 jaar in groep 3 en 4 van
juffrouw Dorien gezeten? Misschien kun je haar een mailtje schrijven met de
vraag wat we met dit pré-advies aan moeten?’, stelde Bart aan Thea voor.
‘Dorien is met zwangerschapsverlof’.
‘Ow, en dan kan ze niet meer op mailtjes reageren’?’,
smaalde Bart.
‘Moet je dat nou nog vragen? Mag ik je trouwens
herinneren aan mijn mailverbod?’
‘Dat mailverbod komt van Willy Bakbruin en Willy
Bakbruin heeft afgedaan. Ze is directrice af en bovendien zijn jullie sinds
kort niet meer gebrouilleerd, vanwege dat opkikkertje van jou’.
‘Toch vindt mijn nieuwe beste vriendin Willy Bakbruin
het vast niet goed als ik opnieuw allemaal negatieve berichtjes over het
belachelijke pré-advies, dat uit het brein van haar favoriete onderwijzeres
juffrouw Siepie ontsproten is, in de werkomgeving van De Wielewaal zou
rondstrooien.’
‘Een reden temeer om het zeker niet na te laten lijkt
mij’, gnuifde Bart met veel acteertalent.
‘Zal ik dan maar meteen de daad bij het woord voegen
met een mailtje aan Jeewee?’, stelde Thea voor.
‘Goed plan en dan zou ik mejuffrouw Siepie ook even
laten weten dat je aldoor aan haar denkt.’
‘Komt voor elkaar!’, lachte Thea, ondanks haar
chagrijn, in de hoop dat humor in facto heilzaam is.
Het online bericht aan Jeewee was makkelijker gezegd
dan gedaan. De walging voor juffrouw Siepie hield Thea in de wurggreep. Maar
dat niet alleen. Ook haar latent aanwezige aversie tegen het seksuele wezen
achter de onderwijzer Jan-Willem stond een neutrale toonzetting in een illegaal
mailtje in de weg. In de wandelgangen van De Wielewaal liet Jeewee nog steeds
geen gelegenheid onbenut om Thea, terloops, maar voortdurend, haast
telepathisch te dwingen om te voldoen aan zijn beeld van de ideale partner bij
zijn denkbeeldige, repetitieve geslachtsdaad. Thea gruwelde bij de gedachte aan
de zuigende kracht van zijn ogen in haar rug en zijn smachtende wegkijken op de
momenten waarop ze zijn blik zocht in een vertwijfelde poging om hem normaal te
groeten. Zo graag zou Thea de oude schoolmeester van Sabine uit de voormalige
combigroep 5/6 en de toekomstige onderwijzer van groep 8, - in een collegiaal
partnerschap met de schooltrol - in het voorbijgaan gewoon gedag zeggen. Alleen
maar hallo zoals dat gaat en passant tussen normale mensen. Zonder de
onbevredigende nasleep die Jeewee continu bij Thea, en volgens haar ook bij
andere moeders, wist op te roepen.
‘Hij is een stalker op jacht’, legde Thea aan Bart
uit.
Geërgerd schudde Bart een paar keer van nee.
‘Nee, hij is onder de indruk van jou. Andere moeders
zien dat en kunnen zijn affectie voor jou niet uitstaan.’
‘Tuurlijk Bart, dat kun jij ook weten. Jij kunt op
een afstand precies voelen wat Jeewee met zijn weke gelonk teweeg brengt.’
‘Nee, maar ik ken dat type mannetje. Jeewee is een
origineel egotrippertje. Hij vindt jou leuk en dat draait hij om. Dus jij moet
op hem vallen. Pas dan heeft hij zijn zin. Daar komt helemaal geen andere vrouw
bij kijken. Hij heeft jou uitverkoren tot zijn droomvrouw, maar dat heb ik je
geloof ik al eens een keer of 10 eerder uitgelegd.’
Thea werd er iebel van.
‘Ja, want ik verdring telkens de waarheid, omdat het
minder persoonsgerichte idee van de seriestalker mij nou eenmaal meer
aanspreekt, denk ik’.
Toch speelde ze het met de nodige eufemismen en de
verdoving van een halve liter rode wijn klaar om een mailtje naar Jeewee in
elkaar te flansen. Het slotakkoord volgde precies 5 minuten nadat Bart naar bed
was getogen, omdat zijn geduld echt op was.
Luidruchtig installeerde Thea zich op haar kant van het tweepersoons
bed. Zo snel kon Bart onmogelijk al in slaap gevallen zijn. Haar opengeklapte
laptop plaatste ze in de schoot van haar kleermakerszit. Bart lag op zijn zij
naar haar toegedraaid en kneep zijn ogen stijf dicht. Voor de duidelijkheid
kondigde Thea haar aanwezigheid nog eens extra aan met een vraag naar de
bekende weg:
‘Slaap je al?’
‘Ja’.
‘Ik lees je mijn mail aan Jeewee even voor.’
‘Nou even dan.’
‘Beste Jan-Willem,
Wij kennen elkaar dankzij Sabine die 2 jaar geleden
in jouw combinatieklas 5 en 6 heeft gezeten. Vandaag heeft Sabine van juffrouw
Siepie en invaljuffrouw Lola (groep 7) een pré-advies vmbobasis gekregen. Mijn
man (Bart) en ik hebben niets tegen het vmbo zolang de middelbare school maar
overeenkomt met het leerniveau van onze dochter. Wij (de ouders van Sabine)
zijn er echter van overtuigd dat Sabine meer waard is dan het pré-advies voor
een basis vmbo dat haar vandaag door de juffen Siepie en Lola is toegekend. Dit
verkeerde advies zou in het geval van Sabine bij opvolging in de toekomst weleens
tot schooluitval kunnen leiden. Omdat Sabine het volgende schooljaar opnieuw in
jouw klas terecht komt – een weerzien in groep 8 – hoop ik dat je bereid bent
om samen met Sabine en mij naar een advies toe te werken dat onze dochter in
ieder geval makkelijk toegang tot de brugklassen van een scholengemeenschap
vmbo, havo, vwo zal verlenen. Met haar huidige basis vmbo-advies kan Sabine een
opleiding op haar niveau echter vergeten. Zelfs een traptrede hoger (kader
vmbo) helpt haar nog niet zonder obstakels naar de brugklas van een
scholengemeenschap. Ze zou minstens vmbo theorie moeten halen. Dit zou gezien
haar eerdere leerprestaties, die – als het goed is - ook zijn vastgelegd in het
leerlingenvolgsysteem, voor Sabine geen enkel probleem hoeven te zijn. Hopelijk
begrijp je dat mijn man en ik het absurde pré-advies aan onze dochter dan ook
niet accepteren. Alvast bij voorbaat dank voor het meedenken en in afwachting
van jouw reactie, teken ik, met vriendelijke groeten; Thea. De moeder van
Sabine.’
‘Nomdedieu, daar word ik bang van’, spotte Bart nog
altijd met gesloten ogen.
‘Ja, moet ik hem dan de huid vol schelden?’
‘Dat issie wel gewend, maar goed; jij bent de
opperouders niet.’
‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt doet dat ook een
ander niet!’
‘Dan kun je nou met een gerust hart nog een dreigmail
naar die Siepiedinges sturen, want dreigementen zijn jou ook al vaak genoeg
geschied; of je wílde of niet!’
‘Geen dreigmail, maar ik zal Siepiedinges wel
degelijk duidelijk te kennen geven dat ik haar pré-advies aan Sabine natuurlijk
niet zomaar voor lief neem.’
‘Met jou is het kwaad kersen eten, dat hoor ik wel’,
stokte Bart slaapdronken.
Tamme wraaklust werkte op Bart als een slaapmiddel,
maar Thea lukte het de hele nacht niet om een comfortabele rusthouding te
vinden. Af en toe moest ze weggedoezeld zijn, omdat de digitale, felrode
tijdsaanduiding op de wekkerradio her en der leemtes achterliet. Black-outs die
geen soelaas boden, maar het onvermijdelijke hoogtepunt vormden van de vele
woedeaanvallen die Thea tijdens de bewuste nacht te verwerken kreeg. Deze
gezindheid had met boosheid niets meer te maken. Hier daverde een ongekende
razernij door haar constitutie met misselijkmakende effecten. Thea vond zich in
de betreffende nachtelijke uren herhaaldelijk kokhalzend boven de toiletpot in
de badkamer terug, waar ze gal spuwde over de aanhoudende, penetrante heugenis
aan Siepie de saimiri. Hoogblonde schooltrol. Als Thea haar op dat moment tegen
het afstotelijke lijf gelopen was, dan had ze niet voor haar zelfbeheersing
ingestaan. Ze kon ook geen kant op, want de standaardreacties uit het
didactische veld op haar bezwaren lieten zich voorspellen. Het bewijs voor de
hypocrisie van Thea was maar weer eens geleverd. Nu de middelbare schooltijd
van haar bloedeigen dochter Sabine in zicht kwam en het préadvies tegen viel,
voldeed het vmbo ineens niet meer. Terwijl Thea toch dagelijks ook met kinderen
van het vmbo werkte bij Huiswerksterk. Je zou dan toch op zijn minst van zo’n
huiswerkbegeleidster als Thea mogen verwachten dat ze niet op studenten van het
vmbo neerkeek. Geen mens kan namelijk om de lager opgeleiden heen. Ze zijn van
alle tijden. Praktijkgerichte mensen; geen grote denkers. Het plebs van eeuw in
eeuw uit. Jaar in jaar uit. Dag in dag uit. Spiegel de wetenschap maar eens met
de intuïtie van bijvoorbeeld laag geschoolde volksvrouwen. Aan hun kennis over
zorgen, baren en zogen komt geen ratio te pas. Alles is instinct. Het
gedragspatroon is genetisch bepaald en daarom is juist de zogenaamde praktische
meute onontbeerlijk voor de samenleving. Sterker nog; voor het voortbestaan van
het menselijk ras. Waar zouden wij vandaag de dag zijn in een wereld zonder
putjesscheppers en dakbedekkers? Verdwaald in een intellectuele ratjetoe van
hoogbegaafde autisten zonder van die handige dingsigheidjes die alleen maar
gefikst kunnen worden door echte macho’s. Gecultiveerde neanderthalers die nog
met hun handen kunnen werken zoals onze voorvaderen. Uit de klei getrokken en
recht door zee. Goed geconserveerd door moeder de vrouw met tegenwoordig ook
een diploma van het basisvmbo.
Thea heeft nooit mee staan blaten met die
zeiksmoesjes. Lullificaties om ouders van aanstaande vmbo kinderen te pamperen.
Zij vond het niet nodig om de sociale omgeving van vmboscholieren te betuttelen.
Alsof het vmbobestaansrecht iedere leergang opnieuw bevochten moest worden en
de existentie van havo en vwo leerlingen niet! Wie benodigt überhaupt een
middelbare schooldiploma om een kind te baren of om met de handen te kunnen
werken? Bij de keuze tussen verschillende middelbare schoolniveaus zijn toch
veeleer de uiteenlopende; leertrappen; studieritmes; en interessegebieden aan
de orde? Vereenzelviging is daarbij het toverwoord en Thea had genoeg kinderen
van de diverse middelbare schooltypes voorbij zien komen gedurende haar jaren
bij Huiswerksterk om te weten dat Sabine nooit een vmboleerlinge zou worden.
Thea durfde naar eer en geweten, met haar hand op de bijbel, te zweren dat ze
niet voor een basisvmbo zou zijn teruggedeinsd als in het geval van Sabine een
keuze voor de allerlaagste der lagen niet gelijk zou hebben gestaan aan
onherroepelijke schooluitval. Hetgeen zou betekenen dat een onschuldig meisje
met een goed leervermogen in een welvarend land dus onterecht niet in staat
werd gesteld – ja, zelfs werd tegen gewerkt – om een middelbare schooldiploma
op haar niveau te behalen. Niet omdat dit kind dom, arm of anderszins beperkt
was op het moment van de uitspraak van het pré-advies, maar alleen maar omdat
ze op 10 jarige leeftijd het gore lef had gehad om voor het eerst ongesteld te
worden tijdens het maken van de entreetoets aan het einde van de plofgroep 7.
Haar botte pech werd nog erger gemaakt door schooltrol Siepie de saimiri die
vond dat alle kindjes uit haar plofklas te allen tijde op volle kracht moesten
presteren. Ook als ze in de klas, tijdens een essentiële toets, spontaan
begonnen te bloeden in een roze onderbroek bedrukt met een kolonie rode
lieveheersbeestjes. Bij zo’n speling van de natuur deed zelfs het
leerlingenvolgsysteem niet meer ter zake. Sabine moest zich niet zo aanstellen.
Vroeger of later werden alle vrouwen ongesteld. Dat betekende nog niet dat de
allerbesten zo maar stopten met hun hersens te gebruiken! Gelukkig zou het
ezelachtige oordeel van de schooltrol Siepie de saimiri pas kunnen regeren over
het lijk van de moeder van Sabine. Gezien het beeld van het onuitgeruste
zombiehoofd in de badkamerspiegel boven de wastafel, was die kans nog reel
aanwezig ook. Als Thea tenminste geen tegenactie zou ondernemen.
‘We gaan naar de onderwijsstichting!’
Dat was het eerste wat Bart zei toen hij 6 uur later
zijn ogen open deed. Hij lag op zijn rug. Gedurende haar slapeloze nacht had
Thea zich herhaaldelijk afgevraagd hoe die man zo makkelijk kon slapen.
Inmiddels lag ze al een kwartier op haar buik te staren naar zijn vertrouwde,
anders zo expressieve tronie in ruststand.
Door de wekker sperde hij schielijk zijn ogen alsof hij ijlings de geest
kreeg. Hij zag haar niet, maar fixeerde zijn zicht op het plafond, terwijl hij
blindelings naar zijn mobiel op het nachtkastje greep om een alarm, dat klonk
als een zacht, maar dwingend klokkenspel
op een xylofoon, het zwijgen op te leggen.
‘We gaan naar de onderwijsstichting’ herhaalde hij
nadat hij de kunstmatige tingeltangel had uitgeschakeld.
‘Alweer’, mompelde Thea in haar kussen.
Puffend en steunend kwam Bart overeind en ging
zijwaarts op de rand van het bed zitten. Hij boog zich over het scherm van zijn
mobiel.
‘Je moet geen mailtje sturen deze keer, maar bellen
en dan eisen dat je Rinus Hardleers van de onderwijsstichting te spreken
krijgt.’
‘Ik!’
De oogleden van Thea begonnen ineens loodzwaar te
protesteren tegen het zonlicht dat door een kier naast het rolgordijn de
slaapkamer penetreerde. De hele nacht had ze geen oog dichtgedaan en nu, bij de
dageraad, zou ze een gat in de ochtend kunnen slapen.
‘Ja, jij. Ik heb vandaag een conference call dus ik
zit al de hele dag op mijn werk aan de telefoon. En jij bent degene die zich
druk maakt, niet ik’, verklaarde Bart over zijn schouder.
‘Dus jij vindt dat pré-advies voor Sabine normaal?’,
gaapte Thea.
‘Nee, maar ik hecht niet zoveel waarde aan de
uitspraken van zo’n horrorheks als jij.’
Door de spleetjes van haar ogen zag Thea dat Bart nog
steeds gebiologeerd op zijn mobiel zat te turen. Af en toe bewoog zijn
rechterduim wat heen en weer en op en neer over het scherm.
‘Ja en als ik nou de enige was, maar vergeet de
kopzorgen van jouw bloedeigen Sabine niet’, zuchtte ze.
‘Daarom zeg ik, bel even naar Rinus Hardleers.’
Thea wreef haar ogen.
‘Doe niet net of de directeur van de
onderwijsstichting en ik besties zijn, Bart.’
‘Ik doe niet net of de directeur van de
onderwijsstichting en jij besties zijn, maar die Rinus Hardleers weet heus wel
wie je bent door; ‘De Dictatuur van de Bekrompen Ouders’. Ik bedoel dat
luizenverhaal, die aanklacht.’
‘Ik weet wat je bedoelt Bart. Zoveel mailtjes heb ik
nou ook weer niet geschreven dat ik me het schrijven van ‘De Dictatuur van de
Bekrompen Ouders’ niet meer zou herinneren’, schamperde Thea.
‘Nou en die Rinus Hardleers krijgt ook heus niet elke
dag een stroom klachtenbrieven binnen in de trant van ‘De Dictatuur van de
Bekrompen Ouders. Dus reken maar dat hij heel goed weet wie de moeder van
Sabine en Walter van De Wielewaal is. Indertijd wilde hij je al onder 4 ogen
spreken naar aanleiding van jouw aanklacht, maar jij koos ervoor om hem niet te
woord te staan. Vandaag ben je wel bereid om een babbeltje met hem te maken.
Dringend!‘
‘Dus ik heb geen keus?’
‘Is dat een vraag of een voldongen feit?’
‘Wat ben jij vroeg wakker’, bitste Thea vermoeid.
Het warme zonlicht op haar gesloten oogleden werd
overschaduwd door het postuur van Bart dat zich abrupt haar kant op richtte.
‘We hebben een mailtje van Willy Bakbruin!’, riep hij
verbluft.
Met een schok zat Thea rechtop in bed.
‘Hoe laat is het’, wilde ze gedesorienteerd en
volkomen onlogisch weten.
‘7 uur in de ochtend op de seconde af’, antwoordde
Bart, terwijl hij het mailtje op zijn mobiel opende.
‘Dus we krijgen tegenwoordig om klokslag 7 uur in de
ochtend een online berichtje van de directrice van De Wielewaal?!’,
recapituleerde Thea confuus en klaar wakker ineens.
‘Zo ziet het er wel uit, luister maar!’
Bart las voor:
‘Beste Thea en Bart,
Ik heb begrepen dat het pré-advies van juffrouw
Siepie en juffrouw Lola bij jullie niet in goede aarde is gevallen. Ik wil
graag met jullie over deze kwestie in gesprek gaan. Vandaag zal ik bij aanvang
van de school bij de ingang staan tussen 8.30 en 8.45. Van deze gelegenheid
kunnen jullie gebruik maken om een datum voor een gesprek op korte termijn met
mij af te spreken.
Met vriendelijke groet,
Willy Bakbruin
Directrice van De Wielewaal.’
‘Directrice van De Wielewaal, directrice van De
Wielewaal!? Voormalig directrice van De Wielewaal zal ze bedoelen. Ik snap het
niet? Ze gaat toch weg?! Waarom reageert zij plotseling op mailtjes die ik aan
Jeewee en de schooltrol gestuurd heb en niet eens aan haar? Wat gaan we nou
krijgen? Eerst reageert ze jarenlang bijna nergens op. Niet eens op mailtjes
die direct aan haar gericht zijn. En zo ja met reserve. En nu wil ze opeens
gesprekken gaan lopen voeren naar aanleiding van berichten waar ze helemaal
niets meer mee te maken heeft?!’’
‘Ze zal wel in de ontkenningsfase zitten’, meesmuilde
Bart.
‘Maar hoe komt zij ’s morgens in alle vroegte aan
twee verschillende mailtjes die ik vannacht om
1 uur exclusief aan Jeewee en om 2 uur enkel en alleen aan Siepie de
saimiri verzonden heb?’
‘Misschien dat 1 mailtje van de 2 al genoeg was!? Wie
weet heeft juffrouw Siepie jouw boze kennisgeving van het grote ongenoegen wel
doorgestuurd in blinde paniek? Alhoewel ik eerder vermoed dat de hele
mailwisseling van en naar De Wielewaal sowieso open ligt. Ik veronderstel dat
er een megacrisis aan de gang is op de basisschool van onze kinderen en dat een
paar troubleshooters de boel momenteel onder controle proberen te krijgen.
Openheid van zaken, vooral intern, is dan heel belangrijk. Met name zodat
onverbeterlijke probleemgevallen zoals Willy Bakbruin op deze manier minder in
de verleiding worden gebracht om het zaakje stiekem via een achterdeurtje nog
verder in het honderd te laten lopen.’
HOOFDSTUK 40
Directrice Willy Bakbruin had nog nooit eerder zo
gezaghebbend geleken als op die ochtend na het ongelofelijke pré-advies voor
Sabine. Terwijl haar 4jarige carrière als directrice van De Wielewaal toch op
het einde liep. Wat Thea betreft mocht ze de teugels juist nu wel wat laten
vieren. Willy Bakbruin veinsde dat ze Thea niet aan zag komen en dat ze niet op
wacht stond voor de ingang van een openbaar gebouw dat binnenkort haar
basisschool niet meer zou zijn. De kinderen, die haar passeerden als jonge
honden op weg naar puppycursus, keek ze vertederd na. Ze hadden de zomer in de
kop en waren niet meer in staat om in het gareel te lopen. Dat restje
verplichte schooldagen voor de grote zomervakantie was eigenlijk geen doen.
Toch zou Willy Bakbruin ze uitbuiten; die finale 2 weken tot de uiterste
vervaldatum; het ultieme uur; het bittere einde, de laatste seconde; de
hekkensluiter.
‘Je had mij een mailtje gestuurd, dus ik ben hier om
een afspraak te maken.’
Thea vond van zichzelf dat ze eindelijk de juiste
toon had weten te zetten ten opzichte van de leiding van De Wielewaal.
Afstandelijk en uit de hoogte. Wie probeerde Willy Bakbruin eigenlijk wat wijs
te maken?
‘Ik kan na het weekend. Dinsdag om kwart over 3;
meteen na de lessen’.
Willy Bakbruin hield haar handen op haar rug en
praatte voor zich uit, met haar kaken opeen geklemd alsof ze buiksprak.
‘Best’, zei Thea kortaf, terwijl ze Willy Bakbruin
kordaat de rug toekeerde.
‘Het pré-advies blijft overigens onveranderd’,
snerpte Willy Bakbruin in de gauwigheid nog tussen haar tanden tegen het
achterhoofd van Thea.
Getroffen keerde Thea op haar schreden terug en
verkondigde langzaam maar trefzeker:
‘Ik wist niet dat een pré-advies überhaupt
onderhandelbaar was.’
‘Nee, dat zeg ik; we veranderen niks’, zei Willy
nogmaals.
Zojuist, bij de eerste keer, had Willy Bakbruin
zekerder van haar zaak geklonken. Maar bij nader inzien was het misschien wel
verstandig om voor de dochter van Thea het pré-advies toch naar boven bij te
stellen. Het zou tenslotte niet de eerste keer zijn dat Willy Bakbruin een
uitzondering op de schoolregeltjes maakte. Ze vroeg zich echter ernstig af of
Thea het risico om in eigen doel te schieten wel waard was. De toezichthouders
waren overal en nergens tegenwoordig. Lang hoefde Willy Bakbruin niet op
uitsluitsel over het lot van Thea en haar dochter te wachten. Het antwoord
diende zich aan in de eerst volgende ontboezeming van de moeder van Sabine. Hiermee
tekende tirannieke Thea meteen haar eigen vonnis en daarmee dat van haar
dochter.
‘Luister eens Willy, mijn dochter heeft een
belachelijk laag pré-advies. Niet belachelijk laag in de zin van een beschaming
voor mijn familie, vrienden en kennissen, want die lui zijn nog minder met mijn
kind begaan dan het docententeam hier op De Wielewaal, maar belachelijk laag in
relatie tot het leervermogen van Sabine. In dat licht vind ik het eerlijk
gezegd nogal confronterend dat de gewezen directrice van de basisschool van
mijn onder gewaardeerde dochter namens haar incapabele onderwijzeressen niets beters
te doen weet dan vooral voet bij stuk te houden. En waarom stoor ik mij aan
jouw starheid Willy Bakbruin? Omdat je met zo’n stugge houding de stupide
pré-adviezen van een hersenloos gedrocht als mejuffrouw Siepie automatisch mede
in stand houdt! Maar wat jij wilt Willy Bakbruin! Door deze stompzinnige
kortzichtigheid worden de opperhoofden van de onderwijsstichting tenminste
extra bevestigd in de juistheid van hun rigoureuze beslissing om ene Willy
Bakbruin voorgoed de laan uit te sturen.’
‘Ik vind het niet netjes om juffrouw Siepie te
omschrijven als een hersenloos gedrocht.’
Onvast probeerde Willy Bakbruin om de persoonlijke
aanval van Thea te pareren. Haar onderlip trilde. Ze deed haar best om Thea
onverschrokken recht in de ogen te kijken. Dat lukte slechts met tussenpozen.
Thea voerde duidelijk de boventoon tijdens deze pijnlijke ontmoeting, waarin
Willy Bakbruin uitvluchten zocht. Het hersenloze gedrocht met de naam Siepie
was in dit geval het perfecte voorwendsel. Thea had er ook voor kunnen kiezen
om de verstandigste te zijn; om Willy Bakbruin geen aanleiding te geven door
Siepie te beschimpen. Alweer. Maar dan zou juffrouw Siepie de saimiri opnieuw
gespaard zijn gebleven en Thea kon geen gegronde reden verzinnen om deze
blamage voor het basisonderwijs de hand boven het lege hoofd te houden.
‘Al het begin is moeilijk Thea. Niemand is perfect en
ik weet zeker dat juffrouw Siepie jouw Sabine naar eer en geweten geadviseerd
heeft.’
‘Juffrouw Siepie is uiteraard onderwijzeres en dus
niet niemand. Zij is allerminst perfect. Al het begin is evenwel ook moeilijk
voor een meisje van 10 jaar dat Sabine heet en dat toevallig voor het eerst
ongesteld werd tijdens het maken van de entreetoets.’
‘Nou da’s wel heel toevallig!!!’, exalteerde Willy
Bakbruin overrompeld.
‘Het leven hangt van toevalligheden aan elkaar en van
cycli. Menstruatiecycli bijvoorbeeld’, legde
Thea indringend aan Willy Bakbruin uit.
De ontheven directrice kwam zowaar enigszins tot
inzicht.
‘Menstruatie is inderdaad overmacht.’
Nee hoor, niet als het aan Siepie ligt. Sabine had
zich maar moeten vermannen. Ze is heus niet het enige meisje van 10 dat voor
het eerst in de klas ongesteld wordt.’
De plaatsvervangende schaamte voor het gebrek aan
inlevingsvermogen van de juffen Siepie en Lola bezorgde Willy Bakbruin rode
koontjes. Maar voor de goede orde rechtte ze tegelijkertijd haar rug en streek
vruchteloos haar plooirok glad alsof ze zich ineens weer realiseerde dat ze in
functie was. Ze moest haar onderwijzend team onvoorwaardelijk blijven steunen.
Al was het maar om tijdens de dag des oordeels niet alleen te staan. Door haar
plotselinge vertrek lag een stortvloed aan vragen en kritiek in het verschiet.
Willy Bakbruin had zelfkennis. Ze wist van zichzelf dat ze niet sterk genoeg
was om alleen tegen de stroom op te zwemmen.
‘Ik weet bijna zeker dat Siepie niet tijdig op de
hoogte was van de menstruatie van Sabine en achteraf oordelen is makkelijk!’
‘Bijna is niet helemaal. Maar stel dat je gelijk hebt
Willy, dan had mejuffrouw Siepie zich weleens
mogen informeren alvorens te adviseren. Ze had zich af kunnen vragen
waarom de score van Sabine bij de entreetoets ver beneden het gemiddelde van de
optelsom van haar prestaties door de jaren heen uitviel, in plaats van haar
botweg op basis van een lage score bij een enkel testje naar het basisvmbo te
verwijzen. Trouwens Siepie wist dan misschien niet tijdig van het
vrouwenprobleempje van Sabine af, maar Lola wel. Ze wist ook bijna direct dat
het om de allereerste menstruatie van een 10jarig meisje ging. Je weet wel die
primaire kennismaking met het vrouwendom. De ultieme geslachtsbeleving die zich
bij Sabientje openbaarde tijdens het maken van de entreetoets in de klas.’
‘Als het waar is wat je zegt en als Sabine inderdaad
afgerekend wordt op basis van alleen maar de uitslag van de entreetoets, dan is
dat volledig onterecht. Maar ik geloof jou niet Thea. Ik denk dat je
teleurgesteld bent en overdrijft. Ik denk dat je even tot 10 moet tellen. Ga
lekker naar huis en kom tot rust. We spreken elkaar aanstaande dinsdag. Fijn
weekend!’
De negatie van de domper voor Sabine was al
schandalig, maar het feit dat Willy Bakbruin stug als vanouds doorging met
kritische ouders afwimpelen alsof haar ivoren toren niet allang op het hoogste
niveau ter discussie stond, maakte het humeur van Thea er niet bepaald
vrolijker op. Gevolglijk zat niets of niemand een spoedcontact met directeur
Rinus Hardleers van de onderwijsstichting meer in de weg. Thuisgekomen in de
privacy van haar bijkeuken annex studeerkamer, bedacht Thea zich dan ook geen
seconde en toetste het nummer van de onderwijsstichting in op haar mobiele
telefoon. Ene Erika nam het gesprek aan. Haar stemgeluid kwam Thea bekend voor.
Niet op een vervelende manier; eerder vertrouwd. Zoals een plotseling optredende
geur een prettige herinnering kan oproepen. Een Pavlovreactie op etensluchtjes
bijvoorbeeld die ineens een verlangen naar snert, bereid volgens oud Hollands
recept, kan prikkelen. Of een zweem van 4711 uit de nasleep van grootmoeders
linnenkast; met op de bovenste plank een literfles Kölnisch Wasser; die opa
belastingvrij voor oma kocht bij de grensovergang van de familie in Duitsland
terug naar huis. De ijle lucht kon Thea achterwaarts in een tijdreis naar haar
bed in grootmoeders logeerkamer transporteren. Een verhaaltje van opa voor het
slapen gaan en van oma een zakdoekbolletje doordrenkt met eau de cologne. Het
paste precies in de mouw van haar pyjamajasje. Tegen de muggen, misselijkheid
en heimwee. Aroma van oma in een troostrijke literfles van opa. Het timbre van
Erika klonk naar een combinatie van snert, 4711 en een koffer vol verhaaltjes.
Zonder reserves trok Thea dan ook direct van leer over haar ongenoegens. Ze
hoefde veel minder uit te leggen dan ze gewend was met betrekking tot De
Wielewaal. Misschien had Bart alweer gelijk met zijn vermoedens over de
helderheid van zaken die troubleshooters zich op De Wielewaal via de
opengebroken mailwisseling probeerde te verschaffen. Mogelijk was zelfs Erika
van de onderwijsstichting allang op de hoogte van de puinhoop die Willy
Bakbruin achter zich liet en waren op de valreep nog veel meer ouders de dupe
geworden van de fabuleuze pré-adviezen van Siepie de schooltrol. Hoe het ook
zij, Erika was in ieder geval op de hand van Thea. Zonder breedsprakig op het beklag
van Thea te reageren overigens. Toen Thea verslag deed van de kille preek van
Siepie de saimiri naar aanleiding van de ongewoon lage scores van Sabine – en
dan liet ze de oorzaak in de zin van de allereerste menstruatie van haar
dochter in de klas nog achterwege – produceerde Erika slechts een kort
afkeurend geluidje. Ze zei:
‘Tsss.’
Dat was alles, maar het was genoeg voor Thea om niet
opnieuw af te dalen naar die bodemloze put, waarin alles wat zij zei, vond of
voelde, kant noch wal leek te raken, terwijl alle andere papa’s en mama’s
gezellig, eensgezind echo’s uitwisselden met elkaar en iedereen, behalve met de
vader en moeder van Walter en Sabine.
Erika beloofde dat ze Rinus Hardleers, alias de
directeur van de onderwijsstichting, zo snel mogelijk zou laten terugbellen. In
de wachttijd wist Thea door de overdosis adrenaline in haar onrustige lichaam
niet waar ze het zoeken moest. En dan te bedenken dat ze aan het begin van het
schooljaar - na het versturen van ‘De Dictatuur van de Bekrompen Ouders’ - nog
zo fel tegen een evaluatie met Rinus Hardleers gekant was geweest. Na 8 maanden
beladen stilte kon ze inmiddels niet meer wachten totdat ze de directeur van de
onderwijsstichting aan de telefoon zou krijgen. Dit keer om haar beklag niet
schriftelijk, maar mondeling te kunnen doen. Het instemmende gehoor van Erika
had haar wellicht over de streep getrokken, want zelfs een olifantshuid gaat op
den duur vervellen van onwil, stupiditeit en dovemansoren. De onafgebroken tegenwerking jeukte, irriteerde en hield Thea
scherp. Maar wat een zaligheid dat dankzij de kalme, onbevooroordeelde
vriendelijke stem van een vreemdelinge met de naam Erika, voor het eerst in
bijna 11 jaar moederschap, de boog in de buitenwereld niet gespannen hoefde te
zijn.
Rinus Hardleers, de directeur van de
onderwijsstichting, moet welhaast aangevoeld hebben dat de nood om te praten
van de moeder van Sabine en Walter hoog was.
‘Ik denk eerder dat hij het ijzer wilde smeden zolang
het nog heet was’, nuanceerde Bart achteraf.
Zijn intuïtie zei hem dat de chaos op De Wielewaal
compleet was en dat de beleidsmakers tot aan de zomerstop eigenlijk niets
anders deden dan brandjes blussen totdat de vuurhaard in de hoedanigheid van
Willy Bakbruin na de vakantie gedoofd was. De motivatie van Rinus Hardleers kon
Thea echter niet zoveel schelen. Op het elan na dat zijn animo om haar te woord
te staan bij Thea teweeg bracht en dat haar voor de verandering eens niet het
idee gaf dat haar alarm een storm in een glas water was. Nog geen 10 minuten na
het telefoongesprek met Erika, belde hij al terug. Ook zijn kalmerende stem
geluid overviel haar. De summiere hartelijkheid die haar op die ene dag over de
telefoon ten deel viel had al meer positieve emoties bij Thea teweeg gebracht,
dan de overmaat aan onverschilligheid
die haar jaar in jaar uit op De Wielewaal regelmatig ten deel was gevallen. Die
desinteresse had haar alleen maar gefrustreerd gemaakt en de bijnaam tirannieke
Thea bezorgd. Hetzelfde effect eigenlijk als de blinde paniek van haar moeder
telkens als Thea in haar kleutertijdtijd werd aangevallen door een
kinderziekte. Niet het kind maar de moeder speelde de slachtofferrol als in een
bliksemafleider. Kleine Thea kon de controle over haar emoties pas los laten
nadat de rustige bezorgdheid van vader haar de eigen verantwoordelijkheid voor
de crisis ontnam. Bij haar vader mocht Thea
kwetsbaar zijn. Met zijn woorden bracht Rinus Hardleers hetzelfde
mechanisme bij Thea op gang:
‘Laat ik beginnen met een geruststelling; een
pré-advies is nog geen advies en ik begrijp uw verontwaardiging ook heel goed.
Ik ben het met u eens dat het advies van een basisschool gebaseerd moet zijn op
de resultaten van het leerlingenvolgsysteem en niet alleen op de uitkomst van
maar één enkele entreetoets. Zeker niet als er ook nog onvoorziene factoren een
rol spelen tijdens het maken van de entreetoets zoals bij uw dochter Sabine het
geval was. Daar moet naar gekeken worden! Wel kan ik u verzekeren dat de
tientallen basisscholen die bij deze stichting zijn aangesloten zelden tot
nooit middelbare schooladviezen
rondstrooien die achteraf te hoog of te laag gegrepen zijn. Als dat wel het
geval zou zijn, dan zouden al die foutieve middelbare schooladviezen het
huidige onderwijssysteem op zijn grondvesten doen trillen en dat zou dan alleen
maar terecht zijn. Verder hebt u natuurlijk altijd de mogelijkheid om voor een
scholengemeenschap te gaan. U heeft met uw kind dan nog een kleine 3 brugjaren
de tijd om rustig te kiezen voor het juiste leerniveau.’
Hier laste Rinus Hardleers een pauze in om Thea de
gelegenheid te bieden om te reageren. Zo kon het dus ook! Dit was een stuk
relaxter dan het voormalige kinderachtige gesteggel met de – inmiddels -
uitgerangeerde Willy Bakbruin of het oude, moeizame bekvechten met overspannen
Jade; de interne coördinatrice van de Wielewaal.
‘Ik ben ook een groot voorstandster van de
scholengemeenschap, maar onze dochter Sabine heeft van juffrouw Siepie een
pré-advies vmbobasis gekregen met de prognose dat ze met veel oefenen in groep
8 – misschien – een niveau hoger kan halen. Dat zou dan vmbokader zijn. Nog
steeds niet voldoende, want nóg een niveau hoger – vmbotheorie – is de minste
vereiste om in de eerste brugklas van een scholengemeenschap vmbo/havo/ vwo
toegelaten te worden. Als ik juffrouw Siepie moet geloven dan haalt Sabine
helemaal nooit vmbotheorie.’
‘En wat denkt u zelf?’
‘Mijn man en ik weten zeker dat Sabine het vwo
aankan. Bij dit uitgangspunt wil ik toch wel even benadrukken dat ik uit
ervaring als huiswerkbegeleidster spreek. Temeer omdat ik weet dat ik met de
inschatting van het leerniveau van mijn eigen dochter de kans loop om over te
komen als een irreële ouder. Schooldagelijks werk ik echter met middelbare
scholieren van het vmbo, de havo en het vwo. Ik begeleid studenten met cultuur
en maatschappij profielen. De zogenaamde pretpakketten uit mijn tijd en dan
spreek ik toch al gauw van 30 jaar geleden.’
‘Ik zou niet weten waarom u irreëel zou zijn als u
zeker weet dat u de lat voor uw dochter niet te hoog legt?’
De vraag van Rinus Hardleers klonk oprecht, maar ook
tamelijk naïef. Logisch dat de opdringerige
opperouders met hun ambities te koop liepen. Als zelfs de directeur van
een onderwijsstichting de goede bedoelingen van menig papa en mama al niet in
twijfel trok. Nadien zou Bart zeggen dat het krediet dat Thea van Rinus
Hardleers kreeg alles te maken had met geloofwaardigheid en niets met de
denkbeelden van de opperouders of de uitgangspunten van de plusgroep. Denkbaar
was Thea al te ver heen om nog volledig vanuit haar eigen kracht te redeneren.
Ze besloot wat minder hoog van de toren te blazen.
‘Nou ja, een mens moet de laat altijd te hoog leggen,
zodat iedereen er makkelijk onderdoor kan natuurlijk. Maar in het geval van
Sabine is de havo misschien een mooi compromis, omdat onze dochter over het
algemeen liever lui dan moe is. Bovendien is Sabine een zomerkind en zou ze als
alles naar wens verloopt al met 16 jaar een havodiploma in haar zak kunnen
hebben. Ze is dan nog jong genoeg om op haar sloffen een vwo diploma te halen als
ze wil.’
‘Ouders weten meestal het beste wat hun kind wel of
niet aankan. Onze dochter had ook een vmbo advies toen ze de basisschool
verliet. Mijn vrouw was eveneens in alle staten. Tegenwoordig mag onze dochter
zich notaris noemen. Of dat eind goed al goed is dat durf ik ook niet met
zekerheid te zeggen. Volgens mij heeft mijn vrouw de verkeerde inschatting van
de leercapaciteiten van onze dochter door het docententeam van haar voormalige
basisschool nog steeds niet helemaal verwerkt. Ik ben wat makkelijker in dat
soort zaken, omdat ik weet dat het advies maar een richtlijn is. Een indicatie.
Een steuntje in de rug.’
‘In het geval van Sabine zou ik niet van een steuntje
in de rug willen praten. Eerder van een barrière of een gigantische beer op de
weg. Ook ben ik, integenstelling tot u, de mening toegedaan dat het vaker niet
dan wel het geval is dat ouders het beste weten wat hun kind al dan niet
aankan. Als ik tenminste kijk naar de kinderen die op De Wielewaal door hun
ouders met succes naar voren geschoven worden.’
‘Ow, maar ik suggereer ook niet dat alle ouders
handelen naar hun eigen inzicht. Maar ze kennen hun Pappenheimers wel. Diep in
hun hart. Ik bedoel als u niet zeker was geweest van uw zaak en van Sabine, dan
had u nu niet met mij aan de telefoon gezeten.’
‘Dat is waar’, gaf Thea toe.
‘Wat wilt u dat ik doe? Ik bedoel; ik kan Willy
Bakbruin moeilijk 2 keer ontslaan.’
Uit beleefdheid liet Thea een kort hikgeluidje horen
vanwege de kernachtige grap die echter tegelijkertijd merkwaardig klonk uit de
mond van de directeur van de schoolstichting.
‘Misschien kan het de tweede keer op staande voet’,
stelde ze cynisch voor.
Thea nam aan dat ze het knorgeluid dat Rinus
Hardleers vervolgens produceerde moest vertalen als een vrolijk geschater. Ze
stelde zich dan ook een bourgondische verschijning bij zijn stembuiging voor.
Of eigenlijk gewoon een dikke man, vanwege zijn varkenslach. Kaal ook. Voor de
gezelligheid. Veel later zag ze een foto van Rinus Hardleers. Hij was slank met
een enorme bos grijsbruine krullen.
‘Ze heeft me toch nog gesommeerd voor een gesprek
over het foutieve pré-advies op aanstaande dinsdag.’
‘Zo, zo.’
Wat kon Rinus Hardleers anders zeggen? Thea verbieden
om alsnog een gesprek met Willy Bakbruin aan te gaan zou te veel op een
mailverbod lijken.
‘En wat verwacht u nou dan nog van een gesprek met
Willy Bakbruin?’, vroeg Rinus Hardleers dus maar.
Een diplomatieke zet, vond Thea, die ze hem vergaf.
Hij was niet voor niks directeur van de onderwijsstichting. Die functie krijg
je niet door overal direct met de deur in huis te vallen.
‘Weet ik veel. In ieder geval gaat het pré-advies
voor Sabine niet meer veranderd worden. Dat heeft Willy Bakbruin mij vanmorgen
bij de ingang van de school nog even heel nadrukkelijk laten weten.’
‘Neemt u mij niet kwalijk, maar ahum.’
‘Ja, zo kun je het ook zeggen. Maar ik hoop dus dat
ik samen met het docententeam een planning op kan stellen waarmee we in groep 8
mijn dochter Sabine in ieder geval naar niveau vmbotheorie kunnen krijgen,
zodat ze zeker in de brugklas van een
scholengemeenschap vmbo t/ havo/ vwo toegelaten wordt. En alhoewel ik momenteel
op voet van oorlog met juffrouw Siepie sta, zie ik toch geen andere
mogelijkheid dan een samenwerking in groep 8. In het volgende schooljaar zijn
namelijk zowel juffrouw Siepie als meneer Jan-Willem de aangewezen, nieuwe
leerkrachten van onze dochter Sabine. Meester Jan-Willen heb ik ook al een
mailtje gestuurd over mijn bezorgdheid en met een hulpvraag. Hij heeft nog niet
gereageerd. Ik vind dat het docententeam van De Wielewaal momenteel helemaal
niet bezig is met de leerontwikkeling van Sabine. In plaats van haar een goed
gevoel over zichzelf te geven met een uitdagend pré-advies, wordt ze de afgrond
in gepraat met een onderwaardering. Ik wil Willy Bakbruin in een gesprek meer
dan graag duidelijk maken dat Sabine recht heeft op ondersteuning en goed
onderwijs dat aansluit bij haar leercapaciteiten. Sabine staat niet in dienst
van De Wielewaal, maar andersom!’
‘Zo hoort het ook’, vond Rinus Hardleers.
‘Maar zo is de realiteit dus niet. Het liefst zouden
mijn man en ik met onze kinderen naar een andere basisschool gaan. Los van het
feit dat gras uiteraard altijd groener is aan de andere kant van de heuvels,
moet Sabine sowieso in groep 8 de citotoets doen. Of ze nou op een andere
basisschool overstapt of niet. In een nieuwe sociale omgeving zou ze echter ook
nog eens onder extra druk moeten presteren. Op een onbekende school heeft ze
immers niet haar vertrouwde klasgenootjes, vriendjes en vriendinnetjes om haar
heen. Sabine zou op de valreep de dupe kunnen worden van een onverwachte
verandering, waar zij niet om gevraagd heeft en die ook niet onoverkomelijk is.
Alweer. Onze dochter is namelijk op Het Kleurenpalet begonnen. Een zwarte
school die eveneens is aangesloten bij uw onderwijsstichting. Katholiek van
origine. Op 4 jarige leeftijd leerde onze dochter al net zo fanatiek het
suikerfeest op school vieren als sinterklaas. Dat was leerzaam. Minder blik
verruimend was het stapje terug dat standaard van mijn zogenaamd bevoorrechte
kinderen gevraagd werd. Niet met zoveel woorden. Positieve discriminatie noemde
men dat toen nog in de volksmond. Tegenwoordig praten we liever over integratie
en een multiculturele samenleving. Hoe dan ook vond ik het toch wat veel van
één kant komen op Het Kleurenpalet. De Wielewaal was 2de keus. Ik
vond het een kakschool. Pretentieus. Dat vind ik nog steeds. Ik weet gewoon
niet waar ik blijven moet!’
‘Ik raad u aan om te blijven zitten waar u zit, want
na de zomervakantie zal de directie van De Wielewaal bemand worden door 2
crisismanagers die hun sporen in het verleden al ruimschoots verdiend hebben op
andere basisscholen. U zult inmiddels namelijk wel begrepen hebben het één en
ander op De Wielewaal momenteel nogal stroef verloopt. U bent niet de enige met
moeilijkheden. Laat dit een schrale troost voor u zijn. Verder raad ik u aan om
uw intuïtie te blijven volgen en vooral direct telefonisch contact met mij op
te nemen, mocht u zich in de toekomst opnieuw in een hoek gedreven voelen op De
Wielewaal. U hebt mijn telefoonnummer! Ik beloof u dat wij in het komende
schooljaar alles op alles zullen zetten om uw dochter na de citotoets een
middelbare school advies te geven dat aansluit bij haar leercapaciteiten. Daar
staan wij voor en dat is niet alleen onze verantwoordelijkheid, maar tevens
onze plicht. Mag ik u een prettige vakantie wensen en u aanraden om u niet meer
door mevrouw Bakbruin te laten misleiden. Vanaf 1 augustus is zij officieel
directrice van De Wielewaal af.’
Thea betreurde de slok ijskoude koffie die ze uit een vergeten mok van de
salontafel op de afgesloten
telefoonverbinding met Rinus Hardleers had laten volgen. Haar
kaakspieren krompen ineen van de zoetzure nasmaak. Ze zou beter wat sterkers
nemen voor de goede afloop. Irish Coffee. Of toch maar expresso, omdat ze nog
de nodige Huiswerksterkklantjes moest helpen vandaag en de ervaring leerde dat
begeleiden niet werkt met alcohol in de bloedbaan. Ook zonder sterke drank liep
Thea op wolkjes en moest ze haar geluksgevoel geweld aandoen om weer met de
beide voeten op de grond te kunnen staan. Wel een zegen dat niemand deelgenoot
was van haar onnozele blijdschap die uitsluitend gebaseerd leek op de redelijke
respons van 2 vriendelijke mensen uit het onderwijsveld. Dat was niet triest meer,
maar gewoonweg pathetisch. Die gemoedstoestand kon Thea maar beter voor
zichzelf houden. In wezen was ze namelijk geen stap verder gekomen. Ondanks de
sympathieke woorden en mooie beloftes van Rinus Hardleers, had Sabine nog
steeds een veel te laag pré-advies. Ergo de score van haar entreetoets was en
bleef, naast onveranderd laag, tevens de enige troef die juffrouw Siepie de
saimiri tot in uitentreuren zou uitspelen om haar gelijk te halen, hebben en
houden. De enige die nog voor Thea in de bres zou kunnen springen was Jeewee,
omdat hij Sabine had leren kennen in de combiklas. Juffrouw Dorien uit de
beginjaren van Sabine op De Wielewaal telde namelijk pas weer mee als
volwaardig onderwijzeres uit de onderbouw nadat zij was teruggekeerd van haar
zwangerschapsverlof. Zolang had zij zichzelf op non actief gesteld en
afgeschermd van de buitenwereld. Maar zelfs zonder juffrouw Dorien kon Jeewee
moeilijk om Sabine heen. Zo had het werkstuk over poezen hem destijds immers
met zijn neus op de feiten van de inventiviteit van Sabine gedrukt. Alhoewel
hij aanvankelijk openlijk de authenticiteit van een 8jarig kind in twijfel had
durven trekken. Zijn reserves jegens de eigenheid van Sabine werden versterkt
door de wens van de betreffende wijsneus om de combiklas in te ruilen voor de
complete groep 6. Na weerwoord van Bart en Thea had hij zijn achterdocht – min
of meer – voor zich gehouden. Althans in de geringe mate waarin gedeformeerd
onderwijzend personeel in staat kan worden geacht om inschattingsfouten aan
zichzelf en de buitenwacht toe te geven. Trouwens Thea kon zich gewoonweg niet
voorstellen dat een ervaren onderwijzer als Jeewee diep in zijn hart niet
aanvoelde wat Sabine in haar mars had. Hij had nog een weekend lang de tijd om
op haar hulproep via de mail te reageren. Maar hoe langer zijn redding
uitbleef, hoe meer Thea begon te twijfelen aan de oprechtheid van Jeewee. Wat
weerhield hem van een kant en klare standaardrespons uit het schoolboekje? Zo’n
pas klaar antwoord dat alle leerkrachten in de bovenste lade van hun lessenaar
in bewaring hielden? De hapklare brok voor het geval zij op hun
verantwoordelijkheden als docent zouden worden aangesproken? Een steunbetuiging
aan Thea hield toch niet automatisch het verraad aan anderen in? Aan collega’s
en opperouders? Jeewee kon toch aan Thea beloven dat hij samen met Sabine in
groep 8 van het nieuwe schooljaar alles op alles zou zetten voor het hoogst
haalbare? Het was toch naar eigen zeggen van docenten hun plicht om leerlingen
te begeleiden in een leerproces waarin ze zichzelf konden overtreffen. Om maar
even in het vakjargon te blijven. Wie zou hij met zo’n uitspraak tegen het
hoofd stoten? Willy Bakbruin? Juffrouw Siepie? Hij zou gewoon zijn werk doen,
nota bene. En Thea zou hij geruststellen en het gevoel geven dat ze er niet
wederom moederziel alleen voorstond. Maar Jeewee verkoos te zwijgen in alle
talen. Voor, tijdens en na het eerste weekend na het lachwekkende pré-advies.
Zelfs Bart stond ervan te kijken en verzuchtte:
‘Lafheid is de moeder der wreedheid.’
‘Heb ik eindelijk een gegronde reden om hem af te
wijzen!’, vond Thea monter.
Jeewee had wat haar betreft voorgoed afgedaan. Sabine
daarentegen zette vol vertrouwen al haar kaarten voor groep 8 in op haar
lievelingsmeester Jeewee. Deze gammele houvast verkozen Bart en Thea hun
onterecht gedegradeerde dochter niet ook nog te ontnemen. Dat zou pas echt
meedogenloos zijn. Rinus Hardleers, de directeur van de onderwijsstichting, was
immers maar een belletje van Thea verwijderd. Een zalvende garantie, maar desondanks
was Thea in haar leven iets te vaak aan haar lot overgelaten om zich nu niet te
realiseren dat een goede afloop van de kwestie middelbare schooladvies voor
Sabine weleens grotendeels van de handelsbekwaamheid van moeder de vrouw zou
kunnen gaan afhangen. Nou ja, en voor de helft van Bart natuurlijk. Maar zijn
eeuwige vangnet was een gegeven en bij hem kwam op het eind sowieso vanzelf
alles goed en als dat niet zo was dan was het nog niet het eind. Zoiets. Thea
was wat minder onbezorgd en wilde het noodlot graag een handje helpen. Als het
begeleiden van huiswerk nou niet haar vak was en Siepie de schooltrol niet zo’n
opgeblazen leeghoofd, dan zou ze de vorderingen van Sabine in groep 8 misschien
nog wel gewoon op z’n beloop hebben gelaten, maar als een mens niet weet naar
welke ankerplaats koers wordt gezet dan lijkt geen enkele haven gunstig.
Met ingang van de dag na het foutieve pré-advies ging
er dan ook een strikt oefenschema voor Sabine van start. Bart begon meteen met
het downloaden van online citotoets vragen en antwoorden uit voorafgaande
schooljaren. Thea beloofde haar dochter met haar hand op het hart dat de
oefeningen weliswaar de hele zomervakantie door, dagelijks gedaan moesten
worden, maar dat ze nooit langer dan een uur per dag zouden bestrijken. Bart
zou het sommengedeelte voor zijn rekening nemen. Thea superviseerde de rest.
Vreemd genoeg leek Sabine zich wel te kunnen vinden
in het stappenplan van haar ouders. Toen Thea haar dochter op de ochtend na het
stompzinnige pré-advies van Siepie de schooltrol kwam wekken, waren de eerste
slaapdronken woorden die Sabine uitbracht:
‘Juffrouw Siepie heeft zich vergist!’
‘Dat is jouw onderbewustzijn aan het woord’,
antwoordde Thea goedkeurend.
‘Wat bedoel je?’, vroeg Sabine, terwijl ze door haar
ogen wreef.
‘Dat je heel goed weet wat je waard bent! Nou moet je
alleen nog leren om je geen bal aan te trekken van mensen die niet het beste
met jou voor hebben. Maar neem de tijd, want ik ben ook nog zoekende naar de
juiste verdediging.’
Sabine was er klaar voor. Timide maar desondanks
strijdlustig en bereid tot een zomer lang blokken. En dan te bedenken dat zowel
Sabine als Walter thuis nog nooit zonder protest extra schoolopdrachten hadden
gemaakt. Ze raakten alletwee al in mineur van het thuis werk dat een enkel
verplicht werkstukje, of de noodzakelijke voorbereiding voor de jaarlijkse spreekbeurt teweeg bracht. Denkbaar had Thea
deze tegenzin in de onderbouw van de basisschool gevoed met de zwakke pogingen
die ze toen ondernam om haar kinderen spelenderwijs aan de thuiseducatie te
krijgen. Op De Wielewaal werd bijvoorbeeld in groep 3 de mogelijkheid tot een –
duur – abonnement op het tweewekelijkse
kindertijdschrift de Okki geopperd. Thea kende het blad nog uit haar
jeugd. Ze herinnerde zich; de leerzame woordspelletjes in de vorm van
draaischijven, open plekken in zinnetjes; het cijfertekenen; de leuke
kleurprentjes; de bingo en lotto en de leesbare verhaaltjes. Thea ging er
blindelings vanuit dat het kinderblad in de loop van de jaren met z’n tijd was
meegegaan. Dat viel tegen. Maar papier is geduldig, over cijfers valt niet te
twisten en woordvermaak is ook maar een spelletje. Vroeger had je verder nog
het kinderuurtje op de zaterdagtelevisie of een verdwaald kwartiertje
hoorspelen voor de allerkleinsten op de radio en dan had je het kant en klare
vertier wel zo’n beetje gehad voor de hele week. Als Thea op haar 7de vrijelijk
toegang tot het internet had gehad, dan zou ze het ook wel geweten hebben. Zo
geconcentreerd als de 7 jarige Sabine haar online dierenhotel kon runnen of
animatiefilmpjes in elkaar wist te flansen, zo ongeïnteresseerd bladerde ze
onder supervisie van Thea in de Okki. Geen woordspeling boeide haar, geen
verhaaltje kon haar bekoren en de sommetjes had ze in de klas bij juffrouw
Dorien allemaal al behandeld. Hoe hoger de ongelezen Okkies zich opstapelden,
hoe onwilliger Sabine zich aan de keukentafel liet dwingen voor een
leermomentje met haar opdringerige moeder. Na pak weg 99 onaangeroerde Okki’s
zei Thea haar jaarabonnement op. Teleurgesteld en tegen beter weten in, hoopte
ze nog op de interesse van Walter die het volgend schooljaar in groep 3 zou
zitten. Toen het zover was gunde hij de hoge stapel Okkies niet eens een blik
waardig. Alleen een wonder zou Walter ooit tot het spelen van ook maar één
simpel spelletje uit de Okki hebben kunnen aanzetten. Zijn nee was nog groter
dan het stille protest van zijn zus. Sabine ging gewoon uit het keukenraam
zitten kijken als Thea de spelregeltjes van een opdrachtje uit de Okki aan haar
dochter voorlas. Als Thea haar vervolgens bij de les riep, dan bleef ze heel
gedwee en onverrichter zake zitten zwijgen. Walter daarentegen begon meteen te
stuiteren als Thea maar naar een Okki
durfde te wijzen met haar zoon in de buurt. Walter deed niet aan thuistraining.
Zelfs zijn tafeldiploma sleepte hij nooit binnen. Niet uit onvermogen, maar
omdat hij te beroerd was om te oefenen. Alles wat buiten school naar repeteren
rook dat verfoeide hij. Hij trapte zelfs niet in het zogenaamde spelenderwijs
automatiseren op aanraden van het docententeam van de onderbouw van De
Wielewaal. Dat hield voor ouders zoveel in als zo vaak mogelijk tafeltjes
oefenen met je kind tijdens zo veel mogelijk dagdelen. Bijvoorbeeld tijdens het
douchen, onderweg naar school, of tussen de soep en de aardappelen door. Net zo
lang totdat jouw kind de 10 tafels kon dromen.
‘Hoeveel is 8 keer 8?’, vroeg Bart dan terloops – precies zoals het hoort - tijdens
het nagerecht.
Lang nadat Walter eerst nog zijn mond vol met
dubbelvla had weggewerkt, antwoordde hij:
’64.’
‘Dat moet je niet uitrekenen maar uit je hoofd
leren’, steunde Bart getergd.
‘Is het goed of niet?’
‘Ja, het antwoord klopt.’
‘Nou dan!’
‘Ja, maar je moet er niet over nadenken Walter. Als
je later wiskunde gaat doen, dan heb je geen tijd om alle keersommen eerst uit
te rekenen. Die moet je zo: 1,2,3 op kunnen zeggen. Anders verlies je teveel
tijd en kun je de wiskundige formules van bijvoorbeeld een proefwerk nooit
binnen het daarvoor bestemde tijdsbestek uitgerekend krijgen, terwijl je
waarschijnlijk wel een keigoed inzicht in wiskunde hebt.’
‘Ok’, beloofde Walter.
Het vervolg liet zich na een korte denkpauze van
Walter voorspellen.
‘Hoezo heb ik eigenlijk waarschijnlijk een keigoed
inzicht in wiskunde?’
‘Erfelijk’, pochte Bart.
Thea haastte zich om de boel te relativeren:
‘Maar dat betekent niet dat Walter niet hoeft te
oefenen. Talent moet je voeden’.
‘Ik zal wel een tafeloefenapp op zijn laptop zetten’,
stelde Bart zijn vrouw gerust en tegen Walter vervolgde hij:
‘Met een timer. Maar dan moet je wel elke dag
oefenen. 10 minuutjes per dag maar.’
‘Goed’, loog Walter.
Uiteindelijk kon hij de tafels moeiteloos opdreunen
zonder ooit van de beproefde tafeltrainers gebruikt te hebben gemaakt. Hij was
inmiddels al 10 jaar en te oud om nog een tafeldiploma te halen.
‘Zie je wel’, wist Bart niet onder de indruk.
Uit zelfbehoud kwam hij nooit vantevoren in opstand
tegen de ambities van Thea en liep hij een stukje mee op. Maar zijn aversie
tegen de praktische uitvoering van de oefendrift van Thea had Walter van geen
vreemde. Bart zag eenvoudigweg geen heil in huiswerk voor basisschoolgangers.
Thea was het niet helemaal met hem oneens en vond ook wel dat kinderen na
school het beste leerden door te spelen, maar ze was in die tijd niet volledig
opgewassen tegen de druk van de eerzucht van Beau en Pim. Zij speelden in die
periode nog een rol op de achtergrond van het dagelijkse leven. De exen Beau en
Pim hadden, los van elkaar, de vervelende hebbelijkheid om de hoog gespannen
verwachtingen voor hun kinderen; Jasmijn en Melvin, voornamelijk af te meten
aan de grootte van het schoolsucces van
het tweetal en daarmee aan de intensiteit van de huiswerkbegeleiding van Thea.
Jasmijn was inmiddels mede dankzij de krachtsinspanningen van Thea op het
stedelijk gymnasium beland, maar Melvin moest nog geholpen worden bij het
hooghouden van zijn kustmatige voorsprong op zijn klasgenootjes op de lagere
school. Dat betekende voor Melvin, net als voor zijn voorgangster Jasmijn,
oefenen, oefenen, oefenen tegen heug en meug en de klippen op.
Gedurende de basisschooljaren van Jasmijn en Melvin
liep het zogenaamde e-learning dan wel nog in de kinderschoenen, maar dat stond
de gebruiksfrequentie van de educatieve websites door het tweetal niet in de
weg. Van geen van beide ouders mochten broer en zus langer dan 15 minuten per
dag educatief internetten. Recreatief internetten was sowieso uit den boze. Dus
dankzij de online citotrainer hadden Jasmijn en Melvin ieder op het eigen
leeftijdsgebonden niveau toch nog enigszins plezier van hun gezamenlijke
personal thuiscomputer. En wat kan een
groentje op het internet in de gauwigheid van een kwartier op 24 uur nou
meer verzinnen dan toetsen maken? Bij Bart en Thea in huis daarentegen mochten
Jasmijn en Melvin zich in hun Huiswerksterkjaren van het begin af aan
onbelemmerd, zonder tijdslimiet, bekwamen in het gebruik van de IPads die Bart
via zijn werk voordelig op de kop had weten te tikken. Ze konden de vrijheid
niet aan. In de bijkeuken van Bart en Thea scrolde eerst Jasmijn alleen - en
later ook Melvin - precies een kwartiertje op het internet wat in het wilde weg
heen en weer op de IPad, om daarna weer braaf aan het basisschoolwerk te slaan.
Voorgeprogrammeerd als robots. Thea kon het tweetal moeilijk dwingen om
spontaan te experimenteren op de sociale media, utube of met een game.
Dergelijk wangedrag zou broer en zus alleen maar duur komen te staan. Niet
consequent oefenen zou immers weleens in een lagere score in de klas kunnen
resulteren en dan zou de sfeer thuis bij papa Pim en zijn nieuwe vriendin
Femke, of anders in de buurt van mama Beau, met haar niet leeftijd gebonden
uitspattingen, helemaal niet meer te harden zijn. Jasmijn en Melvin hadden dus
gewoon geen keuze. Ze moesten zich wel bekwamen in het scoren met citotoetsen.
Iedere keer opnieuw stond Thea weer versteld van hun vaardigheid in het maken
van online kindertestjes; van het inzicht in de vraagstelling. Thuis als
Jasmijn en Melvin waren in de citostof en gedreven in het correct beantwoorden
van meerkeuzevragen.
Allengs vroeg Thea zich af of ze Jasmijn en Melvin
aan hetzelfde rigide oefenregime zou hebben onderworpen als het tweetal van
haar eigen vlees en bloed zou zijn geweest, naarmate ze meer ervaring kreeg in
het werken met kinderen en tieners. Na het foutieve pré-advies en de
maandenlange, intensieve citotraining van Sabine, wist Thea zeker van niet. Ze
zou Jasmijn, Melvin en met hen vele andere Huiswerksterkklanten voor voller
hebben aangezien. Jammer genoeg stonden in de realiteit allerlei alwetende
ouders aan de zijlijn het vrijzinnige onderwijs in de weg. Ze hielden streng
toezicht op de begeleiding van Thea. Ze was dus niet bij machte om haar
leerlingen openlijk en ongemoeid te steunen in hun verwarring; het alom bekende
ongenoegen met schoolwerk dat vaak geboren was uit verkeerde vraagstelling in
toetsen of uit een kromme uitleg door leerkrachten op school. Het liefst had
Thea al haar Huiswerksterkstudenten ronduit geadviseerd om boven de
ontreddering over het verpestte proefwerk, of de onduidelijke toelichting van
de alwetende docent, uit te stijgen vanuit de overtuiging dat ieder mens meer
is dan een proeve van bekwaamheid. Nu leek het geloof van Thea op het
vrijblijvende gewauwel van een softie. Alsof wat wollig taalgebruik afbreuk deed
aan het gegeven dat een examen, ook de citotoets, een momentopname is. Zulke
onorthodoxe uitspraken vallen echter onder een taboe; dus een gegeven waarvan iedereen op de hoogte is, maar
niemand wil weten. Zeker niet uit de mond van een ordinaire huiswerkbegeleidster die zich maar te
schikken heeft naar de ambities van de ouderlijke macht. Of dacht Thea soms een
beetje te kunnen flierefluiten en op die toer ontvankelijke adolescenten met
haar onverantwoordelijke standpunt een vrijbrief te geven om per direct te
stoppen ingewikkeld doen en van buiten leren? Vermoedelijk hadden de handhavers
van de strikte leer nog gelijk ook. Alleen kunstmatige intelligentie –
variërend van hoogbegaafd tot oliedom –
kan voldoen aan het onvolprezen onderwijsstramien.
Maar in het geval van Sabine en Walter stond Thea
niet onder het verstikkende toezicht van bemoeizieke ouders. Wat haar eigen
kinderen betrof was Thea zowel mama als huiswerkbegeleidster in één. En ieder
nadeel heeft zijn voordeel. Vreemde ogen dwingen en het cito trainen met Sabine
verliep voor Thea zeker niet zo rimpelloos
als het merendeel van haar sessies met de niet aanverwante Huiswerksterk
clientèle. Daar stond dan wel tegenover dat Thea haar dochter niets wijs hoefde
te maken ter bescherming van de broodwinning. Met hoogbegaafdheid heeft een
hoge citoscore weinig tot niets te maken. Wel met beheersing van de citotoets
vraagtechniek. Dat vroeg om repetitie. Zomervakantie of niet.
‘Je moet maar zo denken kind; je hebt 10 zomers lang
kunnen oefenen in lanterfanten en daar ben je ook steeds beter in geworden’.
De goede bedoelde humor van Bart mistte doel. Sabine
keek haar vader ontgoocheld aan.
‘Oefening baart kunst’, vertaalde Thea, om vervolgens
nog onnodig een snufje zelfbeklag aan haar uitleg toe te voegen.
‘En mij kost het ook mijn welverdiende rust.’
In eerste instantie dreigde de citotraining met Sabine thuis dan ook op een
ondoenlijke taak uit te draaien. Voor Thea was het al weer zo’n 6 jaar geleden
dat ze Melvin uiteindelijk - net als zijn zus Jasmijn eerder al - met veel
oefenen naar een hoge score voor de eindcito had weten te dwingen. Op dat
memorabele moment had ze de leerstof voor de basisschool, samen met de huiswerk
begeleiding van Melvin, ook meteen achter zich gelaten. Melvin ging naar het
stedelijk gymnasium en daarmee had Thea zichzelf overbodig gemaakt bij zijn
gescheiden ouders; Pim en Beau. Echter niet bij Melvin zelf, zoals later was
gebleken, maar de wil van de ouders is nou een maal wet. Dit hield overigens
niet automatisch in dat Thea zich van de kaart liet vegen door het slordige
oordeel van een voormalig, labiel stel dat zichzelf had opgetrokken aan de
wankele status van anderen. Wie zichzelf niet kietelt die lacht nooit. Na het
vertrek van Melvin bij Huiswerksterk, schrapte Thea dan ook alle overige
bestaande huiswerk afspraken met kinderen onder de 12 jaar en nam ze zich voor
om nog slechts met middelbare scholieren te werken. En heus niet alleen omdat
een dergelijke aanpak lucratiever was, maar ook omdat huiswerk begeleiden aan
een tienerdoelgroep wat Thea betrof, toen al een veel grotere uitdaging vormde
dan het ondersteunen van basisschoolkinderen. De verschillende niveaus en de
uiteenlopende keuzevakpakketten van middelbare scholieren maakten hun
huiswerkhulpbehoeftes minder voorspelbaar dan die door ouders gedicteerde, voor
de hand liggende, stampplicht voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar.
Drillen voor de alles bepalende citotoets; die heilige landelijke graadmeter
die iedere jaargang - van groep 1 tot en met groep 8 - van de basisschool, weer de dienst uitmaakt
in plaats van de betreffende meester of juffrouw. Terwijl in de
basisschoolperiode, en daarmee door de ondersteuning van een dienstdoende
onderwijzer of onderwijzeres, toch de fundering wordt gelegd voor een gezonde
leerontwikkeling voor de rest van ieder mensenleven. Dat bloeiseizoen uit de
kindertijd is éénmalig. Het is nu of nooit. Jammer dan dat het gewicht dat aan
de uitslag van de citotoets gehecht wordt zoveel roet in het eten gooit.
Want een citotoets op zichzelf is uiteraard een
noodzakelijk kwaad. Docenten, ouders en kinderen moeten wel weten waar ze
ongeveer staan ten opzichte van de rest van de wereld. Immers, het gemiddelde
genereert. Waarom perfectionistisch zijn als minimalisme beter uitpakt? Dat was
dan ook het principe van het geheim achter de citotrainer dat Thea haar dochter
zo snel mogelijk aan het verstand dacht te kunnen brengen. Maar in de eerste
dagen van de oefenperiode panikeerde Sabine alleen maar. Van de zenuwen las ze
de vragen van de online citotrainer niet goed, overtuigd als ze was van haar
eigen oneindige onwetendheid. Ze vond zichzelf oerdom tot aan hyperventilatie
aan toe. Om maar te zwijgen van de beginnerstranen die zo overtuigend vloeiden
dat Thea aanvankelijk bijna besmet raakte en eveneens aan het twijfelen sloeg.
Misschien was de hele missie wel onbegonnen werk? Wat nou als dat Sabine echt
niet capabel was om een citotoets met een gemiddelde score – dus met resultaten
die volstaan om tot het niveau vmbotheorie te reiken – af te ronden? Hoe had het kind zich dan op
eigen houtje weten te ontwikkelen tot het pientere persoontje dat ze
toentertijd – met bijna 11 jaar – al was? In tegenstelling tot het merendeel
van haar klasgenootjes had ze nooit thuis verplicht schoolwerk geoefend. Wie
weet was Sabine wel artificieel geniaal geweest als ze zich, net als de
plusgroep kinderen, vanaf haar 3de jaar elke dag een uurtje of 2
extra op huiswerk had toegelegd? Noodgedwongen inclusief meegroeigruwel. Of
misschien niet. Stel dat de aanname van juffrouw Siepie de saimiri ondanks
intensieve jarenlange, dagelijkse citotraining overeind zou zijn blijven staan;
dus dat Sabine op mentaal gebied niet veel hoger kon worden ingeschat dan het
niveau poetsvrouw; hoe had het kind dan binnen een normaal tijdsbestek en
zonder begeleiding thuis zo makkelijk leren lezen, schrijven en rekenen? Waarom
liep Sabine in het dagelijkse leven dan niet in 7 sloten tegelijk als ze
weleens door haar goed bedoelende maar chaotische ouders per ongeluk aan haar
lot werd over gelaten? Niemand had Sabine geholpen met haar naïeve, maar daarom
niet minder kunstige online animaties. Voor haar creatieve periode had de
peuter Sabine al zonder noemenswaardige problemen tijdig leren lopen, praten en
eten met mes en vork. Op haar vierde kon ze allang fietsen zonder zijwieltjes;
op haar zevende alleen een busregeling volgen; op haar achtste zelfstandig een
landkaart lezen; op haar negende indien nodig een woordenboek gebruiken; en op
haar tiende foutloos boodschappen afrekenen en effectief de hond uitlaten.
Niets van wat er in haar directe omgeving gebeurde ontging haar. Ze was alert
en aanspreekbaar. Anders gezegd: Sabine vertoonde al op jonge leeftijd de
nodige tekenen van een gedegen leervermogen dat niet door de docenten van De
Wielewaal werd onderkend. Laat staan gestimuleerd of gewaardeerd. Allemaal nog
tot daar aan toe en tot voor kort zonder kleerscheuren. Tot aan de schending
van het zelfvertrouwen van Sabine en niet verder.
Bart en Thea hadden net op tijd ingegrepen. Na
anderhalve week begon hun interventie de eerste vruchten af te werpen en bleek
de zelfverzekerdheid van Sabine niet onherstelbaar beschadigd. Was juffrouw
Siepie de saimiri met haar vage lessen en foute pré-advies zonder het te weten
toch een kopzorg bespaard gebleven. Zou Sabine namelijk wel een trauma aan de
verschijning en aanpak van Siepie de schooltrol hebben overgehouden, dan had
juffrouw de saimiri van De Wielewaal automatisch een vijand voor het leven met
de naam Thea geworven. Maar naarmate de scores van Sabine stegen, zwakte ook de
tranenstroom af. Na 14 dagen hield Sabine het verder droog en zat ze al in de
startblokken klaar achter haar laptop voordat Thea haar dochter had hoeven te
porren zoals voorheen. Steeds nonchalanter, vaak kluivend aan het klokhuis van
een appel, stortte ze zich op de citotrainer voor woordenschat, ontleden, tekst
verklaren, algemene ontwikkeling en rekenen. Allemaal online meerkeuzevragen
met uitleg bij goede en foute antwoorden. Geen persoonlijke begeleiding meer
nodig zou een generalist denken, maar Sabine had toch liever dat haar moeder
naast haar zat. Zo was Thea er direct getuige van dat de kleine Sabine langzaam
maar zeker een patroon in de citotrainer begon te ontdekken. De crisis
oefenaanpak als antwoord op de slechte resultaten van de entreetoets was
aangeslagen. Hoezee! Sabine was dus wel degelijk in staat om te snappen wat
Thea bedoelde met inzicht in de vraagtechniek. De doorbraak voltooide zich als
vanzelf tijdens het beantwoorden van legio slecht gestelde vragen waarvan het
wemelde bij de citotrainer. Vraag nummer 19 uit de categorie woordenschat
luidde bijvoorbeeld:
Welk woord hoort niet in het rijtje thuis:
peer – appel – banaan – kers
a.
Peer
b.
Appel
c.
Banaan
d.
Kers
‘Ik weet dat het antwoord banaan moet zijn, maar
eigenlijk is appel de juiste keuze’, peinsde Sabine hardop.
‘Leg uit’, dicteerde Thea gespannen.
Ze hield haar adem in.
‘Het goede antwoord is banaan omdat dat de enige
vrucht uit het rijtje is zonder pit, maar je kunt ook voor een appel kiezen
omdat dat het enige stuk fruit uit de opsomming is dat met een klinker begint.’
‘Je kunt ook nog voor een kers kiezen’, vond Thea
bedachtzaam.
‘Leg uit’, verordende Sabine in navolging van haar moeder.
‘Een kers wordt als enige niet bruin als je hem even
aangesneden ergens laat liggen.’
‘Ja, en een kers is de enige vrucht met een steenpit
waarmee je kussenslopen kunt vullen’, vulde Sabine enthousiast aan.
Volgens de computerstem was antwoord c, dus de
banaan, correct. De reden waarom verscheen in het beeldscherm nadat Sabine het
juiste antwoord had aangeklikt. Een banaan was volgens het computerbrein de
enige vrucht uit het rijtje waarvan de schil voor consumptie verwijderd moest
worden.
‘Maar je zou ook nog kunnen bedenken dat de kers niet
in het rijtje thuishoort omdat voor alle andere vruchten uit het rijtje
voorgevormde bewaar boksen bestaan. Je kunt fruitbakjes in de vorm van een
banaan, appel of peer kopen, maar niet van een kers’, fantaseerde Sabine er
vrolijk verder op los.
‘Nog niet’, lachte Thea.
‘Trouwens een banaan, een peer en een appel kun je
makkelijk schillen, maar een kers niet.’
‘Wat kun je nou uit alle verschillende antwoorden die
we verzonnen hebben opmaken?’, wilde de didacticus in Thea onderhand weleens
van de leerlinge weten.
‘Dat het een slechte vraag is?’, probeerde het kind
op onderzoekende vraagtoon.
‘Waarom?’, vroeg Thea naar de bekende weg.
‘Omdat meerdere antwoorden goed zijn?’
‘Heel goed, omdat meerdere antwoorden goed kunnen
zijn. Goed zo meid!’
Sabine glom en zocht om zich heen naar hulde van een
onzichtbaar publiek. Maar wat Thea betreft had Sabine de finish nog niet
bereikt:
‘Deze vraag is een duidelijk voorbeeld van heel veel
meer keuze vragen van de citotoets. Vaak zijn meerdere antwoorden mogelijk. In
het begin zei je al dat je wel aanvoelde dat het goede antwoord banaan moest
zijn. Waarom was dat denk je?’
Sabine nam de tijd alvorens te antwoorden. Ze hield
Yolo, die met zijn lap vlees uit zijn bek, hijgend onder de keukentafel lag af
te koelen van een middagwandeling in de felle zomerzon, haar klokhuis voor. Dat
was gegarandeerd hap, slik, weg. Vervolgens verdween Sabine eveneens onder de
keukentafel omdat haar teenslipper van haar voet gedwarreld was. Zuchtend zocht Thea al naar een manier
om haar vraag te herformuleren, maar op het nippertje kwam Sabine toch met een
verklaring op de proppen.
‘Je weet gewoon wat de citotrainers het beste
antwoord vinden. Je leert ze kennen. Ze stellen steeds dezelfde soort vragen.
En dan denk je; het moet banaan zijn, maar kers kan ook. Alleen dat snappen die
citotrainers niet, of dat willen ze niet weten. Dat meerdere antwoorden goed
kunnen zijn. Je moet dus eigenlijk in hun hoofd gaan zitten en dan bedenken wat
de meeste kinderen bij zo’n vraag in zouden vullen. Nou, banaan dus in dit
geval.’
De uitleg van Sabine had Thea de adem benomen en
geëmotioneerd riep ze uit:
‘Kijk Sabine en zo’n antwoord als je nu geeft; dat is
nou een teken van intelligentie, of zo
jij wilt, hoogbegaafdheid. Snap je?’
‘Ik denk het wel, maar het houdt zo op bij het
verbeteren van mijn tempo en score’, pruilde Sabine.
Zonder haar tranen te kunnen bedwingen drukte Thea
haar dochter zijdelings tegen zich aan en snotterde ontroerd:
‘Er blijven nog genoeg meerkeuzevragen over waarbij
wel, in meer of mindere mate, op een correcte wijze kennis en inzicht getest
wordt en daarbij scoor jij ook al ver boven het landelijk gemiddelde, dus ik
zou me maar niet druk maken als ik jou was.‘
‘Ik maak me ook niet druk’, beweerde Sabine stoer,
terwijl ze zich uit de greep van haar moeder los wurmde en zich weer op de
citotrainer concentreerde.
Een dag of 2 verder maakte Sabine haar moeder al uit
zichzelf opmerkzaam op een volgende twijfelachtige meerkeuze vraag bij het
citotrainen. Opnieuw was de probleemstelling een opsomming.
auto – bus – vrachtauto – vliegtuig
De vraag was: Welk voertuig hoort niet in het rijtje
thuis:
A.
Auto
B.
Bus
C.
Vrachtauto
D.
Vliegtuig
De computerstem beweerde dat antwoord D, dus het
vliegtuig, de juiste keuze was. Een vliegtuig beweegt zich immers voort in de
lucht en de overige voertuigen verplaatsen zich van a naar b op de aardbodem.
‘Ik dacht eerst ook een vliegtuig, maar daarna een
auto’, zei Sabine.
‘Waarom?’, vroeg Thea verbaasd, omdat haar fantasie
haar even in de steek liet.
‘De auto is het enige voertuig dat in een
parkeergarage past’, antwoordde Sabine onzeker.
‘Klopt’, moest Thea tot haar opluchting bekennen.
Op weg naar zijn gamecomputer in de huiskamer droeg
Walter vanuit de gang ook zijn steentje bij aan de oefensessie.
‘Of de vrachtauto hoort er niet bij!’
‘Hoezo dat dan weer niet?’
Sabine raakte kribbig van zoveel keuzevrijheid.
‘Een vrachtwagen is toch niet bedoeld om personen te
vervoeren?
Maar een auto, bus en een vliegtuig wel.’
‘Gggggrrrrr’, wanhoopte Sabine met haar handen in het
haar.
‘Wat heb ik nou aan al dat citotrainen als ik steeds
van die rare vragen krijg?’
‘Dat zijn strikvragen’, wist Walter om het hoekje van
de keukendeur.
‘Nee, over strikvragen is over het algemeen nog wel
nagedacht, dit zijn gewoon missers’, antwoordde Thea tegen de schaduw van
Walter in de kier van de deuropening.
‘Niet binnenkomen’, waarschuwde Sabine die niet op
extra complicaties zat te wachten.
Te laat.
‘Wat is dan een strikvraag?’, wilde Walter wantrouwig
weten, terwijl hij naast zijn moeder aan de keukentafel plaatsnam. Sabine begon
kattig te blazen.
‘Tief op’.
Gelukkig voor de huisvrede hoefde Thea niet lang in
haar citobestand te zoeken naar een voorbeeld van een strikvraag. Ze schoof
haar laptop naar het centrum van de keukentafel, zodat beide kinderen mee
konden kijken. De vraag was:
3+6=9 / 4+7=20 / 5+8=33
Wat is in het bovenstaande rijtje dan de uitkomst
van:
6+9= ?
a.
17
b.
15
c.
48
d.
3
‘B’, dachten Sabine en Walter hardop in koor.
‘Ja, dat is dus niet goed’, lachte Thea.
‘Hoezo niet? 6 en 9 is toch 15?’
Walter bekeek zijn moeder alsof ze niet helemaal bij
haar positieven was en Sabine kon hem, in weerwil van haar zusterlijke gruwel,
geen ongelijk geven. Thea liet zich echter niet ontmoedigen. Ze was gehard door
de werkdagelijkse portie gezonde achterdocht van haar Huiswerksterk klantjes.
‘Dat zou je wel denken en daarom is dit ook een
strikvraag, waar een antwoord bij hoort dat net een stapje verder gaat. Hier
moet je de uitkomst van de som van 6 plus 9 optellen bij de uitkomst van de
vorige som. Dus 15 plus 33 en dat is 48. Dus antwoord C is correct in dit geval
en niet B.’
Sabine had een helder momentje:
‘Ow, ja, want in de vraag staat ook: in het
bovenstaande rijtje. Dus je moet de som niet apart maken, maar in het rijtje
zetten.’
‘Goed zo’, prees Thea.
‘Huh?’, twijfelde Walter.
‘Je moet naar het rijtje kijken!’, herhaalde Sabine
onnodig hard in het oor van haar broertje.
‘En deze vraag dan?’, controleerde Thea voor de
zekerheid, terwijl ze een nieuwe opdracht op het beeldscherm klikte.
‘Is dat ook een strikvraag?’
Walter was er eigenlijk wel klaar mee. Toch las hij
met Sabine mee. Er stond:
7 keer 7 = 49 / 8 keer 8= 113 / 9 keer 9 = 194
Wat is in het bovenstaande rijtje de uitkomst van:
10 keer 10 = ?
a.
20
b.
1000
c.
100
d.
294
‘Antwoord D dus’.
Sabine was zeker van haar zaak.
‘In dat rijtje wel. Anders zou het 100 zijn. Wat een
stomme vraag’, vond Walter.
‘Een strikvraag dus. Maar wat jullie ook uit het
oefenen met deze vragen op kunnen maken is dat citotrainen wel degelijk nut
heeft. Niet dat je er slimmer van wordt, maar hoe meer citovragen je
beantwoordt; hoe hoger de score. Oefening baart kunst. Op een gegeven moment ga
je allerlei soorten vragen herkennen. Ook strikvragen.
Opnieuw liet Sabine bij wijze van verzet haar tanden
zien:
‘Gggggrrrrr’.
Yolo voelde zich aangesproken en wurmde zich kwispelend met zijn borstkas op
de bovenbenen van Sabine op haar
keukenstoel. Met wilde manoeuvres van haar hoofd probeerde Sabine de rappe,
vrolijk onthalende tong van Yolo te ontwijken. Ondertussen gaf Thea advies:
‘Maar blijf bij alle vragen gewoon op de eerste
ingeving afgaan. Vooral niet te diep nadenken dus!’
‘Maar bij rekenen moet ik weer wel diep nadenken van
papa’, protesteerde Sabine, waardoor Thea weer gedwongen was om haar tip te
herformuleren:
‘Ok, ok; je
moet wel nadenken maar niet moeilijk doen.’
‘Zoals laatst met die vraag van rekenen, weet je nog
Sabine?’
Walter wilde oprecht alleen maar behulpzaam zijn,
maar Sabine vond hem een bemoeial.
‘Ga jij lekker compacten autist’, beet ze haar
broertje toe.
Op De Wielewaal mocht Walter sinds kort stappen
overslaan tijdens de rekenles. Dat werd compacten genoemd. Hij liet er zich
totaal niet op voorstaan en Thea vond dat haar dochter onnodig fel naar Walter
uithaalde. Ze kon Sabine echter moeilijk terecht wijzen zonder zich de woede
van Bart op de hals te halen. Bart vond namelijk dat Walter tegen een stootje
moest kunnen. Daar werd hij hard van.
‘Volgend jaar mag jij oefenen met de citotrainer’,
placht Bart zijn bedillerige zoon sarcastisch op het hart te drukken.
De verpakte waarschuwing was succes verzekerd en
dreef Walter tijdelijk tot zwijgen, maar niet uit de buurt van zijn zusje die
zich dagelijks aan de keukentafel verdiepte in de citotrainer. Bovendien was
Bart niet altijd van de partij en Thea vond zelf dat Walter ook weleens iets
uit zichzelf mocht bijdragen aan de oefensessies zonder afgekapt te worden.
Daar zou Sabine op haar beurt dan weer hard van worden. Door schade en schande
wijs geworden richtte Walter het woord in eerste instantie maar tot z’n moeder
om via haar toch te proberen om Sabine bij het verhaal te betrekken;
‘Laatst toen Sabine rekenen van de citotrainer met
papa oefende was er ook zo’n vraag die eigenlijk helemaal niets met inzicht in
sommen te maken heeft. Weet jij de vraag nog Sabine?’
Slim van Walter, want Sabine was meteen afgeleid en
herinnerde zich de vraag weer.
‘Oh, dat was met die vogels. Er zitten 5 vogels op
een hek. Een jager schiet er 1 dood. 3 vogels vliegen weg. Hoeveel vogels zijn
er nog?’
‘Ja, dat weet je dus niet, want hoeveel vogels zijn
er op aarde?’, completeerde Walter het relaas van zijn zus.
‘4 zou ik zeggen’, bedacht Thea.
‘Ja, of 1 op het hek’, zei Sabine.
‘Of triljoenen min die ene in de lucht’, vond Walter.
‘Ja’, beaamde Sabine.
Vervolgens bleven de 2 studiebolletjes van Thea een
poosje geluidloos naast elkaar zitten te prakkiseren aan de keukentafel. Walter
nam als eerste het woord weer:
‘Je weet het niet. Net als bij die vraag van die verdiepingen waar papa zo boos
over werd. Hoe ging die ook weer. Google eens Sabine!’
‘Ik ben al bezig’.
Binnen een paar tellen was de bedoelde vraag
gevonden. Triomfantelijk draaide Sabine het scherm van haar laptop in het zicht
van haar moeder. Thea keek naar een afbeelding van de Rembrandttoren en las wat
er naast de foto geschreven stond:
Het hoogste punt in Amsterdam is de Rembrandttoren.
Deze is 150 meter hoog inclusief de antenne van 15 meter. Hoeveel verdiepingen
heeft het gebouw?
A.
20 verdiepingen
B.
35 verdiepingen
C.
70 verdiepingen
D.
80 verdiepingen
‘Dan zou ik zeggen 70 verdiepingen, Dus antwoord C’,
gokte Thea, alhoewel ze een verdieping van amper 2 meter hoogte wel aan de lage
kant vond.
‘Fout!’, bulderde Sabine en Walter tegelijkertijd.
‘Wat dan?’
Sabine hielp haar moeder uit de waan.
‘Het moet B zijn volgens de citotrainer. Dus 35
verdiepingen’,
‘Nou dat zijn wel erg hoge plafonds; bijna 4 meter
vanaf de vloer. Een kamerhoogte van 2 meter 80 is al uitzonderlijk.’
‘Papa zei precies hetzelfde en hij zei ook dat de
vraag niets met rekenkundig inzicht te maken had’, meesmuilde Walter.
‘Nou dan ben ik het bij hoge uitzondering volledig
met jullie vader eens. En uitzonderingen bevestigen de regel dat een ieder –
met name bij de citotrainer - vooral op het eigen gezonde verstand af moet
gaan.’
HOOFDSTUK 41
Willy Bakbruin wilde van Thea en Bart aan de
vergadertafel weten of zij problemen hadden met de aanwezigheid van meester
Jan-Willem en juffrouw Siepie bij het gesprek. Ze sprak vanuit de hoogte.
‘Waar zijn ze dan?’, vroeg Bart om zich heen zoekend.
‘Ze komen zo. Het is pas kwart over 3. De school is
net uit!’
Willy Bakbruin sloeg een verwijtend toontje aan. Dan
moet je net bij Bart wezen.
‘Ja, jij maakt een afspraak met ons om kwart over 3.’
Willy Bakbruin negeerde Bart met klem en richtte zich
met geheven kin tot Thea:
‘Jullie gaan dus akkoord met hun aanwezigheid?’
‘Ik vind het niets meer dan normaal dat ze bij het
gesprek aanwezig zijn. Siepie vanwege het foute pré-advies en Jeewee omdat ik
hem een mailtje gestuurd heb met een hulpvraag waarop hij doodleuk nog steeds
niet gereageerd heeft. En dan te bedenken dat hij in het volgende schooljaar de
meester van Sabine wordt in groep 8. Ik vind…’
Middenin de woordenstroom van Thea stond Willy
Bakbruin op van de vergadertafel en repte zich, met het excuus dat ze zo weer
terug was, de directiekamer uit. Alsof ze wilde zeggen:
‘Het kan me geen reet schelen wat jij vindt, trut.’
Verbouwereerd slikte Thea de rest van haar monoloog
in. Bart speelde met zijn mobiel. Maar zijn allergische reactie op de
arrogantie van Willy Bakbruin, in de vorm van de gezwollen aders in zijn rood
aangelopen nek, voorspelden niet veel zen voor het aanstaande gesprek. Bart
verstarde zelfs van ergernis toen Jeewee zich ongeveer een kwartier later
ongemakkelijk aan de vergadertafel waagde, alwaar hij zich zonder te groeten
quasi geconcentreerd in een stapel meegebrachte paperassen verdiepte. Kort
daarna dook ook Willy Bakbruin weer op. Nog steeds van top tot teen in
grimmigheid gehuld. Het wachten was nu op juffrouw Siepie.
‘Koffie?!’, dreigde Willy Bakbruin.
Noch Bart noch Thea voelden zich aangesproken.
Gedecideerd trok Willy haar buik in en schoof achterwaarts tegen de muur,
voorbij de rugleuningen van Jeewee en Bart,
naar het hoofd van de vergadertafel.
Het kostte onnodig en opzienbarend veel gehannes voordat ze eindelijk
terug op haar troon zat met de regionale krant opengeslagen voor haar neus. De
spottende, onderzoekende blik van Thea, die aan haar rechterzijde afwachtte,
negeerde ze nadrukkelijk door net te doen alsof al haar aandacht opgesoupeerd
werd door het actuele, plaatselijke nieuws, totdat Siepie eindelijk arriveerde.
Zonder woorden, maar al op voorhand op haar teentjes getrapt, nam Siepie
tegenover Willy Bakbruin aan het andere hoofd van de langwerpige vergadertafel
plaats. De stoel aan de linkerhoek van Siepie bleef onbezet. Aan de rechterkant
zat Jeewee die vaderlijk haar onderarm kort drukte. Als was zijn gebaar een
vies insect, joeg Siepie in een reflex, met een geërgerde terugtrekkende
beweging van haar arm, de goed bedoelde hand van Jeewee van zich af. Hij
herstelde zich, slikte haast onmerkbaar en liet verder alleen nog zien dat hij
het karakter van juffrouw Siepie niet persoonlijk nam. Waarschijnlijk omdat hij
simpelweg geen andere keuze had. Hij was het gewend om op zijn werk en in zijn
privéleven door van die Siepietypes als oud vuil behandeld te worden. Vandaar
dat hij zijn hoop op normale vrouwen zoals Thea gevestigd had natuurlijk.
Vruchteloos, want als Thea ergens nog nooit trek in heeft gehad, dan is het wel
in een zwakke hap. Hoe dan ook kwam de verontwaardiging die Siepie op die
bewuste dinsdagmiddag in de directiekamer extreem expliciet uitdroeg in haar
gepikeerde manier van kijken, zitten en zijn, de toch al korzelige sfeer niet
ten goede. Ergo, de pedanterie van juffrouw Siepie de saimiri maakte dat de
opgekropte woedemassa van Thea hernieuwd op begon te borrelen in een inwendige
eruptie die de suggestie van een overrijp kankergezwel opriep dat op kapsones
en stupiditeit reageerde en anticipeerde met een gevoelige, abrupte celdeling.
Haar handpalmen jeukten. Wat was ze Siepie de schooltrol graag naar de keel
gevlogen. Ondertussen stak Bart kalmpjes zijn mobiel weg. Omdat niemand in
beweging kwam, nam hij het woord en de leiding. Zijn zware stem bulderde
meedogenloos door de directiekamer:
‘Wij gaan dus niet akkoord met het pré-advies. Vmbo
basis is veel en veel te laag voor Sabine. De vraag is nu: Hoe lossen jullie
dat op?’
Siepie slaakte een gekwelde zucht doorspekt van
zelfmedelijden en richtte haar blik naar het plafond. Gevolglijk schraapte Bart
met zijn voortanden over zijn onderlip, wat bij hem nooit een jofel voorteken
is.
‘Ja, dan kun je wel met je ogen gaan zitten
draaien!’, haalde hij dan ook genadeloos naar Siepie uit.
Acuut kwam directrice Willy Bakbruin voor haar
personeel in het geweer. Zolang het nog kon! Wel jammer, voor de continuïteit
van het gesprek, dat ze precies de verkeerde strategie koos door Bart op zijn
gedrag te wijzen.
‘Doe niet zo boos Bart’, riep ze uit.
Alsof de vader van Sabine en Walter zo maar één van
de 200 lagere school kinderen in de leeftijd van 6 tot 12 jaar was, die zij 4
jaar lang onder haar hoede had gehad. Met een beknopte, defensieve expressie
deelde Bart de voormalige directrice van De Wielewaal een denkbeeldige dreun in
het betuttelende gezicht uit. Min of meer verontschuldigend maakte Willy
Bakbruin haar aantijging nog wat explicieter:
‘Je doet zo boos!’
Thea kende Bart goed genoeg om te weten dat Willy
Bakbruin geen betere strategie had kunnen kiezen om haar man op stang te jagen,
dan met haar bedillerige gemeier. Wat had ze nou gedacht? Dat Bart zou
capituleren? Zo van:
‘Wat zegt u nou hare voormalige directrice mevrouw
Willy Bakbruin? Doe ik boos? Doe ik boos tegen juffrouw Siepie saimiri de schootrol
die hier aan het hoofd van de vergadertafel met haar ogen rolt? Hoe durf ik?
Bij nader inzien bied ik mijn excuses aan. Mea culpa, mea culpa.’
Zulke onzin zou Bart nooit over zijn lippen hebben
gekregen. Dat wat hij wel gezegd zou kunnen hebben was iets in de trant van:
’Misschien kan mejuffrouw Siepie met haar ooggerol in
haar eigen tijd op zoek gaan naar haar herseninhoud? Anders kunnen we lang
wachten hier in de directiekamer van De Wielewaal. Eeuwig als u het mij vraagt, want die
herseninhoud van mejuffrouw Siepie is volgens mij ver te zoeken. En eeuwig - in
plaats van eerlijk - duurt nog steeds het langst. Toevallig heb ik nog meer te
doen. Sorry, ik stap op.’
In plaats daarvan kwam Bart zwijgend met een schok
van zijn imposante postuur overeind uit zijn stoel. Met een badinerende
stembuiging, die Thea alleen van Bart kende als hij buiten zinnen was, liet de
vader van Sabine en Walter, terwijl hij inrukte, aan alle aanwezigen zijn
conclusie nog weten:
‘Ok, dat was de druppel! We gaan naar een andere
school!’
De harde klap van de deur maakte de uitwerking van de
afmars van Bart helemaal af. Willy Bakbruin en juffrouw Siepie schakelden
direct over op de crisismodus met ogen op steeltjes. Jeewee smulde van de
agitatie van Bart en loerde tersluiks naar Thea in afwachting van de
veronderstelde, slaafse achtervolging van haar echtgenoot.
Siepie wilde wat zeggen, maar Thea was haar voor:
‘Sabine wordt onderschat op De Wielewaal. Bart en ik
vinden dat een kwalijke zaak. Onze vraag is nu wat jullie van plan zijn om in
het komende schooljaar te gaan ondernemen om haar te helpen in plaats van haar
tegen te werken.’
Juffrouw Siepie de saimiri greep een pen en begon
verwoed te krassen in het hoekje van de gewichtige formulieren, die ze zojuist
nog met veel vertoon voor zich op de vergadertafel had uitgestald. Onderwijl
trok ze een sip onderlipje en zakte in haar narcistische zelf gekeerd onderuit
in haar stoel. Met dit typische over het paard getilde gedrag gaf Siepie maar
weer eens aan dat zij niet van plan was om zich te laten roskammen. Ze kwam er
steeds mee weg door doetjes als Jeewee, of schuimpjes als Willy Bakbruin. Het
schuimpje richtte zich medelevend tot Thea
‘Wat een stress voor een relatie ook’.
Ze doelde op het bruuske vertrek van Bart. Thea zweeg
onder druk van de ingehouden adem van Jeewee. Ze gunde niemand leedvermaak over
een eventuele huwelijkscrisis tussen Bart en haar, maar Jeewee nog wel het
minst van iedereen. Trouwens er was helemaal niets veranderd aan haar relatie
met Bart. Blaffende honden bijten niet. Maar zie maar eens van het imago van
een boze witte man af te komen als alle symptomen lijken te kloppen. Thea was
niet van plan om de vijand uit de droom te helpen. Ze zat hier voor Sabine en
Willy Bakbruin was geen relatietherapeute. Met een uitgestreken gezicht bleef
Thea op een relevant weerwoord wachten.
‘Je bent natuurlijk verdrietig en teleurgesteld’,
herstelde Willy Bakbruin zich.
Ze hakkelde. Ze kon geen gepaste woorden vinden en
aan Jeewee had ze ook al geen steun, want hij zocht dekking met zijn kin op
zijn borst. Zijn onderarmen lagen op het vergadertafelblad, terwijl hij met
zijn rechterduim een balpen bespeelde door onafgebroken het knopje te klikken.
Thea moest de neiging onderdrukken om de pen uit zijn handen te rukken. Niet
zozeer het getik als wel zijn houding irriteerde haar mateloos.
‘Ik ben niet verdrietig en ook niet teleurgesteld’,
smaalde ze wrevelig.
‘Wat is er dan?!’, riep Willy Bakbruin ten einde raad
uit.
‘Ik ben kwaad’, vatte Thea haar relaas van daarnet
nog maar weer eens samen.
‘Kwaadheid is ook een emotie’, vond Willy Bakbruin.
‘Ja? En? Ik zeg toch niet dat ik geen emoties heb!
Neemt niet weg dat jullie geen gedegen onderwijs bieden.’
‘Dat is niet eerlijk, Thea. Ik accepteer dat je boos
bent, maar het is niet zo dat wij geen goede basisschool zijn. De Wielewaal
heeft een hele goede reputatie en dat willen wij graag zo houden.’
‘Dan zou ik om te beginnen mijn adviezen maar eens
kloppend maken.’
‘Onze adviezen zijn 90 procent van de tijd accuraat’,
pochte Willy Bakbruin defensief en net ietwat te gretig om geloofwaardig te
zijn.
‘Ik heb andere verhalen gehoord.’
Niet alleen Willy Bakbruin, maar ook juffrouw Siepie
en Jeewee veerden op aan de vergadertafel.
‘We kunnen niet op geruchten in gaan’, bedacht Willy
Bakbruin zich tijdig, want liever zou ze Thea naar de inhoud van de roddel en
achterklap gevraagd hebben.
‘Nee, natuurlijk niet. Jullie worden geacht om te
allen tijde professioneel te blijven. Laat ik het voortouw nemen en me aan de
feiten houden’, antwoordde Thea spottend.
‘Doe dat’, vond Willy Bakbruin.
‘Waarom heeft Sabine een pré-advies voor vmbobasis
terwijl ze makkelijk naar de havo kan?’
‘Is dat een feit of spreekt hier jouw
verwachtingspatroon?’
Willy Bakbruin beklonk haar vraag met een
diplomatieke knipoog richting Thea. Ze leek stellig van plan om als een waardig
basisschooldirectrice ten onder te gaan. Thea twijfelde niet aan haar valse
motieven.
‘Bewijzen jullie dan eens dat ik ongelijk heb.’
Thea wist bij voorbaat dat deze opmerking koren op de
molen van juffrouw Siepie de saimiri zou zijn.
‘De uitslag van de entreetoets’, triomfeerde de
schooltrol dan ook zonder te aarzelen.
En zo had Thea haar in de val gelokt, want het tweede
deel van haar aanval richting juffrouw Siepie de saimiri luidde namelijk:
‘En wat is er gebeurd met de uitslag van het
leerlingenvolgsysteem van Sabine door haar jaren op De Wielewaal heen? Daar
zijn toch aantekeningen van gemaakt? Bovendien heeft ze 7 jaar lang opgeteld
zo’n 21 rapporten gekregen met bovengemiddelde resultaten.’
Willy Bakbruin wist wel raad met zo’n vraag van een
ouder. Helemaal nu ze hoopte om in de nieuwe rol van modeldirectrice het tij op
de valreep nog te kunnen keren. Het schoolboekje kende ze van buiten en met een
beetje toegevoegde fantasie viel er best een plausibele verklaring uit haar
duim te zuigen.
‘Dit schooljaar hebben wij als docententeam besloten
om bij de pré-adviezen van groep 7 voorlopig de uitslagen van het
leerlingenvolgsysteem buiten beschouwing te laten. Dit is niet alleen de
verantwoordelijkheid van juffrouw Siepie en juffrouw Lola, maar heeft alles te
maken met het feit dat juffrouw Rita aan het begin van dit schooljaar
overspannen is geraakt. Groep 7 is een drukke, grote groep en juffrouw Siepie
en juffrouw Lola zitten tot over hun oren in het schoolwerk. Vandaar.’
Thea twijfelde bijna aan haar gehoororganen, want
Willy Bakbruin gaf hier zo goed als letterlijk toe dat het pré-advies van
Sabine alleen maar op de uitkomst van de entreetoets gebaseerd was. Vast en
zeker per ongeluk. Thea nam zich voor om kalm te blijven en niet meteen met de
deur in huis te vallen. Het was beter voor het ego van de aanwezige leden van het docententeam dat ze
zelf inzagen hoe achterlijk ze bezig waren dan dat Thea het drietal met de
neuzen op de feiten drukte.
‘Zo dat zal de goegemeente niet leuk vinden.’
‘Tot nu toe heb ik geen klachten’, aarzelde Willy
Bakbruin met een paniekblik in de ogen.
Jeewee monsterde Thea met een bevreemde uitdrukking
in zijn gezicht en Siepie had niets in de gaten en speelde nog steeds de
beledigde onschuld.
‘Dus jullie hebben voor geen enkel kind het
leerlingenvolgsysteem bij het voorlopige middelbare schooladvies betrokken?
Niet alleen niet bij Sabine?’
‘Inderdaad, niet alleen…uh… niet bij Sabine’,
hakkelde Willy Bakbruin, omdat ze vormfouten wilde voorkomen.
Thea deed net alsof ze ineens tot een inzicht kwam en
riep zogenaamd verbouwereerd uit:
’Wat heeft het leerlingenvolgsysteem dan nog voor
zin? Waarom in godsnaam de leerontwikkeling van ieder kind een basisschoolleven
lang vastleggen als het middelbare school pré-advies van de uitslag van maar 1
entreetoets aan het einde van groep 7 afhangt? Waarom zou onderwijzend
personeel zich dan überhaupt nog met de uniciteit van een kind bezig hoeven te
houden? Waarom niet gewoon iedere leerling automatiseren met behulp van een
online citotrainer? Hebben de overbelaste juffen en meesters tenminste
eindelijk genoeg tijd om zich met behoud van salaris volledig op
zelfontplooiing en andere bijzaken toe te leggen. Dit is zo slecht!’
Willy Bakbruin schudde hevig met haar hoofd:
‘Nee, nee, je chargeert Thea. Alle pré-adviezen zijn
zorgvuldig samengesteld.’
‘Maar de resultaten van het leerlingenvolgsysteem
blijven buiten beschouwing omdat hare heilige juffrouw Rita overspannen is en
omdat de juffies Siepie en Lola in tijdnood zitten?’, wilde Thea nogmaals met
klem van Willy Bakbruin weten.
Willy Bakbruin keek moeilijk. Het benul van het
bevuilde eigen nest begon langzaam maar gestaag tot haar door te dringen.
Jeewee zat zich allang plaatsvervangend te schamen. Alleen Siepie was zich nog
steeds van geen kwaad bewust.
‘Sabine kan niet naar de havo. Ze komt gewoon niet
hoger dan vmbobasis. Kijk maar naar de uitslag van de entreetoets. Ze heeft
grote moeite om zich te concentreren. Ze komt niet mee met de groep. Ze is
constant met andere dingen bezig. Klessebessen en de Tina lezen. Heel gezellie
allemaal, maar op die manier gaat ze nooit de havo redden uiteraard. Te hoog
gegrepen. Dat haalt ze gewoon niet, klaar.’
‘Heb je het tegen mij?’
Thea staarde de schooltrol quasi verward aan. Ze
hield met moeite een gierende hoonlach in. Willy Bakbruin en Jeewee bekeken
juffrouw Siepie de saimiri alsof ze
zojuist ter plekke door haar sokkel gezakt was. Met haar mondaine
uitlatingen maakte deze bezopen onderwijzeres het haar meerdere en de ridder op
het witte paard wel erg moeilijk om gedrieën één schoolfront te blijven vormen.
‘En waarom heb je mij niet eerder op de hoogte
gesteld van jouw bezorgdheid over mijn dochter Sabine als ik vragen mag?’
Juffrouw Siepie de saimiri mistte het cynisme van
Thea.
‘Je hebt me nooit iets gevraagd’, stelde ze laconiek.
‘Nee, vind je het gek?’, scheerde Thea.
IJverig deed Willy Bakbruin haar best om de boel
onder controle te krijgen:
‘Ik denk dat we een verslagje moeten maken over dit
gesprekje.’
‘Je moet doen wat je niet laten kunt’, vond Thea.
Jeewee schraapte zijn keel. Hij ging wat zeggen,
terwijl hij tegelijkertijd met een schalkse blik de reacties van Thea
monsterde. Het moest maar eens uit zijn met die bijdehandte opmerkingen van
Thea. Dit was niet de vriendelijke, toegeeflijke droomvrouw die Jeewee van haar
gemaakt had. Zij deed haar best om haar gezicht in plooi te houden. Pokerface.
Inwendig gruwelde ze meer van de aanwezigheid van Jeewee dan ooit te voren; of
eerder van de afwezigheid van een persoonlijkheid; een ruggengraad; een skelet.
In haar ogen was Jeewee vandaag voorgoed gereduceerd tot weekdier; een kwal.
Waarom kreeg hij geen goed woordje over Sabine over zijn lippen? Hij vond haar
toch zo’n scheetje indertijd in de combiklas 5/6? Of een poepie? Wat was het
ook weer en wat deed het er toe? Al die misleidende kinderkwats.
‘Ik weet zo goed als zeker dat alle kinderen in het
komende schooljaar, dus in groep 8, gezamenlijk de schouders eronder zullen
zetten’, prevelde hij in het algemeen als in een schietgebedje waarin hij de
Here om zijn zegen vroeg; voor het geval
Siepie de schooltrol hem een toezegging
- hoe miniem ook - aan de moeder van Sabine kwalijk mocht nemen.
Juffrouw Siepie de saimiri tuitte bedachtzaam haar
lippen, maar zweeg. Jeewee herademde en Thea haatte het drietal. Haar
frustratie reageerde ze af op Jeewee zonder oogcontact te maken.
‘Kun je wat specifieker zijn?’
‘Hoe bedoel je?’ vroeg Jeewee beteuterd.
‘Waarom reageer je niet op mijn hulpvraag voor Sabine
in de mail?’
Toen Thea opkeek naar Jeewee kon ze nog net aan zijn
samengeknepen lippen opmaken dat hij dicht klapte. Willy Bakbruin zag hem ook
weg vallen en legde de verantwoordelijkheid voor zijn black-out bij Thea.
‘Wat is nou jouw probleem Thea? Jan-Willem zit hier
nou toch met jou aan de gesprekstafel? Hij erg populair.’
‘Populair zeg je? Bij de kinderen of bij de ouders’,
insinueerde Thea pesterig.
Met tegenzin gaf Willy Bakbruin een duimbreed toe:
‘Jan-Willem heeft niet alvast vantevoren op jouw
berichtje gereageerd op mijn verzoek.’
‘Ach, vanwege het mailverbod?’
Thea voelde een bijna onbedwingbare aandrang om
Jeewee te ontslijmen door de slapjanus metaforisch door een wringer te
halen.
‘Zullen we het netjes houden?’
Willy Bakbruin sloeg een intimiderend toontje aan en
zette haar beste terrorgezicht op. Alleen al door die vijandigheid was Thea van
willens om de vergadering zo lang mogelijk te saboteren door te blijven zitten.
In tegenstelling tot Bart die juist een helder standpunt had in genomen door op
te stappen. Thea daarentegen zou pas tevreden zijn als het haar op de één of
andere manier lukte om dit stelletje amateurs een hak zetten. Bijvoorbeeld door
ze een hele zomervakantie lang in het ongewisse te laten over de bestemming van
Sabine. Thea en Bart hadden onderling allang bepaald dat Sabine op De Wielewaal
mocht blijven. In groep 8 bij haar geliefde meester Jeewee. Een beetje stoom
afblazen van Bart veranderde niets aan dit besluit, maar dat hoefde verder
niemand te weten. Bart kon roepen wat hij wilde en dat deed hij dan ook.
Intussen was de hamvraag stilaan allang niet meer of het pré-advies van Sabine
nou wel of niet passend was bij het leerniveau van het kind. Alsof een eerlijk
antwoord op die vraag überhaupt ooit serieus in overweging genomen was door het
team van De Wielewaal. Nee, het zwaartepunt van het probleem lag sinds het
dreigement van Bart bij de vraag of de ouders van Sabine en Walter nou wel of
niet op het nippertje een rampzalige beslissing zouden nemen door daadwerkelijk
met hun kinderen naar een andere basisschool te vertrekken. Zo ja, dan zou niet
alleen Siepie, maar het complete docententeam van De Wielewaal een figuur slaan
in de onderwijswereld. Ieder normaal denkend mens kon per slot van rekening na
10 minuten praten met Sabine al merken dat het 10jarige meisje waarschijnlijk
niet helemaal tot haar recht zou komen op een vmbobasis opleiding tot praktijk
gerichte handenarbeidster. En als zo’n fout pré-advies nou een incident was.
Als het de eerste keer was dat het docententeam van De Wielewaal open en bloot
blunderde; dan waren de stommiteiten nog wel met de mantel der liefde te
bedekken geweest. Maar mede door haar telefoongesprek met Rinus Hardleers had
Thea allengs zo’n aan zekerheid grenzend vermoeden dat het team van De
Wielewaal onder leiding van Willy Bakbruin in de afgelopen 4 jaren meer flaters
geslagen had dan goed was voor de carrière van de directrice. Willy Bakbruin
was tenslotte niet voor niets de laan uitgestuurd. Het feit dat zij haar ontslag
niet onder ogen wilde zien en de kans kreeg om koppig te trachten om tijdens de
machtsoverdracht in de directiekamer de klok en daarmee haar congé terug te
draaien, zei in wezen meer dan genoeg over de chaotische toestanden op De
Wielewaal en de mate van labiliteit van Willy Bakbruin. In haar directe
omgeving hoefde Thea eveneens niet lang te zoeken naar voorbeelden van het
negatieve effect van het Willy Bakbruinbeleid. De illustraties lagen voor het
oprapen. Uit de groepen van Sabine en Walter vielen respectievelijk, uit het
hoofd, zo al opgeteld 3 klasgenoten op te sommen die op aanraden van Willy
Bakbruin zonder pardon van De Wielewaal naar de Klaproos waren afgevoerd.
De Klaproos was een basisschool voor moeilijk
opvoedbare kinderen. Terecht of onterecht; duidelijk werd dat Miranda, Falko en
Hedwig niet te handhaven waren op De Wielewaal. Het zag er naar uit dat die
overbelasting alles met de behoefte van Willy Bakbruin om aardig gevonden te
worden te maken had. Ook door de opperouders, maar toch voornamelijk door haar
personeel. Haar team probeerde ze boven alles te vriend te houden door haar
docenten te ontlasten. Het is een algemeen gedeeld geheim dat onderwijzend personeel
het beste floreert bij een beleid dat
veeleisende leerlingen afdankt. De definitie van de term veeleisend,
bleef op De Wielewaal hangen in een grijs gebied dat een docent met steun van
Willy Bakbruin naar individueel goed dunken in mocht vullen. Gevolglijk wist
Dolly, de moeder van Miranda, later nog in geuren en kleuren aan Thea te melden
dat ze de zogenaamde, goed bedoelde, wijze raad van Willy Bakbruin mooi in de
wind geslagen had. Ook al had Jade – de interne coördinatrice van De Wielewaal - Miranda al min of meer ingeschreven op De
Klaproos, toch had Dolly haar dochter van De Wielewaal op een reguliere nieuwe
basisschool weten te krijgen in plaats van op De Klaproos.
De directrice van de nieuwe basisschool stond paf van
het verhaal over Miranda. Ze zou zeker melding maken van de dwalingen van het
docententeam van De Wielewaal. Enerzijds uit bewondering voor het eigen
initiatief van de moeder van Miranda. Dolly was maar een eenvoudige volksvrouw.
Ze zat godsamme nog in de kraamtijd van
haar tweede kind; een zoontje; Damian. Dat weerhield Dolly echter niet van de
krachtinspanning om onder de
expertisedruk van De Klaproos uit te kruipen. Anderzijds kon de directrice van
de nieuwe basisschool van Miranda niets aan het kind bespeuren dat om een
speciale aanpak schreeuwde. Het meisje had niet eens zo’n slecht rapport.
Dit daadkrachtige basisschoolhoofd was vast niet de
enige en de laatste die het snoeiregime van De Wielewaal openlijk in twijfel
durfde te trekken. En als het wanbeleid van Willy Bakbruin nou niet zo
incidenteel mooier leek dan het was; dan had deze of gene nog wel geoorloofd,
met een gerust hart, de kop in het zand kunnen steken. Want niet alleen Miranda, Falko en Hedwig, maar veel meer
kinderen uit kansarme gezinnen werden gewetenloos gedumpt op De Klaproos.
Waarschijnlijk voor het perfecte totaalplaatje oftewel het behoud van de
prestige van De Wielewaal. Dat verklaarde ook waarom Alfred, het 2 jaar jongere
broertje van Boris uit de klas van Sabine, zich in de dagen van Willy Bakbruin
wel thuis mocht blijven voelen op De Wielewaal. Ondanks zijn progressieve,
levensbedreigende spierziekte, een butsmuts en een loeizware inklapbare
rolstoel die hem overal na gedragen moest worden. Zijn vader, de
gemeentefunctionaris, wist als wederdienst voor het onderkomen op een reguliere
basisschool van zijn doodzieke, lichamelijk gehandicapte zoon met overduidelijk
speciale behoeften, wel de nodige subsidie los te krijgen voor de bouw voor een
heuse invalidelift in De Wielewaal. Hoefde conciërge Tarik die rolstoel niet
meer achter Alfred aan van hot naar her te slepen. Over de kat op het spek
binden gesproken! Thea stelde zich zo voor dat soortgelijke observaties bij
menigeen tot ergernissen uitgroeiden en dat op die manier de klachten hoe
langer hoe harder binnen regenden naarmate Willy Bakbruin steeds grotere hiaten
in haar besturingstactiek liet vallen. Ook van binnenuit. Thea herinnerde zich
ene Rosalie die door de schoolstichting een jaar was aangewezen om de opvolging
van Jeewee door juffrouw Siepie in de combiklas te ondersteunen. Van het begin
af aan had Thea het idee gehad dat Rosalie haar een warm hart toedroeg. Ze had
alleen geen flauw idee waarom, want noch Walter, noch Sabine hadden direct met
Rosalie te maken gehad. Toen de combiklas werd opgeheven verdween ook Rosalie
met stille trom en een bemoedigende knipoog richting Thea in de wandelgangen.
Vanaf toen wist Thea zeker dat Rosalie een informante voor de
onderwijsstichting was. Thea met al haar trammelant op De Wielewaal werd gezien
als een potentiële klokkenluidster. Niet helemaal onterecht en begrijpelijk,
want de waarheid over de wantoestanden op De Wielewaal was te absurd om zich te
laten raden. Willy Bakbruin trok in elk geval niet aan de bel, terwijl ze haar
zaakjes almaar moeilijker op een rijtje kreeg. In de verbeelding van Thea
volgden de missers elkaar automatisch op door een onontkoombaar domino-effect
of de wet van Murphy. Als in een kettingreactie nam de schare kinderen die
kritiekloos naar De Klaproos verscheept werden als vanzelf toe. Daarnaast was
in de loop van 4 jaren een overvloed van leerlingen door ontevreden ouders
voortijdig van De Wielewaal gehaald. Zij werden op andere basisscholen onder
gebracht, waar natuurlijk vragen rezen en geruchten ontstonden. Tegelijkertijd
werd het hoofdkantoor van de onderwijsstichting overspoeld met klachten over de
middelbare schooladviezen in groep 8 van De Wielewaal. Zowel van mentoren op
middelbare scholen als van ouders. Waarom hadden zoveel
oud-basisschoolleerlingen van De Wielewaal een vwo-advies terwijl een groot
deel van de uitverkorenen als puntje bij paaltje kwam, amper het vmbo aan bleek
te kunnen zonder dag en nacht te moeten studeren? Of andersom; waarom begonnen
sommige Wielewaalverlaters op vmboniveau, terwijl ze het vwo gedeelte van de
toetsen in de brugklas van een scholengemeenschap keer op keer soepeltjes met
vlag en wimpel doorstonden? Was het de schuld van de lamlendige leerkrachten op
al die verschillende grote, verderfelijke middelbare scholen in de stad waarin
de Wielewaaltjes zich verspreid hadden na groep 8? Lag het aan een gebrek aan
inzet van de betreffende scholieren? Waarom was dan uitgerekend De Wielewaal
continu in opspraak? Kwam de voortdurende mismatch tussen opleidingstype en
leerniveau dan misschien toch door het docententeam op De Wielewaal dat
chronisch verkeerde middelbare school adviezen afgaf? Adviezen die niet waren
afgestemd op de behoeftes van het kind, maar op de illusies van de heersende
opperouders op De Wielewaal. Wat moest men anders? De ingecalculeerde,
landelijke gemiddelden waren bij voorbaat elk schooljaar al besproken. De 10
procent vwo-adviezen en de 20 procent leerlingen die naar de havo konden lagen
allang vast. Wat overbleef was het vmbo. Vmbo-theorie voor de middelmaat, vmbo
kader voor de wannabees en basisvmbo-advies voor de verschoppelingen. Want die
minderbedeelden moesten en moeten er ook zijn! Of mochten en mogen. Tot in de
eeuwigheid zal de gangbare soort zich blijven handhaven. Onkruid vergaat niet.
‘We zitten nou wel in een impasse’, verzuchtte Willy
Bakbruin, omdat ze smachtte naar duidelijkheid.
Over een behoefte aan helderheid kon Thea meepraten.
Vanaf het moment dat ze kinderen had was het verlangen naar heldere antwoorden
alleen maar gegroeid:
‘O ja?’
‘Ja, hoe ga je dat regelen met Bart dan?’, wilde
Willy Bakbruin kriegelig weten.
Thea richtte haar blik quasi niet begrijpend langzaam
maar zeker op de ontwijkende ogen van Willy Bakbruin en vroeg kalmpjes:
‘Hoe bedoel je?’
‘Wat vindt Bart ervan dat Sabine het volgende schooljaar
op De Wielewaal en in groep 8 bij Jeewee en Siepie blijft?’
‘Wie zegt dat Sabine op De Wielewaal blijft?
Trouwens; stel dat we besluiten om te vertrekken – en die kans is wel degelijk
aanwezig -, dan nemen we Walter
natuurlijk ook mee.’
Het was Thea nooit eerder opgevallen dat Willy
Bakbruin zo abnormaal veel met haar oogleden knipperden. Mogelijk was het een
zenuwtrekje dat plotseling optrad in stresssituaties. Willy Bakbruin was nog
steeds bezig om de schadelijke gevolgen van haar beleid binnen de perken te
houden. Zinloos, veel te laat en de zoveelste actie die haar niet in dank zou
worden afgenomen. De gewezen directrice werd er neurotisch van. En emotioneel.
‘Ik hoop dat jouw huwelijk bestand is tegen
teleurstellingen in de schoolprestaties van jouw kind. Mijn huwelijk is eraan
onderdoor gegaan.’
‘Joh, wat vervelend, maar weet je Willy, noch Bart,
noch ik zijn teleurgesteld in de schoolprestaties van onze kinderen. We zijn
wel teleurgesteld in het gebrek aan professionaliteit van juffrouw Siepie en
als gevolg daarvan in het pré-advies.’
Juffrouw Siepie kromp ineen en speelde doof
stommetje. Jeewee leefde met haar mee en Willy Bakbruin ontfermde zich meteen
over haar lieverdje:
‘Ik zou het wel fijn vinden als je respect voor een
ander in acht neemt Thea!’
‘Jullie eerst’.
‘Wij hebben respect voor jouw mening. Neem
bijvoorbeeld jouw kijk op dyslexie.’
‘Wat is daar mee?’
‘Ik respecteer jouw mening over dyslectie.’
‘Nee, dat doe je niet, want ik verkondig al jaren de
mening dat dyslectie niet bestaat. Niet in de gemedicaliseerde, problematische
vorm waarop jullie het leesonderwijs presenteren in ieder geval.’
‘Mijn zoon is dyslectisch’, beet Willy Bakbruin Thea
afgemeten toe.
Thea kauwde op haar onderlip. Niet in staat om de
doorzichtigheid van haar afwerende houding te verhelpen:
‘Nou dan heb jij je mooi laten besodemieteren’,
beeldde ze uit.
Vermoedelijk had de ex-man van Willy Bakbruin ook
niet aan de dyslexieverklaring gewild net als Bart en Thea. Hoeveel redenen
heeft een deskundige verder nog nodig om privé en zakelijk gescheiden te
houden? Ook in het onderwijs. Zelfs Jeewee snapte wat Thea ongezegd bedoelde.
‘Het is niet zo dat het pré-advies alles bepalend is.
Bovendien kan elke leerling in groep 8 nog best een leergroeispurt maken.’
‘Dus het advies hangt toch niet alleen van de uitslag
van de citotoets af?’
De vraag van Thea was doorspekt van cynisme met de
bedoeling om de afstand tussen Jeewee en haar voorgoed onoverbrugbaar te maken.
Nooit zou ze hem zijn afvalligheid vergeven. Hij had niet gereageerd op haar
hulproep in de mail. Zonder een zelf beschermend schild van sarcasme viel zijn
broze charisma niet meer te verkroppen.
‘Zeker niet’, gokte Jeewee onzeker.
Hij dacht niet meer te weten wat Thea horen wilde.
Wel wat ze niet horen wilde; en dat was het geglibber van een slijmbrok op een
glijdende schaal die de opperouders wel moeiteloos door slikten.
Wat Thea betrof mocht Jeewee verder voorgoed blijven
worstelen met zijn wankele ego. Hij was slechts nog bruikbaar voor het
hooghouden van de moraal van Sabine in de komende groep 8. Op de vrijdag na het
foute préadvies waren Bart en Thea ieder afzonderlijk immers meteen al op eigen
initiatief samen met Sabine voor een zomervakantie en langer aan het
citotrainen geslagen. Bart zou het rekengedeelte bij zijn dochter op niveau
trekken en Thea deed de rest. Huiswerk begeleiden was per slot van rekening
haar vak. Ze had Jeewee niet nodig om Sabine bij te spijkeren. Maar of Sabine
een toekomstig schooljaar lang ook tegen de aanwezigheid van juffrouw Siepie de
saimiri naast haar idool Jeewee in groep 8 bestand zou zijn, waagde Thea te
betwijfelen. Bart zag echter geen probleem.
‘Het voordeel van domme mensen zoals de schooltrol is
dat ze regeltjes nodig hebben. Hoe strikter de voorschriften, hoe comfortabeler
de wolvin in haar schaapskleren blijft zitten.’
‘En wie gaat Siepie in het gareel houden dan? Willy
Bakbruin is per 1 augustus officieel van de baan en je gaat me toch niet
vertellen dat jij in Jeewee een toekomstige leider ziet?’, panikeerde Thea.
Bart bleef optimistisch:
‘Als die Rinus Hardleers van de onderwijsstichting
jou de waarheid door de telefoon heeft toegefluisterd, dan komt er na de
zomervakantie een nieuwe directeur die zijn kwaliteit al bewezen heeft. Geloof
maar dat zo iemand vaker varkentjes van het Siepiekaliber gewassen heeft.’
‘Rinus Hardleers had het zelfs over 2 blusmeesters en
hij klonk overtuigend’, wist Thea zich nog te herinneren.
‘Nou dan’.
‘En ik sta sinds mijn telefoongesprek met Rinus
Hardleers in directe verbinding met een kliklijn.’
‘Wat wil je nog meer?’
‘Een normale basisschooltijd voor Sabine en Walter
zou wel leuk zijn.’
‘Dat gaat niet meer lukken op De Wielewaal of waar
dan ook, ben ik bang’, grijnsde Bart berustend.
Net als woordenwisseling met Willy Bakbruin, Jeewee en
juffrouw Siepie de saimiri over het foute pré-advies aan Sabine. Die dreigde
voortijdig ook nergens meer toe te leiden op die bewuste dinsdag namiddag aan
de vergadertafel in de directiekamer van De Wielewaal. Wel beschouwd was de
ruzie beslecht met een status quo. Een patstelling die Bart en Thea in het
volgende schooljaar met de beloofde steun van Rinus Hardleers van de
onderwijsstichting wel naar hun hand moesten zetten. Gedreven door het
Salomonsoordeel van geen andere basisschool.
Zolang de ex-directrice zich nochtans zittende hield
op haar wankele troon bleef alles bij de oude knoeiboel op De Wielewaal.
Kennelijk zag Willy Bakbruin nog wel kansen om het tij te keren. Onder meer
door Thea niet met lege handen te laten gaan. Al was het maar om indruk te
maken op de blusmeesters uit het crisismanagement die inmiddels - in de
hoedanigheid van big brother – natuurlijk allang toezicht hielden op vanalles
en nog wat en lang niet meer alleen op het mailverkeer. Er moest resultaat
geboekt worden. Voor de verandering. Bij een verbeterde aanpak zou het bestuur
wel spijt krijgen van hun besluit om de directrice te ontslaan. Althans in het
sprookje van Willy Bakbruin en haar avonturen op De Wielewaal. Het terugdraaien
van het pré-advies van Sabine zou op korte termijn het hoogste rendement
opleveren. Thea had echter in het verleden met haar woorden en daden al
meermaals bewezen dat ze het risico van het wekken van slapende honden niet
waard was. Los daarvan zou Siepie zich gepasseerd voelen bij een herziening van
het pré-advies en als Willy Bakbruin ergens in gefaald had tijdens haar functie
als directrice dan was het wel in conflictbeheersing.
Willy Bakbruin kon de moeder van Walter en Sabine ook
paaien door Thea nogmaals uitdrukkelijk te bedanken voor dat verrassende
mailtje. Vlak na de bekendmaking van haar ontslag in de nieuwsbrief van De
Wielewaal had Willy Bakbruin immers een opkikkertje van Thea mogen ontvangen.
Thea had dat berichtje eigenlijk tegen wil en dank gestuurd. Ze had het
mailverbod getrotseerd. Bij zoveel kloekmoedigheid kon Willy Bakbruin niet
achterblijven. Ze moest een gebaar terug maken. Ook omdat de troubleshooters
het vriendelijke mailtje van Thea allang onder ogen hadden gekregen natuurlijk.
Zo leek het net alsof alleen Willy Bakbruin de boosdoener was. Toch hoefde de
handreiking van Willy Bakbruin naar Thea ook weer niet al te pontificaal.
Waarom het onderwijsteam onnodig ontstemmen? Een hoofdknikje naar Thea was geen
herrie in de keuken waard. Bovendien had Willy Bakbruin op het moment suprême
Thea ter plekke via haar mobiel al een bedankbriefje teruggestuurd. Een
goedmakertje dat de blusmeester indien nodig evengoed online terug konden
halen.
Desondanks was de afwijkende mening van Thea deze
keer voor de verandering eens geen vloek, maar een zegen voor Willy
Bakbruin geweest. Een schot in de roos.
Een houvast. Een lichtje in de duisternis. De strelende inhoud had Willy
Bakbruin al 100 keer teruggelezen. Nog steeds werd Willy Bakbruin helemaal warm
van binnen bij de gedachte aan de lofbetuiging van Thea. De moeder van Walter
en Sabine vond dat zij, Willy Bakbruin, gewezen directrice van basisschool De
Wielewaal; ‘altijd goed’ was geweest met alle kinderen. Het was waar, maar
daarom niet minder ontroerend. Het was een compliment. De enige opsteker die
Willy Bakbruin na haar ontslag überhaupt in ontvangst had mogen nemen. Van wie
dan ook. Een welgemeende pluim zelfs. In haar 4 ambtsjaren was Willy Bakbruin
te vaak met tirannieke Thea geconfronteerd geweest om vandaag ineens te gaan
twijfelen aan de oprechtheid van de moeder van Walter en Sabine. Aansluitend
zul je altijd zien dat uitgerekend zo’n lastige ouder uit het verdomhoekje van
de regeringsperiode van Willy Bakbruin toch waardevoller bleek te zijn dan een
verre vriend of zelfs een collega of opperouder uit de directe omgeving. Willy
Bakbruin zou zichzelf niet zijn als ze nu niet bereid was om een kniebuiging te
doen voor haar supporter in de verpersoonlijking van Thea. Het dankwoord moest
wel snel, snel op het kantje af in het uitstel van executie gevoegd worden,
omdat de tijd drong tot aan de officiële uittocht van de directrice van De
Wielewaal. Dat schreeuwde om improvisatie. Uitgekiend in het bijzijn van 2
leden van het docententeam, zodat zij alom konden verhalen van de
inschikkelijkheid van Willy Bakbruin, want de ontheven directrice had inmiddels
wel begrepen dat functie en aanzien niet automatisch samengaan. Luister komt
voort uit mond-op-mond reclame en herhaaldelijke bekrachtiging van de achtbare
in kwestie. Ongelukkigerwijze was grootmoedigheid niet de sterkste kant van
Willy Bakbruin en zonder horten en stoten kwam ze dan ook op niet op gang.
Alsof een kortsluiting de verbindingen tussen haar hersencellen saboteerden.
Steelsgewijze hield ze angstvallig de reactie van de schooltrol in de gaten,
terwijl ze koortsachtig naar de juiste woorden zocht.
‘Het komt bijna nooit voor dat een pré-advies afwijkt
van het uiteindelijke advies aan het eind van groep 8, maar Thea; in het geval
van Sabine sluit ik een uitzondering niet uit.’
‘Ach, je bedoelt dat de foute inschatting van mijn
dochter in groep 8 vanzelf rechtgetrokken wordt?’
‘Nou niet vanzelf. Jan-Willem en Siepie zijn er ook
nog’, lachte Willy Bakbruin suggestief.
Jeewee en Siepie gaven niet thuis. Siepie krulde het
ezelsoor in de hoek van haar aantekeningen en Jeewee staarde dromerig uit het
raam. Thea vond het tijd om het tweetal bij de discussie te betrekken. Ze
resumeerde met stemverheffing:
‘Dus jullie gaan er persoonlijk zorg voor dragen dat
Sabine op haar leerniveau komt?’
‘Dat is ons werk, Thea’, antwoordde Willy Bakbruin
namens haar personeel.
‘Ja, dat dacht ik dus ook, maar als een pré-advies
nooit afwijkt van het uiteindelijke advies, waarom zou het geval van Sabine dan
een uitzondering zijn?’
‘Ik zei niet dat een pré-advies nooit afwijkt van het
uiteindelijke advies. Ik zei ‘bijna nooit!’
‘En waarom zou Sabine dan een uitzondering zijn?’
‘Omdat Sabine niet zomaar iemand is. Weet je nog dat
ik een beslissend gesprekje mat haar gevoerd heb toen ze van de combiklas naar
de complete groep 6 ging? Toen kon ik al merken dat Sabine een heel speciaal
meisje is.’
Eindelijk was het hoge woord eruit. Voldaan helde
Willy Bakbruin achterover met de armen voor haar borsten over elkaar heen
geslagen. Thea snapte de strekking, maar ze bedankte voor het doekje voor het
bloeden.
‘Dat denk ik ook, maar laten we eerlijk wezen Willy.
Volgens mij - en ik meen me te herinneren dat ik dit wezenlijke aspectje van
jouw persoonlijkheid laatst in een illegaal mailtje ook al eens bestempeld heb
– vind jij diep in je hart dat alle kinderen van De Wielewaal inclusief even
speciaal zijn. Toch?!’
Bij wijze van reactie liet Willy Bakbruin haar
intenties a la minute voor wat ze waren. Missie mislukt! Ze zag er overwonnen
uit ineens. Diep teleurgesteld in de mensheid. Alsof ze verlinkt was. Op
heterdaad betrapt. Monddood gebaarde ze richting aanwezigen dat de vergadering
over het foute pré-advies aan één of ander meisje van groep 7 per direct
gesloten was. De aangeslagen moeder zag ze niet meer zitten.
Ook niet staan of lopen. Op slag was Thea lucht
geworden voor Willy Bakbruin. Nog minder dan de moeder van één of ander meisje
uit groep 7. Thea zou er niet eens iets van gemerkt hebben, als ze niet op de
kop af in die laatste anderhalve week voor de zomervakantie op elke denkbare
plek van De Wielewaal tegen de uitgerangeerde, opgejaagde directrice was
gestuit. Telkens wendde Willy Bakbruin met een royale zwenking haar nukkige
hoofd af. Na de derde keer verzon Thea in het voorbijgaan aan de theatrale Willy
Bakbruinmomentjes zelfs een handpalm tegen het afgekeerde voorhoofd. De gewezen
directrice leek dan ook de ineenstorting nabij.
Ook juffrouw Siepie was niet helemaal zichzelf in die
laatste dagen voor het einde. Niet dat Thea haar eveneens overal tegen kwam op
De Wielewaal tijdens het halen en brengen van Walter en Sabine. Althans niet
lijfelijk. Maar aan de rand van het schooljaar kozen Walter en Sabine
hinderlijk vaak uitgerekend de schooltrol tot gespreksonderwerp. Zoals tijdens
het avondeten.
‘Juffrouw Siepie stond toch raar te dansen op de
gang!’, verhaalde Water plompverloren middenin een gesprek tussen Thea en Bart.
‘Juffrouw Siepie stond heel raar te dansen op de
gang?’, herhaalde Thea afgeleid.
Bart probeerde nog om de rode draad van de
oorspronkelijke conversatie vast te houden door stug door te praten over
koetjes en kalfjes, maar Walter viel hem in de rede:
‘Ja, in de gang. Ze had oortjes in en een iPod in
haar hand en ze stond heel vreemd te zwieren. Alsof ze stoned was.’
‘Ze is gek’, concludeerde Bart stellig.
‘Hoezo weet jij wat stoned is?’, wilde Thea bezorgd
van haar 9jarige zoon weten.
‘Ze zal wel valium geslikt hebben tegen de stress’,
schamperde Bart.
‘Stoned word je van shit’, wist Sabine.
‘En van valium dus’, vulde Bart aan.
‘Waarom zou ze ineens stress hebben?’, vroeg Thea
zich hardop af.
Stiekem hoopte ze dat Siepie achtervolgd werd door de
kritiek op het pré-advies van Sabine.
‘Ik zou het niet weten’, simuleerde Bart terwijl hij
zijn hoofd schudde over de onverbeterlijke zelfonderschatting die zijn vrouw
soms tentoon kon spreiden.
‘Door mij?’
Thea wist dat ze olie op het vuur gooide, maar haar
behoefte aan helderheid domineerde de wrevel van Bart
‘Eerder door de kritiek en dan niet door de inhoud,
maar door het feit dat de strekking van de aanklacht naar buiten gekomen is’,
verklaarde Bart vermoeid door het vertraagde inzicht van zijn vrouw.
‘Of door meester Joep’, bedacht Sabine.
‘Ow, hem heb ik ook gezien vandaag!’, riep Walter
blij uit.
Enthousiast zwaaide hij met zijn soeplepel. Bart, die
naast hem zat, veegde de druppels kippennat van zijn wang.
‘Meester Joep was toch op wereldreis naar
Nieuw-Zeeland?’
Thea weet nog als de dag van gisteren dat hij vertrok
van De Wielewaal onder begeleiding van ‘Kijk eens even naar die leuke klas van
Joep’ op de melodie van Toveren van K3. Uitgevoerd door de voltallige bezetting
van de toenmalige groep 6 van invalkracht Joep.
‘Hij kwam zomaar de klas binnen vandaag! Ik denk om
hallo te zeggen tegen ons. De oude groep 6’, gaf Sabine met weinig geestdrift
weer.
Thea brandde haar mondholte aan de kippensoep en
smeet geïrriteerd haar lepel op het grenen keukentafelblad. Ze verslikte zich
bijna in een slok ijswater tijdens het vangen van één van de klontjes uit het
glas. Toen dat gelukt was frazelde ze met beladen tong:
‘Wat is dat toch met al die onderwijzers die almaar
terug keren naar De Wielewaal alsof de kinderen op ze zitten te wachten. Eerst
meester Gijsbert en nu weer meester Joep!?’
‘Juffrouw Dorien was ook op bezoek in de klas laatst.
Zij kwam juist afscheid nemen. Ze wordt juf op een andere school.’
Sabine deelde het nieuws emotieloos.
‘In groep 3 en 4 was je favoriet van juffrouw Dorien,
weet je nog?’
‘Ik vond haar ook wel aardig toen’, wist Sabine zich
nog te herinneren.
‘Nu niet meer dan?’
‘Ze gaf me een hand en ze zei; ‘Het komt wel goed met
je?’. Ze huilde ook bijna’, huiverde Sabine.
‘Hoe durft ze!’, schertste Thea, terwijl ze aan de
gezichtsuitdrukking van Bart zag dat hij hetzelfde dacht als zij.
Want waarachtig! Hoe durfde Dorien zomaar te beloven
dat alles goed zou komen met Sabine? Na de definitieve afreis van Dorien was
straks alleen Jeewee nog bekend met het wel en wee van leerlinge Sabine op De
Wielewaal. Dat maakte Dorien niets meer dan een hopeloos gevalletje makkelijk
praten en het vuile werk aan een ander overlaten.
En Willy Bakbruin was geen haar beter. Aan het einde
van de allerlaatste schooldag voor de zomervakantie liet ze een ouderwetse
ijscowagen voorrijden op het overbevolkte speelplein. Zo’n pastel getinte
bestelbus met een rolluik voor de toonbank dat de bijbehorende ingehuurde
chauffeur met verve naar omhoog schoof. Achter het raam, dat ook nog open
moest, stonden torentjes van koekhoorntjes. Met gespeelde levendigheid bewoog
Willy Balbruin zich achter de vrieskist in de bestelauto. Op het speelplein was
het weliswaar een drukte van jewelste, maar omdat iedereen in uitbundige
vakantiestemming was, lette niemand op Willy Bakbruin die inmiddels half uit
het geopende raam van de balie van de ijskar hing. Om aandacht te trekken
zwaaide ze met in de ene hand een ijsschep en in de andere hand een waterijsje.
De kinderen konden kiezen uit een bolletje gemengde Italiaanse ijssmaken of een
Raket. Geleidelijk begon de bedoeling van de ijscowagen op het speelplein tot
de menigte door te dringen. Sabine was 1 van de eerste uit een chaotische rij
bij de toog. Achter haar werd het gedrang allengs compacter en
onoverzichtelijker, terwijl Willy Bakbruin diep in de vrieskist dook bij het
zien van Sabine. Ze trok een extra dik bolletje Italiaans ijs voor het kind op.
‘Het komt wel goed met jou!’, beloofde ze met
waterige ogen, terwijl ze Sabine het ijshoorntje overhandigde.
‘Niet dankzij jou’, dacht Thea grimmig na Sabine
aangehoord te hebben.
Nadat het kind aan haar moeder melding had gemaakt
van de persoonlijke noot van Willy Bakbruin, moest het 10jarige meisje bekomen
van de emotionele directrice in een verstomde nasleep van onbehaaglijkheid en
vraagtekens. Typisch dat zelfs een simpel ijsje op basisschool De Wielewaal tot
een probleem gemaakt kon worden.
Niet verwonderlijk dus dat Thea blij was dat de
zomervakantie haar een zestal weken van haar schooldagelijkse breng- en
haalbezoekjes aan De Wielewaal zou verlossen. Het liefste ging ze meteen door
naar huis, maar het wachten was op Walter die nog een gratis ijsje tegoed had
en zich ergens tussen de gretige kinderschare voor de ijscowagen bevond. De
opperouders, verzorgers en normale papa’s en mama’s keken van een afstand toe
of hoorden elkaar uit onder het mom van een amicaal gesprek. Het team van De
Wielewaal was ook vertegenwoordigd en hield zich op in de buurt van een
verhoging in het midden van het speelplein dat de conciërge, Tarik, die middag
nog vlug, vlug in elkaar had weten te zetten van oud hout uit de
buurtspeeltuin. Op het geïmproviseerde podium stond een microfoon in een
standaard. Willy had zich inmiddels uit de ijscowagen bevrijd en haar
traktatietaak aan de chauffeur overgedragen. Een beetje onvast op haar
hooggehakte open zomerschoentjes balanceerde Willy Bakbruin tegen het licht in
op haar weg naar het podium van Tarik. Tijdens het wankelen fungeerde haar
onderarm als zonnescherm. Zo te zien had ze zich iets te veel moed ingedronken.
De aanblik van haar warrige achterhoofd, met het slordige, kleurloze,
uitgeplozen touwkapsel en haar gebogen tengere lijfje in die eeuwige, gebloemde
wikkelrok met daarop meestal een bruin of groen T-shirt, maar vandaag voor de
gelegenheid een wit mouwloos bloesje, deed de onverschilligheid van Thea geweld
aan. Ze bestreed haar compassie met het innerlijke verweer dat Willy Bakbruin
er ook voor kon kiezen om haar rug te rechten en haar kin te heffen. En een kam
door heur haar alvorens het podium te betreden, zou Willy Balbruin ook niet
misstaan hebben. Op zoek naar afleiding keek Thea om zich heen en daarop recht
in het gezicht van meester Joep. Met ogen zo groot als pingpong balletjes
probeerde hij zich achter de rug van de schooltrol onzichtbaar te maken. Sinds
kort waren juffrouw Siepie de saimiri en hij een stelletje. Ze hadden hun verliefdheid
voor de klas aan alle kinderen van groep 7 bekend gemaakt.
‘Ach wat leuk, zijn ze verloofd?’, wilde Thea toch
wel vertederd van Sabine weten.
‘Ik weet niet wat verloofd is’, bekende ze.
‘Je hebt toch medelijden met zo’n jongen’, grapte
Bart met een ondertoon van ernst in zijn spot.
‘Hij is er toch zelf bij’, relativeerde Thea.
‘Hij zal wel niks beters aan de haak hebben kunnen
slaan in den verre.’
‘Wat zeg jij nou allemaal, papa!?’, riep Thea
bestraffend uit met het oog op Sabine.
‘Meester Joep deed anders heel stom tegen juffrouw
Siepie. Alsof ze een baby was. Zo van koetje, koetje, koetje’, schokschouderde
Sabine.
‘En juffrouw Siepie dan? Deed juffrouw Siepie dan
niet stom?’, proestte Thea.
‘Jawel, maar juffrouw Siepie doet altijd stom’,
antwoordde Sabine droog.
Later in de laatste schoolweek liet de schooltrol in
de klas foto’s van facebook met meester Joep en haarzelf in de Efteling zien.
Meester Joep had juffrouw Siepie op een weekendje pretpark en sprookjesbos
getrakteerd.
‘Waarom werd je getrakteerd?’, wilden de meeste
kinderen jaloers weten.
‘Omdat ik het héél zwaar heb gehad de afgelopen
week.’
‘Waarom, omdat meester Joep op wereldreis was?’,
vroeg Zarah bijdehand.
‘Nee, omdat een paar ouders boos op mij waren’,
durfde de schooltrol ook nog roekeloos te beweren.
Op medeleven hoefde ze echter niet te rekenen van een
groep kinderen in de leeftijd van 10 tot 12 jaar. Zij kenden het gevoel van
ouders die boos op hen waren, maar daarom werden zij nog niet zomaar door een
meelevend vriendje of vriendinnetje op een weekendje Efteling onthaald.
Thea was meester Joep nog niet onder ogen gekomen
sinds hij terug was van zijn wereldreis, maar zij had de globetrotter wel al
van een afstandje geobserveerd. Afgelopen woensdag stond hij alweer te
baltsdansen op het speelplein met Moira alsof hij nooit was weg geweest. Moira
was de moeder van Kasper uit de klas van Sabine. In groep 6 wilde ze nog met de
eer van de tekst van het liedje ‘Kijk eens even naar die leuke klas van Joep’
op de melodie van ‘Toveren’ van K3 gaan strijken. Een aardigheidje waaraan ze
letter noch muzieknoot had bijgedragen. Een dik jaar later sloeg ze nog steeds
op tilt in de buurt van een gewillige man. Jong, oud, aantrekkelijk of niet. Ze
kon het ook niet nalaten die ouwe vrijster. Hoewel meester Joep onmogelijk
vrijuit ging. Ondanks zijn jeugd, zijn liefdesverklaring aan Siepie en zijn
verruimde blik door zijn avonturen op zijn wereldreis naar Nieuw-Zeeland
betoonde hij zich onveranderlijk niet vies voor de charmes van dames op
leeftijd. Thea dacht terug aan de afscheidskus op de zompige lippen van meester
Joep van exact een jaar geleden. Door haar – tirannieke Thea – geïnitieerd en
uitgevoerd. Ineens begreep Thea het pré-advies van Sabine. Juffrouw Siepie was
natuurlijk ook getuige geweest van de frivole actie van antieke Thea voor het
hek van de speelplaats van De Wielewaal in het bijzijn van de hele goegemeente
indertijd. Een tongzoen! Seksuele intimidatie van die arme meester Joep.
‘Veel te ver gezocht’, zou Bart haar achteraf
verwijten.
Door de hoogte van zijn testosterongehalte waren de
voelsprieten van Bart aangaande de verre gaande gevolgen van vrouwendingetjes
onderontwikkeld. En meester Joep trof uiteraard al helemaal geen blaam. Zo hij
al ooit ergens in zijn leven een eigen aandeel in had gehad, dan was hij zijn
persoonlijke inbreng met ingang van zijn relatie met juffrouw Siepie de saimiri
voorgoed kwijt geraakt.
Om duidelijk te laten merken aan Thea dat hij haar
niet opmerkte, toeterde meester Joep achter zijn hand iets grappigs in het oor
van Jeewee. Bij wijze van reactie deed Jeewee een sprongetje in de lucht en
vervolgens zijn bekende pinguïnloopje waarmee hij zoals gewoonlijk weer veel
minderjarige lachers en meesmuilende volwassenen op zijn hand kreeg.
Willy Bakbruin bewoog haar lippen vlak bij de
microfoon:
‘Hallo, hallo!’
Tegelijkertijd klopte ze hoorbaar met haar wijsvinger
in het centrum van het spreekgedeelte. De groet echode gecombineerd met een
korte, maar oorverdovende hoge piepzwieper uit de luidsprekers waaraan de
microfoon was aangesloten.
‘Beste ouders, verzorgers, opa’s, oma’s en kinderen’,
begon Willy Bakbruin.
‘Hallo, hallo, ik ben het mannetje in de radio’, riep
een opa boven de vakantiedeining van de meute op de speelplaats uit.
Niemand lette op Willy Bakbruin. Mede omdat haar
aanhef ook daadwerkelijk deed denken aan tijden van weleer. De geluidskwaliteit
van het ouderwetse Polygoonjournaal en, ja, aan het gekraak van het mannetje in
de radio. Oké, in het geval van Willy Bakbruin; een vrouwtje in de buizenradio;
hallo, hallo. Walter tikte Thea op haar schouder.
‘Heb je nou nog geen ijsje?’
‘Ik heb het al op. Het was maar 1 bolletje. Daarvoor
heb ik dan een uur in de rij gestaan’, overdreef Walter.
‘Wie het kleine niet eert is het grote niet weerd’,
declameerde Thea, terwijl ze Sabine vooruit probeerde te duwen in de roerige
menigte.
‘Wie het kleine niet eert doet het grote verkeerd’,
rijmde Sabine tussen de likjes aan haar Italiaanse ijsbolletje door.
‘Kom, dame en heer, ik wil naar huis.’
Walter en Sabine reageerden niet op hun moeder, maar
wel op alle prettige vakantiewensen die her en der verzonden werden op de
speelplaats. Onderwijl loosde Thea haar tweetal door de keuvelende mensenmassa
naar de openstaande poort in het hek van het speelplein. De uitgang voorbij
keek Thea nog één keer om naar Willy Bakbruin achter de microfoon op de
verhoging. Ze stond als in een trance met een glazige blik in haar ogen
onverstaanbaar voor zich uit te zagen. Thea ving flarden van haar uiteenzetting
op. Iets over beleid, kleinschaligheid en een luisterend oor. Pijnlijk genoeg
was in de directe omtrek van de verhoging waarvan Willy Bakbruin sprak geen
mens, dus ook geen leerkracht, meer te bekennen. Jeewee stond nog het minst ver
van zijn voormalige directrice verwijderd een beetje slungelig de luidruchtige, aandachttrekkende kindertjes om hem heen te
negeren. Het volstrekt onduidelijk of hij al dan niet wat meekreeg van het
wazige afscheidswoord dat Willy Bakbruin voerde. Misschien kon hij uit
beleefdheid en medelijden ontcijferen wat er aan verkregen inzicht geventileerd
werd? Welke lessen waren geleerd? Zijn
blijk van mededogen sprak voor Jeewee. Hij kon het dus wel, want waar een wil
is, is een weg. Of in het uiterste geval van de hulpvraag van Thea; waar een
wil is, is Jeewee ook weg.
HOOFDSTUK 42
Na 2 grijze, laatste, vakantieweken begon de eerste
schooldag aan het eind van de maand augustus in een stralende ochtendzon. De
ijzeren poort in het Heras hekwerk om het speelplein met de doorgang naar het
achterom van De Wielewaal zat op slot, hetgeen hoogst ongebruikelijk was.
Eigenlijk schandalig! Alle kinderen en eventueel hun ouders of verzorgers
werden door Tarik de conciërge vriendelijk doch dringend verzocht om vandaag
éénmalig via de hoofdingang van De Wielewaal het gebouw binnen te treden.
Plichtsgetrouw als een ouderwetse verkeersagent loodste Tarik iedereen in de
goede richting. Mopperend begaven de oververtegenwoordigde opperouders zich
buiten de comfortzone; alleen maar om
vlak voor de voordeur van De Wielewaal onverwacht oog in oog te staan met 2
nieuwe directeuren. Toen Thea aan de beurt was om handjes te schudden met het
tweetal kreeg ze onwillekeurig een opeenvolging van vrolijke associaties met
komische duo’s uit de geschiedenis van het entertainment voor ogen. Scenes met
Laurel en Hardy, Mini en Maxi, Asterix en Obelix , Abbott en Costello en nog
veel meer ongelijke paren passeerden op het netvlies van haar verbeelding. Bij
Kling en Klang; de bekende, goedmoedige politiemannen uit de jeugdfilm over
Pipi Langkous naar het gelijknamige boek van de Zweedse auteur Astrid Lindgren,
hield de imaginaire optocht halt. Het imago van het scrupuleuze koppel;
bestaande uit de kleine, kale, innemende Kling en de lange, gereserveerde Klang
met een kop met flink veel haar, vloeide naadloos over in de aanschijn van 2
hoofden van een basisschool in nood. Volgens de functie omschrijving in een
recentelijke online oriëntatiebrief van Rinus Hardleers van de
onderwijsstichting; was directeur Kling aangesteld voor de public relations en
directeur Klang voor het personeelsbeleid. De twee-eenheid van Kling en Klang
verenigd in yin en yang als het ware.
Al een dag later vond in de aula van De Wielewaal de
eerste officiële informatie-avond plaats voor belangstellenden. De directeuren
Yin en Yang stelden zich nogmaals voor ter inleiding van de zitting. Op de
achtergrond van het optreden van Yin en Yang gaf een powerpoint met een ludieke
Loesjespreuk alvast een voorproefje van het echte werk. De uitspraak:
‘Communicatie: Als het van twee kanten komt, hoeft
het nog niet te botsen’,
spatte in diepzwarte hoofdletters van het hagelwitte
breedbeeldscherm aan de horizon van de druk bezochte zaal.
Thea zat op een plastic stapelstoel naast juffrouw
Nelleke van groep 5. De voormalige schooljuffrouw van Walter had Thea begroet
alsof ze een oude hartsvriendin had teruggevonden. Juffrouw Nelleke liet haar
greep om de linker bicep van Thea niet verslappen voordat ze zeker wist dat
haar oud leerling Walter uit groep 5 het goed maakte! Opgelaten verzekerde Thea
haar dat het beslist toppie ging met haar inmiddels ook alweer 10 jaar oude
zoon Walter. Juffrouw Nelleke kon dan wel nog steeds een ring door haar neus
hebben, rastahaar en tattoos op alle zichtbare plekken van haar ledematen, maar
dat maakte haar voor Thea niet automatisch toegankelijker dan haar collega’s.
De verschijning van juffrouw Nelleke vertegenwoordigde een select groepje
alternatieve leerkrachten verdeeld onder de overvloed aan grijze muizen en
meelopers in een log onderwijsinstituut. De ondefinieerbare lichamelijke
beeldvorming van de weinige ware alto’s garandeerde geen ruimdenkendheid.
Hoogstens provocatie. En die verzetsvorm staat nooit op zichzelf, maar beweegt
als vanzelf met elke stroming mee. Thea herinnerde zich bijvoorbeeld hoe snel
de rebel in juffrouw Nelleke veranderde in een kortzichtige, tamelijk
hysterische mama in wording tijdens haar zwangerschap van niet zo lang geleden.
Aangezien de ballonbuik inmiddels was leeggelopen informeerde Thea
beleefdheidshalve naar het resultaat. Temeer daar juffrouw Nelleke gedurende
haar blijde verwachting nog tijdelijk panisch geweest was door toedoen, hoe kan
het ook anders, van het bestaan van de kinderen van Bart en Thea. Het
toenmalige eczeem rond de lippen van Walter en de nogal prominent aanwezige
wijnvlekjes aan de linkerkant van het gezicht van Sabine konden in de ogen van juffrouw Nelleke - en
met haar naar mening van voormalig Wielewaaldirectrice; Willy Bakbruin - niet
anders dan een teken zijn van de nasleep van de 5de ziekte. De 5de ziekte is
een virusinfectie die zich, volgens de website over gevaarlijke aandoeningen
voor zwangere vrouwen, schijnt te openbaren met ronde rode stipjes over het
hele lichaam. Juffrouw Nelleke vreesde bij het zien van de huiduitslag bij
broer en zus in het gezicht, dat zij tijdens het lesgeven op De Wielewaal
persoonlijk met name door Walter en Sabine geïnfecteerd was geraakt met het 5de
ziektevirus. Gevolglijk zou haar ongeboren vruchtje weleens voor het leven
getekend kunnen zijn met allerlei vergroeiingen en andere onzichtbare
aandoeningen die door toedoen van het gevreesde virus schijnen op te treden.
Toen de ex-directrice van De Wielewaal nog in functie was, had Willy Bakbruin
moeder Thea - namens juffrouw Nelleke -
nog op huiduitslag van haar kinderen aangesproken gedurende een wederzijds
uitermate pijnlijk telefoongesprek. Want, los van de absurditeit van de
assumptie – wijnvlekjes en eczeem kunnen onmogelijk besmettelijk zijn en lijken
niet eens op ronde, rode stipjes – had Thea erg weinig kunnen betekenen in de
hypothetische situatie waarin de zwangere juffrouw Nelleke inderdaad met het 5de
ziekte virus besmet geraakt was geweest. Dat realiseerde Willy Bakbruin zich
ook te laat tijdens het telefoontje. Niet alleen zou de vage schuldlast 2
onbesmette kinderen voor altijd gebrandmerkt hebben, maar zou de incubatietijd
ook allang verstreken zijn. In dat geval zat er dus
voor juffrouw Nelleke sowieso niets anders op dan er maar het beste van te
hopen voor haar ongeboren kindje dat uiteindelijk ongeschonden ter wereld kwam.
Het werd een meisje. Nu maar levenslang hopen dat ze gezond blijft. De wens van
elke normale ouder. Thea moest er niet aan denken dat de baby van Nelleke na de
vijfde ziekte gekte niet honderd procent in orde zou zijn geweest.
‘Of moet ik zeggen ‘ondanks’ Walter en Sabine is
alles toch nog goedgelomen na de bevalling?’, schertste Thea.
Juffrouw Nelleke lachte mee als een boerin met
kiespijn. Haastig veranderde ze van gespreksonderwerp door op te merken dat
haar dochter alweer bijna een jaar op de wereld was. Wat ging de tijd toch snel!
Juffrouw Nelleke en de vader hadden hun dochter Tiske genoemd.
‘Hoe?’, vroeg Thea onbeleefd.
Niet omdat die naam haar zoveel kon schelen, maar
onbekend maakt onbemind. Hoewel de klankkleur van Tiske wel lekker in het
gehoor lag wat Thea betrof. De alliteratie Tiske en Thea deed denken aan de
titel van een ouderwets meisjesboek.
‘Tiske’, herhaalde juffrouw Nelleke onbevangen en
geduldig, zoals ze gewend was in de interactie met haar 8 tot 9jarige
leerlingen uit groep 5 die ze nog steeds parttime bestierde samen met juffrouw
Marjolein en voor wie ze ook alles minstens 2 keer moest zeggen.
‘Ah, dat is zeker een Friese naam?’.
Beschaamd probeerde Thea haar eenkennigheid te
verdoezelen.
‘Niet dat ik weet. Ik vond het gewoon een leuke
naam’, schokschouderde juffrouw Nelleke onaangedaan.
‘Nou, hartstikke leuk’, beaamde Thea gemaakt.
Het stilleven in de rij voor Thea in de vergaderzaal
bood een onopvallende ontsnappingsmogelijkheid aan de gemaakte conversatie met
juffrouw Nelleke. Een man en een vrouw zaten als een gouden bruidspaar
ruggelings op hun stapelstoeltjes noodlottig tot elkaar veroordeeld te wezen.
Onaangenaam verrast herkende Thea al snel het tweespan; Jeewee en Siepie van
groep 8, in hun deerniswekkende samenzwering. Op dat duo was Thea inmiddels wel
uitgekeken en ze gluurde in de ruimte tussen het witharige achterhoofd van
juffrouw Siepie de saimiri en het opgeknipte, grijze kippenkontje van Jeewee
naar het platform waarop de directeuren het woord voerden. De schooltrol was de
confrontatie met Thea nog niet aangegaan. Waarschijnlijk was dat een verstandig
besluit van juffrouw Siepie de saimiri dat in haar geval eerder uit angst dan
wijsheid geboren moest zijn. Dat kon niet anders! Thea liet Jeewee daarentegen
niet zo makkelijk van haar af komen. Ze had hem gisteren en vanmorgen al 2 maal
uitgebreid, expres lastig gevallen bij het wegbrengen van Sabine naar het
lokaal van groep 8. Het lag in de bedoeling van Thea om Jeewee in dit cruciale,
laatste schooljaar van haar dochter zoveel mogelijk te blijven bestoken met
haar overweldigende aanwezigheid. En wel op zo’n dwingende wijze dat Jeewee
niet anders meer zou kunnen dan de verleiding van een misstap richting
opperouders weerstaan. De eerste resultaten had Thea al geboekt. Schichtig had
Jeewee haar te woord gestaan in een wanhopige poging om de verontwaardigde
blikken van de opperouders, die zich gepasseerd voelden, niet te zien. Thea nam
de tijd met vragen en opmerkingen die precies zo nietszeggend waren als de
strekking van de conversatie die de opperouders aldoor met elkaar en het
docententeam voerden. Door die langdradige larie, die Thea jarenlang aan had
moeten horen tijdens het halen en brengen van en naar de lokalen van haar
kinderen, in de wandelgangen van De Wielewaal, op het speelplein en gedurende
ouderavonden, kon ze inmiddels lullificaties imiteren alsof ze haar leugens
zelf geloofde. De zeverleuten hadden haar niet alleen immuun geluld, maar ook
naar medeplichtigheid gebazeld. Temeer daar Thea door de jaren heen vaak genoeg
getuige was geweest van succesvolle slechte voorbeelden die bewezen dat egoïsme
het beste loonde. Stilaan was de noodzaak om als een ware oppermoeder op te
treden tot Thea doorgedrongen en allengs leerde ze de kunst afzien om de
beperkte aanwezige dosis aandacht op de basisschool van haar kinderen
meedogenloos voor zichzelf op te eisen. Breed en zichtbaar stelde ze zich op in
de deuropening van het lokaal van groep 8 en stremde zo ongegeneerd de doorgang
van de ouders en verzorgers. Alleen de kinderen liet ze door. Zij was aan het
praten met Jeewee. Dan zei ze
bijvoorbeeld:
‘Op sommige meerkeuze vragen van de oefencito zijn
meerdere antwoordmogelijkheden juist? Is dat niet heel verwarrend voor de
kinderen?’
En Jeewee, overvallen door zijn vleesgeworden
fantoom, antwoordde mondjesmaat in clichés. Met trillende handen, bloedeloze,
droge lippen en blosjes op zijn kaaklijn. Hij had geen idee waar hij het zo
dicht in de nabijheid van Thea zoeken moest. Het was wel duidelijk dat zij zich
niet meer door hem aan de kant zou laten zetten.
‘Wij werken met man en macht om de cito zo
representatief mogelijk te maken.’
‘We?’, talmde Thea kritisch.
‘Jawel. Ik zit in een commissie die de citovragen
beoordeelt’, stamelde Jeewee met valse
schaamte.
‘Nog een beetje oefenen dan’, lachte Thea
flirterig.
Jeewee werd donkerpaars. Dat was voldoende
genoegdoening voor Thea voor vandaag. Morgen was er weer een schooldag in groep
8 met Siepie en Jeewee aan het roer.
In de verte klonk de geschoolde stem van directeur
Yin. Hij noemde zichzelf een ‘onderwijsbeest’. Hierop nam de andere directeur –
Yang - letterlijk een kleine afstand van zijn collega en sloeg hem een seconde
lang meewarig gade. Een beladen stilte volgde. Wat kuchjes hier en geschuifel
daar maakten de stemming in de aula er niet opgewekter op. Directeur Yang
streek eens flink door zijn volle, grijsbruin gestreepte kuif om tijd te winnen
voor een zoektocht naar een uitweg van een pijnlijke situatie. Misschien dat
het ongemakkelijke figuur dat het kaalhoofdige onderwijsbeest aan zijn zijde
had geslagen teniet gedaan kon worden met een hernieuwde start van de kennismakingsronde?
Simpelweg van voren af aan beginnen met schone lei. Geen slechte ingeving, ware
het niet dat de privémelding die directeur Yang vervolgens in de groep gooide
eerder de toonzetting van dienstregeling had dan van een blijde mare:
‘Ik ben onlangs opa geworden’.
Directeur Yang sprak overduidelijk niet voor de
gezelligheid, maar eerder uit solidariteit met zijn collega die het zichzelf
zojuist extra moeilijk had gemaakt. Een onderwijsbeest spreekt nou eenmaal niet
tot de verbeelding van de meeste ouders en verzorgers uit een Wielewaalwijk. En
hoewel het onderwijsbeest alias directeur Yin al vermoedde dat hij de verkeerde
snaar bij het Wielewaalvolk had geraakt, liet hij zich niet ontmoedigen door
een drukkende ambiance. Hopelijk dat nóg een persoonlijke noot uit zijn mond,
bij wijze van aanvulling op het heugelijke feit dat directeur Yang kortelings
opa was geworden, misschien dan wel de juiste toon kon zetten:
‘O ja, en ik heb net een zoon’.
Van de terloopse manier waarop het onderwijsbeest
zijn tijding bracht, zou een toehoorder bijna gaan geloven dat een kleinkind de
facto meer status geeft aan een hoofd van een basisschool dan een pas geboren
zoon. Ondanks zijn vergevorderde haargrens moest directeur Yin op het eerste
oog echter sowieso minstens 20 jaarringen minder tellen dan directeur Yang.
Statistisch gezien was het dan ook ongehoord dat iemand van de generatie van
directeur Yin zich al grootvader kon noemen. Het onderwijsbeest viel dus niets
te verwijten. Nog niet. Het klimaat in de zaal was sowieso veel te
vooringenomen om met behulp van wat vrijblijvend gekeuvel over ditjes en datjes
in de juiste stemming voor een vruchtbare bijeenkomst te raken. Nou hadden Yin
en Yang het onderliggende, algehele ongenoegen van de Wielewaal populatie kunnen
voorzien. Alleen viel de heersende animositeit niet terug te voeren op het
abrupte vertrek van oud directrice Willy Bakbruin, terwijl Yin en Yang daar in
eerste instantie wel vanuit waren gegaan. Tenminste aldus de aankondiging op de
tweede pagina van de powerpoint. De Loesjespreuk was verdwenen en volgens de
weergave van de planning op het breedbeeldscherm was het ontslag van de
afwezige directrice van De Wielewaal het eerstvolgende agendapunt met
prioriteit. Maar wat bleek? Niet het congé van Willy Bakbruin, maar een
recentelijk gepubliceerd online rapport van de onderwijsinspectie over De
Wielewaal zat de genodigden van de informatie-avond dwars. Was die ouwe
Bakbruin bij nader inzien dus helemaal niet zo geliefd geweest bij haar
achterban als ze haar beleidsmakers van de onderwijsstichting had willen doen
geloven. De ex-directrice van De Wielewaal was allang uit het oog en dus uit
het hart van ouders, verzorgers en kinderen verdwenen.
De schande die evenwel voortvloeide uit de
vernietigende uitslag van het rapport van de onderwijsinspectie zat wel hoog
bij – met name - de opperouders. En dan niet eens zozeer het resultaat op zich,
maar veel meer de bekendmaking van de tekortkomingen van De Wielewaal op het
internet. Zulks schrok potentiele fatsoenlijke aanwas af. Veel erger was echter
de smet op het blazoen van de opperouders op De Wielewaal. Halverwege de aanhef
van Yin en Yang was het geduld van de betroffenen dan ook dusdanig beproefd dat
een pezige baardmans in sportkleding van zijn stapelstoel op sprong. Namens de
kudde bleef hij ongedurig staan trappelen in zijn korte blauwe fietsbroek met
neon roze strepen langs de heuplijn en een gifgroen hemd van het schreeuwende
merk Nike Dry Park. Totdat hij voor de finale van de moeizame
voorstellingsronde zijn kans greep om Yin en Yang te onderbreken en zijn
mannetje te staan. De aanwezige opperouders in de aula
herademden tegelijkertijd met een grote, gezamenlijke, bemoedigende zucht van
verlichting in de richting van hun woordvoeder die het hoge woord er eindelijk
uitgooide.
‘Mijn vraag is of er geen blokkade op de
toegankelijkheid van het inspectierapport op het internet kan komen? Nou staat
voor iedere simpelman te lezen dat de basisschool van mijn kinderen een slechte
beoordeling heeft. Ik ben daar niet zo blij mee!’
Thea zag de directeuren meteen schakelen. Dit was een
kolfje naar hun beider hand. Directeur Yin maakte zich wat imposanter dan hij
was door grote happen lucht zo lang mogelijk in zijn opgepompte longen vast te
houden. Hij deed een voetje naar voren. De veel langere directeur Yang stapte
vervolgens nog een pas naar opzij voor een extra vergrotend effect en maakte
met een introducerend gebaar de weg vrij voor zijn collega.
‘Een rapport van de onderwijsinspectie moet voor
iedereen toegankelijk zijn ter inzage. Dat is wettelijk bepaald.’
Directeur Yin liet zich ineens veel minder breekbaar
aanhoren dan zojuist; toen hij zich nog kwetsbaar had opgesteld door met
merkbare tegenzin en terughoudendheid melding te maken van zijn pas geboren
zoontje.
‘Ja, maar De Wielewaal is toch niet wettelijk
verplicht om het inspectierapport op het internet te zetten’, sputterde de
fietsbroek gepikeerd tegen.
Een ander sportief type uit het publiek in
trainingspak, dit keer min of meer baardloos door de compensatie van een sikje,
dacht uitsluitsel te kunnen geven.
‘Ik denk dat de onderwijsinspectie het rapport online
heeft gezet en niet De Wielewaal.’
‘Lekker is dat!’, vond een vrouwenstem uit de
linkerhoek van de aula.
Ontspannen nam directeur Yang een nieuwe positie in
de aula in. Hij ging met een schouder schuin tegen de muur in de buurt van de
powerpoint geleund staan afwachten. Zijn taak lag immers primair bij ordening
van de personeelszaken op De Wielewaal, zodat hij op deze informatie-avond
voornamelijk aan de zijlijn mocht observeren alsof hij een toeschouwer bij een
competitie was. Een soort van mondelinge wedstrijd waar zojuist een startschot
had geklonken en de discussie nu pas echt los ging. Onderwijl richtte het
onderwijsbeest zich op zijn laptop om de volgende nieuwe pagina op het
breedbeeldscherm te openen. Het plotselinge ontslag van Willy Bakbruin was
kennelijk oud nieuws. De directeuren Yin en Yang hadden het zich niet beter
kunnen wensen, want nu kwam de brandhaard weer wat beter in zicht en konden ze
verder met blussen. Aan de einder van de ruimte verscheen op het
powerpointbreedbeeldscherm een opgaaf van verbeterpunten die refereerden naar
het inspectierapport over basisschool De Wielewaal.
1. De ondersteuning van het leerproces kon beter.
2. Het leerlingenvolgbeleid werd niet consequent door
gevoerd.
3. De betrokkenheid van de docenten verschilden te
veel per kind.
4. De actuele stand van zaken van de lesprogrammering
was achterhaald.
5. De communicatie onderling bleek ronduit slecht en;
6. De gemiddelde citoscores waren al jaren achtereen
beneden de verwachtingen.
Omdat directeur Yin dus de aangewezen persoon was
voor de public relations, met andere woorden; voor het bouwen van bruggen
tussen onderwijsgevend personeel en ouders en verzorgers, probeerde hij de
focus van de zaal naar de lijst op de powerpoint te praten.
‘Wij gaan ervan uit dat u het inspectierapport
allemaal van a tot z heeft bestudeerd, maar we hebben de verbeterpunten toch
maar even voor u op een rijtje gezet!’
Door zijn uitgestreken tronie bleef in het midden of
het onderwijsbeest zo vroeg in de herstelprocedure al een grapjas dorst aan te
trekken of dat hij meende wat hij zei. Thea gokte op het laatste; dus dat
directeur Yin er serieus vanuit ging dat de opperouders het onderwijsrapport
ook daadwerkelijk gelezen hadden.
‘Wie heeft de onderwijs inspectie eigenlijk op De
Wielewaal afgestuurd?’
De irrelevante vraag kwam uit de linkerhoek van een
klutje trendgeestige ouders met wildgroeikapsels en in eco-outfits. Op een dwaalspoor
gezet, zocht het onderwijsbeest sprakeloos om zich heen naar een verklaring.
Zijn ogen schoten alle kanten van de aula op. Thea herkende de demotiverende
denkbeeldige muur die het onderwijsbeest acuut gewaar werd door de decadentie
van de opperouders. Een uiterst herkenbare, maar overwinbare emotie. In
werkelijkheid was het onderwijsbeest gewoon – nog - niet thuis in
hipsterredenaties. Na de recommandatie van Rinus Bakbruin - van de
onderwijsstichting - had Thea de directeuren Yin en Yang namelijk voor de
zekerheid toch ook gegoogeld. Over het onderwijsbeest was ze te weten gekomen
dat hij zijn sporen als troubleshooter vooral op zwarte basisscholen in
achterstandswijken had verdiend. Op Het Kleurenpalet had Thea indertijd al snel
door dat ouders en verzorgers van kinderen uit andere culturen en lagere
regionen allesbehalve perfect zijn, maar een hipstercultuur zul je bij hen in
de buurt niet vinden. Tuig van de richel is makkelijk gek te maken, maar niet
met een slechte reputatie. Het sjofele aanzien van armoedzaaiers staat sowieso
bij voorbaat al vast en wordt toch nooit beter. Ook niet erger, want uitschot
nog fouter over één kam scheren gaat ook moeilijk worden. Begrijpelijk dus dat
de goede naam van De Wielewaal in eerste instantie geen voorrang had bij het
probleemoplossend denken van het onderwijsbeest. Dat lag net wat anders bij
directeur Yang. Zijn achterland was bezet met basisscholen vol met kinderen van
hoogopgeleide ouders. Hij wist als geen ander dat een dalend roemgewicht van
een lagere school, bijvoorbeeld door een negatief inspectierapport, ernstige
schade kon berokkenen aan het gezonde verstand van de zogenaamde intellectuele
bovenlaag die het, vaker wel dan niet, ongefundeerd hoog in de bol heeft. Die
wetenschap drukte hij dan ook uit met zijn doorleefde laconieke houding die
elke pretentie doorzag en indien nodig op de schop zou nemen. Zoals op dat
cruciale moment in de aula, waarop directeur Yang zich ondanks zijn pauzemodus
toch geroepen voelde om zich nonchalant naar het spreekgedeelte te begeven.
‘Beste mensen, een reputatie is maar een naam. En
zoals Shakespeares Julia al eeuwen geleden terecht tegen haar Romeo opmerkte:
‘What is in a name?’
Wat is dan de moraal van dit verhaal? Belangrijker
dan wat de rest van de wereld over ons denkt lijkt het mijn collega en mij
beter om de koe bij de hoorns te pakken en de uitdaging, die ons door het
rapport van de onderwijsinspectie aangereikt wordt, aan te gaan.
Na deze wijze woorden van directeur Yang kwam een
gepaste reflectiepauze op gang die echter vroegtijdig jammerlijk werd
afgebroken door een biologisch verantwoorde moeder. Zonder een seconde bij het
pleidooi van directeur Yang stil te staan, sprong ze ineens namens het milieu
vriendelijke kliekje in de aula op de barricade.
‘Toch willen wij graag weten wie de
onderwijsinspectie eigenlijk op De Wielewaal heeft afgestuurd?’
De directeuren Yin en Yang werden er defensief van.
Omdat Yang nog achter de microfoon stond beet hij namens het onderwijsteam van
zich af.
‘Niemand heeft de inspectie op De Wielewaal
‘afgestuurd’ om uw woorden te gebruiken. Intern is door beleidsmakers van de
onderwijsstichting geconstateerd dat er voornamelijk communicatieve problemen
op De Wielewaal zijn. Dit maakt het extra moeilijk om het probleem te lokaliseren,
want niemand wil praten; ondanks de motivatie om te verbeteren. Dus de
broodnodige goede wil is wel degelijk overal op De Wielewaal aanwezig. Dit was
voor ons de reden om een probleemanalyse van buitenaf te vragen. Met zoveel
potentie in omloop zijn wij het aan de leerkrachten, kinderen en hun ouders en
verzorgers van De Wielewaal verplicht om oplossingen te vinden. Daarom hebben
wij de inspectie om interventie gevraagd.’
‘En wie zijn wij dan wel niet als ik vragen mag!?’,
stuiterde de ecobitch.
‘Wij zijn de onderwijsstichting; het overkoepelende
orgaan van alle aangesloten basisscholen
uit de regio. Aangenaam’, hoonde directeur Yang waarna hij zich onmiddellijk
terug naar de muur naast de powerpoint begaf.
Hoe sneller hij uit de wind van de hipsterhoek ging
staan, hoe beter. Hij had zijn best gedaan en gaf met een collegiale,
medelevende oogopslag het podium terug aan het onderwijsbeest. Tegen een
samenscholing van opgewaardeerde wijkbewoners die zich al zo snel als zo taai
ontpopten was geen kruid gewassen. Yin en Yang konden hoogstens proberen om het
heersende ouderbeleid in banen te leiden. Daarvoor rees automatisch de behoefte
aan zwaarder geschut dat de troubleshooters eerst nog maar eens moesten zien te
mobiliseren. Dat beloofde alvast geen plezierritje te worden.
Misschien dat Walter dan tenminste een probleemloos
schooljaar tegemoet mocht zien. Hij zat nu in groep 7 bij juffrouw Rita en
meester Vik. Juffrouw Rita was de rockchick van de schoolband en tot op zekere
hoogte terug van weggeweest uit de plofklas van voor de zomervakantie. Na haar
burn-out werd ze vervangen door juffrouw Lola die samen met Siepie de saimiri
het schoolleven van Sabina in de plofklas van vorig jaar zuur had gemaakt. De
nieuwe groep 7 van het huidige schooljaar telde maar 25 kinderen; waaronder
Walter. Geen plofklas meer dus. Wel een rommelige groep met voornamelijk
jongens die berucht waren om hun vechtersmentaliteit. Op de eerste schooldag
stond juffrouw Rita het boevenpak bruisend van energie op te wachten bij het
lokaal van groep 7. Ze had er kennelijk zin in. Die frisse energie haalde ze
misschien ook uit de kersverse aanwinst voor De Wielewaal; meester Viktor De
meester met wie ze de verantwoordelijkheid voor groep 7 het komende schooljaar
zou gaan delen. Over hem nam juffrouw Marjolein van groep 5 Thea uit gekkigheid
ooit nog in vertrouwen. Boomers onder elkaar. Juffrouw Marjolein noemde meester
Viktor smachtend een ‘jonge god’. Toen viel het kwartje bij Thea en begreep ze
waarom juffrouw Rita zo was opgebloeid naast meester Viktor in vergelijking met
haar verpieterde wegkwijnen van vorig jaar aan de zijde van Siepie de saimiri.
Het was oude meisjes kolder. Onschuldige dweperij die op Thea’s lachspieren
werkte. Meester Viktor was inderdaad jong. Veel ouder dan halverwege de 20 was
hij niet. Hij had ook pas 3 jaar onderwijservaring op een basisschool in een
kleine randgemeente van de stad, waar hij nog steeds in de tweede helft van de
werkweek te vinden was. Meester Viktor liet zich al snel door iedereen Vik
noemen. Vik was blond en niet lelijk, maar een jonge god? Thea begreep de
uitvergroting van juffrouw Marjolein wel. Het was gekkigheid met een kern van
waarheid die Thea niet zozeer aanhing, maar ook niet afwees. De eerste indruk
van de schoolmeester Viktor was wel goed. Alhoewel ze op haar hoede bleef bij
een nieuwe aanwinst met zoveel verdwaalde opperouders om zich heen.
De opperouders waren en bleven bloedzuigers. Logisch
dus dat ze na de afmars van Willy Bakbruin ijverig op zoek gingen naar een
nieuwe belangenbehartiger. Genderneutraal. Dus meester Viktor was een optie.
Ofschoon Jade, de interne coördinatrice, inmiddels ook haar comeback had
gemaakt. Voorheen stond zij bij de opperouders bekend als de rechterhand van
Willy Bakbruin. Thea hield maar voor zich dat ze toch eerder geneigd was om
Jade in plaats van Willy Bakbruin te zien als de intrigante met de touwtjes in
handen. Jade was nooit het knechtje van Willy Bakbruin geweest. Ze was alleen
trouw aan zichzelf. Eventuele principes nam ze niet zo nauw. Zeker niet als
haar machtspositie in het geding dreigde te komen. Dat nam echter niet weg dat
de interne coördinatrice in de tunnelvisie van de opperouders primair als de
logische opvolgster van hun gevlogen reddende engel werd gezien. De afwijkende
mening van tirannieke Thea zou toch niets veranderen aan die zinsbegoocheling.
Het viel iedereen wel op dat Jade een stuk minder
beschikbaar was dan voor haar burn-out. Mogelijk was ze nog niet fulltime
inzetbaar of – ergo - werd ze op gezette
tijden teruggefloten door Yin en Yang. Graag hadden de opperouders genoeg tijd
en ruimte gehad om de interne coördinatrice na haar burn-out opnieuw voor hun
zaakjes te winnen. Wie kon er nou beter dan Jade de nieuwe belangenbehartigster
van de opperouders worden? Toch werden de gebeden van de herenpapa’s en
damesmama’s noch door directeur Yin, noch door directeur Yang verhoord. Thea
daarentegen kon de zeldzame maar immer irritante presentie van haar
tegenstreefster, in dat cruciale schooljaar, missen als een zwangere luis in
een bos met kroeshaar. De beperkingen voor de opperouders leverden Thea dus
juist meer ademruimte op. Door de lastenverlichting van een minder opgepompte
en kleinere groep 7 dan het schooljaar daarvoor, stond een uitgeruste juffrouw
Rita bovendien ook niet meer langer meteen in vuur en vlam voor de
Wielewaalstokers. Ook een prettige bijkomstigheid onder het regime van Yin en
Yang.
Hoewel de bekonkelaars nog altijd onveranderlijk in
alle hoeken en gaten van de basisschool het hoogste woord voerden. Thea zag ze
wel samenscholen. Sinds de afgang van Willy Bakbruin kon ze de gesproken onzin
echter niet meer verstaan door het gegroeide wantrouwen van de opperouders jegens haar. Ze waren op hun hoede met een
spion in de buurt. Liplezen van een afstand was het enige dat Thea overbleef.
Dat wat geroddeld werd door de opperouders bestond vast uit veel ruis en weinig
helderheid zoals gewoonlijk, maar zeker weten deed Thea zelfs dat niet meer.
Zodra Thea op het speelplein, in de klaslokalen van de groepen 7 en 8 of in de
wandelgangen opdook, begonnen de opperouders prompt stommetje te spelen,
terwijl ze voor de zomervakantie meestal toch zorgeloos door waren gegaan met
hun kwaadsprekerij binnen het gehoorbereik van de moeder van Walter en Sabine.
Opeens werd het bestaansrecht van Thea evenwel niet langer genegeerd. Van de
ene op de andere dag deed ze er toe. De komst van Yin en Yang had leven in Thea
geblazen. Eindelijk hadden de opperouders tirannieke Thea in een hokje weten te
plaatsen. Ontmaskerd als ze was als de klokkenluidster voor juffrouw Rosalie
van de onderwijsstichting. Het kon niet anders dat Thea in die hoedanigheid dan
ook de beslissende aandeelhoudster was in het inspectierapport; de
besluitvorming over het vertrek van Willy Bakbruin; en de komst van Yin en
Yang. Thea mocht willen dat ze zo belangrijk was, alhoewel de macht die de
opperouders haar met hun verdachtmaking gaven haar ego geen kwaad deed.
Het citotrainen thuis met Sabine ging ook na de
zomervakantie onverminderd door. Uit zichzelf repte Jeewee in de eerste periode
van het nieuwe schooljaar in groep 8 met geen woord over eventuele additieve,
klassikale maatregelen voor verbetering van het lesprogramma. Laat staan dat
hij Sabine onder 4 ogen aansprak over de armzalige afsluiting van groep 7 als
gevolg van het foutieve pré-advies. VMBO basis. Lager kon niet. Jeewee gedroeg
zich alsof er nooit wat aan de hand geweest was tussen de papa en mama van
Sabine en het team van De Wielewaal onder leiding van Willy Bakbruin. Voor de
gemoedsrust van haar dochter probeerde Thea het oude zeer ook zo veel mogelijk
weg te lachen, maar Sabine had haar moeder niet nodig om juffrouw Siepie te
verfoeien. Het was waar dat Sabine voorheen nooit de neiging had hoeven te
onderdrukken om met de juf uit het zevende basisschooljaar weg te lopen.
Terwijl ze wel dol was op haar juffrouw Dorien uit de groepen 1 en 2 en daarop
volgend helemaal op haar gemak bij respectievelijk de meesters Jeewee en Joep.
De schooltrol daarentegen was slechts te hebben. Tot voor kort. Na het debacle
met foute pré-advies kon Sabine juffrouw Siepie de saimiri niet meer luchten of
zien. Zonder directe invloed van Bart en Thea overigens die hun bijnaampjes
voor de schooltrol voor zich hielden in het bijzijn van hun kinderen. Dat
spreekt voor zich. Al was het alleen maar om
te voorkomen dat Walter en Sabine in de verleiding mochten geraken om
woord voor woord in het openbaar te herhalen wat hun ouders eigenlijk beter
niet hadden kunnen zeggen. Kleine potjes hebben immers grote oren. Toch zeggen
daden meer dan woorden en lieten Bart en Thea hun antipathie tegen de
schooltrol zoveel mogelijk voor wat het was om het Sabine niet nog moeilijker
te maken dan ze het in groep 8 ongetwijfeld ging krijgen onder de parttime
hoede van een onderwijzeres met de
beperkte kwaliteiten van juffrouw Siepie de saimiri.
Hemel en aarde hadden de opperouders per slot van
rekening bewogen om Willy Bakbruin zover te krijgen dat de heilige twee-eenheid
van Jeewee en juffrouw Siepie eindelijk gezamenlijk in groep 8 mocht staan.
Deze zogenaamde succesformule verdween echter volledig naar de achtergrond in
de eerste schoolweek na de zomervakantie die vooral in het teken stond van de
verwarring. De boventoon voerde de gekende wanorde in de beruchte plofklas die
nu groep 8 geworden was. Het soort explosieve anarchie dat door de verdwazende
aard van beide toezichthouders gedoemd was om in de loop van de week alleen
maar in heftigheid toe te nemen. Ondanks zijn ervaring in het onderwijs,
verviel Jeewee bijvoorbeeld continu in het maken van beginnersfouten. Hij moest
tegelijkertijd wennen aan de dwingende aanwezigheid van Yin en Yang, als aan
het geweld van de immense, nieuwe klas vol vroegrijpe pubers in de dop dat als
een stoomwals non-stop op hem af bleef komen. In zijn haast om aldoor veilig over
de opgefokte prépuberberg te klimmen, struikelde hij continu over molshopen en
werd doorlopend plat gewalst. Jeewee was zichtbaar blij dat hij na zo’n 100
keer vallen en opstaan verdeeld over het eerste deel van de schoolweek op de 4de
werkdag eindelijk verlost was van de tienerchaos in de achtste klas. Op
donderdagochtend konden alle aanwezigen in de wandelgangen van De Wielewaal
niemand minder dan Jeewee opgelucht aan het lokaal van groep 8 voorbij zien
huppelen naar zijn parttime andere klas van waar de verlichting acuut optrad.
Groep 6 was de gelukkige die Jeewee deelde met juffrouw Marijke; de abstracte
juf van orde en gezag. Groep 6; waarin de leerlingen nog gewoon minderjarigen
zijn en waaraan hij dankzij het consequente voorwerk van collega Marijke geen
kinderen had bij wijze van spreken. Hoe anders verliep zijn samenwerking met
juffrouw Siepie die de dynamische samenstelling van groep 8 kende als haar
broekzak van het schooljaar daarvoor en geen enkele reden zag om het zooitje
ongeregeld niet zoals voorheen over te laten aan het natuurlijke verloop van
het recht van de sterksten. Wie hield de schooltrol in bedwang? Jeewee was
amper half mans genoeg om zijn nieuwe groep 8 te bestieren. Laat staan dat hij
bij machte was om juffrouw Siepie de saimiri de tweede helft van de tijd in
groep 8 tot ondersteuning te bewegen. Net zo min als Thea trouwens. Vandaar dat
ze ook geen moeite deed om nog langer effort in de schooltrol te investeren.
Des te harder voelde Thea zich echter op de tweede dag van de eerste schoolweek
al geroepen om in de pikorde van groep 8 in te grijpen en Jeewee bij te sturen.
Op die bewuste dinsdag in het staartje van augustus
verliet Sabine tussen de middag witheet van woede het Wielewaalgebouw.
Stampvoetend kwam ze op haar moeder af.
‘Boris heeft me keihard in mijn maag gestompt’, voer
ze uit, terwijl ze haar onderarm voor haar buik hield en kort ineen kromp van
een nawee.
‘Wanneer?’, wilde Thea meteen weten.
Ze leefde in de veronderstelling dat het incident
vers was. Thea dacht dat Boris zojuist tijdens het weggaan, buiten het
klaslokaal, haar dochter had aangevallen. Ze ging er dan ook in eerste
instantie vanuit dat ze Boris bij de uitgang van het Wielewaalgebouw nog kon
aanspreken op zijn wangedrag.
‘Vanochtend in de klas’, kermde Sabine.
‘In de klas?’, herhaalde Thea overdonderd.
Mentaal wankelde Thea even.
‘Een goed begin is het halve werk’, zuchtte ze.
De Wielewaal zou De Wielewaal ook niet zijn zonder
absurde toestanden. Nou was Boris niet bepaald een straffe gast; eerder een
kabouter zonder puntmuts, maar met een spencer op een geruit flanelletje en in
een terlenka kinderpantalon die voor hem op maat gemaakt was door het
thuismanusje van alles alias de knuffelhoofddoek aan huis. Humor leek dan ook
het enige noodverband dat Thea zo gauw voorhanden had voor haar geblesseerde
dochter:
’Waar is die Boris dat ik hem bij zijn lurven pak!?’
‘Bij de overblijf.’
‘Ja, dan houdt het op’, knarsetandde Thea.
‘Zag Jeewee eigenlijk dat Boris jou in de klas in je
maag stompte?’
‘Weet ik niet, maar ik heb wel geklikt.’
‘Dat is geen klikken Sabine. Dat noemt men; voor
jezelf opkomen. Sinds wanneer mag Boris jou zomaar in de maag stompen? Wat zei
Jeewee ervan?’
‘Niets. We moesten al de hele morgen op onze plaats
gaan zitten. Alleen Boris stond in de weg en toen kon ik niet naar mijn bankje.
Ik probeerde langs hem af te wurmen en toen stompte hij mij in mijn maag. Hij
heeft toch Asperger? Dat is een aandoening in het autismespectrum. Hij kan
zomaar ineens woest worden om niets. Hij
was dus ergens woest over.’
‘Een aandoening in het autismespectrum’, papegaaide
Thea spottend.
‘Ja, hij heeft er een spreekbeurt over gehouden in
groep 7’, pruttelde Sabine na.
Ze krabbelde alweer overeind. Ze steunde ook niet
meer, maar praatte des te harder. Thea zag aan het verbeten gezicht van haar
dochter dat de razernij niettemin nog door haar hele lichaam borrelde. Sabine
stond te sidderen alsof haar bloed kookte. Thea verwachtte elk moment stoom uit
haar oren. En terecht. Beter strijdlustig dan radeloos.
‘Nou, dan moet jij op jouw beurt maar eens klassikaal
een boekje open doen over jouw naevus flammeus’.
‘Over mijn wat?’
‘Over jouw wijnvlekjes in je gezicht.’
‘Wat hebben mijn wijnvlekjes nou met Asperger te
maken?’
‘Jouw aandoening is tenminste direct aantoonbaar! Ik
kan ook wel iemand in elkaar slaan en daarna zeggen: ‘Oeps, ja sorry maar ik
heb Asperger.’
‘Waarom ben jij zo?’, grimaste Sabine.
‘Misschien heb ik ook wel Asperger’, overdreef Thea,
terwijl ze Sabine troostend naar zich toetrok.
Pas op de valreep gaf Jeewee thuis voor de
middagdienst op De Wielewaal. Thea ving hem op in de deuropening voor het
klaslokaal van groep 8. Hij probeerde haar te ontwijken, terwijl hij een
stomende beker koffie boven zijn hoofd hield. Aanvankelijk leek Jeewee
blindelings langs Thea af naar binnen te willen glippen, maar dat zou bij nader
inzien toch iets te veel wurmen en daardoor uitzonderlijk delicaat worden.
Zoals gebruikelijk was de plofklas oorverdovend luidruchtig, zodat Thea haar
stem moest verheffen om haar punt te maken:
‘Vanmorgen heeft Boris
mijn dochter een stomp in de maag verkocht.’
Quasi verrast, alsof hij haar nog totaal niet had
opgemerkt, plaatste Jeewee zijn vrije hand achter zijn linkeroorschelp en keek
moeilijk.
‘Vanmorgen heeft Boris mijn dochter een stomp in de
maag verkocht’, herhaalde Thea nog een decibel harder.
‘Daar weet ik niks van?!’, antwoordde Jeewee
nauwelijks verstaanbaar met opgetrokken wenkbrauwen voor de geloofwaardigheid
van zijn ontkenning:
‘Het is anders onder jouw ogen in de klas gebeurd’,
trompetterde Thea verontwaardigd.
Honend gooide Jeewee zijn hoofd achter in de nek.
‘Dat lijkt me sterk, maar als dat waar is, dan had
Sabine naar mij moeten komen.’
‘Dat heeft ze gedaan zegt ze.’
Met een zucht begon Jeewee aan de schouder van Thea
te sjorren met de bedoeling de weg in de deuropening naar het klaslokaal vrij
te maken.
‘Ik zal het er wel met Sabine over hebben’, steunde
hij getergd.
Thea liet zich echter niet zomaar aan de kant zetten.
Voordat ze in beweging kwam, vond ze de schichtige ogen van Jeewee.
‘Je moet ook Boris op zijn gedrag aanspreken dit
keer, Jan-Willem. Je kunt hem niet weer met zijn agressieve impulsen laten
wegkomen.’
‘Ik kijk wel of ik in de loop van de middag een
gaatje heb’, antwoordde Jeewee ontwijkend, vertwijfeld en zo timide dat Thea
moest liplezen om hem te kunnen verstaan.
Ze las beklemdheid in de woorden en ogen van Jeewee.
Thea kon zijn terughoudendheid niet anders vertalen dan angst voor de omvang
van het verdriet van de ouders van Boris. Ze bespeurde ook tegenzin in een
update over het gedrag van Boris met vader Gert, de gemeentefunctionaris, en
moeder Babs. Niet helemaal onbegrijpelijk gezien het troosteloze lot van de
tweede zoon van het echtpaar; Alfred in de rolstoel. Alfred zat 2 jaargangen
onder Boris ook op De Wielewaal. Met zijn rolstoel. Was er eigenlijk nog wel
iemand in de verre omtrek van de basisschool van Sabine en Walter nog niet
doordrongen van de tragedie van Alfred? Zijn voorzienigheid had Boris
onaantastbaar gemaakt op De Wielewaal, want hij was boven alles de grote,
achtergestelde broer van Alfred in de
rolstoel. In tegenstelling tot het beperkte toekomstperspectief van Alfred met
zijn progressieve, ongeneselijke spierziekte was de levensverwachting van Baris
wel normaal. Daarom leek het haast alsof hij Asperger had gekregen om niet
helemaal bij de overweldigende afwijkingen van zijn broertje in het niet te vallen.
Asperger als een alibi om van huis uit ongestoord aandacht te trekken en te
ontvangen. Boris kon op De Wielewaal vloeken, schelden, driftbuien krijgen en
willekeurig kinderen aanvallen zonder ooit op zijn eigen verantwoordelijkheden
aangesproken te worden. Boris had immers Asperger en deze aandoening komt nooit
alleen, maar gaat meestal gepaard met ernstige hoogbegaafdheid ook nog. Zo was
die arme Boris dubbel de dupe van zijn onaangepaste gedrag.
Maar Boris niet alleen. Geurende zijn kinderjaren op De
Wielewaal had Boris al tientallen slachtoffers om zich heen met zich
meegetrokken. Zij het door verbaal geweld of door te flippen. Dat spontaan
doorslaan van de stoppen beperkte zich aanvankelijk nog tot het dreigen met de
spitse punt van zijn passer, maar allengs ook steeds vaker met het ten uitvoer
brengen van zijn bangmakerij. Boris gebruikte dan de punt van zijn passer om de
armpjes en beentjes van onschuldige kindertjes in de directe omgeving
doelbewust te bewerken met een voorzichtig licht krasje hier en daar. Niet ernstig genoeg om Boris te demoniseren, maar
irritant genoeg voor menig ouder om te klagen bij het docententeam van De
Wielewaal. Weliswaar binnen de perken van het betamelijke; teneinde niet uitgesloten
te worden van de royale buurt barbecues die Gert - de gemeentefunctionaris en
de papa van Boris en Alfred - jaarlijks in de wijkspeeltuin op touw zette.
Tijdens die buurtbarbecues kon niemand om Babs heen.
Zij was de moeder van Boris en Alfred in de rolstoel. Een doortastende, niets
ontziende dame met net zoveel recht op een loopbaan buitenshuis als ieder
ander. Babs verdiende niet alleen consideratie van de buitenwacht vanwege haar
kroost, nee ze stond erop! De dagelijkse oppas voor
haar tweetal werd gesubsidieerd uit een speciaal overheidspotje voor behoeftige
ouders, dat Gert vanuit zijn positie als gemeentefunctionaris, helemaal terecht
natuurlijk, meteen aan had weten te breken voor zijn uitzonderlijke
gezinssituatie. Als je de juiste deuren opent dan wijzigt de weg zich vanzelf.
Hopelijk konden Gert en Babs in de toekomst ook nog wat voor de opperouders
betekenen in de zin van adviezen over aanvragen betreffende subsidies, speciale
voorzieningen en toelagen? In ieder geval was de bereidwilligheid om rekening
te houden met de moeilijke thuissituatie van Gert en Babs groot. Zelfs bij Thea
die toch echt niet op een uitnodiging voor de jaarlijkse buurtbarbecue in de
speeltuin van de Wielewaalwijk zat te wachten. Zo werd Boris dus van alle
kanten ontzien. Net zolang tot het gedoogbeleid niemand meer ten goede kwam. De
sociale status van Gert en Babs mocht dan wel in het verleden alle kreukels in
het gedrag van hun oudste zoon bij herhaling glad gestreken hebben, de goede
naam van zijn ouders weerhield Boris er niet van om de rimpels in zijn doen en
laten, overigens zonder scrupules, weer net zo makkelijk opnieuw aan te
brengen. Regelmatig moest hij zijn passer terug verdienen met behulp van een
ingenieus beloningsysteem dat zijn ouders in samenwerking met een
gezinspsycholoog voor Boris uitgedokterd hadden. En dat terwijl het bezit van
een passer nog helemaal niet nodig was op de basisschool. Maar voor Boris was
de passer een talisman en bij gebrek aan zijn amulet gebruikte hij desnoods
zijn vuisten om zijn Asperger te botvieren. Bijvoorbeeld op de buik van een
toevallige voorbijgangster. Dan had Sabine nog geluk gehad dat Boris op de
tweede dag van de eerste schoolweek in groep 8 zijn passer alweer bij zijn juf
of meester - in dit geval bij Jeewee dus - in had moeten leveren. Als
strafmaatregel op voorspraak van vader Gert, moeder Babs en de
gezinspsycholoog. Ergens was het ook een beetje bolle pech dat Sabine zich in
de directe ruimte van Boris had begeven. Als ze uit haar doppen had gekeken dan
had Boris haar ook niet per ongeluk in haar buik geramd.
Thea was er niet op uit om Jeewee onderuit te halen
of om het schoolleven van Boris ook nog zuur te maken, maar het idee dat haar
dochter zich niet eens beschermd kon wanen tegen lichamelijk geweld in het
klaslokaal van haar basisschool, was helemaal volgens de traditie van De
Wielewaal compleet van de zotte. Gedreven door de apathische reactie van Jeewee
op haar valide klacht, stuurde Thea nog dezelfde middag een online berichtje
over de stomp van Boris in de maag van Sabine onder het toeziend oog van
meester Jan-Willem aan zowel directeur Yin als aan zijn collega Yang. Thea ging
ervan uit dat met het vertrek van Willy Bakbruin ook haar mailverbod was
opgeheven. Voor de volledigheid zond ze ook een copy van haar mailtje door aan
Jeewee en de schooltrol.
Geachte heren Yin en Yang,
Tussen de middag kwam mijn dochter Sabine uit groep 8
totaal van slag uit school. Ze was in de klas in haar maag gestompt door Boris;
een klasgenoot. Iedereen weet dat Boris Asperger heeft, maar dat betekent nog
niet dat hij het recht heeft om mijn dochter in het bijzijn van meester
Jan-Willem zonder reden te mishandelen. Sabine heeft tevergeefs geklaagd over
het wangedrag van Boris en ook over pijn haar maag bij meester Jan-Willem. Het
mag toch niet zo zijn dat het ene kind het andere kind onbestraft pijnigt in
een klaslokaal. Omringd door 30 leeftijdgenoten zonder dat iemand – laat staan
de aanwezige leerkracht - ingrijpt? Ik begrijp de lijdensweg van Boris en ik
weet net als iedereen op De Wielewaal dat hij het thuis niet makkelijk heeft,
maar desondanks vind ik het welzijn van mijn dochter toch iets belangrijker dan
het aandacht tekort van een kind dat niet van mij is. Uw reactie zie ik graag
per omgaande tegemoet,
Hoogachtend,
Thea (moeder van Sabine/groep 8 en Walter/ groep 7)
En dan was Thea nog zo aardig geweest om niet eens
over het onuitstaanbare punt te reppen dat zielige Boris overal mee weg kon
komen vanwege zijn doodzieke broertje. Walter had eens moeten flikken wat Boris
allemaal klaar speelde. Met nog geen honderdste van het geweldrepertoire van
Boris op zijn kerfstok zou Walter allang onder dwang naar De Klaproos afgevoerd
zijn. En zo niet dan wel naar een andere instelling voor moeilijk opvoedbare
kinderen. Enfin altijd nog beter dan ontoerekeningsvatbaar verklaard worden
zoals Boris. De keuringsstempels onder de noemers van Asperger en hoogbegaafd
stonden als het ware als denkbeeldige tattoos in zijn voorhoofd gegraveerd.
Alsof iemand daarmee geholpen was.
Al vroeg in de avond van de dag van het geweldsdelict
van Boris, met Sabine als slachtoffer in het volle klaslokaal van groep 8 onder
supervisie van Jeewee, ontving Thea een reactie in de mail op haar online
rapportage van het gebeuren. Ze werd uitgenodigd voor een gesprek met beide
directeuren: Yin en Yang. Dit onderhoud zou op De Wielewaal gaan gebeuren en
wel op de eerst volgende dinsdag over een week. Op de maandag ervoor stond de
jaarlijkse ouderbijeenkomst specifiek voor groep 8 gepland en op de woensdag
erna zou de voorlichtingsavond voor groep 7 van Walter plaatsvinden. Met een
jaarvoorraad aan gezever, geclusterd in 3 avonden, voor de boeg, was Thea al
bij voorbaat uitgeput. Eerdere ouderzittingen in de afgelopen basisschooljaren
van haar kinderen had Thea echter plichtsgetrouw bezocht en uitgezeten, dus
waarom dit traditionele treffen met de opperouders van de leerlingen in groep 8
overslaan? Het zou de laatste algemene ouderavond zijn voor de jaargang van
Sabine op De Wielewaal. Zo’n finale moest bezegeld worden met haar
persoonlijke, gebruikelijke, onverdraaglijke aanwezigheid, vond Thea. Hierna
zou een welverdiende rust haar deel zijn. Als Sabine deze plofklas overleefd
had en naar de middelbare school was vertrokken dan liep Thea geen gevaar meer
om het overgrote deel van de betweters met de ouderlijke macht elke morgen van
iedere werkdag tegen het biologisch
gecultiveerde lijf te lopen in de wandelgangen van De Wielewaal. Thea zou samen
met Walter in zijn laatste jaar op de basisschool achter blijven met slechts
nog een vleugje van het gehijg van de opperouders in haar nek. Te weten de
resterende superpapa’s en megamama’s van de klasgenootjes van Walter die nu nog
groep 7 onrustig maakten. Dat scheelde al gauw driekwart in windkracht, want
groep 8 van Sabine was de grootste, meest chaotische plofklas in de
geschiedenis en toekomst van De Wielewaal. De ordehandhaving in de plofklas was
al zo vaak onderwerp van de ideeënbus geweest, dat een leek bijna ging
twijfelen aan de zelfredzaamheid van het docententeam op De Wielewaal.
Onterecht natuurlijk naar mening van de directrice en de opperouders. Op de
valreep kwam Willy Bakbruin haar fanclubje dan ook wederom tegemoet met het
enige juiste besluit in de ogen van de opperouders. Vlak voor haar vertrek
maakte ze nog gauw, gauw de groepsindeling met de betreffende docenten bekend
in laatste editie van de wekelijkse Nieuwsbrief van De Wielewaal. Groep 8 zou
in het komende schooljaar onder de verantwoordelijkheid van niemand minder dan
meester en Jan-Willem en juffrouw Siepie samen
vallen. Twee hoeraatjes voor dit gouden duo. Jeewee en de schooltrol in
de gloria. Alsof de plofgroep daardoor uit de problemen zou raken. Thea had in
elk geval een hard hoofd in dit docentenduo voor Sabine, maar wie weet was er
in het aanstaande bewindsjaar met Yin en
Yang wel oor voor een heterogeen geluid in de marge van de homogene
opperoudergemeenschap? Thea liet zich graag verrassen zoals ze verder in de
eerste schoolweek ook al op een prettige wijze door de juffrouw van groep 7
overbluft was naar aanleiding van een voorvalletje in het domein van Rita en de
nieuwe meester Vik.
Op de donderdag in het tweede juffrouw Rita weekdeel
in groep 7, kwam Walter namelijk uit school met een gigantische inktplek op het
witte achterpand van zijn nieuwe Pokémon merkshirt. Uit ervaring kon Thea al
voorspellen dat de smet een blijvertje zou zijn. In de loop van de jaren was ze
met alle denkbare, maar ook ondenkbare, schoonmaakmiddeltjes het gevecht met de
meest uiteenlopende vlekken op de gezinskleding aangegaan en tot nu toe had ze
meer tijd verspild dan oplossingen gewonnen. Toch was die indigo vlek niet de
echte reden van de frustratie die Thea meteen bekroop bij de aanblik van het
met inkt doordrongen, hagelnieuwe, dus super absorberende, witte katoen. Het
bezoedelde T-shirt kon nog dienst doen als bovendeel van een pyjama. Zonde van
het kleedgeld, maar helaas. Kinderen zijn niet smetteloos, maar tijdens het
dragen van het Pokémon shirt kon de zoon van Thea de vlek op het rugpand
moeilijk eigenhandig veroorzaakt hebben. Anders gezegd: De schade was dus
overduidelijk buiten zijn macht opgetreden. In het klaslokaal van groep 7 zat
Walter echter sinds kort voor zijn maten Huib en Tim. Eén van deze 2 kereltjes
scheen volgens de getuigenis van Walter iets te enthousiast met een vulpen aan
het schudden gegaan te zijn met de bedoeling om inkt naar de punt te
transporteren. Bij de versnelling van dit inkttransport waren er naar zeggen
Walter per ongeluk klodders blauw op het achterpand van zijn nieuwe shirt
terecht gekomen. Om te beginnen vond Thea het idee van een vulpen met vullingen
niet meer van deze tijd. Verder waagde ze de onschuld van de dader te
betwijfelen. Hoe hard kun je schudden voor gebruik? Daarbij kwam dat noch Huib,
noch Tim een prettige thuissituatie kenden en de neiging hadden om hun
privéremmingen op school los te laten
Vandaar dat Walter zijn maatjes uit voorzorg tegen de rancune van zijn
moeder in bescherming nam en weigerde om de schuldige aan te wijzen. Even los
van het feit dat het prijzige Pokémonshirt hem gestolen kon worden, hetgeen de
loyaliteit van Walter niet minder lovenswaardig maakte. Hoewel? Allemaal leuk
en aardig dat Walter vriendschap boven hebbedingetjes stelde, maar in de
omgekeerde situatie zouden Tim en Huib hun maat zonder pardon opgeofferd hebben
aan schrikbewind van hun roemruchte moeders.
Uit de goedheid van haar hart, had Thea weleens voor
noppes amper gedragen kleding uit de kast van haar eigen kinderen doorgesluisd
naar Jenny; de moeder van Tim. Het betrof modegevoelige kleding waar Sabine en
Walter waren uitgegroeid, en die minder goed te verkopen waren aan de trendy
klandizie van haar webshop. Dus dacht Thea aan Jenny. Niet alleen met het oog
op de jongere tweeling – Mira en Rob - , maar ook omdat Tim; de oudste zoon van
Jenny, kleiner en fijner gebouwd was dan Walter. Toen Thea haar de 2
vuilniszakken gevuld met schone kleding overhandigde, acteerde Jenny alsof ze
niet goed wist wat ze met het aanbod aan moest. Nou had Thea geen nederige
dankbetuiging verwacht; maar Jenny hoefde ook niet zo nadrukkelijk te laten
merken dat de donatie ver beneden haar levenstandaard stond. Haar gespeelde
fierheid was onnodig stuitend en bovendien schone schijn. Hoe had Thea vooraf
moeten ruiken dat Jenny een gegeven paard, dat zo rein en onbereden was, toch
verkoos in de bek te kijken? Terwijl Jenny nota bene zelf op de gift had
aangestuurd door te hinten dat ze eventueel wel interesse zou hebben in gratis
kleding, omdat ze het, na het overlijden van haar ex man Joop, zo hard te halen
had met de zorg voor 3 opgroeiende handenbindertjes. Inmiddels snapte zelfs
Thea dat Jenny met ‘gratis’ kennelijk wat anders bedoeld had dan ‘tweedehands’.
‘Ze doelde op een liefdadigheidsaftrap op jouw
Webshop’, tipte Bart.
‘Ze kan een liefdadigheidsaftrap tegen d’r achterwerk
krijgen’, smaalde Thea.
Hoe dan ook zag Thea ´de kids´ van Jenny nooit terug
in het geschonken tweedehands goed. Meestal droeg het drietal van Jenny
massaflut afgewisseld met steeds dezelfde dure merkkleding die pas vervangen
werd door wederom zo’n kant en klare, prijzige kindercatwalklook nadat het
oude, gouden textiel tot op de draad toe versleten was. Thea kon het niet
schelen hoe de weduwe en moeder van Tim en de tweeling aan het geld voor het
hooghouden van haar extravagante levensstijl kwam, maar ze had wel zo’n vermoeden
dat de methodes van Jenny om fondsen te werven niet altijd helemaal zuiver
waren. Zo ontving Thea een paar maanden na de tweede hands kledingaffaire een
sms’je van Jenny met het verzoekje aan Thea om een gescheurd T-shirt van het
merk Dieselkids van Tim ter vergoeding op te geven aan de verzekering.
Sms Jenny:
‘Hb (hartelijk bedankt) voor sp (spelen) en thbr
(thuis brengen).’
Sms Thea:
‘K (Oké).’
Sms Jenny:
‘Ag (Alles goed?)’
Sms Thea:
‘Zkr. (zeker) Mjo? (Met jou ook?)’
Sms Jenny:
‘N (nee). Tim heeft scheur in Dieselmerkshirt.’
Sms Thea:
‘Dus?’
Sms Jenny:
‘Schuld van Walter.’
Sms Thea:
‘Not, Tim droeg vdag (vandaag) kwartjesWibrashirt
merk; goedk. (goedkoop)’
Sms Jenny:
‘Nw (no way of niet waar).
Sms Thea:
‘Net zlf gez. (zelf gezien).’
Sms Jenny:
‘Is gist (gisteren) op sch (school) gebeurd.’
Sms Thea:
‘Walter was gist (gisteren) afw. (afwezig). Ziek.’
Sms Jenny:
‘Str (stuur) rek (rekening) door: 109,- ‘
Sms Thea:
‘En dan?’
Sms Jenny:
‘Ff (even) drgv (doorgeven) aan jouw schadeverz.
(verzekering).’
Sms Thea:
‘Egn (echt niet).’
Sms Jenny:
‘Hoezo? Kost jou niks?’
Sms Thea:
‘Een postzegel’.
Sms Jenny:
‘Str (stuur) via mail.’
Sms Thea:
‘N (nee).’
Sms Jenny:
‘Why n (not)?’
Sms Thea:
‘Kost moeite en no claim.’
Sms Jenny:
‘Die scheur in Dieselkidsshirt dan?’
Sms Thea:
‘Wrom (waarom) koop jij dure shirts?’
Sms Jenny:
‘Mijn boyfr (boyfiend) bet (heeft betaald).’
Sms Thea:
‘Vrg (vraag) hem.’
Sms Jenny:
‘Trots’.
Sms Thea:
‘Walter heeft niks gedaan!’
Sms Jenny;
‘Vgl (volgens) Tim w (wel).’
Sms Thea:
‘Herhaal; Walter was gist (gisteren) n (niet) op sch
(school).’
Sms Jenny:
‘Eergist (eergisteren) dan?’
Sms Thea:
‘Toen was het zondag!’
Sms Jenny:
‘Boei (boeien). Wrk ff mee. (werk effe mee!)’
Sms Thea:
‘Nw’(no way)
Sms Jenny:
‘Why n(not)?’
Sms Thea:
‘Trots.’
Sms Jenny:
‘Lamar en tfn (thanks for nothing).’
Sms Thea:
‘GdGg (geen dank, graag gedaan).
Opgeteld bij de fratsen van Jenny kwam dan ook nog
eens de frustrerende vloek van de moeder van Huib. Nog een prototype van zo’n narcistisch exemplaar dat zich totaal
niet met haar medemens bezig hield. Zij was de roomblanke, sproetige, goud gelokte carrière vrouw annex zelf
gekroonde hobbyheks. Ze behekste Huibje met angst voor de impact van haar
paranormale krachten indien hij ooit de drang mocht voelen om met Walter in
zijn doubleerklas aan te pappen.
‘Ik mag niet na school bij jou thuis afspreken van
mijn moeder, want ze is een heks’, schijnt Huibje letterlijk tegen Walter
gezegd te hebben.
‘Wie zegt dat ik na school bij mij thuis met jou af
wil spreken?’, vroeg Walter onverschillig.
‘We kunnen wel stiekem samen spelen via skype en dan
gamen’, vond Huibje.
‘Mag dat wel dan?’
‘Dat ziet ze niet.’
‘Hoezo niet? Ze is een heks? Heksen hebben een derde
oog toch?’, meende Walter zich te herinneren uit het boek ‘De Heksen’ van Roald
Dahl
‘Valt wel mee. Niet altijd’, suste Huibje.
De aversie tegen Walter van de hobbyheks had dan ook
niet zozeer te maken met zijn persoon, maar alles met de bloedverwantschap met
Sabine. Dit probleem ging weer terug naar de teloorgang van de vriendschap
tussen Huibje en Sabine in groep 4. In het begin was de verkering zo dik aan
dat Huibje op eigen houtje wekelijks met Sabine afsprak zonder de gebruikelijke
inmenging vooraf van zijn gescheiden ouders die uiteindelijk los van elkaar
altijd op woensdag akkoord gingen met de eigenzinnige keuze van hun zoon.
Uiteraard steevast bij Sabine thuis. Een plek waar Huibje het broertje van
Sabine onmogelijk iedere week kon ontlopen. Totdat Bart een stokje voor de
wekelijkse speelvisites stak, omdat Sabine niet werd uitgenodigd voor een
verjaardagspartijtje van Huibje. Dat was des te belachelijker daar Sabine in de
weken tot aan het bedoelde fuifje tot vervelends toe door Huibje verzekerd was
van een invitatie. Van zoveel gekunstelde voorpret had Sabine al bij voorbaat
genoeg gegeten en gedronken, maar ze mocht niet weigeren op het moment suprême
van Thea. Uit fatsoen. Was Sabine even blij dat ze uiteindelijk toch niet werd
uitgenodigd. Ze was tenslotte maar de dochter van buitenstaanders, hetgeen
meestal een doem was, maar dit keer een zegen. Desondanks was Bart ziedend.
Helaas voor de moeder van Huibje liet Bart zijn ongenoegen niet onbetuigd.
Toevallig nam hij en niet Thea de bakelieten hoorn van de vintage huistelefoon
op, toen de hobbyheks op de dag van het partijtje ook nog het gore lef had om
te bellen. Ze bedoelde de speelvisite van haar Huibje bij Sabine op de
eerstvolgende woensdag na het bedoelde fuifje veilig te stellen. Alsof die
kinderloze woensdagmiddag haar rechtmatig toekwam. Helemaal na zo’n enerverend,
selectief verjaardagsfeest met allemaal veeleisende kinderen van opperouders
van de partij. Bart zou zichzelf niet geweest zijn als hij de hobbyheks
vervolgens de wacht niet had aangezegd. Het betekende niet alleen het einde van
de vriendschap tussen Sabine en Huibje, maar de enige zoon van de hobbyheks
kreeg gevolglijk ook een beperking opgelegd. Huibje mocht gedurende zijn 2de
kans in groep 4 niet veel van zijn papa en mama, maar vriendjes met Walter
worden was helemaal uit den boze. Wat had ieder normaal denkend mens dus kunnen
verwachten na dit uitdrukkelijke verbod van de hobbyheks en haar ex?
Uitgerekend Walter en Huibje vonden elkaar. Een band die vervolmaakt werd met
Tim en Marcus in een vriendenclub die tot ver na de basisschooltijd zou blijven bestaan. De
vriendschap ontwikkelde zich op school en tijdens het gamen via skype. De
hobbyheks en haar ex hebben zoonlief nooit op zijn voortdurende overtreding van
het vriendschapsverbod met Walter aangesproken. Gelukkigerwijs transformeerden
voorts geen van beide jongens ooit in een kikker. Mogelijk vond de hobbyheks
achteraf het sop de kool niet waard. Skype hield Huibje toch ook wel lekker
rustig op de achtergrond op de ongelegen kwaliteitsmomenten waarop de hobbyheks
haar zoon van de kinderrechter toebedeeld had gekregen. En Walter, ach wie was
dat ook alweer? Wat de hobbyheks betrof was het akkefietje allang weer
vergeten, maar wat Bart en Thea aanging volstrekt niet.
Of Huib óf Tim had het nieuwe Pokémonshirt van Walter
op het geweten en Thea moest en zou weten wie. Opgezweept door de ergernissen
uit het verleden, wendde Thea zich tot juffrouw Rita die haar in de gang voor
de geopende deur van het klaslokaal van groep 7 begripvol aanhoorde. Thea wist
niet wat ze meemaakte. Ze keek om zich heen om zich ervan te vergewissen dat ze
gewoontegetrouw omgeven werd door het wakende oog en luisterende oor van
passerende opperouders in de gang van De Wielewaal. Nee, ze was niet alleen,
terwijl juffrouw Rita toch vrijuit met haar stond te praten. Zonder schroom
voor de incrowd.
‘Ik heb gezien dat Tim met inkt zat te knoeien. Hij
zit ook recht achter Walter in de klas. Ze waren aan het keten en toen zag ik
dat Tim het T-shirt op de rug van Walter als handdoek gebruikte. Dikke pret
natuurlijk! Ik weet nog dat ik dacht: ‘Nou, daar zal Thea blij mee zijn!’ Ik
heb het er al met Jenny over gehad’, zei juffrouw Rita.
Thea kon niet voorkomen dat haar mond open viel. Niet
vanwege het onfatsoen van Tim. Het was een algemeen gedeeld geheim dat Tim een
tik van de molenwiek had. Dan kon je allerlei hippe labels zoals adhd of een
dwangstoornis, om de nek van het ventje hangen, maar dat veranderde niets aan
de invloed van de genen en het effect van een portret van een moeder als Jenny.
Desondanks trad een acute verkoeling van Thea’s oververhitte gemoedstoestand op
als gevolg van de empathische reactie van juffrouw Jenny. Het enige weerwoord
dat ze op dat moment van bezinning uit kon brengen was een vraag naar de
bekende weg:
‘Wat had Jenny op jouw beschuldiging te missen?’
‘Oh, je kent Jenny; ze zei iets van een scheur in een
heel duur T-shirt van Tim. Die scheur zou dan de schuld van Walter geweest
zijn. Daar had jij ook nooit iets mee gedaan zei ze. Nou zouden jullie weer op
gelijke voet staan. Onzin natuurlijk. Dus. Wat wil je dat ik doe?’ vroeg
juffrouw Rita strijdvaardig.
‘Ik ben al dankbaar dat je zomaar bereid bent om mijn
kant van de zaak te bekijken. Zoveel tegemoetkoming ben ik helemaal niet gewend
hier op De Wielewaal. Je hebt je leven gebeterd, merk ik wel’, lachte Thea
achterdochtig, maar toch niet zonder een vleugje welwillendheid.
‘Dank je’, meesmuilde juffrouw Rita en ze vervolgde:
‘Ik kan vragen of Jenny verzekerd is tegen schade?’
Thea werd al moe van de gedachte alleen al. Jenny zou
niet te vermurwen zijn na de eerdere weigering van Thea om de onverklaarbare
scheur in het Dieselkidsmerkshirt van Tim aan de verzekering op te geven. Bij
nader inzien betwijfelde ze trouwens of Jenny überhaupt ergens tegen verzekerd
was. Waarschijnlijk had Jenny de uitkomst van haar besteedbare inkomen allang
aan merkkleding uitgeven voordat ze niet meer aan de financiering van de
maandelijkse premies van een w.a.
verzekering toekwam. Los daarvan had Thea zich totaal niet verdiept in
eventuele vervolgstappen na de ontmaskering van de inktvlekdader. In haar
stoutste dromen was ze nog niet zo ver gekomen met juffrouw Rita als vandaag in
het vizier van de opperouders voor de deur van het klaslokaal van groep 7. In
het zicht in de doorloop in de gang van
De Wielewaal. Juffrouw Rita in de bocht! Hier kon Jeewee wat van leren, want
het verschil tussen wie je bent en wat je wilt zijn is wat je doet.
‘Nee, ik wil alleen even duidelijk hebben dat Walter
niet de enige relschopper in zijn klas is.’
‘Wie zegt dat Walter een relschopper is? Heb ik dat
gezegd?’, wilde juffrouw Rita schuldbewust weten, terwijl ze ter hoogte van
haar borsten naar zichzelf wees.
‘Nog niet’, zinspeelde Thea.
‘Je kent me toch.’
‘Juist daarom. Wat is er met jou gebeurd?’
Juffrouw Rita bewoog zich tot vlak bij het rechteroor
van Thea om zich er fluisterend van te vergewissen dat de moeder van Walter en
Sabine een geheim kon bewaren. Voordat Rita wat kon uitbrengen, sprak Thea voor
haar beurt::
‘Je wordt de officiële opvolgster van Willy
Bakbruin?!’
Zonder rekening te houden met de galmende akoestiek
in de hoge gang. Het was een geintje. Absoluut geen gok. Maar tot ongenoegen
van Thea kreeg ze pas respons nadat juffrouw Rita haar eerst aan haar arm over
de gang naar de privacy van de wasbakken bij de kindertoiletten had gezeuld.
‘Wie zal het zeggen?’, zinspeelde ze opgewonden
terwijl ze zich aan de schouders van Thea vastklampte.
Thea voelde haar knieën week worden bij de aanblik
van de verwachtingsvolle ogen. Hoe kon Rita zichzelf zo voor de gek houden?
‘Waarom denk je dat dan?’
Thea herinnerde zich Rinus Hardleers van de
onderwijsstichting en zijn toezeggingen tijdens het cruciale telefoongesprek na
het foutieve pré-advies voor Sabine. De belofte van Yin en Yang. Interim
directeuren met een visie voor De Wielewaal. Daarbij had Thea zich toch wat
anders voorgesteld dan de benoeming van juffrouw Rita als directrice. Al snel
wist ze de teleurstelling voor zichzelf te verzachten met de geruststellende
gedachte dat de herscholing tot manager voor een leerkracht minstens 2 jaar in
beslag nam. Veel te lang voor juffrouw Rita die liever al haar vrije tijd in
haar rockband stopte. En zo niet dan was Walter tegen de tijd dat Rita haar
manager diploma binnen had ook al lang en breed weg van de basisschool.
‘Ik ben uitgenodigd voor een gesprek bij de nieuwe
interim directeuren’, bloosde juffrouw Rita.
Verlegen liet ze Thea los, alsof ze zich plotseling
realiseerde dat ze een figuur stond te slaan. Met de nodige spot gaf Thea lucht
aan de bruuske onvrede die haar maag van streek bracht:
‘Ja, ik ben ook uitgenodigd voor een gesprek met de
interim directeuren aanstaande dinsdag, maar dat betekent toch nog niet dat ik
een kandidate ben voor de post van directrice van De Wielewaal. Geef die
brandblussers eerst eens kans. Ze zijn nog niet eens begonnen’
‘Haha, jij bent geen leerkracht Thea, maar het zou
toch kunnen dat ze me vragen om in de toekomst de rol van directrice van De
Wielewaal te vervullen? Ik werk hier al meer dan 20 jaar. Wat denk jij?’,
pruttelde juffrouw Rita enigszins gekalmeerd na.
Thea keek Rita doordringend aan in een poging om Rita
met haar beide beentjes terug op de grond te krijgen:
‘Wat weet ik nou van de sollicitatieprocedure op een
basisschool?’
‘Niks natuurlijk, maar de crisisdirecteuren zijn maar
voor een half jaar op De Wielewaal aangesteld via de onderwijsstichting. Eén
van hun kerndoelen is de benoeming van een nieuwe permanente directeur. Of
directrice. Ben ik nou gek, Thea?’
Uit vriendelijkheid wilde Thea best een rondje met
Rita mee denken.
‘Hoe werkt dat dan op een basisschool? Wordt iemand
gevraagd voor een leidinggevende functie? Ouderwetse promotie? Of moet iemand
op eigen initiatief over lijken gaan om carrière te maken in het onderwijs?
Zoals overal elders tegenwoordig? Anders gezegd. Moet iemand nou zelf vragen om
niet te worden overgeslagen? Of niet? Dat is de vraag.’
‘Nee, maar zou ik Willy Bakbruin kunnen overtreffen,
denk je?’
‘Waarom niet? Jij wel’, huichelde Thea.
‘Ja, want aan meester Viktor is namelijk gevraagd of hij in plaats van parttime
voortaan voor de hele werkweek in groep 7 wil komen werken.’
‘Ow’, schrok Thea.
‘En waar moet ik dan blijven?’, wanhoopte juffrouw
Rita ineens.
Zo heeft iedere medaille 2 zijdes. Rita wachtte af.
Maar er kwam geen zinnig woord over de lippen van Thea. Na een paar tellen met
de gevoelslengte van een uur vervolgde Rita haar verhulde weeklacht in een
dalende mineurstemming.
‘We zouden groep 7 samen doen; meester Viktor en ik.
Enfin, ze zullen me heus niet ontslaan. Er is een nijpend, landelijk tekort aan
leerkrachten en zo slecht ben ik niet toch?’
‘Je vist naar complimentjes Rita. Je weet heus wel
dat ik waardering heb voor jouw professionaliteit. Als onderwijzeres van mijn
kinderen. Misschien ben je ook wel een geweldige directrice. Daar kan ik niet
over oordelen’, lachte Thea opgelucht, omdat ze dit keer oprecht meende wat ze
zei.
Juffrouw Rita moest het gezegde even laten bezinken.
Voor Thea een prima aanleiding om het
gesprek over een andere boeg te gooien.
‘Maar nu even wat anders; heeft meester Viktor al ja
gezegd?’
Juffrouw Rita schrok wakker uit haar dagdroom,
waarvan ze nog niet helemaal zeker wist of het haar nachtmerrie of een
luchtkasteel was.
‘Nog niet officieel, maar hij wil wel. Dat is het
geheim waar ik op doelde en dat je nog even voor je moet houden, totdat Viktor
en ik precies weten waar we aan toe zijn.’
HOOFDSTUK 43
De bankjes in het klaslokaal van plofgroep 8 waren
volledig bezet met papa’s, mama’s of andere verzorgers. De laatkomers zochten
een plekje in de vensterbanken van de overvolle ruimte en vonden steun met hun
billen tegen de verwarming die nog niet in werking was gesteld vanwege het
broeikaseffect op temperaturen waarbij een airco beter dienst had kunnen doen.
Hun silhouetten tekenden zich af in de kunstverlichting tegen de achtergrond
van hoge ramen waarin een indigoblauwe nazomernacht zich al schemerend
aankondigde. Jeewee stond overgeleverd voor de klas, terwijl hij de drukte
huiverig overzag. Hij leek verloren in zijn uppie. Alsof hij in de steek
gelaten was door juffrouw Siepie die schitterde door afwezigheid. Thea had nog
net een zitplaats weten te bemachtigen naast de moeder van Imke met wie Sabine
weleens optrok. Imke was met haar bijna 14 jaar veruit de oudste van de klas.
Het was een schichtig, beschadigd meisje dat de indruk gaf elders onophoudelijk
geteisterd te worden door onherroepelijke verwaarlozing. Van volwassenen moest
ze niks hebben. Laat staan van de meeste kinderen om haar heen die Imke op hun
beurt ook liever kwijt dan rijk waren. Zo werd Imke veroordeeld tot Nia. De
adoptieouders van Nia zaten stijfjes naast elkaar in het eerste bankje van de
derde rij. Veilig in een strak aangemeten burgerlijkheid ter bescherming van
hun afwijkende dochter Nia die het volgens de statistieken vanwege haar getinte
huidskleur alleen al moeilijk genoeg had. Tel daar de adoptie bij op en de
misère is rond.
Wonderlijk genoeg had Nia haar mensenschuwe vriendin
Imke weten te besmetten met haar obsessie voor Sabine. Net als bij de
dweepzieke Nia, liet Sabine ook de adoratie van Imke gelaten van zich af glijden. Af en toe verdiepte Sabine zich
weleens in Imke door met haar te gamen of een praatje te maken in de hoop om
met zulke zoethoudertjes weer een poosje van het geclaim af te zijn. Op zulke
speelmomentjes deed de moeder van Imke het voorkomen alsof Sabine op haar
dochter zat te wachten in plaats van andersom. Mogelijk was beroepsdeformatie
de oorzaak van haar onvermogen om Imke te zien voor het buitenbeentje dat ze
was. Een tunnelvisie die voortvloeide uit haar baan als lerares Frans op een
middelbare school buiten de stad alwaar een pestprotocol op papier garant stond
voor een gelijke behandeling van alle leerlingen. Dus maakte de moeder van Imke
zich geen zorgen over de acceptatie van haar dochter in de plofklas. Ze had
totaal niet in de smiezen dat ze in werkelijkheid op De Wielewaal niet bij de
binnenwacht der opperouders hoorde. Die oogkleppen waren haar op het lijf
geschreven. Thea vond het pijnlijk om aan te moeten zien dat de moeder van Imke
echt de enige was die niet merkte dat ze buiten de boot viel met haar moeilijk
lerende, onaangepaste dochter en haar oninteressante anekdotes over akkefietjes
tijdens haar Franse lessen. Hoe duur de moeder van Imke ook woonde in haar
herenhuis met gunstige ligging in De Wielewaalwijk en hoeveel ze ook opschepte
over de gewichtige baan van haar man in de advocatuur; ze hoorde niet bij de
incrowd. Ze werd niet gedeeld in opperouderweetjes en haar dochter Imke was en
bleef een nono onderaan de pikorde in de hiërarchie der populaire meiden van
groep 8. Of de moeder van Imke had een olifantshuid of ze was stekeblind. Hoe
het ook zij; de sociale boycot leek niet tot haar door te dringen. Alsof de
moeder van Imke op een dag in haar uppie gewoon besloten had dat ze
‘gearriveerd’ was. En als de moeder van Imke iets bepaald had, dan was dat
kennelijk zo. Vanaf die mindset verdroeg ze alleen nog mensen om zich heen die
bereid waren om zich kritiekloos naar haar idee-fixe te schikken.
Zo zette de moeder van Imke doodgemoederd haar
dochter onuitgenodigd en onaangekondigd voor een weekendje logeren bij de
voordeur van het huis van Sabine af en ging zelf met een stel andere gekke
wijven op de bonnefooi naar Parijs. Andere ‘vriendinnetjes’ hadden niet thuis
gegeven en een overdonderde Thea kon een smachtende Imke moeilijk op straat
laten staan. De vader van Imke kwam zijn dochter 2 dagen later in een driedelig
maatkostuum met stropdas en het schaamrood op zijn kaken weer ophalen. Hij was
zojuist terug gekomen van een zakenreisje en had niemand aangetroffen in zijn
herenhuis. Er had een handgeschreven briefje op de keukentafel gelegen. Of hij
dochter Imke even bij een klasgenootje wilde oppikken, want zijn vrouw was de
hort op!? Of zoiets. De vader van Imke had een bloemetje bij zich voor Thea.
Hetzelfde trieste boeketje roze chrysanten dat Thea eerder op die bewuste
zondagmiddag bij de balie van het dichtstbijzijnde benzinestation nog in een
emmer water met soortgelijke bosjes had zien staan verpieteren.
‘Je moet wel erg diep gezonken zijn wil je die
treurigheid aanschaffen’, had ze nog gedacht.
Vlak voor haar uittocht beweerde Imke in het bijzijn
van Thea en ten overstaan van haar vader dat ze een aardig logeerpartijtje had
gehad met veel pizza en frietjes met mayo, maar dat het cool was dat ze naar
huis mocht, zodat ze weer gezond kon eten. Met name vanwege de noodzakelijke
groente die ze op haar logeeradres had moeten ontberen. Precies zoals haar
onvolprezen supermama al voorspeld had. Verbolgen probeerde Thea de
buitenissige vriendin van haar dochter de mond te snoeren:
‘Je had hier van vrijdag tot vandaag zoveel groente
kunnen eten als je maar bliefde. Ik heb nog een stronk broccoli liggen. Als je
wilt dan mag je die alsnog meenemen voor onderweg. Trouwens; bloemkool heb ik
je ook aangeboden en sla. Maar nee, jij moest en zou chocopasta op je witte
boterhammen, terwijl je ook volkoren brood kon krijgen. En wat dacht je van
jouw voorkeur voor ham en kaas en per sé geen tomaten op je pizza?!’
‘Tomaat is geen groente maar fruit, zegt mama’.
Het was de eerste keer in 3 dagen tijd dat Imke het
woord direct tot Thea richtte.
‘En zojuist heb je geen appelmoes gegeten; alleen
frietjes, knakworst en de halve inhoud van een knijpfles mayonaise.’
‘Appelmoes is ook geen groente’.
De vader van Imke deed niet eens moeite om zijn
ondankbare, schijngroene dochter tot de orde te roepen. Hij trok alleen een
haastige conclusie:
‘O, maar je hebt dus al wel gegeten. Imke? Dat
scheelt weer, want ik moet nog Chinees halen voor mama’.
‘Bespaar je de moeite; ik heb nog wel een mud
groenvoer liggen, die mag je zo meenemen!’, grijnsde Thea.
‘Nee, dank u, ik haal gewoon even een bakje
foeyunghai voor mijn vrouw, want ik heb ook al gegeten’, meende de vader van
Imke onverstoord.
Een paar weken later mocht Sabine bij wijze van
wederdienst blijven eten bij Imke zodat ze ook eens kon proeven van het gezonde
leven. Alsof Thea niet al vanalles uit de kast getrokken had om Sabine aan het
groenvoer te krijgen. Het was redelijk gelukt. Maar Sabine kreeg tijdens het
diner bij Imke thuis niet zomaar wat huis- tuin- en keuken voedsel geserveerd.
Nee, nee, ze kreeg aspergesoep. Gelukkig waren de ogen van de overige gasten
aan de dis niet op Sabine gezetenen en converseerden de opa, oma en ouders van
Imke zo luid dat de kokhalsgeluiden van het walgende meisje door het
geanimeerde gekeuvel aan tafel overstemd
werden. Uiteindelijk lukte het Sabine zowaar om binnen een redelijk termijn de
soep op te lepelen. Thea was apetrots op haar dochter. Wat groenteconsumptie
betreft was Sabine, tot dan, ondanks moeders exquise kookkunsten, nog nooit
verder was gekomen dan spinazie, rode kool, wortelen en bieten. Na de soep
volgde nog een verfrissende fruitcocktail, waardoor Sabine zich ook wat minder
misselijk voelde, maar ze moest desondanks overgeven toen ze in een veilige
thuisomgeving zichzelf weer dorst te zijn.
‘Nou hoef ik zeker mijn leven lang geen asperges meer
te eten?’ hunkerde Sabine.
‘Dat heb je zelf in de hand. Ik zal je in elk geval
niet dwingen! Ik ben door schade en schande wijs geworden’, lachte Thea.
Helemaal zeker of dat de moeder van Imke haar
groetende hoofdknik, in het klaslokaal van groep 8 beantwoord had, was Thea
niet. Er bewoog wel vanalles aan haar rechterzijde, want de moeder van Imke zat
omgedraaid in haar bankje en was in een levendig discussie verwikkeld over de
hoogbegaafdheid van Fransje; de dochter van Evelien die naast haar man Jelle
achter haar zat. Thea had Imke weleens over Fransje horen praten. In een
autoritje terug naar haar Wielewaalse
herenhuis na een speelbezoekje in de achterstandswijk van Sabine. Thea
chauffeerde. Wie anders? Fransje scheen bij Imke in de straat te wonen:
‘Fransje heeft een gymnasiumadvies’, deelde Imke
lukraak aan Sabine mee, terwijl ze op de achterbank van de Renault via hun
Nintendo ’s samen een gekoppelde game speelden.
Sabine besloot Thea bij het gesprek te betrekken:
‘Dat heet toch VWO mam?’
‘Wat heet VWO schat?’, vroeg Thea afgeleid door het
drukke stadsverkeer.
‘Als je naar het gymnasium kunt? Dat heet toch VWO?’
‘Jazeker.’
‘Toch heeft Fransje een gymnasiumadvies. Dat zegt
haar moeder tegen mijn moeder. Ze wonen tegenover ons’, bitste Imke zo hard dat
Thea wel mee moest luisteren.
‘Lekker belangrijk’, zuchtte Sabine tot genoegen van
haar moeder.
‘Jij hebt toch VMBO kader net als ik?’
Imke sloeg een gefrustreerd toontje aan dat Thea niet
aanstond. Gelukkig liet Sabine zich niet op haar kop zitten.
‘Jawel, maar ik kan best naar het gymnasium als ik
zou willen toch mam?’
‘Jij wel!’, vond Thea.
‘Echt niet. Mama zegt dat jij slechtbegrijpend bent.
Net als ik.’
Precies op dat ogenblik sprong het verkeerslicht op
rood en trapte Thea net op tijd abrupt op de rem. Met een schok kwam de Renault
tot stilstand en klapte het drietal in de veiligheidsgordels naar voren en
direct weer naar achteren. Wakker geschud draaide Thea zich om naar Imke op de
achterbank. Oogcontact was onmogelijk zoals gewoonlijk. Op datzelfde moment
werd Thea de gekrenkte blik van haar dochter gewaar.
‘Ik weet niet hoe het met jou zit Imke, maar Sabine
is alles behalve slechtbegrijpend. Ik wil je moeder direct graag even
aanspreken over de onzin die ze uitkraamt.’
‘Mijn moeder is niet thuis’, murmelde Imke zonder van
haar Nintendo op te kijken.
‘Weet je wat?’, vroeg Thea quasi vriendelijk.
En daar ze uit ervaring geen reactie kon verwachten,
vervolgde ze in één adem:
‘Dan ga je voortaan toch lekker met Fransje spelen.’
‘Maham!’
Sabine had geen zin in toestanden. Wat kon haar het
gymnasiumadvies van Fransje schelen! En Sabine wist heus wel dat de moeder van
Imke de overgewaardeerde Fransje liever als vriendin voor haar dochter zag.
Maar nee had Imke al en ja zou ze nooit krijgen. Niet van Fransje.
‘Ik wil helemaal niet met Fransje spelen’, pruilde
Imke met tranen in haar stem.
‘Fransje wil niet met jou spelen zul je bedoelen’,
smaalde Sabine terecht.
‘Kijk maar uit, straks wil Sabine ook niet meer met
jou spelen’, dreigde Thea, terwijl ze naar aanleiding van het groene licht de
Renault weer in beweging moest brengen en dus noodgedwongen weer voor zich uit
keek.
Tegelijkertijd begon Imke zachtjes, maar
hartverscheurend te snotteren. Thea begon al bijna spijt te krijgen van haar
inmenging in de sociale omgangsvormen van haar dochter. Totdat ze in de
achteruitkijk spiegel zag dat Sabine geen enkele aanstalten maakte om Imke te
troosten. Toen wist ze zeker dat ze goed zat.
In vergelijking met de vermeende genialiteit van
Fransje had Imke met haar belabberde schoolprestaties dan ook geen schijn van
kans. Maar zo snel gaf de moeder van Imke zich niet gewonnen tijdens het
babbeltje met de papa en mama van Fransje dat vooraf ging aan de ouderavond in
het lokaal van groep 8. Onverwachts speelde de moeder van Imke een troef uit
die ze voor Thea tot dan toe ook verborgen had gehouden. De moeder van Imke
bracht ene Yves ter sprake. Yves bleek de uitgevlogen, oudere broer van Imke te
zijn. Een bolleboos die een beurs had gewonnen voor de prestigieuze Yale uni in
de states door cum laude voor het gymnasium te slagen. De moeder van Imke
illustreerde haar grootspraak met een veelzeggende blik. Zo van:
‘En nou jullie weer; stelletje losers!’
De ouders van Fransje hadden zichtbaar moeite om hun
nederlaag te verstouwen, maar waren zogenaamd niet onder de indruk. Yves was
immers Imke niet. Het succes van Yves straalde niet op Imke af die heus niet
minder dan voorheen voor joker stond ten opzichte van de gevierde Fransje,
omdat haar broer toevallig wel goed kon leren. En in plaats van openlijk partij
te kiezen voor haar ondergeschoven dochter en terecht kwaad te worden op het
arrogante stel achter haar, bewoog de moeder van Imke met Evelien en Jelle mee
alsof ze alleen maar naar de ouderavond van groep 8 was gekomen om hoe dan ook
zelf in het middelpunt van de belangstelling te kunnen staan.
‘Zo moeder zo zoon en Imke heeft de hersens van haar
vader, want ik heb de mijne nog, meesmuilde ze in een misplaatste poging om
grappig te zijn.
Niemand lachte. Afkerig van de moeder van Imke begon
Thea om zich heen te kijken in het klaslokaal van groep 8. Wat een ongekend
hoge opkomst! Greet, de moeder van het huilmeisje Mathilde, viel haar als
eerste op. Ze deelde een bankje met een mede opperouder. Het was Fenne alias de
mama van Janne. Eigenlijk logisch want Janne was weer de beste vriendin van het
huilmeisje Mathilde. De man van Greet – dus de vader van huilmeisje Mathilde –
was de beruchte griezel door wie Thea zich altijd onheus bekeken voelde. In het
bijzonder door zijn seksueel intimiderende laserogen. Eensgezind met de vader
van Janne stond hij wijdbeens achterin het klaslokaal van groep 8. De heren
torenden naast elkaar in krappe afgewassen t-shirtjes, skinny jeans en schuiten
van sneakers boven de zittende menigte uit. De blote armen hadden de papa’s
quasi nonchalant voor de borst ineengeslagen Ze stonden met hun rug tegen de
muur. Op veilige afstand van hun vrouwen maakten beide slungels een flauwe,
kerelachtige indruk. Niet alleen vanwege hun abnormale lengte, maar ook door
hun kloekmoedige houding waaruit sprak dat de nieuwe directeuren Yin en Yang
niet moesten verwachten dat zij met zich lieten sollen. Potverdorie!!!
Moira, de dramamama van Kasper, had zich vooraan in
de eerste rij in het zicht van iedereen geïnstalleerd. Haar bankje stond neus
aan neus met de lessenaar van Jeewee. Thea hoefde niet verder te zoeken in het
klaslokaal om zeker te weten dat de ex-man van Moira niet was meegekomen.
Anders zou de verzekeringsarts zich wel traditiegetrouw direct bij aankomst in
het klaslokaal dicht bij zijn ex-vrouw geschaard hebben met de bijbedoeling om
de illusie van het perfecte gezinsplaatje hoog te houden. Misschien dat hij -
of zijn nieuwe vriendin - eindelijk de absurditeit en doorzichtigheid van die
façade had ingezien. Hoe dan ook zat deze keer voor het eerst niet de papa van
Kasper, maar Maud aan de zijde van Moira in het voorste bankje van groep 8.
Maud; de moeder van Ronnie en Happy, keek permanent
bedrukt de laatste tijd. Maud lag in scheiding. Tenminste dat had zoonlief
Ronnie aan bijna iedereen. die op één of andere manier betrokken was bij De
Wielewaal, in vertrouwen laten weten. Door toedoen van haar eigen vlees en
bloed was daarmee de geplande echtscheiding van Maud een algemeen gedeeld
geheim geworden.
Maar als de nood aan de moeder is dan is Moira op De
Wielewaal nabij. Zo ontfermde Moira zich sinds kort -ver Maud. Op haar
exhibitionistische, typische manier. Maud was een dankbaar slachtoffer oftewel
het voetveegje van Moira als tussendoortje op de reservebank. Voor het geval dat de mede opperouders het
gezanik van de moeder van Kaspertje weer eens zat waren. Dramamama Moira werd
er niet minder sociaalbehoeftig en ervaringsdeskundig van op het gebied van
vanalles. Haar favoriete gespreksonderwerp bleef veruit de ernstige virusziekte
die haar Kaspertje jaren geleden overleefd had, maar over haar eigen
echtscheiding was Moira ook nog niet uitgepraat.
Met name op de momenten waarop Kasper met Ronnie speelde. Onder dwang van
zijn dramamama weliswaar en bij gebrek aan beter. Daar kwam nog bij dat het tweetal elkaar niet echt lag, zodat de spontaniteit
bij de onderlinge verhoudingen ver te zoeken was. Kasper had zich ontpopt als
een skate borderstype, terwijl Ronnie zich nog steeds graag als een prinsesje
verkleedde. Ronnie had vooral vriendinnetjes, waaronder ook nog steeds:
Sabine.
Tot ongenoegen van moeder Maud.
Los daarvan hadden Happy – de dochter van Maud - en
Bob – de zoon van Moira - aldoor bij elkaar in de klas gezeten in voorafgaande
jaargangen op De Wielewaal. Happy was het oudste kind van Maud en Bob de
eerstgeborene van Moira. Zo’n gemene deler brengt moeders, ongeacht hun afkomst
of status, toch nader bijeen tot op het punt van verzadiging. Het voorspelbare
einde van de vriendschap, waarbij opperouder Moira de ruchtbaarheid rond de
privézaken van haar onderdaan in de verpersoonlijking van Maud ter versterking
van haar eigen machtspositie tot op de bodem had uitgebuit.
Misschien zat Dimpf daarom zo ver mogelijk van het
tweespan verwijderd. Heek verstandig vond Thea. Dimpf was een alleenstaande
oppermoeder van Tanja uit de plofgroep 8. Daarnaast had ze ook en oudere
dochter met de naam Debbie die eveneens jarenlang bij Bob van Moira en Happy
van Maud in de klas had gezeten. Dan zou men in de lijn van de aangewakkerde
vonkjes tussen Moira en Maud dus logischerwijs eveneens een klik met Dimpf
verwachten. Wie weet had Dimpf wat meer mensenkennis dan de gemiddelde
opperouder op De Wielewaal? Wat de reden van de mismatch ook mocht zijn; het
zag er nochtans niet naar uit dat er op die ouderavond van groep 8 alsnog een
trio gevormd ging worden. Onverschillig liet Dimpf het erbarmelijke duo voor
het hoopje ellende dat het was. Zij gaf de voorkeur aan een plekje naast
Marloes in de derde rij achterin klas.
Marloes was de moeder van Lennart en irritant genoeg
ook de listige oud logopediste van Walter, waardoor Thea haar al ruim 5 jaar
consequent met hart en ziel negeerde en ontliep in de wandelgangen van De
Wielewaal. Hetgeen Marloes wel goed uitkwam, want op deze manier hoefde ze
nooit en plein public met de gebrande billen bloot om in het bijzijn van haar
doelgroep op de blaren van haar mislukte fraude met de ziektekostenverzekering
van Walter te zitten.
Directeur Yin sloot de deur achter zich en wurmde
zich handenwrijvend voor in de klas tussen een gereserveerde directeur Yang en
een zenuwachtige Jeewee. Vlak voor binnenkomst was Thea weliswaar op de gang
een mini oponthoud gepasseerd tussen enkele papa’s en mama’s met de vers
aangestelde troubleshooters, maar ze had uit die korte stremming niet meteen
geconcludeerd dat het ontvangstcomité ook in persona bij de ouderavond van
groep 8 aanwezig zou zijn. Ze dacht dat Yin en Yang op de gang iedereen op
stonden te wachten als een voorproefje op hun toekomstige werkwijze. Onder het
gedienstige motto; ook buiten het klaslokaal staan wij tot uw beschikking. Even
dacht Thea in het voorbijgaan in de wandelgang een glimp van aandachttrekkerij
op te vangen van de kleine, kale directeur Yin. Mogelijk naar aanleiding van
haar online klacht over de stomp van Boris in de maag van Sabine en het
aanstaande gesprek daarover. Maar dat kon ook een wensgedachte zijn.
‘Meneer, kan de deur open blijven, alstublieft’,
pufte een mama koket tegen directeur Yang, terwijl ze zich in het tweede bankje
van de middelste rij koelte toewuifde met haar uitdraai van de uitnodiging van
de ouderavond.
Normaliter liet deze Agnes, moeder van dochter Nana,
geen kans onbenut om met Jeewee te flirten. De opperouders stonden haar
geflikflooi oogluikend toe, want Agnes was naast een handig en manipuleerbaar
manusje van alles geen concurrentie. Op 45jarige leeftijd was Agnes pas
bevallen van haar enige dochter Nana. Toch zou Nana op natuurlijke wijze
verwekt en op de wereld gezet zijn. Althans volgens de overlevering van zij die
de waarheid in pacht menen te hebben. Thea kon er zich weinig bij voorstellen.
Agnes was een ouwelijk type. Twaalf jaar na haar kraamtijd leek ze eerder op een bezadigde oma dan een op een zinnenprikkelende moeder
van een jong meisje uit groep 8. Agnes was geen sensuele vrouw die tot de
verbeelding van een zaaddonor sprak. Dat nam echter niet weg dat Jeewee nog
verder uit zijn doen raakte dan hij al was door de afvalligheid van één zijn
trouwste groupies. Waarom had Agnes zomaar die bejaarde bewindhebber –
directeur Yang in dit geval - in plaats van haar beproefde redder in nood
aangesproken? Waarom lonkte Agnes naar een vreemde? Als hij gedurfd had dan had
Jeewee uit protest de deur van het klaslokaal van groep 8 voor Agnes en het oog
van alle aanwezige ouders en verzorgers opnieuw wagenwijd open willen zetten.
Juist om te bewijzen dat de nieuwe directeuren niet allesbepalend waren.
Zonder antwoord te geven gaf directeur Yang gehoor
aan de flirterige smeekbede van Agnes. Het was ook bloedheet in de rumoerige,
stampvolle ruimte. Geïrriteerd stroopte hij zijn overhemdsmouwen op en bleef
met zijn rug tegen de deurpost op de tocht staan uitwaaien. Directeur Yin
stelde het digibord in werking, terwijl Jeewee met onvaste stem iedereen van
harte welkom heette. Hij werd overstemd door een vloedgolf van afschuwkreten
die de akoestiek in het klaslokaal plempten als gevolg van een mededeling die
zojuist onverhoeds op het digibord was verschenen. Thea las:
Jan-Willem van der Klooten wordt de enige leerkracht
van groep 8.
Ze herlas de mededeling. En nog eens. Thea had het
goed gelezen. Weg met de schooltrol.
Daag Siepie de saimiri. Welkom Jeewee. Het hart van Thea maakte een
vreugdedansje op de melodie van een voetballied.
‘Het is stil aan de overkant!’
De angel was uit de wespensteek; het vuur uit de
ontsteking; de pus uit de puist. Probleem? Opgelost! Rinus Hardleers van de
onderwijsstichting had niets teveel beloofd. Yin en Yang deden hun pseudoniemen
eer aan. Het duurde een paar seconden om haar binnenpretjes te temperen voordat
Thea weer bij de les was. Greet, de moeder van het huilmeisje Mathilde, had het
woord genomen:
‘Lees ik dat nou goed? Gaat Jeewee de hele werkweek
in groep 8 staan?’
Directeur Yin fronste zijn wenkbrauwen en keek
hulpbehoevend om zich heen:
‘Wie is Jeewee?’, wilde hij ten einde raad van Jeewee
weten.
‘Ik ben Jeewee’, bekende Jeewee schoorvoetend.
Hoofdschuddend richtte directeur Yin zich tot Greet
en antwoordde welwillend:
‘Dat leest u goed mevrouw, meester Jan-Willem,
eh…Jeewee dus, wordt vanaf vandaag de enige leerkracht van groep 8.’
De moeder van Luna stond op uit haar bankje om zich
niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk achter het wantrouwen van Greet te
scharen:
‘Ja, maar hoe zit dan met Siepie? Ik ben trouwens
Marit’.
‘Welkom Marit’, knipoogde directeur Yang vanuit de
deuropening.
Harry, de zelf uitgeroepen leukste vader van het
laatste decennium en de echtgenoot van en naast Marit, voelde meteen een band
met directeur Yang. Niet zozeer omdat Harry als leraar Nederlands op een
middelbare school net zoals het schoolhoofd in het onderwijs werkzaam was, maar
veel meer omdat de vrouw van zijn keuze kennelijk bij de directeur in de smaak
viel. Vanuit eenzelfde visie viel er te onderhandelen als je het Harry zou
vragen. Wat directeur Yang betreft was Thea zo zeker nog niet. Zij meende
doorlopend signalen van onderliggend sarcasme in de publieke reacties van
directeur Yang op te vangen in tegen stelling tot een blij verraste Harry en
een gestreelde Marit. De moeder van Luna begaf
zich dan ook gerustgesteld terug op haar achterwerk naast haar
doorluchtige echtgenoot.
‘Juffrouw Siepie? U maakt zich vooral zorgen over het
lot van juffrouw Siepie? Juffrouw Siepie gaat, geloof ik, naar groep 6, alwaar
zij zal samenwerken met juffrouw Marijke’, antwoordde directeur Yin ondertussen
met hetzelfde ongeloof in zijn stem als tijdens de algemene introductie-avond
op de eerste maandag na de grote schoolvakantie.
Alsof hij de ouders en verzorgers van De Wielewaal
niet goed kon volgen en de rode draad van de open vragen al kwijt was voordat
de interactie met zijn publiek goed en wel op gang was gekomen. Op alles was
directeur Yin voorbereid behalve op de absurde wendingen die het beraad met de
ouders en verzorgers van De Wielewaal steeds dreigde aan te nemen.
‘Maar misschien kan juffrouw Marijke hier zelf het
één en ander over vertellen?’, stelde directeur Yin bereidwillig voor.
‘Ik zit hier!’, kondigde juffrouw Marijke met een
onwennige, schorre stem aan.
Ze schraapte haar keel. Het geluid kwam ergens vanuit
het centrum van de ruimte waar tegelijkertijd ook een lange, knokige wijsvinger
de lucht in ging. Kort, maar lang genoeg om voor alle aanwezigen traceerbaar te
zijn, priemde de groet van juffrouw Marijke boven de veelkoppige menigte uit.
Thea had de oude juf van Walter uit het vorige
schooljaar nog niet eerder die avond opgemerkt in het klaslokaal van groep 8.
Het sprak voor juffrouw Marijke dat ze haar gezicht liet zien op de ouderavond.
Temeer daar van de schooltrol niet hetzelfde gezegd kon worden. Naderhand bleek
juffrouw Marijke tot de nieuwe coördinatrice bovenbouw van De Wielewaal benoemd
te zijn door de directeuren Yin en Yang. Logisch dus dat ze beroepsmatig
aanwezig was op de ouderavond voor groep 8. Een leermoment bij uitstek voor een
debutante natuurlijk. Daarnaast fungeerde juffrouw Marijke in haar rol als
coördinatrice bovenbouw als zaakwaarneemster voor de algemene coördinatrice van
De Wielewaal die daarom niet ook nog eens duppelop op de ouderavond aanwezig
hoefde te zijn. Dankzij de versterking door juffrouw Marijke kon Jade juist
lekker, rustig aan, op gang komen na haar burn-out van vorig jaar. Althans dat
was de lezing van Yin en Yang die pas een maand na de ondemocratische
aanstelling van juffrouw Marijke in de Nieuwsbrief van De Wielewaal werd
gegeven. Tussen de regels door las Thea een excuus om Jade stiekem onder de invloed
van de opperouders uit te drijven.
Aangezien niemand, behalve Yin en Yang, zelfs maar
een vermoeden had van de promotie van juffrouw Marijke voordat de bewuste
vermelding in de schoolkrant verscheen, was iedereen toch enigszins onder de
indruk van haar schijnbaar belangeloze aanwezigheid op de ouderavond van groep
8. Wat een energie en betrokkenheid van zomaar een leerkracht van groep 6! Toen
later bekend werd dat juffrouw Marijke op de avond van het ouderoverleg in
groep 8 al lang en breed benoemd was tot coördinatrice van de bovenbouw;
vroegen de opperouders zich alsnog luidkeels af aan welke kant juffrouw Marijke
eigenlijk stond? Aan de kant van de behoeftige ouders of aan de kant van de
misleidende onderwijsstichting? Neem nou de beslissing van hogerhand om Jeewee
en Siepie uit elkaar te halen. Terwijl het droomduo door niemand minder dan
Willy Bakbruin voorheen doelbewust voor de plofgroep aangesteld was. Weliswaar
aangespoord door de opperouders, maar dat deed er niet toe. Want hadden de ouders
van De Wielewaal soms geen recht op enige compensatie van de ellende die het
plotselinge ontslag van hun directrice met zich had mee gebracht? Juffrouw
Marijke had toch vooraf kunnen voorspellen dat het merendeel van De
Wielewaalpopulatie zich deze laatste toezegging van Willy Bakbruin niet zonder
slag of stoot liet ontnemen door een stelletje nieuwkomers? Juffrouw Marijke
had Yin en Yang kunnen waarschuwen in plaats van de nevenfunctie van
coördinatrice bovenbouw zonder meer te accepteren. Thea wist wel beter. Ze was
in het afgelopen schooljaar van Walter in groep 6 vertrouwd geraakt met het
zwart-witte denken van juffrouw Marijke. Daar kwam niet zoveel sociale
intelligentie, emotie of loyaliteit bij kijken. Vanuit het perspectief van
juffrouw Marijke viel er niets te waarschuwen. Het kwam simpelweg niet in haar
op. Ze zou niet weten wie en waarvoor. Juffrouw Marijke was niet bij machte tot
voorspellingen. Wel tot plichtsbesef. Juffrouw Marijke nam haar rol als interne
coördinatrice bovenbouw ongetwijfeld net zo serieus als haar voorbeeldfunctie
als onderwijzeres. En als het nieuwe beleid van de directeuren Yin en Yang
voorschreef dat groep 8 onderwezen moest worden door Jeewee zonder Siepie, dan
was juffrouw Marijke de eerste om in die lijn voort te gaan. Zo rechtlijnig zat
juffrouw Marijke nou een maal in elkaar. Niet te manipuleren en daardoor
perfect geschikt ter ondersteuning bij de reorganisatie van de onproductieve
wanorde op De Wielewaal. Weer een
pluspunt voor het probleemoplossend vermogen van de brandblussers op De
Wielewaal.
Juffrouw Marijke werd in de rug aangevallen door het
donkere, onheilspellende stemgeluid van Maud, de moeder van Ronnie en Happy.
Maud kwam half overeind uit haar bankje. Haar onderbuik blubberde door haar
strak aangesloten T-shirt heen op het tafelblad.
‘Ik weet niet of ik wel zo blij ben met juffrouw
Siepie in groep 6, Marijke!’, bulderde Maud door het klaslokaal,
Juffrouw Marijke schokschouderde opgelaten.
‘Ik ga daar niet over’.
Verdwaald nam Maud even de tijd om adem te halen en
weer terug naast Moira neer te vallen, waarop de moeder van Kaspertje haar opgefokte buurvrouw een goedkeurend
schouderklopje gaf. Ondertussen had Greet, de moeder van het huilmeisje
Mathilde, allang door wie de ware boosdoeners dan wel waren. Bruusk wendde ze
zich tot de directeuren voor in het klaslokaal. Greet werkte zo agressief dat
ze bijna angstaanjagend was. Vermoedelijk voelde ze zich gesterkt door de
verbolgen sfeer die alom door gepasseerde opperhouders hoog gehouden werd.
‘Wij hebben in het vorige schooljaar in groep 7 nog
aangegeven aan Willy Bakbruin dat we de voorkeur geven aan een nauwe
samenwerking tussen Jeewee en Siepie in groep 8. Iedereen weet dat het lesgeven
aan deze specifieke groep kinderen een uitdaging is. Met andere woorden; een
leuk maar moeilijk karwei. Eigenlijk kunnen alleen Siepie en Jeewee samen deze
klus klaren. Niet apart! Verder heeft mijn Mathilde uit deze groep 8 ook nog
een zusje – ze heet Gertrude – in groep 6. Gertrude was juist zo blij dat ze
ook een paar daagjes in de week les zou krijgen van Jeewee. Nou moet Mathilde
zonder Siepie verder en Gertrude zonder Jeewee. Dit is zo oneerlijk.’
Greet eindigde haar klaagzang met een jank in haar
stem. Vanaf haar zitplaats kon Thea de krokodillentranen uit haar ooghoeken
zien druipen. Het huilmeisje Mathilde had haar talent dus van geen vreemde. De
slungelige eega van Greet met de lonkende laserogen oftewel de 2 meter lange
vader van Mathilde en Gertrude bleef dan ook afgestompt en suf gejammerd,
onverrichter zake achter in de klas naar de neuzen van zijn megasneakers staan
staren. Naast hem verroerde de futloze vader van Janne alsmede de echtgenoot
van moeder Fenne ook geen vin. Integenstelling tot zijn vrouw. Troostend drukte
Fenne de schouders van haar buurvrouw in het schoolbankje. Fenne en Greet
deelden dan ook een nederlaag. Fenne had namelijk naast haar dochter Janne in
groep 8 eveneens een kind – zoon Elias - in groep 6. En net als Greet had moeder Fenne voor haar beide
kinderen ook hartstochtelijk graag een chantagegevoelige, kneedbare meester
gehad. Ieder kind van de opperouders zou in principe immers evenveel recht
moeten hebben op een Jeewee. Zo’n trekpop waarmee papa en mama konden lezen en
schrijven in de maat van het ons kent ons principe.
De verslagen lichaamstaal van Gert, de vader van
Boris en Alfred in de rolstoel, liet ook al niets te raden over aan zijn
wanhoop over het besluit van Yin en Yang om Siepie de saimiri uit groep 8 te
verbannen. Hij zat ineen gedoken in zijn bankje naast
zijn vrouw Babs achter oppermama’s Greet en Fenne. Wat was Gert tot voor
kort in zijn sas geweest met de beloofde parttime aanwezigheid van Jeewee in
groep 6. Zijn zoon Alfred in de rolstoel was namelijk een klasgenoot van Gertrude
en Elias in groep 6. Volgens het ideale scenario van Willy Bakbruin zou Alfred
in de rolstoel dit schooljaar eindelijk ook eens kennis maken met een meester
voor de klas. Hij kon niet wachten, want zijn broer Boris had 2 jaar daarvoor
in groep 6 ook een meester mogen meemaken. Meester Joep. En hoewel Gert het
zijn jongens allebei gegund had, vond hij het toch wel erg sneu dat uitgerekend
Alfred in de rolstoel aan het kortste eind zou moeten trekken. Weer geen kerel
aan het roer. Dan is de teleurstelling groot. Dat werkte voor oudere broer
Boris ook nog eens de andere kant op, want hij was in groep 7 al aan juffrouw
Siepie gewend geraakt. Boris was een hoogbegaafde jongen met Aspergers die
moeite had met veranderingen. Juffrouw Siepie zou de geniale Boris maar wat
graag opnieuw, met veel publiekelijk vertoon uiteraard, bij de hand genomen
hebben in groep 8. Juffrouw Siepie was immers het uitbundige boegbeeld van de
plusgroep. Juffrouw Siepie was ervaringsdeskundige op het gebied van de
aanhoudende eenzaamheid van slimme mensen die op De Wielewaal verzwolgen
dreigden te worden door het onbegrip van de middelmaat. Wie garandeerde Gert
dat Jeewee over eenzelfde inlevingsvermogen beschikte als juffrouw Siepie?
Alsof groep 8 met zijn citotoetsen en middelbare schooladviezen niet al genoeg
stress met zich meebracht zonder extra ingrijpende veranderingen! De deceptie
was kennelijk te groot voor vader Gert om er het zwijgen toe te doen. Hij zette
in met een grienerig grapje, doorspekt met opstandigheid.
‘Tsja beter een half ei dan een lege dop’,
‘Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald’, liet
Thea zich daarop onbedachtzaam ontvallen.
Haar opmerking viel niet in goede aarde
of bleef in het luchtledige hangen of werd niet begrepen. Eén ding was helder.
Thea had iets gezegd waarmee niemand van
de aanwezigen uit de voeten kon, behalve Jelle, de vader van Fransje, die de
uiting van Thea nogal persoonlijk opnam. Hij veerde dusdanig op en neer op de
zitting van zijn stoel dat Thea de neiging kreeg om hem de weg naar de
toiletten te wijzen. Toch liet ze de gefrustreerde onrust achter haar genietend
van haar schouders afglijden. Ze gunde
Jelle het verdiende ongemak, nadat hij haar anderhalf jaar geleden had
weggekeken en doodgezwegen bij de barbecue van groep 6 ter ere van meester
Joep. Meester Joep was de huidige liefde van de schooltrol, maar indertijd was
hij nog vrijgezel. Toen stond hij aan de vooravond van zijn veelbesproken mini
wereldreis richting Nieuw-Zeeland. Een gebroken man met een enkele reis teneinde
zo snel als hij kon, zo ver mogelijk te vluchten. Uit woede, omdat hij was
wegbezuinigd van De Wielewaal, terwijl Willy Bakbruin hem juist met haar hand
op het hart een vaste aanstelling als onderwijzer op haar toenmalige
basisschool in het vooruitzicht gesteld had. Op één of andere manier was zijn
ontslag de schuld van Thea, zoals zoveel op De Wielewaal blijkbaar te wijten
viel aan de moeder van Sabine en Walter. Waarschijnlijk vanwege het zesde
zintuig van Thea voor menselijke motieven. Zonder de verantwoordelijkheid
onbewust naar zich toe te willen trekken. Maar het gebeurde toch. Dat werd maar
weer eens pijnlijk duidelijk op de afscheidsbarbecue alwaar een regelrechte
grafsfeer hing. Vooral de vader van Fransje hield de rottige stemming erin met
zijn vijandige, zuinige houding. Jelle beheerde het vlees overduidelijk niet
voor Thea die toch ook een behoorlijke financiële bijdrage had geleverd aan het
eetfestijn dat hoofdzakelijk door opperouders en hun kinderen bezocht werd. En
door Sabine. Het negenjarige meisje van toen was begrijpelijkerwijs ook niet bij machte om de
onbehaaglijke ambiance te plaatsen en projecteerde het algehele ongemak op haar
moeder. Sabine was de enige op de barbecue die daartoe gerechtigd was. De rest
vond gewoontegetrouw onterecht een zondebok in Thea onder leiding van Jelle met
het slagersmutsje. Nou had Jelle indertijd bij de botsing met Thea op de
barbecue ook al een opgeblazen smoelwerk, maar tijdens de ouderavond van groep
8 was zijn gezicht dusdanig gezwollen dat ontploffingsgevaar een reële
bedreiging voor de omgeving werd. Dat viel Thea meteen op toen ze stiekem even
naar Jelle omkeek. Zijn waterige vissenogen gaven code rood. Jelle was
zichtbaar de wanhoop nabij en zijn vrouw steunde hem daarin. Het gestroomlijnde
echtpaar wist graag vantevoren waar het aan toe was en nu moest juffrouw Siepie
ineens weg uit groep 8! Jeewee was een voltrekt onbekende voor het stel dat
volledig door dochter Fransje in beslag werd genomen. En dochter Fransje had
niet, zoals Sabine in groep 5, al een schooljaar lang bij Jeewee in de
combiklas vertoefd. Juffrouw Siepie daarentegen had de uitzonderlijke dochter
van Jelle en Evelien al wel in groep 7 naar waarde weten in te schatten.
Gedurende het verloop in groep 7 waren de ouders van Fransje dan ook langzaam
maar zeker vergroeid met het voorkeursbeleid van juffrouw Siepie die naar eigen
zeggen, net als haar lievelingetje Fransje, ook hoogbegaafd was geworden in
haar tienerjaren. Hoe kun je intelligent worden? Dat is aangeboren of niet. In
gradaties dat wel, maar je kunt niet leren om slim te zijn. Je kunt wel wijs
worden of niet. Het levende voorbeeld van die keuze vormden Jelle en Evelien.
Dankbare slachtoffers van de apenliefde voor hun enige dochter. In plaats van
Fransje te nemen voor wie ze was, verkozen Jelle en Evelien om voluit in de
hersenspinsels van juffrouw Siepie te trappen. Ongetwijfeld was Fransje best
een pientere meid die onder normale omstandigheden vast veel minder onzeker was
geweest. Niks mis met Fransje zonder al die poeha na elk zinnig woordje dat ze
uitbracht of elke voldoende die het kind op de basisschool bijeen wist te
sprokkelen. Een prima meid. Afgezien van de onafgebroken roep om bevestiging.
In gang was gezet door de voortdurende loftuitingen van haar ouders en de schooltrol.
Niemand kon Thea echter wijs maken dat Fransje hoogbegaafd was. Geniale mensen
dwepen niet met leeghoofden. Zeker niet in de stijl waarin Fransje blindelings
achter juffrouw Siepie aanhobbelde. De beloning was in het geval een dik
stedelijk gymnasium pré-advies van de schooltrol. Voor Fransje. Dat was nog
eens wat anders dan het vmbo kader préadvies voor Sabine. Juffrouw Siepie wist
het immers beter dan Bart en Thea. Herstel: Juffrouw Siepie had beter moeten
weten! Ze was niet voor niets de prijzenswaardige leidster van de plusgroep.
Nou ja, lovenswaardig volgens de redenatie van de ouders van Fransje die zich
tot voor kort dan ook geen betere leerschool hadden kunnen wensen voor hun
studiebolletje. Sterker nog: Als er iemand op moest hoepelen in groep 8, dan
bepaalde de vader van Fransje wel even hier en nu dat die persoon geen Siepie
zou heten.
Waar haalde Jelle de arrogantie vandaan? Van zijn
functie als ambtenaar bij één of ander ministerie in Den Haag, waarmee hij naar
eigen zeggen zoveel verdiende dat zijn
aquarellerende huisvrouw kon rentenieren? Bij Fransje thuis hoefden ze
niet te zwemmen in het geld; pootje baden was al genoeg. Als het ware.
Kinderbijslag voor ieder kind vonden Jelle en Evelien daarom een overbodige
luxe. Tenminste dat hadden ze herhaaldelijk beweerd in het bijzijn van Thea en
met bijval van een clubje super snobistische papa’s en mama’s. Desondanks
maakten het poenige tweetal het kwartaalbedrag toch niet aan Thea over. Terwijl
Thea echt niet te beroerd was om de overheidssubsidie voor Fransje elke 3
maanden grif van Jelle en Evelien over te nemen. Maar nee, zo waren de papa en
mama van Fransje niet getrouwd. Extra zakcentjes werden belegd in obligaties,
status, invloedrijke vrindjes en dinnetjes en opperouders. Zeker niet over de
balk gesmeten ten behoeve van de hopeloze moeder van een paar kansloze kinderen
uit een achterstandswijk.
Gesterkt door de confrontatie met Thea, wiens
mondigheid hij haatte, had Jelle eindelijk genoeg moed verzameld om zich te
doen gelden op de ouderavond van groep 8. Wat konden hem het zusje van
huilmeisje Mathilde, het broertje van Janne en Alfred in de rolstoel uit groep
6 schelen? Zulke simpele zielen van ouders wisten niet wat ze afwezen met hun
pleidooi voor de hork Jeewee in plaats van het juweeltje van een juffrouw
Siepie. Als die uitwisseling überhaupt zou plaatsvinden natuurlijk, hetgeen nog
helemaal niet vast stond. Bij genoeg weerstand van de opperouders zou het heen
en weer geschuif met leerkrachten nog wel een halt kunnen worden toegeroepen
naar mening van Jelle. Onwetenden hoefden derhalve niet wijzer te worden over
het heersende voorkeursbeleid van juffrouw Siepie dan ze al waren. Genoeg
ingewijden wisten waar Jelle voor stond.
‘In plaats van ons druk te maken over de positie van
de kinderen in groep 6 moeten we ons eerder afvragen of Jeewee in zijn eentje
de bonk energie waar groep 8 toch voor staat wel in zijn uppie aankan’, begon
Jelle voorzichtig.
Bijna direct kon hij uit alle hoeken van het
klaslokaal van groep 8 op bijval rekenen. Heel veel opperouders wilden wat
zeggen, maar Marit, de moeder van Luna, riep het hardst:
‘Ja, dat vroeg ik me ook al af!’
‘Pardon mevrouw, u wilde wat vragen?’, vroeg
directeur Yin gedesorienteerd en veel te vriendelijk aan Marit nadat de
protestgeluiden enigszins getemperd waren.
Marit was weer op gesprongen uit haar bankje. Dit
keer was ze vastbesloten om zich niet te laten piepelen door een flirtende
directeur Yang. Met haar knokkels in de zij deed ze denken aan een suffragette
uit vervlogen tijden. Strijdlustig maar onwennig.
‘Wie zegt dat meester Jan-Willem groep 8 zonder
juffrouw Siepie wil bestieren?’
Bevreemd inspecteerde directeur Yin de moeder van
Luna. Het zag ernaar uit dat Jeewee wat hem betreft niets te willen had.
Directeur Yang schoot te hulp:
‘Misschien wil meester Jan-Willem daar zelf iets over
zeggen?’, stelde hij liefjes aan Jeewee voor.
Alsof hij loodzware last met zich meedroeg kwam
Jeewee overeind vanachter zijn lessenaar. Tot nu toe had hij zich veilig en
onopvallend achter zijn computer weten te verstoppen, maar nu moest hij wel
stelling nemen. Of toch niet. Met afhangende schouders sjorde hij beide handen
uit de broekzakken van zijn nauw aansluitende jeans alvorens hij geluid maakte.
‘Het is niet anders’, lispelde hij.
‘Wat vindt Siepie ervan?’, wilde de moeder van Nia
met een paniekblik in de ogen weten.
In groep 7 had de moeder van Nia haar recht op een
speciale behandeling verdiend. Haar hele hebben en houwen had ze in de strijd
gegooid om juffrouw Siepie voor haar geadopteerde dochter Nia te winnen. Het
vooruitzicht om in groep 8 met alleen Jeewee weer helemaal van voren af aan te
moeten beginnen met stroopsmeren en extra toewijding vragen voor haar
exclusieve adoptiefje greep haar kennelijk dusdanig naar de keel dat ze onbeheerst
naar zuurstof zat te happen. De vader van Nia had Godzijdank een papieren zak
voor zijn hyperventilerende vrouw bij de hand, zodat niet alle aandacht van de
aanwezigen lang van de geruchtmakende powerpoint afgeleid bleef
‘Ik denk dat Siepie zich bedonderd voelt’, antwoordde
de vader van Guus namens de afwezige schooltrol.
‘Ja, want daar weet jij alles van’, sneerde een man
die naast de moeder van Zarah in een bankje in het midden van de eerste rij
zat.
‘Waar weet ik alles van?’, wilde de vader van Guus afgeleid
weten.
‘Van mensen die zich bedonderd voelen’, preciseerde
de aanvallende partij weerspanning.
Thea herkende de boze, witte man niet, maar hij zou
best weleens Edwin de stiefvader annex tandarts van Zarah kunnen zijn en van
zijn bestaan wist ze alleen van een afstand en horen zeggen. Het zou te ver
voeren om Sabine telefonisch met behulp van een snapshot ter identificatie op
te roepen. Toch was Thea er uit pure nieuwsgierigheid toe in staat geweest;
ware het niet dat Dalila de rebellerende man naast haar tot de orde riep door
hem met haar vlakke hand vermanend een klinkende zwieper tegen zijn bovenarm te
verkopen. Zo’n actie was een typische daad van een echtgenote. De Westerse man
naast Dalila was de multicultureel georiënteerde echtgenoot van de dominante
Marokkaanse Dalila en dus de stiefvader van Zarah. Dat moest dus wel. Hij zag
er ook uit als Edwin de eeuwige tandarts in zijn beige linnen pantalon, wit
katoenen overhemd met korte mouwen en grijze sokken met ruitmotief in van die
lederen instappers, waardoor hij extra opviel tussen het hipster georiënteerde
merendeel van de papa’s, mama’s en verzorgers in het lokaal. Terwijl Edwin de
pijnlijke plek op zijn bovenarm opwreef, knikte Dalila verontschuldigend om
zich heen alsof haar echtgenoot ook maar een beroepsgedeformeerde tandarts was,
die uit gewoonte vaak zijn mond voorbij praatte. Thea doorzag de pose van zowel
Dalila als de stiefvader van Zarah. Zij had de papa van Guus namelijk ook leren
kennen als een lefgozer. Daar kon geen normaal mens omheen. Hij was zo’n
welbespraakte, oppervlakkige regelpapa die in alle hoeken en gaten van de stad
denkbeeldige adresjes, vriendjes en kennissen had. Hierdoor beloofde hij op De
Wielewaal vanalles en nog wat te fixen. Waarschijnlijk had hij de stiefvader
van Zarah ook enthousiast gemaakt voor één of ander dealtje dat hij achteraf
toch niet waar kon maken. Eigenlijk stond de vader van Guus erom bekend dat hij
de schuld die hij met zijn goed bedoelde beloftes maakte nooit in loste. Dan
maar zonder het beloofde gratis fruitontbijt bij de paasviering in de aula van
De Wielewaal; minder vervoer dan verwacht naar en van een uitstapje met de hele
klas; of picknicken met kliekjes van Bart en Thea en andere donateurs in plaats
van het kosteloze ‘all you can eat’ dat de plofklas nog van de vader van Guus
tegoed bleef houden voor de rest van zijn leven waarschijnlijk. Toch kon de
vader van Guus tijdens de ouderavond wel en de stiefvader van Zarah niet
rekenen op bijval van de opperouders van de kinderen uit groep 8. Heus niet
alleen omdat Guus in de Wielewaalbuurt woonde en dus geen buitenstaander was en
de stiefvader van de islamitische Zarah wel. Zarah moest bijna dagelijks
pendelen van de tandartsenpraktijk van haar stiefvader in een villawijk aan de
rand van de stad naar basisschool De Wielewaal in het centrum en weer terug.
Nee, de vader van Guus werd voornamelijk gesteund, omdat juffrouw Siepie in de
loop van groep 7 als was in de handen van de opperouders was geworden. Juffrouw
Siepie was als het ware van top tot teen in de juiste vorm gekneed en
voorbewerkt ter handhaving van de pikorde in groep 8. In die hoedanigheid was
de schooltrol onmisbaar geworden voor de instandhouding van een hiërarchie voor
ingewijden waar een gesettelde buitenstaander als de stiefvader van Zarah geen
belang bij had en een blaaskaak als de vader van Guus wel.
Harry, oftewel de vader van Luna, was ook een insider. Toch wierp hij zich
middenin de ouderavond van groep 8 ineens op als een intermediair tussen het
kamp van de ouders en het terrein van Yin en Yang. Hoewel zijn zegswijze meer
weg had van een verpakt verwijt richting het eigen initiatief van zijn vrouw
Marit, dan van een lijmpoging. Zijn
echtgenote oftewel de moeder van Luna stond namelijk al gênant lang te kijk in
het gangpad tussen de eerste en middelste rijen van het lokaal. Het was haar
persoonlijke statement tegen het aangekondigde vertrek van juffrouw Siepie uit
groep 8. Harry zat met zijn rug naar haar toe gedraaid en deed aan de hele bups
een soortement voorstel tot verzoening:
‘Misschien moeten we niet voor Siepie praten. Ik weet
niet of er een reden is voor haar absentie hier, vanavond, op deze
ouderbijeenkomst en daar ga ik ook niet over, maar laten we rustig blijven en
niet meteen moord en brand schreeuwen bij elk nieuwigheidje van onze helden. We
kunnen best een tandje bijzetten in de mallemolen van het vertrouwen in de professionaliteit
van onze 2 nieuwe heren directeuren.’
Toen onze 2 nieuwe heren directeuren zich niet
aangesproken voelden en bij wijze van reactie stoïcijns voor zich uit bleven
kijken, maakte de vader van Luna zijn voordacht nog wat belachelijker. Hij richtte
zich expliciet tot Yin en Yang en drong aan:
‘Tenminste, ik neem aan dat jullie weten waar jullie
mee bezig zijn?’
Dit was het cruciale ogenblik waarop Thea vond dat ze
haar afwijkende mening ook in de groep moest gooien. Net als de sprekers die
haar voor waren gegaan begon ze maar gewoon in het wilde weg met verhoogd
stemvolume haar opinie te ventileren.
‘Niet iedereen is rouwig om het vertrek van juffrouw
Siepie uit groep 8. Als je het aan mij vraagt dan vind ik het wel een prettige
gedachte dat groep 8 vanaf morgen nog maar één vaste, verantwoordelijke
onderwijzer heeft. Ook ben ik blij dat deze leerkracht meester Jan Willem en
niet juffrouw Siepie…’
Thea kreeg de kans niet om uit te praten, want ze
werd overschreeuwd door Jelle, de vader van Fransje. Oost-Indisch doof voor de
uitspraken van Thea richtte hij zich dreigend tot de vader van Luna en
probeerde zijn mening op die manier zo opmerkelijk mogelijk bij de directeuren
te manifesteren:
‘Harry, ik snap dat jij het nieuwe management een
kans wil geven. Dat wil ik ook. Maar wil niet iedereen die hier aanwezig is
voor alles het beste voor zijn of haar kind? Nou ja, een uitzondering
daargelaten, maar we weten ook allemaal dat het bedoelde geval apart het lekker
vindt om dwars te liggen. Harry, kerel, je
ziet toch zelf wel dat Siepie moet blijven?! Kijk diep in je hart Harry! Kijk
naar je vrouw Harry! Kijk naar Marit die naast je staat te trillen op haar
benen.‘
Met een schok kwam Marit tot het besef dat ze nog
steeds naast haar stoel stond en als een speer zocht ze in het schoolbankje
dekking achter de rug van haar man die zich nog altijd afzijdig hield van zijn
onvoorspelbare vrouw. Ondertussen verspilde Thea stilletjes kostbare spreektijd
teneinde de onbehouwen aanval van Jelle aan haar adres te verstouwen. In ieder
geval kon nou niemand van de aanwezigen meer ontkennen dat Thea door Jelle,
namens de Wielewaalpopulatie, werd gezien als een geval apart dat het lekker
vindt om dwars te liggen. Het trage besef van de realiteit in combinatie met de
verdovende werking van de adrenaline die voor de zoveelste keer op De Wielewaal
van het ene op het andere moment door haar bloedbanen raasde, misten hun
uitwerking op haar reactievermogen niet. Nog net op tijd deed Thea een
spoedberoep op haar eigenwaarde, waardoor ze in de gauwigheid voldoende moed
wist te verzamelen om met overleg in het openbaar voor zichzelf op te komen. Ze
dwong zichzelf om in het centrum van de aandacht haar kin te heffen en om in de
richting van Jelle te kijken. Overigens zonder nog langer scherp te zien. Veel
later dan ze bedoeld had, maar nog net op tijd, lukte het Thea op haar beurt om
Jelle in de rede te vallen:
‘Sorry meneer Jelle, maar ik was aan het praten. U
valt mij in de rede.’
Thea had een alarmbel laten rinkelen. Ze kon trots op
zichzelf zijn. Welbeschouwd had Jelle niet haar, maar zichzelf zojuist te
kakken gezet door een mede-ouder in het bijzijn van Yin en Yang expres en
onfatsoenlijk te overstemmen. Hij was een geluk bij een ongeluk, want nog nooit
eerder in de jaren van haar kinderen op De Wielewaal had de handicap van
basisschool De Wielewaal zo duidelijk voor het oprapen gelegen als op die
memorabele ouderavond van groep 8; het laatste basisschooljaar van Sabine.
Jelle gaf de perfecte illustratie van hoe het niet moest, maar wel altijd
verliep op De Wielewaal. Een democratie met de dictatuur van de meerderheid
oftewel van de opperouders, die afhankelijk van de situatie ook nog eens
ongevraagd de vrijheid namen om een willekeurige zondebok te kiezen met het
doel om de opmerkzaamheid van de eigen onzuivere motieven af te leiden.
Bijvoorbeeld middels een haatcampagne jegens Thea. Wat had Jelle anders willen
bewerkstelligen met zijn insinuatie? Waarom Thea bij Yin en Yang introduceren
als ware zij een moeder die altijd dwars ligt, alleen maar om het dwars liggen?
De korte, pijnlijke stilte die volgde gebruikte Thea als aanloop om haar betoog
te vervolgen. Feitelijk had ze alles al gezegd, maar met een extra toegift
hoopte Thea het dramatische effect van het unieke inkijkje in de habitus op De
Wielewaal voor Yin en Yang nog wat te vergroten.
‘Ik wil alleen maar een tegengeluid laten horen. Ik
vind de beslissing om juffrouw Siepie uit groep 8 te laten gaan een prima
vondst van de directie. Ik krijg weer hoop voor de toekomst van Sabine in groep
8…’
Opnieuw vloog Jelle op en ging de woorden van Thea
mondeling te lijf. Deze keer zonder doekjes om zijn motieven te winden:
‘Jij moet gewoon je bek houden, achterlijk wijf! Je
hebt al genoeg aangericht met jouw gezeik constant! Je staat niet voor niks
bekend als tirannieke Thea!’
Als versteend bleven de directeuren Yin en Yang
stille getuigen van de verbale verkrachting die zich hier onder hun ogen en
oren afspeelde. Niet dat de verstikkende macht van sociale druk de beide
onderwijsbeesten vreemd was, maar de hypnotische kracht van de dynamiek die
blijkbaar op De Wielewaal de groepswerking saboteerde hadden Yin en Yang
wellicht ook nog nooit eerder meegemaakt. Waarom werd hier een moeder met een
afwijkende mening meteen aan de schandpaal genageld? Wat was er mis met dat
mens; die tirannieke Thea, en waarom vonden alle andere aanwezigen – inclusief
meester Jan-Willem - het niets meer dan normaal dat zij publiekelijk werd
afgemaakt? Hoezo had zij al genoeg aangericht? Wat had ze gedaan dan? Op welke
manier had zij een bijdrage geleverd aan het vertrek van juffrouw Siepie uit
groep 8? Waarom wisten de directeuren hier niks van en sinds wanneer hadden zij
zich door die wildvreemde vrouw laten beïnvloeden bij de besluitvorming over de
bezetting van deze plofklas, zonder het zelf in de gaten te hebben?
Thea trad even uit haar lichaam en zag zichzelf van
buitenaf verschrompelen in het strijdtoneel. Tegen haar wil schoot ze al
snel terug in haar lijf waarvan de
gevoelsmassa ineens in gewicht verdubbeld was. Ze wist zich aangeschoten wild.
Ze werd omringd door gretige jachthonden die nog maar één commando van hun
prooi verwijderd waren. Het lot van Thea lag in de handen van de jachtopzieners
in de verpersoonlijking van Yin en Yang. Omdat de directeuren zich op onbekend
terrein begaven waardoor ze ook niet direct een verband zagen tussen
bekvechtende ouders en de interne problemen op De Wielewaal, wist Thea al dat
ze alleen stond voordat Yin en Yang zich überhaupt realiseerden dat ze maar
beter onpartijdig konden blijven met een zo neutraal mogelijke houding voor de
klas. Thea had niet anders van ze verwacht. Geen weldenkend mens keert zich
vrijwillig en openlijk tegen de kudde. Behalve wanneer er geen keuze is, zoals
in het geval van Thea. Ze schraapte haar keel voordat ze de regie over haar
imago terug in eigen handen nam door Jelle wederom op zijn fatsoen te
wijzen.
‘Ach, en u doet alleen maar verstandige en beschaafde
uitspraken, bedoelt u te zeggen meneer Jelle? Ik heb ook recht op een mening’.
‘Voed jij eerst je eigen kinderen maar eens op’,
vuilspugde Jelle net niet binnensmonds genoeg om niet voor de helft van de
aanwezigen verstaanbaar te zijn.
De blessuretijd gebruikte directeur Yin om op het
digibord een nieuwe pagina van de powerpoint te openen. Zodoende wist hij
eindelijk om de slepende kwestie van de schooltrol heen te laveren. Nauwelijks
had hij het volgende aandachtspunt van de ouderavond aangestipt of een
hernieuwde emotievloed golfde ongecontroleerd door het klaslokaal van groep 8.
Op het digibord stond inmiddels een afkorting; te weten:
-
de
niotoets.
Dat de niotoets voor de Nederlandse
Intelligentietoets voor Onderwijsadviezen stond, bleek na paniekerige navraag
van bijna alle opgefokte aanwezigen. Directeur Yin liet de uitroepen zoals; ‘nooit
van gehoord, wat moet dat voorstellen, en alweer een toets?!’ oplopen, alvorens
hij de definitie gaf. Thea was evenmin bekend met de niotoets, maar zo’n
neutrale test klonk niet verkeerd in het
licht van het corrupte vervolgopleidingsadviezenrégime op De Wielewaal. De
vader van Boris stond dit keer als eerste op zijn achterste poten.
‘Eerst een citotoets en nu weer een niotoets. Ik vind
het echt teveel van het goede. Mijn zoon Boris heeft al diverse
intelligentietoetsen achter de rug. Telkenmale werd gevolglijk bij hem
hoogbegaafdheid geconstateerd. Wij als gezin zijn nu wel klaar met
intelligentietoetsen. Ik weet niet hoe ik weer een intelligentietoets aan hem
moet verkopen.’
Directeur Yin had meteen een antwoord klaar met een
stelligheid waar zelfs Gert niet van terug had.
‘De niotoets is uiteraard niet verplicht, maar wij
raden deelname van uw kind aan de toets wel met klem aan. U wilt van ons een zo
goed mogelijk middelbare schooladvies voor uw kind en de uitslag van de
niotoets helpt ons daarbij.’
In tegenstelling tot Gert was Jelle op die bewuste
ouderavond van groep 8 echter al zo ver heen dat geen enkele argumentatie, hoe
redelijk ook, hem nog tot tevredenheid kon stemmen:
‘Ik ben het daar niet mee eens!’, brulde hij in
plompverloren door het klaslokaal.
‘Ik wel!’, was alles wat Thea tegen Jelle in kon
brengen, omdat de rotopmerkingen van deze lullo nog door haar hele bedwelmde
lijf nagalmden.
Door de doffe echo van de beledigingen mocht Thea aan
de buitenkant heel standvastig geleken hebben, innerlijk werd ze heen en weer
geslingerd tussen twee tegenstrijdige emoties. Enerzijds frustratie over het feit dat de vader van
Fransje zo maar weg kwam met het onfatsoen waarmee hij haar nog geen 5 minuten
geleden en plein public had aangevallen en anderzijds een euforische stemming
over de veelbelovende voornemens van Yin en Yang.
‘Ik vind het wat veel hoor. Al die toetsen. Waar komt
de citotoets dan binnen?’, wilde een normale moeder weten.
Op deze vraag was directeur Yin duidelijk wel
voorbereid. Hij toverde een tabel op het digibord waarin de citotoets, de
niotoets, het leerlingenvolgbeleid en het middelbare schooladvies naar mate van
importantie gerangschikt stonden.
‘De citotoets is een landelijk ijkpunt. Voor elk kind
afzonderlijk dient de score van de citotoets echter alleen ter ondersteuning
van het eigenlijke middelbare schooladvies. De uitslag van de citotoets is dus
zeker niet alles bepalend. Ik zal het u nog sterker vertellen; wij streven
ernaar om dit middelbare schooladvies voor elk kind al vantevoren – dus voor de
afname van de citotoets – vast te leggen. Dat wil zeggen dat wij alleen bij een
dramatisch verschil tussen de uitslag van de citotoets en het middelbare
schooladvies bereid zijn om onze in de leerpraktijk gevormde mening over uw
kind te veranderen. U moet niet vergeten dat voor ons, met name, de rapportage
aan de hand van het leerlingenvolgsysteem door de jaren heen van cruciaal belang
is bij het vaststellen van het leerniveau van uw kind. Dus niet zozeer de
uitslag van maar 1 enkele citotoets die amper drie dagdelen uit het leven van
uw kind bestrijkt. De citotoets heeft een bijrol in de vorming van het
uiteindelijke middelbare schooladvies.’
‘Ja, maar de nio toets neemt toch ook maar een paar
dagdelen in beslag neem ik aan?’, vroeg weer een andere doorsnee ouder
redelijkerwijs.
Ze werd aangevuld door Agnes, de moeder van Nana:
‘Dat wou ik ook net vragen. En er zijn trouwens
allang voorlopige middelbare schooladviezen gegeven door juffrouw Siepie en
juffrouw Lola vorig jaar in groep 7. Tellen die adviezen niet mee of zo?’
Voor de goede orde werd ze meteen gecorrigeerd door
directeur Yin:
‘U bedoelt voorlopige adviezen’.
‘Ja, nou die wijken toch nauwelijks af van de
uiteindelijke middelbare schooladviezen neem ik aan?’
Maud sloot zich bij Agnes aan door haar ongenoegen
van vooraan in het eerste bankje naar achteren in de klas luidkeels aan alle
aanwezigen kenbaar te maken.
‘Ik mag toch hopen van wel?’
Ze overviel directeur Yin die van de schrik begon te
stotteren.
‘Nou…uh, normaal gesproken wel, maar…uh… er zijn dus
foutjes…uh.. aan het licht gekomen.’
‘Foutjes?’, fronste de vader van Guus.
Alsof de teloorgang van de bedrieglijke succesformule
van De Wielewaal uit de lucht kwam vallen en er geen online inspectierapport
openbaar stond dat er niet om loog. Waarom zou er eigenlijk überhaupt een
crisismanagement door de onderwijsstichting aangesteld zijn? De gedemonstreerde
onnozelheid van de vader van Guus betekende voor directeur Yin zichtbaar het
einde van zijn lijdzaamheid. Hij maakte zich groot door zijn schouders op te
trekken. Iedere ouder die zich nou nog – na een algemene
voorlichtingsbijeenkomst en deze ouderavond - publiekelijk durfde te verbazen
over eventuele vrij gegeven fouten uit het verleden van De Wielewaal, zou
gedwongen moeten worden om het eigen inschattingsvermogen aan een reality check
te onderwerpen. Waarom eigenlijk niet hier en nu? Zonder nog te aarzelen
vertelde directeur Yin verder niets nieuws.
‘Foutjes zou ik ze eigenlijk niet willen noemen,
eerder oneffenheden. Er zijn een aantal onvolkomenheden aan de oppervlakte
gekomen bij de totstandkoming van de voorlopige middelbare schooladviezen van
deze jaargang op De Wielewaal.’
Thea beet op de knokkels van haar vuist. Van Gieke en Dieke, oftewel buurvrouw en buurvrouw,
alias de vaste kern van de speelpleinlobby wist Thea tenslotte allang dat het
probleem van de foutieve middelbare schooladviezen niet van vandaag was. De
trubbels waren veel omvangrijker, destructiever en speelden al veel langer dan
alleen in de huidige jaargang van groep 8. Thea nam aan dat directeur Yin het
probleem klein wilde houden op de ouderavond van groep 8. Alhoewel ‘klein’ in
het licht van de overzichtelijkheid
natuurlijk ook maar een relatief begrip was. Het was niet niks voor de directie
van een basisschool om de eigen misstappen zo openlijk toe te geven.
Zie je wel dat Thea dus niet tijdelijk
ontoerekeningsvatbaar was op die middag vlak voor de zomervakantie en het
vertrek van de ontslagen directrice in de vergaderruimte van De Wielewaal? In
het bijzijn van Willy Bakbruin, Jeewee en de schooltrol had Thea de
professionaliteit van juffrouw Siepie openlijk in twijfel durven te trekken.
Het voorlopige middelbare schooladvies van juffrouw Siepie en invalster Lola
was gewoon natte vinger werk geweest. Voortgekomen uit onkunde en overmoed.
Hoogmoed komt voor de val. Want wat de toen overspannen en afwezige juffrouw
Rita normaliter kon, dat kon de schooltrol immers zogenaamd 10 keer beter.
Juffrouw Siepie was in al haar onwijsheid alleen vergeten om de uitkomsten van
het onderwijsvolgsysteem bij haar voorlopige middelbare school adviezen op te
tellen. Daardoor viel de basisschool carrière van de leerlingen uit de laatste
jaargang van De Wielewaal volledig weg bij de uitkomst van de entreetoets die
standaard aan het einde van groep 7 op nagenoeg alle basisscholen in Nederland
wordt afgenomen. Naast de persoonlijke twijfelachtige inzichten van juffrouw Siepie
de saimiri werd op die manier de entreetoets tot de enige norm voor de
voorlopige middelbare schooladviezen voor ieder kind van De Wielewaal verheven.
Zo was Sabine aan haar foutieve voorlopige vmbobasis advies gekomen. In
werkelijkheid had ze gewoon op het moment van de entreetoets haar dag niet
gehad. Of Juist wel, want ze werd tijdens het maken van de entreetoets voor het
eerst ongesteld in het klaslokaal van groep 7. Er bestaan culturen waar deze
mijlpaal van de eerste menstruatie gekoesterd en gevierd wordt, maar blijkbaar
niet op Nederlandse basisscholen en al helemaal niet door juffrouw Lola die op
dat moment surveilleerde. Ze was de tijdelijke vervangster van juffrouw Rita
aan de zijde van Siepie de saimiri. Mooi, jong, onervaren en met het inlevingsvermogen
van een robot. Thea was blij dat achteraf, indirect, uit de woorden van
directeur Yin kon opmaken dat Sabine kennelijk niet het enige kind op De
Wielewaal was dat door invalster Lola en de schooltrol niet gezien werd voor
wat het in zijn mars had.’
Directeur Yin waagde het zelfs nog om in zijn
oprechtheid aan het geweten van te opperouders te appelleren:
‘Maar de problematiek rond de middelbare
schooladviezen op De Wielewaal is uw allen bekend. Toch?!’
‘Hoezo, ik weet van niks, Fransje heeft een voorlopig
advies voor het stedelijk gymnasium. Dat is een perfecte inschatting van haar
capaciteiten. Mijn complimenten aan juffrouw Siepie’, emmerde Jelle.
Thea kon het niet nalaten om elke kans te grijpen om
zich te wreken bij de vader van Fransje. De lulhannes.
‘Nou, dan kan de uitslag van de niotoets toch
helemaal geen kwaad? Baat het niet dan schaadt het niet zou ik zeggen. En in
het geval van Sabine kan zo’n niotoets weleens in haar voordeel uitpakken.
Momenteel heeft ze namelijk een voorlopig middelbare schooladvies dat totaal
niet bij haar capaciteiten aansluit.’
Achter haar rug mimede Jelle wauwelend zonder geluid
te maken met de zegswijze van Thea mee. Iedereen negeerde hem inmiddels. Ook
Yin en Yang wiens aandacht tegelijkertijd naar Thea uitging alsof ze haar
enthousiasme voor de niotoets wilden temperen. Zo van:
‘Verwacht nou geen wonderen. Er is nog geen mens
slimmer geworden van het maken van de niotoets.’
Marloes, de moeder van Lennart en de voormalige
logopediste van Walter, stak haar vinger op. Nadat directeur Yang haar het
podium had gegeven nam ze uitgebreid de tijd om de juiste woorden te vinden. Ze
zat naast Dimpf in een uithoekje van de klas en alle ongeduld uit het lokaal
richtte zich op haar getreuzel.
‘Hallo, ik ben Marloes, de moeder van Lennart.
Lennert heeft een voorlopig vwo advies. Naast mama ben ik ook logopediste en ik
werk dagelijks met kinderen. De ervaring heeft mij geleerd dat te veel toetsen
schadelijk kunnen zijn voor kinderen.’
‘Ok, en wat is uw vraag precies?’
Directeur Yin begon rusteloos te worden.
‘Wat is jouw kijk op toetsen?’
Marloes steunde met haar kin op een vuist. Ze was
pathetisch.
‘Ik geloof in toetsen, anders was ik geen onderwijzer
geworden. Ik denk ook niet dat toetsen pur sang schadelijk zijn voor kinderen.
De manier waarop ze gebracht worden kan wel verkeerd zijn.’
Het zelfverzekerde optreden van directeur Yin mistte
zijn uitwerking op Marloes niet. Pas nu begon ze de ernst van de situatie in te
zien. Met een boos oog in de richting van het bankje van Thea en de moeder van
Imke gaf Marloes haar onvrede aan iedereen te kennen:
‘Ja maar het is toch absurd dat onze kinderen een
extra niotoets moeten maken alleen maar omdat een paar ouders zich niet kunnen
vinden in de voorlopige middelbare schooladviezen van juffrouw Siepie?’
Directeur Yin antwoordde terwijl zijn blik af en toe
nodigend afdwaalde naar directeur Yang die nauwelijks merkbaar maar wel
aanhoudend stond te knikken.
‘Dat zijn uw woorden. De uitslag van de niotoets
helpt ons om de middelbare schooladviezen nog beter bij de behoeftes en het
leervermogen van uw kind aan te laten sluiten. En natuurlijk is ook de uitslag
van de niotoets niet zaligmakend. Daar komt bij dat de uitkomst van de niotoets
maar 1 jaar geldig blijft. Een jaar later kan uw kind weer heel anders scoren
afhankelijk van de persoonlijke ontwikkelingen die het heeft doorgemaakt. Voor
ons als onderwijsteam staan de gegevens van het leerlingenvolgsysteem voorop.
Dus de gedocumenteerde leerresultaten van uw kind en de inzichten van
verschillende leerkrachten op uw kind door de basisschooljaren heen. Trouwens,
op het merendeel van de basisscholen die bij onze onderwijsstichting zijn
aangesloten is de nio toets al jarenlang een onderdeel van het lesprogramma.
Met de invoering van de nio toets in groep 8 van De Wielewaal maken wij een
inhaalslag.’
‘En wat is dan het verschil tussen een citotoets en
een niotoets?’
Dimpf stelde de vraag ook namens Marloes die zich
aangevallen voelde door directeur Yin. Troostend, maar ook een beetje lacherig
wreef Dimpf de rug van haar monddood geslagen, bibberige buurvrouw.
‘De cito toets gaat globaal gezien over vaardigheden
en de niotoets vergt voornamelijk inzicht ‘, wist directeur Yin toch een beetje
beteuterd over de hoog gevoelige Marloes.
Dankbaar liet hij zich afleiden door het kalmerende
stemtimbre van de stiefvader van Zarah.
‘De niotoets is geen vies woord. Mijn vrouw en ik
hebben goede ervaringen met de niotoets. Toen Erum, de middelste van onze 3
meiden, een vmboadvies kreeg hier op De Wielewaal, hadden wij ook het gevoel
dat ze beter kon. Ze was in de war omdat onze gezamenlijke zoon Makin
uitgerekend in de periode van de citotoets ter wereld kwam. Later hebben wij op
de scholengemeenschap waar Erum terecht kwam de niotoets aangevraagd. De uitslag
was een duidelijke zaak. Erum doet nou vwo in plaats van vmbo.’
‘Wie heeft Erum toen een vmboadvies gegeven als ik
vragen mag? Ik niet toch?’, wilde Jeewee terloops, maar wel even voor alle
duidelijkheid weten.
‘Deze keer toevallig jij niet nee, Jeewee’, spotte
Dalila plagerig.
‘Nee, dat dacht ik al’, herademde Jeewee quasi
verstrooid.
Maar wat als we de niotoets nou niet nodig vinden?’,
dramde Jelle door.
Gert, de vader van Boris en Alfred in de rolstoel,
stelde hem gerust.
‘Dan kan je rustig weigeren hoor, ouders hebben ook
rechten’.
Tot nu toe had directeur Yang zich afzijdig gehouden.
Hij ging immers over personeelszaken en niet over public relations. Maar aan de
zijlijn liet hij zijn mening niet onbetuigd door een rijk arsenaal aan
gezichtsuitdrukkingen en andere lichaamstaal. Uit dat mimespel kon Thea
tamelijk nauwkeurig afleiden hoe Yang in de discussie stond. Nu kwam hij vanuit
de deuropening van het lokaal voor de klas staan om de sceptici te waarschuwen
voor overhaastige beslissingen.
‘Weigeren van de niotoets dat doet u maar één keer,
mocht u daarna de noodzaak van de niotoets toch inzien dan hebt u pech gehad en
mag u de afname van de toets bij uw kind zelf financieren.’
‘Wat kost dat nou helemaal?’, schamperde Harry, de
vader van Luna, leraar Nederlands en autodidact in de onderwijskunde.
Edwin antwoordde in plaats van Yin en Yang. Tot
ergernis van Dalila die, kermend, oogrollend en klikkend met haar tong, te
kennen gaf dat ze wenste dat haar man wat minder op de voorgrond trad met zijn
uitgesproken meningen.
‘Dat kostte 3 jaar geleden 200 eurootjes voor 1
passend middelbare schooladvies voor Erum. Dat moet je niet willen voor je
kind. Dan heeft zo’n klassikale, gratis niotoets wel onze voorkeur.’
‘Baat het niet dan schaadt het niet’, vond Thea.
Greet, de moeder van het huilmeisje Mathilde en
Gertrude uit groep 6, reageerde meteen op de opmerking van Thea. Overigens
zonder Thea in haar respons te betrekken en door zich direct op Yin en Yang te
richten. Alsof Thea de woordvoerster namens de directeuren was.
‘Ja, dat vraag ik me dus af. Of de niotoets wel zo
onschadelijk is? Want wat zeg je ermee tegen je kind? Welke boodschap geef je
mee met een intelligentietoets?’
‘U kunt uw kind niet voorbereiden op de niotoets en
dus hoeft u ook niet aan uw kind te
vertellen dat de niotoets een intelligentietoets is’, adviseerde directeur Yang
met een schalks lachje.
Bijna direct sprong directeur Yin glunderend in het
beeld van zijn vrijmoedige collega in de hoop de situatie nog enigszins te
kunnen redden.
‘U kunt altijd bij Jeewee of anders bij mij terecht
met vragen.’
Jeewee knikte blij omdat hij eindelijk ook iets kon
betekenen op de ouderavond die langzaam op zijn einde liep. Er werden nog wat
huishoudelijke en onbeduidende opmerkingen over en weer geplaatst, waarvan Thea
de inhoud maar globaal mee kreeg. In de verte begon Marit over de noodzaak van
een frisse douchebeurt na het gymmen die steeds werd overgeslagen. En heus niet
alleen door Luna.
‘Er wordt zelden gedoucht na het gymmen. Ik vind dat
een kwalijke zaak. Er zou strenger op toegezien moeten worden.’
‘Ja en dan hebben we nou helemaal een probleem’, vond
de adoptiemoeder van Nia.
‘Hoe dat zo?’ gaapte directeur Yin.
De moeder van Imke, naast Thea, antwoordde voor de
moeder van Nia:
‘O, ik denk dat de moeder van Nia bedoelt dat Jeewee
moeilijk toezicht kan houden in de kleedkamers van zowel de jongens als de
meisjes.’
Meteen was het hele opperouder conglomeraat weer in
rep en roer, want zie je wel dat juffrouw Siepie onvervangbaar was.
‘Imke begint al een echte dame te worden met borstjes
en schaamhaar’, lichtte de moeder van Imke onnodig toe.
Jeewee hield zich onveranderlijk afzijdig van elke
discussie, maar dit keer ging hem dat moeilijker af dan normaal. Hij stond hem
zichtbaar te knijpen. De grijze lok op zijn voorhoofd deinde op de pufjes uit
zijn samengeknepen lippen. Ze gaven even verlichting aan te lang ingehouden
adem. Wat er ook gebeurde, Jeewee zou nooit en te nimmer vrijwillig de
kleedkamer van bakvissen betreden. Hij hoopte dat Yin en Yang hem niet zouden
dwingen om zich in het hol van de leeuw te begeven. Elke klunzige beweging,
onverwachte oogopslag, domme uitspraak of ondoordachte handeling zou verkeerd
uitgelegd kunnen worden. Gelukkig droeg directeur Yin meteen een praktische
oplossing aan.
‘Ik heb begrepen dat de gymdocente van De Wielewaal
een dame is?’
‘Ja, maar ik weet niet of Doris wel tijd heeft om na
de gymlessen ook nog te controleren of de meiden wel gedoucht hebben of niet’,
twijfelde Agnes de moeder van Nana hardop.
‘Dan maakt Doris maar tijd!’, galmde de welbekende
stem van juffrouw Marijke met een autoritaire ondertoon door het klaslokaal.
Directeur Yin knikte instemmend en Jeewee grijnsde
opgelucht. Hij vond douchen na het gymmen ineens ook van levensbelang voor alle
kinderen van groep 8 en beloofde plechtig dat hij er in de toekomst samen met
Doris op zou toezien dat de jongens en meisjes fris als een hoentje de
kleedkamers van de gymzaal zouden verlaten.
Na de afhandeling van dit wissewasje, volgden nog
meer akkefietjes die te onbenullig waren om de aandacht van Thea langer dan een
paar tellen vast te houden. De rest van de aanwezigen bakkeleide nog wel ruim
een half uur over en weer over vanalles en nog wat. Toch stapte Thea niet
voortijdig op. Haar slappe knieën vroegen haar volledige concentratie. Als een
berg zag ze op tegen het naderende, officiële einde van de ouderavond. Dan kon
ze niet anders. Dan moest ze wel zo snel als ze kon wegwezen met haar opgelaten
gevoel.
Buiten uit het zicht van de opperouders zou ze kunnen
bekomen van haar gelijk. Met haar rug tegen een stenen muur rond het schaars
verlichte speelplein geleund. In de nasleep van een stormachtige ouderavond en
de anonimiteit van een donkere nazomernacht. De schooltrol had haar beste tijd
gehad en er kwam een niotoets teneinde de foutieve middelbare school
pré-adviezen recht te trekken. Zulke beslissingen neemt een schoolbestuur niet
enkel en alleen op basis van maar 1 klacht van 1 enkele moeder die bekend staat
onder de bijnaam ‘tirannieke Thea’. Het kon niet anders dan dat De Wielewaal al
veel langer onder vuur lag. Thea had het docententeam van de basisschool van
haar kinderen niet voor niks verdacht gemaakt. De vader van Fransje, Jelle dus,
had geen gelijk. Thea was geen achterlijk wijf. Vanavond leverde de vader van
Fransje juist het onomstotelijke bewijs van zijn eigen kortzichtigheid door het
voortouw te nemen in de dictatuur van de bekrompen ouders. Niet alleen aan
Thea, maar, veel belangrijker, ook aan Yin en Yang die nu nog onpartijdig
waren. Een betere bekrachtiging voor het bestaansrecht van haar kinderen had
Thea niet kunnen wensen. Alsof het hele gebeuren door een hogere macht ter ere
van tirannieke Thea in scene gezet was. Wie had ooit op zo’n sprekend resultaat
van een eenvoudige ouderbijeenkomst durven hopen? Thea nog het minst van
allemaal.
De finish was eindelijk bereikt en hoewel de rek zo
goed als volledig uit haar veerkracht was verdwenen, lukte het Thea toch om als
eerste van haar bankje op te staan en een uitweg te zoeken. Daarvoor moest ze
eerst langs Jeewee en Yin en Yang af. Om zichzelf in de gauwigheid een houding
aan te meten besloot ze de barricade voor in het klaslokaal te nemen door alle
drie de heren de hand te schudden. Van Jeewee had ze niet anders kunnen
verwachten dan het zweterige, slappe handje dat hij gaf.
‘Fijne avond nog Thea’, kweelde hij week.
De handdruk van Yang was neutraal, maar Yin kneep
extra ferm waardoor Thea, gezien de lengte van deze relatief kleine
directeur, niet anders kon dan hem een
seconde recht in de ogen te kijken:
‘Tot morgen’, fluisterde hij.
Yin had dus al die tijd geweten dat zij de moeder van
Sabine was met wie hij de volgende dag – op dinsdag – een afspraak had om te
praten over haar klacht ten aanzien van de stomp van Boris. Thea snapte ook wel
dat hij haar niet eerder, ergens in de loop van de ouderavond, een teken van
herkenning had kunnen geven. Een wederzijds seintje van wat dan ook zou niet
alleen in het nadeel van de geloofwaardigheid van de directeuren gewerkt
hebben. Een persoonlijke noot zou ook Thea in een nog kwader daglicht geplaatst
hebben dan ze al stond. Thea vond het zelfs ongemakkelijk dat Yin onder 4 ogen
op deze geruchtmakende ouderavond naar het gesprek van morgen refereerde. Ze
was hoogsensitief geworden nadat haar ego publiekelijk met voeten getreden was
door Jelle; de vader van Fransje; de vlees geworden bezieling van de
opperouders. Thea kon nu niets meer verduren. Mocht ze nog draaieriger in haar
hoofd gemaakt worden dan ging ze zo meteen hallucineren op haar adrenalineoverschot.
Enfin, Yin wist na haar aandeel in de discussies van vanavond in ieder geval
wel wat voor een vlees hij met haar in de kuip had en Thea dankte de here Jezus
in een innerlijk schietgebed dat ze het klaslokaal heelhuids had weten te
ontvluchten.
Of toch niet. Jeewee riep haar naam. Het klonk
onwezenlijk. Haar naam zo rechtsreeks uit zijn mond. Alsof hij aan Yin en Yang
wilde laten horen dat hij haar kende, terwijl hij zich vanmorgen nog voor haar
schaamde in het bijzijn van de opperouders. Hij riep een tweede keer en Thea
draaide zich automatisch om in de deuropening op weg naar buiten. Jeewee was al
onderweg naar haar toe en zwaaide met een formulier:
‘Je bent vergeten om na te gaan of de adres gegevens
en het telefoonnummer van Sabine nog kloppen’, fleemde hij.
Kon dat niet op een ander tijdstip? Sowieso waren
haar adresgegevens al bijna een decennium onveranderd en bekend bij iedereen op
De Wielewaal. Snapte Jeewee dan niet dat ze weg wilde? Thea had niet de kracht
om te hem te weigeren en geforceerd liet ze zich door Jeewee terug het
overvolle lokaal van groep 8 in jagen. De meeste ouders dromden samen om Yin en
Yang. Ze wilden gehoord worden! Een stuk of 15 papa’s en mama’s verdrongen zich
om de tafel met leerlingenformulieren met persoonlijke gegevens die daar ter
controle waren neergelegd. Yin keek bezorgd toen hij zag dat Thea weer
teruggehaald was door Jeewee. Het leek hem geen goed idee. Integenstelling tot
Jeewee begreep hij wel dat Thea al de hele avond op het randje van haar zenuwen
had gebalanceerd. Logisch dat ze na het behalen van de eindstreep elk moment
kon instorten. Liefst niet in het openbaar uiteraard. Welke sukkel haalde de
pineut dan nog terug voor een encore? Voordat het te laat was realiseerde Thea
zich weer wat voor een sociale kluns Jeewee was en dat hij haar ondergang nog
zou worden als hij haar tenminste niet uit het oog verloor zoals precies op dat
moment wel het geval was. Als de bliksem keerde Thea terug op haar schreden en
vluchtte wederom de gang op alwaar ze oploste in de donkerte van het
trappengat.
HOOFDSTUK 44
De informatie op het makelaarsbord in de voortuin van
overbuurman Bink is sinds kort schuin overschreven met het woord ‘verkocht’ in
sierlijke, grote, rode letters. Thea heeft nog geen verhuiswagen gezien, maar
dat zou ook wel niet lang meer duren. Het vertrek van Bink en zijn
escortservice aan en van huis is als het ware de bekroning op het verbeterde
aanzien van de volkswijk nieuwe stijl. Een hoerenkast hoort niet thuis tussen
gerenoveerde panden en nieuwbouwwoningen met pril geluk en pas geboren
aanwinsten.
Na de wijkvernieuwing trekken er geen daklozen,
verslaafden of andere randfiguren meer aan het raam van Thea voorbij, maar
hordes wandelwagens en buggy’s. Ze worden nog zelden geduwd door gezapige
grootouders, maar in de nieuwe regel door twens en dertigers in sportkleding.
Veel jonge vaders hebben baarden en dragen het lange haar in een knotje – de
zogenaamde man bun - halverwege het achterhoofd. De mama’s zijn stuk voor stuk
weer helemaal in vorm zo vlak na de bevalling en schreeuwen met hun nauw
aansluitende trainingspakken om bewondering! Hoe doen ze dat toch? Vermoedelijk
dankzij keiharde training in de sportschool of door zo veel mogelijk kilometers te maken in rondjes door de wijk.
De Spartaanse levensinstelling van deze fanatiekelingen komt zelfs af en toe
akelig dichtbij wanneer de jonge moeders met de peuter in de buggy voor zich
uit aan de geherwaardeerde vooroorlogse woning van Thea en Bart voorbij rennen.
Soms zelfs met nog een extra baby bij zich in een hopsende draagzak voor op de
borst. Gekkenwerk.
Tijdens zijn oversteek zwaait de overbuurman midden
op straat met een papiertje in zijn hand naar Thea die op het punt staat om in
haar Renault te stappen. Het briefje doet haar denken aan een vredesoffer,
omdat Bink zo ontwapenend het witte velletje hoog boven zijn glimmende, kale
hoofd uit wappert.
‘Wat gaan we nou krijgen, ga je me een adreswijziging
geven na alles wat we hebben meegemaakt!?’, lacht Thea overrompeld door de
onverwachte toenadering van haar overbuurman.
‘Juist na alles wat we meegemaakt hebben’, hijgt
Bink, zodra hij naast haar op de stoep is gearriveerd.
‘Ik dacht dat je me nooit meer wilde zien.’
De nabijheid van Bink heeft altijd een louterend
effect op Thea. Andersom is dat precies zo. De ogen van Bink flonkeren.
‘Hoe kun je dat nou denken? Je weet toch dat ik een
zwak voor je heb Thea? En nu we het toch over zwakheden hebben; zie jij Melvin
nog weleens?’
De vraag levert Thea vluchtneigingen op. Of de
oorzaak ligt in haar nachtelijke gepieker over het antwoord. Dat kan ook. Zij
heeft Melvin wel min of meer losgelaten, maar andersom waarschijnlijk niet.
Elke ochtend is Thea nog huiverig dat het oppaskind als vanouds in de keuken
opduikt. Alsof er niets gebeurd is en Melvin de onschuldige onderonsjes in de
ochtend tussen de ontbijtboel aan de keukentafel niet ontmaagd heeft tijdens
hun laatste ontmoeting. Uit frustratie over zijn eigen liefdesleven wilde
toyboy Melvin de buitenwereld – te beginnen bij zijn zus Jasmijn - doen geloven
dat Thea een klant van hem was. Een cougar heet dat in de volksmond, maar
volgens Thea is een dame op leeftijd die haar seksuele frustraties op jonge
gasten uitleeft gewoon een pedofiel. Of hoe noem je een kinderverkrachter met
in plaats van een zieke piemel een hysterische doos?
Het is maar goed dat Thea geen rechter is. Ze zou ze allemaal veroordelen.
Genderneutraal. Maar die gedachte spreekt ze natuurlijk niet uit. In de
wetenschap dat ze toch vooral van jaloezie en hypocrisie beticht gaat worden.
Op een bepaalde leeftijd zijn dat soort aantijgingen niet te weerleggen zonder
pathetisch over te komen. Desondanks respecteert Melvin haar reserve niet.
Eigengerechtig scheert hij zijn oude kinderjuf over één kam met de klandizie
van de escortservice waar hij werkt voor Bink; zijn stiefoom. De
vertrouwensbreuk van Melvin is de reden dat Thea het zorgenkindje uit haar
leven heeft gebannen. Ze laat de achterdeur dan ook nooit meer van het slot. De
sleutel onder de bloempot op het overdekte terras is verdwenen en Thea
glimlacht niet meer naar Bink.
‘Nee, ik zie Melvin nooit meer.’
‘Sinds wanneer?’
Bink doet alsof hij verrast is.
‘Sinds mijn laatste ziekenbezoek aan hem bij Jasmijn
in de flat. ’
‘Hij logeert niet meer in het appartement van Jasmijn
en hij woont ook niet meer thuis bij Pim en mijn zus’, weet Bink.
‘Zo, dus hij is vermist’, schampert Thea,
‘Niet vermist, maar zelfs Jasmijn weet hem niet op
een vast adres vast te pinnen.’
‘Misschien moet je Jasmijn niet zo makkelijk
geloven?’
‘Jasmijn? Ik weet zeker dat Jasmijn net zo min als ik
eerlijk waar weet waar Melvin momenteel precies woont. Hij heeft geen vast
adres. Hij bivakkeert op straat.’
Plotseling herinnert Thea zich weer de glimp die ze
een tijdje geleden meende opgevangen te hebben van een schaduw van haar
geliefde Betuwe Flipje. Hij was sterk vermagerd en maakte een verwarde indruk.
Zijn wankelende tred gaf de doorslag. Deze schim was niet de vertrouwde,
elegante, goed verzorgde Melvin die zich voortbeweegt als een lenige ladykiller
in prijzige merkkleding in een walm van dure after shave. Dit zwakke aftreksel
van de vroegere mooiboy moest wel gezichtsbedrog zijn.
‘Ik meende hem laatst nog ergens gezien te hebben’,
twijfelt ze.
‘Maar dat wist je niet zeker natuurlijk?’, gokt Bink.
‘Hoe weet jij dat?
‘Heel veel pillen, maar voornamelijk horse’,
verklaart Bink.
‘Pardon?’
‘Heroïne.’
‘Ja, ik weet wel wat horse is.’
‘Nou dan.’
‘Werkt hij nog voor Jou?’
‘Wat denk jij nou Thea? Ik deal niet in
heroïnehoertjes.’
‘Maar wel in toyboys’.
‘Melvin ziet er niet meer uit. Niet representatief en
voorlopig onverkoopbaar als toyboy.’
Bink vertrekt geen spier. Maar als hij meent wat hij
zegt, waarom staat hij hier dan op de stoep te leuren met een handreiking naar
Melvin?
‘Waarom zoek je Melvin dan nog Bink? Om je geweten te
sussen?’
‘Ik heb geen geweten en ik zoek Melvin niet. Verspilde
moeite’, bekent Bink onbeschaamd.
‘En wat moet ik dan met jouw nieuwe contactgegevens
Bink?’
‘Straks ben ik weg en dan kan Melvin zijn
suikeroompje niet vinden. Want ik mag Melvin wel niet zoeken, maar Melvin zoekt
mij wel in zijn tijd. Als het hem zo uitkomt. En wat doet Melvin als hij op
zo’n zoekmomentje niet weet waar ik ben?’
Met een deinende beweging houdt Bink het briefje, dat
hij tussen zijn wijs- en middelvinger heeft geschoven, voor het grijpen van
Thea. Ze aarzelt maar ze besluit het vliegertje toch te vangen, terwijl ze
quasi onverschillig haar schouders ophaalt:
‘Weet je wat mij dat kan schelen, Bink?’
Bink trekt één mondhoek omhoog en hoont.
‘Ja, dat weet ik toevallig Thea. Dat kan jou heel
veel schelen. Daarom sta ik hier ook. Je bent een goed mens. Maar daar gaat het
nou even niet om. Vandaag of morgen klopt Melvin weer bij jou aan de
keukendeur. Zoals vroeger.’
‘Dat was gewoon koffie drinken!’
Thea hoort zelf het cliché dat Bink er nog eens extra
bij haar inwrijft.
‘Lieve schat, Melvin komt altijd gewoon op de
koffie.’
‘Houd alsjeblieft op Bink! Bij mijn laatste
ziekenbezoek deed Melvin het ook al voorkomen alsof hij mij regelmatig een
beurt gaf tegen betaling.’
Thea voelt haar maaginhoud protesteren tegen het
uitspreken van de leugen.
‘Wat heb jij toch tegen een beetje seks tegen
betaling Thea?’
‘Ik heb niks tegen seks tegen betaling, maar wel
tegen generatiekloven en machtsmisbruik.’
Bink heeft zijn antwoord klaar. Waarschijnlijk omdat
de woorden van Thea weleens vaker heeft moeten weerleggen.
‘Prostitutie is niet per definitie machtsmisbruik’.
‘Dat antwoord had ik nou helemaal niet verwacht’,
schampert Thea.
Bink houdt voet bij stuk.
‘Ik heb Melvin nooit ergens toe gedwongen’.
‘Lieve schat, Melvin komt altijd gewoon op de
koffie’, echoot Thea de eerdere verdediging van Bink.
Bink onderdrukt een smalende glimlach, terwijl Thea
haar tegenaanval vervolgt:
‘Maar je hebt hem ook niet tegengehouden.’
‘Waarom zou ik hem tegenhouden? Moet ik hem behoeden
voor mijn levensstijl? Ik doe niemand kwaad. Ik ben al vanaf mijn 16de
een kleine zelfstandige die nog nooit zijn handje heeft hoeven op te houden.
Niks om me voor te schamen. En niet voor het één of het ander, maar…eh…Melvin
is zelf naar me toegekomen.’
‘Geloof je het zelf, Bink?’
‘Jij gelooft zelf toch ook dat Melvin alleen maar bij
jou in de keuken op de koffie kwam?’
Ondanks het gelijk van Bink, blijft Thea worstelen
met het verwoorden van haar kijk op de zaak.
‘Laat ik het
zo zeggen; Ik heb laatst een Amerikaanse documentaire gezien over jonge mensen
die vrijwillig in de moderne porno-industrie op het internet stapten. Ze
begonnen allemaal even enthousiast en deelden een giga honger naar het grote
geld. Het merendeel hield het online seksleventje hooguit 3 maanden vol. Daarna
was het uit met de real life pret en de snelle duit. Wat resteerde was weer een
lading jonge mensen die al op hun 18de gedesillusioneerd en
uitgerangeerd zijn. Eigenlijk zou elke pornoconsument verplicht naar zo’n
documentaire moeten kijken. Zo’n verslag van de realiteit werkt libido
verlagend.’
‘Ik kan niet geloven dat ik hier op de stoep met jou
over porno sta te praten, maar wat jij wilt Thea. Ik verkoop geen illusie, maar
een lustbeleving. Dat is hard werken. Net zoals iedere andere onderneming. Er
zijn pieken en er zijn dalen. Er zijn mensen met talent en slachtoffers die dit wereldje niet zien voor de harde
business die het is. Als je dat niet begrijpt dan heb je inderdaad niets te
zoeken in deze industrietak. Melvin begrijpt het produktiegedeelte maar al te
goed. Wij zijn van de heren, Thea. Weet je nog? Als zodanig helpen wij dames
beter aan hun gerief dan welke hetero dan ook. Wij hoeven ons niet te
bewijzen.’
‘Toch zou ik het fijn vinden als je mij niet in
jullie praktijken zou willen betrekken.’
‘Daar ben ik dus nu mee bezig.’
‘Dus jij gelooft mij en niet Melvin?
‘Wat zal mij het nou aan m’n reet roesten dat jullie
elke morgen in jouw woonkeuken hebben liggen wippen?’, haalt Bink onverwacht
grof uit.
‘Je hoeft niet ordinair te worden’, slikt Thea
verafschuwd.
Aan de voortekenen van zijn gezichtsuitdrukking en
houding te zien, staat Bink op het punt
om een tirade in te zetten. Dan bedenkt hij zich en verandert van toonzetting.
‘Maakt het wat uit of ik je geloof of niet Thea?’
‘Ja’, stelt Thea onverbiddelijk.
‘Okay, ik geloof je’, zweert Bink en hij houdt een v
met 2 vingers vlak naast zijn linker wang.
Thea probeert zijn sprekende ogen te lezen. Ze
onthullen geen antwoorden op levensvragen.
‘Voor mij is Melvin een gepasseerd station’, vervolgt
Thea.
Ze geeft Bink een vrije trap voor open doel.
‘Ik vrees alleen dat jij geen gepasseerd station voor
hem bent’.
‘Ik doe gewoon de deur niet open als het zover is’,
bluft Thea.
‘Lieve Thea, je kunt er donder op zeggen dat Melvin
binnenkort opnieuw tegen die muur oploopt. En dan belt hij weer bij jou aan.
Niet 1 keer, maar 100 keer. Hij neemt geen genoegen met jouw afwijzing. Hij is
verslaafd Thea, maar dat is niet het ergste. Hij heeft de bodem van de beerput
nog niet bereikt. Maar dat gaat gebeuren. Waar moet Melvin in dat noodgeval dan
terecht voor zijn natje en zijn droogje zonder mijn adresgegevens? Ik ben dan
namelijk verhuisd.
‘Misschien bij zijn vader en stiefmoeder?’, oppert
Thea sarcastisch.
‘Zij hebben ook nog een puber in huis. De dochter van
mijn zus is 13 of 14. In ieder geval is ze ergens om en nabij de gevoelige
leeftijd van jouw kinderen. Femke wil haar dochter net zo goed als iedere
andere normale moeder niet blootstellen aan de verleidingen van de verslaving
van Melvin en dat kan ik haar niet kwalijk nemen’, antwoordt Bink belerend
ineens.
Thea staat versteld van de vele stemmingswisselingen
die Bink op korte termijn laat zien. Hij lijkt haar een vermoeiend baasje dat
zijn emoties echter wel onder controle lijkt te hebben, dus waarom zou Thea
niet gewoon met hem mee schommelen?
‘Nee, maar Pim verkiest wel mooi zijn stiefdochter
boven zijn bloedeigen zoon. Hij zou zich moeten schamen’.
‘Dat doet hij echt wel en denk je dat Femke zo lekker
slaapt?’
‘Om heel eerlijk te zijn heb ik me nog niet verdiept
in de nachtrust van Femke, Bink.’
‘Dat snap ik. Maar daar kom ik dus binnen. Niet
alleen voor Melvin, maar ook voor Pim, mijn zus en mijn nichtje. En voor jou.’
‘Voor mij?’, schampert Thea.
‘Voor jou ja. Want als Melvin op korte termijn hoe
dan ook weer opduikt denk je dan dat hij maar één enkele keer bij jouw aanbelt?
Dat hij bij één keer bescheiden kloppen aan de achterdeur de moed opgeeft?’
‘Dat zal wel niet’, puft Thea al bezwaard bij het
vooruitzicht.
‘Dan kun je toch veel beter meteen resoluut met hem
afrekenen? Dus die deur open doen en hem een alternatief bieden in de vorm
van mijn contactgegevens. Toch veel
beter dan 100 keer dat irritante gejengel van de bel trotseren? Een
geheugensteuntje in tijden van nood onthoudt hij wel. Er is niets mis met het
korte termijn geheugen van een verslaafde. Je hoeft hem niet eens binnen te
laten. Voor je het weet heeft hij me zo vaak opgezocht dat zijn plek van
bestemming beklijft en dan ben je echt voorgoed van hem verlost.’
‘Ow, dus als ik het goed begrijp kom je me een gunst
verlenen met dit briefje?’, smaalt Thea onverbeterlijk.
‘Dat begrijp je helemaal goed Thea’, kreunt Bink
moedeloos.
Hoe Thea de uitleg van Bink ook wendt of keert, de
uitkomst spreekt telkens in het voordeel van alle betrokkenen. Bink heeft zich
over Melvin ontfermd. Voor zover als dat mogelijk is en op zijn unieke,
controversiële wijze. Wat doet het ertoe? Andere mensen rommelen ook maar wat
aan.
‘Maak je jezelf niet een beetje te belangrijk Bink?
Vlak Jasmijn niet uit.’
‘Jasmijn is naar haar moeder in Engeland gevlucht,
omdat Melvin haar niet meer wilde zien vanwege die oplichterij met de
zogenaamde telefonische chantage. Zo hield Jasmijntje poppedeintje haar pappie
en gekke Binkie aan het lijntje. Melvin trok meteen zijn handen van zussie af.
Dikke duim voor onze Melvin.’
‘Hij is niet ‘onze’ Melvin. Hij is van zichzelf en
hoogstens de eindverantwoordelijkheid van zijn ouders; Pim en Beau’, siddert
Thea alsof ze de herinneringen aan haar pleegzoon figuurlijk van zich af wil
schudden.
‘Hij is meer van jou en mij dan jij wilt weten,
Thea.’
Thea doet er het zwijgen toe en na een korte
mijmering neemt Bink de draad van het gesprek weer op.
‘Ik zit net zo min als jij op een junkie te wachten,
Thea’, verzucht hij melodramatisch.
‘Waar zit je dan wel op te wachten? Ik dacht dat jij
geen geweten had Bink’, lacht Thea spottend, maar toch ook ergens benieuwd.
‘Ik wacht op verlossing’, smaalt Bink,
‘Maar…’, vervolgt hij;
‘Als de nood het hoogst is, dan is de redding nabij.
Dus mocht Melvin bij jou aankloppen dan laat je hem niet binnen. Wat doe jij
dan ook weer wel?’
Het is de bedoeling dat Thea nu laat merken dat ze
Bink begrepen heeft met behulp van een korte samenvatting. In plaats daarvan
blijft ze hem met samengeperste lippen uitdagend aankijken. Hij is haar pooier
niet! Schuldbewust trekt Bink haar hint op zijn fatsoen. Dan resumeert hij het
besprokene zelf maar, terwijl hij de aandachtspuntjes op zijn vingers natelt.
‘Welnu, jij brieft Melvin aan de deur mijn
contactgegevens door, desnoods herhaal je de boodschap, want onze vriend is
inmiddels een recidivist. Zo gauw Melvin dan weer eens zo diep gezonken is dat
hij aan de grond zit dan komt hij op deze manier via jou toch steeds weer bij
mij op zijn pootjes terecht.’
Die avond neemt Thea de contactgegevens van het
briefje over in haar telefoon. Voor de zekerheid en uit oude gewoonte pint ze
vervolgens het velletje van Bink vast op het prikbord in de bijkeuken annex de
studieruimte van Huiswerksterk. De adresgegevens van Bink dreigen meteen te
verdwijnen tussen een onoverzichtelijk lading; post-its, briefjes, kladjes,
kriebeltjes, krabbeltjes, kattebelletjes, aantekeningen, schrijfsels,
afspraakkaartjes, notulen, reclamefolders en nog veel meer oud papier waardoor
het zandkleurige gespikkelde kurk van het prikbord onzichtbaar is geworden.
Haastig vanwege haar dagelijkse race tegen de klok, begint Thea de boel te
ordenen. Driekwart kan de papierbak in; zoals een oude uitdraai van een
nieuwsbrief van De Wielewaal. Met het verstrijken van de puberjaren van Sabine
en Walter raakt de doldwaze basisschoolperiode van haar tweetal sowieso steeds
verder op de achtergrond van het alledaagse bewustzijn. Zoals dat hoort bij een
normale ontwikkelingsgang zonder jeugdtrauma’s, hetgeen overigens geen
verdienste van het onderwijsteam van De Wielewaal genoemd mag worden.
Integendeel. Door alle tegenwerking door leerkrachten en opperouders in de eerste
12 levensjaren van hun kroost valt de relatief zorgeloze jeugd van Sabine en
Walter, even afgezien van de ongecompliceerde karakters van beide kinderen,
toch voornamelijk toe te schrijven aan de extra krachtsinspanningen van Bart en
Thea. En die extreme toewijding zal waarschijnlijk weer de reden zijn waarom
met name Thea nog lang niet bevrijd is van de opperouderperikelen van weleer.
Hoewel ze in de tegenwoordige tijd nooit vrijwillig herinneringen aan de
basisschoolperiode van haar kinderen oproept. Dat zou te veel van het goede
zijn aangezien Thea nog dagelijks spontaan overvallen wordt door geforceerde
flashbacks uit die extraordinaire Wielewaaltijd.
‘Onverwerkt leed’, noemt men dat in de psychologie.
Niet alleen zo’n oude nieuwsbrief roept allerlei associaties
op met de eerste 12 leerjaren van Sabine en Walter. Aanhoudend doen zich in het
huidige leven van Thea de meest uiteenlopende triggers voor die haar ongewild terugflitsen naar weleer. Zo ook een
verlopen afsprakenkaartje tussen de mikmak op het prikbord. Het is een notitie
van bijna 4 jaar geleden, maar Thea weet nog precies dat het een gesprek tussen
Yin en Yang en haarzelf betrof. Op dinsdag 2 september om kwart voor elf in de
ochtend om precies te zijn. Het was een ontmoeting die had plaatsgevonden naar
aanleiding van een klacht die Thea bij de nieuwe directeuren van De Wielewaal
had ingediend. In de eerste schoolweek na de zomervakantie nota bene. Alsof ze
toen ook al niets beters te doen had gehad.
De ophef was begonnen met het agressieve gedrag van
Boris. Hij was het ontgoochelde broertje van Alfred in de rolstoel, die Sabine
in de eerste schoolweek na de zomervakantie in het klaslokaal van groep 8 in de
maag gestompt had. In het bijzijn van Jeewee. Volgens de officiële lezing omdat
hij aan Asperger leed. Een psychische aandoening. Maar naar mening van Thea in
werkelijkheid, omdat hij vanwege een bliksemafleider - in de overdrachtelijke
zin van zijn doodzieke broertje - overal mee kon wegkomen.
Op de ochtend van het gesprek met Yin en Yang was
Thea innerlijk nog beurs van de onthullende ouderbijeenkomst van de avond
daarvoor. Desondanks had ze voor het eerst in haar leven geen spijt van haar
vanzelfsprekende aanwezigheid bij een ouderavond van groep acht op De
Wielewaal. Als zij er niet geweest was om de opperouders te provoceren met haar
snedige opmerkingen, dan was de kudde ook niet in de verleiding gekomen om hun
deceptie over de impopulaire maatregelen van de nieuwe hoeders Yin en Yang
openlijk op het gedoodverfde zwarte schaap af te reageren. Zonder de
nadrukkelijke aanwezigheid van tirannieke Thea zou men als vanouds eensgezind
hypocriet aan het neuzelen geslagen zijn in de heilige overtuiging dat geen
normaal mens tegen groepsdruk bestand was. Dus waarom Yin en Yang wel? Thea was
er ook bang voor. Daarom smaakte haar wraak ook zo zoet bij het triomfantelijke
besef dat de kliek zich in het bijzijn van de nieuwe directeuren uit de tent
had laten lokken door niemand minder dan het bescheiden persoontje van
tirannieke Thea. Dankzij haar weerwoord waren Yin en Yang niet eerst op een
tijdrovend dwaalspoor gezet, maar hadden zij in een tijdsbestek van een paar
uur de oorzaak van de problemen op De Wielewaal op een presenteerblaadje
aangeboden gekregen. Geen struisvogelbeleid was na gisterenavond opgewassen
tegen het obstakel van de dictatuur van de opperouders.
De oplossing van de problematiek was verder aan de
troubleshooters. Thea had haar plicht gedaan. Nu moest ze alleen nog herstellen
van de kater die ze aan haar confrontatie met de woordvoerder van de
opperouders had overgehouden. De vader van Fransje, Jelle, had haar gewoon publiekelijk afgebekt zonder
dat iemand hem tot de orde riep. Een labiel persoon zou bijna denken dat Jelle
de goedkeuring van de voltallige bezetting op de ouderavond in het klaslokaal
van groep 8 kon wegdragen. En ach, misschien was dat ook wel echt zo. Maar wat
dan nog? In de loop van haar levensjaren had Thea geleerd om voor haar eigen
mening te staan zonder op steun van anderen te rekenen. Met uitzondering van Bart.
Hij was haar uitvalsbasis en samen gingen zij voor het hachje van hun eigen
kinderen. Als anderen daar van mee konden profiteren dan was dat mooi
meegenomen, maar Bart en Thea waren geen van tweeën wereldverbeteraars. De
openlijke vernedering van Jelle had Thea laten gebeuren voor het effect op Yin
en Yang. Hoewel Thea zo’n primitieve reactie van de opperouders had kunnen
voorspellen overtrof de timing haar stoutste dromen. Maar daarom riep het
zielige gedrag van Jelle nog niet minder agressie bij Thea op. Niets menselijks
was haar vreemd. Het liefst was ze ter plekke acuut met haar blote vuisten op
Jelle in gaan rammen zonder rekening te houden met de regels van fatsoen die de
vader van Fransje immers ook gewoon aan zijn laars lapte. Gezien zijn postuur was
Jelle echter waarschijnlijk sterker en dus verkoos Thea heel verstandig om de
slimste te zijn.
‘Wat was dat gisteren?’, was het eerste dat directeur
Yin aan Thea vroeg toen hij, verhit van het haasten, plaats nam aan de
vergadertafel in de directiekamer.
Hij was te laat. Thea zat al een kwartier voorbij het
afgesproken tijdstip tegenover directeur Yang aan de grote langwerpige tafel in
de kantoorruimte die ze zo goed kende van haar gesprekken met Willy Bakbruin.
De inrichting was onveranderd in de oude Willy Bakbruinstijl met dezelfde
ingelijste kindertekeningen en groepsfoto’s aan de muur als voorheen. Alleen de
kiek van de rare haardracht schoolfeestdag met de gekke kapsels van Willy
Bakbruin en juffrouw Rita was verplaatst van de fotogalerij in de gang naar
boven het raam van de directiekamer. Thea vroeg zich af waarom? Misschien had
de foto een minder prominente plaats gekregen in de hoop daarmee een
versnelling van het tempo waarin Willy Balbruin uit het collectieve geheugen
gewist werd op te voeren? Of de nieuwe hangplek van het zogenaamd leuke plaatje
diende juist als eerbetoon aan de voormalige directrice van De Wielewaal. Nou
ja, een hommage met een knipoog en een glimlach dan, want Juffrouw Rita had een
viool in haar malle kapsel en Willy Bakbruin droeg de strijkstok in heur rare
haar. De aanblik riep gevoelens van nostalgie bij Thea op. Melancholie over;
geen boos opzet, het onvermogen, de onkunde en onvervulde belofte. Wel een
geluk bij een ongemakkelijk gevoel dat het raam onder de kiek uitkeek op een
kinderrijk gedeelte van het speelplein, zodat Thea zich niet bloot hoefde te
geven tijdens de stiltes die vielen in de conversatie met directeur Yang
gedurende het wachten op directeur Yin. Directeur Yang werkte op haar zenuwen.
Niet zozeer omdat hij misschien haar type was, of andersom, of wederzijds, of
wat deed het ertoe, want Thea was toch al bezet en hij waarschijnlijk ook; maar
omdat hij haar bestookte met vragen. Vragen over haar opleiding; haar
werkervaring; haar hobby’s. Alsof hij haar curriculum vitae afvinkte. Thea
antwoordde kortaf en slordig. Te laat realiseerde ze zich dat directeur Yang
voornamelijk voor de interne reorganisatie en het personeelsbeleid op De
Wielewaal was aangesteld en dat het voeren van sollicitatiegesprekken waarschijnlijk
één van zijn routinematige werkdagelijkse bezigheden was. Tijdens de
momentopname aan de vergadertafel werd ze alleen maar kregelig van zijn
nieuwsgierigheid. Zat hij haar nou uit te horen?
‘Dus je hebt ook zelf ook wel kijk op les geven?’,
wilde hij bijvoorbeeld weten naar aanleiding van de door haar genoemde functie
als huiswerkbegeleidster bij Huiswerksterk.
‘Ja, in een 1 op 1 relatie wel’, schoot Thea meteen
in de verdediging uit angst om voorbarig als betweetster weggezet te worden.
De beste stuurlui staan altijd aan wal. Ook in het
onderwijs. Thea stond immers niet voor de klas. Omdat ze directeur Yang zag
schrikken van haar felle reactie, had Thea meteen een beetje spijt van haar
automatische afweermechanisme, dat misschien iets te scherp stond afgesteld uit
zelfbehoud. Hij zocht naar de juiste woorden en een andere toonzetting.
Directeur Yang probeerde Thea te peilen. Zeker nadat hij gisterenavond op de
ouderbijeenkomst van groep 8 getuige was geweest van de aanvaring tussen Jelle,
alias de vader van Fransje, en Thea. Na een stuk of wat vergeefse pogingen, gaf
directeur Yang de moed op. Hij was het gewend om mensen op hun gemak te moeten
stellen, maar normaliter deed hij geen moeite om aardig gevonden te worden. Wat
directeur Yang betreft was hij bij Thea al heel ver gegaan.
‘Een beetje te ver’, als je het Thea vroeg.
Ze hield er niet van om over zichzelf uit te wijden.
Zeker niet in een directeurskamer waarvan het interieur nog steeds de oude
stempel van Willy Bakbruin droeg. Toch was de ruimte na de komst van Yin en
Yang ontdaan van illusies. De sfeer was rijper. De druk op de ketel was als het
ware opgevoerd en het deksel lag op een kier. Helemaal in de lijn van deze
symboliek had directeur Yang de deur van de directiekamer, na binnenkomst van
Thea, dan ook open laten staan, met als gevolg dat een optocht van bestookte
kinderen in de gang van De Wielewaal deelgenoot werd van een spraakmakende
ontmoeting tussen crisismanagers en de aanleiding. Hier vond zonder medeweten
van de opperouders een bespreking met het gedoodverfde zwarte schaap plaats.
Tirannieke Thea in de bocht! Komt dat zien! Komt dat zien! Laatkomer Yin
gedroeg zich in navolging van directeur Yang ook alsof hij in de kerk geboren
was. En een gebaar of niet, Thea voelde zich door de open deur gesteund in haar
bestaansrecht. In deze atmosfeer kon de waarheid aan het licht komen. Zij het
geleidelijk; want net zo min als Yin en Yang was Thea in staat om hapklare
brokken te serveren.
Ze deed haar best om de dwingende vraag van directeur
Yin om uitleg van de escalatie tijdens
de ouderavond zo zakelijk mogelijk te beantwoorden, teneinde vooral niet de
indruk te wekken dat ze op medelijden vlaste.
‘Wat dat was gisterenavond? De normale gang van zaken
op De Wielewaal in een notendop. Dat was gisterenavond.’
Het reactiepatroon van Yin was volkomen blanco,
waardoor voor Thea meteen duidelijk werd waarom Rinus Hardleers van de
onderwijsstichting hem de aangewezen persoon had gevonden om de human interest
en publieksrelaties van De Wielewaal op orde te stellen. Ondanks zijn weinig
imponerende voorkomen. Heel anders dan de indrukwekkende, maar tegelijkertijd
ook vooringenomen verschijning van directeur Yang. In het bijzijn van en
gedurende de interactie met Yin telde alleen het uitgesproken woord. Dat wat
expliciet gezegd werd. Zonder dubbelzinnigheden. Ondertussen bleef directeur
Yang de ogen van Thea tevergeefs op bluf onderzoeken, terwijl zijn collega Yin
de ondervraging naadloos van hem overnam:
‘Maar goed, je bent hier dus naar aanleiding van jouw
mailtje over het incident met de stomp in de maag van Sabine door Boris.’
‘Als dat alles was.’
‘Niet dan?’
‘Je vergeet even te vermelden dat de stomp in de maag
van Sabine in het klaslokaal van groep 8 gebeurde door toedoen van Boris en wel
onder het toeziend oog van Jan-Willem’, completeerde Thea de boel voor de
volledigheid.
Hierop pauzeerde directeur Yin een paar seconden om
de juiste woorden te vinden. Naar buiten toe kon en mocht hij vanuit zijn
functie als directeur uiteraard geen partij kiezen.
‘Ja, ik ken Sabine nog niet en Boris trouwens ook
niet.’
‘Maak je geen zorgen, Boris zul je snel genoeg leren
kennen’, smaalde Thea.
‘Ok?’
Vol verwachting ging directeur Yin achterover zitten.
‘Hij heeft Asperger’, lichtte Thea toe en ze vervolgde:
‘Maar dat geeft hem nog niet het recht om mijn
dochter in de maag te stompen. En weet je; de pijn van die stomp blijft alleen
maar langer na zeuren nu Boris wederom
ongestraft met zijn gewelddadigheid zal wegkomen.’
Directeur Yin kwam Thea meteen tegemoet en vroeg:
‘Waarom denk je dat Boris met zijn gewelddadigheid
weg zal komen?’
Directeur Yang was wat minder inschikkelijk. Hij
vulde zijn collega kwaaddenkend aan:
‘Als het tenminste waar is wat je zegt.’
Thea besloot de steek onder water alsmede de
wantrouwende instelling van directeur Yang te negeren. Hij zou snel genoeg
achter de waarheid over de dictatuur van de opperouders komen en zich met
terugwerkende kracht rot schamen over zijn primaire achterdocht jegens Thea. En
hoewel ze best bereid was te geloven dat reserves vanuit zijn positie als
leidinggevende gezien volkomen legitiem waren, zou Thea de initiële argwaan van
directeur Yang nooit meer vergeten. Laat staan dat ze hem zijn vijandigheid kon
vergeven.
‘Boris komt altijd met zijn gewelddadigheid weg. In
tegen stelling tot bijvoorbeeld mijn zoon Walter. Walter zit in groep 7 en hij
is in de loop van zijn Wielewaalcarrière al ontelbare malen gestraft voor
vergrijpen die nog niet bij benadering kunnen tippen aan de schoolresultaten
van de agressie van Boris. Walter hoeft maar een vinger uit te steken of hij
staat alweer op de gang. Maar Boris krijgt na een paar réprimandes gewoon zijn
wapen weer terug zodat hij doodleuk door kan gaan met andere kinderen bang
maken en pijn doen.’
‘Een wapen?’
‘Zijn passer.’
‘Een passer is een passer en geen wapen’, vond
directeur Yang,
‘Boris gebruikt zijn passer als een wapen’, legde
Thea liefjes uit.
Haar voortdurende weerwoord maakte dat directeur Yang
steeds minder zeker van zijn zaak werd. Directeur Yin trok zijn conclusie:
‘Ik ben het wel met je eens dat meester Jan-Willem
dit incident niet onbesproken kan laten. Hij zal met zowel Sabine en Boris als
met de ouders moeten praten.’
Thea hikte honend:
‘Eerst zien en dan geloven. Jeewee durft in geen 100
jaar de ouders van Boris aan te spreken op het gedrag van zoonlief.’
‘Hij zal wel moeten’, riep directeur Yin bij voorbaat
verontwaardigd uit.
Thea hielp hem even herinneren:
‘Je was er gisterenavond toch ook bij?’
‘Zou juffrouw Siepie in plaats van Jeewee de ouders
van Boris dan wel direct op zijn wangedrag hebben aangesproken?’, wilde
directeur Yin oprecht van Thea weten.
‘Nee, integendeel. Jeewee is apathisch. Dat is waar,
maar juffrouw Siepie is nog erger. Zij zou het gedrag van Boris niet alleen
goed gepraat, maar zelfs verdedigd hebben. Dat is ook de reden waarom ik vind
dat jullie een goede beslissing hebben genomen door haar voor de rest van het
schooljaar niet parttime naast Jeewee in groep 8 te laten staan.’
Op het gelaat van directeur Yang verscheen een grimas
alsof hij wilde zeggen:
‘Ik zit heus niet op jouw goedkeuring te wachten’.
Ondertussen negeerde directeur Yin de dubbele
boodschap van zijn collega en pakte door:
‘Maar meester Jan-Willem heeft ook niet adequaat
opgetreden tegen het boksincident in de klas. Waarom blijf je hem dan toch
verkiezen boven juffrouw Siepie?’
‘Jeewee is de minst kwade van het tweetal. Maar noem
het gedrag van Boris geen incident! Waarom denk je dat ik hier zit? Het is
altijd hetzelfde liedje hier op De Wielewaal. Daar is geen kruid tegen
gewassen.’
Op dit punt moest Thea op haar woorden gaan passen.
Op de donderdag na het geweldsdelict in het klaslokaal van groep 8 had Walter
zijn moeder namelijk in een moeilijk parket gebracht
door de stomp van Boris in de maag van Sabine spontaan te wreken. Voor een
kind van 10 jaar is een schriftelijke klacht van zijn moeder, die bij de
directie een schoolweek lang op afhandeling lag te wachten, veel te abstract.
Walter kon er in ieder geval geen kant mee op. Vandaar dat hij, toen hij zijn
kans schoon zag, zijn been verkeerd neerzette precies op het ogenblik dat Boris
op de speelplaats voor zijn voeten liep. Boris maakte een lelijke smak en
vervolgens een heleboel kabaal. Zoveel ruchtbaarheid zou de nieuwe directie van
De Wielewaal vandaag of morgen ook ter ore komen. Aan Thea de taak om de opperouders voor te zijn en nu
eens niet de wandaden van Boris, maar de wraakactie van Walter te
minimaliseren. De lopende klacht tegen Boris mocht niet verdwijnen achter een
ondoordachte reactie van Walter. Directeur Yang hielp Thea onbedoeld op weg:
‘Wij zijn geen kruid, maar onkruid. En zoals je weet:
onkruid vergaat niet. Onkruid is zelfs opgewassen tegen steeds hetzelfde
liedje. Maar wij zijn nieuw hier op De Wielewaal. Dus vertel ons; hoe gaat dat
liedje dan?’
Thea hield haar lach in. Ze kon zich in het
beginstadium van haar contact met de directie nog geen spontaniteiten
veroorloven.
‘Dat liedje gaat over steeds hetzelfde groepje
jongens dat toch weer de schuld krijgt van ongeregeldheden op school, terwijl
Boris vrijuit gaat. Zo heeft Walter uit pure onmacht Boris al per ongeluk laten
struikelen.’
Directeur Yin kwam overeind in zijn stoel en boog
zich voorover tot vlak bij het gezicht van Thea die naast hem zat.
‘Dus jouw zoon heeft Boris laten struikelen?’
Thea haastte zich met het geven van een bagatelletje
a la de opperouders:
‘Per ongeluk.’
‘Hoe kun je iemand nou per ongeluk laten
struikelen?’, schamperde directeur Yan.
‘Nou misschien op dezelfde manier waarop je iemand
per ongeluk in de maag kunt stompen?’
Yin en Yang gaven zich gewonnen en zonden elkaar een
blik van verstandhouding.
‘Dus je zit hier voor Walter en niet voor Sabine?’
Directeur Yang speelde nog steeds een kat en
muisspelletje. In zijn eentje.
‘Ik zit hier voor zowel Walter als Sabine. Deze keer
zal ik de opperouders te slim af zijn. En nee, ik keur het niet goed dat Walter
een ander kind heeft laten struikelen. Maar ik wil wel even duidelijk stellen
dat Walter voor zijn zusje opkwam. Hij is pas aan het tackelen geslagen nadat
Boris ongestraft een stomp in de maag van Sabine geparkeerd heeft. In het
klaslokaal van groep 8. Door het slappe gedoogbeleid ten aanzien van sommige,
uitverkoren kinderen op De Wielewaal mogelijk gemaakt.
‘Some pigs are more equal than others’, schreef
George Orwell al in Animal Farm.
Sommige kinderen nemen dan het recht in eigen hand.
Dat krijg je ervan als volwassenen alles maar laten gebeuren. Sabine is wel het
zusje van Walter en ze zijn misschien thuis niet altijd de beste maatjes, maar
het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Ook bij Boris. Iedere keer dat er weer
een zenuw bij hem doorbrandt zal hij opnieuw op de verkeerde steun van zijn
ouders kunnen terugvallen. Zo leert dat kind toch nooit om eigen
verantwoordelijkheid voor zijn daden te dragen? De pech van Boris is de schuld
van anderen. Van Walter bijvoorbeeld over wie Boris zeker gaat klikken. Vandaag
of morgen. Walter heeft hem zomaar laten struikelen. Dat Boris op zijn beurt
het zusje van Walter eerst een opdoffer in haar buik heeft gegeven verandert
niets aan het gegeven dat zijn doortastende ouders binnenkort net zo makkelijk
hun weg naar Jeewee of Siepie zullen vinden. Op hoge poten. Het is dan voor
Walter alleen nog een kwestie zijn vonnis afwachten en de opgelegde straf
uitzitten.’
Yin en Yang waren geschokt.
‘Maar we hebben toch een pestprotocol op De
Wielewaal? Daar moet niet alleen Walter, maar ook Boris zich aan houden!’
‘Boris heeft Aspergers en het pestprotocol is niet
mijn probleem. Ik ga Walter niet aanspreken op pootje haken. Hij mag niet
gewelddadig zijn, dat klopt, maar Boris mag het zusje van Walter ook niet in de
maag stompen. De leerkrachten hier op De Wielewaal werken dit strijdlustige
gedrag zelf in de hand met hun voorkeursbeleid.’
De adem van zowel directeur Yin als directeur Yang
stokte en de alertheid sprong op scherp. Wellicht hadden ze beet?
‘Voorkeursbeleid?’
‘Het is voor het docententeam op De Wielewaal
gebruikelijk om vooraanstaande ouders naar de mond te praten of ze in ieder
geval niet voor de wielen te gaan rijden. Gevolglijk worden de kinderen van
opperouders op school ontzien. Sommige leerkrachten zijn daar extremer in dan
anderen. Siepie is de koningin. Daarom staat zij ook zo hoog aangeschreven bij
de opperouders. Zoals jullie gisteren waarschijnlijk ook wel gemerkt zullen
hebben. De hoge rekening die Siepie voor haar status heeft moeten betalen,
hebben de kinderen van minder vooraanstaande ouders voldaan in het afgelopen
schooljaar in groep 7. Mijn dochter
Sabine bijvoorbeeld. Ik moet al dankbaar wezen dat juf Siepie überhaupt weet
wie Sabine eigenlijk is. Meester Jan-Willem heeft wat meer hart voor zijn klas.
Sabine heeft in groep 5, in de combinatieklas, bij Jan Willem gezeten. Ze was
toen al redelijk gesteld op hem. Daarom krijgt Jeewee van mijn man en mij ook
nog steeds het voordeel van de twijfel en heeft Siepie afgedaan.’
‘Wie zijn die opperouders?’, wilde directeur Yin
weten, terwijl hij een pen ter hand nam.
Alsof Thea namen zou noemen.
‘De vooraanstaande papa’s en mama’s. De Wielewaalkliek!’
‘En jij wilt beweren dat de ouders van Boris bij de
opperouders horen?’, controleerde directeur Yin nog even voor de zekerheid
voordat hij aantekeningen begon te maken.
‘Dat beweer ik niet alleen, dat weet ik wel zeker.’
‘En waarom hoor jij dan niet bij de opperouders?’,
vroeg directeur Yang die nog steeds vast zat in zijn aftastende houding.
‘Onder meer omdat ik niet in De Wielewaalwijk woon.’
‘Onder meer?’, drong directeur Yang aan.
‘Onder veel meer’, beaamde Thea met de nodige
bravoure.
Directeur Yang keek moeilijk, maar directeur Yang
stelde de hamvraag gewoon:
‘Als je niet in deze buurt woont; hoe en waarom ben
je dan op De Wielewaal terecht gekomen?’
‘Via Het Kleurenpalet in onze wijk. We zijn begonnen
met Sabine op deze zwarte school. ‘Klein Turkije’, wordt de school ook wel
genoemd. Maar die bijnaam dekt de lading niet. Het Kleurenpalet herbergt
kinderen van maar liefst 24 nationaliteiten. Dat is te veel van het goede. Te
veel positieve discriminatie ten koste van witte, bevoorrechte kinderen. Zoals
mijn dochter Sabine bijvoorbeeld. Zij was in groep 1 op Het Kleurenpalet ver in
de minderheid. En natuurlijk was het uitgangspunt goed. Zo zou Sabine als
4jarig meisje op school al vroeg leren integreren in een multiculturele
samenleving. Jong geleerd is immers oud gedaan. Alleen was het evenwicht ver te
zoeken. In tegenstelling tot 95 procent van haar klasgenootjes kwam Sabine
bijvoorbeeld in haar privésituatie nooit in aanraking met de ramadan. Het
religieuze verband met een suikerfeest is dan niet alleen voor een ouder ver te
zoeken, terwijl Sabine ondertussen zowat de enige in haar kleuterklasje was bij
wie sinterklaas thuis wel in haar schoen reed. En kinderen zijn misschien wel
kneedbaar, maar niet achterlijk. Door de groepssamenstelling leerde Sabine
spelenderwijs dat haar aparte status op school alles te maken had met haar
Westerse identiteit. Met andere woorden; Sabine viel op door het stempel van
een zogenaamde bevoorrechte kleuter. Hetgeen haar meteen met de morele plicht
opzadelde om constant een stapje terug te doen voor haar onderdrukte kansarme
mede Nederlandse leeftijdgenootjes. Door deze ongerechtigheid voelde ik mij
bijna verplicht om de zogenaamde ‘nationale’ gebruiken, gewoonten en
christelijke feestdagen extra in ere te houden. Enkel en alleen voor het oog
van de oververtegenwoordigde moslimgemeenschap op Het Kleurenpalet. Zodoende
moest ik, het prototype van een Westerse vrouw, aldoor op mijn tellen passen.
Na een idealistisch tropenjaar met mijn dochter op een zwarte school was ik als
verdwaalde ouder zo ver heen, dat elke andere basisschool beter leek. Zelfs de
omhooggevallen Wielewaal die ik het schooljaar daarvoor nog had afgewezen voor
de illusie van de vanzelfsprekende culturenfusie op een internationale school.
Na deze ontgoocheling was mijn kritische vermogen tijdelijk uitgeput. Slechter
kon het niet worden. Zolang de voertaal tussen de kinderen en de ouders
onderling maar niet langer het arabischcadabrisch van de internationale
pluraliteit op Het Kleurenpalet was, hoorde je mij niet klagen.’
Thea had haar laatste punt amper uitgesproken of
directeur Yang had zijn reactie klaar.
‘Dat is jouw perceptie’, benadrukte hij belerend en
met een zuinig mondje.
Deze spreekwoordelijke tik op de vingers had ze
kunnen verwachten. Yin en Yang mochten dan misschien redelijk vooruitstrevend
zijn in vergelijking met de meeste vakgenoten, maar zelfs baanbrekende mensen
ontkomen in het taaie onderwijs niet aan een zekere mate van beroepsdeformatie.
Helemaal niet in de startpositie van Yin en Yang. Dus aan het begin van de
implementatie van een verbeterplan op De Wielewaal. Innovatie in de heterogene
onderwijswereld schreeuwt namelijk om compromissen. Schikkingen die zo
verstikkend verpakt zijn in het waanidee van de heilzame meeste stemmen die
gelden dat de minderheid ten langen lesten wel
moet zwichten voor het algemeen belang. De kuddegeest heeft tenslotte
het meeste kans van slagen op de weg van de minste weerstand. Dat snapte zelfs
tirannieke Thea. Ook was het niet zo moeilijk te begrijpen dat politieke
correctheid een logisch gevolg is van de gulden middenweg. Elke controverse
leidt maar af van het ideaal. De thuisbasis van de conformerende directeur Yang
was dan ook een school in een dure wijk met kinderen van hoogopgeleide ouders die
de heersende sociale pedanterie met de paplepel ingegoten krijgen. Heel anders
dan de dolende directeur Yin die landelijke bekendheid had verworven met het
integratiebeleid op ‘De Vleugels’. De Vleugels was in een andere
stimuleringswijk dan Het Kleurenpalet gevestigd, maar stond voor de komst van
directeur Yin eveneens laag aangeschreven als een zwarte basisschool. Onder
leiding van directeur Yin had men op ‘De Vleugels’ de witte vlucht van ouders
met hun kinderen van de nietige buurtbasisschool naar illustere wijken met hoog
aangeschreven onderwijsinstellingen weten te reduceren. Over deze verzoenende
aanpak van Yin viel vanalles te bewonderen, lezen, zien en beluisteren in
krantenartikelen, nieuwsbrieven, verslagen, interviews, regionale journaals en
educatieve voorlichtingsfilmpjes op google. De roem van De Vleugels leek de
realiteitszin van directeur Yin nog niet te hebben aangetast, want in
tegenstelling tot zijn collega Yang werd hij niet schoolmeesterachtig van de
omstreden uitspraken van Thea. Met een korte grimas verried Yin zelfs een
lichte irritatie over het vingertje van Yang. Alles is immers perceptie.
Perceptie is juist politiek. Correct of niet.
Gepikeerd richtte Thea zich specifiek tot Directeur
Yang. Ze voer uit:
‘Natuurlijk ventileer ik mijn persoonlijke waarneming
en niet de perceptie van een ander! Ik zit hier voor mijn kinderen en niet
namens de hele goegemeente. Als het aan mijn man Bart en mij had gelegen dan
waren we met Walter en Sabine allang naar een andere basisschool gegaan. Dat
zou dan voor de tweede keer zijn. Niet dat de overstap van Het Kleurenpalet
naar De Wielewaal 6 jaar geleden zo soepeltjes verlopen is of dat de wisseling
van basisscholen ons zoveel soelaas heeft geboden, maar zoals Ramses en
Liselore vroeger al zo treffend zongen:
‘Het gras zal altijd groener zijn aan de andere kant
van de heuvels.’
Bart en ik hebben dus maar besloten om met onze
kinderen op De Wielewaal te blijven. Sabine zit in haar laatste basisschooljaar
en Walter zit in groep 7. Het zou te ver voeren om nou nog de hele boel om te
gooien. Toch heeft het niet veel gescheeld.’
Yin en Yang maakten geen verraste indruk. Ze waren
eerder opgelucht alsof met het definitieve besluit van Bart en Thea om met hun
kinderen toch op De Wielewaal te blijven de vloek van de leegloop over de
getroffen basisschool was bezworen, hetgeen al vast één kopzorg minder was. Het
leek wel alsof beide troubleshooters reageerden met voorkennis over de
overspannen toestand waarin Bart voor de zomervakantie het gesprek met Willy Bakbruin,
Jeewee, Siepie en Thea in de directiekamer had verlaten met begeleiding van de
uitroep:
‘Ok, dat was de druppel! We gaan naar een andere
school!’
Misschien hadden Yin en Yang als gevolg van dit
noodsein van Bart wel van Rinus Hardleers – de directeur van de
onderwijsstichting die Thea kende uit eerder telefonisch contact – de opdracht
gekregen om de ouders van Sabine en Walter tot bedaren te brengen. De uittocht
van kinderen van ontevreden ouders op De Wielewaal begon zo langzamerhand op te
vallen bij de buitenwacht en als Bart en Thea nou ook nog besloten om met hun 2
kinderen de benen te nemen, dan zou de pers onderhand weleens lucht van de
wantoestanden op de roemruchte basisschool kunnen krijgen. Te meer daar Thea
ooit in een mailtje aan Willy Bakbruin gedreigd had om met de redactie van de
regionale krant of het Hart van Nederland te bellen en om op facebook van
uitwassen te getuigen. Niet netjes van tirannieke Thea, maar op een getergd
mens valt nou een maal geen peil te trekken. Tel daarbij op dat Yin en Yang zo
aan het begin van het verbetertraject van De Wielewaal, nou niet echt op
negatieve publiciteit in de vorm van oude koeien uit de sloot van Willy
Bakbruin zaten te wachten en de oplossing liet zich raden. Voor het te laat was
moesten Bart en Thea dus maar zo goed en zo kwaad als het mogelijk was tot
inkeer worden gebracht. Wisten Rinus Hardleers en Yin en Yang veel dat Bart wel
vaker blufte om zijn kwetsbaarheid te overstemmen. Nog altijd beter dan dreigen
of fysiek geweld uitoefenen met een passer vond Thea dan maar. Bovendien had
Bart gelijk. De schooltrol alias juffrouw Siepie de saimiri met haar
voorkeursbeleid en foute pré-adviezen was ook de druppel geweest die de emmer
had doen overlopen.
Directeur Yin zat Thea aan te kijken alsof haar
uitingen een openbaring voor hem waren. Nadat ze haar punt gemaakt had, nam Yin
even de tijd om uit een soort trance te komen. Hij schudde zijn naakte hoofd
teneinde de input sneller te laten bezinken. Tijdens dat proces viel het Thea
op dat Yin eenzelfde soort oorknopje droeg in zijn rechteroorlel als Bink.
Bovendien was hij net zo kaalhoofdig als de voormalige overbuurman van Thea.
Wie weet was Yin ook gay? Lekker relevant. Maar die oorbel stond in schril
contrast met zijn kleding. Yin had zich verkleed als een typische kantoorklerk:
een kraak helder wit overhemd; een grijs gemêleerde pantalon met strijkplooi en
bruin lederen monks. Een neutrale outfit. Aldus geschikt voor een oud directeur
van een zwarte school in een verdeelde achterstandswijk door uiteenlopende
culturen. De veilige kledingkeuze van Yin kwam nog niet in de buurt van een
typische homo-uitdossing. Tenminste in vergelijking met de gladde stijl van
Bink. Die ene kleine oorbel zou dan weleens een subtiel teken van verzet kunnen
zijn. Stil protest. Een goed verstaander heeft immers maar een half woord
nodig. In het geheim gaf directeur Yin
ongegeneerd toe aan de aard van het beestje. Hij had hoe dan ook gelijk, want
een homoseksueel kon op van oorsprong katholieke scholen met grotendeels islamitische
leerlingen - zoals De Vleugels en Het Kleurenpalet – sowieso maar beter niet
openlijk zichzelf zijn. Het merendeel van de moslims is homofobisch op het
hysterische af. Alsof een homoseksuele geaardheid besmettelijk is. De verboden
liefde van Melvin voor de islamitische Aadam was daar het jammerlijke bewijs
van. Alhoewel De Wielewaal nou ook niet bepaald de plek was om uit de kast te
komen. Vandaar die vermomming in een kantoorklerk van de eventuele homo Yin
natuurlijk. Er is een verschil tussen verdraagzaamheid prediken en tolerantie
uitstralen. Enfin, homofiel of niet, directeur Yin had nog vragen te over:
‘Waarom heeft het niet veel gescheeld of dat jullie
naar een andere basisschool waren getogen?’
Thea had overal een antwoord op:
‘Dat had te maken met het belachelijk lage pré-advies
dat Sabine vorig jaar aan het eind van groep 7 van juffrouw Siepie heeft
ontvangen. Volgens juffrouw Siepie paste een vmbokader pré-advies het beste bij
Sabine. Later kwamen mijn man – Bart – en ik erachter dat dit pré-advies niet
op het leerlingenvolgsysteem gebaseerd was, zoals het hoort, maar enkel en
alleen op de uitslag van de entreetoets. Anders gezegd; er is bij de
totstandkoming van het pré-advies niet logischerwijs gekeken naar de
leerontwikkeling van Sabine door haar jaren op De Wielewaal heen. Het enige dat
telde was de uitkomst van de overgangstoets aan het eind van groep 7. Toen deze
nalatigheid bij ons bekend werd, snapten mijn man en ik ook meteen het lage
préadvies voor onze dochter dat totaal niet bij haar capaciteiten en potentie
aansluit. Tijdens het maken van de cruciale toets aan het eind van groep 7,
werd Sabine namelijk voor het eerst in haar leven ongesteld. Ook nadat deze
ongelukkige samenloop van omstandigheden Willy Bakbruin, Jan-Willem en Siepie
ter ore kwam tijdens een gesprek met mijn man Bart en mij, bleef het drietal
onverbiddelijk vasthouden aan het vmbokader pré-advies. Eerder uit loyaliteit
met Siepie dan uit piëteit met Sabine, hadden Bart en ik het idee. Bart is
zelfs nog kwaad weggelopen aan het begin van de betreffende bijeenkomst en
heeft mij achtergelaten in deze directiekamer, omdat hij van Willy Bakbruin
geen aanmerkingen op mevrouw Siepie mocht hebben die ondertussen heel bitcherig
met haar ogen zat te draaien. De grove onderschatting van leerlinge Sabine in
de vorm van het foutieve pré-advies kwam helemaal niet ter sprake. Geen wonder
dus dat Bart het illustere drietal nog luidkeels dreigde met een vlucht naar
een andere basisschool voordat hij, tot het uiterste gedreven, de deur van de
directiekamer achter zich dicht smeet. Achteraf hebben we dus toch besloten om
dat niet te doen.’
‘Omdat?’, vroeg directeur Yang nog steeds op zijn
hoede.
Thea ging er eens goed voor zitten en telde de
argumenten op haar vingers na:
‘Ten eerste was Willy Bakbruin op het moment van het
foutieve pré-advies van Sabine al ontslagen en hadden Bart en ik van Rinus
Hardleers van de onderwijsstichting de verzekering gekregen dat zij na de grote
zomervakantie vervangen zou worden door 2 vakkundige brandblussers.’
Directeur Yang trok een vies gezicht, hetgeen meteen
zijn relatie tot Rinus Hardleers verried. Het was directeur Yin eveneens min of
meer aan te zien dat hij vond dat de baas van de onderwijsstichting niet zo
hoog van de toren moest blazen, maar hij vermande zich sneller dan Yang.
‘Ga door’, commandeerde hij.
‘Ten tweede mogen Bart en ik dan wel moeite hebben
met het onderwijsteam en de ouders van De Wielewaal, maar onze kinderen –
Sabine en Walter – zijn van top tot teen vergroeid met de wantoestanden op hun
school. Zij voelen zich helemaal op hun gemakkie in de klas met hun vriendjes
en vriendinnetjes. Dus waarom zouden we ze uit hun vertrouwde omgeving halen?
Wie garandeert ons dat de volgende school niet net zo erg is als De Wielewaal?
En zo niet dan nog hebben Sabine en Walter aan het eind van hun basisschoolloopbaan
niet meer genoeg tijd om opnieuw hechte kindervriendschappen te sluiten.’
‘Daar zit wat in’, gaf directeur Yang toe.
‘Maak nieuwe vrienden, maar behoud de oude. De nieuwe
zijn zilveren; de ouden zijn gouden’, dichtte Thea.
‘Schud je dat nou zomaar uit je mouw?’
Directeur Yang was dieper onder de indruk dan zijn
bedoeling was.
‘Welnee joh, het is een versje uit een poesiealbum’,
lachte Thea.
‘Tegenwoordig heb je geen poesiealbums meer, maar
vriendenboekjes’, mijmerde Yang.
‘Een poesiealbum is een meisjesdingetje. Dan is een
allemans vriendenboekje in ieder geval gender neutraler.’
‘Da’s waar’, vond directeur Yang die zich maar niet
langer tegen Thea verzette.
Directeur Yin zag de verzoening met lede ogen aan.
Heimelijk had hij Thea in de loop van de conversatie voor zichzelf
gereserveerd. Ze bewees een bruikbare bron van interne informatie over het wel en wee op De
Wielewaal te zijn. Hoe meer kennis, hoe beter het publieke belang op De
Wielewaal gediend was. In dat licht moest Yang zich niet te veel met ouders –
het werkgebied van directeur Yin - bezig
houden. De expertise van directeur Yang was hoognodig op het terrein van het
personeelsbeleid. Als Yin de verhalen van Thea zo beluisterde dan ging zijn
zeer gewaardeerde collega Yang in de toekomst nog een flinke kluif aan de
hervorming van het docententeam op De Wielewaal hebben.
‘Waren dat de enige 2 redenen om op De Wielewaal te
blijven met de kinderen?’, drong Yin dan ook aan.
‘Nee, nee’, haastte Thea zich weer bij de les:
‘De derde en laatste reden waarom wij toch maar hier
zijn gebleven heeft te maken met de vooruitgang die Sabine na het foutieve
pré-advies heeft weten te boeken. Vooruitgang in het maken van citotoetsen
welteverstaan. Niet in haar leervermogen. Potentie heb je of dat heb je niet,
volgens mij. Daar kun je niet voor oefenen. Maar je kunt wel citotrainen.
Figuurlijk omdat oefenen kunst baart en letterlijk door citotrainers van het
internet te downloaden en ze vervolgens gewoon te gaan maken. Iedere dag een
uur. Niet al vanaf de peuterschool, zoals veel klasgenootjes van Sabine, maar
vanaf het foutieve pré-advies nu bijna 4 maanden! Binnen 2 weken zat Sabine op
de topscore en daar is ze sindsdien niet meer van afgeweken. In het echie zou
zo’n cito-uitslag haar een vwo-advies opleveren. Op elke basisschool. Ook op De
Wielewaal. Dus juffrouw Siepie en haar gevolg kan wat ons betreft het heen en
weer krijgen. Wel hebben we Sabine op het hart gedrukt dat ze naar ons moest
komen zodra ze in groep 8 last zou krijgen van juffrouw Siepie. Ik zou dan
vervolgens contact op kunnen nemen met Rinus Hardleers van de
onderwijsstichting.’
Met een diepe fronsrimpel tussen zijn wenkbrauwen
onderbrak directeur Yin het relaas van Thea:
‘Kun je niet beter eerst met meester Jan-Willem
praten of met mij zodra Sabine ergens mee zit?’
‘Jawel, dat zou ik ook liever doen, maar Rinus
Hardleers bood mij tijdens een telefoongesprek van voor de zomervakantie een
vluchtstrook in de vorm van een directe hulplijn naar hem voor het geval Sabine
in groep 8 nog eens op zou lopen tegen de onkunde van juffrouw Siepie. Ik wist
toen nog niet van jouw bestaan af en Jan-Willem had ik al eens eerder
tevergeefs om steun gevraagd via een mailtje. Meester Jan-Willem heeft nooit
meer op mijn hulpkreet namens Sabine gereageerd. Dus op hem kan ik ook niet
rekenen. Maar dankzij jullie is de valkuil van juffrouw Siepie sinds
gisterenavond van de baan. Daarom was ik tijdens de ouderavond ook zo openlijk
euforisch over het besluit om alleen Jan-Willem zeggenschap over groep 8 te
geven. Op die manier weten Bart en ik tenminste zeker dat het zelfvertrouwen
van Sabine niet weer op losse schroeven komt te staan.’
‘Dus jij hebt Jan-Willem om hulp gevraagd en daar
heeft hij niet op gereageerd?’, recapituleerde directeur Yin gealarmeerd.
‘Nope’.
Met dit kleine woordje liet Thea duidelijk blijken
dat de werkwijze van Jeewee op De Wielewaal de gewoonste zaak van de wereld
was.
‘Waarom niet?’
‘Hij zal wel niet gemogen hebben van Willy Bakbruin.
En Jeewee doet nooit iets wat niet mag. Tenminste niet onverholen.’
‘En wie wordt ook alweer onzeker van werkwijze van
juffrouw Siepie? Sabine? Of misschien toch mama?’
Dat was directeur Yang natuurlijk weer met zijn
suggestieve vragen. Thea besloot om recht door zee te gaan.
‘Ik word best wel onzeker als ik genegeerd word ja.
Zeker als ik iemand op de man af om hulp vraag en een antwoord uitblijft. Maar
dat ben ik. Sabine wordt niet genegeerd door meester Jan-Willem. Wel door
juffrouw Siepie. In de afgelopen tijd in groep 7 een schooljaar lang.’
‘Zou het kunnen dat juffrouw Siepie een hekel aan
Sabine heeft?’
De gedachtegang van directeur Yang was zo doorzichtig
dat Thea zich afvroeg of het wel zin had om tegen zijn vooroordelen in te gaan.
Maar ze zat nou toch aan de vergadertafel.
‘Nee, dat denk ik niet. Juffrouw Siepie heeft
hopelijk aan geen enkel kind uit de plofgroep een hekel. Anders zou ik als ik
haar was toch over een ander beroep gaan nadenken.’
Omzichtig probeerde directeur Yang om de zienswijze
van Thea te ontzenuwen.
‘Als juffrouw Siepie volgens jou geen hekel aan
Sabine heeft, wat doet zij dan in jouw ogen zo verkeerd?’
‘Alles. Ze zet bijvoorbeeld een viertal kinderen op
een voetstuk. Haar bolleboosjes. En omdat juffrouw Siepie naast een schoolklas
ook nog een plusgroep leidt, is zij de enige op De Wielewaal die kan bepalen
welke kinderen voor het bolleboosschap in aanmerking komen en wie niet. Sabine
niet dus. Waarom niet? Omdat de tronie van de moeder van Sabine – mijn smoel
dus – haar niet aanstaat. Dus moet Sabine het ontgelden. Samen met nog een grote
groep andere potentiele vmbokader kandidaatjes met verkeerde papa’s en mama’s
overigens. Daar niet van. Ik denk heus niet dat ik een uitzondering ben.’
‘Dus jij zou ook wel willen dat Sabine in de
plusgroep zat?’
Directeur Yang dacht echt dat hij op het juiste spoor
zat.
‘Ach nee, niet per sé. Niet met Siepie aan de leiding
in ieder geval’, antwoordde Thea geduldig, omdat ze ook wel snapte dat
collegialiteit in het onderwijs meer rendement oogstte dan ouderondersteuning.
‘Maar hoe wordt Sabine dan door Siepie onzeker
gemaakt. Geef eens een concreet voorbeeld?’, drong directeur Yin leergierig
aan.
‘Nou, Sabine denkt bijvoorbeeld dat ze te dom is om
Het Achterhuis van Anne Frank te lezen, omdat juffrouw Siepie zo gewichtig doet
over het dagboek. Juffrouw Siepie kweekt tegenzin bij mijn dochter en ze zet
kwaad bloed jegens de vermeende wonderkinderen die het Dagboek van Anne Frank
wel gelezen zeggen te hebben. Alsof het een huzarenstukje is. Voor een domoor
als Sabine geen beginnen aan bij wijze van spreken. Dat geldt ook voor het
volgen van de soapserie ‘Goede Tijden, Slechte Tijden.’ Wij kijken thuis niet
naar GTST. Sabine dus ook niet. Maar het merendeel van de klas wel met juffrouw
Siepie voorop. De juffrouw van de plofgroep van vorig jaar en de plusklas kijkt
zelfs bij voorkeur naar GTST tijdens het nakijken van proefwerken en de
entreetoets. Dat verzin ik niet, dat heeft juffrouw Siepie zelf in de klas
verteld. En misschien is dat gek, maar Sabine werd onzeker van dat aanhoudende
gezeur in groep 7 over een soap die zij alleen kent van logeerpartijtjes bij
klasgenootjes. Vandaar dat zij en ik een poosje ons best hebben gedaan om ons
GTST ook eigen te maken. Wat een baggerserie is dat! Na drie dagen hield Sabine
haar pogingen om hoogbegaafd te zijn voor gezien. Dan maar dom in de ogen van
juffrouw Siepie en haar hofhouding.’
Krampachtig en schuddebuikend kwam directeur Yang
overeind uit zijn stoel. Het lukte hem niet om zijn lachstuipen te bedwingen en
met een verwrongen blik tuurde hij steels naar directeur Yin. Tegen het eind
van de verslaggeving van Thea waren de beide heren kennelijk onderling
onuitgesproken tot overeenstemming gekomen dat de klus van directeur Yang erop
zat. Hij wist genoeg en aangezien hij nu ook nog werd overvallen door een
nauwelijks in te houden slappe lach, kon hij zich uit goed fatsoen sowieso maar
beter terugtrekken uit de directiekamer van De Wielewaal. Bij wijze van
afscheidsgroet tikte directeur Yin geamuseerd met zijn wijsvinger tegen zijn
kale hoofd. Met een fonkeling in de ogen richtte hij zich vervolgens weer tot
Thea die zich opgelaten voelde. Het sprak voor het inlevingsvermogen van Yin
dat hij meteen inspeelde op haar onbehagen:
‘Wat wil je dat ik doe?’
Geprikkeld dreef Thea haar ongenoegen op de spits:
‘Ik zou het nou eens fijn vinden dat de ouders van
Boris ook eens aangesproken zouden worden op de daden van hun zoon voordat ik
weer op het matje geroepen wordt voor iets dat Walter gedaan heeft.
Bijvoorbeeld Boris laten struikelen. Die klacht gaat er komen. Daar durf ik mijn
maandsalaris over te verwedden. Ik probeer de opperouders nu eens voor te zijn.
Boris mag dan zijn Asperger als excuus hebben voor zijn losgeslagen agressie,
maar er is ook een reden waarom Walter per ongeluk expres zijn voet uitstak
toen de agressor van de aanslag op zijn zusje toevallig passeerde en niet
uitkeek waar hij liep.’
‘En wil je dan ook dat Boris zijn verontschuldigingen
aan Sabine aanbiedt?’
Strijdlustig pendelde directeur Yin met zijn pen
boven zijn notitieblok in afwachting van nog meer vast te leggen actiepunten.
‘Ik denk niet dat Sabine daarop zit te wachten’,
antwoordde Thea afkerig namens haar gedupeerde dochter.
Resoluut wierp directeur Yin de pendel uit zijn
rechterhand en hakte voor Thea en zichzelf de knoop door:
‘Ik ben het met je eens dat Boris zijn
verantwoordelijkheid moet nemen en dat zijn ouders op de hoogte moeten worden
gesteld van de stomp in de maag van Sabine. Ik vind dat dit een taak voor
meester Jan-Willem is, aangezien hij in het lokaal aanwezig was toen Boris toesloeg.
Ook vind ik dat meester Jan-Willem een gesprekje met Sabine en Boris samen moet
aangegaan teneinde het één en ander duidelijk te krijgen.’
‘Nou, dat zou mooi zijn’, vond Thea, die het eerst
allemaal nog moest zien gebeuren voordat ze bereid was om te geloven in de
goede bedoelingen van directeur Yin.
Yin en Yang hadden nog maar één kant van het verhaal
beluisterd. Wie gaf Thea de garantie dat zij zich ten langen lesten niet ook
door de schooltrol, de vele opperouders en hun aanhanger Jeewee zouden laten
ringeloren? Thea vreesde dat het een kwestie van tijd zou zijn voordat het
welwillende interim duo overstag was voor de mooipraterij van de tegenpartij.
Waarom zou iemand haar mening überhaupt serieus nemen? Op een enkeling – Bart
dus – na, was nog niemand Thea ooit zomaar tegemoet gekomen.
‘Je vergeet dat jij een enorme bijdrage levert aan
het oplossen van de crisis op De Wielewaal. Want dat er een crisis heerst in
het basisonderwijs van onze kinderen dat mag nou toch wel duidelijk zijn’,
legde Bart naderhand uit.
‘In welke zin lever ik een bijdrage?’, vroeg Thea
verbaasd.
‘Je verstrekt informatie. Je openbaart waardevolle
bestanddelen van de mislukking. Calamiteiten die de beide directeuren anders
nooit te horen zouden krijgen. Niet van de kant van de opperouders, omdat zij
vanuit een heel ander perspectief dan jij redeneren en ook niet uit het kamp
van het docententeam daar zij aan de verkeerde zijde van het spectrum opereren.
Snap je?’
‘Dus ik ben een klokkenluidster tegen wil en dank?’
‘Probeer er zoveel mogelijk je voordeel mee te doen,
zolang het nog kan, zou ik zeggen’, drukte Bart zijn vrouw met klem op het
hart.
Alsof Thea dat niet zelf had kunnen bedenken. Haar
focus lag van het begin van de onderhandelingen met Yin en Yang aan – al dan
niet onbewust – op haar eigen belang en dus op winst voor haar kinderen. De
kans om van de gelegenheid gebruik te maken door het onderste uit de kan te
halen, tijdens een onderonsje met directeur Yin, in het staartje van de
samenspraak, liet Thea dan ook echt niet onbenut. Gelukkig was directeur Yin
nog niet helemaal uitgepraat.
‘Is er nog iets dat je dwars zit?’, vroeg hij
aarzelend uit angst dat hij toch te hard van stapel liep.
‘Let bygones be bygones’, blufte Thea, omdat ze ook
wel snapte dat directeur Yin geen psychiater of biechtvader was.
Yin kromp ineen. Hij wilde het verleden van De
Wielewaal juist niet laten rusten en protesteerde zwakjes:
‘Van fouten kun je leren’.
‘Ja maar fouten van anderen bieden op De Wielewaal
nooit garantie voor verbetering in de toekomst’, knipoogde Thea.
‘Misschien kunnen wij vanaf vandaag beginnen om een
verbeterde draai te zoeken voor deze negatieve spiraal?’, opperde Yin ernstig.
Hij sprak bewust geen geitenwollensokkentaal, maar
stoere woorden. Zijn geretoucheerde idealisme vertederde Thea.
‘Hoe dan?’, vroeg ze half overstag.
‘We moeten elkaar leren vertrouwen. En ik weet wel;
Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Maar jij en ik kunnen vast beginnen
met lopen toch?’’
‘Waar lopen we naar toe?’, lachte Thea uitnodigend.
‘Naar de uitgang’, haastte Yin zich ineens na een
steelse blik op de klok.
HOOFDSTUK 45
Vanaf het eerste uur lieten Yin en Yang dagelijks hun
neus zien op het schoolplein. ’s Ochtends voor aanvang van de lessen. De
laatste loodjes van die lessen droeg Sabine in haar achtste basisschooljaar en
Walter ging naar groep 7, terwijl de heren directeuren voor de ingang aan de
achterzijde van De Wielewaal gebroederlijk naast elkaar de dag inluidden en
geen goedemorgen oversloegen. De geëtaleerde aanspreekbaarheid werd echter niet
beloond met het beoogde resultaat in de vorm van een vlotte babbel van ouders
en verzorgers. Zelfs de oude en vertrouwde Tarik de conciërge, die zich
regelmatig bij het tweetal op het speelplein voegde, wist het ijs niet te
breken. Thea hoopte maar dat de heren zich niet lieten ontmoedigen door de
geveinsde ontoegankelijkheid van de opperouders. Hierdoor zou misschien de
schijn gewekt kunnen worden dat de ex-directrice Willy Bakbruin communicatief
veel sterker was geweest dan haar opvolgers. Willy Bakbruin had zichzelf in het
verleden immers zo vaak op de borst geklopt vanwege haar vermeende leuke
contact met de ouders van de kinderen van De Wielewaal, dat een onoplettende
voorbijganger haar bijna zou geloven. Het tegendeel was waar. Wegens haar tere
ego was Willy Bakbruin juist manipuleerbaar, terwijl Yin en Yang een
onverzettelijkheid uitstraalden die de opperouders onzeker maakten. Toch zou
het een kwestie van aftasten worden voordat de opperouders weer zouden
toeslaan. Ondanks hun verzwakte positie na het vertrek van Willy Bakbruin en de
komst van Yin en Yang. Ongevoelig als de opperouders waren voor de belofte van
open communicatie, streefden ze alleen voor de schone schijn naar een eerlijke
interactie tussen ouders, leerkrachten en kinderen onderling. In werkelijkheid
was het ze om zeggenschap te doen. Niet alleen over de eigen kroost, maar ook
over; de kinderen van anderen, het schoolbeleid en het docententeam. Kortom de
opperouders dongen onvermoeid verder naar de totale macht op De Wielewaal. Zij
waren slim genoeg om hun honger naar overwicht niet publiekelijk, tijdens
gesprekken met Yin en Yang op het speelplein, te openbaren. De opperouders
opereerden in de regel door te intrigeren via de achterdeurtjes van Jade, de
interne coördinatrice, en/of Siepie de schooltrol. Of ze dreven hun zin door
met dolksteken in de rug. In overdrachtelijke zin bijvoorbeeld met anonieme,
fantasie klachten naar Rinus Hardleers van de onderwijsstichting, waarmee de
oplossing van de problemen op De Wielewaal per ongeluk, expres weer langzaam
maar zeker dreigde te versplinteren in duizend en één vormen van
symptoombestrijding.
Maar zo ver was het gelukkig nog niet en de eerste
weken van het schooljaar met de nieuwe interim directeuren Yin en Yang kabbelden
voort op een harmonieuze wijze die voorheen ongekend was op De Wielewaal. Yin
en Yang waren nog door geen enkele opperouder uit hun evenwicht gehaald.
Niemand voelde zich dan ook gepasseerd, achtergesteld of tekort gedaan.
Wellicht omdat er onder het regime van Yin en Yang – in tegenstelling tot in de
jaren van Willy Bakbruin - geen ouders – al dan niet opzettelijk – tegen elkaar
opgezet werden? En ook niet
onbelangrijk; de nieuwe recht toe recht aan mentaliteit van Yin en Yang mistte
haar uitwerking op de kinderen van De Wielewaal, die toch onderling tot elkaar
veroordeeld waren, niet. De druk die de kroost van de opperouders normaliter
voelden om ieder ander kind te overtroeven, leek door het prille nononsense
beleid op De Wielewaal verleden tijd. Alleen het docententeam liep op
spreekwoordelijke eieren door het nieuwe bewind van Yin en Yang.
De directe aanleiding hiertoe was juffrouw Rita.
Juffrouw Rita was de muziekjuf van Sabine en de oorspronkelijke parttime helft
van het docentenduo van groep 7 van Walter. Juffrouw Rita was namelijk zonder
pardon door Yin en Yang overgeplaatst naar een basisschool aan het andere eind
van de stad. Juffrouw Rita was dus niet benoemd tot nieuwe directrice van De
Wielewaal. Integendeel, terwijl
juffrouw Rita wel stiekem gehoopt had op een benoeming tot directrice
van De Wielewaal. Tenminste dat had ze Thea te kennen gegeven tijdens een
eerder vertrouwelijk momentje in de toiletruimte van De Wielewaal. In plaats
van gepromoveerd werd juffrouw Rita nu dus pardoes afgeserveerd.
Dat leek toch nergens op, want als één van de meest
competente en ervaren onderwijzeressen van De Wielewaal zich al moest schikken
naar de wensen van Yin en Yang, dan kon de rest van de brigade het wel
schudden. Want tel de beslissing om juffrouw Siepie en Jeewee in groep 8 uit
elkaar te halen op bij het afdanken van juffrouw Rita en met de onvoorspelbare
uitkomst was het hek dan toch overduidelijk van de dam? Geen onderwijzeres of
onderwijzer op De Wielewaal had op die manier immers nog enige zeggenschap en
controle over haar of zijn loopbaan in het basisonderwijs?
De aftocht van juffrouw Rita uit groep 7 van De
Wielewaal werd niet vermeld in een mailtje, zoals gewoonlijk, maar meegedeeld
in een ouderwetse brief. In de middagpauze overhandigde Walter de dicht
geplakte envelop bijna plechtig aan zijn moeder en bleef bij de schooluitgang
nieuwsgierig staan wachten op de bekendmaking van de inhoud.
‘Stap eerst eens in’, gebood Thea, terwijl ze naar
het autoportier van de achterin knikte en zichzelf op de voorgrond achter het
stuur van de Renault wurmde.
Pas toen ze goed en wel zat opende ze de envelop. De
getypte tekst van de brief las ze meteen hardop voor:
Beste ouders en verzorgers van de kinderen van groep
7 van De Wielewaal.
‘Per direct zal Viktor de Held op De Wielewaal de
nieuwe meester worden van groep 7. Rita van Hees heeft een bestemming gevonden
als parttime juf in groep 6 van basisschool De Opkikker.
Meester Viktor zal vijf schooldagen in de week – dus
voltijds – in groep 7 lesgeven. Wij vinden het belangrijk dat kinderen in de
bovenbouw van het primaire onderwijs zich te allen tijde kunnen richten tot één
vast aanspreekpunt. Daarom ook zal meester Jan Willem voortaan in groep 8 het
heft volledig in handen nemen, zoals u wellicht al ter oren is gekomen.
Met vriendelijke groet,
De interim directie.
Thea richtte zich over haar schouder naar Walter op
de achterbank.
‘Je krijgt vanaf vandaag alleen nog maar meester
Viktor’.
‘Oh, wauw, is dat nou de onthulling van het grote
geheim?’, gaapte hij.
Precies op dat moment rukte Sabine van buitenaf een
portier van de auto open:
‘Welk geheim?’, vroeg ze meteen.
‘Juffrouw Rita gaat weg’, antwoordde Walter
onaangedaan.
‘Dat is geen geheim’, wist Sabine, terwijl ze zich
naast Walter op de achterbank installeerde.
‘Hoezo niet? Ik wist van niks!’
Thea startte de auto.
‘Ze blijft wel de schoolband doen hoor’, suste
Sabine.
‘Waarom heb je dat niet eerder aan me laten weten? Je
weet toch dat je alle roddels direct aan mij moet doorvertellen?’, pruttelde
Thea bekocht.
‘Ja, ik wist toch niet dat dit een roddel was!’
Sabine klonk oprecht.
‘Wat vind je ervan?’
‘Wie ik?’
‘Nee, Walter?’
‘Waarvan?’, vroeg Walter afgeleid.
‘Dat juffrouw Rita weggaat, loser!’, viel de prépuber
Sabine onnodig fel uit.
‘Waarom ben ik nou weer een loser?’
‘Wat vind je ervan dat juffrouw Rita uit groep 7
weggaat?’, probeerde Thea nogmaals.
Ze had zich deze keer specifiek tot Walter gericht.
Vruchteloos, omdat ze overstemd werd door het lawaai van de ruziënde broer en
zus. Daar was geen gedachtewisseling over het vertrek van een onderwijzeres
tegen opgewassen en dus besteedde Thea geen aandacht meer aan juffrouw Rita.
Totdat Thea haar weken later bij de Aldi tegen het
lijf liep. In eerste instantie dook juffrouw Rita weg achter een stapel pootaarde
op de non-food afdeling, maar vanwege de drukte kon Thea haar toch niet
uitwijken. Ze moest juffrouw Rita wel passeren of ze wilde of niet. De Aldi is
niet groot genoeg om je verdekt op te stellen. Alleen ‘hey, hallo’, was wat
Thea betreft genoeg geweest, maar bij nader inzien vond juffrouw Rita kennelijk
dat de tijd was aangebroken om haar angst recht in de ogen te kijken. En die
angst had blijkbaar alles met Thea te maken. Rita kennende niet eens zozeer uit
schroom over haar waanvoorstelling ooit tot directrice van De Wielewaal gekozen
te worden, maar wel uit schaamte omdat ze Thea ooit deelgenoot had gemaakt van
haar dagdromerij. Alsof Thea zoiets pijnlijks zou oprakelen. Maar je moest ze
de kost geven; hetgeen Rita wel weer enigszins vrijpleitte.
‘Hoe is het nou met je?’, vroeg Thea.
Rita zag er verpieterd uit. Nou had Rita altijd wel
het uiterlijk van een semi rockchick nagestreefd, maar dat is wat anders dan de
onverzorgde verschijning waarmee ze op dat moment in de Aldi de indruk gaf
intussen heel wat meer aan haar hoofd te hebben dan alleen een schoolband, haar
ontslag als parttime juf van groep 7 van De Wielewaal en een fictieve
droombaan uit betere tijden als
directrice van een basisschool. Misschien had ze privéproblemen? Als Thea tijd had gehad dan zou ze
ongetwijfeld medelijden hebben getoond. Maar de plicht riep en Thea had
boodschappen te doen.
‘Het gaat goed hoor!’, loog Rita op opgewekte toon.
‘Ja, je was ook zomaar ineens vertrokken’, beweerde
Thea in het wilde weg, terwijl ze zich een houding probeerde aan te meten door
zich zogenaamd te verdiepen in het tuinartikelen aanbod van de non food
afdeling van de Aldi.
Ook voor de vorm schikte juffrouw Rita een paar
tuinhandschoenen en zei:
‘Ja, in het begin was ik wel boos. Ik voelde me in de
steek gelaten. Waarom werd uitgerekend ik weg gestuurd?’
Om diplomatieke redenen moest Thea haar het antwoord
op die vraag schuldig blijven. Ze had wel zo haar eigen ideeën over de
overplaatsing van juffrouw Rita. Volgens Thea was Rita een uitstekende onderwijzeres.
In essentie onpartijdig, boven gemiddeld intelligent en lekker los in de
omgang, maar beïnvloedbaar. Zo erg dat ze vorig schooljaar niet bestand was
geweest tegen de druk van haar wederhelft in plofklas 7 met Sabine. Ze had zich
laten terroriseren door het hoogbegaafdheidssprookje van Siepie de Saimiri –
beschermelinge van directrice Willy Bakbruin - en het voorkeursbeleid via de
plusgroep. Je zou toch van een coryfee als juffrouw Rita mogen verwachten dat
ze in staat was om het klappen van de zweep op De Wielewaal na 20 jaar beter
uit te delen dan nieuwkomertje Siepie en diens holmaatje in de
verpersoonlijking van invalster juffrouw Lola? Helaas had Rita zich in
overspannen toestand weg laten pesten, waarmee ze niet alleen zichzelf, maar
ook de complete plofklas 7 tekort had gedaan. Het resultaat was een puinhoop
van onkunde en verkeerde voorlopige middelbare schooladviezen, die juffrouw
Rita had kunnen voorkomen als ze steviger in haar afgetrapte schoenen had
gestaan en wat meer op haar eigen vakkennis had durven vertrouwen. Geen wonder
dat Yin en Yang ervoor kozen om juffrouw Rita op een andere basisschool in een
minder verantwoordelijke functie weg te zetten. Want als je doet wat je deed,
dan krijg je wat je kreeg, en dat was nou juist niet de bedoeling van de
troubleshooters.
Juffrouw Rita zocht naar woorden om de stilte die
Thea had laten ontstaan te kunnen opvullen.
‘Maar nu gaat het wel.’
‘Nou da’s toch hartstikke mooi dan?’
De betuttelende toon van Thea sloeg op het goede
humeur van Rita.
‘Ja, ik ben echt blij met mijn kanjers uit groep 6
van De Opkikker. Ik zit wel op mijn plek aldaar.’
‘Werk je met iemand samen of sta je de hele werkweek
alleen voor de klas?’
Niet dat het antwoord Thea bijster interesseerde,
maar ze wilde niet onbeleefd zijn.
‘Ik werk met iemand samen. Het is een duobaan net als
aanvankelijk ook de bedoeling was met Viktor in groep 7 van De Wielewaal.’
Meesmuilend legde Juffrouw Rita de
klemtoon op de duobaan alsof ze heus wel capabel genoeg was om een basisschoolgroep
alleen aan te kunnen. Thea voelde geen behoefte tot bevestiging. Welbeschouwd
was juffrouw Rita ook nog nooit opzienbarend voor Thea in de bres gesprongen.
Andersom was Thea er wel voor Rita geweest toen ze overspannen was en voor de
continuïteit van een relatie moet de chemie toch echt van twee kanten blijven
komen.
‘Eind goed, al goed’, ontweek Thea het heikele punt
dus maar.
Juffrouw Rita liet echter niet los:
‘O, ja. Bevalt Viktor wel in zijn eentje?’
Hoe voorspelbaar kun je zijn?
Thea glimlachte mild en herformuleerde de
doorzichtige vraag van Rita.
‘Kan Viktor van De Wielewaal groep 7 wel aan zonder
jou aan zijn zijde zul je bedoelen?’
Rita plaatste veelzeggend haar rechter hand in de zij
en zakte door haar linker heup.
‘Nou, ik wil niet veel zeggen, maar groep 7 van De
Wielewaal is niet de makkelijkste groep met overwegend jongens.’
‘Och, daar ga ik niet over’, schokschouderde Thea
naar waarheid.’
Het was tegen dovemansoren en Rita maakte onverstoord
haar zin af:
‘… en dan van die schobbejakken. Ze vechten veel. Je
moet ze onder de duim weten te houden.‘
‘Misschien dat Yin en Yang daarom voor een meester in
plaats van een juffrouw gekozen hebben?’, dacht Thea.
Maar in ruil voor het uitspreken van haar enigszins
gekleurde zienswijze, die daarom ook nog eens het gevaar liep om meteen als
seksistisch afgedaan te worden, verkoos Thea uit gemakzucht om wederom de
verstandigste te zijn:
‘Ach, die jongens zijn al bij elkaar vanaf groep 1.
Bij juffrouw Elsje was dat toen nog. Als we meester Gijsbert in groep 3 dan
even overslaan, dan werkt de goede invloed van juffrouw Toos in groep 4 en het
gezag van het juffenduo Marjolein en Nelleke in het jaar daarop nog door tot op
de dag van vandaag. En ten slotte niet te vergeten de kracht van de disciplinestempel die juffrouw Marijke vorig
jaar in groep 6 op het zooitje ongeregeld gedrukt heeft. Reken maar dat ze
getemd zijn.’
‘Ja, en dan blaast zo’n olifant in de porseleinkast
als meester Viktor dat allemaal van de baan met zijn mannenslurf’, grapte juffrouw
Rita zuur.
‘Wat wil je nou dat ik zeg, Rita? Meester Viktor is
jong, nieuw, onervaren en ik neem aan dat hij inderdaad een niet cryptische
slurf heeft. Al zie ik niet zo snel een verband tussen de zogenaamde slurf van
meester Vik en zijn professionaliteit, maar volgens mij redt hij zich prima in
groep 7. Ik hoor geen klachten van Walter.’
Dat laatste was niet helemaal waar, maar Thea had nog
meer te doen dan het ego van juffrouw Rita op te krikken. Wat schoot ze daar
nou nog mee op? De kans was groot dat Thea haar voor de rest van haar leven
nooit meer zou spreken en zo juffrouw Rita al ooit iets te zeggen had gehad op
De Wielewaal, dan was ze dat beetje aanzien bij de opperouders na haar vertrek
naar De Opkikker zeker kwijt.
Omdat juffrouw Rita geen gedachten kon lezen, maar
wel vermoedde dat er tegenstand broedde bij Thea, gooide ze haar gebabbel over
een andere, ietwat luchtigere, boeg.
‘Ah joh, ik maak ook maar een geintje. Ze zullen hem
heus niet voor de leeuwen hebben gegooid?! Maar ik mis jullie wel hoor. Het was
toch net een dorpsgemeenschap die ouders en de kinderen van De Wielewaal!? Weet
je nog dat we dat liedje voor meester Joep in groep 6 gemaakt hadden?’
‘Breek me de bek niet open’, knarsetandde Thea in
pijnlijke herinnering aan het betere jatwerk van hulpmoeder Moira van Kasper
uit de klas van Sabine.
Juffrouw Rita gaf geen krimp. Het leek erop dat ze
geen idee had waar Thea op doelde. Zou ze echt zo naïef zijn, of deed ze maar
alsof? Misschien hield ze zich wel bewust van de domme om erger te voorkomen.
Zij had indertijd, in haar hoedanigheid als muziekjuf, het liedje; ‘Kijk eens
even naar die leuke klas van Joep, tijdens haar muzieklessen met groep 6,
ingestudeerd. De muziek was van K3, maar de tekst was van Thea nota bene.
Desondanks probeerde moeder Moira op een afscheidsbarbecue voor meester Joep
van De Wielewaal met de eer aan de haal te gaan. Uit eigen beweging mailde
moeder Moira vooraf de tekst van ‘Kijk eens even naar die leuke klas van
Joep’ op naam van zoonlief Kasper naar
alle ouders van de kinderen van de toenmalige groep 6. Het bericht begon en
eindigde met de vermelding dat dit het uitverkoren feestlied voor de
afscheidsbarbecue van meester Joep zou worden en dat alle papa’s en mama’s de
woorden maar goed moesten instuderen op de melodie van het liedje ‘Toveren’ van
K3. Zo wist Thea tenminste zeker dat het kinderlied door lallende opperouders
verkracht zou worden tijdens het eet- en drinkfestijn op De Wielewaal dat voor
grote mensen niks aan was zonder de nodige liters alcohol natuurlijk. Omdat
Thea openlijk tegen oppermoeder Moira in opstand kwam, werd ze verbannen uit
het feestgedruis. Geen ramp, want hierdoor zag Thea haar kans schoon om de
uitvoering van ‘Kijk eens even naar die leuke klas van Joep’ naar ‘de dag
daarna’ en het klaslokaal van groep 6 te verplaatsen. De kinderzang zou onder
schooltijd - en onder leiding van dirigente Sabine - in het allerlaatste uurtje voor de
zomervakantie klinken. Dus niet de avond ervoor op de afscheidsbarbecue voor
meester Joep onder leiding van oppermoeder Moira.
Balen voor de opperouders. Al helemaal omdat bij de
kinderzang van het afscheidslied ‘Kijk eens even naar die leuke klas van Joep’
in het lokaal van groep 6 geen volwassenen waren toegestaan. Waarom niet wist
niemand behalve Thea, maar zij werd niet gevraagd. Meester Joep was de enige
die wel toegang had tot zijn eigen afscheidsfeestje in het lokaal van groep 6.
Vooral omdat meester Joep eigenlijk nimmer kind af was geweest en nooit echt
groot geworden was. Het resultaat van Thea’s strakke actie was een daverend
succes. Groep 6 glom van trots op de eigen prestatie en meester Joep was
overdonderd. Gegrepen als hij was door de oprechtheid van de kinderzang. En hij
was ook van zijn stuk gebracht door de intimiteit van het sluitstuk op zich.
Dit kinderinitiatief overtrof in alles die veelbesproken verassing waarover hij
in de wandelgangen genoeg roddels en hints van boze opperouders had meegekregen
en waarover hij vooringenomen schandalig partijdig was geweest. Zeker gezien
zijn positie als beginnend onderwijzer. Voor straf gaf Thea hem voor de poort
van het speelplein van De Wielewaal, in het blikveld van de vijand, bij wijze
van kers op de taart een afscheidszoen vol op de mond.
Zonder hulp van juffrouw Rita had deze openbare
loochening van de opperouders door Thea – en het solo optreden van Sabine als
dirigente niet te vergeten – nooit doorgang kunnen vinden. Hierover hadden Thea en juffrouw Rita vreemd genoeg
vantevoren nooit afspraken gemaakt. Ook was er achteraf bezien apert geen
sprake geweest van een goed verstaander en maar een half woord. Toen de
populariteit van Thea na deze krachttoer bij de opperouders namelijk
onvermijdelijk een dieptepunt bereikte, wist juffrouw Rita weer eens officieel
van niks en kwam volgens eigen overtuiging van nergens.
Ook nu hield juffrouw Rita zich keurig op de vlakte
en verplaatste het gespreksonderwerp naar neutraal gebied. Dacht ze.
‘Ik heb gehoord dat Joep terug is van zijn
wereldreis.’
‘Zijn wereldreis naar IJsland, ja’, hoonde Thea.
‘Komt hij nou weer terug op De Wielewaal?’
De teneur van de vraag was doorspekt van jaloezie.
‘Ja hoor eens, dat weet ik toch niet. Ik ben maar een
ouder’, viel Thea onnodig fel uit.
Van de weersomstuit kruiste juffrouw Rita beschermend haar onderarmen ter hoogte van
haar borsten ineen. Maar ze liet zich niet afblaffen.
‘Je weet in ieder geval meer dan ik. Jij was toch zo
close met Joep?’
Thea bedaarde. Toegeven aan kleine irritaties zou de
chronische ergernis aan de opperouder sympathieën van juffrouw Rita alleen maar
vergroten, wist ze uit ervaring.
‘Hoezo dat?’
‘Als ik het me goed herinner stond jij Joep voor de
poort van het speelplein af te lebberen, voordat hij vertrok voor zijn
wereldreis. En nou – ruim een jaar later – bevestig je met klem dat hij ook
echt is thuis gekomen van zijn wereldreis. Dan weet je dus meer dan ik’,
insinueerde juffrouw Rita met ouderwets dedain.
Met moeite hield Thea haar lach in en legde rustig
aan juffrouw Ria uit hoe de vork in de steel zat:
‘Ik ben maar één keer publiekelijk close met Joep
geweest hoor. Dat was inderdaad die keer dat Joep en ik elkaar in het bijzijn
van de complete Wielewaalpopulatie hebben afgelebberd voor de poort van het
speelplein. Op de laatste schooldag voor de voorlaatste zomervakantie, waarna Sabine
van groep 6 van Joep naar de plofklas 7
van jou en juffrouw Siepie zou gaan. Een memorabele afscheidszoen die ik, zei
de gek, geïnitieerd heb inderdaad. Maar
dat kwam voornamelijk omdat Joep mij zo intens deemoedig stond aan te staren
vanwege dat afscheidsliedje ‘Kijk eens even naar die leuke klas van Joep’. Dat
liedje waarvan ik de tekst geschreven heb en niet Moira. Je weet wel; Moira; de
moeder van Kasper. Joep dacht aanvankelijk wel dat Moira zich voor hem
uitgesloofd had. Maar dat lag dus aan Moira die met plagiaat weg dacht te
komen, zoals ik net al aangaf. Na de uitvoering van het lied in de privacy van
het klaslokaal door groep 6 onder begeleiding van Sabine, zag Joep pas veel te
laat in dat hij compleet op het verkeerde been was gezet door de vrouwen van
zijn dromen – te weten juffrouw Siepie en de moeder van Kasper die overigens
nog een jaartje ouder is dan ik - over de verrassing die veel te lang op zich
had laten wachten. De confrontatie met de waarheid deed pijn aan zijn betraande
ogen. Ik dacht; laat ik een kusje tegen zijn berouw geven. Bij nader inzien ben ik eigenlijk al tijdens
het zoenen tot de conclusie gekomen dat ik het voortaan toch liever slechts bij
Bart houd wat aflebberen betreft. Joep en ik hebben daarna dan ook nooit hete seks
gehad of zo. Zelfs niet bij benadering. Het is bij die ene kleffe kus gebleven.
Ik ben geen pedofiel. Het is een piepkuiken die Joep. Meer kan ik er niet van
maken. Ik weet dan ook alleen maar zeker dat Joep terug is van zijn wereldreis
van horen zeggen. Weliswaar uit betrouwbare bron. Laatst kwam Joep namelijk
toevallig ineens op bezoek in het lokaal van groep 8. Dat vertelde Sabine.’
Deze mededeling bracht juffrouw Rita direct in een
staat van opwinding, waarmee ze Thea compleet overviel.
‘Wat ontzettend gaaf! Ja, allicht! Joep gaat terug
naar zijn basis! Wat zoet! De bezetting van de huidige groep 8 was de bezetting
van de vroegere groep 6 van waaruit Joep aan zijn wereldreis begonnen is!’
Omdat Thea de euforische stemming van juffrouw Rita
sowieso al niet in de context wist te plaatsen, kon ze ook niet meegaan in de
vreugde:
‘Nee hoor’.
Juffrouw Rita stond meteen weer met beide voetjes op
de gele tegeltjesvloer van De Aldi. Deze keer was het haar beurt om onnozel
naar het ‘Hoezo dat?’ te vragen.
‘Vlak voordat meester Joep aan zijn grote avontuur –
de wereldreis naar IJsland - begon, zijn
de oude groep 6 en de jongste helft van de combiklas 6/7 van juffrouw Siepie en
juffrouw Rosalie indertijd toch bij elkaar gevoegd tot de plofgroep 7? Dat zou
jij toch moeten weten! Je bent er zelf nog overspannen van geworden begin vorig
jaar.’
‘Oh, ja, nou je het zegt ja. Pff wat een ellende was
dat! Zo’n plofklas had meester Joep nooit aan gekund’.
Juffrouw Rita had haar stemmingswisselingen aanschouwelijk niet onder controle. Van smaad
aan het adres van Thea ging ze van het ene op het andere moment over op de
lastertoer richting de professionaliteit van
Joep. Een uitweg waar Thea handig gebruik van maakte.
‘Ik vond juffrouw Siepie ook niet erg sterk in de
plofgroep 7.’
‘Ach, maar nou heeft ze in groep 8 de steun van
Jeewee’, suste juffrouw Rita.
‘Ze is weggebonjourd uit groep 8 net als jij uit
groep 7 van De Wielewaal. Ben je dat ook alweer vergeten, Rita?’.
Thea sprak vermanend. Als een psychologe die in
opstand komt tegen de verdringing.
‘Is ze ook naar een andere school gestuurd?’,
acteerde juffrouw Rita verstrooid en zogenaamd geschrokken.
‘Nee, naar groep 6. Samen met juffrouw Marijke’,
antwoordde Thea vermoeid.
‘Dat zal haar goed doen.’
Thea zou willen dat het leedvermaak in de reactie van
juffrouw Rita haar ontgaan was.
‘Wie zal de overplaatsing naar groep 6 goed doen
volgens jou Rita; juffrouw Marijke of de schooltrol?’
‘Hoe noem je haar?’, wilde juffrouw Rita licht
geamuseerd, afgeleid, maar op haar hoede weten.
‘Wie?’
‘De schooltrol zei je.’
‘Ik bedoelde natuurlijk juffrouw Siepie’.
Thea sloeg bewust een overdreven verontschuldigende
toon aan.
Geheel volgens haar typische persoonlijkheid negeerde
Rita het probleemgeval verder en ging net zo makkelijk over op weer een ander
gerucht:
‘Jij had het net over een droomvrouw? Er gaan
geruchten over een relatie tussen Joep en Siepie. Weet jij daar toevallig ook
iets meer van?’
Thea griezelde opnieuw bij de gedachte aan de
openbaring van een liefdesband tussen Joep en Siepie. Van het begin af aan had
ze de voortekenen niet willen zien. Hook, line and sinker zeggen ze in
Engeland. Vissen, hengelen en binnenhalen, dekt toch minder overtuigend de
lading van de boodschap. Alhoewel die strategie van juffrouw Siepie de Saimiri
er wel dik bovenop lag. De waarheid is niet altijd verpakt in een mooie
boodschap. Droomvrouwen komen kennelijk in alle soorten en maten. Thea
schraapte haar keel en vermande zich.
‘Ja hoor, ze zijn officieel een stel.’
‘Ja, dat dacht ik al. Ik heb zoiets gehoord op het
zomerfeest van de onderwijsstichting.’
‘Daar weet ik niks van’, zei Thea.
‘Waar weet je niks van? Van een relatie tussen Joep
en Siepie? En je bevestigt net dat ze officieel een stel zijn?’
Thea besloot zich nader te verklaren:
‘Ik weet niks van het zomerfeest van de
onderwijsstichting, bedoel ik.’
‘Nee, allicht niet. Je bent een ouder. Niet eens een
onderwijzeres. Dus wat moet jij op het zomerfeest van de onderwijsstichting?’
‘Dat bedoel ik.’
Juffrouw Ria was toch niet helemaal zeker van haar
zaak.
‘Maar hoe weet jij dan eigenlijk zo zeker dat Joep en
Siepie sinds kort officieel een stel zijn?’
‘Ik weet niet hoe lang Siepie en Joep al een relatie
hebben. Dus je moet er geen dingen bij gaan verzinnen Rita. Wie weet zijn Joep
en Siepie al veel langer dan kort bij elkaar.’
‘Ok, maar hoe weet jij nou zo zeker dat Joep en
Siepie een relatie hebben dan?’
Juffrouw Ria begon ongeduldig te worden, maar Thea
liet zich niet opjagen en nam de tijd voor haar uitleg.
‘Dat kwam Joep ook nog in groep 8 vertellen. Nadat
hij zijn neus had laten zien en bewezen had dat hij dus terug was na zijn
wereldreis van precies 365 dagen naar IJsland. Hij deelde tevens aan groep 8
mee dat Siepie en hij nou dag en nacht super druk zijn met het maken van een
baby’tje. Iets teveel informatie als je mij vraagt, maar hey let maar niet op
mij. Ik ben maar een ouder, om jouw woorden van daarnet te herhalen Rita. Die baby die in de maak is, dat is natuurlijk
de wraak van Joep en Siepie op het nieuwe beleid van de interim directie. Kan
Siepie de troubleshooters lekker terroriseren met zwangerschapsverlof en andere
privileges van een vrouw in blijde verwachting. ’
Ironie was echter aan juffrouw Rita niet besteed,
want ze peinsde hardop:
‘Ow, maar dan komt Joep zeker niet terug op De
Wielewaal’.
‘Want?’, zuchtte Thea die eigenlijk best wel
uitgepraat was.
‘Paren worden meestal niet op eenzelfde basisschool
geplaatst.’
‘Helemaal politiek correct. Maar als ik de interim
directie was geweest, dan was ik toch voor Joep in plaats van voor Siepie
gegaan.’
‘Ja, vooral omdat ze nou waarschijnlijk binnenkort
zwanger is!, knikte Juffrouw Rita bevestigend.
Voor de vorm lachte Thea even mee, voordat ze
juffrouw Rita quasi gekscherend voor het blok zette:
‘Ik weet bij jou nooit of je voor of tegen me bent’.
Juffrouw Rita schoot direct in de verdediging,
waardoor ze zichzelf tot tevredenheid van Thea eindelijk liet kennen:
‘Ik kies gewoon liever geen partij!’
‘Ach, maar je bent je er dus wel van bewust dat er
partijen zijn op De Wielewaal?’
‘Kom op nou Thea; je bent toch geen politica?’,
ginnegapte juffrouw Rita zowel ongemakkelijk als sarcastisch.
‘Nee, en jij bent overduidelijk geen al te beste
diplomate’, grijnsde Thea, waarna ze een afslag naar de volgende supermarktgang
nam.
Tussen de eieren en de kaasbollen kon ze even de
beperkte ruimte in de Aldi nemen om de ontmaskering van Rita achter zich te
laten. Want meeloopster of niet; de betovering tussen beide dames was sowieso
al lang geleden verbroken. Juffrouw Rita hoorde niet meer thuis op De Wielewaal
bij mensen waar Thea al van het begin af aan niet onder wilde ressorteren.
Trouwens, juffrouw Rita mocht dan wel een windvaantje zijn, maar dat nam niet
weg dat ze gelijk had wat de vuurdoop van meester Viktor betrof. Hij was te
groen om de invloed van de opperouders naar waarde in te schatten. Bovendien
had hij nooit onder Willy Bakbruin gediend en was derhalve niet eens in staat
om een opperouder van een gewone papa, mama of verzorger te onderscheiden. De
teamleden die hem eventueel op de hoogte hadden kunnen brengen van het
klassensysteem op De Wielewaal, hielden wijselijk de kaken op elkaar uit angst
om door Yin of Yang op heterdaad betrapt te worden. Op De Wielewaal heersten na
de komst van Yin en Yang een nieuwe inzichten en klonk een ander geluid. Daar
diende iedereen zich naar te richten. Niemand uitgezonderd.
Zelfs Jeewee moest in revisie, terwijl hij toch een
tiental jaren op De Wielewaal buiten schot had weten te blijven. Zij het door
zich op de vlakte te houden in moeilijke periodes, zij het door bij gelegenheid
handig gebruik te maken van zijn status aparte als meester Populair. Maar Yin
en Yang vielen niet voor zijn charmes. Thea meende tijdens haar onderonsje met
directeur Yin bij hem zelfs heel kort een vleugje van antipathie jegens Jeewee
te bespeuren. De kritiek die Thea op het optreden van Jeewee na haar hulproep
voor Sabine uitte was in ieder geval niet tegen dovemansoren geweest. Of beter
gezegd de kritiek die Thea uitte op het ‘niet’ optreden van Jeewee na haar
hulproep voor Sabine. Jeewee had immers niet gereageerd toen Thea hem via de
mail om steun had gevraagd na het verkeerde middelbare school pré-advies enkel
en alleen op basis van de resultaten van de entreetoets aan het einde van groep
7. Hoezo het leerlingenvolgsysteem raadplegen? Gewoon afvoeren dat
vmbobasismateriaal. Jeewee had tevens gezwegen tijdens het zogenaamde
‘goedmaakgesprek’ tussen hem, Willy Bakbruin, Siepie de Saimiri en Bart en
Thea. Siepie had met haar ogen gedraaid, Bart was kwaad weggelopen, Willy
Bakbruin probeerde nog te redden wat er te redden viel, maar Jeewee had weer
eens niets toegevoegd. Hoewel? Eigenlijk was zijn onvermogen de druppel geweest
die de emmer deed overlopen, want wie zwijgt stemt toe.
Ook met de stomp in de maag van Sabine. Toegediend
door Boris; een klasgenoot van Sabine. Lichamelijke mishandeling door een
minderjarige van een minderjarige in het bijzijn van de meerderjarige Jeewee.
Of meester Populair verkoos de bewust de andere kant op te kijken, of hij had
het incident waarlijk niet zien gebeuren. Hoe dan ook; wat Thea betreft was de
maat vol. Ze wilde best geloven dat zo’n drukke plofklas geen makkie was. Zeker
niet aan het begin van het schooljaar waarin alles nog moest betijen, maar daar
hoefde Sabine niet onder te lijden. Elk ander kind zou via de ouders moord en
brand geschreeuwd hebben en ter plekke in het gelijk gesteld zijn om escalatie
te voorkomen. Maar de 11 jarige Sabine werd weer geacht om namens Bart en Thea
een oogje dicht te knijpen. Als beloning zou Jeewee dan wel weer een keer
heimelijk aan Thea bekennen wat voor een ‘scheetje’ hij Sabine in werkelijkheid
vond. Om de dooie dood niet.
Aan de ene kant was Thea blij verrast dat Yin zonder
pardon solidair met haar was. Aan de andere kant kon ze niet omgaan met
onvoorwaardelijke steun, omdat ze geen bijstand gewend was van iemand anders
dan Bart. Onverwachte support wekte haar wantrouwen. Bijval dreef haar bijna
tot medelijden met meester Populair, terwijl ze Yin tijdens het overleg in de
directiekamer zag vechten om zijn aanstoot aan de opstelling van onderwijzer
Jeewee te onderdrukken ten opzichte van haar. Thea. Een willekeurige ouder.
Thea voelde de ingehouden woede van Yin op Jeewee op haar gemoedstoestand
inwerken. Met tegenzin werd ze slap over haar hele lichaam. Zo intens
afkeurenswaardig was het optreden van Jeewee door de bank genomen toch ook weer
niet geweest? Bart wist wel beter:
‘Ach, nou vind je eindelijk gehoor en dan ga je de
handelswijze van Jeewee verdedigen? Leg uit Thea!’
‘Ik verdedig hem niet. Jij bent degene die hem altijd
tegen mijn zogenaamde vooroordelen in bescherming neemt. Jeewee is gewoon een
zwakkeling, maar ik heb hem nog altijd liever als meester voor onze dochter dan
juffrouw Siepie de Saimiri met haar verkeerde middelbare schooladviezen.’
‘Vergeet die Siepie. Ze is uit beeld in groep 8. Ze
heeft afgedaan in de ogen van de interim directie. En heus niet alleen vanwege
die belabberde middelbare schooladviezen of door jouw toedoen Thea. Haar
ondergang heeft ze helemaal aan zichzelf te wijten. Hetzelfde geldt voor
Jeewee. Jij bent niet verantwoordelijk voor zijn manieren.’’
‘Ja, maar ik heb het straks weer gedaan. Ik ben de
klokkenluidster’, zeurde Thea schuldbewust.
‘Beter dan het willoze slachtoffer’, schokschouderde
Bart.
Zou directeur Yin in telepathische verbinding hebben
gestaan met Bart? Niet lang na het indienen van haar klacht tegen Jeewee
ontving Thea namelijk tot haar verbazing een gedwee mailtje van meester
Populair. De strekking stond zo ver van de ware aard van Jeewee verwijderd, dat
het niet anders kon dan dat dit berichtje in opdracht van directeur Yin
geschreven was. De woordkeuze was weer wel tekenend voor Jeewee:
Beste Bart en Thea,
Ik heb contact gehad met de ouders van Boris over het
incident met Sabine in het klaslokaal van groep 8.
Met vriendelijke groet,
Jan-Willem
‘Dat is toch niks’, mokte Thea ontevreden.
‘Hoezo dat is toch niks? Jeewee heeft een stel
opperouders aangesproken op het asociale gedrag van hun hoogbegaafde zoon. Noem
het maar niks’, schamperde Bart.
‘Wie zegt dat hij niet liegt?’
‘Doet er niet toe.’
‘Jawel, dat doet er wel toe’, mierde Thea
sikkeneurig.
De laatste tijd begon Bart zijn geduld steeds sneller
te verliezen. Er moest eindelijk wat veranderen op De Wielewaal of Thea moest
haar handen volledig van het reilen en zeilen op de basisschool van Sabine en
Walter aftrekken. Een van de twee. Zo niet dreigde de relatie van Bart en Thea
langzamerhand onder het jarenlang voortkabbelende geharrewar van de opperouders
te gaan lijden.
‘Wat wil je nou Thea? Een gedetailleerd verslag van
de strafvervolging van meester Jan-Willem van groep 8? Directeur Yin heeft
Jeewee gedwongen om jouw klacht serieus te nemen. Misschien heeft Jeewee de
ouders van Boris vervolgens ook daadwerkelijk op de stomp in de maag van Sabine
aangesproken, maar waarschijnlijk niet. Belangrijker is dat er nu wel een
soortement van bekentenis in de vorm van een mailtje van Jeewee aan ons in
omloop is.’
‘Alsof we daar wat mee opschieten!’, smaalde Thea.
‘Met dat mailtje neemt Jeewee officieel de
verantwoordelijkheid voor het incident’, vond Bart halsstarrig.
Hierna nam hij een korte adempauze om tot 10 te
tellen en daarna op zoek te gaan naar een beter argument om Thea te kunnen
overtuigen van het schot in de zaak.
‘Bovendien kan niemand van De Wielewaal Walter nu nog
met goed fatsoen als bliksemafleider gebruiken.’
‘Hoebedoelu?’, wilde Thea half overtuigd weten.
‘Voordat het geweldsdelict met Boris fatsoenlijk
afgehandeld is, kan niemand van De Wielewaal aankomen met alweer een alles
overtreffende klacht over Walter. Als dat niet zo was geweest dan had Walter nu
allang opnieuw op het beklaagdenbankje gezeten. Had hij Boris niet laten
struikelen laatst?’
‘Ja, maar dat was ter vergelding voor de stomp van
Boris in de maag van Sabine’, wierp Thea meteen ter verdediging van Walter op.
‘Ja, dat weet ik. Ik ben ook trots op hem’,
antwoordde Bart gekalmeerd.
Uit wraak besloot Thea om niet op de mail van Jeewee
te reageren. De kans om meester Populair op haar beurt eindelijk te negeren
greep Thea met beide handen aan. Los daarvan zou Thea bij een eventuele reactie
van haar kant alleen maar sarcasme voor het online bericht van Jeewee kunnen opbrengen. Een veeg uit de pan in de
trant van:
‘Wat jofel Jeewee dat je met de ouders van Boris
gepraat hebt. Mag ik nog weten wat de uitkomst van het gesprek is? Is er nog
een dader en/of slachtoffer ter sprake gekomen en hoe gaan we in de toekomst de
agressie van Boris binnen de perken houden? Valt de agressie van Boris
überhaupt binnen de perken te houden?’
Jeewee zou ongetwijfeld publiekelijk teleurgesteld zijn geweest in de
kinderachtige reactie van Thea. Hij zou aangegeven hebben dat hij het heel
jammer vond dat Thea, Bart en hij niet tot een constructief gesprek hadden
kunnen komen. Jeewee had liever ook gewoon de vredespijp gerookt met Bart en
Thea. Precies zoals hij recentelijk ook al met de ouders van Boris had gedaan.
Niet alleen populair dus die Jeewee, maar ook nog een pacifist. Een ware
vredesstichter. Naar eigen zeggen uiteraard. Zwart op wit via de mail van De
Wielewaal. Dat stond buiten kijf.
Vooral de mail was cruciaal. Gevoed door de ervaring
die Bart op zijn werk had opgedaan met crisismanagent, ging Thea ervan uit dat
door beide interim directeuren, vanwege de miscommunicatie op De Wielewaal, op
elk moment van de dag op de computer van elke leerkracht van het team ingelogd
kon worden. Alles wat deze of gene naar wie dan ook, al dan niet over en weer,
van en naar een IP-adres van De Wielewaal mailde, kon dus door Yin en Yang
tegen iedereen op school gebruikt worden. Niet alleen tegen Jeewee, maar ook
tegen Thea. Met het oog op haar voorkeurspositie bij Yin was het daarom
waarschijnlijk beter voor Thea om haar hatelijkheden te temperen en geen
sarcastische mailtjes richting Jeewee te sturen dus.
Ook zonder spot had Jeewee het al moeilijk genoeg
onder de supervisie van Yin die hem ook gebood om Boris en Sabine samen te
brengen en te beraadslagen over een oplossing voor de stomp in de maag. Een
gouden kans om te scoren bij de interim directie, want voor overleg met
kinderen draaide Jeewee zijn hand werkelijk niet om. Je zou ook niet anders
verwachten van een ervaren onderwijzer, maar Jeewee gaf in die eerste maanden
in groep 8 de algehele matte indruk dat zijn beste jaren als leerkracht en de
uitdagingen van het meesterschap al ver achter hem lagen. Het was lang geleden
dat Jeewee zich voor het laatst had moeten bewijzen en in de loop van de jaren
was meester Populair eraan gewend geraakt om voor minder dan niks op een sokkel
te worden geheven. De kans op verzoening tussen Sabine en Boris onder toezicht
van Jeewee was daarom nog niet vanzelfsprekend vantevoren gegarandeerd. Zelfs
Sabine had reserves, terwijl ze voorheen zo onvoorwaardelijk tegen haar meester
Populair had opgekeken.
De plotselinge terughoudendheid van Sabine lag
volgens de buitenwacht aan de onvermijdelijke prépubertijd bij elk kind van
bijna 12. Daar kon Thea zich maar gedeeltelijk in vinden. Het verkeerde
vmbobasis advies voor Sabine van juffrouw Siepie de Saimiri in groep 7 had
ertoe geleid dat dit elfjarige kind doordrongen was geraakt van de noodzaak van
sociaal wenselijk gedrag en gunstige momentopnames voor haar toekomstige plekje
in de maatschappij. Daarbij waren haar schoolprestaties uit het verleden van
ondergeschikt belang. Zij boden op De Wielewaal in ieder geval geen garanties
voor de toekomst. En dan te bedenken dat de basis hier nog maar een lagere
school is. En in deze relatief beschermde
sociale omgeving moet een kind zich van de eerste schooldag af aan bij elke
toets opnieuw bewijzen. Waar moest dat heen op de middelbare school of nog
erger; op een vervolgopleiding? Tel daar nog de wijk waar Sabine woonde en de
mores van haar ouders bij op en de uitkomst was een basisschoolleerlinge die
geen poot had om op te staan. Het enige dat het meisje nog leek te kunnen
redden was de goedkeuring van de Siepies van deze wereld. Maar laat Sabine nou
tot nu toe in de bovenbouw van De Wielewaal van geen enkele aandrang blijk te
hebben gegeven om in de klas op de voorgrond te treden. Niet om in de smaak te
vallen bij haar juf en niet bij haar meester! Dat was dan jammer, want de
brutalen hebben de halve wereld. Anders gezegd; de persoonlijkheid van Sabine
stond de ontwikkeling van haar leervermogen op De Wielewaal in de weg, terwijl
in werkelijkheid hersenloze schooltrollen zoals juffrouw Siepie het probleem
vormden en geen kleine elfjarige meisjes die toch voornamelijk op school zitten
om te leren. Een weldenkend mens zou bijna gaan eisen dat de Siepies van deze
wereld door de troubleshooters figuurlijk bestreden werden met
onkruidverdelger. Op elke trede van de onderwijsladder.
Geen makkelijke klus. Niet voor de interim directie
en ook niet voor Bart en Thea. Laat staan voor prepubers van elf jaar. Ten
einde raad sloot Sabine zich dus maar bij de oplossing van haar ouders aan. Met
andere woorden; ze verkoos om de hele zomervakantie aan de lopende band
oefencitotoetsen te maken. Niet om hoogbegaafd te worden, maar om niet buiten
het doorsnee systeem te vallen dat door een landelijke epidemie van
schooltrollen op basisscholen overal in Nederland hoog gehouden wordt. Oefenen,
oefenen, oefenen. Met het doel te scoren, scoren, scoren. Zo hoog dat Sabine wel
op moest vallen. Of ze wilde of niet. Alsof het leven een generale repetitie is
en intelligentie een mindset die uit het hoofd te leren valt. Als het aan de
schooltrollen ligt dan moet de hele wereld – niemand uitgezonderd - aan het
blokken. Alleen maar omdat middelmaat de straat siert waardoor het hele
basisonderwijs door ontelbare Siepies, verspreid over het hele land,
geïnfiltreerd is. En dat zonder zelf in de praktijk ooit een proeve van
bekwaamheid met een noemenswaardig goed gevolg te hebben afgelegd.
Integenstelling tot Sabine. Zij was, ondanks haar
haar elf jaren, wel slim genoeg om zich bij haar lot neer te leggen, zonder
zich te laten afleiden door het verziekte leersysteem. Na de zomervakantie ging
ze uit eigen beweging dan ook stug door met oefenen. Met resultaten die er niet
om logen. Sabine was inmiddels hoogbegaafder dan hoogbegaafd. Als Bart en Thea
tenminste de stijgende scores van haar oefencitotoetsenuitslagen zouden moeten
geloven. Ze rezen de pan uit. Sabine begon het vragenspelletje door te krijgen.
Ze zag de herhaling van de trucjes. Ze herkende de strikvragen en voelde het
bedrog. Ze leerde wantrouwen en zich door haar intuïtie te laten leiden in
plaats van zich blind te staren op kennis en vaardigheden alleen. Ze raakte
haar onschuld kwijt en daarmee tevens haar geloof in de geveinsde persoonlijke
betrokkenheid van Jeewee.
Had hij Sabine überhaupt ooit als een persoontje
gezien? Was het onderwijs in het algemeen eigenlijk wel de aangewezen plaats
voor individuele ontwikkeling? Vermoedelijk kon Jeewee, de conformist in optima
forma, zo goed aarden in het onderwijs, juist omdat hij bij voorkeur in
clusters van stereotypen en niet in individuutjes dacht. In die dagen vroeg
Thea zich dan ook meer dan eens in verwondering af waar Sabine in groep 8 het
zelfvertrouwen vandaan haalde om zich staande te houden in de competitieve
omgeving van de toenmalige plofklas van Jeewee. In de wandelgangen werd Sabine
zelfs officieus geprezen voor haar vooruitstrevende hulpvaardigheid die zij op
elk moment van de schooldag bereid was in te zetten voor haar klasgenootjes.
Haar hulp was vooral onmisbaar tijdens het maken van oefencitotoetsen in de
klas. Hoe kreeg Sabine dit voor elkaar zonder deel uit te maken van de
plusgroep? Dus zonder de onvolprezen ruggensteun die de schooltrol, meester
Populair - en zijn harem - de dochter van Bart en Thea onthielden op De
Wielewaal? Niet door boos opzet, maar door zich voornamelijk op de groep
kinderen van de opperouders te focussen. Hadden Bart en Thea dan toch niet alles
fout gedaan in de opvoeding van Sabine
en Walter? Van Jeewee moest Sabine haar waardigheid in ieder geval niet hebben.
Ze begon zich aan hem te ergeren.
‘Vandaag zei Jeewee in de klas dat hij Siepie miste’,
gruwelde Sabine tijdens de lunch in de middagpauze.
Thea was meteen op haar hoede.
‘Hoezo?’
‘Iedereen vond het zóó erg dat juffrouw Siepie niet
meer terug komt in groep 8 en toen zei Jeewee dat hij dat ook heel jammer vond
en dat hij Siepie ook miste.’
Daar kon Walter zich wel wat bij voorstellen.
‘Nou, hij mag juffrouw Siepie toch missen?’, merkte
hij schattig naïef op.
‘Houd je bek autist’, grauwde de prépuber Sabine naar
haar 10jarige broertje.
‘Niet je bek, maar je klep. Je zegt; Houd je klep,
autist’, verbeterde de opvoedster in Thea onaangedaan.
‘Hey, ik ben geen autist’, hapte Walter.
Thea probeerde de uitschieter van haar dochter te
vergoelijken.
‘Natuurlijk niet’.
Walter gaf niet toe.
‘Waarom zegt zij dan dat ik een autist ben?’
‘Omdat jij het voor juffrouw Siepie opneemt!’, bitste
Sabine.
‘Ik neem het helemaal niet voor juffrouw Siepie op.
Ik vind haar stom!’, riep Walter argeloos uit.
‘Je snapt Jeewee toch zo goed, omdat hij juffrouw
Siepie mist!’, diende Sabine hem dramatisch van repliek.
‘Ja, maar alleen omdat ik juffrouw Siepie stom vind,
mag Jeewee haar nog wel missen’, vond Walter heel terecht.
‘Zo is dat jongen’, beaamde Thea, terwijl ze Walter
vertederd over zijn bol aaide.
Ter verdediging van haar zoon legde ze nog een
verklaring af voor Sabine.
‘Die jongen heeft gewoon een hoog ontwikkeld
rechtvaardigheidsgevoel’.
Wel wilde ze uit roddelzucht direct na haar
kniebuiging voor Walter een genuanceerde lezing van hem over zijn zojuist
geventileerde afkeer van juffrouw Siepie. Maar Walter was niet in de stemming.
‘Ze is gewoon stom’, was alles wat hij over juffrouw
Siepie kwijt wilde.
‘Meer verdient ze ook niet’, zou Bart later zeggen.
‘Jeewee vindt juffrouw Siepie volgens mij ook stom.
Of ja, nee, ik weet niet’, aarzelde Sabine.
‘En hij mist haar?’, verifieerde Thea confuus.
Sabine nam een hap van haar boterham met hagelslag,
zodat Thea, in de hoedanigheid van rechtgeaarde moeder, weer eerst voorbeeldig
moest wachten, totdat het kind haar mond leeggegeten had, voordat ze eindelijk
uitsluitsel kreeg.
‘Vanochtend hielp ik Ronnie in de gang met
rekenopdrachten en toen zei Ronnie: ‘Juffrouw Siepie is lelijk hè?’ Ik zei:
‘Ja’, en toen stond in één keer Jeewee achter ons en hij fluisterde: ‘Ja,
juffrouw Siepie is lelijk hè!?’ Ronnie en ik waren alletwee verbaasd. Juist
omdat hij even vantevoren nog in de groep had gezegd dat hij juffrouw Siepie
miste. Ik snap dat niet.’
‘Dat noem je hypocriet’, antwoordde Thea grimmig.
‘Ja maar je kunt toch ook best iemand missen die
lelijk is?’
Dat was Walter weer.
‘Kijk loser, daarom ben jij nou een autist’, viel
Sabine opnieuw uit.
‘Je hebt hagelslag op je wang’, lachte Walter
schalks.
Hij begon het al te leren.
Niettemin begreep Thea maar al te goed wat een
kwelling het wappergedrag van Jeewee voor de puberende Sabine begon te worden.
Na het verkeerde middelbare schooladvies van juffrouw Siepie de saimiri wilde
Sabine in groep 8 van haar leermeester weten waar ze aan toe was. Ze liet zich
niet meer klein houden door zijn clowneske afleidingsmanoeuvres. Daarbij zat
Sabine heus niet te wachten op een voorkeurspositie of een speciale behandeling
in de plofklas, alleen maar omdat ze thuis door oefening van citotoetsen steeds
hoger scoorde. Maar daarom hoefde Jeewee nog niet aldoor met alle winden mee te
draaien. Op het ene moment beweerde hij onomwonden in de klas tegen, met name,
de kinderen van de opperouders dat hij juffrouw Siepie miste en nog geen 10
minuten later sloot hij zich heimelijk gniffelend bij Ronnie en Sabine in de
wandelgangen van De Wielewaal aan bij hun kinderachtige mening dat de schooltrol
lelijk was. Dat was vals. Maar dat was Jeewee. Zo lang als Thea hem kende had
hij al 2 gezichten gehad, als het er niet meer waren. Voor haar dochter zou ze
het spelletje van meester Populair evenwel met liefde en plezier tot het einde
van groep 8 hebben meegespeeld. Een vos verliest nou eenmaal wel zijn haren,
maar niet zijn streken. Ze had echter niet kunnen voorzien dat de elfjarige
Sabine niet alleen de adviezen op De Wielewaal, maar ook haar meester Jeewee
vroegtijdig zou leren wantrouwen. En zoals Bart al aangaf, was Thea niet
verantwoordelijk voor de manieren van Jeewee.
Met de komst van de interim directie had Thea
intussen wel onverwacht een uitlaatklep voor haar frustraties. Na het trauma
van de turbulente ouderavond, waarin Thea getreiterd werd vanwege haar
onorthodoxe kijk op de afmars van juffrouw Siepie in groep 8, en het daarop
volgende soepele overleg met de twee troubleshooters, zag ze eigenlijk geen
enkele reden meer om niet te profiteren van het luisterend oor dat met name
directeur Yin haar met nadruk geboden had. Dieper dan haar slechte reputatie
als tirannieke Thea en als klokkenluidster kon ze toch al niet meer zinken. Ze
kon ook rustig de mail als kliklijn gebruiken. Hoewel Thea ervan uitging dat
het mailverkeer tussen ouders en het personeel van De Wielewaal onder
supervisie van de interim directie stond. Waarom anders zou de inhoud van de
mailtjes van het onderwijsteam sedert kort elke poging tot voorbeeldigheid uit
het verleden overtreffen? Maar strikt persoonlijke online berichtjes exclusief
aan en van de interim directie stonden daarentegen natuurlijk niet open ter
inzage voor derden. Toch wilde Thea zelfs haar grootste vijand uit principe met
open vizier bevechten. Daarom besloot ze om haar klacht ter kennisgeving ook
aan Jeewee te mailen. Niet in de laatste plaats omdat ze met deze notificatie
hem meteen de wind uit de zeilen van zijn gespeelde onschuld nam.
Beste Yin,
Tot onze redelijke tevredenheid (ouders van Sabine uit groep 8 en Walter uit
groep 7) heeft meester Jan-Willem ons via de mail laten weten dat hij contact
heeft opgenomen met de ouders van Boris. Boris is een klasgenoot van onze
dochter Sabine. Boris heeft Sabine in de eerste schoolweek onder toezicht van
meester Jan-Willem in het klaslokaal een stomp in haar maag verkocht. Over dit
vooral hebben directeur Yang, jij en ik recentelijk overleg gevoerd.
In opdracht van jou heeft meester Jan-Willem ook al
netjes een onderonsje gehad met Sabine en Boris. Volgens Sabine heeft meester
Jan-Willem tijdens dit samenzijn Boris wel enigszins de wacht aangezegd.
Bijster overtuigd van de steun van meester Jan Willem kwam onze dochter Sabine
echter niet op mijn man (Bart) en mij (Thea) over.
Deze onzekerheid over haar recht van spreken werd
afgelopen week nog verergerd toen meester Jan-Willem in de klas verkondigde dat
hij juffrouw Siepie vreselijk miste aan zijn zijde. Zij zou immers
oorspronkelijk samen met hem in het komende schooljaar groep 8 voor haar
rekening nemen. Sabine en haar klasgenoot Ronny zijn een andere mening over juffrouw
Siepie toegedaan. Zij hebben juffrouw Siepie in het vorige schooljaar in groep
7 ook bijna elke schooldag meegemaakt en zij missen haar niet. Ronny en Sabine
vonden elkaar tijdens het maken van rekenopdrachten in de gang van De
Wielewaal, nadat meester Jan-Willem in de klas de loftrompet over juffrouw
Siepie geblazen had. Op de typische, sarcastische manier waarmee prépubers zich
beginnen los te maken van hun kindertijd, begonnen Ronnie en Sabine over en weer juffrouw Siepie
af te kraken en voor lelijk uit te maken. Tot hun grote schrik werden ze op een
gegeven moment van achteren benaderd door meester Jan Willem. In plaats van
Sabine en Ronnie op hun afkeurenswaardige kwaadsprekerij aan te spreken, zoals
je zou mogen verwachten van een onderwijzer, gaf meester Jan-Willem net zo
makkelijk te kennen dat hij zich wel kon vinden in de opvattingen van de 2
roddelaars. Juffrouw Siepie zou eigenlijk inderdaad lelijk zijn. Op deze manier
is het voor Sabine erg moeilijk om haar meester nog serieus te nemen. Over het
algemeen zijn ouders die zich niet rouwig tonen over het vertrek van juffrouw
Siepie uit groep 8 geen graag geziene gasten op bijeenkomsten op De Wielewaal.
Jij gaf laatst onder 4 ogen ook al aan dat deze groepsdruk van volwassenen jou
tijdens de afgelopen spraakmakende ouderavond voor groep 8 van De Wielewaal
eveneens was opgevallen! Ik was het lijdend voorwerp. Normaliter is Sabine
uitstekend in staat om met deze conflictsituatie om te gaan, maar niet als
meester Jan-Willem zich in allerlei bochten wringt om iedereen te vriend te
houden. Ik hoop dat je mijn ongenoegen begrijpt en in het vertrouwen van een
oplossing, teken ik, met vriendelijke groet,
Thea.
Nog geen twee minuten nadat Thea op verzenden van
haar mailtje had gedrukt ging op haar mobiel de ringtone af. Bohemien Rapsodie.
Het scherm toonde een afzender die Thea niet zo snel bekend voorkwam. Het was
directeur Yin. Hij sprak afgemeten.
‘Ja, Thea, je spreekt met Yin’.
‘Goh, da’s ook toevallig. Ik stuurde je net een
mailtje.’
‘Ja, daarom bel ik.’
‘Ok’, twijfelde Thea.
In het vervolg van zijn reactie sloeg directeur Yin
een ietwat lossere toon aan.
‘Begrijp me niet verkeerd. Ik ben juist erg blij met
jouw klacht. En ik ben het ook met je eens.’
Thea was niet helemaal zeker waarover directeur Yin
het met haar eens was.
‘Wat bedoel je precies?’
‘Wat jij impliceert.’
‘En dat is?
‘Dat Jan-Willem een keuze moet maken. Dat hij
stelling moet nemen’, antwoordde directeur Yin met een stelligheid die geen
tegenspraak duldde.
‘Ja, dat is eigenlijk wel zo’, gaf Thea schoorvoetend
toe.
‘We hebben niks aan halve waarheden’,
‘Nou ja, hij hoeft van mij geen hekel te hebben aan
juffrouw Siepie, maar dan moet hij wel eerlijk voor zijn sympathie uitkomen’,
‘Helemaal mee eens’.
‘Ok’, herhaalde Thea onzeker.
Er viel een korte stilte. Even later viel uit het
antwoord van Yin op te maken dat die spreekpauze stond voor de tijd die hij
nodig had gehad om ter plekke een straf voor Jeewee te bedenken:
‘Jan-Willem moet een gesprek met Sabine aangaan. In
dat gesprek moet hij uitleggen hoe hij tegenover juffrouw Siepie staat. Ik vind
dat Sabine recht heeft om serieus genomen te worden.’
‘Ik ook’, bevestigde Thea blij verrast, maar
achterdochtig.
Haar reserve lokte bij directeur Yin de behoefte uit
om zich nader te verklaren.
‘Ik ben een groot voorstanders van klassikale
instructie, waarbij de leraar zich vooral ten dienste moet stellen van de
groep, maar als een kind – en dan bedoel ik elke leerling en niet alleen Sabine
- op weg geholpen kan worden met wat individuele aandacht, dan moet dat
aangeboden worden in het primaire onderwijs.’
Thea was de draad kwijt.
‘Maar hoezo moet Sabine dan op weg geholpen worden
met persoonlijke aandacht van Jeewee? Sabine raakt juist in de war van die rare
dingen die meester Jan-Willem zich tegen haar langs zijn neus weg laat
ontvallen in de wandelgangen. En ik ook eerlijk gezegd.’
‘Allicht. Doet meneer Jeewee dat trouwens bij meer
kinderen?’
‘Wat’, vroeg Thea verward.
‘Terloopse uitspraken?’
‘Weet ik veel! Ik weet alleen dat hij tegen Sabine
vaak zogenaamd leuke grapjes maakt. Ik heb ze nooit leuk gevonden en Sabine
vindt er ook steeds minder wat aan. Meester Populair moet zich niet als een
kindervriend, maar als een meester gedragen. Hij moet ook niet proberen om
kindertaal te spreken. Hoe boos Ronnie en Sabine ook op juffrouw Siepie zijn,
het heeft geen pas als een volwassen man twee roddelende leerlingen tegemoet
probeert te komen door ze naar de mond te praten. Hoe durft hij juffrouw Siepie
lelijk te noemen? Ik bedoel; Siepie is ook moeders mooiste, maar dat uiterlijk
van haar is nou net het enige mankement aan haar verschijning waar ze zelf ook
weinig aan kan veranderen. Toch? Bovendien kwam Jeewee helemaal niet
geloofwaardig op Ronnie en Sabine over. Temeer daar hij even vantevoren nog
voor een volle klas stond te verkondigen dat hij juffrouw Siepie zo miste.’
Directeur Yin viel Thea in de rede. Waarschijnlijk
omdat ze in herhaling viel. Thea kon zich vergissen, maar ze meende een
geamuseerde ondertoon te beluisteren.
‘We zijn het dus met elkaar eens. Jeewee moet
duidelijker zijn tegen Sabine. Om te beginnen over juffrouw Siepie, zodat
Sabine weet waar ze staat. Ik zal Jeewee vandaag nog aanspreken op zijn gedrag
en ervoor zorgen dat hij een gesprekje met Sabine aangaat waarin hij uitlegt
wat hij nou precies van juffrouw Siepie vindt.’
Aan daadkracht geen gebrek bij directeur Yin. Zijn
woorden klonken als muziek in de oren van Thea. Tegelijkertijd hield ze haar
hart vast. Die Yin mocht er dan wel uitzien als een onbeduidend mannetje, maar
ondertussen liet hij zich aanhoren als een troubleshooter die de koe bij de
horens vatte. Thea kon zich voorstellen dat Jeewee niet met dat contrast om kon
gaan. Ze durfde te wedden dat Jeewee 10 keer liever door een hersenloze
tattoovader of een mislukte directrice als Willy Bakbruin op zijn nummer werd
gezet, dan door zo’n kaal opdondertje. Meester Populair kennende had hij het
echter gewoonweg niet in zich om in zijn eentje tegen dat kale opdondertje in
opstand te komen. Die wetenschap gaf Thea de moed om door te gaan met de
metaforische protestmars die ze vanaf het foutieve middelbare schooladvies aan
Sabine op De Wielewaal instinctief begonnen was.
Daar kwam nog bij dat de interim directie niet de
enige nieuwe impuls op De Wielewaal was die bij Jeewee ontzag inboezemde.
Ineens was daar ook nog meester Viktor. De nieuwe meester voor groep 7. De
groep van Walter. Meester Vik had het uiterlijk van een gangbaar, hoogblond
gastje met een ringbaardje. Qua leeftijd had hij de zoon van Jeewee had kunnen zijn.
Toch steeg het broekie Vik direct bij binnenkomst op De Wielewaal in groep 7
meteen naar de op 1 na hoogste trede van de carrière ladder. Moeiteloos leek
het wel. Alleen nog meester Populair in groep 8 had hij boven zich. Hoewel
meester Populair zich door de rijzende ster van meester Vik ook wankel begon te
voelen op de bovenste sport van de onderwijzerstrap. De competitie lag dus op
de loer bij de heren collega’s en daarmee hielden de paralellen tussen het
groentje Vik en de ouwe rot Jeewee wel zo’n beetje op. De meesters samen
vormden het schoolvoorbeeld van elkaars tegenpolen. Daarbij was de jeugd van
meester Vik van ondergeschikt belang. Het was zijn optreden dat – net als bij
directeur Yin - niet met zijn stereotype verschijning overeenkwam en dat Jeewee
overweldigde. Meester Vik was niet receptief voor elk wat wils. Hij straalde
een potentiele vastberadenheid uit waardoor het zelfs denkbaar werd dat de
rechtlijnige juffrouw Marijke van groep 6 zich te zijner tijd vrijwillig naar
de wil van meester Vik zou kunnen schikken. Maar dat was toekomstmuziek. Aan
het begin van groep 7 was meester Vik nog zoekende naar de juiste balans tussen
ordehandhaving en lesgeven.
Het vinden van dat evenwicht is weliswaar cruciaal
voor elke nieuwe leerkracht in ongeacht welke groep in het primaire onderwijs,
maar in de debuutgroep 7 van meester Vik van De Wielewaal was het bereiken van
een status quo een minimale vereiste om überhaupt normaal les te kunnen geven
aan het zooitje ongeregeld in deze klas. Deze moeilijkheid had alles te maken
de gemengde samenstelling van de groep die nochtans vanaf de eerste klas
oververtegenwoordigd was door jongens. 17 jongens naast 6 meisjes om precies te
zijn. Weliswaar geen plofklas zoals groep 8 met 33 leerlingen, maar daarom niet
minder enerverend. Niet voor niks had juffrouw Rita laatst, tijdens haar
ontmoeting met Thea in de Aldi, naar de bezetting van groep 7 van meester Vik
gerefereerd als; ‘schobbejakken’ En dan doelde ze niet op die 6 brave deernes,
die vanwege hun deugdzaamheid bijna vloekten met de rebelse mannekes in de
klas. Schobbejakken als benaming voor dit gespuis was dan ook te zacht
uitgedrukt. Onder groepsdruk en zonder het juiste toezicht kon het grootste
deel van de 17 ventjes zich ontpoppen tot regelrechte ellendelingen. Ook
Walter. Juist Walter.
Walter was een alfamannetje in wording. Helaas deelde
hij deze ontwikkeling met nog 3 andere wannabee baasjes. Zo ontstond een
driedeling in de groep van 17 jongens, want ieder leidertje had eigen volgers,
inclusief overlopers en spionnen. Walter was de chef die zijn hersens kon
gebruiken. Hij stond bekend om zijn korte lontje. Desondanks werd Walter
tijdens echte crisismomenten telkens weer gekroond tot de onvervalste
aanvoerder. Ook omdat hij zich in het verleden meermaals met zijn vuisten
bewezen had en hij de meest imposante verschijning was tussen zijn
leeftijdgenoten in groep 7. Daar kwam nog bij dat zijn 3 vrienden; Marcus, Tim
en Huibje op elk moment van de schooldag als één man achter hem stonden. Verder
waren er nog wat zwevende volgers die bij conflicten meestal wel geneigd waren
om partij voor Walter te kiezen. Pepijn bijvoorbeeld. Het jongetje dat in groep
5 bij juffrouw Marjolein elke dag wel honderd luizen uit zijn kapsel ving. Zo
telde groep 7 nog een aantal softies die zich af en toe schuilhielden in de
schaduw van goedzak Walter, want dat was hij ook. Iemand moest de zwakkeren uit
groep 7 in bescherming nemen. Als Walter niet voor zijn machteloze medemens
opkwam, dan waren de kneusjes overgeleverd aan de grilligheid van aan de ene
kant de Turkse aanhang van de woeste tweeling Amir en Emir of aan de andere
kant het Marokkaanse gevolg van de barbaarse Soltan. Zowel de 5 Turkjes als de
4 Marokkaantjes uit groep 7 gingen van huis uit om niks en nog eens niks op de
vuist. Vanuit beide culturen was het bij een goed gevecht wel de bedoeling dat
de tegenstander de uitdagende partij met gelijke munt terugbetaalde. Zo niet,
wat was dan het nut van een handgemeen? ’s Lands wijs, ‘s lands eer betrof toch
vooral Turkije en Marokko voor de klantjes uit groep 7 met een niet Nederlandse
achtergrond. Zodra zij hun kans schoon zagen, werd er dan ook volop gedreigd,
gescholden en gevochten. Het liefst lokten onze medelanders Walter uit de tent.
Temeer daar hij zich uit verveling geheid en graag uit liet dagen, maar ook
omdat Walter voor niemand bang was en binnen de kortste keren als een wilde om
zich heen begon te meppen. Dan moest je als allochtoontje maken dat je weg
kwam, hetgeen geen enkel probleem was voor de kleine muilperen die ook nog eens
watervlug waren. En hoewel de krachtmetingen van: Walter, Amir en Emir en
Soltan en al hun volgelingen in de loop van de jaren alleen maar explosiever
waren geworden, lieten de vechtersbaasjes zich bij tijd en wijlen nog wel
redelijk temmen door een onderwijzer of onderwijzeres met de juiste aanpak.
Juffrouw Marijke was zo’n effectieve onderwijzeres geweest vorig jaar in groep
6. Op haar eigen houterige manier. Waarom zou meester Vik het daarom niet
eveneens in zich hebben om voor zichzelf precies de goede balans te vinden
tussen lesgeven en domineren in groep 7. Erg veel inwerktijd werd hem hiervoor
echter niet gegund. Meester Vik werd meteen in het diepe gegooid.
Niet eens door de chronische relletjes van de aloude
oproerkraaiers, maar door toedoen van Kevin. Kevin zat al sinds groep 1 bij
Walter in de klas en na 6 jaren nu dus ook bij meester Vik. Kevin was geen
alfamannetje, maar hij had wel drie jongere broertjes, die hij van zijn vader
en moeder al zolang hij zich kon herinneren de baas moest zijn. Hij wist na al
die jaren alleen nog steeds niet hoe. Die thuis heersende gedragscode reageerde
Kevin op school op Walter af. Hij moet zich al vanaf hun eerste ontmoeting, in
groep 1 van juffrouw Elsje op De Wielewaal, door Walter bedreigd hebben
gevoeld. Bij gelegenheid duiken namelijk in het geheugen van Thea
uiteenlopende, toepasselijke momentopnames op uit het verleden, waarin een rood aan gelopen Kevin ruzie zoekt
met een achteloze Walter. Die
onverschilligheid betekende echter niet dat Walter bereid was om zich als een
boksbal te laten gebruiken, hetgeen de onzekerheid in Kevin alleen nog maar
aanwakkerde. In de loop van De Wielewaaljaren raakte hij zelfs zo vergroeid met
zijn gespiegel aan Walter, dat niemand het afwijkende gedrag van Kevin nog
opviel. Soms voegde hij zich bij het Turkse kamp van Amir en Emir, in de hoop
het groepsfenomeen Walter eens flink de kop in te kunnen slaan. Of hij dacht
Walter zuiver te hebben door mee te lopen met de Marokkaanse volgers van
Soltan. Kevin viel echter telkens weer buiten de boot. Ten eerste was Kevin een
mooi blond, bevallig jongetje, waaraan alle anoniempjes van groep 7 hun
suikerzoete hartjes hadden verloren. Dat Kevin zelf net zo vies was van zijn
kleffe, tienjarige vrouwelijke fans als
de rest van de 16 ventjes uit de klas,
mocht niet baten. Het kwaad was al geschied. Kevin stond al niet bekend om zijn
initiatief als het op vechten aankwam, maar zijn populariteit bij de meisjes
hielp zijn reputatie als kemphaan nog verder naar de Filistijnen. Het huilen
stond Kevin dan ook regelmatig nader dan het lachen. Op die manier verwierf hij
de bijnaam ‘de jankerd’ waarvan hij nogal wiedes zeker niet minder huilerig
werd. Ten tweede deelden de 4 machomannetjes en hun volgers, als puntje bij
paaltje kwam, onderling totaal niet het disrespect dat men van dergelijke
vlegels wel zou verwachten. Geen van de kinderen uit groep 7 nam dan ook de
moeite om lang met de diepgegronde hekel
van Kevin aan Walter mee te gaan. Zo
maakte Kevin geen vrienden. Hij werd gedoogd door de agressievelingen met een
niet Nederlandse achtergrond uit groep 7. Afgestoten, maar ook net zo makkelijk
weer aangehaald nadat hij voor de zoveelste keer kwam overgelopen van de
tegenpartij. Kevin was een buitenstaander en dat frustreerde hem. Begrijpelijk, maar om Walter
daar nou de schuld van te geven, vond Thea wat ver gaan. Verbazen deed de
gewortelde wrok van Kevin haar echter niet, aangezien niemand op De Wielewaal
tot nu toe de moeite had genomen om de jankerd af te remmen in zijn obsessieve
gevit aan het adres van Walter. Zelfs Walter zelf niet. Walter wilde zich niet
bezig houden met Kevin. Hij vond Kevin de moeite van de strijd niet waard. Dat
recht had hij, vond Thea. Kevin niettemin, dacht daar inmiddels anders over. De
maat was vol. De jankerd liet zich niet alweer zomaar aan de kant zetten.
HOOFDSTUK 46
De achterdeur naar de bijkeuken gaat tegenwoordig op
slot. Misschien dat Thea daarom uitgetrapte sigarettenpeuken onder de tuinbank
op het overdekte terras vindt. Walter en Sabine zullen ze niet geproduceerd
hebben, want de pubers van Bart en Thea zijn bewust antirook. Die houding ten
opzichte van genotsmiddelen wordt ze bijgebracht op de middelbare school
tegenwoordig. Seks wordt ook geboycot.
‘Je moet alles een keer proberen in het leven’, vindt
Bart.
‘Je mag best af en toe een sigaretje roken en van een
pilsje zo nu en dan ga je ook niet dood.’
Telkens als Bart zijn tolerante denkbeelden de vrije
loop laat, staren zowel Sabine als Walter hun vader aan alsof hij niet goed bij
zijn verstand is. Weet hij wel van de sancties tegen roken en drinken onder
schooltijd?
‘Roken en drinken doe je na schooltijd’.
‘Ja, tot je verslaafd bent’, schampert het tweetal
dat bij hoge uitzondering ook eens eensgezind is.
‘Nou, zo snel raak je niet verslaafd hoor! Je moet
niet zo gedwee naar dat geblaat van die docenten luisteren. Al dat benepen
gedoe. Wat is dat toch tegenwoordig? Niet roken, geen alcohol, geen seks voor het
huwelijk. Hoe hypocriet kun je zijn. Zelfs de nonnen en monniken dronken
vroeger in het klooster regelmatig een trappistje.’
Dus Bart had zeker geen uitgetrapte sigarettenpeuken
op het overdekte terras achtergelaten. Want stel dat hij, na jaren van geheelonthouding,
weer aan het roken geslagen zou zijn, dan had hij dat beslist niet stiekem
buiten op de tuinbank op het overdekte terras gedaan. Hij zou pontificaal
middenin de huiskamer, onderuitgezakt in zijn relaxstoel, een heerlijk rokertje
tot zich hebben genomen. Al was het maar om aan de hand van een
praktijkvoorbeeld aan de kinderen te laten zien dat een tevreden roker alvast
geen onruststoker is.
‘Je moet gewoon niet overdrijven. Overal waar ‘te’
voor staat is niet goed, behalve tevreden’, zegt Bart.
Maar die peuken moeten toch ergens vandaan komen?
Thea raapt de sigaretteneindjes van de grond op. Het zijn er 5. Ze belanden in
de groenbak. Thea wast haar handen met vloeibare dettol uit een plastic
zeeppompje naast de gootsteen en denkt aan Melvin, maar ze spreekt zijn naam
liever niet meer uit. Trouwens, Melvin is wel de laatste vage bekende waar Bart
en de kinderen zich mee bezig willen houden. In het voorbijgaan valt het oog
van Thea op het briefje met de adresgegevens van Bink aan het prikbord. Onwillekeurig
ziet ze Melvin in gedachte weer aan de ontbijttafel in de keuken verschijnen.
Via de achterdeur die Thea voorheen altijd van het slot liet. Voor hem. Haar
pleegzoon. Haar Betuwe Flipje.
Vannacht of vanmorgen moet hij tevergeefs aan de klink hebben staan rukken.
Zo dichtbij. Thea huivert. Op het moment dat hij haar tot een cougar degradeerde, is er een gevoelige snaar
bij Thea geknapt. Ze koestert geen zorgdrang meer voor het jongetje dat ze
verschoond, opgeleid en getroost heeft, terwijl het onophoudelijk bleef huilen
om zijn echte moeder. Eerst openlijk en later inwendig. Niet de persoon Thea,
maar haar keuken was zijn uitvalbasis geweest. Thea schaamt zich zo diep dat ze
er met niemand over rept. Ook niet met Bart. Die wraaklustige gesloten achterdeur zal Melvin leren. Een niet ingecalculeerde
tegenvaller voor de voormalige toyboy. Hoe durft hij ervan uit te gaan dat hij
onveranderd welkom is in het heiligdom van Thea?
De voorspelling van Bink was dus uitgekomen. Bink had
de terugkeer van de lefgozer naar moeder Thea immers voorzien. Dan zal hij ook
wel gelijk hebben met betrekking tot die laatste confrontatie met Melvin waar
Thea niet onderuit kon komen. Als ze tenminste daadwerkelijk voor eeuwig van
haar Fruitflipje verlost wilde raken. In dat geval was het zaak om zo snel
mogelijk de adreswijziging van Bink door
te geven. Toch kon Bink haar nog meer vertellen, want wie zegt dat er nog een
volgende onaangekondigde visite van Melvin op stapel staat? Hij leeft op
straat. Hij is verslaafd en verdwaald. Misschien was hij toevallig in de buurt
en ving hij een glimp op van een thuishaven die hem vroeger in zijn drugsvrije
tijd troost had geboden. De prikkel bracht Melvin naar de woning van Thea. In
een moment van zwakte of van helderheid. Nog geen drie maanden geleden huisde
het hoofdkantoor van G- spotgigolo – de escortservice van zijn oude werkgever
en stiefoom Bink – in dezelfde straat. Schuin tegenover het huis met de warme
keuken waarin hij vroeger onbeperkt toegang had tot een volle koelkast. Na de
recente botsing van Melvin met de gesloten achterdeur zeurde de deceptie nog 5
sigaretjes na. 5 piraten op de tuinbank onder het bijkeukenraam op het
overdekte terras. Alles bleef koppig roerloos. Wie weet was die halsstarrigheid
reden genoeg voor Melvin om nooit meer terug te keren naar de bron? Opgeruimd
staat netjes. Ook in het hoofd van Thea. Ze wil zich niet meer met Melvin
bezighouden en vlucht naar binnen op zoek naar haar eigen kinderen en
evenwicht.
In de huiskamer levert de televisie bewegende achtergrondbeelden. Niemand kijkt.
Zowel Bart als de kinderen zijn verdiept in hun laptops. Eensgezind en
onderuitgezakt in de zithoek. Geïrriteerd loopt Thea naar het tv-scherm met de
bedoeling om een eind te maken aan de energieverspilling. Dan voelt ze zich in
een flits onafwendbaar aangetrokken door de beelden op de televisie. Ze wordt
overvallen door een glimp van herkenning in een opname van een
veiligheidscamera bij een pinautomaat in het programma van Opsporing Verzocht.
Wonder boven wonder ligt de afstandsbediening binnen handbereik en heeft Thea
in notime de volumeknop te pakken. Ze valt middenin een verslag van de
voice-over. De dader zou een blanke man zijn tussen de 20 en 30 jaar. Hij heeft
een slank postuur. Om zijn mond en neus heeft hij een sjaal gewikkeld. Hij
draagt blauwe latex handschoenen, een lederen jack over een groezelig wit
T-shirt en een zwarte pet met een logo in rode letters. Er staat: GSG.
‘G-Spot Gigolo’, weet Thea meteen zonder nadenken.
G-Spot Gigolo is de escortservice van toyboys aan
oudere dames en heren met Bink aan het roer. Bink is een man van middelbare
leeftijd. Melvin is zeventien jaar. Voor getuigen kan hij echter makkelijk voor
een jonge man van naar schatting tussen de twintig en dertig doorgaan. Melvin
heeft voor Bink gewerkt, maar zelfs als dat niet zo was geweest dan nog zou
Thea hem herkend hebben aan de tattoo op de binnenkant zijn linker pols. Op het
beeld van de beveiligingscamera trekt de dader voor de onzichtbaarheid zijn pet
aan de klep nog wat verder over zijn voorhoofd, voordat hij met zijn
rechterhand een gestolen pincode begint in te toetsen op de geldautomaat. De
camera zoemt in en pauzeert op een screenshot van de tattoo die een seconde
lang net onder de zoom van de geheven blauwe latexhandschoen op de
beveiligingsbeelden te zien is. De voice-over ontcijfert de getatoeëerde
letters aan de binnenkant van de linker pols voor de kijkers. Thea heeft het
woord allang herkend:
‘Enough’.
De voice-over vervolgt:
‘Herkent u deze tattoo; het logo op de pet of andere
kenmerken van de dader? Neem dan contact op met de regionale politie via het
onderstaande nummer.’
‘Is dat hier?’, vraagt Bart, waarschijnlijk omdat
Thea zo gebiologeerd voor het televisiescherm blijft staan.
‘Ja’, murmelt Thea vanachter de hand die ze voor haar
mond geslagen heeft.
‘Zo zie je maar weer, zelfs onze stad blijft niets
bespaard’, grinnikt Bart spottend.
‘Wat heeft hij gedaan!’, roept Thea uit.
‘Ja, jij bent aan het kijken, wij niet’, antwoordt
Sabine droog.
‘Maar ik heb niet meegekregen wat hij gedaan heeft.’
‘Wie?’, wil Walter weten.
‘Melvin!’, roept Thea dramatisch.
‘Weet je zeker dat dat Melvin is?’, betwijfelt Bart.
Hij houdt zich alweer bijna volledig terug met zijn
eigen zaken op zijn laptop bezig.
‘Je kunt de politie altijd tippen, toch?’, stelt hij
afgeleid voor.
‘Moet ik dan niet eerst weten wat hij gedaan heeft’,
vraagt Thea zich hardop af.
Walter geeft een oplossing zonder zijn blik van zijn
laptop af te wenden:
‘Gewoon even ‘Opsporing Verzocht’ terug kijken bij ‘Uitzending Gemist’ mam.
Over een uurtje staat het wel online’.
Rusteloos neemt Thea plaats op de tuinbank op het
overdekte terras, waar ze dit keer bijna uit haar sokken waait door een stevige
voorjaarswind die van het ene op het andere moment is komen opzetten. De
windvlagen vallen haar rechtstreeks aan via het luchtruim boven de omheining en
trekken door de kieren van de houten vlonder en zoldering. De tuinbank, op het
overdekte terras onder het raam van de bijkeuken, staat gelukkig wel ver genoeg
van de slagregen afgeschermd. Het stormt en niet alleen in haar hoofd. Even de
inhoud luchten. Ze heeft geen zin in ‘Uitzending Gemist’ en ‘Opsporing
Verzocht’. Ook niet over een uurtje. Hoe
vaak was het haar in de loop van de jaren op deze plek nou opgeteld al eerder
gelukt om voor onbepaalde tijd te ontsnappen aan haar dagelijkse
beslommeringen? En aan de rest niet te vergeten. De klappers. Vooral die
extra’s staan in haar geheugen gegrift als uitschieters op de tijdlijn van haar
leven als thuiswerkende moeder, huishoudster en huiswerkbegeleidster. Dan kan
zo’n mislukte toyboy er ook nog wel bij verwerkt worden.
Onwillekeurig maakt Thea ineens een sprong terug in
de tijd naar een specifieke zaterdag. Ze werd omgeven door precies hetzelfde weertype
als vandaag. In dat bedoelde weekend zat ze ook hier op de bank op het
overdekte terras. Op zich was dat niet zo gedenkwaardig, omdat Thea dus
chronisch van de gelegenheid op het overdekte terras gebruik maakte om in de
achtertuin tot zichzelf te komen. De aanleiding was een ander verhaal. Toen was
het herfst en geen voorjaar en in plaats van een beker met koffie had Thea een
laptop bij zich. Wel blies de wind precies zo venijnig heur haar uit de krul
als in het hier en nu. Ook kon ze vanaf haar droge zitplaats, onder het raam
van de bijkeuken op het overdekte terras, de totstandkoming van exact dezelfde
modderpoel in het gazon aanschouwen als Thea vandaag voor haar ogen door de
aanhoudende stortbui ziet ontstaan.
Destijds stond de herfstvakantie te gebeuren, nadat
het eerste verlof van het nieuwe schooljaar met Yin en Yang was ingeluid met
een sport- en spel vrijdag. Jammer genoeg niet in de buitenlucht, maar in de 2
gymzalen van De Wielewaal, omdat de weergoden niet mee hadden willen werken.
Het was beter geweest als er een najaarszonnetje had geschenen in de spoorkuil
– oftewel de groene zone - vlak bij De Wielewaal. In de natuur hebben zowel de
kinderen, leerkrachten, begeleiders als de hulpouders meer adem- en speelruimte
dan in bedompte gymzalen. Om maar niet te spreken van de beperkte
bewegingsvrijheid in overdekte vertrekken voor ruim 200 basisschoolkinderen die
aan vakantie toe zijn. Omdat echter geen enkel mens ooit beter is geworden van
zaklopen, touwtrekken, ringwerpen en apenkooien in de stromende regen, werd
door de organisatoren op de valreep unaniem besloten om de sport- en spel dag
toch binnen doorgang te laten vinden. Zelfs het bestelde springkussen werd van
de verregende speelplaats naar 1 van de 2 droge, maar benauwde zalen van het gymcomplex
verplaatst.
Zoals ieder jaar met de sport- en spel dag voor de
herfstvakantie was er ook deze keer weer een nijpend tekort geweest aan
hulpouders. Opperouders zijn namelijk niet automatisch hulpouders. Integendeel;
met toetreding tot het opperouderschap houdt de dienstbaarheid ten opzichte van
niet bloedverwanten in de regel op. Integenstelling tot de belangeloze
hulpverlening van de normale papa’s en mama’s die niettemin nog nooit vanzelf
op gang was gekomen. Zoals gewoonlijk zat het team van De Wielewaal
aanvankelijk dan ook met de handen in het haar. Er verschenen herhaaldelijk
smeekmailtjes met oproepen aan alle ouders en verzorgers om zich toch vooral in
te schrijven als helpende handjes. De inschrijflijsten hingen naast de
lokaaldeuren van elke groep. Alle hulp was welkom. En omdat Thea zich door de
interim directie serieuzer genomen voelde dan ooit tevoren op De Wielewaal, had
ze zich door die bedelberichtjes voor het eerst sinds jaren weer eens laten
overhalen om zich beschikbaar te stellen als hulpouder. Overigens niet zonder
eerst toestemming aan Sabine en Walter te vragen. Niet alle kinderen vinden het
leuk om tijdens schooltijd met papa of mama geconfronteerd te worden, maar
Sabine en Walter hadden geen bezwaar tegen hun moeder in de rol van hulpouder.
Wel rees nog even de vraag of Thea zich dan bij groep 7 van Walter of bij groep
8 van Sabine moest inschrijven? Walter leek prima op zijn plek bij meester Vik,
terwijl Sabine pas bij Jeewee in de klas dat akkefietje met die stomp in haar
maag van Boris achter de rug had.
Niet lang nadat die blunder door Jeewee in de doofpot
gestopt was, werd Sabine ook nog eens geconfronteerd met één of ander
lulverhaal van meester Populair over zijn vriendschap met juffrouw Siepie. Aan
de larie die hij ten beste gaf, viel,
zelfs voor een 11jarig meisje, duidelijk op te maken dat hij niet bereid was om
tegemoet te komen aan de eis van Yin. Directeur Yin had immers aan Thea laten
weten dat hij het nodig vond dat meester Populair aan Sabine verantwoording
aflegde over de tegenstrijdige signalen die hij aan de kinderen uit groep 8
gaf. Het van hoger hand opgelegde gesprek had Sabine, na een lange pijnlijke
stilte, nog moeten inluiden ook.
‘Vind je het nou wel of niet erg dat juffrouw Siepie
uit groep 8 weggaat?’, vroeg ze met de moed der wanhoop.
‘Ik vind het heel erg dat juffrouw Siepie uit groep 8
weggaat, want ze is een hele goede vriendin van mij. Gelukkig gaat ze niet echt
weg, zoals juffrouw Rita, maar blijft ze wel lekker hier op De Wielewaal samen
werken met juffrouw Marijke in groep 6’, beweerde Jeewee zoetsappig.
De mondhoeken van Sabine bereikten een dieptepunt.
Toch vroeg ze niet verder naar het waarom van de dubbelzinnigheid van Jeewee.
In de ideale relatie tussen een onderwijzer en zijn leerlinge was alle ruimte
voor inlichtingen. Dus ook voor moeilijk te beantwoorden vragen zoals:
’Als jij en juffrouw Siepie zulke dikke vrienden
zijn, waarom kom jij dan niet op voor jouw vriendin? Waarom praatte je met
Ronnie en mij mee toen we op de gang tegen elkaar zeiden dat we juffrouw Siepie
lelijk vonden?’
Maar de koele uitwerking van de woordeloze weerstand
van Jeewee om zich tot het gespreksniveau van een kind te moeten verlagen over
een grote mensenonderwerp, weerhield Sabine van nog meer kritische vragen. Haar
gekwetste trots verdween na 3 keer moeilijk slikken in haar maag. Schijnbaar
onaangedaan haalde ze haar schouders op. Ze keek uit het raam van de eerste
verdieping. Aan de boomtakken in haar gezichtsveld balanceerden blaadjes in
herfsttinten tussen leven en dood. Op het schoolplein waren de anderen al
luidruchtig begonnen aan het speelkwartier.
Jeewee keek ook naar opzij, maar dan de andere kant
op. Naar de deur van het klaslokaal op een kier. Hij rook koffie. Hij vroeg
niet aan Sabine waarom ze wilde weten wat ze vroeg. Trouwens als iemand hem zou
beschuldigen van het beledigen van Siepie dan ontkende hij dat voor eens en
altijd. Staalhard. Hij had niemand lelijk genoemd. Het mocht toch niet zo zijn
dat het woord van een kind zwaarder woog dan dat van een leerkracht!? Veel
gekker moest het niet worden op De Wielewaal nieuwe stijl.
Aldus werd Sabine wederom gekleineerd. Eerst kreeg ze
een belachelijk laag middelbare school preadvies voor vmbokader van juffrouw
Siepie aan het eind van groep 7. Daarna werd ze op de eerste dag van het nieuwe
schooljaar in het klaslokaal van groep 8 in het bijzijn van Jeewee in haar buik
geramd door het zogenaamde hoogbegaafde beschermelingetje van de crème de la
crème van De Wielewaal en als kers op de taart zette meester Populair haar
vervolgens aan de kant voor de goede pikorde. Zoveel negatieve energie
schreeuwde om een flinke dosis positieve aandacht ter compensatie voor Sabine.
Te beginnen met een inschrijving van Thea als hulpouder bij groep 8 voor de
sport- en spel dag vlak voor aanvang van de herfstvakantie. Overigens met
volledige instemming van Walter die zich op dat moment nog helemaal zen voelde
in groep 7 van meester Vik op De Wielewaal.
De regen nam af. Op de tuinbank op het overdekte
terras in de achtertuin ademde Thea de koude klammige, solide geur van drassige
aarde in. Haar hooggesloten parka benauwde. Ondanks het gure najaarsweer. Ze
opende de laptop op haar schoot. Er was een online berichtje van directeur Yin.
Op zaterdag. De Wielewaal was gesloten en het begin van de herfstvakantie stond
voor de deur. Maar eens een
troubleshooter; altijd een troubleshooter. Ook in het weekend. Nadat
Thea het mailtje geopend had, viel de inhoud met 1 oogopslag te overzien. Alles
wat er te lezen stond was:
‘Thea wat is er gebeurd?’
Thea zou Yin kunnen bellen. Yin en Yang hadden een crisisnummer in de online nieuwsbrief van
De Wielewaal vrijgegeven in geval van code rood. Een week geleden hadden Bart
en zij nog hartelijk moeten lachen om het paniekzaaibeleid van de interim directie.
Want wat moest een ouder zich nou helemaal voorstellen bij code rood op de
basisschool? Na gisteren piepte Thea evengoed wel anders. Walter, Sabine en zij
hadden de gymzalen van De Wielewaal voor het einde van de sport – en spel dag
in overspannen toestand geforceerd moeten verlaten. De kinderen hadden de chaos
gelukkig direct bij thuiskomst achter zich gelaten. De herfstvakantie was
begonnen. Jipie.
Thea daarentegen worstelde met de nasleep van de
ravage die gisteren in de gymzalen van De Wielewaal ontstaan was. Ze moest wel
reageren op de vraag van directeur Yin, want anders liep Thea het risico dat
zij en haar kinderen de schuld van de explosie in de keet, traditiegetrouw en
gemakshalve, wederom in de schoenen geschoven kregen. Voor je het goed en wel
in de gaten had verviel op die manier iedereen weer in het oude patroon van
opperouders en schuldenaren. En dat terwijl De Wielewaal zo voortvarend van
start gegaan was onder toezicht van Yin en Yang.
Thea verkoos een schriftelijk verslag van haar kijk
op het heftige gebeuren van gisteren boven een belletje naar Yin. Zo’n
rapportage kon ze mailen, zodat Yin de feiten rustig tot zich door zou kunnen
laten dringen en eventueel kon herlezen, terwijl een mondelinge verhandeling
aan de telefoon meteen zo definitief en bindend was. Daarenboven was het nog
steeds zaterdag en was die code rood ook na de herfstvakantie heus nog wel
geldig.
Beste Yin,
Tijdens de sport- en spel dag van afgelopen vrijdag
was ik (Thea) hulpmoeder in groep 8 van mijn dochter Sabine. Omdat het gisteren
van ‘s morgens vroeg tot ’s avonds laat
pijpenstelen regende, net als vandaag overigens, besloot de organisatie om de
sport- en speldag niet buiten, maar binnen in het gymzalencomplex van De Wielewaal
te laten plaatsvinden. Naar mijn mening was dit eigenlijk geen doen met meer
dan 200 kinderen. Er was gewoon te weinig ruimte voor iedereen om zich binnen
uit te leven, hetgeen tot hevige irritaties onderling leidde. Op de gevolgen
daarvan kom ik later nog terug.
Voordat ik me van mijn taak als hulpouder kon
kwijten, moest ik eerst mijn kinderen voor het gebouw van de gymzalen bij De
Wielewaal afzetten. De deur van het complex was nog gesloten. Vandaar dat Sabine zich naar het klaslokaal van groep 8
begaf, terwijl onze zoon Walter (groep 7) zich voor de ingang van het
gymzalencomplex onder een afdak tegen de stromende regen bij enkele van zijn
klasgenoten voegde. Vervolgens heb ik de groep jongens uit groep 7 onder het afdak de rug toegekeerd met de bedoeling
om een ticket uit de parkeerautomaat om de hoek te gaan halen. Zo ver ben ik
echter niet gekomen. Ik werd teruggefloten door een martelend gegil dat onder
het afdak bij de ingang van het gymzalencomplex vandaan leek te komen. Toen ik
mij omdraaide zag ik nog net dat een klasgenootje van Walter - Kevin genaamd – hardop huilend en roekeloos
vanaf het gymzalencomplex de straat overstak om vervolgens via de openstaande
voordeur van het schoolgebouw van De Wielewaal naar binnen te schieten.
Vanaf dat moment kon iedereen, die onder het afdak bij
de gesloten ingang van de gymzalen stond te wachten om binnen gelaten te worden
voor de sport- en speldag, meegenieten van het onophoudelijke gegier van Kevin
vanuit de hal van het hoofdgebouw van De Wielewaal. Bezorgd liep ik dan ook
terug op zoek naar onze zoon. Ik wilde me ervan verzekeren dat Walter ongedeerd
was tussen de commotie onder het afdak van het gymzalencomplex. Op die plek
vond ik hem dan ook, terwijl hij wit
weggetrokken steun zocht met zijn rug tegen de muur. Hij werd ingesloten door
joelende klasgenootjes. Ze riepen allerlei aantijgingen aan het adres van
Walter door elkaar heen, maar uit het gebral viel in grote lijnen op te maken
dat er een potentiele moordenaar onder ons midden was. Deze sadist zou Kevin
onder een passerende auto op het wegdek tussen het gymzalencomplex en het
hoofdgebouw van De Wielewaal hebben willen duwen. De naam van de dader zou
Walter zijn.
‘Dat is niet waar!’ kermde de verdachte alias Walter
herhaaldelijk met klem.
Aangeslagen wurmde ik me door de razende menigte heen
en trok Walter aan zijn onderarm naar mij toe.
‘Waar is die auto dan?’, vroeg ik in een poging om
mij een beeld van het incident te vormen.
‘Die is doorgereden’, riep iemand anders in plaats
van Walter.
‘Hit and run!’, hitste nog een ander opgewonden
standje de boel onnodig extra op.
Het was een kwestie van een paar seconden voordat
Walter en mij helemaal elke mogelijkheid tot communicatie ontnomen werd door de
kreten en losse flodders van ik weet niet hoeveel luidruchtige omstanders,
waaronder; Amir, Emir en Soltan, respectievelijk; een Turkse tweeling en een
Marokkaanse jongen. Alle drie uit groep 7 van meester Vik en aanvoerders van
verschillende jongensclubjes in de klas. De volgelingen uit deze kliekjes
begonnen al snel eveneens op Walter en mij in te praten. Gelukkig heeft Walter
ook een eigen clan en zijn maatjes probeerden de massahysterie wel enigszins
het hoofd te bieden, maar zij legden met z’n vieren niet genoeg gewicht in de
schaal. Zij konden niet voorkomen dat wij overstemd werden door een
oorverdovende, lading valse getuigenissen die logen over de zogenaamde poging
tot moord van Walter:
‘Hij heeft het wel gedaan hoor juffrouw. Ik heb zelf
gezien. Walter
heeft Kevin onder een auto geduwd. Moet hij nou de
bak in? Of eerst voor de rechter komen? Dan moet hij naar een opvoedingskamp
net als mijn broer! Meester Vik gaat de politie bellen. En een ambulance.
Walter heeft Kevin bijna vermoord.’
Zoals je weet vinden mijn man Bart en ik dat Walter
vaak onterecht moet boeten voor allerlei ongeregeldheden op De Wielewaal.
Hopelijk ben je het gesprek dat wij enkele weken terug aan het begin van het
nieuwe schooljaar in de directiekamer van De Wielewaal hebben gevoerd en dat
onder meer over de demonisering van Walter ging, niet vergeten. En nee, Walter
is geen lieverdje, maar hij is ook geen moordenaar in spé. Om echter niet al te
voorbarig op hoge poten op meester Vik in het hoofdgebouw af te stappen,
besloot ik om Walter eerst uit te horen, zodat ik wist waar ik over oordeelde.
Volgens Walter was Kevin hem aan het uitdagen. Tot
zover niets bijzonders, want Kevin provoceert onze zoon al sinds groep 1.
Waarom hij dat doet, interesseert niemand, behalve mij. Het zou te ver voeren
om in dit verslag ook nog in de psyche van Kevin te gaan graven. Ik ben geen
psychiater en Kevin is mijn zoon niet. Ik heb wel zo mijn eigen inzichten, die
ik dus voor me houd, maar die er wel toe geleid hebben dat ik Walter direct op
zijn woord geloofde. Een overtuiging die nog versterkt werd door zijn maatjes;
Tim, Huib, Pepijn en Marcus. Zij waren bij navraag door mij de eersten om het
verhaal van Walter woord voor woord te bevestigen.
Omdat Walter gisteren onder het afdak van het
gymzalencomplex zijn irritante klasgenoot negeerde, begon Kevin kungfu
bewegingen in de richting van onze zoon te maken. Alsof hij wilde vechten. Tot
zover alles bij het oude. Walter doet al ruim 6 jaar zijn uiterste best om zijn
opdringerige klasgenoot zo vaak mogelijk te negeren en Kevin blijft gewoon op de
oude voet doorgaan met zijn aandachttrekkerij. Tot op gisteren. Op een gegeven
moment trapte Kevin met 1 been in de lucht richting Walter die tegen de muur
van het gymzalencomplex stond. Hij tuurde met 1 oog op het scherm van zijn
mobiel en met het andere oog naar Kevin die door zijn caperiolen met nog maar 1
been op de vaste grond stond. Walter zag hem gevaarlijk wiebelen. In een reflex
hervond Kevin zijn evenwicht door paar passen naar achteren op het wegdek
tussen het gymzalencomplex en het hoofdgebouw van De Wielewaal te doen.
Simultaan met de wankele pose van Kevin, tufte er net op dat moment een
personenauto achter de rug van het jochie langs. Kevin werd nog niet bij
benadering door de auto geraakt, maar hij sloeg natuurlijk wel een belachelijk
figuur in het bijzijn van al zijn toekijkende klasgenoten van groep 7.
Overstuur van de schrik en de publieke flater, zette Kevin een keel op en wees
in één uitroep Walter als de stichter van zijn onheil aan. Pas toen Kevin
krijsend van onder het afdak van het gymzalencomplex zijn toevlucht zocht in
het hoofdgebouw van De Wielewaal, merkte Walter dat er kennelijk iets meer met
Kevin aan de hand was dan normaal. Temeer daar de oproerkraaiertjes uit groep 7
Walter ineens ook hardop vals begonnen te beschuldigen. Ik vermoed uit
sensatielust. Wat moet je anders als 10 jarige wachtende jongetjes onder elkaar
zonder toezicht, onder een afdakje van een gymzalencomplex? Niet zo gek dat
fantasie van de meesten op hol sloeg van de minste aanleiding. In een vloek en
een zucht was het gerucht dat Walter zijn klasgenoot Kevin expres geduwd zou
hebben toen hij een auto zag naderen, de Wielewaalwereld in geholpen. Noch
Walter, noch zijn maatjes deden nog moeite om de larie tegen te spreken.
Immers; al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel.
Tenminste dat hoop je dan.
In het ergste geval kan Walter altijd nog een beroep
doen op zijn hersens, hetgeen van lang niet van al zijn klasgenootjes gezegd
kan worden. Zo kent Walter de gevaren van het stadsverkeer. Zelfs al rijdt
niemand harder dan 10 km per uur in het straatje tussen het hoofdgebouw en het
gymzalencomplex van De Wielewaal. Al was het alleen al vanwege de alom
aanwezige buurtpreventie en het gevaar van een fikse bekeuring die in de
kindvriendelijke wijk van De Wielewaal altijd op de loer ligt. Maar los
daarvan, weet Walter heus wel hoe hard een klap van een gevaarte als een
personenauto kan aankomen. Ondanks het te verwachten slakkengangetje van zo’n
voertuig. Walter zou zijn ergste vijand nog niet willens en wetens voor een
rijdende auto geduwd hebben. Het idee alleen al.
En dan te bedenken dat Kevin verre van de ergste
vijand van Walter is. Het joch interesseert Walter niks en meestal lukt het hem
moeiteloos om Kevin te negeren. Onze zoon is dan ook onschuldig. Daar durven
Bart en ik onze 4 handen voor in het vuur te steken. Nou hoor ik je al zeggen:
‘Elke ouder gelooft heilig in de onschuld van de
eigen kroost. Zet die oogkleppen af, beste Thea.’
En het is de realisatie van die sluimerende
achterdocht op De Wielewaal jegens onze
zoon en mij die mij gisteren ter verdediging van Walter naar meester Viktor
heeft gedreven.
Meester Viktor van groep 7 stond in de hal van het
hoofdgebouw. Hij leek van zijn stuk gebracht door Kevin die in de docentenkamer
achter zijn rug nog steeds gestadig aan het gillen was. De deur van de
docentenkamer stond open en ik zag over de schouder van meester Viktor dat
Kevin met zijn rood behuilde gezicht naar mij toe in het midden van een
langwerpige vergadertafel zat. Voor hem stond een glaasje water. Zowel van de
rechter- als linkerzijde werd getracht om hem tot bedaren te brengen door 2
doorknede onderwijzeressen. Juffrouw Nelleke hield de bewegelijke Kevin op zijn
plaats door zijdelings stevig zijn schoudertjes te omarmen. Tegelijkertijd
probeerde juffrouw Toos uit groep 4 het hysterische ventje op een alternatieve
wijze te kalmeren door meermaals te herhalen dat er helemaal niks aan de hand
was en dat ons verkeersslachtoffertje maar een slokje water moest nemen tegen
de schrik. Zij het met een lichte stemverheffing, hetgeen wel enigszins
atypisch is voor juffrouw Toos. Enfin, ze moest iets bedenken om zich boven het
gekrijs van Kevin uit verstaanbaar te kunnen maken. Zijn sirene doorbrak de
geluidsbarrière. Hij eiste aldoor de politie, een ambulance en z’n moeder. Af
en toe werd zijn vordering afgewisseld
met de repetitie van de aanklacht dat Walter hem onder een auto zou hebben
geduwd. Ondertussen staarde meester Viktor mij met grote ogen radeloos aan. Hij
is natuurlijk een beginnende onderwijzer en nieuw op De Wielewaal. Hij kent de
kinderen van groep 7 nog niet zo goed als bijvoorbeeld juffrouw Toos en
juffrouw Nelleke die deze blagen op De Wielewaal hebben zien opgroeien en op
een gegeven moment zelfs een schooljaar lang in de klas hebben gehad. Zij laten
zich echt niet meer ringeloren door hun Pappenheimers. Meester Viktor was zich
echter overduidelijk wild geschrokken van de heftige driftbui van Kevin. Ik had
hem graag een bemoedigend schouderklopje gegeven, maar ik kwam voor Walter en
niet voor meester Vik.
Ik heb niet het idee dat ik tot meester Viktor
doordrong met mijn pleidooi voor de onschuld van Walter, maar ik mijn zegje is
in ieder geval gedaan. Met deze rechtstreekse aanpak hoop ik te voorkomen dat
Walter opnieuw zonder slag of stoot ten onder gaat. Want voor Bart en mij staat
al bij voorbaat vast dat onze zoon uiteindelijk hoe dan ook bij het incident
met de hysterische Kevin betrokken zal
worden. Zij het als de aanstichter en zo niet dan toch als medeplichtige. Welke
van de 2 genoemde aantijgingen aan het adres van Walter gaat overheersen, hangt
af van de mate waarop er door de gezaghebbende ouders op De Wielewaal op de
leerkrachten is ingepraat. Walter staat wel weer op, dat is het probleem niet,
maar hoe vaak moet je een 10jarige jongen onterecht onderuit laten gaan?
Vandaar dat ik getracht heb om meester Viktor zo snel en gedetailleerd mogelijk
vantevoren in te lichten over de andere kant van het gelijk dat de ouders van
Kevin vandaag of morgen op De Wielewaal met veel stampij zullen komen halen en
in de toekomst ook geheid gaan krijgen. Een gewaarschuwd mens telt voor 2, want
helemaal zonder blaam is Walter nooit. Althans naar mening van de buitenwacht.
Dat begint al bij dat zelfverzekerde gedrag, dat
imposante postuur voor een kind van 10
en die bijdehandte praatjes die geen gaatjes vullen. Onacceptabel.
Walter is minstens zo aanstootgevend als Boris. Je weet wel; de trots van De
Wielewaal. Hoogbegaafde Boris met Asperger oftewel een aannemelijk signatuur
dat hem op De Wielewaal dispensatie geeft van de normale omgangsvormen,
waardoor hij Sabine straffeloos willens en wetens in haar maag mag stompen.
Eigenlijk moeten we Walter ook een stempeltje geven net zoals Boris. Hij valt
immers eveneens op tussen de middelmaat. Wat te denken van spectrum autisme, of
adhd misschien? Dan is iedereen van verantwoordelijkheid ontheven en tevreden.
Op Bart en ik na dan. Maar wij zijn in de minderheid. Helaas, want als er iets
heerst op De Wielewaal dan is het wel democratie. En democratie is de dictatuur
van de meerderheid. Toch lijkt het mij belangrijk om niet te vergeten dat Boris
tijdens zijn vergrijp onder direct toezicht van meester Jan-Willem in het
lokaal van groep 8 stond. In tegenstelling tot Walter, voor wie even geen professionele
supervisie beschikbaar was, terwijl hij tussen de troep losgeslagen jongetjes
uit groep 7 onder het afdak van het gymzalencomplex zijn vermeende misdaad
pleegde. Ik was de enige volwassene in de buurt van
de plaats delict op het wegdek en ik moet eerlijk bekennen dat ik het voorval
met Kevin, de kungfumisser en de voorbij tuffende auto niet heb zien gebeuren.
Toch zal bij iedereen die de twee betrokkenen langer dan vandaag kent na
uitweiding van aanklager Kevin de twijfel al snel toeslaan. Onze zoon Walter daarentegen wordt
meestal bij nadere toelichting wel op zijn woord geloofd.
Met die zekerheid in mijn achterhoofd heb ik
tenslotte maar afstand genomen van het vermeende incident. Ik had nog een
drukke middag in het gymzalencomplex van De Wielewaal voor de boeg als moeder
van Sabine en daarmee in mijn rol als begeleidster van een groepje kinderen uit
groep 8. Daarom heb ik Walter geadviseerd om de valse beschuldigingen maar even
naast zich neer te leggen. Tot nader overleg met zijn vader – Bart - , moest
hij zich maar zolang gelaten bij zijn groepje voor de sport- en speldag voegen.
Walter zag ook wel in dat er op dat moment voor hem niets anders op zat.
Gelukkig was hij door zijn nieuwe meester Viktor in een groepje geplaatst met
voornamelijk maatjes, een paar inschikkelijke meisjes en Basta.
Basta doet zijn naam geen eer aan. Basta is geen
stoere jongen, blanke pit, maar wel heel speciaal. Een delicaat ventje dat
nooit met andere jongetjes speelt – alleen met meisjes – en wiens tranen altijd
op de loer liggen. Dat komt omdat de moeder van Basta over hem en zijn jongere
broertje Storm waakt als een getergde leeuwin. Ze reageert altijd overdreven.
De triggers voor de moeder van Basta blijven vaag. Ik vermoed dat ze constant
op haar hoede is door de rauwe bezetting van hoofdzakelijk ferme knapen in
groep 7. Over de samenstelling van de groep van haar tweede zoon Storm is mij
niets bekend. Dus ik neem mijn kritiek op Basta en Storm helemaal voor eigen
rekening. Haar zonen worden in elk geval niet weerbaarder of zelfstandiger van
hun dominante moeder. Integendeel. Met het groeien van hun kinderjaren en de
beklemming van mammie, worden de 2 bleekneusjes steeds banger en afhankelijk
gemaakt door de beperkingen van de
uitdijende verdedigingslinie van hun grimmige moeder.
Nou is Walter niet angstig van nature en ook nog eens
afkerig van de drilpraktijken die de moeder van Basta tekenen. Zelfs als ze
zich voor de gelegenheid van een sport- en speldag anders probeert voor te doen
in de sociaal wenselijke rol van zoetsappige hulpmoeder voor een groepje
kinderen uit groep 7. Ik heb weleens een woord gewisseld met de moeder van
Basta op het speelplein en die interactie was niet voor herhaling vatbaar. Ze
had destijds al vanalles op Walter aan te merken, maar ik dacht toen dat ik er
verstandiger aan deed om gewoon middenin haar haar tirade weg te lopen dan om
tegen haar in te gaan. Haar opvoedkundige inzichten kunnen mij gestolen worden.
Temeer daar ik het resultaat in de vorm van haar zonen Basta en Storm nogal bedenkelijk
durf te noemen. Maar dat doe ik niet. Ik heb geen zin in ruzie. Geef mij de
zorg over Sabine en Walter nou maar, dan hoor je mij niet over de kinderen van
anderen.
Voor de lieve vrede drukte ik Walter nog wel op het
hart om zich koest te houden. De sport- en spelmiddag met de moeder van Basta
zou maar een tweetal uurtjes duren. Weliswaar een tweetal uurtjes uit het leven
van Walter die hij nooit meer terugkrijgt, maar we gaan niet op alle slakken
zout leggen.
Mijn medelijden met Walter probeerde ik zoveel
mogelijk voor hem verborgen te houden, omdat mijn steunbetuigingen hem ook niet
verder op weg zouden helpen. Dat nam echter niet weg dat hij amper 5 minuten
geleden nog het mikpunt van allerlei valse beschuldigingen geweest was. Daar
komt nog bij dat Walter een pesthekel aan teamsporten en oud Hollandse
spelletjes heeft, waardoor ik hem beloofde dat hij voor de eerstvolgende sport-
en speldag op De Wielewaal ziek mocht zijn. Die toezegging hielp hem over de
streep en met zichtbare tegenzin voegde Walter zich bij het groepje waar hij
door meester Viktor was ingedeeld en dat dus begeleid werd door de moeder van
Basta. De recalcitrante houding van Walter voorspelde nochtans niet veel goeds,
maar ik kwam voor Sabine en het werd hoog tijd dat ik me op de aanvoering van
haar groepje concentreerde. Wij begonnen met bokspringen en ik zag vanuit mijn
ooghoeken dat Walter aan de andere kant van de overvolle gymzaal aan het
zaklopen was. Zo’n 45 minuten lang verloor ik mij in de begeleiding van het
groepje van Sabine dat erg sportief bezig was en zich enthousiast op de
verschillende spelletjes en sportuitdagingen wierp. Af en toe werd ik weliswaar
afgeleid door het indringende stemgeluid van Walter, dat met gemak het rumoer
van 200 kinderen in de 2 gymzalen oversteeg, maar ik zag hem nergens, dus
hoopte ik maar het beste van het effect van het onheilspellende gezag van de
moeder van Basta op mijn zoon. Totdat ik Walter op een gegeven moment op een
paar meter afstand bij het groepje van Sabine en mij vandaan wist. Wij
stapelden blokken en een deel van het groepje van de moeder van Basta hield een
estafette met hindernissen. Walter stond aan de zijlijn met zijn armen voor
zich ineengeslagen en zijn kin op zijn borst. Hij had een rood hoofd en ik zag
dat hij zijn tranen stond te bedwingen. Zijn vuurspuwende ogen lieten de moeder
van Basta geen seconde met rust en je kon aan haar zien dat ze op het punt
stond om haar geveinsde geduld te verliezen. Plotseling wendde ze zich tot mijn
zoon en greep hem bij zijn oorlelletje. Ik wist zeker dat ik hallucineerde en
ik wachtte in eerste instantie even totdat het presumptieve waanbeeld als
vanzelf zou verdwijnen. Toen dat niet gebeurde snelde ik op Walter en zijn beul
af. Op het moment dat de moeder van Basta mij zag aanstormen liet ze het
oorlelletje van Walter meteen los. Walter had geen krimp gegeven, maar de
tranen van de pijn en vernedering rolden inmiddels wel over zijn roodgloeiende
wangen.
‘Blijf met je tengels van mijn kind af’, beet ik de
moeder van Basta toe, terwijl ik Walter in mijn armen sloot.
‘Ik zei alleen maar dat ze zich niet aan de
spelregels hield’, protesteerde Walter gesmoord, terwijl hij bijna stikte in de
benauwenis van mijn omhelzing.
Ja, Walter met zijn spelregels. Dezelfde spelregels
waar hij zich altijd aan moet houden op De Wielewaal. Anders krijgt hij straf.
Niet zo raar dus dat hij tot een muggenzifter is uitgegroeid als het op
spelregels aankomt. Hij maakte zich los uit mijn armen en wreef zijn wangen
droog. Daarna drukte hij tegen zijn doorgedraaide oorlel. Zijn gezicht vertrok
kort van de pijn die hij verder negeerde. De handhaving van de spelregels
hadden nu prioriteit volgens Walter.
‘Ze geeft Basta steeds de meeste punten, terwijl hij
nog helemaal zero gedaan heeft. Hij staat hier maar net als ik niks te doen’,
oreerde hij met een hoofdknik in de richting van Basta die op een afstandje
naast hem stond en wortel schoot.
Basta keek alsof hem niks kon gebeuren met zijn
moeder in de buurt en stak zijn middelvinger naar mij op, terwijl Walter nog
wat na pruttelde:
‘Ze trekt hem
gewoon voor’.
Ondertussen was de moeder van Basta zogenaamd weer
druk met de estafette en de rest van haar groepje. Ik stond te trillen op mijn
benen. Zojuist had ik voor het eerst in mijn leven een middelvinger van een
10jarig kind gekregen en het onwezenlijke beeld van de kindermishandeling van
zojuist was ook nog steeds niet helemaal tot mij doorgedrongen, alhoewel het al
wel op mijn netvlies stond gebrand. Een vreemde moeder van een klasgenoot die
mijn 10jarige zoon molesteert. Ik drukte mijn handpalm tegen de gloeiende
oorlel van mijn zoon. De hete pijn schroeide mijn klamme handpalm, vloeide over
en stroomde door mijn bloedbaan. Sidderend van frustratie zocht ik oogcontact
met de moeder van Basta.
‘Hoe durf jij mijn kind aan te raken?’, vroeg ik
dreigend en langzaam op drift komend. Mijn stem brak. De moeder van Basta
hoorde me wel, maar keek me niet terug aan, terwijl ze zachtjes siste:
‘Ik heb jouw zoon niet aangeraakt!’
‘Nee, ik ben blind zeker!’, riep ik woedend uit.
Omdat ik niet wist waar ik het zoeken moest van
kwaadheid, viste ik onwillekeurig naar morele steun om me heen. Ik herinner me
de geamuseerde gezichten van andere hulpouders. De sensatielust van de geagiteerde
kinderen in de gymzaal gierde door de bedompte ruimte. Met Walter in de buurt
viel er altijd wat te beleven. Ik wees naar de pijnplek. Het rode oorlelletje
van Walter. Zoiets moet toch niet mogen!? Ook niet op een mislukte eliteschool
als De Wielewaal. Dit keer richtte de moeder van Basta zich wel rechtstreeks
tot mij:
‘Kankerteef’, wist ze fijntjes.
Walter stoof meteen op:
‘Jij hebt aan m’n oor getrokken!’, schreeuwde hij.
‘En jij duwt andere kinderen onder een auto. Dus niet
janken, zeikertje’, viel de moeder van Basta kijvend uit haar rol.
Met een kromme wijsvinger met zwarte laknagel in de
lucht benadrukte ze haar aanklacht tegen Walter. Vanwege mijn ongeloof over het
taalgebruik van het platvloerse Wielewaalbuurtwijf, moest ik even de tijd nemen
om haar primitiviteit door te laten dringen.
‘Zeg jij nou zeikertje tegen mijn zoon?’
De
sfeer in de gymzaal werd grimmiger. De aanwezige volwassenen; dus de
leerkrachten en overige hulpouders, hielden de spelende en sportende
kindermeute nog maar met een half oog en
oor in de gaten om stiekem zo veel mogelijk mee te kunnen pikken van het
gevecht tussen de moeder van Basta en mij.
‘Ja, en hij heeft het van geen vreemde ook’, grijnsde
de moeder van Basta weer gekalmeerd, omdat ze zich gesteund wist door de incrowd.
Verbijsterd zocht ik nogmaals tevergeefs en tegen
beter weten tussen de honende hoofden naar gezond verstand. De docenten en
hulpouders in mijn vizier begonnen ongemakkelijk weg te kijken. Om te voorkomen
dat ik vlam zou vatten, wenkte ik Sabine die net haar blokkenrace had afgerond.
Zwijgend voegde onze dochter zich bij Walter en mij, waarna wij gedrieën de
afmars richting kleedkamers inbliezen.
Thea schrok van Walter die ineens voor haar stond op
het overdekte terras in de achtertuin.
‘Wat eten we vanavond?’, vroeg hij ongeduldig.
Thea knipperde met haar ogen tegen het elektrische
licht. De tuinlamp op het overdekte terras was
automatisch aangesprongen door de komst van Walter. Thea keek rechts
onderin het verlichte scherm van haar laptop en zag dat 7 uur in de avond was.
Voorbij etenstijd.
‘Jullie mogen best een frietje halen’, opperde ze beschaamd.
Ze had hier de hele middag op de bank op het
overdekte terras in de achtertuin op haar laptop zitten tikken aan haar mailtje
voor directeur Yin van De Wielewaal. Het verslag was nog niet af en nu al veel
te lang geworden. Enfin, dat was niet haar probleem. Directeur Yin moest toch
zo nodig op de hoogte gehouden worden van het wel en wee op De Wielewaal? Dan
zou hij een gedetailleerde rapportage krijgen ook. Pas toen ze opstond van de
tuinbank, merkte Thea hoe stijf een mens wordt van urenlang stilzitten op een
houten plank in een vochtige omgeving. De herfstregen van die zaterdagmiddag
druppelde nog hoorbaar na van de takken van de pruimenboom en het afdak van het
overdekte terras op het tuinpad in de duisternis van de vallende avond.
‘Alweer?’, zuchtte Walter veelzeggend.
Thea ritste haar parka open en wapperde met de losse
voorpanden wat frisse lucht naar zich toe. Gisteren had ze Bart en de kinderen
ook al naar de frietboer gestuurd. Ze was zo overprikkeld geweest van de
botsing met de moeder van Basta, dat ze niets anders kon dan in cirkeltjes
draaien. De gebeurtenissen in de gymzaal bleven zich maar in haar hoofd
afspelen. Alsof repetitie de enige manier was om de perikelen te kunnen
verwerken. Herhaling leek het voorval steeds kleiner te maken; totdat het
gebeuren uiteindelijk net zo minuscuul zou zijn als het laatste poppetje van
een Matroesjka. Maar zover was Thea nog lang niet en tot die tijd dreef ze Bart
en de kinderen tot radeloosheid met haar gepieker. Het hele huishouden dreigde
in het honderd te lopen. Thea besloot om de spanningen niet op de spits te
drijven. Bart droeg op zijn manier al meer dan genoeg bij aan de menagerie van
het gezinsleven. Thea kon niet van hem verwachten dat hij ook nog eens achter
het fornuis zou gaan staan. Hij had niet eens herfstvakantie integenstelling
tot de kinderen. Thea weliswaar ook niet; maar een huisvrouw heeft nooit vrij.
Dus kwam Thea haar zoon met tegenzin tegemoet.
‘Ik maak wel spaghetti’.
‘Lekker’, vond Walter, waarop hij meteen naar binnen
snelde om het goede nieuws over te brengen op Bart en Sabine.
‘Ze gaat koken! We eten spaghetti’.
De derde persoon waarin Walter over haar sprak stak
Thea:
‘Ze gaat koken.’
Alsof ze niet al jarenlang zo goed als iedere dag een
warme maaltijd voor het hele gezin op tafel zette en ze een onvoorspelbare,
psychiatrische patiënt was bij wie het kon vriezen of dooien. En dat terwijl
Thea met een gerust hart van zichzelf durfde te beweren dat ze vrij constant
was. Meestal. Alleen nou even niet, maar het was toch logisch dat ze onder de
indruk was van de herrie gisteren in de gymzaal en dat ze even wat tijd voor
zichzelf nodig had om de chaotische toestanden op een rijtje te zetten? Zeker
omdat het leed nog niet geleden was toen Thea en de kinderen gisteren
voortijdig van de sport – en speldag thuis kwamen. Het onheil naderde in de
vorm van telefoongerinkel. Het was de moeder van Kevin. Onvoorbereid nam Thea
de hoorn van de bakelieten huistelefoon op in de veronderstelling dat ze Bart
aan de lijn zou krijgen. Viel dat even tegen.
‘Ja Thea, je spreekt met Jolijn’, bitste een kort
afgemeten vrouwenstem in het open oor van Thea.
‘Dus?’, snauwde Thea op haar qui-vive.
‘Ik ben de moeder van Kevin’, lichtte Jolijn
ongeduldig toe.
‘Ja, ik weet wel wie je bent, maar ik wist alleen
niet dat je Jolijn heette’.
Thea hoorde zelf wat een onzin ze uitkraamde. Dat nam
niet weg dat ze genoot van het effect op Jolijn. Er hing een vraagteken en
verwarring in de ether, maar Jolijn liet zich niet lang knock out slaan. Ze had
een missie.
‘Ik hoorde dat Walter mijn Kevin onder een auto
geduwd heeft.
‘Je moet niet alles geloven wat je hoort’, antwoordde
Thea tam.
‘Ik zou maar geen grapjes maken als ik jou was’,
dreigde Jolijn met klem.
‘Ik maak geen grapjes. Van wie heb jij trouwens
gehoord dat mijn Walter jouw Kevin onder een auto geduwd heeft?’
‘Van Kevin.’
‘Ah, blij te horen dat hij nog leeft.’
‘Ja, dat had er nog bij moeten komen. Dat hij
lichamelijk letsel had opgelopen!’, schamperde Jolijn.
‘Kevin heeft geen lichamelijk letsel opgelopen, omdat
Walter hem niet onder een auto heeft geduwd.’
‘Dat is niet wat ik gehoord heb.’
‘Dat kan wel zijn, maar toch heeft Walter jouw zoon
niet onder een auto geduwd.’
Thea wist zelf niet waar ze de kalmte vandaan haalde.
‘Nou tegen een auto geduwd dan’, gaf de moeder van
Kevin een beetje toe.
‘Ook niet tegen een auto geduwd.’
‘Hoe weet jij dat zo zeker, Thea?’
‘Van Walter, Jolijn.’
‘Walter liegt.’
‘Nee, herstel; Kevin liegt.’
‘Je weet net zo goed als ik dat dat niet waar is
Thea.’
‘Wat?’
‘Walter liegt altijd, dat weet iedereen.’
‘Ik weet zeker dat Walter niet liegt!’, antwoordde
Thea rustig.
De energie van de telefoonverbinding werd grimmiger.
Jolijn was merkbaar geen tegenspraak gewend. Op haar werk en thuis had ze
altijd gelijk.
‘Wat doe jij voor werk Thea?’
Wat was dat nou ineens voor een zijsprong? Thea
besloot op veilig te spelen.
‘Thuiswerk’.
‘Ik ben lerares in de bovenbouw van een vwo. Ik weet
hoe kinderen zijn en Walter is niet normaal.’
Thea had nooit gedacht dat haar tropenjaren op De
Wielewaal haar nog eens te pas zouden komen. Bleek ze in de loop van de tijd
toch een olifantshuid te hebben gekweekt. Die hele Jolijn kon roepen wat ze
wilde; Thea liet zich niet meer gek maken. Dat ging niet eens meer, want ze was
allang gestoord.
‘Wat geef je voor een vak in de bovenbouw van het vwo?’,
vroeg ze liefjes.
Ondanks dat de vraag Jolijn hoorbaar irriteerde, gaf
ze toch antwoord.
‘Aardrijkskunde, hoezo?’
‘Oh, nee, als je aardrijkskunde geeft dan snap ik wel
dat je precies weet hoe alle kinderen in elkaar zitten’, lachte Thea spottend.
‘Je gaat me toch niet vertellen dat jij niet weet dat
Walter abnormaal is?’
Jolijn meende wat ze vroeg.
‘Ja’.
‘Wat nou ja?’
‘Ja, ik ga je vertellen dat ik niet weet dat Walter
abnormaal is.’
‘Walter is abnormaal Thea.’
‘Ik vind Kevin abnormaal.’
‘Pardon?’
Het begon langzamerhand tot Jolijn door te dringen
dat de moeder van Walter minder voorspel- en manipuleerbaar was dan de rest van
de wereld. Er sloop een zweem van fascinatie in haar tegendruk.
‘En waarom vind jij Kevin abnormaal als ik vragen
mag?’
‘Dat mag je vragen en ik zal ook antwoorden. Ik vind
Kevin abnormaal omdat hij mijn zoon vals beschuldigt.’
Daar had Jolijn even niet van terug. Maar na een
pijnlijke stilte, kwam ze toch met een weerwoord:
‘Ik had gehoopt dat we er samen wel uit zouden kunnen
komen.’
‘Ja, door Walter de schuld te geven. Mooi niet dus.
Doe maar aangifte bij de politie. Eens kijken wie er gelijk heeft.’
‘Natuurlijk doe ik geen aangifte bij de politie’,
riep Jolijn bekoeld uit.
‘Waarom niet? Kevin beweert dat hij onder een auto is
geduwd. Dat lijkt me niet niks. Hij zegt dat Walter de dader is. Ik denk dat
Walter zich wel kan verdedigen.’
‘Nou, Kevin ook hoor!’
‘Nou dan!’
‘Thea, ik denk niet dat we er samen uit gaan komen!’,
besloot Jolijn.
Ze klonk ondersteboven.
‘Ik denk het ook niet’, zei Thea nog tegen
dovemansoren, want Jolijn had de hoorn al op de haak gegooid.
’s Avonds na de spaghetti nam Thea aan de keukentafel
het besluit om haar mail aan directeur Yin af te ronden en niet verder uit te
wijden over het belletje van Jolijn. Achter haar maakte de afwasmachine een
instemmend gorgelend geluid. Thea deed vooral zichzelf een plezier met het
commando ‘mail verzenden’ op haar laptop die opengeslagen voor haar, tussen
enkele vergeten spaghettislierten en gemorste plasjes bolognaisesaus, op de
keukentafel lag. Haar verslag aan de directie van De Wielewaal was al lang
genoeg. Na de herfstvakantie zouden Yin en Yang, los van haar genuanceerde
relaas, ook nog met de verongelijkte ouders van Kevin geconfronteerd worden. Om
maar niet te spreken van het te verwachten beklag van de ouders van Basta. Thea
moest alle schijn van indoctrinatie met voorbedachte rade van het
inschattingsvemogen van de heren directeuren, die amper op De Wielewaal
ingeburgerd waren, voorkomen. Immers, al ligt de waarheid klinkklaar voor, de
leugen vindt altijd gehoor.
HOOFDSTUK 47
Thea was emotioneel uitgeput na haar uitgebreide mail
aan directeur Yin over het fiasco van de sport- en speldag op De Wielewaal. Er
had zich een ramp voltrokken al meteen aan het begin van het ambitieuze
schooljaar van de crisisdirecteuren Yin en Yang. Alles wat fout had kunnen gaan
op een sport- en speldag was mis gegaan. Stelletje opportunisten. Die Yin en
Yang. Om maar niet te spreken van Walter. Zijn omstreden aandeel in de puinhoop
was op De Wielewaal in no time een algemeen gedeeld geheim. Het gemoed van Thea
dreigde te imploderen door de onuitgesproken implicaties. Toch had de mail naar
directeur Yin haar rechtvaardigheidsgevoel goed gedaan en leek haar inwendige
storm daardoor enigszins geluwd. Het lukte haar om genoeg afstand te nemen en
zich daarmee tijdelijk een onverschillige houding ten opzichte van De Wielewaal
aan te meten. Eerst maar eens opladen.
Met het humeur van Thea was ook het weer omgeslagen.
Een nazomerzon had de stromende regen verdreven en reeg de resterende tijd van
de herfstvakantie aaneen in lome dagen van oker licht en behaaglijke warmte,
waarin Thea op adem kwam. Geen Huiswerksterkklanten deze week, maar nog wel
oefenen met Sabine en de laptop met daarop de online citotrainer. Buiten op het
grasveld in de tuin. Onderuitgezakt in de tuinstoelen met Walter, Bart en
Yolohond ergens in de buurt. Bij huis. En de katjes niet te vergeten; Doorn en
Roosje. Doornroosje. Honderd jaar slapen! Als dat zou kunnen! Soms kwamen de
huisfiguranten even de neus laten zien.
‘Wie doet ons wat?’, durfde Thea op zulke momenten
zelfs te denken.
Zelfs de snelle reactie van directeur Yin op haar
mail beroerde haar even niet. Hij stelde een gesprek voor direct na de
herfstvakantie. Alweer een gesprek. Alsof er zonder Thea al niet genoeg werd
geouwehoerd in de onderwijswereld. Dit keer moest Walter – de vermeende
aanstichter van de sport- en speldagflop - ook maar meekomen. Wie A zegt moet
ook B zeggen.
‘Stuur jij effe een bevestiging terug?’, beval ze
onderuit gezakt aan boodschapper Bart.
Haar blote armen liet Thea langs de leuningen van
haar tuinstoel afhangen. Terwijl ze
citotrainde met Sabine, aaide ze grassprietjes met de toppen van haar vingers.
Kwestie van prioriteiten stellen, want zo’n herfstvakantieweek had de
gevoelslengte van een milliseconde.
In een oogwenk was ze dan ook weer terug op de
basisschool van haar kinderen en leek Walter gekrompen aan de immense
vergadertafel van De Wielewaal, terwijl hij normaliter boven gemiddeld groot
was voor zijn 10 jaren. Directeur Yin liet op zich wachten. Thea zat naast
Walter en verbeet zich. Innerlijk bereidde ze zich voor op een teleurstelling.
Er hing een domper in de lucht die voorspelde dat directeur Yin niet meer
dezelfde zou zijn als anderhalve maand geleden tijdens hun eerste ontmoeting,
waarbij ook directeur Yang aanwezig was geweest. Inmiddels hadden Yin en Yang
natuurlijk ook nader kennis gemaakt met de opperouders van De Wielewaal.
Luizenvader Jan Doedel van Pepijn uit groep 7 om maar eens een gruwel te
noemen. Of professor Pronken bijvoorbeeld. De erudiete vader van het vriendje
van Walter. Marcus uit groep 7. En Jenny uiteraard; de moeder van Tim. Nog een
maatje van Walter. Zijn moeder Jenny was net zo flirterig als de mama van Nana
uit groep 8. Overjarige Agnes. En dan de markante vader van Alfred in de
rolstoel uit de zesde klas en Boris uit groep 8. Alias; Gert de
gemeentefunctionaris die onderhands vanalles wist te regelen en die iedereen
daarom maar beter te vriend kon houden. Plus de schreeuwers tijdens de
vergadering van groep 8. Evelien en Jelle van Fransje; Marit en Harry van Luna;
de ouders van het huilmeisje Mathilde. Dan waren er nog Maud van Happy en Ronny
en al die andere papa’s en mama’s, verzorgers en aanhang van ruim 200 kinderen
op een basisschool onder het vergrootglas van een paar troubleshooters. Thea
kende haar plaats al voordat directeur Yin er haar op gewezen had. De klik die er
geweest was tussen hem en haar tijdens de eerste bijeenkomst bood geen enkele
garantie voor successen in de toekomt. Ook al had directeur Yin haar nog een
bedankmailtje gestuurd na het eerste gesprek.
‘Dank je Thea. Ik vond het een goed gesprek.’
‘Dat heeft hij geleerd op de managercursus. Positieve
feedback na een confrontatie met een ouder’, lachte Thea spottend, terwijl ze
een bedankje terug mailde.
‘Dank je Yin. Ik vond het ook een goed gesprek.’
‘Ja, maar hij meent wel wat hij mailt’, probeerde Bart
hoopvol.
Hij was blij dat Thea eindelijk een luisterend oor op
De Wielewaal gevonden had en Thea was blij dat Bart blij was. Maar voor
zichzelf wist ze wel beter. Getraind als Thea was in haar omgang met
opgedrongen exclusiviteit en wurgende
groepsdruk. In topvorm was ze.
Noodgedwongen door haar tropenjaren op De Wielewaal stond ze allang
beter bekend als tirannieke Thea. Directeur Yin zou haar nooit kunnen bijbenen.
Ondanks wederzijdse sympathie. Zijn positie als directeur van een basisschool
en crisismanager liet geen speelruimte om zich met buitenstaanders als Thea te
verbinden. Directeur Yin was bij voorbaat gedoemd om gewetensvol achter te
blijven op elk punt waarop Thea formeel te ver zou gaan.
Een kwartier te laat kwam hij de vergaderruimte binnen
gestormd alsof hij zich gehaast had om
op tijd te komen. Hij herstelde zich, nam een nononsense houding aan en richtte
zich tot Walter.
‘Heb je een fijne herfstvakantie gehad, Walter?’,
vroeg hij vriendelijk.
Directeur Yin nam tegenover Thea aan de andere kant
van de vergadertafel plaats. Hij ontweek het oogcontact dat Thea tot stand
probeerde te brengen.
‘Best hoor’, antwoordde Walter niet op zijn gemak.
Directeur Yin viel maar meteen met de deur in huis:
‘Weet je nog wat er voor de herfstvakantie gebeurd is
op de sport- en speldag?’
Directeur Yin haakte zijn vingers ineen en keek
Walter van opzij doordringend aan.
‘Ja, natuurlijk weet ik dat nog’.
Walter klonk verontwaardigd. Hij was geen kleuter.
Thea zweeg. Ze was op haar hoede. Ze zou pas ingrijpen als directeur Yin haar
zoon onheus zou bejegenen. Als hij hem vals zou beschuldigen bijvoorbeeld. Of
hem woorden in de mond zou leggen. Tot dusver zag ze echter geen reden om
tussenbeide te komen en directeur Yin lette niet op haar. Hij was veel te druk bezig
om de juiste toon tegen de leerling Walter te zetten.
‘Hoe vond jij de sport- en speldag Walter?’
Directeur Yin hield zijn gezicht in een welwillende
plooi. Alsof hij het kind naast zich aan de vergadertafel oprecht beter wilde
leren kennen.
‘Ik vond er niks aan. We moesten allemaal naar de
gymzaal, omdat het heel hard regende en toen mochten we nog niet naar binnen.
We moesten wachten en wachten en wachten.
Eerst moesten alle buitenspelletjes naar binnen, naar de gymzaal
gesjouwd worden. Daarna was alles veel te druk. Wel 200 kinderen en zo hup van
buiten naar binnen in een gymzaal. Iedereen deed maar wat. Niemand hield zich
aan de regeltjes. Dat moet ik eens doen! Me niet aan de regeltjes houden hier
op De Wielewaal. Als ik me niet aan de regeltjes houd dan krijg ik altijd
straf. Ik zat bij de moeder van Basta in het groepje en zij draaide aan mijn
oorlelletje, toen ik zei dat zij zich niet aan de spelregeltjes hield. Toen
kwam mijn moeder erbij.’
Hier stopte Walter zijn relaas. Hij wreef
illustratief over zijn rechteroorlelletje bij de herinnering van de fysieke
pijn die de moeder van Basta hem een week geleden toegebracht had. Hij zweeg
net zo plotseling als hij begonnen was met praten. Met het oprakelen van zijn
versie van de sport- en speldag, was ook zijn boosheid weer in alle hevigheid
teruggekomen. Woest loerde hij naar opzij om toch maar even de stemming te
peilen. Directeur Yin luisterde afwachtend. Onbeweeglijk en kaarsrecht met de
armen voor zich uitgestrekt op de vergadertafel. Er viel een pijnlijke stilte
die directeur Yin verbrak met een vraag naar de bekende weg, teneinde het kind
weer tot verder praten aan te zetten:
‘Want mama was ook in de gymzaal?’
‘Ja, ze was begeleidster van een groepje met mijn zus
Sabine uit groep 8’, vulde Walter volgzaam aan.
Thea besloot om niet in te grijpen door Walter te
gebieden om de directeur netjes aan te kijken tijdens zijn antwoord. De natuur
moest maar zijn beloop hebben vandaag. De wet van de sterkste.
’En toen kregen de moeder van Basta en jouw moeder
ruzie?’, vervolgde directeur Yin.
Dit keer richtte Walter zich wel rechtstreeks tot de
beste man naast zich:
‘Ja, omdat de moeder van Basta aan mijn oorlelletje
had getrokken, en Basta stak ook nog zijn middelvinger naar mijn moeder op!’
Directeur Yin boog voorover en masseerde zijn slapen.
Hij zuchtte:
‘Het kan me niet zoveel schelen waarover moeders
ruziën. Dat moeten ouders onderling maar uitvechten, vind je niet?’
De verhulde sneer naar zijn moeder ontging Walter
niet. Zo klein als hij was. Hij begon directeur Yin te wantrouwen. Directeur
Yin signaleerde de groeiende afstand
ook, terwijl hij toch bekend stond om zijn verbindende talent. Meestal
had hij al na twee zinnen de juiste aanpak van een gesprekspartner gevonden,
maar bij deze leerling sloeg zijn trucje niet aan. Thea merkte dat directeur
Yin bij iedere aanhef een treetje hoger nam op de vergelijkende trap van
basisschooljongetjes van 10 jaar. Het reactiepatroon van Walter verwarde hem.
Alsof het kind onpartijdig volwassen situaties kon overzien en beredeneren,
hetgeen theoretisch onmogelijk is op zijn leeftijd. De probleemanalyse van een
mislukte sport – en speldag is voor het overgrote deel van de
basisschoolkinderen toch echt een brug te ver. Directeur Yin was echter ook een
man van de praktijk en hij stond nergens meer van te kijken. Hij nam de
volgende trede:
‘Het kan me wel schelen waar jij ruzie over hebt
gemaakt tijdens de sport- en speldag. Want je hebt ruzie gehad op de sport- en
speldag toch?’
‘O, met Kevin?’, gaf Walter meteen toe.
‘Wat is er gebeurd?’
‘Kevin zegt dat ik hem voor een auto geduwd heb’,
smaalde Walter.
‘Ik vraag niet wat Kevin gezegd heeft, maar ik wil
graag jouw kant van het verhaal horen?’
‘Ja, want een verhaal heeft altijd twee kanten’.
Walter was cynisch. Directeur Yin zocht nu wel
oogcontact met Thea. Hij keek bevreemd. Thea haalde haar schouders op. Walter
was Walter en ja hij kon cynisch zijn. Ook al was hij pas 10 jaar. En dan hield
hij zich hier aan de vergadertafel nog in uit beleefdheid. Directeur Yin zou
Walter thuis eens bezig moeten horen met zijn zus Sabine van 11. De
taalhandelingen zouden hem om de oren vliegen. Toch kon Thea de onwennigheid
van directeur Yin wel enigszins begrijpen. Hij had immers naam gemaakt als
crisismanager op verschillende, zwarte scholen door het land. Met zwarte
scholen worden scholen met kinderen van
uiteenlopende nationaliteiten bedoeld. Kinderen uit gezinnen met veelal een
hiërarchische opvoedingscultuur die openlijk gepredikt wordt. De wil van de
opvoeder is wet en eigenzinnige kinderen worden niet op prijs gesteld. Dat na
wat dieper graven op witte scholen precies dezelfde heerszuchtige principes
leven, had directeur Yin op dat moment misschien kunnen raden of moeten weten.
Zijn inschattingsvermogen was wellicht al vertroebeld door de schone schijn.
Dus door de hypocrisie van het zogenaamde ruimdenkende docententeam en de quasi
vrijgevochten opperouders op De Witte Wielewaal. De gedachte aan een mogelijke
indoctrinatie van directeur Yin, gaf Thea niet bepaald positieve energie.
Vermoedelijk verwachtte hij dat het gebekte weerwoord van Walter een voorbode
was van de mondigheid die hem in zijn tijd als troubleshooter van de witte
kinderen op De Wielewaal te wachten zou staan. Thea had hem van het tegendeel
kunnen overtuigen, maar waarom zou ze? Directeur Yin werd betaald voor zijn
mensenkennis. Niet zij.
Het zag erna uit dat directeur Yin zich schrap zette.
Alsof hij alle zeilen bij moest zetten om de snotneus aan zijn zijde geen
oorvijg te verkopen. Hij herpakte zich manmoedig en Thea kon zijn prevalerende
principes bijna aanraken. Elk kind heeft het recht om serieus genomen te
worden. Zelfs wijsneus Walter.
‘Dus je hebt Kevin niet voor een auto geduwd?’, drong
directeur Yin aan.
‘Nee, natuurlijk niet. Ik ga toch niemand voor een
auto duwen?’, benadrukte Walter met tranen in zijn stem.
Hij sprak als een volwassene, maar gedroeg zich naar
zijn leeftijd. Hopelijk was directeur Yin, ondanks alle ruis, toch in staat om
Walter te zien voor het 10jarige kind dat hij was. Walter verklaarde zich
nader:
‘Kevin deed kungfu. Dat is een vechtsport. Dan trap
je bijvoorbeeld met één been in de lucht
en toen wankelde hij. Na die kungfubeweging kwam hij nog maar net op zijn twee
voeten terecht en deed een stap naar achteren. Toen stond hij op straat.
Precies toen kwam er ook een auto voorbij. De auto reed heel langzaam. Dat komt
omdat de weg bij de gymzaal maar een klein straatje is. De auto raakte Kevin
net niet, maar hij begon toch te huilen, omdat hij Kevin is. Kevin huilt heel
snel en vaak. Bijna iedereen lachte hem uit. Toen stond hij voor gek. Daarna
rende hij de school binnen. Hij gilde. Ik hoorde dat hij tegen de juffen en de
nieuwe meester riep dat ik hem onder een auto geduwd had.’
‘Waarom zou Kevin dat doen, denk je?’, vroeg
directeur Yin half overtuigd.
‘Wat?’
Er viel een pijnlijke stilte die Walter op zijn
fatsoen trok:
‘Sorry, wat bedoelt u?’
Directeur Yin herformuleerde zijn vraag.
‘Waarom zou Kevin beweren dat jij hem voor een auto
geduwd hebt, terwijl jij zegt dat je dat niet gedaan hebt denk je?’
‘Dat weet ik niet’, antwoordde Walter innemend.
Thea wilde zich nergens mee bemoeien, maar ze dacht:
‘Dat weet je wel’.
Alsof Walter de gedachten van zijn moeder kon lezen
vervolgde hij:
‘Ik denk, omdat Kevin uitgelachen werd. Dat is zo
vaak en dan geeft hij altijd mij de schuld.’
‘O.k.’, bracht directeur Yin na een veel te lange
denkpauze peinzend uit.
Thea zag hem twijfelen aan de geloofwaardigheid van
de input van Walter. Hoeveel had zijn moeder hem ingefluisterd? Thea hielp
directeur Yin uit zijn impasse:
‘Hij spreekt zijn eigen waarheid, hoor. Walter heeft
niet vooraf een vragenlijst mogen inzien, waarvan hij de antwoorden met mij heeft kunnen instuderen
voordat jij hem aan een kruisverhoor ging onderwerpen. Hij improviseert.’
Directeur Yin had Thea wel gehoord, maar richtte zich
direct tot Walter:
“Moest jij ook lachen om Kevin?’
‘Nee’
‘Maar iedereen lachte?’
‘Bijna iedereen. Ik niet. Ik vind Kevin niet om te
lachen’, bromde Walter plausibel.
‘Waarom ben je dan niet op meester Vik afgestapt met
jouw probleem?’
‘Welk probleem?’
Walter keek zoekend om zich heen. Thea zou ook
weleens willen weten waar het probleem van Walter lag.
Directeur Yin zocht naar woorden en deed, uit gebrek
aan beter leek het wel, een absurde suggestie.
‘Je had aan meester Vik kunnen vertellen hoe jij
denkt dat de sport – en speldag beter had gekund. Daarmee had je ruzie met
Kevin kunnen voorkomen’.
Zo’n kwikfiks voor een kind van 10 verzin je als directeur van een basisschool
alleen maar ter plekke. Bij gebrek aan beter. Om na een nachtje slapen de
absurditeit ervan in te zien. Walter schudde meteen al zijn hoofd.
‘Dan moet ik tegen een volwassen man zeggen wat hij
moet doen. Dat mag ik niet van mijn vader.’
Directeur Yin trok zijn hoofd in de nek. Werd hij nou
terecht op zijn vingers getikt? Betrapt sprak hij zijn didactische mond
voorbij:
‘Je moet zeker geen dingen doen die je niet mag van
je vader, maar je mag van mij ook niet zomaar eigen rechter spelen en ik ben de
directeur van De Wielewaal.’
‘Sorry’, piepte Walter deemoedig.
Thea greep in en hoonde:
‘Nee, hij moet over zich heen laten lopen!’
Haar stem schoot uit, waardoor de misser van
directeur Yin nog eens extra betoond werd met een felheid die in één klap
uiting gaf aan haar opgekropte mening over de kwestie. Verslagen keek directeur
Yin haar een seconde aan, met ogen die vroegen wat hij dan volgens Thea anders
had moeten zeggen en doen? Dit keer was het haar beurt om zijn blik te
ontwijken. In de gespannen sfeer die daarop volgde, schorste directeur Yin de
vergadering. Thea en Walter zouden nog van hem horen.
Thea vroeg zich af of Kevin en zijn moeder – Jolijn –
in die periode ook op een veroordeling van directeur Yin zaten te wachten?
Hadden zij ook een ontmoeting met het onderwijsbeest gehad? Zo ja, dan was het
relmuisje op De Wielewaal verzekerd van een staartje. Jolijn was het type dat
het voortouw nam bij elke onderhandeling. Net zoals ze geprobeerd had om Thea
te overrompelen in het telefoongesprek over het zogenaamde vergrijp van Walter.
Dat manipulatieve gedrag zou zich wreken. Directeur Yin had tijdens zijn nadere
kennismaking met Thea in ieder geval blijk gegeven van een krachtige
persoonlijkheid. Hij liet zich niet intimideren door ouders. Hij zou zich niet
laten koeioneren a la Willy Bakbruin. Bovendien rende Kevin na de
herfstvakantie – gelukkig maar - onveranderd gezond en wel op de speelplaats en
door de gangen van De Wielewaal. Hierdoor werd het gerucht van de vermeende duw
door Walter van Kevin onder een rijdende auto stukken minder spectaculair. De
voortdurende schoolroutine en het tikken van de tijd deden het incident
tenslotte in de vergetelheid geraken. Maar de geruchtenmolen was weer in gang
gezet en draaide als vanouds op volle toeren door. Al was het maar in de
hoofden van Yin en Yang.
Hierbij had Thea het graag gelaten voor wat betreft
haar betrokkenheid bij de herstelwerkzaamheden van de troubleshooters op de
basisschool van haar kinderen. Ze had genoeg te stellen met haar werk voor
Huiswerksterk en het klaarstomen van Sabine voor de komende allesbeslissende citotoets. Inmiddels was
juffrouw Siepie de saimiri in groep 8 voorgoed van de baan en veilig afgevoerd
naar groep 6 in samenwerking met juffrouw Marijke. De directeuren Yin en Yang
hadden zich dus niet van hun rigoureuze maatregelen laten afleiden door het
hevige protest van de opperouders op de
voorlichtingsavond aan de start van het jaar. De opperouders waren faliekant
tegen het vertrek van de schooltrol uit groep 8. Diepe buiging voor de
standvastigheid van Yin en Yang. Nu moest Jeewee nog zijn draai vinden als
alleenheerser in de klas van Sabine. Het was te verwachten dat hij hiervoor
verviel hij in zijn typerende toffe peer gedrag. De aloude kolder die hij in
het verleden ook al in de combiklas voor de opperouders had aangezwengeld. Die
slappe ongein van; doe niet, doe niet, want ik vind het zo leuk; ons kent ons
en had je wat. Opnieuw dat hele kinderspel. Het preutse geflirt van Jeewee in
de deuropening van zijn lokaal met de krolse mama’s van dertig plus. De
cafépraat met de ongeschoren papa’s op een nuchtere maag. Onderbroekenlol
waartegen Thea niet iedere schooldag even goed bestand was. Toch deed ze wat in
haar vermogen lag om leuk mee te socialiseren met de meester van haar dochter.
Desnoods sloot ze vlak voor aanvang van de lessen achteraan de rij met
smachtende groupies bij de kapstokken in de gang ter hoogte van het lokaal van
groep 8. De kans om haar en daarmee Sabine over het hoofd te zien zou Jeewee
van Thea geen tweede keer meer krijgen. Behalve op de ochtenden waarop
heerszuchtige personages zoals professor Pronken – de vader van Marcus uit
groep 7 en Allagonda uit groep 8 – of de opperouders van Fransje – Evelien en Jelle – uit de klas van Sabine haar voor waren en de
aandacht van Jeewee al hadden opgeëist. Het was niet om aan te zien hoe
dweperig Jeewee zich stond uit te sloven om bij deze quasi ongenaakbare
terrorouders in de smaak te vallen. Waarom?
‘Stel je maar net zo arrogant op en je wordt door
Jeewee op dezelfde onderdanige manier behandeld’, had Bart al zo vaak aan Thea uitgelegd
‘Waarom zou ik dat willen?’, walgde Thea.
‘Nou dan’, vond Bart.
Maar daar nam Thea geen genoegen mee:
‘Moet ik je eraan herinneren dat de vader van Fransje
– die Jelle – mij letterlijk voor gek heeft gezet op de ouderavond van groep
8?!’
Bart haalde zijn schouders op:
‘Denk je dat Jeewee daarmee bezig is?’
Thea wist ook wel zeker van niet, maar toch maakte ze
zo snel mogelijk dat ze uit De Wielewaal weg kwam met de stamhoofden van de
opperouders – dus Jelle bij groep 8 en professor Pronken bij groep 7 - in de
kijker. Een haastige kus op de voorhoofdjes van haar kinderen. Jassen aan de
kapstok en wegwezen. Met een noodgang het schoolgebouw uit in de hoop om de
verse herinnering aan de openlijke smaad van een groot deel van het gezelschap
tijdens de ouderavond in het klaslokaal van groep 8 aan het begin van het
schooljaar te ontvluchten.
Op het moment zelf tijdens de toenmalige ouderavond
had Thea gezegevierd, omdat de hele Wielewaalkliek zichzelf zo te kijk had
gezet ten koste van haar reputatie. Jelle, de gedreven papa van Fransje, had de
rol van openbare aanklager op zich genomen. De aanval kwam er vrij vertaald op
neer dat tirannieke Thea met gemak door kon gaan voor heks. Zo’n achterbakse toverheks die in de
middeleeuwen allang op de brandstapel zou zijn geëindigd. Hoe primitief kun je
zijn? En hoewel de directeuren Yin en Yang de hetze vermoedelijk meteen hadden
doorzien, was van nagenieten van deze overwinning geen sprake. In de nasleep
van de roemruchte ouderavond gedroegen alle getuigen zich alsof Thea niet
persoonlijk geraakt was door een doorgedraaide ouder. Zo leek het wel of de
aanval van Jelle gedoogd werd door; een overweldigde Yin en Yang; een
apathische juffrouw Marijke; een laffe Jeewee; en een lokaal vol jaknikkers.
Het schot in eigen doel van de opperouders dreigde op die manier compleet
teniet gedaan te worden. Daar kwam nog bij dat Thea de impact op de directeuren
Yin en Yang van de ontsluierde heksenjacht niet in kon schatten. Thea zat echt
niet te wachten op steunbetuigingen. De Wielewaal draaide niet om haar
welbevinden, maar om dat van de kinderen. Door de openbare veroordeling van
Thea had de kouwe kakkliek van groep 8 zich weliswaar van hun slechtste kant
laten zien aan de troubleshooters, maar het was de vraag in hoeverre twee heren
van buitenaf in staat waren om het voorval in perspectief te plaatsen. Waarom
zouden ze na de uitschieter van papa Jelle kritiekloos op één lijn gaan zitten
met tirannieke Thea?
Zelfs Bart bood geen troost. Hij geloofde niet in het
gezichtsverlies dat in de verbeelding van Thea hoe langer hoe groter werd. In
zijn ogen was Thea bijna een martelares.
‘Iedereen van buitenaf ziet meteen dat de opperouders
op De Wielewaal compleet van het padje af zijn. En die Jelle voorop!’
Maar Bart was geen getuige geweest van de
leeuwenkuil. Hij had niet letterlijk naast haar gezeten in de arena van de vijandige
ouderavond van groep 8 en ging met zijn conclusies alleen maar af op haar kant
van het verhaal. Daarnaast was de magie van de telefonische peptalk van Rinus
Hardleers van de onderwijsstichting, als voorbode van de komst van Yin en Yang,
van voor de zomervakantie ook wel uitgewerkt. Wat overbleef in het hoofd van
Thea was de valse naklank van het affront van de vader van Fransje. De
beledigingen die hij zo schaamteloos en met woordeloze bijval van het publiek
op haar had losgelaten op bewuste ouderavond van groep 8 als een vloek die op
De Wielewaal over haar heerste:
‘Jij moet gewoon je bek houden, achterlijk wijf! Je
hebt al genoeg aangericht met jouw gezeik constant! Je staat niet voor niks
bekend als tirannieke Thea.’
En:
‘Voed jij eerst je eigen kinderen maar eens op.’
Waarom Jelle zich wel ongestraft als een idioot kon
gedragen op De Wielewaal en zij niet, heeft Thea tot op de dag van vandaag nog
niet begrepen. Ze zou zich ook niet verder met felle Jelle hebben
beziggehouden, als Jeewee uitgerekend haar aartsvijanden niet zo opzichtig met
alle egards bleef behandelen. In de eerste weken na de oudervergadering van
groep 8 leek het wel alsof Jeewee ’s
ochtends in de wandelgangen en het lokaal van De Wielewaal expres naar contact
met - onder anderen - Jelle en/of
Evelien stond te hengelen om Thea te ergeren.
‘Dat is niet zo’, wist Bart.
‘En dat weet jij omdat?’, kermde Thea, omdat ze zich
betuttelt voelde door haar man.
Bart herstelde zich:
‘Nou vooruit; misschien is het wel zo. Wat dan nog?
Jeewee kan niet eens in jouw schaduw staan, geloof me. Probeer zijn
stuiptrekkingen te negeren. Je hebt alleen jezelf zuiver met die irritatie van
jou. Zeker op De Wielewaal.’
Toch vervloekte Thea het onverbloemde egoschuren tussen Jeewee en
Jelle in de deuropening van het lokaal van groep 8 voor aanvang van de
lessen. Met resultaat, want het duurde
niet lang voordat Jeewee in een spagaat terecht kwam. Wat Thea betreft door
zijn eigen schuld. Jelle werd overmoedig. Had jaknikker Jeewee de blaaskaak
Jelle maar op tijd een halt moeten toeroepen. Op een blauwe maandag zette Jelle
zich in de groepsmail van De Wielewaal publiekelijk af tegen het nieuwe beleid
van de directeuren Yin en Yang. Van de ene op de andere dag kwam hij online in
protest tegen deelname van zijn dochter Fransje aan de aanstaande niveautoets.
Hier ging Jelle zelfs voor Jeewee te ver. De I.Q. test stond al vanaf de
ouderavond aan het begin van het schooljaar op de planning en was aldaar
uitbereid door de directeuren Yin en Yang toegelicht. Deze Nederlandse
Intelligentietoets voor het Onderwijs – NIO -
werd voor de eerste keer op De Wielewaal ingevoerd om de
vervolgopleidingsadviezen voor alle leerlingen zo accuraat mogelijk af te
kunnen stemmen op het niveau van de aanstaande middelbare scholen naar keuze.
Dus geen koffiedik kijken van Siepie de saimiri meer. Weg met het gebruikelijke
natte vingerwerk op De Wielewaal dat in het verleden alleen voor de kids van de
opperouders gunstig uitpakte. Als felle Jelle nou waarlijk principiële bezwaren
tegen het afnemen van de NIO bij zijn dochter Fransje had, waarom had hij dan
niet eerder aan de bel getrokken? Meester Jeewee kreeg loyaliteitsstress van zijn protest op de
valreep, want vanaf het moment dat de datum van de niveautoets daadwerkelijk
werd vastgesteld, leek er voor geen enkel kind van groep 8 van De Wielewaal een
ontkomen meer aan het vonnis van de uitslag van de NIOtoets die op veel andere
basisscholen allang ingeburgerd was. Beroepshalve kon Jeewee het gewoon niet
langer maken om zijn gelegenheidsvriend Jelle openlijk te steunen en daarmee
Yin en Yang af te vallen. Jeewee moest kiezen. Dat werden uiteraard de eieren
voor zijn geld.
Vandaar dat hoogdravende paniekmailtje aan alle
ouders -en verzorgers van Jelle. Hij wilde
bevestiging dat hij niet alleen op de wereld was. Hij zocht steun, want
hij was in de steek gelaten. Als een verontwaardigd kind beriep hij zich op het
vervolgopleidingsadvies van zijn dochter. Alweer. Dat vervolgopleidingsadvies
van zijn dochter dat stond immers al vast. Juffrouw Siepie had vorig jaar in
groep 7, naar aanleiding van de uitkomst van de entreetoets, al bepaald dat
Fransje naar het stedelijk gymnasium zou gaan. Dat gymnasium was dus voor
Fransje een uitgemaakte zaak. Het aankomende
citotoetsje zou daar nog wel overheen mogen. Dat kon geen kwaad, want
dat soort testjes hadden zijn vrouw en Jelle er bij hun dochter van kleins af
aan sowieso ingeramd. Maar geen NIOtoets. Wat was dat eigenlijk een NIOtoets?
Kon je zoiets eigenlijk wel oefenen? Het was ongehoord! Wat een boer niet kent
dat vreet hij niet. Alsof de antwoorden op deze prangende vragen van Jelle over
de NIOtoets niet ook allang uit en te na door Yin en Yang mondeling besproken
waren, tijdens de ouderavond van groep acht aan het begin van het schooljaar. Des
te moeilijker zou het zelfs voor de meest volgzame meeloper worden om het
mailtje van felle Jelle niet te lezen als een oproerpamflet. Vooral de
conclusie bezorgde Thea wurgneigingen.
‘Wat voegt deze NIO test toe en hoezo denken de heren
directeuren onze kinderen te kunnen verplichten tot een intelligentietoets? De
vraag rijst beste mensen: ‘Moeten wij deze NIO toets nog wel willen?’.
Met kromme tenen had Thea haar telefoon een halve dag
uitgeschakeld na het lezen van de paniekbrief van Jelle. Op deze manier kon ze
zich tenminste in alle rust geestelijk voorbereiden op een online ontploffing
van bijval. Zodra een oproerkraaier zoals Jelle de knuppel in het hoenderhok
had gegooid, liep haar Wielewaalse inbox normaliter namelijk vast van de
hoeveelheid steunmailtjes aan de betreffende opperouder. Maar toen Thea ’s
avonds haar telefoon weer aanzette, terwijl ze veilig naast Bart in bed kroop,
kwam haar vrees niet uit. Bart lag met zijn rug naar haar toe en las op zijn
ereader.
‘En, is het weer raak?’, vroeg hij voor de vorm.
‘Helemaal niks’.
De stem van Thea sloeg over van verbazing.
Bart richtte zich over zijn schouder tot Thea:
‘Je bent natuurlijk uit de groepsmail van De
Wielewaal gegooid.’
‘Nee’, antwoordde Thea niet begrijpend, nadat ze de
eventualiteit was nagegaan.
‘Wacht , er is wel een reactie van de directeuren.’
‘Vertel’.
Thea kon horen dat Bart nieuwsgieriger was dan hij
deed voorkomen. Ze las voor:
‘Beste ouders en verzorgers.
Zoals bekend zal op donderdag 30 november aanstaande
in groep acht de NIO toets bij uw kind afgenomen worden. De toets zal twee
dagdelen in beslag nemen.
Deelname van uw kind aan de NIOtoets is niet
verplicht, maar wordt wel stellig door ons aangeraden.
De Niotoets wordt u éénmalig kosteloos aangeboden.
Bij vragen of op- en aanmerkingen staat de deur naar de koffieruimte altijd
open en kunt u ons gerust aanspreken.
Tot dan,
Yin en Yang’
‘Nou dat is duidelijk’, overdreef Bart.
Thea probeerde een redeloos verzet te beredeneren:
‘Op de ouderavond van groep acht zei Yang : ‘Weigeren
van de niotoets dat doet u maar één keer, mocht u daarna de noodzaak van de
niotoets toch inzien dan hebt u pech gehad en mag u de afname van de toets bij
uw kind zelf financieren.’ Dat vond ik veel krachtiger.’
‘De inhoud van de mail komt op hetzelfde neer. Als
die Yang letterlijk had gemaild en zwart op wit had doorgestuurd wat jij nu
citeert dan was jouw mailbox pas echt
opgeblazen, maar dan van de
verontwaardiging van de opperouders. Die troubleshooters moeten het gesprek te allen tijde open
houden. Ook voor de opperouders. Dat zijn ze verplicht aan hun stand. Dat doen
ze goed vind ik. Op deze manier durft alleen een idioot als zo’n Jelle nog
relletjes te schoppen. De meeste opperouders willen helemaal niet met Yin en
Yang geconfronteerd worden. Het merendeel wil zeuren.’
‘Nou dan gaat het merendeel van nu af aan toch lekker
bij Yin en Yang op de koffie net als in die goeie ouwe tijd met Willy
Bakbruin’, pruttelde Thea nog wat na, terwijl ze zich van Bart afdraaide en het
donsdek over haar hoofd trok.
Bart deed nog een laatste poging om haar gerust te
stellen:
‘Het zijn troubleshooters Thea; hun hulp is niet voor
niets ingeroepen.’
‘Ik slaap!’ sloot Thea, gedempt vanonder het dons, de
dag af.
De volgende ochtend was de mailbox van Thea nog net
zo leeg als de avond ervoor. Op wat spam na dan. Nog steeds geen oververhitte
steunbetuigingen voor felle Jelle, terwijl hij onder het regime van voormalig
directrice Willy Bakbruin dus allang bedolven zou zijn geweest onder berichtjes
vol medeleven van opperouders en meelopers. Oud-directrice Willy Bakbruin stond
er vroeger in de regel bij en keek ernaar. Het zat niet in haar aard om op de
voorgrond te treden. Zeker niet in de mail. Online interactie was haar te
vooruitstrevend of joeg haar angst aan. Thea hoefde maar aan het mailverbod
terug te denken. Het mailverbod dat Thea nog geen schooljaar geleden kreeg
opgelegd door Willy Bakbruin. Zonder blikken of blozen teneinde Thea de mond te
snoeren. Dwergcensuur was het geweest vond Thea nog steeds. Dan werkte het
lik-op-stukbeleid van de directeuren Yin en Yang een stuk beter. Alleen een
ouder zonder bijbedoelingen gaf na de online uitleg over deelname aan de
NIOtoets nog weerwoord. Felle Jelle was echter overduidelijk uit op een
voorkeursbehandeling. Het kon bijna niet anders dat hij het antwoord van de
directeuren Yin en Yang op zijn pamflet als een online terechtwijzing had
ervaren. Hoe dan ook was hij er stil van geworden. Met die zekerheid kon Thea
met een gerust hart afstand nemen van het NIO probleem van felle Jelle zonder
de vrees dat er vanalles, in het voordeel van dochter Fransje en ten nadele van
haar eigen kinderen, achter haar rug om met de directeuren Yin en Yang
bekonkeld zou worden. Heerlijk ongecompliceerd.
Zo verstreek ook de dag van de NIOtoets. Geruisloos,
alsof er intern geen revolutie op De Wielewaal speelde. De uitslag van de
NIOtoets zou te zijner tijd in een gesloten envelop aan alle deelnemende
kinderen voor de ouders mee naar huis gegeven worden. Samen met een opnieuw
vastgesteld vervolgopleidingsadvies. Als bijlage zou tevens een datum voor een
evaluatie tussen de ouders of verzorgers met Jeewee en directeur Yin aan de
uitslagenbrief toegevoegd worden. Het was de bedoeling dat het betreffende kind
ook op de geplande afspraak aanwezig zou zijn. Een democratische ontwikkeling,
waardoor Thea de hele IQkwestie met
gemak in de wacht kon zetten. De score van Sabine kon alleen maar beter worden.
Dieper dan haar huidige vmbobasisadvies kon ze toch niet zakken.
Gelukkig was sinterklaas rond die periode in het land
en moesten op korte termijn dringend surprises geknutseld worden. De
sinterklaasviering op De Wielewaal was voor Thea traditiegetrouw het moment bij
uitstek om Walter en Sabine tot het betere knip- en plakwerk aan te zetten.
Althans in haar wensgedachten, want in werkelijkheid waren Sabine en Walter
geen creakinderen. Verder dan het bedenken van een leuke surprise voor de
sinterklaasviering op school kwam het tweetal nooit. Het uitstel dreigde ieder
jaar op afstel uit te draaien, zodat de uitvoering van de ontworpen surprise op
het nippertje toch weer voor rekening van Bart en Thea kwam. Om te beginnen
moesten er op de valreep aardigheidjes gekocht worden voor de klasgenootjes die
Sabine en Walter toebedeeld hadden gekregen bij het lootjes trekken. Zo’n
presentje ging om het gebaar en mocht volgens het Wielewaalreglement niet meer
dan 2 euro kosten. Dat werd dus weer kiezen tussen speelslijm, een jojo,
stickervel, vingerpoppetje of een bellenblaas. Zoals ieder basisschooljaar.
Dit jaar waren Bart en Thea volledig opgegaan in de
creatie van een kartonnen pick-up als surprise voor een klasgenootje van Sabine
dat een ouderwetse langspeelplaat van Michael Jackson op het verlanglijstje had
staan. Zo’n lp had Bart nog wel liggen of anders Thea wel, maar het cadeau
mocht niet duurder dan 2 euro zijn en langspeelplaten waren in de
basisschooltijd van Sabine en Walter allang tot prijzige collectersitems
uitgegroeid.
‘Nee heb je en ja kun je krijgen!’, snoof Thea bij
het zien van de vinylwens op het verlanglijstje van het lootje van de
elfjarige.
‘Of je gebruikt je kind om hip te zijn’, grinnikte
Bart.
‘Ja, echt hè. Wat weet een kind nou van vinyl langspeelplaten uit
de vorige eeuw!?’
Reden temeer voor Bart en Thea om zich uit te sloven
op het perfectioneren van een kartonnen pick-up. Zo één met een plastic
wegwerpbord als zogenaamde lp van Michael Jackson op een draaitafel van een
piepschuim pizzabodem. De creatie kostte het echtpaar zoveel inspanning dat er
nauwelijks tijd overbleef voor de surprise voor het klasgenootje van Walter.
Maar omdat de redding nabij is als de nood het hoogst is, herinnerde Thea zich
net op tijd een reuze zelfgemaakte Spongebob Squarepants van koudschuim op de
rommelzolder die Sabine vorig jaar tijdens de surprise op school gekregen had.
Hij was zo levensecht in elkaar gezet dat Thea het niet over haar hart had
kunnen verkrijgen om hem bij het oud vuil te zetten. Nu kwam hij van pas.
‘Hé, daar issie weer!’ lachte Jenny – de moeder van
Tim - , terwijl ze naar Spongebob Squarepants knikte die gemoedelijk met olijke
kop en vierkante schouders boven de rest van de surprises op een hoop in het
klaslokaal van groep 7 uitstak.
‘Ieder jaar rond sinterklaas duikt hij weer op ergens
in een lokaal van De Wielewaal. Hij is jaren geleden ooit in elkaar geflanst
door juffrouw Rita en nou circuleert hij als een soort voorbeeld van de
perfecte surpriseverpakking’, verklaarde Jenny zich nader.
Thea lachte hardop met de omstanders mee. De sfeer
zat er zo vroeg in de morgen al goed in. En dat terwijl sinterklaasviering nog
niet eens begonnen was. Toch kon alles op elk moment verkeren op De Wielewaal.
Zelfs in het reparatiejaar van Yin en Yang. Daar kwam Thea al snel achter toen
ze later op de dag thuis haar telefoon checkte, nadat ze klaar was met haar
werk voor huiswerksterk. Vanwege de sinterklaasviering hadden de kinderen die
dag geen middagpauze en waren ze daardoor een uur vroeger uit. Thea stond op
het punt om haar tweetal op te halen, maar ze liet zich ophouden door een
berichtje van professor Pronken, de vader van Marcus, Allagonda en kleine
Brechje. Het feit dat hij Thea een online boodschap had gestuurd was op zich al
alarmerend. Professor Pronken deed zich voor als een man van de oude stempel.
Een erudiet mens van perkament, inkt en een schrijfveer. Geen voorstander van
een mobiel en online briefjes. Behalve als hij een statement in de groepsapp
wilde maken of zijn frustraties kwijt moest. Hij was de pensioengerechtigde
leeftijd al lang en breed gepasseerd, maar gaf nog regelmatig gastcolleges over
zijn stokpaardje: de Romeinse oudheid. Op de universiteit uiteraard, maar ook
op de basisschool van zijn kinderen. Basisschool De Wielewaal dus alwaar hij in
het verleden tijdens zijn klassenbezoekjes herhaaldelijk overhoop had gelegen
met Walter. De toon van Walter stond professor Pronken niet aan, of de inhoud
van de vragen van het jongetje, of de
kop van het kind. Niet zo gek dus dat Thea professor Pronken op haar beurt niet
kon uitstaan. Met name vanwege zijn zielige feitjesgelijk ten opzichte van een
weerloos manneke. Haar zoon welteverstaan. Een tienjarig ventje dat nog
bevriend was met het zoontje van professor Pronken ook. Marcus kwam vaak spelen
bij Walter in de wijk en andersom. En door de afstand werd Thea tijdens het
halen en brengen steeds weer met professor Pronken en zijn veel jongere tweede
vrouw geconfronteerd. De aftastende
houding van het echtpaar irriteerde Thea. De tweede vrouw kwam oorspronkelijk
uit een of ander buitenland dat niet in het welvarende westen lag. Pas na haar
huwelijk met professor Pronken was ze in Nederland komen wonen. Sindsdien zocht
ze aansluiting. Desnoods met Thea. Wist de vrouw van professor Pronken in het
begin veel. Professor Pronken zelf in eerste instantie trouwens ook niet. Te
egocentrisch om zich met de sociale positie van een huismoeder als Thea bezig
te houden. In tweede instantie was hij te laat en kon de vriendschap tussen
Marcus en Walter moeilijk met goed fatsoen weer ongedaan gemaakt worden. De
mama van Marcus werd evenwel enigszins minder toeschietelijk, toen ze eindelijk
doorhad dat Thea niet bij de opperouders, en daarmee tot haar doelgroep,
hoorde. Maar ze bleef de moeder van Walter groeten met een woordeloze
hoofdbeweging vanuit de hoogte alsof Thea op een aalmoes zat te wachten. Toch
knikte Thea vriendelijk en beleefd terug met het oog op het goede voorbeeld
voor Walter en Marcus. Er zijn echter grenzen. Zoals het mailtje dat professor
Pronken haar volkomen onverwacht stuurde naar aanleiding van de
sinterklaasviering op De Wielewaal.
‘Zojuist geconfronteerd met een huilende Marcus.
Sinterklaasviering was weer lauw loene vanwege
Walter. Hij is de eeuwige storende factor in groep 7. Wanneer begint
zijn opvoeding vraag ik mij af.’
Thea voelde haar kaakspieren samenspannen. Hoe vaak
had zijzelf – even los van Walter - in de loop van De Wielewaaljaren nou al met
dit irritante individu overhoop gelegen? Thea en professor Pronken waren het
steevast oneens met elkaar. Meestal ten gehore van iedereen op de speelplaats
van De Wielewaal. Van de bestrijding van luizen, de toegang tot een online
chathotel voor kinderen tot de positie van Sabine in de combiklas indertijd aan
toe. Want hoewel professor Pronken min of meer een bekende historicus was, bemoeide
hij zich op De Wielewaal ongezond vaak met aangelegenheden die niet zijn zaken
waren. Je zou bijna denken dat hij niets beters te doen had. Bovendien had een
discussie met professor Pronken geen zin. Hij was zo vervuld van zichzelf dat
hij elke vorm van aandacht – positief of negatief - met beide handen aangreep
om zijn standpunten over allerlei maatschappelijke aangelegenheden uitgebreid
uit de doeken te doen in eindeloze monologen of betogen. Zowel in de
wandelgangen van De Wielewaal als in schriftelijke commentaren in landelijke of
regionale tijdschriften en dagbladen. En als je eenmaal zijn gezicht kende, dan
kon je hem zo nu en dan zelfs weleens aan tafel van één of andere praatshow op
televisie zien zitten leuteren. Zappen geblazen!
In een periode dat Thea zich nog niet noodgedwongen
in professor Pronken verdiept had, was ze eens in zalige onwetendheid over de
sociale status van de oude man naast hem op een bankje op de speelplaats van De
Wielewaal terecht gekomen. Professor Pronken knoopte een praatje met haar aan,
omdat hij best sociaal kon verkeren als hij zin had. Je moest hem alleen geen
vinger geven, want dan nam hij de hele hand. Maar dat wist Thea toen nog niet.
Ze was snipverkouden en verontschuldigde zich voor haar begeleidende gehoest,
geproest en genies gedurende hun beider gebabbel over koetjes en kalfjes:
‘Sorry, die vervelende griep ook.’
‘Gezondheid, maar je hebt geen griep’,
diagnosticeerde professor Pronken voor
de vuist weg.
‘Wie is die man!?’, dacht Thea geïrriteerd, terwijl
ze haar opmerking direct relativeerde:
‘Bij wijze van spreken dan. Er is toch sprake van een
griepgolf volgens de media?’
‘Ja, als de media het zegt, dan zal het wel zo zijn’,
hoonde professor Pronken.
Thea blies gekweld haar ingehouden adem uit, waarop
professor Pronken haar uitdagend van opzij monsterde. Hij besloot niet toe te
geven:
‘Als jij griep zou hebben dan zou je hier niet
zitten’.
‘Wat weet jij van mijn pijngrens?’
Thea snoot haar neus en schraapte haar schorre keel.
‘Genoeg om te weten dat je niet weet waar je over
praat. Mensen weten het verschil niet tussen griep en een gewone verkoudheid.’
Als op dat moment Sabine niet voor het bankje was
opgedoken, dan was haar grieperige moeder Thea de weledelzeergeleerde professor
Pronken – oftewel de quasi slimste mens - ongetwijfeld verbaal te lijf gegaan.
Over mansplaining gesproken. Zo’n type man was professor Pronken dus. Een
hardnekkige betweter die je beter kon omzeilen dan bestrijden.
Totdat zoiemand te ver gaat en dat punt had professor
Pronken bereikt met zijn persoonlijke mailtje aan Thea waarin hij haar
moedergevoel tergde. In haar eer aangetast mailde ze hem een berichtje terug.
‘Beste papa van Marcus
Wat vervelend dat Marcus in tranen was. Ik betwijfel
echter dat Walter de moedwillige oorzaak is van het verdriet van uw zoon. De
reden dat u daar zonder meer vanuit gaat, zegt meer over u dan over Walter.
Voor verdere klachten, op -en aanmerkingen of evaluatie van de betreffende
sinterklaasviering verwijs ik u naar meester Viktor. Hij is immers de
eindverantwoordelijke voor groep 7 en niet onze zoon Walter.‘
Om haar woorden kracht bij te zetten besloot Thea om
de mailwisseling meteen aan meester Viktor toe te sturen en daarmee dus ook,
met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, aan Yin en Yang. Voor de
herstelwerkzaamheden op De Wielewaal kon de online mailwisseling niet anders
dan volledig voor de troubleshooters toegankelijk zijn. Of, zoals Bart zei:
‘Ze zouden op De Wielewaal wel heel dom bezig zijn
als het mailverkeer tussen ouders en leerkrachten gesloten bleef voor de
interim directie. Wedden dat de boel open ligt? Als Yin en Yang niet weten wat
er speelt kunnen ze ook niks oplossen.’
Zou professor Pronken minder impulsief gereageerd hebben als hij beseft
had dat, door toedoen van Thea, de mailwisseling inmiddels ook open stond voor
meester Viktor en vermoedelijk dus tevens voor de directeuren Yin en Yang? Wie
weet had hij het wel in de gaten, maar trok hij er zich gewoon niets van aan,
want professor Pronken ging onverstoord verder met zijn aanval op Thea.
‘Beste moeder van Walter,
Niemand beschuldigt Walter zomaar. Toen ik tussen de
middag op De Wielewaal was om onze dochter Brechje op te halen van de inpandige
kleuterschool, kwam ik aan het lokaal van groep 7 voorbij. Het was een enorme
chaos. Er werd gevochten en met spullen gegooid en Walter voerde het hoogste
woord. Zoals gewoonlijk. Ik vind het heel vermoeiend om te moeten constateren
dat sommige kinderen van huis uit geen waarden en normen meekrijgen. Walter is
een ongeleid projectiel. Als het aan mij lag dan werd hij per direct van De
Wielewaal verwijderd.’
Thea moest even alle zeilen bijzetten om professor
Pronken niet te bellen en ordinair de huid vol te schelden. Ze wist zich te
beheersen en mailde terug:
‘Ben ik even blij dat u het niet voor het zeggen hebt
op De Wielewaal’.
Daarna drukte ze snel op het commando; ‘verzenden aan
allen’, om de verleiding om professor Pronken
alsnog podium te bieden, door verder in de mail op hem in te gaan, te
kunnen weerstaan. Voor Viktor voegde ze nog een veelzeggend persoonlijk
berichtje toe met de hulproep:
‘HELP!’
Daarna repte ze zich naar school om Sabine en Walter
op te halen om uit eerste hand te horen wat er zich die dag in groep 7 tijdens
de sinterklaasviering had afgespeeld.
‘Wat zou er gebeurd moeten zijn?’, wilde Walter
verveeld weten op navraag van Thea.
Thuisgekomen van school verschuilde hij zich in de
hoek van de bank achter zijn Nintendo.
Thea werd ongeduldig.
‘Ik krijg berichtjes van de vader van Marcus. Hij
zegt dat jij de hele klas op stelten heb gezet.’
‘Nou, ik niet alleen hoor. Amir en Emir zijn begonnen
en daarna Soltan, Basum en Jabir en de
rest van de Turkjes en Marokkaantjes van onze groep. Dat komt omdat zij thuis
geen sinterklaas vieren denk ik. Ze deden eerst zo opgefokt blijig en daarna
werd alles zo saai en toen brak er fittie uit.’
Het verslag van Walter had geklonken als een
opgedreund gebed dat hij deed zonder van zijn beeldschermpje op te kijken.
Sabine zat op een afstandje naast Walter
aan de andere kant van de driezitsbank en hield eveneens een Nintendo in
beide handen op ooghoogte. Haar duimen deden het werk. Bliep, bliep, bliep. Ze
ging wat zeggen:
‘Bij ons in de klas was er ook geen flikker aan, maar
dat heb ik niet laten merken. Zarah doet ook zo hyper met surprise op school.
Het valt ieder jaar tegen. Maar Jeewee zei dat mijn pick-up kei mooi gemaakt
was’.
‘Vroeg Jeewee niet of jouw ouders die surprise
helemaal zelf in elkaar hadden geknutseld?’, knipoogde Thea.
‘Nee, hoezo?’
Sabine keek zelfvoldaan op van haar Nintendo.
Vastbesloten om met de eer te blijven strijken. Hoofdschuddend richtte Thea
zich weer tot Walter:
‘Was Marcus niet blij met zijn Spongebob?’
‘Weet ik veel. Ik denk het wel.’
‘Nee, omdat de vader van Marcus zei dat hij huilde.’
‘Ja, omdat Soltan een potlood tegen het hoofd van
Marcus had aangesmeten.’
‘En heb jij nog ergens mee gegooid?’
‘Weet ik niet meer. Bliep, bliep, bliep.’
‘Walter?!’
‘Jawel. Met groene slijm.’
‘Met groene slijm?’
‘Ja uit een potje.’
‘Van wie was die groene slijm uit een potje?’
‘Van mij.’
‘Walter, je hebt geen groene slijm uit een potje.’
‘Vanmorgen wel. Dat was mijn surprise. Het zat in een
grote kartonnen doos met krantensnippers en behangselplak en daar moest ik dan
met m’n handen in.’
‘Ieuw’, piepte Sabine.
‘Wat heb jij eigenlijk gehad?’, probeerde Walter van
onderwerp te veranderen.
Hij liet zijn Nintendo op zijn schoot rusten en zocht oogcontact met Sabine.
‘Een geurgum in een reuze parfumfles van papier
maché’, antwoordde Sabine, terwijl ze onverstoord doorbliepte.
‘Ik zie geen reuze parfumfles van papier maché.’
Walter keek speurend om zich heen en deed daarbij
zijn best om de onderzoekende blik van zijn moeder te ontwijken.
‘Die heeft mama al bij het oud papier gezet’, wist
Sabine droog.
‘Waarom heeft meester Viktor eigenlijk niet
ingegrepen?’, vroeg Thea zich ineens hardop af.
Nu voelde Walter zich wel aangesproken:
‘Hij kan geen orde houden.’
‘Dat heb je toch hopelijk niet tegen hem gezegd?’
riep Thea vertwijfeld uit.
Walter zuchtte en draaide theatraal met zijn ogen.
‘Nee, natuurlijk niet, maar daarom is het nog wel
irritant’.
‘En de kern van het probleem’, dacht Thea, maar ze
zei bestraffend:
‘Dat geeft je nog niet het recht om met groene slijm
te gooien!’
De ringtone van haar mobiel bracht verlichting. Het
nummer van de afzender kwam haar niet bekend voor.
‘Dag mama van Walter. Je spreekt met Viktor van groep
7 van De Wielewaal’, sprak een vriendelijke stem op een timide, aftastende
toon.
‘Hallo Viktor’.
‘Ja, ik bel vanwege jouw berichtjes en de hulproep.’
Ondanks de trilling in de stem van meester Viktor,
was Thea niet van plan om toe te geven door de kwestie af te zwakken. Ze vulde
toonloos aan.
‘En de berichtjes van professor Pronken.’
‘En de berichtjes van professor Pronken’, papegaaide
meester Viktor haastig.
Ik vind niet dat professor Pronken het recht heeft om
Walter op deze manier aan te vallen.’
‘Dat ben ik met je eens’.
‘Mooi zo. Probleem opgelost. Staat alleen nog het
wangedrag van Walter overeind. Hoe erg heeft hij zich vandaag misdragen?’
‘Hij niet alleen hoor. Zo’n beetje alle jongens van
groep 7 zijn vandaag op hol geslagen.’
Meester Viktor klonk overwonnen. Het was maar goed
dat hij niet lijfelijk aanwezig was tijdens het telefoongesprek, anders had Thea
de neiging om hem een bemoedigende aai over zijn bol te geven niet kunnen
onderdrukken. In plaats daarvan lachte ze monter.
‘Goed om ook eens van een ander te horen dat Walter
niet de enige aangeklaagde in groep 7 is!’
‘Nou, ik word er anders niet zo vrolijk van’, merkte
meester Viktor terneergeslagen op.
‘Het is niet jouw schuld. In groep 7 zit een
stelletje oproerkraaiers bij elkaar, samen met nog een handjevol overdonderde
meisjes. Dat is al vanaf groep 1 het geval. Vraag maar aan juffrouw Elsje. Meestal
krijgt Walter overal de schuld van.’
‘Waarom?’, vroeg meester Viktor oprecht verbaasd.
‘Ik zou het niet weten!’, liet Thea zich met een
zucht ontvallen.
‘Misschien moeten we het daar eens over hebben met
Yin erbij?’
De afspraak was zo didactisch verantwoord ingekleed
dat Thea wel toe moest zeggen, wilde ze zich geen ontaarde moeder voelen. Knap
gespeeld van directeur Yin over de onervaren rug van debutant Viktor. De datum
van het gesprek zou nog volgen.
En dan stond er nóg een gesprek met directeur Yin op
de planning. Te weten naar aanleiding van de uitslag van de NIOtoets. Sabine
zwaaide met de envelop boven haar hoofd terwijl ze De Wielewaal uit kwam
rennen. Thea ving haar op temidden van een groep nieuwsgierige opperouders op
het schoolplein. Alsof zij de NIOtoetsuitslag van hun kinderen met haar –
tirannieke Thea – zouden evalueren. En zelfs als ze dat wel zouden doen, dan
nog wilde Thea deze betweters niet wijzer maken dan ze al dachten te zijn. Met
een opzichtig gebaar nam ze de gesloten envelop van Sabine aan en liet hem in
haar jaszak glijden. Tegen de tijd dat thuis in zicht kwam, was Sabine de
aanstaande openbaring van haar NIOtoetsuitslag alweer vergeten, maar Thea
probeerde zich psychisch voor te bereiden op de inhoud van de brief. Ze belde Bart
uit een vergadering voor morele steun.
‘Ik luister’, verzekerde hij haar kalm.
‘Ik scheur nu de envelop open!’, waarschuwde Thea.
‘Maak het spannend!’, lachte Bart.
Met ingehouden adem vouwde Thea de ingesloten brief
uiteen. Haar ogen vlogen over het papier.’
‘HALLELUJA!’, jubelde ze.
‘WAT!’, riep Bart.
‘Ik moest het toch spannend maken’, lachte Thea.
‘O.k. Lees voor’.
‘Beste ouders en / of
verzorgers van Sabine.
Op basis van de uitslag van de NIOtoets adviseren wij
niveau: havo/vwo voor Sabine.’
‘Ik zei het toch, maar ik ben blij dat jij het nou
ook zeker weet’.
Bart klonk bevrijd.
‘Ik ben blij dat het officieel is’.
Thea fluisterde bijna, alsof ze het goede nieuws nog
niet helemaal durfde te geloven.
‘Havo/vwo’, herhaalde ze.
‘Staat er verder nog iets belangrijks in die brief,
want ik moet terug naar de vergadering?’
‘Nee, alleen een afspraak dinsdagavond aanstaande
voor het gesprek hierover met directeur Yin en Jeewee. Sabine mag ook
meekomen.’
‘Moet geen probleem voor jullie zijn toch?’, besloot
Bart.
‘Niet meer’, eindigde Thea euforisch.
Directeur Yin deed merkbaar zijn best om zich op de
achtergrond te houden tijdens de evaluatie van de NIO uitslag tussen Jeewee,
Thea en Sabine in het lokaal van groep 8. Hij wilde natuurlijk afzijdig blijven
om goed te kunnen observeren hoe Jeewee in gedwongen staat met de ouders van de
kinderen uit zijn groep omging. Er hing een pijnlijke stilte in de ruimte die
Thea niet helemaal kon plaatsen. Misschien werd er van haar verwacht dat ze het
woord nam? Jammer dan. Zwijgend tuurde Thea naar de grafieken op de A-viertjes
op het kruispunt van de aaneengeschoven tafels. Sabine zat ook woordeloos naar
het cijfermateriaal te staren. Ze wipte ongedurig op en neer op de zitting van
haar stoel. Wat moest ze ook zeggen? Natuurlijk was zij als 11jarige
basisscholiere nog niet in staat om het enorme verschil tussen het allerlaagste
vmbobasisadvies en een hoog havo/vwo-advies voor haar toekomst en eigenwaarde
te doorgronden. Inmiddels had Sabine echter wel begrepen dat de schooltrol –
oftewel juffrouw Siepie de Saimiri – door de verkeerde inschatting van haar
leervermogens aan gezichtsverlies leed.
Een leerling met een vmbobasisprognose haalt normaliter geen NIOscore met een
havo/vwo indicatie. Haar ouders hadden gelijk gekregen. Sabine was geen
vmbobasiskind, maar kon makkelijk naar een scholengemeenschap waar ze na drie
brugjaren zelf mocht kiezen tussen vmbo-theorie, havo of vwo. Sabine was
herboren met een herwonnen zelfvertrouwen en zin in de middelbare school, ondanks
de tegenwerking van haar docenten op De Wielewaal. Ook Thea stond weer in haar
kracht, maar dat zei ze niet. Ze zei niks. Jeewee werd er ongemakkelijk van en
besloot uiteindelijk om de stilte dan maar zelf te doorbreken:
‘Zijn jullie tevreden met de uitslag?’, fleemde hij
moeizaam.
Zijn stem brak. Sabine haalde haar schouders op en
bolde haar wangen, maar ze bleef stil. Alsof ze op haar kinderlijke manier iets wilde zeggen in de
trant van:
‘Het is wat het is. Ik sta niet in voor mijn eigen
hersencapaciteit.’
Thea ergerde zich aan het vluchtgedrag van Jeewee.
Hij had er ook voor kunnen kiezen om ruiterlijk zijn onvermogen toe te geven.
Thea wilde genoegdoening voor het oorspronkelijke, onprofessionele en
overduidelijk verkeerde vmbobasisadvies voor haar dochter van de schooltrol. Ze wilde zich wreken voor
dat voormalige foute pré-advies dat Jeewee niet in twijfel getrokken had. Dat
hij daardoor Bart en Thea had laten vallen, was tot daar aan toe, maar Sabine
was zijn pupil en dus een ander verhaal. Zonder het sneeuwbaleffect van de onkunde van juffrouw Siepie de Saimiri had
Sabine al veel eerder zeker kunnen weten wat ze waard is.
‘Nee!’, merkte Thea daarom vinnig op.
Jeewee zette grote ogen op en trok wit weg. In de
ogen van directeur Yin daarentegen verscheen een twinkeling. Hij lachte
besmuikt. Thea snapte ook wel dat ze onredelijk was, maar ze nam toch even de
tijd voordat ze zich herstelde en Jeewee uit zijn lijden verloste:
‘Jawel hoor. Ik ben blij dat we van dat
vmbobasisadvies af zijn. Op deze manier kan Sabine tenminste zonder gedoe op
een normale scholengemeenschap aangenomen worden en wordt ze niet beperkt tot
en op een speciale vmboschool.’
Directeur Yin knipoogde naar Sabine, terwijl hij de
rol van advocaat van de duivel op zich nam. De bijeenkomst moest toch ergens
over gaan:
‘En het stedelijk gymnasium dan?’
‘Iedereen wil naar het stedelijk gymnasium’, merkte
Sabine onnozel op.
‘Nou, iedereen’, probeerde Jeewee het waanidee van
Sabine te temperen.
Hij was een beetje te laat met z’n relativeringen als
je het Thea vroeg en moest zijn mond houden. Dus Thea nam het woord.
‘Jij bent niet iedereen Sabine en papa en ik willen
net zo min dat je naar het stedelijk gymnasium als naar een school met alleen
maar vmboniveau ’s gaat.’
‘Waarom niet als ik vragen mag?’
Alsof directeur Yin de motivatie van Bart en Thea
achter de middelbareschoolkeuze voor hun kind niet allang begrepen had. De
bedoeling van zijn vraag was vermoedelijk dan ook illustratief en moest eerder
gezocht worden in een blikverruiming voor Jeewee. Dat hij maar eens leerde
inzien dat er naast de opperouders ook andersdenkenden bestaan die recht van
spreken hebben. Thea besloot haar uitleg kort te houden.
‘Te beperkt.’
Jeewee lachte niet mee met directeur Yin. Misschien
voelde hij zich buitengesloten? Net als directeur Yin had Thea geen medelijden.
Jeewee had zijn kruid verschoten. Thea was dus ook niet onder de indruk toen
Jeewee een paar dagen later ineens op haar af stormde op het speelplein. Thea
kwam Walter op een ongewoon tijdstip ophalen voor een doktersafspraak. Zelfs de
surveillanten op het speelplein – de juffen Toos en Marjolein - stootten elkaar
veelbetekenend aan. Zoveel improvisatietalent bezat Jeewee normalter niet. Zijn
gedrag was zo tegennatuurlijk dat inmenging van hogerhand zonneklaar was. Het
idee dat Yin en Yang hadden ingegrepen benauwde Thea. Waarschijnlijk had Jeewee
de opdracht gekregen om Thea bij gelegenheid ook eens als een opperouder te
behandelen. Nog een geluk bij een ongeluk voor Jeewee dat hij Thea tijdens het
speelkwartier in het eerste schooldagdeel tegen het lijf liep en niet in het
bijzijn van de opperouders bij het wegbrengen en ophalen van de kinderen. Een
buitenkans waardoor Jeewee zich spontaan aan haar vastklampte.
‘Ik wou nog zeggen, ik eh, dat ik het knap vind dat
Sabine zo gegroeid is. Hoe doe je dat?!’, stamelde hij.
Bij wijze van reactie was Thea het liefst heel hard
weggelopen, maar de nu of nooit houding van Jeewee deed haar verstijven. Met
tegenzin keek ze hem aan. Hij was zo rood als een tomaat, maar zijn ogen
spiegelden de goede sier die hij dacht te maken bij de troubleshooters door een
buiging voor Thea. Voor de schone
schijn. Haar minachting vulde een luchtbel in haar slokdarm. Ze had hard kunnen
boeren in zijn schijnheilige smoelwerk, maar ze gunde Jeewee de overwinning
niet:
‘Ik heb helemaal niets gedaan. Kinderen groeien
vanzelf en alle eer voor de leerprestaties komt Sabine toe. Ze is overigens
altijd zichzelf gebleven. Ondanks juffrouw Siepie’, snoof ze.
Jeewee schrok een stapje naar achteren.
‘Ja, maar Siepie had vorig schooljaar de huidige
groeispurt van Sabine ook niet kunnen voorzien’.
Hij was te defensief. Dit ging niet over de
schooltrol, maar over zijn eigen hachje.
‘Luister eens Jeewee, dan had Siepie de huidige
groeispurt bij haar kansberekening over Sabine maar moeten incalculeren. Jullie
hebben op de pedagogische academie gezeten, ik niet. Ik snap dat Siepie een vriendin van je is,
maar zou je op willen houden om haar tegen mij in bescherming te nemen?’
Jeewee kromp ineen.
‘Daar is geen sprake van!’, haalde hij met gedempte stem uit, zodat de
surveillerende juffen niet konden horen dat hij uit zijn rol viel.
‘Natuurlijk had Siepie wel moeten weten welk
middelbare schoolniveau bij Sabine past. Ze is in groep 7 een schooljaar lang
juf van Sabine geweest nota bene’, antwoordde Thea uit volle borst.
Vanuit haar ooghoeken zag ze uit een kluwen kinderen
op het speelplein het juffenduo naderen.
‘Fijn dat we even gepraat hebben’, exalteerde Jeewee
ineens, waarna hij zich haastig bij de
juffen Toos en Marjolein voegde.
Op het eerste gezicht was zijn missie geslaagd. Wat
telt is tenslotte de intentie. Al blijft de uitvoering dan voorgoed onbegonnen
werk.
HOOFDSTUK 48
Met een zucht klapt Thea haar laptop dicht. De
blanke, mannelijke verdachte van tussen de 20 en 30 jaar met een slank postuur
uit het televisieprogramma ‘Opsporing Verzocht’ is de 17jarige Melvin. Laat
daar geen twijfel meer over bestaan. Dat heeft Thea zojuist voor de tweede keer
geconstateerd na een online bezoekje aan ‘Uitzending Gemist’. De identiteit van
Melvin staat op zijn linker pols getatoeëerd als een brandmerk.
‘Enough’.
Wat een onnozelaar! Geen wonder dat Melvin van het
stedelijk gymnasium is afgetrapt. Wel een sjaal om het gezicht wikkelen in
verband met de beveiligingscamera bij de pinautomaat; heel voorzienig latex
handschoenen dragen tijdens het pinnen tegen de vingerafdrukken; maar geen
rekening houden met een zichtbare tattoo aan de binnenkant van je linker pols
die net onder het opgerolde boordje van de latex handschoen uitpiept in de
spotlights. Toch een moment van onoplettendheid. Even die klep van die pet nog
wat verder over dat onnadenkende voorhoofd trekken, zodat ze je zeker zullen
herkennen tijdens het intikken van illegale pincodes. Als het niet aan het logo
van G-Spot Gigolo voor op de petklep is, dan toch zeker aan de tattoo aan de
binnenkant van je pols. Enough.
Thea zal toch niet de enige geweest zijn die Melvin
aan zijn brandmerk herkend heeft? Alhoewel? Wie van de familie, vrienden of kennissen
van Melvin kijkt er eigenlijk naar ‘Opsporing Verzocht’? Papa Pim en stiefmama
Femke zijn geen televisiekijkers. Eerder ondernemende types. Van die festivalgangers. Mama Beau en zus Jasmijn
zullen vanuit Engeland ook wel niet op de hoogte zijn van het optreden van
Melvin in ‘Opsporing Verzocht’. En Bink? Pleegoom- en pooier Bink? Bink ontgaat
niets! Maar de politie tippen ho maar. Al was het alleen maar vanwege die pet
met het logo van zijn eigen bedrijf – ook wel
escortservice; G-Spot Gigolo - op de blonde krullen van zijn voormalige
werknemer oftewel toyboy Melvin. De oproep van de voice-over uit ‘Opsporing
Verzocht’ galmt na in het geweten van Thea:
‘Herkent u deze tattoo; het logo op de pet of andere
kenmerken van de dader? Neem dan contact op met de regionale politie via het
onderstaande nummer.’
Waarom zou Thea dat eigenlijk niet meteen doen?
Vooral omdat ze na het terugkijken van de aflevering van ‘Opsporing Verzocht’
niet alleen nog zekerder weet dat Melvin de gezochte delinquent is, maar inmiddels
tevens de aard van zijn misdaad te horen heeft gekregen. Hij zou een
alleenstaande dame van middelbare leeftijd zowel de pinpas als de pincode
hebben weten te ontfutselen. Details over hoe Melvin aan het adres en 06-nummer
van die kwetsbare vrouw komt of aan informatie over haar relatiestatus, zijn
niet aan de orde in ‘Opsporing Verzocht’. De dader zou zich als bankmedewerker
voorgedaan hebben bij de betreffende oude vrouw. Eerst telefonisch en daarna
aan huis. Natuurlijk wist de bedrogene in werkelijkheid allang beter. Niemand
maakt Thea wijs dat Melvin in de hoedanigheid van bankemployee het slachtoffer
effectief heeft weten te bespelen. Het moet haast wel dat de gedupeerde de
dader al ergens anders van kende. Dat hij geen vreemde voor haar was. Welke
weldenkende vrouw – vrijgezel of niet –
haalt anders zomaar een vreemde vent in huis? Laat staan dat ze hem in het
wilde weg haar pinpas en code meegeeft. In dat licht is het ook niet zo
moeilijk te raden waarmee Melvin de vrouw succesvol heeft weten te chanteren
natuurlijk. Als je vooraf weet dat de bankemployee eigenlijk een toyboy is, dan
word je daar vanzelf chantabel van. Wie met pek omgaat wordt ermee besmet. Maar
in ‘Opsporing Verzocht’ herinnert de getroffene zich in de aangifte zogenaamd
slechts een goed gebekte, geloofwaardige jonge man. Er zou een
betalingsprobleem bij de bank zijn en de dame in kwestie hoefde alleen maar
even haar bankpas en pincode bij de bankemployee aan de voordeur in te leveren
en dan zou hij wel zorgen dat de crisis werd beslecht. Toen de bankemployee
echter niets meer van zich liet horen, heeft de uitwonende zoon van het
slachtoffer bij de politie aan de bel getrokken. Overigens nadat de zoon
contact had opgenomen met de bank alwaar de rekening allang geplunderd bleek. Vervolgens kwam
‘Opsporing Verzocht’ om de hoek kijken. Vast vanwege de beschikbare, opzichtige beveiligingsbeelden en om de
digibeten van deze wereld nog maar eens te waarschuwen. Zo wereldschokkend is
de misdaad van Melvin nou ook weer niet namelijk. Het zou toch te ver voeren
als men zich in ‘Opsporing Verzocht’ verplicht voelde om alle actieve
kruimeldieven te ontmaskeren. Hoewel Melvin naast het gepinde geld ook nog eens
zo’n 10.000 euro van de spaarrekening van het slachtoffer door heeft weten te sluizen
naar een vaag contact dat door de politie echt niet voor één gat te traceren
zal zijn. Vandaar dat het credo in Opsporing Verzocht nog maar eens luidt:
‘Trap er niet in mensen. Nederlandse banken sturen
geen medewerkers om uw bankpas en pincode aan huis op te komen halen!’
Hoezo is dat niet algemeen bekend? Zijn
vijftigplusser tegenwoordig niet meer toerekeningsvatbaar? Zo ziet het doelwit
van Melvin er in ‘Opsporing Verzocht’ in elk geval niet uit. Ze lijkt veertig
in plaats van eind vijftig en haar starre gezichtsuitdrukking verraadt cosmetische ingrepen, terwijl ze verbeten
verslag van het misdrijf doet. Haar onberispelijke taalgebruik en tongval
klinken naar oud geld. Logisch dat ze de ware identiteit van de bankemployee
verzwijgt. Hoogstwaarschijnlijk weet ze niet eens zijn echte naam. Enfin, feitelijk heeft de voormalige klandizie van
de toyboy ook niets te maken met de psyche van de 17jarige puber Melvin; de
verlatingsangst van het vroegere oppaskind en aanhankelijke Betuwe Flipje van
Thea. Als er al met het vingertje gewezen moet worden met betrekking tot deze
onfrisse aangelegenheid dan toch vooral naar moeder Beau die na haar scheiding
van vader Pim naar Engeland emigreerde. Ergens onderweg naar vandaag heeft de
moeder van Melvin de ex-vriend van zijn oudere zus en haar dochter Jasmijn
ingepikt. Verkapte pedofilie vindt Thea het nog steeds, maar omdat Beau een
vrouw van middelbare leeftijd is en geen vieze, oude man, wordt ze over het
algemeen juist stoer en benijdenswaardig gevonden. Waarmee vader Pim niet wordt
vrijgepleit overigens. Hij heeft zijn eigen steentje bijgedragen aan de
verwaarlozing van zijn zoon door hem van kindsbeen af aan het toeval of het
noodlot over te laten. Aan Thea en Bink. Tot op zekere hoogte.
Thea richt zich op om de ontbijtboel op te ruimen.
Opeens ziet ze hem staan. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is dat
Melvin in het keukenraam verschijnt. Gewoon, omdat Thea in de lijn van het
beeld van de beveiligingscamera uit Opsporing Verzocht nu aan de beurt is. Met
zijn neus tegen de ruit gedrukt ademt hij wolkjes op het glas. Zijn handen
houdt hij als een afdakje boven zijn ogen in verband met het tegenlicht. Hij
tuurt door het keukenraam naar binnen. Zodra hij Thea opmerkt, zwaait hij
zogenaamd enthousiast naar haar. Het is een gekunsteld tafereeltje. Hij wijst
quasi opgewekt naar de klink van de keukendeur, maar Thea schudt nee. Om haar
weigering kracht bij te zetten, spreekt ze haar weerzin zelfs hardop uit:
‘Nee!’.
Met een schuin hoofd legt Melvin zijn handen plat tegen elkaar in de
smeekbedestand voor zijn mond en neus.
‘Ga weg of ik bel de politie!’, roept Thea met tranen
in haar stem.
‘Heb je eerst nog wel een pakje gebraden gehakt voor
me?’
Waar haalt hij de brutaliteit vandaan? Niet uit zijn
opgeruimde humeur, want zijn woorden klinken verlaten en dof door het gesloten
keukenraam. Oost-Indisch doof begint Thea de afwasmachine in de laden. Als ze
halverwege haar bezigheden opkijkt is Melvin verdwenen. Op haar tenen leunt ze
voorover op het aanrecht om zich er door het keukenraam van te kunnen
verzekeren dat hij ook echt verdwenen is. Het grasveld is verlaten. Ze rekt
haar hals en kijkt links. Niemand te bekennen. Dan draait ze haar hoofd naar
rechts, naar de tuinbank voor het bijkeukenraam op het overdekte terras. Daar
zit hij dan. Haar bedorven Betuwe Flipje. Hij trekt verwoed aan een sigaret
alsof hij haast heeft. Verbeten en rusteloos loert hij achterdochtig om zich
heen. Zijn rechterkuit rust op zijn linkerknie die hij op en neer wipt als in
een zenuwtik. Thea voelt de tegenstrijdige emoties alweer opspelen uit haar
onderbuik. Melvin is tenslotte pas zeventien jaar en kan met zijn puberbrein de
consequenties van zijn daden nou eenmaal niet overzien. Toch leven er genoeg
homoseksuele jongeren in de leeftijd van Melvin in onzekerheid en barre
familiare omstandigheden die daardoor nog niet over de schreef gaan. Hoewel het
pak rammel dat Melvin zo vroeg in zijn leven heeft moeten incasseren het pad
van de drugs, prostitutie en criminaliteit wel geëffend heeft natuurlijk.
‘En zo komt hij weer bij je binnen, zwakke hap’,
spreekt Thea zichzelf streng toe.
Het zal je kind maar wezen. Behalve dat Melvin nou
eenmaal niet het kind van Thea is en dat ook nooit zal worden. Melvin is niet
het karma dat de kinderen die Thea wel heeft kan besmetten met zijn falen.
Enough is inderdaad genoeg.
Bart herinnert er Thea regelmatig aan dat ze de
wereld niet hoeft te verbeteren. Alsof dat ooit haar bedoeling is geweest. Ze
reageert alleen maar op dat wat op haar pad komt, waarbij haar valkuil
inderdaad haar goede bedoelingen is. Zonder bijbedoelingen. Evengoed put het
resultaat haar uit. De zinloze repetitie van de cyclus. Het proces van actie en
reactie zuigt haar belevingswereld leeg. Totdat ze afgedankt en opgebruikt alleen
maar in afzondering en kalmpjes aan met de opbouwwerkzaamheden kan beginnen.
Vandaar die oncontroleerbare huilbui laatst in de parkeergarage nadat ze door
juffrouw Marijke van basisschool De Wielewaal bij de kassa van de Lidl op de
prestaties van haar kinderen was aangesproken. Nou ja, eigenlijk had juffrouw
Marijke alleen maar naar Walter geïnformeerd. Hoe het hem beviel in het eerste
brugjaar van de middelbare school, wilde ze weten. Heel betrokken in wezen.
Niettemin voelde Thea een aanval van paranoia opkomen als een soort allergische
reactie. Voornamelijk omdat juffrouw Marijke prominent voorkwam in de laatste
episode van haar tropenjaren op De Wielewaal. De periode die nog onverwerkt
was. De gebeurtenissen uit het staartje van de lijdensweg moesten nog herkauwd
en verteerd worden. De onderwijzeressentoon en houding van juffrouw Marijke
wierpen Thea volkomen onvoorbereid, voortijdig terug op de slopende epiloog van
het Wielewaaltijdperk. Het kinderstadium dat Sabine en Walter al ontgroeit
zullen zijn, voordat moeder Thea er
helemaal doorheen is. Toch levert bezinning stuksgewijs steeds meer
spreekwoordelijke munitie op om toekomstige flashbacks te trosteren. Nog maar
anderhalf basisschooljaar op De Wielewaal te herbeleven totdat de
eindbestemming bereikt is. Alsof het niks is.
Maar dat was het niet. In het tweede deel van het
schooljaar met Yin en Yang nam de betrokkenheid van Thea met de
herstelwerkzaamheden van de troubleshooters alleen maar toe. Niet uit vrije wil
overigens. Toen Thea na de kerstvakantie in begin januari nog geen datum had
staan voor een gesprek met meester Viktor en directeur Yin over het aandeel van
Walter in het sinterklaasopstootje van
groep 7, durfde ze zelfs stiekem te hopen dat de toewijding van meester Viktor
en directeur Yin wel over zou waaien. Het zou toch triest zijn als de
interim-directeuren en de meester van groep 7 van De Wielewaal niet veel meer
aan het hoofd hadden dan alleen maar de heropvoeding van de zoon van Bart en
Thea? Alhoewel het gedrag van Water na de online aanval van professor Pronken
vaker onder het Wielewaalvergrootglas kwam te liggen dan ooit tevoren. Voor de
volledigheid moest Thea daarbij toegeven dat Walter zich ook nog niet eerder zo
makkelijk had laten uitdagen door het minste of geringste dan in het schooljaar
van Yin en Yang. De prikkels logen er dan ook niet om. Zo had het baasje van de
Marokkaans kliek in de klas; Soltan genaamd, zonder aanleiding een provocerend
gebaar naar Walter gemaakt tijdens de aardrijkskundeles. Toen Walter per
ongeluk de kant van Soltan opkeek, bewoog hij zijn rechter wijsvinger
herhaaldelijk in en uit het holletje van zijn linker vuist; hetgeen theoretisch
weinig voorstelde, maar in de praktijk zoveel betekende als: ‘Ik neuk je
moeder.’
Thea kon er niet warm of koud van worden. Wat weet
zo’n kind nou? Achteraf was ze hoofdzakelijk onder de indruk geweest van de
grensoverschrijdende kennis van Walter over non verbale communicatie. Walter
daarentegen was op het moment suprême in de klas wel witheet van woede
geworden. Kwaadheid uit zich normaliter bij hem in een hoop kabaal en om zich
heen staan. Letterlijk en figuurlijk. Meester Viktor was juist met het digibord
in de weer. Helaas was hij nog niet lang genoeg praktiserend leerkracht om ogen
in zijn rug te hebben gekweekt. Toen de stampei van Walter hem evenwel met zijn
neus op de feiten drukte, had hij geen seconde te verliezen. Uit voorzienigheid
aarzelde hij dit keer niet om de hulp van directeur Yin in te roepen. Na het
laatste uit de hand gelopen sloopincident tijdens de sinterklaasviering in
groep 7 onder falende supervisie van
meester Viktor, zal die noodoproep wel vooraf afgesproken zijn. Met
criticasters van het kaliber; ‘professor Pronken’ in de buurt kon beginneling
Viktor het zich niet veroorloven om de situatie in groep 7 in zijn bijzijn nog
een tweede keer te laten escaleren. De Wielewaal had een reputatie[RB1]
van veilige, erudiete, witte basisschool hoog te houden. Vandaar dat de
gealarmeerde directeur Yin bij binnenkomst in een volle klas rechtstreeks op
Walter afstoof met de bedoeling om hem buiten het klaslokaal op de gang eens
stevig aan de tand te voelen. Uit
eerdere uit de hand gelopen opstandjes in de groep van Walter had Thea echter
begrepen dat met dwang uit de klas verwijderen nogal een dingetje scheen te
zijn voor haar zoon. Walter liet zich door niets of niemand van z’n plekje
jagen. Ook niet door meester Viktor en directeur Yin. Om te voorkomen dat hij
de klas werd uitgestuurd, had Bart zijn zoon dan ook al eerder geadviseerd om
hoe dan ook zijn frustraties op school in te slikken. Walter deed zijn best
en enigszins gekalmeerd keek hij op van
zijn aardrijkskundewerkje in het bewolkte gezicht van directeur Yin. Tegelijk
met de aanstalten van directeur Yin om Walter het lokaal van groep 7 uit te
helpen, zette het kind zijn verdediging in met aangifte van het aanstootgevende
gebaar dat Soltan naar hem gemaakt had. Vervolgens had directeur Yin niet lang
nodig om de situatie te heroverwegen. Zijn goede naam als crisismanager had hij
niet voor niets aan zijn successen op zwarte scholen te danken alwaar kinderen
over het algemeen wat minder geciviliseerd hebben leren vechten. Al snel
verplaatste zijn focus zich volledig op Soltan die heel braaf met zijn armen
over elkaar en zijn lippen op slot naar de landkaart op het digibord staarde.
De ervaring had directeur Yin geleerd dat de implicaties van het
wijsvingerinvuistgebaar niet te overzien waren. Code rood was hier aan de orde.
Met een korte hoofdknik beval hij Soltan woordeloos de ruimte te verlaten.
Soltan bedacht zich geen moment. Directeur Yin volgde hem op de hielen
doelgericht naar buiten. Hierna pakte meester Viktor hoofdschuddend de
aardrijkskundeles weer op.
Na een kwartier werd groep 7 opnieuw tijdens de les gestoord door een
timide klopje op de deur.
‘Ja kom maar!’ gebood meester Viktor voor de
zoveelste keer afgeleid en daardoor weinig uitnodigend.
Schoorvoetend liep Soltan naar zijn plaats in de
lokaal van groep 7. De preek van directeur Yin had zichtbaar indruk op hem
gemaakt. Zo gedwee en bekeerd had niemand uit de klas de onverzettelijke Soltan
ooit eerder meegemaakt. Laat staan de Marokkaanse kliek van groep 7. Achter hem
dook niet directeur Yin op, maar
verscheen de rijzige gestalte van Yang. Directeur Yang was de andere
troubleshooter. Hij was niet aangesteld om het sociale verkeerd op De Wielewaal
in goede banen te leiden zoals directeur Yin. Wel voor de ordening van
personeelszaken op de basisschool in verval. Dat betekende echter niet dat hij
directeur Yin niet af en toe te hulp kon springen en andersom. Directeur Yang
bezat immers eveneens een schat aan ervaring, maar dan aan het hoofd van witte basisscholen met kinderen van
veelal hoopopgeleide ouders. Directeur Yin kreeg de Soltans van deze wereld
moeiteloos in het gareel en directeur Yang kwam gemoedelijk tegenover Walter
zitten voor een onderonsje in de klas. Hij had het probleem al zo goed als
opgelost door Walter niet van de groep te scheiden en hem serieus te nemen.
Directeur Yang wilde nou eens van Walter horen waarom hij boos was. Hij
converseerde met Walter zonder zijn stem te verheffen of te fluisteren, zodat
niemand zich buitengesloten hoefde te voelen en iedereen kon kiezen tussen de
aardrijkskundeles blijven volgen of meeluisteren.
Snapte Walter dan niet hij de hele klas op stelten
zou blijven zetten als hij niet leerde om zijn woede onder controle te houden?
Ja, dat snapte Walter eigenlijk wel. Temeer daar directeur Yang een beroep deed
op zijn denkvermogen. Dat had Walter wel. En ja Walter was ook bereid om
overeenkomsten met meester Viktor te sluiten. Afspraken die hem zouden helpen
om rustig te blijven. Het was een fijn gesprek vond Walter naderhand. Niet zo
schools. Met directeur Yang ging alles vanzelf
Meer zoals thuis.
Aanvankelijk had Thea zich lichter gevoeld. Verlost
van het jarenlange beroep op haar chronische ouderlijke bijdrage aan het
leerproces van haar kinderen op De Wielewaal. Het begon erop te lijken dat Thea
wat rust gegund werd in het staartje van de basisschooltijd van Sabine en
Walter. Totdat meester Viktor op een doordeweekse schooldag voor niet meer dan
twee lesdelen vervangen moest worden door een invalkracht in groep 7. Wellicht
had meester Vik zijn wankele honk beter niet plotseling moeten verlaten. Zelfs
niet voor slechts één schooldag, maar hij had een begrafenis en nood breekt
wet. Zelfs voor de groep 7 uit het jaar van Yin en Yang op De Wielewaal met;
Walter, Soltan, Kevin en al die andere heethoofdige vechtersbaasjes met
uiteenlopende lontjes waarvan een ééndagsvervanger maar net het juiste incasseringsvermogen
en het bijbehorende kind moest weten in te schatten. Even los van de dwingende,
doorluchtige aanwezigheid van de bolleboosjes, muurbloempjes, anoniempjes en
Marcus; de zoon van professor Pronken. De betreffende invaller in groep 7 was
bovendien bijna anderhalf keer zo oud als beginnend meester Viktor.
Vermoedelijk zat hij naast zijn pensioen als extraatje op de reserve
schoolbank. Vanwege het niet aflatende leerkrachtentekort door de jaren heen,
kon de onderwijsstichting zich kennelijk ook toen al niet de luxe van een
eisenpakket veroorloven bij het inhuren van bevoegde vervanging. Zelfs een
bovengrens met betrekking tot leeftijd van de invalkrachten was kennelijk te
veel gevraagd. Het mes snijdt echter aan twee kanten en Thea kon zich voorstellen
dat een sporadische invalklus door bejaarden niet alleen het lerarentekort
tijdelijk opvulde, maar tegelijkertijd ook de gepensioneerde docenten scherp
hield. Om nou evenwel tijdens zo’n invaldagje meteen een hyperactieve bende als
groep 7 van meester Viktor te moeten trotseren, is vragen om moeilijkheden en
te zware hersengymnastiek voor de
schoolvoorbeelden in de herfst van hun leven.
Hoe dan ook was de invaller van meester Viktor niet
alleen uiterlijk van de oude stempel. Hij hield van orde en gezag. Hij wilde
vingers zien en geen geroep door de klas horen. Horen, zien en zwijgenaapjes;
dat was alles wat de oude meester van
zijn invalklas verwachtte. Hij was de kwaadste niet en als alles goed ging dan
zou hij groep 7 tegen het einde van de middag op een voorleesverhaaltje naar
keuze trakteren. Maar groep 7 van De Wielewaal zou niet groep 7 van De
Wielewaal zijn als niet alles meteen al van het begin van de ochtend af aan
jammerlijk fout ging.
Wat er precies gebeurd is op die donderdagochtend in
groep 7 op De Wielewaal in het schooljaar van Yin en Yang, heeft Thea nooit
helemaal kunnen achterhalen. De klas schijnt al heel snel niet te houden
geweest te zijn door de oude meester. Walter viel het eerste op bij de
invaller. Dat had Thea hem voor aanvang van de les al wel kunnen vertellen, als
ze tenminste die ochtend kennis met de invalkracht had gemaakt. Dat was niet
zo. Thea had haast gehad en haar kinderen voor de ingang van De Wielewaal een
prettige dag gewenst. Het zou wel los lopen en Thea wilde de goden ook niet
verzoeken door de aandacht van de invaller voorbarig op Walter te vestigen. Dat
de invalkracht allang een aantekening over Walter van meester Vik op zijn
leerlingenlijst had staan had Thea zich misschien wel gerealiseerd, maar wat kon
zij eraan veranderen? Walter was sowieso altijd prominent aanwezig. Was het
niet vanwege zijn lengte, dan wel door
zijn flinke postuur; welluidende stem of het totaal van zijn veelal openhartige
optreden.
‘Walter bij drift uit de klas verwijderen.’
Iets in die trant zal de invalleerkracht wel aan
voorkennis hebben doorgekregen van meester Viktor over Walter. En in
noodgevallen de hulp van directeur Yin inroepen uiteraard.
Thea had heel vroeg in de ochtend een
functioneringsgesprek gehad op het hoofdkantoor van de Stichting Huiswerk
Begeleiding met werkvoorbereider en tussenpersoon Elco. De leerlingen die onder
de hoede van Thea vielen bij Huiswerksterk gingen zonder uitzondering vooruit.
Dus vooral op dezelfde voet doorgaan was het devies en Thea kon weer een half
jaar opgelucht adem halen. Ze had er zin in. In opgelucht adem halen. Daartoe
plofte ze thuisgekomen met haar jas nog aan op de driezitsbank. In het
vooruitzicht van even niets, strekte ze
haar benen op de salontafel en liet haar hele lichaam verslappen. Des te
irritanter verstoorde een plotseling rinkelen van de bakelieten huistelefoon
haar welverdiende rust. Dwingend. Met tegenzin tastte Thea naast zich op een
bijzettafel om pas na vier keer overgaan van de ringtoon loom de zware hoorn te
vinden en naar haar oor te verheffen.
‘Thea, je spreekt met Yin. Walter wil niet van de
w.c. afkomen!’
Directeur Yin klonk dermate opgefokt dat Thea meteen
in staat van paraatheid schoot. Zonder te weten wat er aan de hand was, riep
ze:
‘Ik kom eraan’.
En weg was Thea.
In de toiletruimte van De Wielewaal werd Thea
opgevangen door een aangeslagen directeur Yin. In mineur knikte hij naar één
van de gesloten w.c. deuren. Het slot stond op rood. Vanachter de w.c. deur
klonk een monotoon klaaggeluid dat Thea nog niet eerder van Walter gehoord had.
‘Er is geen beweging in hem te krijgen’, waarschuwde
directeur Yin ten einde raad.
‘Walter, kom eens van het toilet af’, gebood Thea
haar zoon op goed geluk.
De klaagzang stopte direct en een korte klik verried
dat Walter het slot in z’n vrij had gezet naar groen. Voor Thea aanleiding om
de deur rustig te openen. En daar zat de rebel Walter dan; volledig aangekleed als vastgeketend op
de toiletbril. Voorovergebogen met z’n kin in z’n handpalmen en de ellebogen in
de spijkerstof op zijn bovenbenen gepriemd. Hij zag er verhit uit en hij had
gehuild. De aanblik van zijn afgetrapte
sneakers en een piekend plukje haar op zijn steile kruin ontroerde Thea. De
neiging om hem van de pot te rukken en in haar armen te nemen wist ze evenwel
te onderdrukken. Ze wilde directeur Yin weleens in actie zien. Ongeacht de
gebeurtenissen van die ochtend, was Thea niet hals over kop naar De Wielewaal
gekomen om het werk van directeur Yin
over te nemen, maar om haar zoontje van 10 jaar bij te staan. Ze was opgelucht
dat Walter bij het horen van haar stem meteen de deur van het slot had gedaan
als een bezegeling van het overwicht van zijn moeder Thea. Nu was directeur Yin
aan zet.
‘Kom van de w.c. af’, commandeerde hij niet erg kies.
Het gevolg was dan ook een beladen stilte die de
spanning nog wat hoger opdreef. Thea schoot te hulp door het commando van
directeur Yin te vertalen in een kindvriendelijke benadering:
‘Kom nou even uit je hok jongen, dan praten we
erover’.
Walter sloeg meteen aan:
‘Ja, maar dan krijg ik weer de schuld!’
‘Ja maar, ja maar, niks ja maar’, echode directeur
Yin intimiderend.
Dat hij niet wist waar hij het zoeken moest bleek
alleen uit zijn houding en die kon Water dus niet zien achter een gesloten
toiletdeur. Thea greep weer in:
‘Van mij krijg je niet de schuld en van papa ook
niet. Dat weet je.’
Hierop volgde het geluid van Walter die aan het slot van de toiletdeur morrelde.
Toch nog onverwacht vloog de deur open en schoot Walter langs directeur Yin af
naar een hoek van de toiletruimte waarin hij wegkroop met zijn gezicht naar de
muur. Directeur Yin kwam bedreigend achter Walter staan. Hij en het kind waren
bijna even groot. Directeur Yin probeerde tevergeefs om zijn woede te
verbergen:
‘Wie heeft zich zojuist als een debiel gedragen?’
Walter verborg zijn gezicht in zijn handen. Thea
kreeg een brok in haar keel. Die debiel was onnodig en pijnlijk misplaatst. Ze
moest ineens aan het pasgeboren kind van directeur Yin denken, waarover hij
glimmend van trots verteld had op de introductie-avond van de interim directie
op De Wielewaal. Wat zou directeur Yin ervan vinden als Thea zijn liefdesbaby
zou uitschelden voor debiel?
‘Wat is dat dan een debiel?’, vroeg Walter achteraf
toen hij Thea het voorval hoorde bespreken met zijn vader Bart.
‘Een debiel is een ouderwetse benaming voor een
autist’, beweerde Bart met een uitgestreken gezicht.
‘Sabine noemt me zo vaak een autist en schelden doet
geen pijn’, besloot Walter onaangedaan.
Hij was niet erg onder de indruk geweest van het
optreden van directeur Yin. Temeer daar de troubleshooter op die betreffende
ochtend in de toiletruimte van De Wielewaal geen krediet voor zijn probleem
oplossende acties had opgebouwd.
‘Als ik zeg dat je beter even de klas uit kunt gaan,
dan doe je dat gewoon, begrepen Walter?’
Integenstelling tot Walter trok Thea zich de houding
van directeur Yin wel persoonlijk aan. In haar ogen stond hij zich onnodig op
te winden. In het kader van zijn positie als troubleshooter zou het voor
iedereen beter zijn als Thea de directeur ogenblikkelijk tegen zichzelf in
bescherming zou nemen door het hoofd koel te houden. Om diplomatieke redenen
was het dan ook beter om niet directeur Yin, maar haar zoon op zijn
verantwoordelijkheden aan te spreken. Thea stond schuin tegenover Walter in een
andere hoek van de toiletruimte en moest nog net geen keel opzetten om de
afstand te kunnen overbruggen.
‘Dat hebben papa en ik toch tegen je gezegd Walter?
Dat je gewoon naar buiten moet gaan als je de klas uit gestuurd wordt?’
‘Ja maar, dan krijg ik de schuld!’, jammerde Walter
nogmaals.
Directeur Yin steigerde. Briesend zette hij zijn
beschuldiging kracht bij door met een wijsvinger in de lucht te prikken
richting achterhoofd van Walter.
‘Je bent ook schuldig! Je hebt toch ook door de klas
geroepen en niet geluisterd naar meester Karel! Je hebt de hele boel weer op
stelten gezet!’
Ter verdediging van haar zoon deed Thea zwijgend een
paar stappen naar voren. Ze zal er wel grimmig bij gekeken hebben, want betrapt
nam directeur Yin geschrokken bij wijze van reactie letterlijk afstand van
Walter, maar ook figuurlijk. Hij schudde het hoofd alsof door de assertiviteit
van Thea ineens een andere persoonlijkheid bezit van hem had genomen. Zijn
betere, rationele zelf die zich afvroeg waar hij in naam van de pedagogiek en
in zijn blinde drift mee bezig was.
‘Er is niks aan de hand’, legde Thea aan het tomeloze
tweetal uit.
‘Hij vindt van niet’, huilde Walter vanachter de
handen voor zijn gezicht en vanuit de andere hoek van de toiletruimte.
Directeur Yin keek van de een naar de ander en weer
terug, alsof hij even niet meer wist wat hij moest vinden, maar Thea merkte dat
Walter gelijk had. Haar konden de motieven van directeur Yin niet meer schelen.
Laat hem eerst maar eens leren om zijn eigen drift te beheersen. De pot verwijt
de ketel dat hij zwart ziet. Thea keek directeur Yin afwachtend aan en hij
schraapte zijn keel, omdat hij in functie was en recht moest spreken. Op ijzige
toon.
‘Ga maar met je moeder mee naar huis voor de
middagpauze en vertel haar maar eens eerlijk wat je gedaan hebt. Vanmiddag na
school ga je sorry zeggen tegen meester Karel. Daarna kom je naar mij en dan
bedenken we samen hoe we deze situatie op gaan lossen.’
Zonder bevestiging van zijn verordening af te wachten stevende directeur
Yin vervolgens de toiletruimte uit.
Op weg naar huis voor de middagpauze overstemde een
spraakwaterval van Sabine de pijnlijke stilte in de Renault. Ze had niets
meegekregen van de commotie in groep 7. Pas toen Sabine thuis in haar Nintendo was gedoken, zag Thea haar kans
schoon:
‘Wat was er nou Walter?’
Walter smeerde een boterham aan het aanrecht. Hij
deed terloops verslag, alsof hij het voorval eigenlijk alweer vergeten was.
‘Niks, ik moest de klas uit van die nieuwe meester Dinges
en toen kwam die ene directeur en hij zei dat ik moest luisteren en hij trok me
uit m’n stoel en toen heb ik me verstopt
op de w.c.’
‘Dat was alles?’
‘Dat was alles.’
‘Nou moet ik de traumatische ervaring voor Walter
niet verergeren’, dacht Thea.
Ze besloot hem voorzichtig te peilen.
‘Durf je vanmiddag terug naar school en naar die
nieuwe meester?’
‘Ja hoor.’
‘En ga je sorry zeggen?’
‘Waarom?’
‘Dat wilde directeur Yin toch?’
De kaken van Walter verstijfden zichtbaar. De
knokkels van de vuist waarin hij het handvat van het botermes omknelde sloegen
wit uit.
‘Ik heb niks verkeerd gedaan.’
Thea snoof minachtend.
‘Er is een reden waarom je de klas bent uitgestuurd.’
Walter keek zijn moeder wantrouwend aan. Zij had hem
immers haar woord gegeven op de toiletten van De Wielewaal.
‘Zie je wel dat ik de schuld krijg!‘
‘Waarvan, Walter?’, wilde Thea nu eindelijk weleens
weten.
‘Iedereen riep door de klas. Ik ook. En dan word ik
alleen de klas uitgestuurd’, antwoordde Walter net niet beknopt genoeg om zijn
schuldbewustzijn voor het oor van zijn moeder te verbergen.
‘Ze kunnen moeilijk iedereen de klas uitsturen’, vond
Thea monter.
‘Ja, maar zo krijg ik alleen de schuld’, benadrukte
Walter nogmaals.
Hij had gelijk. Nou en? Bart en zij hadden hun
kinderen al zo vaak het verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen
uitgelegd. Het werd hoog tijd voor Walter om de verstandigste te zijn.
‘En toch zeg je straks sorry na de les.’
‘Waarom?’, herhaalde Walter koppig.
Hij stond nog steeds in verzetshouding, maar Thea kon
zijn trauma in de toiletruimte van De Wielewaal niet meer serieus nemen.
‘Omdat ik het graag wil?’, smeekte ze overdreven,
terwijl ze hem diep in de ogen keek en heel snel knipperde.
Ontdooid gaf Walter zich over.
‘Mij best hoor!’
Walter kwam zijn belofte op eigen initiatief niet na.
Natuurlijk niet. Alleen de brave Hendrik uit elk respectabel jongensboek neemt
alle schuld op zich en biedt daarna ook nog eens uit vrije wil zijn
verontschuldigingen aan. Brave Hendrikken zijn geen echte tienjarige jongetjes
en heten in elk geval geen Walter. Maar beloofd is beloofd. Thea liep met
Walter mee terug naar het lokaal van groep 7 op zoek naar invalmeester Karel.
Ze wilde getuige zijn van het boetekleed, dat bij voorbaat al een vertoning
was, want Walter was allang niet meer met het gedoe van die ochtend bezig.
Hierdoor kon Thea met gemak en liefde nog wat olie op het vuur gooien. Haar
zoon moest en zou ‘sorry’ zeggen. Al
was het maar om directeur Yin indirect
op zijn eigen tekortkomingen te wijzen.
Meester Karel was een gangbare grijsaard. Qua voorkomen had hij zomaar de
vader van meester Gijsbert uit de voormalige groep 3 met Walter kunnen zijn.
Ach ja, meester Gijsbert. Bij navraag kon Walter zich hem nog vaag voor de
geest halen, maar in zijn onderbewuste zaten de rotstreken van zijn toenmalige
meester onherroepelijk opgeslagen. Anders was zijn driftbui van die ochtend in
de klas niet uit te leggen. Schooldag in, schooldag uit had meester Gijsbert de
zesjarige postkleuter Walter voor zondebok uitgemaakt. Via deze onsympathieke
weg wist meester Gijsbert bij de opperouders in de gunst te komen. Na maar één
schooljaar van trouwe dienst op De Wielewaal werd hij weggepromoveerd. Zo had
Walter meester Gijsbert probleemloos uit
zijn korte termijn geheugen kunnen wissen. De gelijkenis van de twee
terrormeesters in combinatie met de verdrongen herinnering aan de vloek van
meester Gijsbert uit het lange termijngeheugen had Walter evenwel getriggerd.
Begrijpelijk dat hij was doorgedraaid. Hij was een kind van tien dat zijn
gevoelens nog niet volledig onder controle hoefde te hebben. Waarom op hun
beurt zowel veertiger Yin als zestigplusser Karel op een vergelijkbare manier
geflipt waren, blijft tot op de dag van vandaag een schoolvoorbeeld van
amateurisme. Al bij de kennismaking met Thea was de vooringenomenheid van
invalmeester Karel onmiskenbaar op te maken uit zijn eerste reactie. Hij was
overrompeld, alsof hij zich onterecht veilig gewaand had bij de voorstelling
van een kansloze moeder bij Walter en geen uitgesproken type dat haar zoon naar
voren schoof met begeleiding van een plechtige introductie.
‘Meneer Karel, Walter heeft u wat te zeggen.’
Walter kwam meteen ter zake. Hoe eerder hij toegaf,
hoe eerder hij weer gewoon door kon gaan met zijn kinderleven:
‘Ik wou sorry zeggen, omdat ik mezelf vanochtend had
opgesloten op het toilet’, stamelde hij braaf.
Meester Karel grijnsde ongemakkelijk. Walter overviel
hem en de acceptatie van het excuus van het kind liet op zich wachten.
‘Vanmiddag is het hartstikke goed gegaan in de
groep’, verzekerde hij Thea uiteindelijk handenwrijvend, terwijl hij Walter
negeerde.
De onpersoonlijke opstelling van Karel sprak tegen
hem.
‘Is dat de verdienste van u of van mijn zoon?’,
zinspeelde ze daarom expres.
‘Zullen we het op gewenning houden?’, schamperde
meester Karel besmuikt.
De korte pijnlijke stilte die volgde werd door Walter
verbroken.
‘En nou moet ik zeker ook nog naar die directeur?’
‘Je zult nog wel vaker onzinnige dingen in je leven
moeten doen, Walter. Wen er maar aan. Doe het maar voor mij!’, antwoordde Thea
zo luid dat meester Karel het wel moest horen.
Directeur Yin vocht met de bediening van een printer.
Hij maakte een gestreste indruk met zijn slordig opgestroopte overhemdsmouwen
en gestuntel. Direct na het sluiten van de klep spuwde de printer een paar
A-viertjes uit over de linoleumvloer van de docentenkamer alwaar Walter de
uiteen gedwarrelde papieren meteen begon te verzamelen. Hij benaderde directeur
Yin vanaf de zijkant uit een rumoerige, aanhoudende kinderstoet in de
aangrenzende hal van De Wielewaal en moest zijn stem verheffen om boven de
herrie uit te komen.
‘Ik heb sorry gezegd tegen meester Karel!’, riep hij.
Directeur Yin nam de bijeengeraapte papieren met
grote verdwaasde ogen van Walter aan. Alsof hij het kind niet herkende. Walter
begreep zienderogen niet zo goed wat hem nu te doen stond. Thea eigenlijk ook
niet. Ze had zich verdekt opgesteld achter de geopende deur van de
docentenkamer en keek toe hoe haar zoon spartelde om niet door de grond te
zakken. In een flits van herkenning leek het wel richtte directeur Yin zich
ineens rechtstreeks tot Walter met een slotsom waarmee Thea geen genoegen zou
hebben genomen als ze haar zoon was geweest.
‘Het is goed jongen, ga maar naar huis’.
Thea was verongelijkt. Welke magische inslag had
‘het’ ineens goed gemaakt? Directeur Yin was vanmorgen in de toiletruimte nog
van plan geweest om samen met Walter de explosie in de klas inclusief apotheose
op de w.c. te evalueren? Walter had zich
aan zijn deel van de afspraak gehouden en keurig netjes de schuld van het
opstootje in groep 7 van die ochtend op zich genomen. Voor de vorm weliswaar,
maar hij had zijn goede wil getoond. Bovendien was Thea op stel en sprong op
komen draven na de noodoproep van directeur Yin. En waarom? Omdat hij en de
invalmeester een jongetje van 10 niet de baas konden.
‘Reken maar dat die directeur met samengeknepen
billetjes terugdenkt aan zijn optreden van vanmorgen’, beloofde Bart
bemoedigend.
‘Nou daar heb ik anders niks van gemerkt. Hij zag
Walter later niet eens meer staan’, verzuchtte Thea.
‘Wat had hij dan moeten zeggen? Sorry Waltertje dat
de invalmeester en ik jou niet onder de duim hebben? Sorry, dat we jouw moeder
bij de kwestie hebben moeten betrekken? Dat we jouw moeder thuis hebben moeten
storen in haar werkzaamheden die natuurlijk nooit net zo dringend zijn als de
lopende zaken op De Wielewaal, maar ja, wij krijgen een salaris van de overheid
en jouw moeder nog steeds niet!’, schamperde Bart deels serieus en deels schertsend.
Thea grinnikte.
‘Zo heb ik het gedoe nog niet eens bekeken. Ik ben al
blij als Walter hier zonder al te veel kleerscheuren onderuit komt. Dat ze als
gevolg van zijn driftbui geen procedure gaan opstarten om Walter naar De
Klaproos af te schepen. Je weet wel De Klaproos. Dat is die basisschool voor
moeilijk lerende kinderen. Hoeveel kinderen van De Wielewaal zijn in de loop
van de jaren via de zij-ingang van een medische indicatie niet op die veredelde
LOMschool gedumpt? Ik heb ze voor mijn ogen af zien gaan. Alleen Dolly, de
moeder van Miranda, liet zich niet gek maken.’
‘Ik was er ook bij, Thea, weet je nog? En ik denk
niet dat je bang hoeft te zijn. Juist het gemak waarmee toen niet standaard
kinderen van De Wielewaal naar De Klaproos werden doorgesluisd, is denk ik één
van de redenen geweest waarom die troubleshooters, die Yin en Yang, zijn
aangesteld.’
Thea hoefde van Bart dan wel niet bang te zijn, ze
was het wel. Ze zag Jade de interne coördinatrice van De Wielewaal alweer op de
voorgrond treden met haar obsessie met leerstoornissen en Walter.
‘Maar Walter is toch autistisch en dyslectisch’,
imiteerde Thea haar geëxalteerd.
Bart wist meteen op wie Thea doelde.
‘Ach dat Gutmensch heeft momenteel toch geen zak meer
te vertellen. Bovendien kijkt ze wel uit. Ze is sluw genoeg om voorlopig even
uit de wind te gaan zitten.’
Bij wijze van antwoord ging de huistelefoon. Voor de
tweede keer op die enerverende donderdag.
‘Daar heb je directeur Yin’, voorspelde Bart nog voor
de grap.
‘Je hebt je roeping als ziener gemist’, zou Thea
achteraf nog dollen, want directeur Yin
hing inderdaad aan de lijn.
Zijn bereik was slecht, want hij zat in de auto op
weg naar een afspraak. Hij belde hoorbaar handsfree, maar wilde toch nog graag
even contact met Thea opnemen voor de avond viel. Morgen zou hij niet aanwezig
zijn op De Wielewaal en daarna zat het weekend er weer tussen. Dus vandaar. Het
ging over de botsing met Walter die ochtend in het klaslokaal van groep 7. Zo
nu dan viel het stemgeluid van directeur Yin even weg en kon Thea moeilijk
inschatten wat zijn gemoedstoestand was. Hij was vriendelijker dan ooit, maar
er weerklonk ook een alarmerende
nervositeit in zijn intonatie.
‘Het is vanmorgen behoorlijk mis gegaan in de klas.
Ik weet niet of je op de hoogte bent van het gerucht dat de ronde doet, maar er
wordt verteld dat Walter en ik gevochten hebben.’
Het zou een kwestie van een nachtje slapen geweest
zijn voordat Thea onvoorbereid door de opperouders met deze roddel over de
grenzen van het fatsoenlijke zou zijn getrokken. Nou was ze in ieder geval
bedacht op toespelingen morgen. Dat nam niet weg dat ze geen gepaste reactie op
de mededeling van directeur Yin voorhanden had.
‘Walter heeft helemaal niets verteld over een
gevecht!’, stamelde ze na een korte herstelpauze.
‘Dat is ook niet zo!’ riep directeur Yin bijna
opgelucht uit.
‘We hebben niet gevochten!’
‘Wat dan?’, aarzelde Thea.
Zo’n roddel kon toch niet zomaar uit de lucht komen
vallen? Bij weten van Thea kende het onderonsje in de toiletten geen getuigen.
Er moest dus iets in de klas gebeurd zijn in het bijzijn van alle kinderen van
groep 7. Aan de andere kant van de lijn ademde directeur Yin diep in alsof hij
een figuurlijke aanloop nam voor zijn uitleg.
‘Meester Karel had Walter de klas uitgestuurd, maar
hij bleef onverzettelijk. Dus probeerde ik hem aan zijn oksel uit zijn bankje
te tillen. Dat had ik niet moeten doen. Toen Walter half overeind stond,
struikelde hij en viel tegen me aan. Ik kwam met een klap met m’n billen tegen
de boekenkast achter in de klas. Daar is Walter volgens mij heel erg van
geschrokken. Daarna is hij het lokaal uitgerend en heeft hij zich opgesloten op
het toilet.’
De schuldbekentenis van directeur Yin was rap en
beladen van berouw.
‘Die goeie, lieve Walter’, dacht Thea vertederd.
‘Hoe is het nou met je achterwerk?’, informeerde Thea
voor de goede orde.
‘Dat wordt een blauwe plek morgen’, voorzag directeur
op ontlastende toon.
‘Nou snap ik eindelijk waarom Walter zich heeft
opgesloten op het toilet. Zoiets is normaliter namelijk helemaal niet des
Walters’, lachte Thea bevrijd.
‘Hoe bedoel je?’, vroeg directeur Yin onzeker.
‘De gedachte dat jij door zijn schuld tegen de kast
terecht bent gekomen – met een klap nog wel -
moet Walter inderdaad op de vlucht naar de toiletten hebben gejaagd.
Zeker na dat gedoe met Kasper die hij zogenaamd voor een auto geduwd zou
hebben. Op De Wielewaal is Walter gewoonlijk namelijk schuldig totdat het
tegendeel bewezen is. Alleen neemt niemand van het docententeam de moeite om
het tegendeel te bewijzen. Dus is Walter hoe dan ook de boosdoener, want hij
heeft de schijn altijd tegen zich. Dat heb ik je geloof ik al eens uitgelegd.
En als dan de invalmeester van vandaag -
invalmeester Karel – ook nog een sprekend op meester Gijsbert lijkt, dan
snap ik wel dat de stoppen van Walter zijn doorgedraaid. Meester Gijsbert is
een demon uit het verleden van Walter die hem in groep 3 het leven zuur maakte.
Invalmeester Karel en meester Gijsbert zijn in het kinderbrein van Walter
kennelijk dubbelgangers. Een ongelukkige samenloop van omstandigheden maar dat
kon invalmeester Karel niet weten natuurlijk.’
‘Ja, maar ik kan me zo voorstellen dat het voor jou
ook niet leuk is dat jouw kind op een dergelijke manier benaderd wordt door
docenten. Ik zeg nogmaals; ik had hem niet bij zijn oksel moeten pakken’,
kwam directeur Yin met trillende stem,
maar volhardend terug op zijn punt.
Thea had bewondering voor de wijze waarop directeur
Yin zich kwetsbaar durfde op te stellen. Deze man was een verademing in vergelijking
met oud-directrice Willy Bakbruin met haar trukendoos en gelul in de ruimte.
Thea besloot hem tegemoet te komen.
‘Met Walter is alles in orde hoor. Hij heeft niks
verteld over schermutselingen in de klas. Als hij er last van had gehad dat jij
hem bij zijn oksel hebt gegrepen, dan zou hij Bart en mij allang deelgenoot
hebben gemaakt van de pijniging. Dat mag je met een gerust hart van me
aannemen.’
‘Nou dat vind ik fijn om te horen’, zei directeur Yin
duidelijk gerustgesteld.
‘Weet je wat ik wel heb bij zoiets als handtastelijk
worden bij een driftig kind van 10?’, bracht Thea nog wel te berde.
‘Geen flauwekul.’
‘Nou?’, vroeg directeur Yin terughoudend.
‘Voor je het weet slaat hij terug en dan hebben zowel
jij als ik pas echt een immens probleem en ruzie!’
Thea was nog niet uitgesproken of ze werd overstemd
door de schaterlach van directeur Yin.
‘Dat doet hij niet!’, gierde hij.
En wat als Walter wel van zich af geslagen had? Een
stomp a la Boris in de maag van directeur Yin in plaats van in de buik van een
elfjarig meisje met de naam Sabine? Een gewetensvraag die niet alleen Thea aan
het denken zette. Een week later stond meester Vik voor aanvang van de lessen
Thea op te wachten bij het lokaal van groep 7. Hij hield haar in de gang
staande met de vraag of Thea die middag na school tijd had voor een gesprek op
De Wielewaal, waarop zij klikte met haar tong en fronsend vroeg:
‘Alweer een gesprek? Ik heb directeur Yin pas geleden
nog aan de telefoon gehad.’
‘Ja, maar directeur Yin wil ook graag persoonlijk bij
dit gesprek aanwezig zijn’, stamelde meester Vik verontschuldigend.
Hij was een kop groter dan Thea en zij moest naar hem
opkijken. Alleen in letterlijke zin weliswaar. Zijn bescheiden opstelling maakte
juist dat Thea hem eigenlijk best wel
tegemoet wilde komen.
‘Nee, je begrijpt me verkeerd. Ik wil gerust een
gesprek met jou onder vier ogen voeren. Dat is het niet, maar ik heb de laatste
tijd al zoveel overleg gehad op De Wielewaal. Vandaar’, glimlachte ze.
‘Het gaat over Walter’, voegde meester Vik
handenwrijvend onnodig toe.
‘Echt?’, grapte Thea.
Meester Vik grinnikte beleefd en vervolgde:
‘Guido, de schoolpsycholoog zal er ook bij zijn.’
‘Ik wist niet eens dat er een schoolpsycholoog
rondliep op De Wielewaal!?’, floepte Thea eruit voordat ze er zelf erg in had.
‘Nee, nou ja, logisch wel, want Guido is pas nieuw
voor dit schooljaar ingehuurd door de directie. Hij is vooral bedoeld voor de
groep.’
Meester Vik sprak vrijuit en kwam ontspannen over.
Hij nam de tijd voor een onderhoud met tirannieke Thea middenin de gang van De
Wielewaal waar geen voorbijganger ongestoord omheen kon. Elke andere docent van
het team op De Wielewaal die, net als meester Vik nu samen met Thea, volop in
de kijker van de opperouders zou hebben gestaan, had zich dan ook zo snel
mogelijk van de moeder van Walter losgerukt na het maken van de afspraak.
Meester Vik niet. Meester Vik leek zich helemaal niet bewust van het wakende
oog van de alom vertegenwoordigde opperouders. De frisse wind die dankzij de
opstelling van meester Vik door de gangen van De Wielewaal woei, bezorgde Thea
een dikke keel en waterige ogen. Om niet ontmaskerd te worden, maakte Thea eens
voor de verandering een einde aan het onderonsje met een leerkracht van De
Wielewaal, in plaats van andersom, door abrupt de pas erin te zetten. In de
hoop dat de ontroering in haar stem niet op zou vallen, beloofde ze nog wel
luidkeels over haar schouder dat meester Vik op haar kon rekenen bij de
afspraak in de namiddag.
Walter zat allang op zijn plaats in de klas. De
laatste tijd had Thea sowieso niet meer de gewoonte om hem bij het wegbrengen
in het lokaal te begeleiden. Op de excessen in groep 7 na, werd er ook veel
gelachen in de klas als Thea haar zoon moest geloven. Het enthousiasme waarmee
Walter de laatste tijd in en uit school toog, loog er in ieder geval niet om.
Vandaar dat Thea liever consequent acte de présence gaf in het lokaal met
Sabine en na de korte ontmoeting met meester Vik, moest ze haasten vandaag. Ze
had zichzelf tot taak gesteld om de neutraliteit van Jeewee tot het einde van
groep 8 te bewaken door de opperouders uit de klas van Sabine schooldagelijks
aan haar tirannieke bestaan te blijven herinneren door haar neus te laten zien.
Al bleef Thea doodgezwegen. Ook door Jeewee. Hoewel hij de moeder van Sabine,
na de komst van de troubleshooters, eigenlijk niet meer met goed fatsoen kon
negeren. Dat ongemak loste hij op met een afgemeten knik in haar richting voor
aanvang van de lessen. Thea was blij dat ze op die manier toch een reactie wist
op te roepen. Hoewel Jeewee haar, meteen na zijn woordeloze begroeting, nog
steeds probeerde te overstemen met zijn onderhuidse vriendjespolitiek in de
richting van de opperouders. Thea gunde hem deze verzetsdaad, want Jeewee
vermoedde waarschijnlijk dat ze een directe lijn had met de troubleshooters. Terecht, maar dat was niet de reden dat meester
Populair in ongenade dreigde te raken bij Yin en Yang. Beter dan Thea te
provoceren was Jeewee bij zichzelf te rade gegaan, want hij groef zijn eigen
graf. Meester Populair, die in zijn bloeitijd ongestoord zijn eigen koers had
kunnen blijven varen, kon in het jaar van Yin en Yang niet meer belangeloos
afwachten waar het schip zou stranden. Desondanks bleef Jeewee stug doen wat hij
altijd had gedaan en als dat ineens niet meer goed genoeg was, dan kon hij er
ook niets aan doen. Ook niet een klein beetje. Zoals het bijvoorbeeld onder Yin
en Yang geen pas meer gaf om het sportieve deel van groep 8 tijdens het
speelkwartier schooldagelijks, jaar in jaar uit, op een voetbalwedstrijd te
trakteren en de rest consequent links te laten liggen bij buitenschoolse
activiteiten. Oud-directrice Willy Bakbruin had het exclusieve voetbalfestijn
in het speelkwartier met meester Populair juist altijd aangemoedigd. Alsof het
principe van; ‘voor elk wat wils’, niet gold voor het basisonderwijs op De
Wielewaal. Voetbal is leuk, maar niet altijd en ook niet voor iedereen. Door
die blinde vlek had Jeewee geen oog voor alternatieven. Het was voetbal of niets
op het speelplein.
Het kwam erop neer dat Jeewee naast zijn werk maar
een beperkte aandachtspanne had die niet veel verder ging dan sport. Eigenlijk
moest alles en iedereen hiervoor wijken buiten de lesuren op De Wielewaal. Met
die insteek reduceerde hij de laserbehandelingen die Sabine al ruim twee jaar
aan de wijnvlekjes in haar gezicht onderging, eveneens tot een niemendalletje
waar in geen geval openlijk al te veel aandacht aan kon worden besteed.
Vermoedelijk niet eens met opzet, want Sabine werd wel kort door Jeewee apart
genomen om de medische ingreep niet helemaal onbesproken te laten. Zij het met
een zekere reserve. Niet met zoveel woorden, maar liever geen grote klok. Dat
voorbehoud had Sabine gevoeld, maar ze mocht niet klagen. Jeewee had tenminste
nog enigszins zijn goede wil getoond, terwijl de schooltrol in groep 7 zich
geen seconde had willen verdiepen in de cosmetische grillen van de ouders van
Sabine. Alsof laserbehandelingen in feite ‘not done’ zijn en meester Populair
dus zijn nek uitstak met zijn bereidwilligheid om een oogje dicht te knijpen in
het controversiële geval van Sabine.
Thea kende Jeewee inmiddels goed genoeg om te weten dat zijn terughoudendheid
niets met Sabine te maken had. Dus hij ontzag Sabine niet uit kindvriendelijke
motieven. De voornaamste reden waarom Jeewee in de klas geen ruchtbaarheid
wilde geven aan de laserbehandelingen van de wijnvlekjes in het gezicht van
Sabine, had te maken met de gevoeligheid van het onderwerp bij de opperouders.
Hoe konden Bart en Thea hun kind op zo’n jonge leeftijd zo maar onderwerpen aan
plastische chirurgie? Want dat was toch wat een laserbehandeling in de ogen van
de incrowd van De Wielewaal was. Nou moet gezegd worden dat Sabine er direct na
ieder ingreep uitzag alsof ze aan vlektyfus leed. De helft van haar gezicht zag
zwart van de gelaserde bloedvaten. Na een korte herstelperiode werden de
opzichtige wijnvlekjes van Sabine hoe langer hoe lichter, maar de heftige
eerste reactie in haar gezicht viel moeilijk te verbloemen. Toch had Sabine
weinig pijn en kon ze makkelijk naar school. Met de eindcitotoets in het
vooruitzicht was thuisblijven vanwege de tijdelijke zwarte plekjes in haar
gezicht dan ook geen optie voor Sabine. Voor ze het wist had de schooltrol
Sabine bij afwezigheid terug een vmbobasisadvies door de maag gesplitst.
Ondertussen werd op De Wielewaal minachtend weggekeken van de zwartgeblakerde
wijnvlekjes in het gezicht van Sabine door de opperouders en dat was Jeewee
niet ontgaan. Hoe ordinair moet je als ouders zijn om uiterlijk belangrijker te
maken dan het voor een kind is en waarvan konden Bart en Thea zo’n ingreep
trouwens betalen? Jeewee onthield zich van commentaar. Zijn enige verweer was
zijn oneindige weg van de minste weerstand.
Stel dat Bart en Thea net zo meegaand waren geweest?
Dan hadden ze dus Sabine levenslang op moeten zadelen met permanente
wijnvlekjes in het gezicht, alleen maar omdat de opperouders op De Wielewaal
laserbehandelingen omstreden vonden. Duurzame wijnvlekjes die Sabine vanaf haar
pubertijd gegarandeerd parten waren gaan spelen. Helemaal vanwege de locatie.
In haar gezicht! Maar niet getreurd want leve de lapmiddelen in de vorm van
make-up. Hoeveel tubes foundation gaan er in een mensenleven en waar bemoeiden
de opperouders zich mee? De laserbehandelingen zijn een weloverwogen keuze van
Bart en Thea geweest. Hoe ingrijpend ook voor de kleine meid. Te beginnen op
een punt waarop Sabine oud genoeg was om stil te blijven liggen tijdens het
laseren en jong en naïef genoeg om haar bezoedelde gezichtje achteraf
onbeschaamd aan de genezende kracht van de buitenlucht bloot te stellen.
Daarbij werden de kosten van de vele laserbehandelingen volledig gedekt door de
ziekenkostenverzekeraar tot Sabine de
leeftijd van achttien jaar had bereikt. Er was dus geen tijd te verliezen.
Als Jade de interne coördinatrice vooraf nou door
Bart en Thea betrokken was geweest bij de lasertherapie van Sabine dan hadden
de medische ingrepen in het gezicht van het kind ongetwijfeld meer aandacht
gekregen op De Wielewaal. Daar zou Jade de interne coördinatrice dan wel voor
gezorgd hebben. Zolang zij kinderen maar kon medicaliseren. Ziek vond Thea deze
instelling. Bart had meer moeite met de kostbare tijd die verspild zou worden
als Jade de interne coördinatrice eerst nog bij het proces betrekken had moeten
worden alvorens van start te gaan met de lasertherapie. Bovendien zochten Jade
de interne coördinatrice en de ouders van Sabine door oud zeer elkaar bij
voorbaat al niet op. Trouwens met groen licht van Jade de interne coördinatrices
zou Sabine dusdanig overladen zijn met zoetsappige beterschapswensen en
verkeerde, publieke aandacht, dat ze van de weeromstuit zou zijn gaan zwelgen
in zelfmedelijden. Het schrille contrast met de kille onverschilligheid waarmee
Sabine nu benaderd werd op haar basisschool, moet zelfs de interim directie aan
het hart gegaan zijn. Waarom anders werd Sabine spontaan overvallen door een
charmeoffensief van de directeuren Yin en Yang? Op een schooldag na de
zoveelste laserbehandeling stond Sabine, met wederom mega zwarte vlekken in
haar gezicht, van haar appeltje te genieten tijdens het speelkwartier. Het
schoolplein krioelde van de kinderen uit de bovenbouw en de surveillerende
leerkrachten waaronder; meester Vik van groep 7 en juffrouw Siepie de saimiri
oftewel de schooltrol die in het jaar van Yin en Yang, samen met juffrouw
Marijke beurtelings, groep 6 bestierde. Zoals gewoonlijk trapte Jeewee van
groep 8 een balletje met de stoere knapen uit zijn klas. Sabine leunde met haar
rug en een voet tegen een muur van De Wielewaal. Zarah die naast haar in een
peer beet, had eenzelfde houding aangenomen. Samen volgden ze zonder
enthousiasme het potje voetbal dat zich voor hun ogen afspeelde.
In eerste instantie zag het tweetal de directeuren
dan ook niet op zich afkomen. Groot was de hilariteit bij de twee prépubers na
de schok van de herkenning van Yin en Yang die ineens voor hun neus stonden
leek het wel. Met veel omhaal kwamen de heren gezamenlijk en plein public
informeren naar het welbevinden van Sabine. Wat was er met haar gezicht
gebeurd? Of ze uitleg kon geven over de gang van zaken tijdens een
laserbehandeling? Hoezo hoefde Sabine niet onder narcose? Kreeg ze niet eens
een roesje?
‘Het doet maar even pijn. Het zijn prikjes, maar je
moet wel stil blijven liggen’, legde Sabine geamuseerd aan het overweldigende
duo uit.
Ondertussen was Zarah haar vriendin met andere ogen
gaan bekijken. Vol bewondering. En Yin en Yang concludeerden luidruchtig dat
Sabine een bikkel was.
‘Veel grote mensen durven zich niet eens te laten
laseren. Laat staan zonder verdoving!’, had directeur Yin opgemerkt, terwijl hij illustratief naar
zichzelf wees.
Thuis gekomen gloeide Sabine nog na van trots. Toen
Thea begreep waarom haar dochter straalde, voelde zich ze zich lichter worden
en gesteund. Niet alleen Sabine had die dag een opsteker gekregen.
HOOFDSTUK 49
Guido was het merkbaar aan zijn stand van
schoolpsycholoog verplicht om afstand te houden. Thea vond het wel een
geruststellende gedachte dat hij tegen alle aanzittenden aan de vergadertafel
uit de hoogte deed en niet alleen tegen haar. Guido de schoolpsycholoog was
zichtbaar een behouden man van middelbare leeftijd die zijn zaakjes op orde
had. Zijn verschijning deed Thea nog het meest aan Bink denken, maar dan met
een keurig gekapte, grijze kuif in plaats van een kale kop. Ook miste de klik
met Bink, maar verder was deze Guido net zo gebruind, onberispelijk gemanicuurd
en droeg hij dezelfde stijl; kleding, schoenen en blingbling als een doorleefde
pooier en uitbater van G-spot Gigolo.
Op verzoek van directeur Yin had Guido de
schoolpsycholoog zich bereid getoond om de zaak Walter eventueel op te pakken.
Nou snapte Thea meteen ook waarom meester Vik onlangs Walter in het
speelkwartiet apart had genomen en een gesprek met hem was aangegaan.
‘Zomaar’, volgens Walter.
Alleen met jou?’, verifieerde Thea achterdochtig.
‘Nou en?’
‘Nee niks. Was het gezellig?’
‘Ja, ik heb een foto gezien van zijn vriendin en
meester Viktor heeft een heleboel broers en ik heb verteld dat ik in het
weekend vaak met papa dingen doe, zoals naar rommelmarkten gaan; laptops en
pick-ups repareren en ook wat ik verder allemaal voor hobby’s heb’, beschreef
Walter vergenoegd.
‘Heeft iedereen bij jou in de klas zo’n onderonsje
met meester Viktor?’
Walter haalde zijn schouders op en daarom had Thea in
eerste instantie haar bevreemding, over
deze wel heel erg arbeidsintensieve benadering voor een drukbezette onderwijzer
van een ingewikkelde groep, verdrongen. Meester Viktor was nieuw en nog op zoek
naar de juiste tactiek om zijn leerlingen voor zich te winnen. Trouwens, Walter
had niets te verbergen. In tweede instantie begreep ze nu dat onderliggende
psychische klachten alsmede een instabiele thuissituatie bij zowel Walter als
zijn ouders zoveel mogelijk uitgesloten moesten worden, omdat Guido vanuit zijn
positie de schoolpsycholoog alleen
vanuit De Wielewaal voortgang kon boeken. Een informeel intake gesprekje
van een onderwijzer met de omstreden pupil bood in dat geval het beste inzicht.
Zo te merken waren Walter en zijn ouders geslaagd, anders was directeur Yin
niet overgegaan tot het inschakelen van Guido de schoolpsycholoog, maar was
zwaarder geschut zoals de kinderbescherming niet ondenkbaar geweest.
Overigens zou die hulp aan Walter niet zonder slag of stoot te realiseren zijn.
Althans dat gaf Guido de schoolpsycholoog meermaals uitdrukkelijk te kennen
tijdens de bijeenkomst tussen hem, Thea, directeur Yin en meester Vik van groep
7. Guido was geen therapeut. Hij ging over de interactie in de groep. Momenteel
zag het ernaar uit dat Walter de groepsdynamiek in de klas te sterk beïnvloedde
met zijn stemmingswisselingen en daar kon alleen wat aan veranderd worden met
100 procent inzet van zowel ouders als kind. En dan nog zou het opzetten van een
actieplan zeeën van Guido’s beperkte tijd vergen. En tijd is geld. Dat
schreeuwde in het geval van Guido de schoolpsycholoog dan ook om extra
vergoeding. Geld dat wel tot achter de komma gedeclareerd moest kunnen worden.
Naast de vaststaande tarieven van het groepsbudget.
Ondertussen bewoog directeur Yin ongeduldig heen en weer over zijn
stoelzitting. Hij zette zich af tegen de lange vergadertafel en boorde met de
achterpoten van de stoel in het linoleum. Pas toen hij merkte dat Thea zijn
caperiolen geamuseerd aan het bestuderen was, liet hij de twee zwevende
voorpoten met een klap weer op de grond terecht komen. Hij schoof een stukje
achteruit en ging waardig rechtovereind zitten, sloeg zijn benen herhaaldelijk
over elkaar heen en zette ze weer terug naast elkaar. Vervolgens opnieuw linker
over rechterbeen en andersom. Tussentijds zaagde schoolpsycholoog Guide
onverstoord verder, terwijl meester Viktor met zijn voortanden een velletje in
zijn nagelriem probeerde te vangen. Directeur Yin kon de neerwaartse beweging
van zijn trillende mondhoeken hoe langer hoe moeilijker bedwingen. De
gewichtigdoenerij van Guido de schoolpsycholoog kon ook bijna niet anders dan
onverdraaglijk zijn voor directeur Yin. Tenminste als Thea de vele
voorlichtingsfilmpjes, artikelen en interviews op internet moest geloven waarin
het onderwijsbeest zijn visie op effectief onderwijs ventileerde. Wat hem
betrof was iedere leerling gebaat bij individuele aandacht op maat. Als pupil
Walter geholpen zou kunnen worden met begeleiding van de schoolpsycholoog dan
moest die mogelijkheid hem geboden worden. Een volgende leerling kreeg, indien
nodig, weer een ander ontwikkelingstraject aangeboden als de omstandigheden
daarom vroegen. Daar kon Guido de schoolpsycholoog lang of kort over zijn. Liever
kort eigenlijk te oordelen naar de rusteloze reacties van directeur Yin op de
omwegen die Guido de schoolpsycholoog insloeg om zich te profileren. Je hoefde
geen gedachten te kunnen lezen om te snappen dat directeur Yin ongezegd vond
dat Guido de schoolpsycholoog te hoog van de toren blies. Het was namelijk maar
de vraag of Guido de schoolpsycholoog überhaupt ingehuurd was door de interim
directie van De Wielewaal als meester Viktor niet aan het begin van zijn
loopbaan als onderwijzer had gestaan. Hij was per ongeluk voor de leeuwen
geworpen door de avontuurlijke samenstelling van groep 7 en het zou zonde zijn
als deze pech hem zou tekenen voor de rest van zijn carrière in het onderwijs.
Een schoolpsycholoog die gespecialiseerd is in groepswerking kon meester Viktor
bijstaan bij het bevatten van zijn onorthodoxe debuutklas. De troubleshooters
hadden nou eenmaal carte blanche gekregen van de onderwijsstichting. De
directeuren Yin en Yang mochten een jaar lang alles uit de kast halen om het
onderwijs op De Wielewaal weer op de rails te krijgen. Ook financieel. Zo werd
Guido de schoolpsycholoog bekostigd, maar dat betekende wel dat hij moest
werken voor zijn geld. Onder meer door meester Viktor te ontlasten door Walter
te ondersteunen.
Meer moest dat niet zijn van directeur Yin, zoals
sprak uit zijn wrevelige houding. Guido de schoolpsycholoog zou zich mettertijd
vanzelf overbodig maken. Zodra meester Vik zich de kneepjes van het vak eigen
had gemaakt, had hij talent genoeg om zijn pappenheimers op eigen kracht stuk
voor stuk een individueel leerplan te bieden. Groepsprobleem opgelost, want in
de optiek van directeur Yin was nuance en differentiatie de enige juiste
didactische aanpak van elke klas, maar die van de onvoorspelbare groep 7 van De
Wielewaal in het bijzonder. Ongeacht het aantal kinderen per jaargang – dus
plofklas of niet – of het niveau.
Voor het bewaken van onderwijskwaliteit kon de
plusgroep op De Wielewaal ook niet langer het eliteclubje blijven dat het vanaf
de oprichting altijd geweest was, namelijk; een kunstmatige bezetting van
hetzelfde type kroost. Altijd weer de kinderen van de eigengereide opperouders.
Volgens de leer die directeur Yin aanhangt zijn niveaus echter dynamisch. Ze
ontwikkelen zich bij elke leerling in een verschillend tempo. Ongeacht de
afkomst. Daarom is het beter als een plusgroep af en aan voor alle kinderen
toegankelijk blijft door diversiteit en een steeds wisselende wacht. Reden
temeer voor Thea om zich te kunnen vinden in dat maatwerk uit het gedachtegoed
van directeur Yin. Toch is een leerkracht ook maar een mens met veel werkdruk.
Een duizendpoot tegen wil en dank die zich niet de Godganse dag alleen maar met
de leerontwikkeling van gemiddeld 25 kinderen apart bezig kan houden, zonder
zichzelf voorbij te lopen. Dat snapte zelfs directeur Yin. Maar hobby’s,
interesses, talenten, karaktereigenschappen, gezinssituaties, welbevinden,
gezondheid, leerontwikkeling en scores zijn te noteren. Vervolgens is het een
kwestie van ijkpunten per leerling bijhouden voor de goede orde. Zoals elke
mensenwerker persoonsgegevens opslaat. Zoals Bink bijvoorbeeld de voorliefdes
van zijn klandizie op zijn laptop beheerde. Mevrouw Jansen houdt van toyboys
met tattoos en mevrouw Pietersen juist niet. Het geheim is de nuance. Werkdruk
of niet. Eigenlijk stond dat idee van
persoonsgeboden aandacht heel dicht bij het leerlingenvolgsysteem, dat
al decennia lang aan de basis van elke beproefde onderwijsmethode staat. Laat
onverlet dat er, ook wat Thea betrof, niet vaak genoeg op ‘onderwijs op maat’ gehamerd
kon worden. Al was het maar om herhaling van het foute vervolgopleidingsadvies,
dat Sabine in eerste instantie van haar horrorjuf Siepie de saimiri uit groep 7
had meegekregen, in de toekomst te voorkomen.
Guido de schoolpsycholoog daarentegen dacht maar
moeilijk in individuen. Hij was immers gespecialiseerd in groepen. Dat wilde
hij gedurende de bijeenkomst minstens tien keer gezegd hebben. Even zo vaak was
directeur Yin gaan verzitten alsof hij wilde zeggen:
‘Schiet toch op man en doe waarvoor je betaald
wordt.’
Op een gegeven moment was de maat van directeur Yin
vol. Hij schraapte zijn keel en stelde de hamvraag met een geïrriteerde
ondertoon:
‘Maar ben je bereid om met Walter in groep 7 aan de
slag te gaan?’
‘In principe wel’, antwoordde Guido de
schoolpsycholoog vaag, maar goed genoeg voor directeur Yin.
De sfeerverlichting in de vergaderruimte was echter
van korte duur, want Guide de schoolpsycholoog begon alweer voorwaarden te
stellen.
‘Ik eis dan wel het volledige vertrouwen van de
ouders en het kind en van jullie natuurlijk’.
Na zijn punt knikte Guido de schoolpsycholoog
illustratief in de richting van directeur Yin en meester Viktor.
‘Mag ik ook wat zeggen?’, viel Thea in.
Net als meester Viktor had ze nog geen syllabe tussen
het gewauwel van Guide de schoolpsycholoog kunnen uitspreken, maar nu nam ze
abrupt het woord, zonder verder op toestemming te wachten.
‘Ik meen een zekere achterdocht tegen ons – de ouders
– te bespeuren. Er wordt wel heel nadrukkelijk
gehamerd op volledige betrokkenheid van de ouders. Die betrokkenheid is
aanwezig, dat verzeker ik jullie, maar mochten Bart en ik besluiten om met
Walter dit traject in te gaan, dan ben ik de enige aanspreekbare ouder in dit
verhaal. Dat betekent niet dat Bart niet geïnteresseerd is in of niet betrokken
is bij zijn zoon. Ik begeleid onze kinderen bij schoolzaken en Bart doet weer
andere dingen. Zo is de taakverdeling in ons huwelijk. Zo zijn Bart en ik
getrouwd en dat zouden wij graag gerespecteerd zien.’
‘Duidelijk’, antwoordde directeur Yin, terwijl hij de
opgetrokken wenkbrauwen van Guido de schoolpsycholoog nadrukkelijk zat te
negeren.
‘En dan nog wat’.
Meester Viktor kwam rechtop zitten, Guide de
schoolpsycholoog krabde achter zijn oren en directeur Yin keek alsof hij al
wist wat er komen ging.
‘Als ik het goed begrijp dan is het de bedoeling dat
onze zoon handvaten van Guido in samenwerking met Viktor aangeboden gaat
krijgen om met de groepsdruk in de klas om te gaan. Omdat Walter een markante
persoonlijkheid heeft, is hij dominant aanwezig in de klas en dat zorgt voor
onrust in de groep. Mijn man en ik begrijpen dat Walter moet leren om zich min
of meer te conformeren aan de groepsdynamiek. Toch vind ik het ook belangrijk
om tijdens dit leerproces niet alle verantwoordelijkheid bij Walter neer te
leggen. Walter wordt juist tegendraads omdat hij denkt dat hij overal de schuld
van krijgt.’
‘Zie je wel dat ik weer overal de schuld van krijg’,
was dan ook de eerste reactie van Walter, toen Thea hem probeerde voor te
bereiden op de te verwachten toenadering van
Guido de schoolpsycholoog
‘Het is een uitgelezen kans’, vond Bart, terwijl hij
de bimbam in de huiskamer opwond.
De sleutel kraakte in het slot met de draaibewegingen
van Bart mee. Thea vond hem ongevoelig voor het spookbeeld van zijn zoon.
‘Ik weet het niet’, twijfelde ze.
Bart stopte met opdraaien en keek Thea een seconde
meewarig aan. Daarna plaatste hij het opwindsleuteltje op de bodem van het
uurwerk en sloot het deurtje onderin de klok.
‘Ken je Guido?’ wilde hij van Walter weten.
‘Hij zit vaak achterin de klas’.
‘Is hij aardig?’, vroeg Thea.
‘Gewoon’.
‘Het is maar wat je gewoon noemt’, dacht Thea
spottend, maar ze zweeg natuurlijk.
Stel dat ze Walter onbedoeld zou demotiveren.
Ondertussen was Bart in zijn relaxstoel gaan zitten en hij richtte zich tot
haar.
‘Walter kan hier alleen maar beter van worden. Dit is
precies wat hij nodig heeft. Dat er eindelijk eens naar hem geluisterd wordt en
dat hij hulp krijgt bij het omgaan met zijn boosheid.’
‘Ik wil geen hulp bij het omgaan met mijn boosheid’,
mokte Walter vanaf de driezitsbank.
Hij zat in het hoekje met zijn kin op zijn borst
naast Thea die Walter plagerig in zijn zij porde.
‘Natuurlijk wel, jij vindt het toch ook niet leuk om
steeds driftig te worden. Dan moet je je weer op het toilet van De Wielewaal
opsluiten, of bij directeur Yin op gesprek’.
Bart stak schertsend zijn wijsvinger in de lucht ten
teken dat hij een eurekamomentje had.
‘Juist als je driftig wordt, krijg je de schuld’,
merkte hij helder op.
‘Ja, dat is misschien wel zo’, gaf Walter verslagen
toe.
Geraakt slikte Bart zijn ontroering weg om Walter
vervolgens een hart onder de riem te steken.
‘Doe het nou maar jongen. Werk gewoon mee. Des te
eerder ben je van het gezeur af.’
‘En ik ben erbij, tenminste als jij dat wilt’, blufte
Thea, want tijdens de eerste bijeenkomst was Guido de schoolpsycholoog nog een
poos aan zijn initiële eis blijven vasthouden dat beide ouders bij alle
toekomstige ontmoetingen tussen hem en Walter aanwezig moesten zijn en niet
alleen mama. Desondanks was het Thea met veel
overtuigingskracht en gepaai gelukt om haar echtgenoot vrij te pleiten
van een ouderlijke evaluatieplicht met het soort zielenknijper dat Bart als een
absolute kwelling zou hebben ervaren. Dat laatste had ze uiteraard voor
zichzelf gehouden. Ineens bedacht Thea zich echter dat Walter zijn moeder misschien net zo min als zijn
vader kon gebruiken in zijn kinderbubbel op school. In dat geval had Thea een
probleem. Ter rechtvaardiging voor de lijfelijke afwezigheid van Bart, had ze
duizend procent inzet van haar kant beloofd. Er was geen weg terug. Thea zou in
de toekomst wel bij elke ontmoeting tussen haar zoon en Guido de
schoolpsycholoog aanwezig moeten zijn. Of Walter wilde of niet.
‘Dus jij gaat mee?’.
Walter wilde zeker zijn. Een goed teken. En wie niet
waagt, wie niet wint.
‘Alleen als jij dat wilt!’, loog Thea voor een tweede
keer.
Ze hield haar hart vast.
‘Nee, dan is het goed’, gaf Walter aarzelend toe,
waarna Thea haar hart opgelucht losliet, zodat het een sprongetje kon maken.
Hoge verwachtingen had Thea niet van Guido de schoolpsycholoog. Niets ten
nadele van een schoolpsycholoog, maar het onvermijdelijke van deelname aan het plan de campagne van Guido alleen al,
maakte ten onrechte een uitvergroot dilemma van de manifestatie van Walter in
groep 7. Het oordeel van Guido de schoolpsycholoog hing als een zwaard van
Damocles boven het bestaansrecht van Walter in groep 7 van De Wielewaal. Die
dreiging voelde niemand beter aan dan
Walter zelf en met ingang van de introductie van een schoolpsycholoog in zijn
leventje gooide hij uit zelfverdediging meteen een verbeterde versie van
zichzelf in de groep. Precies zoals Thea gehoopt had, want hij had evengoed de
kont tegen de krib kunnen gooien. Deze ommekeer in het functioneren van Walter
in de klas was de enige reden dat Thea zich niet verder verzette tegen
bemoeienis van een afstandelijke
schoolpsycholoog met de leerontwikkeling van haar kind. Bart had de
reactie van Walter al voorzien en daarom in dit geval van ‘een uitgelezen kans’
gesproken. Thea dacht meer in de trant van een laatste mogelijkheid voor Walter
om zich ‘als het kind van zijn ouders’ in plaats van ‘als een willoos
slachtoffer van zijn invloedssfeer’ zo goed mogelijk aan te passen aan zijn
omgeving.
Socialisatie noemt men dat in vaktermen. Te beginnen
bij de schoolpsycholoog en diens geplande taakstraf voor Walter. De verkapte
veroordeling was op papier nog doorzichtiger dan uit zijn mond. Als Walter nou
maar braaf was, dan kwam alles goed in groep 7. Of, om achteraf met Walter
onder vier ogen te spreken:
‘Eigenlijk kreeg ik van Guido gewoon weer overal de
schuld van.’
In zijn draaiboek voor Walter had Guido de
schoolpsycholoog zwart op wit de nadruk op een zelfbewustwordingsproces uitgewerkt
aan de hand van een straf- en
beloningssysteem. Het was de bedoeling dat de strategie van Guido strikt zou
worden nageleefd door Walter, meester
Viktor en Thea. Op het moment dat Walter verviel in zijn oude, opruiende gedrag
dan kreeg hij van meester Viktor een waarschuwing in de vorm van een rode
kaart. Walter moest vooral zorgen dat;
hij niet voor zijn beurt sprak;
niet door het lokaal riep;
of ongevraagd discussies uitlokte.
Mocht Walter de klas worden uitgestuurd door meester
Viktor of een andere leerkracht dan leverde die sanctie hem sowieso een rode
kaart op. Ook werd hij geacht om zonder weerwoord te gehoorzamen. Bij weigering
om het lokaal te verlaten kon hij op een tweede rode kaart rekenen. Bij een
derde overtreding nog een rode kaart en ga zo maar door. Nadat hij uit de klas
was gezet, mocht hij op de gang verder aan zijn leertaak werken. Daarnaast werd
Walter verplicht om een ‘time-out’ te nemen zodra hij zijn drift voelde
opkomen. Hij moest dan zo snel mogelijk op eigen initiatief maken dat hij het
lokaal uitkwam om op de gang rustig te worden. Elke schooldag die Walter in de
toekomst wist door te komen zonder rode kaart, leverde hem een groene kaart op.
Na vijf groene kaarten ontving Walter een weeksticker uit de handen van meester
Viktor. Meester Viktor koos voor stickers van Sponge Bob, waardoor het voor
Walter nog enigszins aantrekkelijk was om de opstekers zelf bij te houden op
een kalender in zijn laatje. Na het behalen van zoveel mogelijk Sponge Bob
stickers zou Walter aan het eind van het schooljaar in de klas mogen trakteren
op aardbeientaart met slagroom. Dit was een idee geweest van moeder Thea, want
de strategie van Guido was alleen gekaderd. De
aard van een eventuele eindbeloning stond nog open voor suggesties.
Hetzelfde gold voor de sanctie die Walter uiteindelijk te wachten stond bij een
mogelijke overdaad aan rode kaarten. Voor de invulling van de straf had Thea
echter niemand op leuke ideetjes willen brengen. Vooral daar op papier van haar
werd verwacht dat ze onvoorwaardelijk partij bleef kiezen voor de
schoolpsycholoog en/of meester Viktor. Ook als Walter in verzet zou komen,
terwijl ze de strategie van Guido in werkelijkheid een halfgaar plan vond dat
maar matig op de persoonlijkheid van haar zoon aansloot. Walter had zijn lesje
immers al geleerd vooraleer het zelfbewustwordingsproces goed en wel in gang
gezet was. Volgens Thea was dit het ultieme bewijs dat Walter niet in zijn
eentje verantwoordelijk kon worden
gemaakt voor de wanorde die tot dan toe in groep 7 had geheerst. Misschien had
de groepsdynamiek in groep 7 gewoon een tijdje moeten betijen onder supervisie
van meester Viktor. Anders kon Thea wel een tiental andere losgeslagen
klasgenootjes aanwijzen die ook wel wat zelfperceptie konden gebruiken. Enfin,
spreken is zilver en zwijgen is goud. Het staaltje doorsnee didactiek van Guido
de schoolpsycholoog deed Thea denken aan de werkwijze van Pleuni de
fysiotherapeute bij wie Walter – op aanraden van zijn toenmalige logopediste
Marloes en kleuterjuf Elsje - ook nog
wat verloren uurtjes in therapie was geweest. Maar toen was hij vijf jaar en
niet bijna elf.
Ook meester Viktor was onuitgesproken sceptisch over
de strategie van Guido. Hij gaf geen commentaar, maar had permanent een
afwachtende houding, alsof hij groep 7 en dus ook Walter steeds meer als een
uitdaging ging zien in plaats van als een gedoemde mislukking.
Walter was dan ook de enige die de strategie van
Guido zonder weerstand over zich heen liet komen. Op één of andere manier bleef
hij gedurende de rest van zijn tijd in groep 7 alle rode kaarten omzeilen. Soms riep hij nog weleens voor zijn beurt
door de klas, maar meester Viktor was intussen aan zijn pupillen gewend en
vooral gehecht geraakt en hij wist meestal wel een komische draai te geven aan
de willekeurige mededeelzaamheid die Walter nou eenmaal karakteriseert.
‘Jullie kunnen beginnen waar je gebleven bent’, gaf
meester Viktor bijvoorbeeld als opdracht in de klas.
‘Ja maar ik weet niet waar ik ben’, riep Walter
vervolgens verstrooid door het lokaal.
Meester Viktor placht daarop steeds handiger zijn
droge humor in te zetten en antwoordde dan quasi bezorgd zoiets als:
‘Je bent in het lokaal van groep 7 Walter’.
Hiermee loste meester Viktor een kort lachsalvo van
de hele groep. Inclusief Walter. Terwijl de boel vroeger na zo’n losse flodder
van een klasgenoot geheid tot paniek bij de meester en chaos alom geëscaleerd
zou zijn.
In de lente van het reparatiejaar van Yin en Yang had
meester Viktor zijn draai gevonden en liep groep 7 nagenoeg op rolletjes. Er
was nog een incident tijdens een spreekbeurt over honden van een klasgenootje
van Walter. Mara. De moeder van Mara stond haar dochter bij tijdens haar
spreekbeurt voor de klas. Achteraf bleek Thea de moeder van gezicht te kennen
uit de combiklas 5/6 van Jeewee, waarin ze een hoogbegaafde zoon had gehad in
de zesde, terwijl Sabine in hetzelfde lokaal, maar dan in de vijfde,
middelmatig zat te wezen. Ze had de air van een opperouder. Op de dag van de
spreekbeurt van haar dochter Mara in groep 7 met Walter was ze chaperonne van
een levensecht schoothondje. Het was een griezelig beestje. Smoezelig wit met uitpuilende grote
angstogen. Dochter Mara - het zusje van de hoogbegaafde zoon dus – had de
griezel bij wijze van voorbeeldhond ter illustratie van haar spreekbeurt mee
naar school mogen nemen. De meeste kinderen joelden en krioelden in een cirkel
om het losgelaten beestje alsof ze nog nooit een hond van dichtbij hadden
gezien. Het schoothondje werd akelig van de ophef en begon vinnig van zich af
te bijten afgewisseld met schelle blafjes. Mara stond een beetje schaapachtig
naar het tumult te kijken, terwijl haar moeder met meester Viktor in gesprek
was. Totdat Walter zich niet meer kon bedwingen en door de klas schreeuwde dat
iemand dat hondje moest aanlijnen. Hij was weliswaar alleen bekend met grote
honden a la Yolo de huislabrador, maar daarom niet minder begaan met het
overprikkelde piepkleine beestje dat jankte als een muis in de val. De
noodkreet van Walter moet de moeder van Mara wel ruw uit haar onderonsje met
meester Viktor getrokken hebben, want even was ze met stomheid geslagen. Werd
ze nou door een kereltje van 10 jaar op haar vingers getikt? Geen enkele zichzelf
respecterende opperouder laat zich namelijk de les lezen door een kind. Laat
staan door Walter die door de moeder van Mara vermoedelijk werd herkend uit het
roddelcircuit. Hij was voor haar slecht nieuws. Nijdig zocht de moeder van Mara
oogcontact met Walter om daarna met haar zwart afgelakte wijsvinger kort, maar
krachtig, een denkbeeldige horizontale snee in de breedte van haar keel te
maken. Het gebaar raakte het doelwit. Walter wist eerst niet wat hij zag en
pruttelde nog wat tegen, terwijl het gebaar bezonk, waarna hij succesvol
monddood was gemaakt. Wat bezielde dat gedrocht om Walter in het lokaal van
groep 7 - zijn bunker tegen de
opperouders – met de dood te bedreigen?!
‘Wat een schatje. Wat zullen haar eigen kindertjes
zich beschermd voelen thuis’, lachte Bart relativerend.
Toch was Thea nog wel verhaal gaan halen bij meester
Viktor die meteen van niks zei te weten.
Hoewel hij direct ontkende dat de moeder in zijn klaslokaal een gebaar van keel
doorsnijden in de richting van Walter gemaakt had. Als je van niks weet, dan
valt er ook niks te ontkennen natuurlijk. Los daarvan zei de groeiende blik van
afgrijzen van meester Viktor genoeg. Thea zag hem denken:
Stel dat de moeder van Mara het gebaar wel gemaakt
had? Dat zou toch te gek voor woorden zijn?’
Het kwam er dus op neer dat meester Viktor gewoon
niets van het vergrijp had meegekregen. Begrijpelijk door de terugval van zijn
klas. Het was weer even als vanouds een overweldigend puinzooitje geweest en
uiteraard was niemand minder dan Walter op zo’n moment weer de meest ongenode
gast op de verkeerde plek.
Door de strategie van Guido zorgde meester Viktor er
wel voor dat Walter niet verder in opspraak kwam en dus liet Thea de
doodsbedreiging van de moeder van Mara tegen haar zoon uiteindelijk maar
schieten. Dat gekke wijf was toch niet te helpen en Walter begon op school
sowieso steeds meer privileges te krijgen. Zo mocht hij Tarik de conciërge
tijdens de lessen regelmatig helpen met klusjes in en om het schoolgebouw. Of
de expertise van Walter werd ingeroepen bij het oplossen van technische problemen met het digibord van
docenten in andere lokalen. Niet voor de flauwekul. Op tienjarige leeftijd was
Walter al in staat om serieuze computervraagstukken voor volwassenen op te
lossen. Thea was wel trots, maar vroeg zich toch ook ongerust hardop in het
bijzijn van haar echtgenoot af of Walter op die manier niet achter dreigde te
gaan lopen op zijn leeftijdgenoten, waarop Bart alleen maar smakelijk had
moeten lachen. Diep van binnen wist Thea ook wel dat de werkelijke reden van
het vroegere incidentele wangedrag van haar zoon in de klas minder te maken had
met zijn zogenaamde oncontroleerbare boosheid dan wel met verveling. Maar dat
betekende nog niet dat hij gebaat was bij vrijstelling van het gangbare
leerstramien. Hij zat niet op school om te lanterfanten. Net zoals zijn zusje
Sabine, zou Walter zich moeten bekwamen in het citoscoren. Of toch niet?
‘Hij zit nu al ver boven het landelijke gemiddelde’,
knipoogde meester Viktor geruststellend.
‘Maar hij moet wel in conditie blijven’, vond Thea
gestrest.
Ze moest er niet aan denken om weer een zomervakantie
met de online citotrainer te moeten spenderen. Dit keer niet voor Sabine, maar
voor Walter. Enfin, wat moet dat moet als de plicht roept.
‘Ik ga niet oefenen met de citotrainer hoor’, bereidde Walter zijn moeder vast voor.
Hij klonk overtuigend en sprak niet tegen dovemansoren. Daar moet dan wel bij
vermeld worden dat er aan het eind van groep 7, in het reparatiejaar van Yin en
Yang, ook geen sprake meer was van een vage entreetoets of een fout voorlopig
middelbare schooladvies zoals voorheen bij Sabine. Hierdoor kon Thea inmiddels
wat makkelijker achterover zitten in haar vrije tijd en het laatste beetje
basisonderwijs aan haar kinderen eindelijk uit handen geven.
Zeker in de laatste week voor de citotoets van groep
8, want dan haalde thuistrainen sowieso
niets meer uit.
‘Als je nou nog niet klaar bent voor de cito dan kan
je misschien beter een jaartje overdoen in groep 8’, merkte Thea op in een poging
om leuk te zijn.
Sabine schrok.
‘Je kunt toch niet blijven zitten in groep 8?’
‘Waarom eigenlijk niet?’,
vroeg Walter.
‘Iedereen gaat na de zomervakantie naar een
middelbare’, verzon Sabine onomwonden.
‘Ik vind dat raar. Misschien kun je beter even blijven
zitten’, vond Walter.
‘Waarom zou ik? Ik heb havo/vwo-advies uitslag van de
NIO’, beet Sabine nuffig van zich af.
Geschrokken haastte Walter zich om duidelijker te
zijn. De lieverd.
‘Nee, jij niet, ik bedoel iemand die nog niet klaar
is voor de citotoets.
Verward schudde Sabine haar hoofd.
‘Ja, maar als je blijft zitten in groep 8 dan weet je
toch al waar de citotoets over gaat.’
‘Ja, maar dat weet jij nou toch ook van al dat
citotrainen.’
Walter was in de war, maar Sabine ook.
‘Niet precies’, antwoordde ze koppig.
‘Ja, maar de citotoets is toch elk jaar anders. Dus
als je blijft zitten weet je ook niet precies waar de volgende citotoets over
gaat.’
‘Niet waar toch mam?’
Thea zou blij zijn als die opgeklopte citodriedaagse
achter de rug was.De spanning die in groep 8 zowat op springen stond begon
Sabine parten te spelen en dus werd ze onredelijk.
‘Wel waar toch mam. De citotoets is toch elk jaar
anders?’, herhaalde Walter drammerig.
Nu kwam het er voor de huisvrede op aan dat Thea zo diplomatiek mogelijk
reageerde.
‘Jullie hebben alletwee gelijk. De vragen van de
citotoets zijn elk jaar anders, maar de vraagstelling en de onderwerpen waarover vragen worden gesteld
zijn wel elk jaar hetzelfde. Dat weet Sabine ook wel, want anders zou
citotrainen helemaal geen zin hebben’.
‘Zie je wel!’, blaften Sabine en Walter elkaar
tegelijkertijd toe.
‘Maar je kunt niet blijven zitten in groep 8 toch
mam?’, hield Sabine aan.
‘Jij niet’, besloot Thea.
Tegen Bart schertste ze ’s avonds in bed voor het
slapen gaan:
‘Nog vier nachtjes slapen’.
‘De citotoets is toch overmorgen?’
Bart lachte niet. Hij kneedde zijn kin. Het leek wel
alsof hij haar niet gehoord had. Hij zat rechtop in bed. Hoofdkussen in zijn
onderrug, de benen onder het donsdek en de laptop opengeklapt voor zich.
‘Ja, daarom zeg ik; nog vier nachtjes slapen. Daarna
is de citotoets voor Sabine voorbij. Ik probeerde weer eens leuk te zijn, maar
ik ben niet in vorm vandaag geloof ik’, wist Thea beteuterd.
‘Ha, ha’, lachte Bart droog, terwijl hij de laptop
naar haar toe schoof.
Op het beeldscherm was een brief te zien die
verstuurd was in de groepsmail van De Wielewaal.
Beste ouders en verzorgers,
Aanstaande dinsdag begint de afname van de citotoets
in groep 8. Ik heb echter niet het gevoel dat mijn dochter Nana goed voorbereid
is. Dat is niet haar schuld. Na onderzoek op het internet heb ik een rapport
van de onderwijsinspectie gevonden. Dit rapport gaat over het onderwijsniveau op
De Wielewaal. Het staat online. In dit rapport van de onderwijsinspectie staat
te lezen dat De Wielewaal al jaren ondermaats scoort. Het is een schande. Onze
kinderen hebben recht op goed onderwijs dat ook beklijft. Ik maak me ernstige
zorgen. Ik stel voor dat we Jeewee morgen na schooltijd aanspreken op zijn
verantwoordelijkheid. Laat me even weten of jij ook van de partij bent.
Agnes (moeder van Nana)
‘Dat meen je niet’, giechelde Thea van ongeloof.
Ze las de brief een tweede keer door. Ondertussen gaf
Bart zijn mening.
‘Spuit elf geeft modder. Dit is wel heel erg hoor.
Ook zo’n lekkere timing zo vlak voor aanvang van de citotoets. Die directeuren
Yin en Yang zullen ook wel denken: ‘Hier doen we het allemaal voor.’ Dit is
toch om je haren bij uit je kop te trekken?’
De slappe lach diende zich bij Thea aan.
‘Niet als je kaal bent!’
Bart glimlachte flauw.
‘Maar als je toch als docententeam van een
basisschool alles op alles zet om fouten uit het verleden niet te herhalen en
zelfs twee troubleshooters een jaar loslaat voor herstelwerkzaamheden dan is
zo’n brief aan de vooravond van de citotoets toch een reden om stante pede
ontslag te nemen? Ik begin dat landelijke docententekort wel te begrijpen.’
‘Weet je wat ik dan weer niet snap?’, voegde Thea
melig toe.
‘Vertel?’
‘Agnes is aan het begin van het schooljaar toch ook
op de vergadering van groep 8 met de directeuren Yin en Yang geweest? Daar is
alles uitgebreid besproken. Ook het slechte onderwijsinspectierapport’
Bart kon er de humor niet van inzien.
‘Jij snapt het wel Thea, maar die Agnes dus niet. Wat
is dat voor een meut?’
Thea hoefde niet diep te graven om een beeld van
Agnes op te roepen. Een smoezelig type van middelbare leeftijd met een
haardracht waar geen kam of borstel aan te pas was gekomen. Ze was steevast op
de achtergrond van De Wielewaal aanwezig. Heel gedienstig altijd. Zogenaamd
nooit een kwaad woord over een ander, maar wel op de uitkijk. Geen ander belang
dan eigen belang. Ze was eind veertig toen ze voor het eerst moeder werd van
Nana. Een moetje.
‘Ze is geen opperouder, maar een volgster. Ze is
ouder dan ik en getrouwd met een Spanjaard. Ze was in onderhuur in de
Wielewaalwijk, maar toen zette de huisbaas haar met Spanjaard en kind
halsoverkop het huis uit. Huilen op de speelplaats van De Wielewaal. Stond ze
met bedebrieven te leuren waarin ze om een vervangende woning smeekte. Ik heb
haar toen nog getipt voor één de antikraakwoningen hier in onze wijk, maar daar
haalde ze haar neus voor op. Ik bedoelde het goed en het zou toch een mooie
tijdelijke oplossing zijn geweest. Maar nee, ze wilde per sé in de
Wielewaalwijk blijven wonen. Ze had geld genoeg zei ze. Dan niet. Inmiddels
heeft ze wel een eigen huis in de Wielewaalwijk. Ik weet niet of het huur of
koop is.
‘Als het een koophuis is dan had ze inderdaad geld
genoeg. Wat een treurigheid. Eerst die felle Jelle tegen de NIOtoets en nou Agnesstress voor de
citotoets’, schamperde Bart.
Nadat ze was uitgelachen zag Thea ook wel in dat die
Agnesstress de omgekeerde wereld was. Agnes was een vrouw van begin zestig. Dus
te oud om de citotoets uit haar eigen basisschooltijd te kennen. Maar dat was
geen excuus om op het scherpst van de snede openlijk een paniekaanval te
krijgen. Agnes had geen recht om anderhalve dag voor aanvang van de citotoets,
via de mail of anderszins, de normale gang van zaken te ontregelen door de
aandacht van de onderwijzer van haar elfjarige dochter Nana op te eisen. Toch
bleven kritiek of steunbetuigingen van medeouders in de groepsmail van De
Wielewaal uit. Geen commentaar. Zulks was op de Wielewaal alleen mogelijk door
een aardverschuiving. Een strakke actie in de trant van Jeewee die in opdracht
van de directeuren Yin en Yang de schade van de paniekmail van Agnes liever
gisteren dan vandaag zoveel mogelijk had zien te beperken. Ten behoeve van haar
persoonlijke welbevinden liet Thea haar voorstellingsvermogen over de modus
operandi van Jeewee in het geval van moeder Agnes verder liever niet spreken.
Temeer omdat Agnes overduidelijk het prototype was van een aandachtsjunk die
stond te trappelen om door meester Populair gepaaid te worden. Ten koste van
haar enige kind. Toch stond niet Agnes maar Nana aan de vooravond van de
citotoets die zo kort dag was dat de leerontwikkeling van geen enkele kandidaat
nog veranderd kon worden. Laat staan de leerontwikkeling van Nana. De dochter
van Agnes deelde haar lot met de meeste elf- tot twaalfjarigen verdeeld over
heel Nederland. Daar ergens tussen bevond zich ook Sabine. De dochter van Bart
en Thea.
‘Ik krijg de druivensuiker niet aangedragen’,
grijnsde Jeewee handenwrijvend en verend
op zijn sneakers op de eerste ochtend van de citodriedaagse.
Daarna volgde een vette knipoog die Thea in een reflex over haar schouder deed
kijken, om zich vervolgens voor de zekerheid een halve slag om te draaien. Er
stond echt niemand anders achter haar of in de buurt. Jeewee had haar dus
zojuist voor het eerst in jaren van ontelbare, zijdelingse ontmoetingen in en
rond De Wielewaal rechtstreeks aangesproken. Op een manier alsof hij er
blindelings vanuit ging dat Thea zijn ondertoon zou oppikken. Ze was verbaasd
dat hij überhaupt wist wat cynisme was. Zou hij dan serieus de Agnesstress belachelijk maken?
‘Druivensuiker voor de ouders dan toch zeker’, gokte
Thea dus maar.
Jeewee schrok van de grap die hij zelf had uitgelokt.
Bovendien hadden zich inmiddels opperouders met hun kinderen in de deur van het
klaslokaal aangediend en, in tegenstelling tot de Agnessen van deze wereld,
voelde Thea wel feilloos aan wanneer ze te veel was.
Desondanks kwam Sabine de citodriedaagse goed door.
Door al het citotrainen van de afgelopen tijd wist ze precies wat haar te
wachten stond en was ze redelijk in staat om zich af te sluiten van alle
onruststokerij. Mede dankzij Jeewee die de kalmte onder zijn participanten aan
de citotoets boven verwachting, meesterlijk wist te bewaken tot aan de laatste
minuut. Daarna begon na vijftig seconden het aftellen van tien, negen, acht,
enzovoorts. Bij nul aangekomen legden de gaar gestoomde studiebolletjes eensgezind hun potloden naast
zich neer. Daarna de ontlading in een schakelreactie. De één na de ander leek
te ontwaken uit de citotrance. Traditiegetrouw trokken alle kinderen van groep
8 vervolgens in de polonaise door het gebouw van De Wielewaal. Uitzinnig door de
bevrijding van de toets deed de stoet, onder luid gejoel en gejuich, alle
klaslokalen en de docentenkamer aan. Een periode van vooral pleziertjes
beloofde aan te breken. Er stond vanalles op de planning, waaronder een
musical, een schoolkamp en een extra lange zomervakantie. Officieel werd er nog
gewoon les gegeven in groep 8 in de laatste weken voor de zomervakantie, maar
in werkelijkheid was het einde van de citotoets de aftrap voor een
vrijblijvende invulling van het resterende leerprogramma.
In die laatste schoolweken was Jeewee voornamelijk op
het speelplein te vinden. Hij voetbalde het ene wilde potje na het andere met
de stoere jongens van groep 8, hetgeen niet uitnodigde tot deelname van de
minder robuuste leerlingen. Sabine en Zarah voelden zich in ieder geval niet
geroepen tot een voetbalwedstrijd. In het begin sleten de verschoppelingen hun
verloren uurtjes apathisch in en rond De Wielewaal. Na het zoveelste spelletje
vier op een rij of galgje op het digibord in het lokaal van groep 8, begonnen ze
op eigen houtje; chips, Tina’s, en Nintendo ’s mee naar school te nemen. En
blokjes roze bubble gum met gratis neptattoos in de verpakking. Pas na een week
of wat vermenigvuldigden de plakplaatjes op de armen, benen, handen voeten,
buik en het voorhoofd van Sabine zich niet meer, omdat de afleiding van de
repetities voor de schoolmusical langzaam maar zeker op gang begon te komen.
‘De verlossing’, juichte Thea namens Sabine.
Van Sabine had Thea begrepen dat er al een
voorzichtig beginnetje gemaakt was met de audities voor de verschillende rollen
in de aanstaande schoolmusical. Het draaiboek werd op De Wielewaal ieder jaar
voor groep 8 kant en klaar besteld bij een instantie die gespecialiseerd was in
schoolmusicals. Zo’n schoolmusicalpakket bestond uit; het script, de tekst van
de liedjes en de begeleidende muziek op cd. In samenwerking met 2 hulpouders
had Jeewee een voorselectie gemaakt, zodat de betrokken leerlingen van groep
8 konden kiezen uit 3 titels. Daarna
stond het aspirant musicalsterren vrij om een lijstje met drie wensrollen – in
hiërarchische volgorde – op een briefje in te leveren bij de
schoolmusicalcommissie.
Thea zag Sabine opleven uit de duffe nasleep van het
citotrainen van de afgelopen maanden en het daarop volgende monotone uitzitten
van het restje schooltijd op de Wielewaal. Eindelijk een bestemming voor dat
sluimerende, euforische gevoel, dat Sabine sinds het beantwoorden van de
laatste vraag van de citotoets was overkomen. Ze vond haar eetlust terug,
ontdeed zich onder de douche van haar neptattoos en toog weer vol goede moed
naar school. Er zou een schoolmusical komen en zij zou graag de journaliste
spelen. Haar tweede keus was de rol van politievrouw en als derde voorkeur had
ze de schurk uit de schoolmusical opgeschreven op haar lijstje.
‘Bij wie moest je dat voorkeurslijstje voor de rollen
van de schoolmusical; eigenlijk inleveren? Bij Jeewee?’, wilde Thea weten toen
Sabine haar hielp met boodschappen opruimen.
Thea kon zich niet kon voorstellen dat Jeewee zich
serieus met de schoolmusical bezig hield. Daar had hij geen tijd voor met zijn
voetbalfanatisme op het speelplein.
‘Bij de schoolmusicalcommissie’, antwoordde Sabine
met een geaffecteerd stemmetje.
Ze rolde met haar ogen. Thea grinnikte om de
mensenkennis van Sabine die zich met het groeien van haar zelfvertrouwen steeds
vaker openbaarde.
‘Ja, je mag dan wel van Jeewee verlost zijn, maar aan schoolcommissies zit je voorlopig nog vast’,
plaagde Thea begripvol.
‘Kun jij er niet bij komen?’, vroeg Sabine op een
kleine meisjestoon.
Dat verzoek had Thea niet zien aankomen. De oprechte
ondertoon ontroerde haar. Ineens vroeg ze zich af waarom zij niet allang in de
schoolmusicalcommissie zat? Nergens had ze een vacature gezien. Niet in de
nieuwsbrief van De Wielewaal en niet in de groepsmail. Ook hing er geen oproep
met een inschrijflijst aan de deur van het lokaal van groep 8. Terwijl de
tijd voor Thea, om vrijwillig
hulpmoeder te kunnen zijn, rijper was dan ooit tevoren. De concurrentiestrijd
tussen de opperouders was beslecht, want na de citotoets viel er niets meer te
winnen. Ja, een ontspannen sfeer. Althans daar ging Thea vanuit. Zoals Thea ook
begon in te zien dat de kans om zich samen met Sabine in een musicalavontuur te
storten éénmalig was. Straks op de middelbare school zou Sabine als het goed
was steeds minder vaak een beroep op haar moeder willen doen. Het was nu of
nooit meer. Thea zou decors kunnen ontwerpen en/of bouwen of zich nuttig kunnen
maken als souffleuse of regisseuse. Desnoods was ze bereid om weer kostuums te
naaien, zoals ze aan het eind van groep 6 ook voor het toneelclubje van
acteerjuf Edith had gedaan. De stank voor dank die ze toen had gekregen zou ze
ook nu weer over zich heen laten komen ter wille van de versterking van haar
band met Sabine. Hoewel de afgelopen tropenjaren op De Wielwaal haar wel direct
gas lieten terug nemen bij de romantische insteek. Een bekend voorbehoud uit
het tijdperk van Willy Bakbruin alias de oud-directrice van De Wielewaal bij
wie de deformatie aan het einde van haar carrière dusdanig huishield dat ze
alleen nog maar naar de pijpen van de opperouders kon dansen. Moedeloos
probeerde Thea om de opgedoemde spookbeelden uit haar Wielewaalverleden weg te
redeneren. De huidige troubleshooters Yin en Yang zouden de opperouders nooit
opnieuw de overhand geven. Zelfs niet bij zoiets triviaals als een
schoolmusical. Juist niet. Voor de zekerheid stelde ze de hamvraag toch maar
aan Sabine.
‘Wie zitten er eigenlijk in die
schoolmusicalcommissie?’
‘De moeder van Kasper en de moeder van Tanja. Moira en Dimpf’, meesmuilde
Sabine met de klemtoon op Moira en Dimpf.
Precies op dat moment struikelde Thea over een
kauwbot van runderhuid dat slingerde op de keukenvloer. Met een klap kwam ze op
haar rechterzijde terecht. Een papieren zak appels vloog uit haar handen en
scheurde open tijdens de val.
‘Ik breek nog eens m’n nek door die rothond!’
schreeuwde ze huilerig en totaal niet in verhouding tot haar uitglijder.
De oerkreet kwam niet door de val, maar door
associaties met de genoemde namen van Moira en Dimpf. Opperouders van de eerste
orde. Thea kwam moeilijk overeind. In het midden van de keukenvloer bleef ze
zitten tussen de losse appels die alle kanten oprolden. Ze trok haar benen op,
omarmde haar knieën ter houvast en liet haar voorhoofd erop rusten. Yolo dribbelde rechtstreeks op het
hoopje mens in het midden van de keukenvloer af. De appels die rond zijn poten
rolden deerden hem niet. Yolo duwde zijn vochtige snuit tegen de linkerwang van
Thea ten teken dat hij haar gezicht wilde aflebberen. Aan de trillingen in de
lucht merkte Thea ongezien dat Yolo vrolijk stond te kwispelen.
‘Gaat het mam?’
De stem van Sabine kwam van de andere kant. Aan haar
ademhaling kon Thea horen dat ze de appels van de keukenvloer opraapte en
daarna tevergeefs probeerde om Yolo uit de buurt van Thea te dirigeren. Maar
als Yolo in een koppige bui was, dan kon hij zich schrap zetten door plat op de
grond te gaan liggen. Dan was er geen beroering in het beest te krijgen.
‘Ja joh, tuurlijk. Bedankt voor de hulp en laat die rothond maar even bij me liggen’,
murmelde Thea met haar gezicht nog steeds tussen haar opgetrokken knieën.
Nadat Sabine de keuken verlaten had, verloste Thea
zich uit haar houding en strekte haar rug. Haar heupen protesteerden en ze
wreef de pijnlijke plek waarna ze naadloos overging op het zwartfluwelen
holletje achter een flapoor van Yolo haar troosthond.
In hoeverre zitting in een schoolmusicalcommissie de moeite waard was,
hing natuurlijk niet alleen van Sabine
af. Niet met Moira en Dimpf in het bestuur. Thea moest ook aan zichzelf denken
en deze pittige tantes in het bijzonder lagen Thea geen van beiden. In groep 6
bij meester Joep had ze al eens met Moira in de clinch gelegen. Moira was de
gescheiden moeder van Bob en Kasper. Bob had in een ver verleden ooit bij
Jeewee in groep 8 gezeten en dit schooljaar was zijn jongere broertje Kasper
aan de beurt. Moeder Moira was een jaar of vijf ouder dan Thea, maar ze gedroeg
zich als een meisje van achttien dat haar geseksualiseerde uiterlijk tot op het
bot wist uit te buiten. Moira was ook best een mooie vrouw als je tenminste
uitging van de wansmaak van de gemiddelde man. In vergelijking met zichzelf zou
Thea de moeder van Kasper eerder gewilliger dan aantrekkelijker hebben willen
noemen. Zeker niet dommer. Wel minder creatief dan Thea en een stuk
doortrapter. In groep 6 had Moira nog de show willen stelen met een tekst die
Thea geschreven had op een liedje van K3 ter gelegenheid van de toenmalige
afscheidsbarbecue van meester Joep.
Aanvankelijk had Thea zichzelf niet meer herkend. Hoe infantiel kun je zijn om
je te laten verleiden tot een bitchfight vanwege een kinderliedje? Maar als
Thea het plagiaat over haar kant had laten gaan was niet alleen zij, maar ook
Sabine in haar eer aangetast geweest. De enige van De Wielewaal die haar
indertijd gesteund had in haar noodgedwongen concurrentiestrijd met Moira was
uitgerekend Dimpf.
Dimpf had twee dochters in dezelfde leeftijd als de
zonen van Moira. De oudste dochter, Debby genaamd, had eerder bij Bob en dus
Jeewee in de klas gezeten. Ook de twee jongsten van Moira en Dimpf, te weten;
Kasper en Tanja deelden hun geboortejaar en zaten nu bij elkaar en bij Sabine
in groep 8 van Jeewee. Sabine en Tanja leefden op De Wielewaal volstrekt langs
elkaar heen. In het licht van het opperouderschap had de moeder van Tanja – Dimpf – dus geen enkele reden om partij te kiezen
voor tirannieke Thea bij de letterroof van Moira. Je zou bijna gaan geloven dat
Dimpf goede bedoelingen had die ze zomaar ineens besloot met Thea te
delen.
Haar gewrichten kraakten toen Thea zich aan de
leuning van een keukenstoel optrok van de vloer. Yolo keek loom naar haar op.
Tussen de verzamelde losse appels op het tafelblad vond ze haar mobiel. Na een
korte scroltocht in de geschiedenis van haar Wielewaalmail, verscheen het
berichtje dat Dimpf haar twee jaar geleden had gestuurd toen Sabine nog in
groep 6 bij meester Joep zat.
Hoi Thea,
‘Je moet doen wat jij goed acht en je niets
aantrekken van dat wat de hulpouders beweren. Jij hebt het afscheidslied voor
meester Joep bedacht en dus bepaal jij wat ermee gebeurt. Ik zou je graag
helpen, maar dat kan ik niet, want ik ben erg druk met de regie van de
afscheidsmusical van groep 8. Mijn dochter Debbie gaat volgend jaar namelijk
naar de middelbare en dat heeft even mijn priori.
Doei, Dimpf
Tussen de behoudende regels door kon Thea heel helder
de zogenaamde steun van een bedilzieke
opperouder lezen. Vandaar dat Dimpf nooit een bedankje had ontvangen van Thea.
Thea was namelijk niet overtuigd van de zuivere motieven achter de mail. Dimpf
gaf Thea eerder de indruk van een gefrustreerde hoogheid die zich beperkt
voelde, omdat ze maar op één plek tegelijk kon regeren. Het liefst had Dimpf
natuurlijk zowel bij de musical van Jeewee als bij de afscheidsbarbecue van
meester Joep de boventoon gevoerd. Dimpf wilde winnen. Niet van Thea, maar van
andere opperouders zoals Moira. Wie weet kon ze Thea inpalmen voor haar missie?
En hoewel Thea geen concrete bewijzen had, bleef ze overtuigd dat Dimpf zich in de wandelgangen
van De Wielewaal anders voordeed dan ze was. Toch is iedereen onschuldig totdat
het tegendeel bewezen is. Zelfs opperouders. Moira daarentegen liet zich
dusdanig kennen tijdens de organisatie van het afscheidsfeestje leeftijdloze
voor meester Joep in groep 6 en het jatten van het meezingliedje dat Thea voor
de gelegenheid geschreven had indertijd, dat er in haar geval geen twijfel meer
mogelijk was. Van Moira wist Thea dan ook uit eigen ondervinding dat ze niet te
vertrouwen was.
De smeulende rivaliteit tussen Dimpf en Moira was
eigenlijk niet te bevatten, omdat het tweetal voor de buitenwacht bij elkaar
leek te horen als een peper- en zoutstel. Daar tussenin was Thea niet van plan
om suikergoed te zijn. De disharmonie tussen Dimpf en Moira leek zo ongegrond.
Ze hadden zoveel redenen om besties te zijn. Ze waren alletwee gescheiden. Net
als Moira was Dimpf een type vrouw dat standaard op een voetstuk werd geplaatst
door onderdanige mannen en volgzame vrouwen. Allebei genoten de dames sociaal
aanzien in de Wielewaalwijk. Dimpf omdat ze bekend stond als de begeerlijke
uitbaatster van een bruin café in De Wielewaalwijk en Moira omdat ze een
erudiete ex-doktersvrouw verpersoonlijkte die nu openlijk teerde op de
alimentatie van haar voormalige echtgenoot. Twee appetijtelijke gevalletjes van
beschikbaar op de datingmarkt voor senioren. Na zoveel overeenkomsten zou je
toch verwachten dat de middelbare meisjes de deur bij elkaar plat liepen. Niets
was minder waar. En dat met zo weinig verschillen. Of het doorslaggevende
onderscheid moest de haarkleur geweest zijn; Dimpf was synthetisch hoogblond en
Moira onnatuurlijk gitzwart. Maar zo oppervlakkig kon zelfs deze vergane glorie
niet zijn. Het conflict lag vermoedelijk eerder in hun beider opgeblazen ego’s
die, onder de stijgende spanning van elkaars nabijheid, continu dreigden te
ontploffen.
Sowieso zou democratisch overleg vooraf aan de
samenstelling van de schoolmusicalcommissie een slimme zet geweest zijn. Als
het niet uit goed fatsoen was, dan toch zeker in de lijn van het nieuwe beleid
van de troubleshooters, waarin samenwerking een toverwoord was. Moira en Dimpf
lieten zich linksom of rechtsom toch wel gelden. Zodoende konden de directeuren
Yin en Yang ook al niet om inmenging in de eerlijke organisatie van de
eindmusical van groep 8 van De Wielewaal heen en werd Jeewee aan zijn oor
getrokken met het dringende advies om zijn eigen rotzooi op te ruimen. Want
wonder boven wonder kondigde Jeewee in de groepsmail plotseling alsnog een
algemene vergadering van de schoolmusicalcommissie aan. Kennelijk was Thea niet
de enige die op een beetje meer inspraak gehoopt had bij de totstandkoming van
de afscheidsmusical van groep 8. Terwijl de repetities al in volle gang waren.
Beter laat dan te laat. Terwijl Jeewee, als hij slim was geweest, de
verantwoordelijkheid voor de schoolmusical misschien nog best wel probleemloos
uit handen had kunnen geven. Hoe dan? Eenvoudigweg door zich onder werktijd op
de speelplaats voor het oog van iedereen af en toe en niet consequent te buiten
te gaan aan zijn voetbalverslaving. Door de overdosis voetbal etaleerde Jeewee
elke schooldag meer en meer zijn desinteresse in de schoolmusical van zijn
groep 8 en daarmee in ouders die graag bij de organisatie betrokken wilden
zijn. Voilà. Het resultaat van zijn onachtzaamheid: een verkapt excuusmailtje
oftewel een lulsmoesje van Jeewee.
Beste ouders,
De zomervakantie is in zicht en de achtste groepers
staan op de rand van een nieuwe fase in hun leven. Voor het zover is luiden we
het schooljaar uitbundig uit met een schoolmusical.
Ik heb gekozen voor de musical ‘Houd de dief’, met
leuke liedjes en een bezetting waardoor iedereen uit groep 8 op één of andere manier bij de
schoolmusical betrokken zal zijn.
Veel ouders hebben aangegeven ook graag een bijdrage
te leveren aan de schoolmusical. Iedereen is welkom op de vergadering van de
schoolmusicalcommissie die aanstaande woensdagmiddag direct na schooltijd in
het lokaal van groep 8 gehouden zal worden. Tot dan,
Met vriendelijke groet,
Meester Jan-Willem
Groep 8 van De Wielewaal
‘Wat denk je? Moet ik gaan?’
Thea verhief haar stem om boven het geluid van de
elektrische tandenborstel van Bart uit te komen.
‘Klinkt niet verkeerd toch?’
Bart spoelde zijn mond.
‘Het is niet dat ik anders niks te doen heb of zo’,
twijfelde Thea.
Ze zat op de badrand en staarde zich op haar mobiel
blind op het berichtje van Jeewee, terwijl ze haar beurt aan de wastafel
afwachtte. Bart veegde zijn lippen droog en antwoordde onderwijl gesmoord
vanachter de handdoek.
‘Je doet er Sabine volgens mij wel een plezier mee.’
Opnieuw in dubio verdiepte Thea zich wederom in het
mailtje van Jeewee.
‘Zo’n zin als ‘Ik heb gekozen voor de musical; ‘Houd
de dief’, is dus een regelrechte leugen. Jeewee heeft helemaal nergens voor gekozen.
Hij doet de hele dag niets anders dan voetballen. De musical ‘Houd de dief’ is
gekozen door de opperouders; Moira en Dimpf, voordat andere ouders überhaupt
inspraak hebben gehad. En hoezo komt er nu pas een vergadering die
georganiseerd is door de schoolmusicalcommissie? Moet zo’n
schoolmusicalcommissie niet eerst gekozen worden tijdens een vergadering? Dat
is dan toch een kwestie van je afvragen wat of wie er eerder was; de kip of het
ei?’
Geamuseerd boog Bart zich voorover naar Thea en
drukte een kalmerende kus op haar kruin.
‘Maak je niet druk, je hebt al gewonnen Schatzl.’
Thea snapte wel waarom Bart triomfeerde. De uitslag
van de citotoets was intussen ook bekend.
Het eindresultaat was net als bij de score van de NIOtoets in een
gesloten envelop onverhoeds aan komen waaien na een doordeweekse schooldag.
Door de terloopsheid had Thea de envelop al open gescheurd en de inhoud
gelezen, voordat ze goed en wel besefte dat hier wereldnieuws op microniveau aan de orde
was. In overeenkomst met de NIOtoets kwam Sabine volgens de CITOscore op een
havo/vwo middelbare schooladvies uit. Logisch toch? Hoeveel gelijk kan een mens
hebben?
‘Wat kunnen die opperouders jou nou nog maken?!’,
lachte Bart haar toe in een tandpastawalm.
‘Moet jij eens opletten’, had Thea onbewust
voorspeld.
Want eens een opperouder altijd een opperouder. Gelijk
bij binnenkomst, in het tot vergaderzaaltje omgetoverde lokaal van groep 8, was
Thea dan ook het liefst op haar schreden naar huis teruggekeerd. Al in de
deuropening werd ze overvallen door de benauwende en bekrompen atmosfeer van
teveel opperouders op een klutje. Alsof Thea met twee voeten in een
spreekwoordelijk, verraderlijk moeras was gestapt, waarin ze meteen naar
beneden werd getrokken. Hoe had ze zo overmoedig kunnen zijn? Op Sabine na zat
niemand op haar deelname aan de schoolmusicalcommissie te wachten. Thea zag
Jeewee verkrampen toen hij haar vanuit zijn ooghoeken zag binnenkomen. Hij zat
niet op zijn gemak aan het hoofd van een twaalftal aaneengeschoven tafeltjes
met daaraan een stuk of 14 keuvelende opperouders. Hoewel Thea vantevoren heus geen
rode loper had ingecalculeerd, kon ze deze botte afwijzing van Jeewee maar
moeilijk verkroppen. Temeer daar de moeder van Nana, vlak achter Thea langs,
het lokaal van groep 8 binnen drong en doelgericht op Jeewee afdribbelde. Ze
wierp zich nog net niet in zijn armen. Bij haar aanblik sprong Jeewee meteen op
en begroette Agnes door haar gedienstig een lege stoel links naast zich aan te
bieden. Door de bereidwilligheid van Jeewee om zich over Agnes te ontfermen
alsof haar aanwezigheid zijn allerhoogste prioriteit had, voelde Thea hoe ze
verder het moeras in werd gezogen. Haar adem stokte even. Een voorkeurspositie
ambieerde ze niet, maar de ongelijke behandeling sloeg op haar longen. In
plaats van Agnes had zij eens een paniekbrief over het beroerde onderwijsniveau
op De Wielewaal wereldkundig moeten maken in de groepsmail. En dan ook nog eens
anderhalve dag voor het startschot van de citotoets. Ze zou gevild en
kaalgeschoren zijn door de opperouders om daarna aan haar voeten in een
onheilspellende oploop door de gangen van De Wielewaal te zijn gesleurd. Jeewee
zou emotie- en bewegingsloos naar haar afstraffing hebben staan kijken. In
denkbeeldige zin dan. Agnes daarentegen kreeg een erezetel in de
schoolmusicalcommissie. Als klap op de vuurpijl van haar onruststokerij
Hierdoor werd Thea toch weer aan het twijfelen gebracht. Wat hoopte ze
eigenlijk nog te bereiken met deelname aan een schoolmusicalcommissie? In ieder
geval geen bezigheidstherapie, in tegenstelling tot het merendeel van de
aanwezigen in het algemeen en Agnes in het bijzonder.
De opkomst was verstikkend hoog. Thea herkende Marit,
de moeder van Luna. Marit was in gesprek met haar vriendin Greet, de moeder van
het huilmeisje Mathilde. Verder zag Thea in de gauwigheid; Maud van Ronny
en Evelien van Fransje zitten lachen en
praten tussen een zestal minder bekende papa’s en mama’s. Dimpf van Tanja zat
naast Agnes en tegenover Moira van
Kasper. Dimpf en Moira waren de enige twee die niet gezellig aan de babbel waren.
Moira was met haar mobiel in de weer en Dimpf zat gezapig om zich heen te
kijken. Overigens zonder Thea te zien. Niemand zag Thea staan aan de
rechterkant van Jeewee waar nog een stoel onbezet was. Daarom installeerde Thea
zich met onnodig veel herrie en overdreven gebaren naast Jeewee die vervolgens
nog verder wegdook in de nabijheid van Agnes aan de veilige kant van de
geïmproviseerde vergadertafel.
Thea deed alsof ze meeluisterde met het onderonsje
tussen Jeewee en Agnes. Ze kreeg geen syllabe van hun tete a tete mee, maar ze
wilde Dimpf, die schuin tegenover haar aan de vergadertafel zat, niet
aankijken.
‘Leuk voor Walter dat hij mag helpen met het licht en
geluid’, begon Dimpf op gesprekstoon.
Kennelijk had Dimpf geen oogcontact nodig om
conversatie te maken. Ze deed geen moeite om boven het geroezemoes aan tafel
uit te komen en toch kon Thea haar woord voor woord verstaan. Ze hield haar
hand achter haar oor
‘Sorry, wat zei je?’
Thea keek in het uitgekookte gezicht van de moeder
tegenover haar. Dimpf hing achterover in haar stoel met de lange benen over
elkaar heen geslagen. Ze speelde quasi nonchalant met haar sleutelbos en
staarde Thea uitdagend aan. Ze herhaalde:
‘Ik zei: leuk dat Walter mag helpen met de musical
van groep 8’.
‘Is dat leuk ja?’, hield Thea zich van de domme.
Walter was door Tarik de conciërge gevraagd om te komen helpen bij het licht en
geluid van de musical. Boris, de bolleboos van groep 8, had faalangst of zoiets
en Walter was de beroerdste niet. Hij sprong gewoon te hulp zonder op de
voorgrond te treden, waardoor Boris vanzelf bijtrok in een heus teamverband
met Tarik en Walter. Thea had al een
vaag vermoeden waarom Dimpf het deed voorkomen alsof Walter een gunst werd
verleend. In werkelijkheid hadden Tarik en Boris gewoon een beroep gedaan op
Walter omdat hij bekend stond om zijn interesse en voorsprong in computerkunde
en techniek. Niet ongewoon trouwens dat er op De Wielewaal dankbaar gebruik
werd gemaakt van de aanleg en hulpvaardigheid van Walter. Zeker door Tarik en
de digibeten onder de docenten van De Wielewaal. Maar dat wilde Dimpf niet
weten. Ze nam Thea achterdochtig op. Ze verbeet zich en sloeg een zoetsappig
toontje aan.
‘Ja, natuurlijk is dat leuk. Het joch zit pas in
groep 7. Ik ken een heleboel jongens uit
groep 8 die ook wel het licht en geluid zouden willen doen’.
Ach kijk een aan, Dimpf had machtsprobleempjes. Thea
had zo geen zin in dat wijvengekijf. Maar vooruit; ze was er nou toch. Thea kon
ook beminnelijk zijn.
‘Is dat zo? Wat leuk. Ik denk dat je daarvoor bij
Tarik de conciërge moet zijn. Tarik heeft Walter ook aangenomen. Wel vervelend
dat de conciërge niet eerst jouw toestemming heeft gevraagd’.
Dimpf had een zenuwtrekje aan één mondhoek dat Thea
nog niet eerder was opgevallen. Verder leek Dimpf onaangedaan en fleemde
poeslief.
‘Nou ja, ik ga daar niet over. Ik houd me liever
bezig met de rolverdeling’.
Hier vergat Thea in haar enthousiasme om op haar
hoede te blijven.
‘Daar hebben ze toch dat lijstje met drie
voorkeursrollen in alfabetische volgorde voor in moeten leveren? De rol van journalist
staat bovenaan het lijstje van Sabine.’
Dimpf snoof minachtend:
‘Iedereen wil de rol van journalist’,
‘Da’s de hoofdrol’, mengde Moira naast Thea zich in het gesprek.
De achtergrondgeluiden aan de vergadertafel stierven
weg. Alle ogen waren inmiddels op de ruziehoek van Agnes, Dimpf, Moira en Thea
met Jeewee aan het hoofd gericht. Dimpf nam het hoge woord om Moira af te
katten:
‘Er zitten geen hoofdrollen in: Houd de dief’.
‘O jawel. De rollen van de journalist, de dief en de
politieagent zijn hoofdrollen. Kasper wil graag de dief zijn’, beet Moira haar
rivale vinnig toe.
Thea bleef nog een momentje in haar onnozele bui
hangen.
‘Maar ze hebben toch lijstjes in moeten vullen met
drie voorkeuren. Hoe gaan we dat aanpakken dan?’
‘Dat weet ik nog niet, maar ik ga niet met lijstjes
werken’, antwoordde Dimpf nuffig en ijskoud.
Op dat ogenblik drong het eindelijk voor eens en voor
altijd tot Thea door dat ze hier niet voor haar eigen lol zat.
‘Hoezo ik ga niet met lijstjes werken Dimpf? De schoolmusical
gaat toch niet over jou? Jij bepaalt toch niet in je eentje wie welke rol
krijgt? En zo ja, waarom heb je die kinderen dan die lijstjes met
voorkeursrollen laten maken en inleveren?’
Dimpf liet haat sleutelbos rinkelen en keek rakelings
langs Thea af. Ze zweeg en de spanning aan de vergadertafel steeg. Totdat een
vader de aandacht afleidde door over het decor te beginnen. Hij had nog restjes
verf staan en oud hout. Nou daar had Jeewee wel oren naar. Agnes begon spontaan
te notuleren op de achterkant van haar uitgeprinte versie van de uitnodiging
voor de vergadering van de schoolmusicalcommissie.
‘Wij vinden wel dat Sabine goed kan zingen’.
Dat was de zwoele stem van Dimpf weer.
‘Wie zijn wij?’, wilde Thea geïrriteerd weten.
‘Wij van de schoolmusicalcommissie’, glimlachte
Dimpf.
Viel er nou ineens iets goed te maken?
‘Je moet haar opgeven voor de voice kids’.
Voor de verandering waren Dimpf en Moira unaniem,
maar Thea moest er niet aan denken.
‘Ik moet helemaal niks’, concludeerde ze ten langen
leste wijs geworden.
HOOFDSTUK 50
Koningsdag werd op De Wielewaal vervroegd gevierd op
de laatste dag voor de voorjaarsvakantie. Het Oranjefeest bestond uit twee
delen. ’s Ochtends was er een gezamenlijk ontbijt dat werd aangeboden door de
gemeente namens het Koningshuis en ’s middags volgde een sport- en speldag.
Zo’n bewegingsfestijn zoals eerder in het schooljaar van Yin en Yang. Toen had
de herfstvakantie voor de deur gestaan en deed het onstuimige weer het
jaargetijde eer aan. Door een heftige storm en onophoudelijke regenval was
iedereen van de openlucht sportvelden in het gymzalencomplex vlakbij het
schoolgebouw gejaagd. De weersvoorspellingen voor het Oranjefeest in de buitenlucht op De Wielewaal
waren dat voorjaar gelukkig beduidend beter. ’s Ochtends werd Thea eerder
wakker dan haar alarm van een zonnestraal die door het uitgerolde gordijn
priemend haar gesloten oogleden verlichtte. Achter het rolgordijn stond het
slaapkamerraam open en een paar fanatieke huismusjes in de dakgoot floten een
idyllisch morgenstondwijsje. Haar wangen gloeiden en een fruitige, warme lucht vulde haar neusgaten. Er ronkelde een
brommer over de ventweg. Door de spleetjes van haar oogleden was de beslapen
andere kant van het tweepersoons bed leeg. Bart was al naar zijn werk
vertrokken. De wekker gaf half 7 aan en Thea kon nog even blijven liggen.
Liever was ze helemaal niet uit bed gekomen die dag. Ze had zich ingeschreven
als hulpouder voor de sport- en speldag om Walter tegemoet te komen. Ze had wat
goed te maken. Na het rampzalige verloop van de sport- en speldag van de
afgelopen herfst, had Thea haar zoon namelijk beloofd dat hij zich voortaan
ziek mocht melden bij buitenschoolse activiteiten. Hand op het hart. Alles
beter dan weer zo’n rel als met Kevin die beweerde dat Walter hem onder een
auto geduwd had. Of de schande van een ordinaire bekvechtpartij en plein
publiek tussen Thea en de moeder van Basta.
Niemand had zich dan ook liever aan haar belofte gehouden dan Thea zelf,
maar Walter was onderweg naar vandaag wel onder toezicht van Guido de
schoolpsycholoog komen te staan. En als het tienjarige ventje al iets geleerd
had van de bemoeienis van Guido de schoolpsycholoog dan was het wel om uit de
wind te blijven en zoveel mogelijk dekking te zoeken. Hoe minder aandacht, hoe
minder gedoe. Ziek melden op een sport- en speldag paste niet bij de Walter
nieuwe stijl, maar de dreiging van een incident nam wel toe zodra de kat op het
spek gebonden werd. Juist op een sport- en speldag stond Walter aan provocaties
bloot waartegen Thea hem op een toepasselijke manier wilde beschermen op De
Wielewaal. Dus door zich in te schrijven als hulpouder. Alleen op die manier
zou ze in staat zijn om hoogstpersoonlijk een oogje in het zeil te kunnen
houden op haar gepsychologiseerde jongen die na zo’n 4 maanden schooltherapie
bijna over de finish van een persoonlijke triomftocht was. Thea had al
aardbeientaarten besteld om op de laatste dag van de strategie van Guido het
succes van Walter met iedereen uit groep 7 te kunnen delen.
‘Mooi, dan kan hij voor de klas zijn verhaal doen’,
vond Guido de schoolpsycholoog tijdens de slotbijeenkomst.
Als het nou voor het eerst was dat Guido de
schoolpsycholoog over zijn ideaalpraatje door Walter voor de klas begon, dan
had Thea misschien niet over hem geoordeeld. Maar na weken van zeuren en
drammen van de kant van Guido was ze er langzamerhand van overtuigd dat de
schoolpsycholoog zich miskend voelde. En wie zichzelf niet kietelt, lacht
nooit. Thea wilde best geloven dat een succesverhaal van Walter voor groep 7
over het straf- en beloningssysteem van Guido de schoolpsycholoog de reputatie
van de beste man in een witte Wielewaalwijk ten goede zou komen, maar een
lofzang was niet de afspraak. Walter was immers niet het middel maar het doel
van het traject. En helaas voor Guido de schoolpsycholoog heiligt het doel nog altijd de middelen en niet andersom.
Walter moest er niet aan denken om voor groep 7, vol met prepuberale,
onbezonnen vechtersbaasjes onder het toeziend oog van Guido de
schoolpsycholoog, een spreekbeurt te moeten houden over verstandig omgaan met
boosheid. Nee is immers een sleutelwoord in de psychologie. Dat moest Guido de
schoolpsycholoog op zijn beurt dan ook maar eens leren accepteren. Ondertussen
deed Thea voor de zoveelste keer haar best om niet te kort door de bocht nee te
zeggen tegen Guido de schoolpsycholoog. Dus op een toon alsof ze iets nieuws
vertelde, legde Thea nogmaals aan Guido uit waarom ze vond dat Walter niets
voor de klas hoefde op te biechten.
‘Dat zou een straf voor hem zijn en ik dacht dat we
zojuist geconstateerd hadden dat Walter het traject met goed gevolg heeft
afgelegd.’
‘Ja, en dan heeft hij dus eigenlijk recht op een
beloning’, completeerde meester Viktor
het verweer van Thea, alsof ze vantevoren hun reacties op elkaar hadden
afgestemd.
Maar Guido de schoolpsycholoog liet zich niet in het
nauw drijven.
‘De beloning is de aardbeientaart waarop hij mag
trakteren.’
Wat Thea betreft was de magie van Guido de schoolpsycholoog ondertussen wel
uitgewerkt. Walter had zichzelf in de loop van het schooljaar van Yin en Yang
bewezen bij meester Viktor. Hij stond niet meer onder verdenking van boos opzet
en was veilig. Er was geen reden meer om de Guido de schoolpsycholoog langer
tegemoet te komen. Trakteren op aardbeientaart in de klas zou toch een prima
feestelijk afsluiting zijn van de psychologische weg die Walter met Guido en
meester Viktor had afgelegd? Wie weet paste aardbeientaart niet binnen het
budget van Guido de schoolpsycholoog?
‘Is trakteren op aardbeientaart een probleem dan?
Mijn man en ik betalen.’
Guido de schoolpsycholoog was niet te vermurwen.
‘Persoonlijk geef ik liever de voorkeur aan fruit of
groentesnacks als traktatie. Walter moet ook leren dat hij niet altijd zijn zin
krijgt.’
Zonder elkaar aan te kijken voelden Thea en meester
Viktor dat ze op dezelfde golflengte zaten.
‘Waar kwam deze aanval van Guido de schoolpsycholoog
op zijn pupil Walter vandaan?’
Thea besloot wat duidelijkheid te verschaffen.
‘Walter krijgt niet altijd zijn zin. Dus waarom zou
hij dat denken? Walter mag van mijn man en mij trakteren op aardbeientaart.
Niet op fruit of groentesnacks. Graag of niet.’
‘Misschien zeg ik het verkeerd. Ik bedoel eigenlijk
dat Walter ook met teleurstellingen moet leren omgaan. Hoe gaat hij bijvoorbeeld
om met slechte prestaties in de klas?’
Guido de schoolpsycholoog richtte zijn vraag tot
meester Viktor en dat was gezien de ontvlamde ogen en gespannen kaakspieren van
Thea maar goed ook. Meester Viktor hikte spottend alvorens hij het verlossende
antwoord gaf:
‘We hebben zojuist de entreetoets voor groep 7 achter
de rug. Walter had 97 procent van de vragen goed. Dat is ver boven het
landelijk gemiddelde.’
‘Precies dat bedoel ik. Walter moet leren falen’,
draafde Guido de schoolpsycholoog door.
Zou Guido moeite hebben om afscheid te nemen van zijn machtspositie als
psycholoog in het schooljaar van Yin en Yang? Het zou toch al te triest zijn
als zijn begeleiding van Walter het
hoogtepunt van zijn carrière was? Thea ademde diep in voordat ze zei wat ze
dacht:
‘Van mij mag je een ander kind leren falen Guido,
maar Walter is klaar om zich weer normaal verder te ontwikkelen.’
‘Ik ben juist blij dat Walter tenminste geen
faalangst heeft’, greep meester Viktor in.
Thea vond hem een held, maar Guido de
schoolpsycholoog trok zijn wenkbrauwen op en monsterde beginneling Viktor met
de air van een oude meester.
‘Ach’, zei hij bekakt.
‘Tsja’, schokschouderde meester Viktor heel
verstandig.
Want zelfs voor de snelsten onder ons gaat
leerontwikkeling in sprongen. Vaak drie vooruit en twee terug. Een paar stapjes
naar achteren om een ander te laten bijbenen. Zoals bij het hulpouderschap op
het Oranjefeest dat bij voorbaat al een uitputtingsslag was. Toch had de tegenzin van Thea in de dag niet zozeer met
het Oranjefeest te malen, als wel met de zoveelste confrontatie met Jeewee waar
ze niet meer onderuit kon komen. Gisteren had Thea nog een mailtje naar meester
Populair gestuurd. Thea nam haar mobiel van het nachtkastje om tegen beter
weten in te controleren of hij toch nog gereageerd had. Nee, natuurlijk niet.
Waarom zou hij ook? Hij was meester Populair. Nog even zijn neus dichtknijpen
en adem inhouden en hij was verlost van Thea. Hoewel? Als hij Walter het
volgende schooljaar in groep 8 zou krijgen, dan kon Jeewee z’n lol nog veel
langer op. Maar Jeewee was er de man niet na om op de zaken vooruit te lopen en
voorlopig had hij alleen de komende zomer in zijn bol en de zee van vrije tijd
die na het renovatiejaar van Yin en Yang naar hem lonkte. Thea las haar eigen
mail naar Jeewee nog eens door.
Hallo Jeewee,
Vandaag kwam Sabine teleurgesteld thuis, omdat ze de
rol van oude dame heeft gekregen in de schoolmusical. Ze heeft een tijdje
geleden, net als iedereen uit groep 8, een lijstje met 3 voorkeursrollen ingevuld
en ingeleverd bij het bestuur van de schoolmusicalcommissie, maar daar is
helemaal niets mee gedaan. Van Sabine heb ik begrepen dat bijna niemand uit
groep 8 een rol naar keuze heeft gekregen met uitzondering van Tanja en Kasper.
Tanja mag de journaliste zijn en Kasper heeft zijn droomrol als dief te pakken.
Tanja is de dochter van Dimpf en Kasper is de zoon van Moira. Beide moeders
zitten in het bestuur van de schoolmusicalcommissie. Kan de rolverdeling niet
wat eerlijker worden aangepakt? Bijvoorbeeld door loting? Zo wordt er tenminste
niemand voorgetrokken. Ik wil je hier morgen voor aanvang van de lessen graag
even op aanspreken.
Met vriendelijke groeten,
Thea (moeder van Sabine)
Die ochtend gonsde de feeststemming in de
wandelgangen van De Wielewaal. De kleur oranje voerde de boventoon in de
kleding van de kinderen, de leerkrachten en de opsmuk in de klaslokalen. Ook
Jeewee deed mee in een T-shirt, een vissershoedje en stola in de kleur van het
Koningshuis. Toen hij Thea het klaslokaal van groep 8 zag binnenkomen, keerde
hij meteen zijn rug naar haar toe en verdween zogenaamd druk doende tussen de
opgewonden kinderen. Thea zat meteen aan de top van haar emotie. Ze had met
haar boze mail over de rolverdeling in de schoolmusical heus geen party pooper
willen zijn en misschien had ze een beroerde timing, maar de voorjaarsvakantie
stond voor de deur. Een mens moet het ijzer smeden als het heet is. Bovendien
had Jeewee allang bewezen dat hij op ongelegen momenten ook heel toeschietelijk
kon zijn. Agnes met haar paniekmail aan de vooravond van de citotoets was het
levende voorbeeld van de hoffelijkheid van Jeewee. Desondanks neigde Thea naar
afhaken, terwijl ze bleef twijfelen op de drempel in de deuropening. Sabine
daarentegen ging voorop en stapte doelgericht op Jeewee af. Aan zijn arm
laveerde ze een onwillige Jeewee terug uit het feestgedruis naar een rustige
plek vlak voor het digibord in het lokaal. Zijn gezicht stond op onweer. Zo
verbeten had Thea hem nog nooit zien kijken. Zou meester Populair dan toch meer diepgang
hebben dan de toffe peer die hij pretendeerde te zijn? Sabine liet zich niet
afschrikken door de defensieve houding van haar schoolmeester.
‘Mag ik alstublieft een andere rol in de
schoolmusical?’, vroeg ze luid en duidelijk boven het kabaal in de ruimte uit.
Jeewee deed alsof hij Sabine niet verstond en liet
zich gretig afleiden door een ander kind dat hem aansprak. Onrustig tikte
Sabine op de afgewende schouder van Jeewee en herhaalde hardnekkig haar vraag,
‘Mag ik alstublieft een andere rol in de
schoolmusical?’
Vastberaden om haar gelijk te halen was ze. Jeewee
keek Sabine woedend aan nu. Geschrokken deed het kind een stapje terug en
voordat Thea haar te hulp kon schieten was Jeewee al ongecontroleerd en
buitensporig tegen het elfjarige meisje uitgevallen. Alsof zijn gefrustreerde
alter ego plotseling de overhand kreeg.
‘Nee, je mag geen andere rol in de schoolmusical! De
rolverdeling staat vast! Er wordt niets meer veranderd! Ik begin er niet aan!
Hoor je dat goed! Ik begin er niet aan!’
Hoewel Jeewee als een idioot stond te flippen en
Sabine stond te trillen op haar benen, keek ze niet weg. Ze gaf geen krimp,
terwijl een stuk of wat opperouders wel angstig wegdoken in het trappengat
naast het klaslokaal van groep 8. De meeste kinderen kregen vanwege de
heersende feeststemming en de bijbehorende herrie echter niets mee van de
uitschieter van meester Populair. Of Jeewee had vaker driftbuien achter
gesloten klaslokaaldeuren, waardoor zijn leerlingen immuun geworden waren voor
zijn stemmingswisselingen. Hoe dan ook was Thea enerzijds oneindig trots op de
onwrikbaarheid van Sabine. Anderzijds kromp haar hart ineen bij de aanblik van
haar kleine meisje dat om niets de wind van voren kreeg van de schoolmeester
tegen wie ze gisteren nog had opgekeken. Een schoolmeester die duidelijk zijn
boosheid niet onder controle had. Jeewee moest maar eens bij de
schoolpsycholoog te rade gaan. Guido had nou toch niets meer te doen.
Thuisgekomen nam Thea eerst een paar teugen zwarte
koffie in de hoop scherp te worden. Van de sigaretten waren Bart en zij
onderhand afgekickt, anders wat dit zo’n moment geweest waarop ze vroeger ter
plekke een pakje leeg zou hebben gekettingrookt. Want ondanks de caffeïne bleef
haar perceptie mistig en dof. Alsof iemand haar zojuist een enorme dreun tegen
haar hoofd verkocht had. In symbolische zin was dat ook zo. Achter haar
gesloten oogleden zag ze Jeewee weer uitvaren tegen haar Sabine. De
doorgedraaide blik in zijn ogen, de gebalde vuisten en de gezwollen aders in
zijn aangespannen nek. De druppels speeksel die hij verspreidde tijdens zijn
geblèr tegen dat kind van elf dat het gore lef had gehad om haar weledel
zeergeleerde schoolmeester om een andere rol in een schoolmusical te vragen.
Assepoester moest haar muil houden. Drie jaar geleden noemde Jeewee in de
combiklas Sabine nog een scheetje. Of een poepie. In ieder geval had hij Sabine
toen gekwalificeerd op een manier die de opperouders fantastisch hadden
gevonden. Thea niet, maar ze wist wie het zei. Jeewee projecteerde zijn eigen
wil om erbij te horen op haar. Onterecht. Wat Jeewee namelijk niet wilde zien
of niet snapte was dat Thea het tij, betreffende haar status in de klatergouden
wereld van de opperouders, elk moment kon keren in tegenstelling tot meester
Populair. Althans als Thea dat zou willen. Dacht Jeewee nou echt dat Thea niet
al van het begin af aan exact wist waar
de juiste knoppen zaten bij haar rivalen? Terwijl Jeewee zichzelf uit de markt
had geprezen met zijn gedienstige gretigheid om geaccepteerd te worden door de
Wielewaalkliek. Wie wil daar nou bij horen? Thea zeker niet. Hoe groter haar
weerzin tegen het geklit en gekonkel van de opperouders, hoe heviger haar
geldingsdrang op De Wielewaal. Jeewee wist zogenaamd niet beter dan met de
stroom mee te drijven. Tot nu toe had Thea zijn simplisme gedoogd. Maar nadat
Jeewee vandaag zijn complexen had laten uitlekken als een incontinente trekpop,
was het kinderspelletje wat Thea betreft voorgoed uit. Over haar toeren belde
ze naar het alarmnummer van de directeuren Yin en Yang. Dat spoednummer
waarover Bart en zij aan het begin van het schooljaar nog hadden moeten lachen.
Welke basisschool heeft er in naam van de goede orde een spoednummer nodig?
Nou, De Wielewaal dus.
Directeur Yin probeerde Thea te kalmeren door rustig
te blijven praten aan de andere kant van de lijn.
‘Er zijn meer ouders die moeite hebben met de
rolverdeling bij de schoolmusical. Ik heb al verschillende mailtjes
binnengekregen vandaag. Bijvoorbeeld hier een mailtje van de moeder van
Fransje. Zij vindt ook dat Fransje een rol heeft die niet bij haar past’,
vertelde hij op een toon alsof Thea op de koffie kwam.
‘Wat andere ouders vinden dat kan me niet zoveel
schelen Yin. Dat zou jij toch moeten weten. En dat voorbeeld waar je mee
aankomt laat mijn bloed al helemaal koken. Fransje is de dochter van Evelien en
Jelle. Jelle is die vader die mij op de allereerste ouderavond van dit
schooljaar in het bijzijn van iedereen te kakken heeft gezet, zonder dat er
iemand ingreep. Jij ook niet en jouw collega directeur Yang evenmin. Kennelijk
heeft felle Jelle toen het slechte voorbeeld gegeven aan Jeewee? Als je de
moeder als de kop van Jut gebruikt dan krijg je dochterlief er gratis bij.
Zoiets? Het minste dat je nou voor me kunt doen is respecteren dat ik niet met
die aso’s geassocieerd wil worden. Fransje is Sabine niet en andersom.
Bovendien hebben de ouders van Fransje altijd wat te zeiken en Bart en ik niet.
Dus let op je woorden, Yin’, brieste Thea.
‘Misschien moeten we eens bij elkaar komen om erover
te praten’, vond de mediator in directeur Yin.
De toonzetting van zijn voorstel was als een
smeekbede, die Thea zo snel niet kon plaatsen. Wat had directeur Yin te winnen
van een confrontatie tussen Jeewee en Thea? Een gezellige boel zou dat
worden.
‘Misschien moeten jullie dat maar doen ja. Maar wel
zonder mij. Ik ben klaar met de schoolmusical, met Jeewee én met de
rolverdeling. Al dat geneuzel over ouderparticipatie, terwijl de moedermafia
onveranderd blijft doorregeren op De Wielewaal. Bij de schoolmusical van groep
8 trekken Moira van Kasper en Dimpf van Tanja aan de touwtjes. Dat deden ze
twee jaar geleden - toen hun oudste kinderen in groep 8 bij Jeewee zaten - en
dat doen ze nou weer. Dan kunnen er nog zoveel troubleshooters op De Wielewaal
aangesteld worden, Jeewee blijft het regime van dit type taaie opperouders toch
stug prevaleren boven nieuwe afspraken. Daar kan het sulletje niets aan doen.
Aan zijn horigheid aan opperouders. Prima, dat weten we dan, maar dat deze
loopjongen van de incrowd op De Wielewaal zich laat verleiden tot het
afreageren van zijn frustraties op mijn dochter, dat gaat me echt te ver.
Niemand bekt mijn meisje af. Dat pik ik niet. Dan weet je dat vast.’
Tijdens haar tirade merkte Thea dat ze niet langer de
noodzaak voelde om zich naïever voor te doen dan ze was. Het bestaansrecht van
Sabine en Walter op De Wielewaal was zeker gesteld door de uitslag van de cito
en de succesvolle samenwerking met Guido de schoolpsycholoog. Haar kinderen
hadden zich bewezen en wat haar eigen imago betreft had Thea niets te
verliezen. De openheid die hieruit voortvloeide maakte genoeg indruk op
directeur Yin om Thea niet zomaar te laten spartelen.
‘Ik denk dat we toch even heel dringend om de tafel
moeten gaan zitten. Dan bedoel ik meester Jan-Willem, jij en ik. Je zult zien
dat we straks kunnen lachen om het hele gebeuren.’
‘Dat betwijfel ik’, liet Thea zich onbedoeld fel
ontvallen.
‘Ok?!’, antwoordde directeur Yin afwachtend.
Thea ratelde verder. Ze zat een octaaf hoger dan
normaal.
‘Trouwens zo’n gesprek moet eerst ingepland worden.
Dat gaat niet meer lukken voor de meivakantie. Zit ik weer twee weken op hete
kolen. Dat trek ik echt niet. Waar moet ik mijn boosheid dan al die tijd
laten?’
Directeur Yin onderkende haar hoge nood direct.
‘Nee, dat moeten we niet doen. Twee weken zijn te
lang. Kun je in de middagpauze naar De Wielewaal komen?’
Er weerklonk een kinderlijke opwinding in zijn
ademhaling. Directeur Yin ging samen met Thea op avontuur volgens het Pipi
Langkousprincipe van:
‘Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het
wel kan.’
Thea daarentegen stond niet voor zichzelf in en alles
behalve open voor nieuwe uitdagingen. Maar goed, zonder tussenkomst van
directeur Yin zou ze Jeewee misschien wel naar de keel gevlogen zijn. De motor
van haar razernij draaide op volle toeren. Dat meester Populair de integriteit
van Thea stelselmatig met voeten trad was nog te verdragen, maar hoe durfde die
slapjanus van een onderwijzer haar dochter van elf op te offeren aan de
dictatuur van de opperouders? Aan vrouwen van middelbare leeftijd. Aan
aandachtshoeren van het kaliber Moira en Dimpf?
Directeur Yin ging Thea voor de trap op naar het
lokaal van groep 8 op de eerste verdieping. Zijn stem sloeg over van
nervositeit, terwijl hij zijn best deed om te keuvelen over zijn tuin. Dat
sproeien met dit zonnige weer niet uit kon blijven, maar dat je dat ’s avonds
moest doen. Thea zei iets terug. Iets over gras, maaien en schroeigevaar in de
hete zon. Ze had geen idee of haar reactie relevant was. In haar hoofd
implodeerde elke poging tot rationeel redeneren. Op de plaats van bestemming
aangekomen wist directeur Yin ook niet op stel en sprong wat hij met de
situatie aan moest.
‘Even wachten op de bel’, legde hij verontschuldigend
aan Thea uit, terwijl hij in het zicht van Jeewee voor het raam in de
gesloten lokaaldeur ging staan.
Een kwartier nadat de bel was gegaan en bijna alle
kinderen uit de overige lokalen in de gang van De Wielewaal al voor de
middagpauze naar huis of de overblijf waren, week directeur Yin uit en zwaaide
de deur van groep 8 open. Een kudde luidruchtige kinderen snelde voorbij aan
directeur Yin en Thea. In het voorbijgaan zag Thea kans om haar dochter staande
te houden.
‘Je moet Walter zoeken en buiten op de speelplaats
wachten, terwijl ik een babbeltje maak met Jeewee. Directeur Yin is erbij’,
gebood ze op gewichtige toon.
Sabine knikte tevreden. Hierdoor voelde Thea zich
geroepen om Sabine voor de zekerheid nog wel te waarschuwen:
‘Verwacht er maar niet teveel van. Ik denk niet dat
je die rol van journalist nog krijgt.’
‘Maar toch’, vond Sabine veelzeggend.
Het was duidelijk dat Sabine haar schoolmeester ook
niet zomaar weg wilde laten komen met zijn huichelarij. Haar vertrouwen was
beschaamd. Niet leuk, maar deze harde les voor Sabine gaf Thea wel de zekerheid
dat ze zich hier in de gang van De Wielewaal voor het lokaal van groep 8 in het
bijzijn van directeur Yin niet voor zichzelf belachelijk stond te maken. Zarah
had zich inmiddels, nieuwsgierig als ze was, ongedurig bij moeder en dochter
gevoegd. Omdat ze niet snel wijzer werd, zonderde ze Sabine af van Thea
richting het trappengat, maar directeur Yin hield het tweetal tegen. Hij wilde
nog wat vragen.
‘Waarom duurde het eigenlijk zo lang voordat jullie
naar buiten kwamen?’
Zarah gaf haastig antwoord:
‘We moesten wachten van Jeewee. Ik weet ook niet
waarom. Nou kom ik te laat op de
overblijf, maar ik geef mooi Jeewee de schuld.’
‘Ja, doe dat maar’, zei directeur Yin grimmig.
Met ferme pas stapte hij het lokaal van groep 8
binnen. Hoe kinderachtig kan een volwassen man als Jeewee zijn? Dacht hij nou
echt onder een confrontatie met
directeur Yin en Thea uit te komen door de deur van zijn klaslokaal zo lang
mogelijk gesloten te houden? Met de handen voor de ogen is de agressor niet
geweken. Jeewee had directeur Yin natuurlijk al lang en breed zien staan door
het raam in de deur van het klaslokaal. Een billenknijpmomentje voor meester
Populair dat hij aan zichzelf te danken had. En één en één is twee. Dus Thea
kon niet ver weg zijn als gevolg van de uitglijder van Jeewee eerder die
ochtend.
Een paar tellen later marcheerde Jeewee met een norse
kop voor directeur Yin onwillig het lokaal uit. Hij droeg nog steeds een oranje
vissershoedje en een stola in dezelfde kleur. Op beide wangen waren vlaggetjes
geschminkt. Langwerpige rood, wit, blauw gestreepte vlakjes. Jeewee liep licht
voorovergebogen met zijn kin op de borst en zijn handen op zijn rug alsof ze
geboeid waren straal aan Thea voorbij. Directeur Yin wees de weg naar een leegstaand
lokaal. Thea hobbelde achter de heren aan.
‘Ik moet nog wel eten’, deelde Jeewee afgemeten mee,
voordat hij plaats nam aan een vierkant van aaneen geschoven tafeltjes.
Thea beet op de binnenkant van haar wangen en ademde
diep door haar neus in. Ze nam de amazonezit aan in een stoel tegenover Jeewee
en negeerde hem net zo hard als hij haar. Voor de vorm trachtte ze
onleesbare aantekeningen op een
whiteboard te ontcijferen.
‘Hij moet nog wel eten’, herhaalde ze spottend in
gedachten.
‘Er is straks tijd om nog wat te eten’, beloofde
directeur Yin sussend aan Jeewee alsof hij tegen een kind sprak.
Hij zat quasi nonchalant onderuit gezakt aan de punt
van de geïmproviseerde vergadertafel. De benen over elkaar heen geslagen.
Directeur Yin hield de moed erin:
‘Laten we proberen om tot een oplossing te komen. Wie
weet gaan we straks lachend uit elkaar en speelt Thea toch nog een
ondersteunende rol in de schoolmusical van groep 8’, begon hij.
Thea besloot om directeur Yin meteen uit zijn droom
te helpen:
‘Ik weet niet over welke Thea je het hebt, maar deze
Thea zal, na de sneer van Jeewee tegen Sabine vanmorgen, nog maar moeilijk
bereid gevonden kunnen worden om een bijdrage te leveren aan de schoolmusical.’
Tot verwarring van Thea keek directeur Yin haar
aangenaam verrast aan. Alsof hij bij nader inzien toch geen prijs stelde op
haar hulpouderschap. Ineens begon er
iets te dagen bij Thea. Wat directeur Yin betreft zat ze hier niet voor de
schoolmusical, Sabine of zichzelf, maar om Jeewee te ontmaskeren. Het verborgen
non-conformisme van meester Populair viel door zijn windhaantjes gedrag bijna
niet te vangen. Ook niet door de directeuren Yin en Yang natuurlijk, terwijl
zij wel alle neuzen van het onderwijsteam dezelfde kant op moesten krijgen om de
voortgang in de herstelwerkzaamheden op De Wielewaal te kunnen blijven
waarborgen. Jeewee was een harde noot die Thea vandaag met haar furiositeit
weleens zou kunnen kraken. Een heterdaadje. Vandaar dat directeur Yin haar aan
de telefoon tussen de regels door bijna gesmeekt had om de strijd met Jeewee in
zijn bijzijn aan te gaan.
‘Waarom zitten we hier dan?’, vroeg Jeewee
binnensmonds.
Thea ging recht op haar stoel zitten en maakte direct
oogcontact met Jeewee. Na een paar tellen keek hij weg.
‘We zitten hier niet voor mij, meneer Jan-Willem. Ik
weet niet precies waarom jullie hier zitten, maar ik ben naar De Wielewaal
gekomen omdat ik de manier waarop jij vanmorgen tegen Sabine uitviel echt
ongehoord vind voor een onderwijzer die de kinderen uit zijn klas behoort te
stimuleren in plaats van in een hoek te zetten.’
‘Ik zet uit principe nooit iemand in de hoek’, wist
Jeewee verontwaardigd.
Thea keek directeur Yin vragend aan. Nam Jeewee haar
opmerking nou expres verkeerd op of begreep hij echt niet wat ze wilde zeggen?
Maar directeur Yin zag Thea niet, omdat hij zelf vol ongeloof naar Jeewee zat
te staren. Dus zat er voor Thea niets anders op dan Jeewee op eigen kracht
onderuit te halen.
‘Ik bedoel niet letterlijk, maar metaforisch. Snap
je?’
‘Nee’, bokte hij.
‘Dan zal ik je uitleggen wat ik bedoel. Met in een
hoek zetten bedoel ik dat bij alle kinderen uit groep 8 de suggestie is gewekt
dat de rolverdeling van groep 8 een democratisch proces zou zijn. Iedereen
mocht lijstjes invullen met daarop drie voorkeursrollen in hiërarchische
volgorde. Deze lijstjes zijn massaal ingeleverd bij Moira en Dimpf. Daar is
volgens mij helemaal niets mee gedaan.’
‘Ja, nou en? Dan moet je niet bij mij zijn, maar bij
Moira en Dimpf. Dat zijn de klassenouders!’, onderbrak Jeewee haar defensief.
Thea deed alsof ze verbaasd was:
‘Sinds wanneer?’
‘Wat?’
‘Sinds wanneer zijn Moira en Dimpf klassenouders?’
Jeewee gaf geen antwoord en het geduld van Thea ging
over in lijdzaamheid.
‘O.k. de kinderen uit groep 8 mochten dus lijstjes
invullen met daarop drie voorkeursrollen in hiërarchische volgorde. Die
lijstjes zijn massaal ingeleverd bij de klassenouders. In groep 8 van De
Wielewaal heten de klassenouders sinds kort: Moira en Dimpf.’
‘Ja, dus?’, provoceerde Jeewee.
‘Hoe kan het dan dat geen enkel kind in groep 8 een
rol naar keuze heeft gekregen behalve Tanja – de dochter van Dimpf – en Kasper
– de zoon van Moira - ?’
Jeewee deed alsof hij nadacht om vervolgens door te
slaan.
‘Dat weet ik niet. Dat bepaal ik niet. Ik krijg
allemaal boze mailtjes over de rolverdeling van de schoolmusical, maar wat kan
ik eraan doen? Ik heb niet voor niks hulpouders die mijn zaakjes voor mij
regelen. Dat is al jaren zo geregeld op De Wielewaal. Ik snap niet wat het
probleem is.’
Thea kon zich niet herinneren dat ze Jeewee ooit in
het wild zoveel zinnen achter elkaar had horen uitspreken en achteraf had ze
deze ervaring liever overgeslagen.
‘Nou moet je eens goed luisteren Jeewee’, begon ze.
‘Nee, jij moet naar mij luisteren. Ik heb net naar
jou geluisterd en nou luister jij naar mij!’, daverde Jeewee.
‘Ik luister’, gaf Thea gelaten toe, terwijl ze haar
handen naar de hemel hief en theatraal met haar ogen draaide.
Daarna vouwde ze haar armen voor haar borst in
elkaar. Afwachtend. Ondertussen zat directeur Yin aan de hoek van de tafel
merkbaar zijn lach in te houden. Jeewee brandde los:
‘Alles op De Wielewaal is prima geregeld. Ik sta hier
nou 10 jaar voor de klas en ik heb nooit problemen gehad. Er worden geen scores
van de citotoets vervalst en geen onderwijsadviezen verzonnen. De rollen van de
schoolmusical worden ook eerlijk verdeeld. We moeten de klassenouders dankbaar
zijn dat ze ieder jaar bereid zijn om zich in te zetten voor de
afscheidsmusical van groep 8. En dan organiseer ik ook nog een voetbaltoernooi
en een schoolkamp. Ik kan niet overal tegelijk zijn. Ja.’
Jeewee siste tussen zijn tanden zonder zijn kaken te bewegen. Hij sprak
vanuit zijn buik als het ware. Tijdens zijn zelfbeklag had Thea haar ogen niet
van de vlaggetjes op zijn jukbeenderen kunnen afhouden. Ze dansten mee op het
ritme van de zenuwtrekjes in zijn gespannen gezicht. Jeewee was boos. Hij
klopte herhaaldelijk met een wijsvinger op het tafelblad om zijn zelfmedelijden
kracht bij te zetten. Het oranje vissershoedje bleef stokstijf op zijn hoofd
staan. Een paar seconden overwoog Thea om naar de relevantie van vervalste
citotoetsscores en verzonnen onderwijsadviezen in dit verhaal te informeren,
maar Jeewee had zich vandaag al meer dan hebbelijk laten kennen. Directeur Yin
had waarschijnlijk genoeg gehoord om in het licht van de hervormingen op De Wielewaal
in de toekomst met de echte meester Jan-Willem aan de slag te kunnen gaan.
Alles wat Thea nu nog wilde was genoegdoening.
‘Ik snap dat je niet overal tegelijk kunt zijn, maar
waarom organiseer je dan een algemene vergadering voor de schoolmusicalcommissie
als alles toch al door de klassenouders geregeld is?’
‘Hoe kom je erbij dat alles al door de klassenouders
geregeld is?’, vroeg Jeewee half vijandig en half verward.
‘Nou, dat is me wel duidelijk geworden tijdens de
vergadering van de schoolmusicalcommissie waarbij Dimpf aan mij te kennen gaf
dat ze voor de rolverdeling niet met lijstjes ging werken. Ik dacht toen nog
dat Dimpf onzin uitkraamde, omdat jij in de klas juist dat voorstel van die
voorkeurslijstjes van alle kinderen had gedaan. Ik hield het niet voor mogelijk
dat een schoolmeester op zijn woord terug zou komen onder invloed van een
hulpouder zoals een Dimpf. Heb ik me toch in je vergist’, overdreef Thea voor
het effect.
‘Dimpf heeft helemaal niks over lijstjes gezegd!’,
beweerde Jeewee manmoedig.
Zijn stem sloeg over. Dit was misschien een
aanleiding om verder op zijn onnodige geblaf tegen Sabine in te gaan, maar Thea
wilde Jeewee niet nog meer munitie geven om te prijsschieten. Daar was haar
kind te dierbaar voor. Ze kon het echter niet nalaten om opperouder Dimpf nog
een extra trap na te geven.
‘Je gaat me toch niet vertellen dat jij Dimpf op de
vergadering van de schoolmusicalcommissie niet hebt horen zeggen dat ze niet
van plan is om met lijstjes te gaan werken!’, herhaalde ze daarom expliciet.
Jeewee kon er kort over zijn:
‘Nee.’
Vanaf de kant van directeur Yin voelde Thea een
begripvolle energie toestromen, als ook een soortement warme bewondering. Deze
stilzwijgende goedkeuring van directeur Yin bracht haar nog verder van haar stuk
dan ze al was. Jeewee had niets in de gaten. Hij was te intens bezig met zijn
zelfverdediging. Thea recapituleerde:
‘Dus jij wilt mij wijsmaken, Jeewee, dat jij het niet
oneerlijk vindt dat niemand in groep 8 een rol in de musical naar keuze heeft
met uitzondering van Kasper van Moira en Tanja van Dimpf’.
‘Daar is niks oneerlijks aan’, beweerde Jeewee koppig
als een verongelijkt jongetje.
Dit had geen zin meer. Thea schoof haar stoel naar
achteren en kwam overeind. Van het ene op het andere moment deed zich de
gelegenheid bij uitstek voor om voor eens en voor altijd onder het juk van haar
stille aanbidder uit te komen. Zonder een seconde te aarzelen en met de
onuitgesproken instemming van directeur Yin in de lucht, stormde Thea het
lokaal uit, terwijl ze honend uitriep :
‘Weet je wat Jan-Willem? Ga jij lekker eten!’
Een klein half uurtje later werd Thea thuis gebeld
door directeur Yin.
‘Ik vind dat jij dat heel goed doet’, verzekerde hij
haar met de agitatie nog in zijn stem.
‘Dankjewel’, antwoordde Thea beleefd.
De enthousiaste toonzetting van directeur Yin leek
wel een felicitatie. Al zou ze niet weten waarmee. Dat haar uitbarsting weer
schot in de herstelwerkzaamheden van de
troubleshooters op De Wielewaal had gebracht, was een toevallige bijkomstigheid
van haar confrontatie met Jeewee.
‘Wat zou directeur Yin bedoeld hebben toen hij
beweerde dat hij vond dat ik dat heel goed doe. Wat doe ik heel goed?’, vroeg
ze zich daarom naderhand af.
Kennelijk had ze hardop gedacht, want Bart gaf
antwoord
‘Dat je Jeewee heel goed alle hoeken van de kamer
hebt laten zien. Dat had die Yin je niet nagedaan.’
‘Ik betwijfel of Yin dat ook zo ziet’, schamperde
Thea.
‘Want?’
Bart vroeg naar de bekende weg.
‘Iedereen vindt Jeewee aardig, behalve ik, want ik
ben tirannieke Thea.’
‘Je bent de enige die dat gelooft Thea, geloof me.
Maar het gaat hier niet om aardig of niet. Jeewee zit zichzelf en de voortgang
op De Wielewaal in de weg. Jij hebt zijn façade gestript.’
Bart klonk al bijna net zo enthousiast als directeur
Yin die zich tijdens het evaluatieve telefoontje eerder die dag niet liet
afschrikken door de terughoudendheid van
Thea. Hij schakelede gewoon over op een andere invalshoek om de botte bijl van
Jeewee voor Thea te verzachten.
‘Volgens mij weet Jan-Willem echt niet wat hij
verkeerd doet’.
Zijn zalvende woorden vielen verkeerd.
‘Nee, natuurlijk niet, meneer Populair weet weer niet
wat hij verkeerd doet!’ riep Thea gepijnigd uit.
Zijn zwijgzame reactie kwam over als een gevolg van
empathie en schaamte. Directeur Yin had Thea immers bewust ingezet als laatste
redmiddel om het obstakel met de naam Jeewee te verhelpen. Zijn strategie pakte
goed uit, maar het had niet veel gescheeld of meester Jan-Willem had de
verantwoordelijkheid wederom weten te ontlopen met zijn eigengereide
wappergedrag. Als dat was gebeurd, dan kon directeur Yin ook wel raden wie de
rekening wederom gepresenteerd zou hebben gekregen. Eindelijk nam hij het
gesprek weer op.
‘Weet je wat ik je nog wel even wilde zeggen Thea?’
Het was moeilijk om hem te wantrouwen. Zijn intonatie
streelde haar voelsprieten. Hij leek volkomen oprecht. Thea drukte de hoorn
dichter tegen haar oor. Ze had zin om te huilen.
‘Nou?’, fluisterde ze waterig.
‘Ik weet niet wat het is met die ouders hier op De
Wielewaal, maar zoals jij je staande weet te houden tussen al de chaos, dat is
goud waard. Ik vind je fantastisch. Dat wilde ik je nog meegeven.’
Het euforische gevoel dat directeur Yin haar gegeven
had, nam de ontreddering over de ruzie met Jan-Willem niet weg bij Thea. Nadat
de adrenaline langzaam maar zeker was opgelost in haar bloedbanen, gingen de
emoties van Thea alle kanten op. Toch moest er nog geholpen worden bij de
sport- en spelmiddag op De Wielewaal die vanwege het stralende voorjaarsweer in
de buitenlucht en niet in het gymzalencomplex gehouden werd. Afhaken was geen
optie, hoewel het energiepeil van Thea na alle commotie van die morgen tot ver
beneden haar normale niveau was gedaald. De felle middagzon op het frisse,
groene gras van het stadsperkje in de wijk vertraagde de lome ledematen van
Thea nog een paar graadjes extra. Ook Walter en zijn maatjes waren niet vooruit
te branden. Na wat probeersels in de richting van bliklopen, koekhappen en
goaltrappen kwam het groepje, dat
meester Viktor aan Thea had toegewezen, uitgeblust en verveeld om haar
heen zitten in het centrum van het gazon. Thea deelde flesjes water uit die ze
van thuis had meegebracht. Zonder commentaar bezag het neergestreken gezelschap
de inspanningen van de overige groepjes fanatieke kinderen en hun
consciëntieuze begeleiders. Zodra een ploeg de beschikbare spelletjes in het
plantsoentje van De Wielewaalwijk had afgerond, begon de hele kluit gewoon weer
van voor af aan. Cirkeltjes draaien. Ook meester Jan-Willem was met zijn clubje
meermaals voorbij gekomen. Telkens zocht hij oogcontact met Thea en op een gegeven
moment had ze per ongeluk toch zijn kant op gekeken. Ze ontmoette theatrale
lodderogen vol deemoed. Zijn nederigheid wekte nog meer minachting bij haar op
dan zijn bravoure van vanmorgen. Het kon niet anders dan dat haar walging van
haar gezicht te lezen stond. Toch bleef hij haar bestoken met die smekende
blikken, zodat zij zich moest afwenden om haar braakneigingen te kunnen
onderdrukken. Hij moest uit haar leven verdwijnen. Mocht Walter volgend
schooljaar bij meester Jan-Willem in groep 8 terecht komen, dan moest Bart de
honneurs maar voor haar waarnemen.
Voor de afsluiting van de sport- en spelmiddag werden
alle kinderen en de bijbehorende hulpouders geacht om zich bij hun juf of
meester ergens op het grasveld te voegen. Toen meester Viktor de bedoeling van
deze slotbijeenkomst doorhad, was hij zo klaar met zijn dankwoord. Hij vond dat
groep 7 een topprestatie had neergezet en wenste iedereen een prettige
vakantie. Een paar tellen laten stond hij verlaten, maar voldaan naast een
stapel pilonnen. Thea reikte Walter haar sleutelbos aan, zodat hij vast in de
auto kon gaan zitten, want meester Jan-Willem van groep 8 moest nog beginnen
met zijn speech. Hij torende op een paar meter afstand van Thea in het
plantsoen hoog boven de kinderen en de hulpouders van groep 8 uit, die in het
gras bij elkaar zaten af te wachten. In gebarentaal, met zijn wijsvinger tegen
zijn getuite lippen, maakte hij kenbaar dat iedereen stil moest zijn. De
volhardende hulpouders; Dimpf, Moira, Maud en Agnes overzagen de kudde in de kleermakerszit
en ze ondersteunden het stiltegebod van Jeewee door beurtelings indringend naar
babbelende kinderen te sissen. Toen iedereen eindelijk zweeg, moest meester
Jan-Willem zijn dunne stem toch nog
verheffen bij het nemen van het woord, vanwege de open lucht en de stadsgeluiden op de
achtergrond.
‘Jongens en meisjes, wat hebben we een drukke periode
achter de rug met de cito en wat hebben jullie hard gewerkt.’
‘Tien!’, zette een bekend geluid ergens uit de neergedaalde hoop kinderen aan.
Het was de kraakheldere stem van Sabine die op eigen
initiatief hardop begon af te tellen. Na de uitbrander van vanochtend kon ze het bekende gefleem van haar schoolmeester niet meer verdragen.
‘Sabine lijkt op haar vader’, stelde Thea niet voor
het eerst in zichzelf vast.
‘Negen!’
Zarah en Ronnie stootten elkaar aan. Meester
Jan-Willem zag het ook, maar hij bleef stug door speechen.
‘Maar na de vakantie gaan we een leuke tijd tegemoet
op school.’
‘Acht!’
Zarah, Ronnie en nog wat kinderen hadden zich bij
Sabine aangesloten. Meester Jan-Willem liet zich niet van zijn stuk brengen.
‘Er staat nog een voetbaltoernooi op de planning.’
‘Zeven!’
Er weerklonken al minstens 20 kinderstemmen in koor.
Jan-Willem aarzelde een seconde, maar hij zette door:
‘We gaan op schoolkamp.’
‘Zes!’.
Met een grimas volhardde meester Jan-Willem in zijn
opsomming.
‘We gaan een geweldige schoolmusical maken.’
‘Vijf!’
De hulpmoeders sprongen nu ook in bij het aftellen.
Meester Jan-Willem kreeg een kleur die vloekte met zijn oranje vissershoedje.
‘En na het gezellige ontbijt van vanochtend...’
‘Vier!’
Er begon zich een nerveus glimlachje op de mond van
meester Jan-Willem af te tekenen.
‘…en een fantastisch sportieve sport- en speldag...’
‘Drie!’
‘…wens ik jullie…’
‘Twee.’
‘…een hele fijne…’
‘Eén!’
‘…meivakantie!’
‘Nul!’
Vervolgens stoof de groep uiteen. Meester Jan- Willem
had het nakijken naar de spelbreekster Sabine die niet wist hoe vlug ze bij
haar moeder dekking moest zoeken.
Tot zover meester Jan-Willem. Sinds de coupe van
Sabine in het wijkplantsoentje op de oranje sport- en speldag voor de
meivakantie had Thea hem nooit meer gezien, gesproken of gemaild. Wel had
Sabine hem later op het speelplein tegen
een opperouder nog expliciet de verwachting horen uitspreken dat hij in het
volgende schooljaar opnieuw groep 8 zou draaien
‘Ik krijg volgend jaar toch weer groep 8’, scheen hij
gepocht te hebben.
Kleine potjes hebben grote oren en de wens is de
vader van de gedachte. Een wens die directeur Yang overigens niet wenste te
vervullen. Niet meester Jan-Willem maar directeur Yang ging immers over de
personeelszaken, terwijl directeur Yin de public relations onderhield. Yin en
Yang overlegden uiteraard wel met elkaar. Wie weet kwam meester Jan-Willem
daarom in het nieuwe schooljaar ook niet
in groep 8, maar in een lager nummer
terecht. De aankondiging stond te lezen in de Nieuwsbrief. De ereplaats voor de
volgende groep 8 kwam juffrouw Marijke toe. Thea had geen idee hoe Walter
gereageerd zou hebben als meester Jan-Willem zijn zin had gekregen. Ja, in dat
geval zou ze de begeleiding van Walter op De Wielewaal aan Bart hebben
overgelaten, maar het idee dat Thea zou moeten wijken voor het onvermogen van
meester Jan-Willem, was eigenlijk te gek voor woorden. Misschien dat de
troubleshooters deze absurditeit in hun keuze voor juffrouw Marijke mee hadden
laten wegen? Aan juffrouw Marijke wist Walter wat hij had. In groep 6 had hij
al bij juffrouw Marijke in de klas gezeten en Bart vond haar de perfecte
onderwijzeres. Thea had geen mening meer.
In de Nieuwsbrief werd ook het vertrek van de interim
directie bekend gemaakt. De herstelwerkzaamheden op De Wielewaal waren
voltooid. Overigens niet zonder garant te staan voor de komst van een nieuwe
directrice na de zomervakantie. Een uitstekende opvolging als Thea de
troubleshooters tenminste op hun woord moest geloven. De naam van de nieuwe
directrice was Gloria Grif en ze stelde zich alvast voor in het schoolkrantje.
Haar hobby’s waren tuinieren en hardlopen. Gloria vermeldde verder dat ze al
decennia gelukkig getrouwd was met Paul Grif. Samen had het echtpaar 4
studerende kinderen. Tot nu toe had Gloria Grif een leidinggevende functie
gehad bij een zorginstelling en ze zag haar aanstelling als directrice op De
Wielewaal als een uitdaging. Gloria Grif typeerde zichzelf als een bijtertje en
een blijvertje. Aan haar profielfoto te oordelen had Gloria Grif geen idee wat
haar te wachten stond. Ze zag er in de ogen van Thea niet zozeer uit als een
dame met pit, maar eerder als iemand die het wiel met veel tamtam weer opnieuw
dacht uit te kunnen vinden. Maar dan toch zonder ouderparticipatie van Thea.
Deze ouder had er simpelweg de puf niet meer voor.
Ook niet om op eigen kracht afstand te nemen van het
onophoudelijke kinderspel op De
Wielewaal waarmee Thea in de loop van de jaren dusdanig was vergroeid dat ze
voorgoed veroordeeld leek tot vechten
tegen de bierkaai. Totdat de bevrijding zich vanzelf aandiende. Tegen het einde
van het schooljaar van Yin en Yang brak Thea haar enkel. Nu kon ze niet anders
dan een stapje terug doen. Het ongeluk viel samen met het moment waarop de
afscheidsmusical van groep 8 vorm begon te krijgen en alle kinderen zich hadden
verzoend met de rolverdeling van opperouder Dimpf. Hulpeloos luisterde Thea
naar de verslagen van Sabine, waaruit ze kon opmaken dat de opperouders hun
machtspositie verder exploiteerden tijdens hun bemoeienis met de schoolmusical.
Ze kon letterlijk geen kant op. Haar geschonden enkel moest op zeven plaatsen
operatief in elkaar geschroefd worden. Daarna stonden haar zo’n drie maanden
revalidatie te wachten. Een ongeluk zit waarlijk in een klein hoekje. Ze was
tijdens het grasmaaien met haar rechtervoet achter een kuiltje in het gazon
blijven haken. In een reflex had ze een halve draai gemaakt met haar hele lijf,
met uitzondering van haar rechtervoet waarmee ze muurvast zat. Tijdens haar val
kon ze de breuk horen kraken. De plek des onheils was een gat dat Yolo had
gegraven ter bewaring van zijn kauwbot. Deze pech had al zolang op de loer
gelegen met die rondslingerende botten van Yolo overal en altijd in en om huis,
dat Thea zich ergens gelukkig prijsde dat ze alleen maar een enkel had gebroken
en niet veel erger op haar achterhoofd was gevallen.
Aldus was Thea aan huis gekluisterd alwaar ze de
goede afloop van het schooljaar van Yin en Yang afwachtte met haar voet in het
gips. Uit machteloosheid begroef ze zich in haar werk voor huiswerksterk.
Na een onwennig begin, werd ze in de
loop van een week of twee hoe langer hoe rustiger. Ze kon wel wennen aan de
overgave aan het thuisfront. Aan de berusting in haar oneervolle winst. De
strijd was immers allang gestreden en de rest van het schooljaar van Yin en
Yang was bijzaak. Met hulp van Bart trakteerde Walter zoals beloofd nog op 4
giga aardbeientaarten met slagroom in groep 7. Hij hoefde niet eens moeite te
doen om de reden van zijn onthaal te verzwijgen, omdat de megatraktatie samen
viel met zijn elfde verjaardag. Op die manier verdween Guido de
schoolpsycholoog geruisloos naar de achtergrond, hetgeen Thea toch wel speet.
Wat haar betrof had Guido de schoolpsycholoog heus wel een standbeeld verdiend,
alleen niet ten koste van haar Walter. Ondanks de afwezigheid van Guido de
schoolpsycholoog werd het aarbeientaartenfestijn een onverwacht succes in groep
7. Zelfs Soltan, de tweeling Amir en Emir en de andere islamitische kinderen
uit groep 7 snoepten mee. Terwijl aardbeientaart met slagroom dierlijke vetten
bevat die moslims vanwege hun geloof eigenlijk niet mogen nuttigen. Maar hoe
strenger het verbod, hoe groter het genot. Dat geldt voor alle religies.
Ook met het schoolkamp van Sabine kon Thea zich
slechts op een afstandje bezighouden. Achteraf bezien maar goed ook, want de
schooltrol en meester Joep de wereldreiziger waren ook van de partij bij de
bivak van groep 8 van De Wielewaal. Dat was nooit goed gegaan met een wrok
koesterende Thea in de buurt. Het
liefdespaar was intussen hoogzwanger. Een reden temeer voor Siepie de Saimiri
om nog intenser dan normaal alleen maar met zichzelf bezig te zijn. Naar
verluid besteedde meester Joep tijdens
het schoolkamp echter zoveel extra positieve aandacht aan Sabine dat Thea zich
afvroeg of hier geen sprake was van compensatiegedrag. Een goedmakertje voor de
uitschieter richting Sabine van meester Jan-Willem op het oranjefeest op De
Wielewaal. Voorbedachte rade dus. Op voorspraak van directeur Yin. Dat kon niet
anders. Naast Bart en Thea was hij de enige getuige van de kwetsuur van Sabine.
Tussen Jan-Willem en Sabine is de band dan ook nooit meer hersteld. Als er
überhaupt ooit sprake was geweest van een echte verstandhouding. Soms vermoedde
Thea dat meester Jan-Willem wat Sabine betreft helemaal nooit op een voetstuk
had gestaan. Dus kon hij er op het oranjefeest ook niet afgedonderd zijn
tijdens zijn uitval naar Sabine. Een sokkel was te hoog gegrepen voor meester
Populair in de ogen van het kind. Daarvoor ging hij te diep door het stof voor
de opperouders. Ondertussen onderschatte hij de hoogte van de sociale
intelligentie van Sabine en de impact van de loyaliteit aan haar ouders. Verder
kon Sabine sowieso met iedereen overweg en was bijna elke meester of juf beter
te verdragen dan de schooltrol in groep 7. Meester Jan-Willem bijvoorbeeld.
Maar ook meester Joep uit groep 6. Bij nader inzien gaf Sabine zelfs de
voorkeur aan meester Joep boven meester Jan-Willem. Meester Joep hield Sabine
niet als lievelingetje achter de hand, zoals meester Jan-Willem bij wie zijn
zogenaamde poepie of scheetje altijd op het
tweede plan was blijven staan. Jan-Willem deed nog wel een zwakke poging
tot schikking. Op de allerlaatste schooldag lieten de leerlingen uit groep 8
traditiegetrouw allemaal hun gymshirt met Wielewaallogo vol zetten met
handtekeningen van de juffen en meesters. Met viltstift. Bij wijze van
afscheidsgroet. Op het rugpand van het gymshirt van Sabine had meester
Jan-Willem het niet bij alleen zijn handtekening gelaten, maar was hij zich te
buiten gegaan in mega rode blokletters. Hij schreef:
Lieve Sabine,
‘Wat ben jij gegroeid in het laatste schooljaar op De
Wielewaal!’
Groetjes Jeewee.
Thuis ontdeed Sabine zich van haar beschreven en
bezwete gymshirt en drapeerde het onfrisse kledingstuk over de leuning van een
keukenstoel.
‘Wasmand!’, commandeerde Thea.
‘Je mag het niet wassen. Iedereen heeft er vanalles
opgeschreven voor later’, waarschuwde Sabine streng.
‘Ze hebben toch permanent marker gebruikt om een
onuitwisbare indruk te maken neem ik aan?’
Tussen duimen en wijsvingers lichtte Thea het
gedragen gymshirt op en las hardop wat meester Jan-Willem op het rugpand
geschreven had.
‘Lieve Sabine, wat ben jij gegroeid in het laatste
schooljaar op De Wielewaal, groetjes Jeewee’, exalteerde ze.
‘Ja…iedereen uit groep 8 is gegroeid in het laatste
schooljaar. Dat gaat vanzelf’, meesmuilde Sabine.
Bart ving haar opmerking in het voorbijgaan op en zei
terloops:
‘Ach, het is goed bedoeld.’
‘Ik lees die uitlating eerder als een poging om De
Wielewaal alsnog vrij te pleiten van het verkeerde vmbo-basis advies van Sabine
uit groep 7. Alsof Sabine een unicum is en het onderwijzend team niet vantevoren
had kunnen voorspellen dat ze in het laatste jaar nog in een vwo-advies zou
groeien’, raasde Thea over het hoofd van Sabine dat over haar mobiel gebogen
was.
‘Je geeft die Jan-Willem nog steeds veel te veel
diepgang’, verzuchtte Bart vermoeid.
‘Dan is het te hopen Jan Willem geen permanent marker
heeft gebruikt en dat zijn opschrift een stevige wasbeurt niet overleeft’,
bitste Thea, terwijl ze op haar gezonde voet naar de bijkeuken hinkelde om het
gymshirt nijdig in de wasmachine te smijten.
Pas nadat het schooljaar van Yin en Yang voorgoed was
afgerond kwam de mobiliteit van Thea weer langzaam op gang. Ze startte met
loopgips na de zomervakantie van De Wielewaal alwaar het tijdperk van
directrice Gloria Grif al lang en breed was ingeleid. Het begin van een nieuwe
akte waarin Thea alleen nog maar een bijrol hoopte te mogen spelen. Sabine ging
naar de brugklas van de stedelijke scholengemeenschap en Walter zat in zijn
laatste jaar op de Wielewaal. Hij floreerde in groep 8 bij juffrouw Marijke.
Althans daar ging Thea vanuit, want in groep 6 had Walter ook nooit
noemenswaardige problemen gehad met juffrouw Marijke. Ze was de belichaming van
de stereotype onderwijzeres. Afstandelijk op het autistische af, maar met een
gelijkmatig humeur en rechtvaardig met geen lievelingetjes in haar klas. Hoewel
Thea het enthousiasme van Bart over juffrouw Marijke niet deelde, leek
inderdaad niemand beter geschikt om de notoire groep met Walter onder controle
te houden dan deze degelijke schoolfrik.
Althans als Bart en Thea ervan uit bleven gaan dat de
ware juffrouw Marijke de vakvrouw was die zij zo graag in haar wilden zien.
Helaas begon haar stoïcijnse imago meteen al scheurtjes te vertonen op de
eerste ouderavond van groep 8 in het nieuwe schooljaar met directrice Gloria
Grif. Omdat Thea in loopgips en met ondersteuning van een kruk liep, was de
reistijd moeilijk in te schatten en kwam ze veel te vroeg en als eerste het
lokaal van groep 8 binnen strompelen. Juffrouw Marijke heette haar niet
onvriendelijk welkom en tapte koffie uit een immense kan in een plastic
bekertje voor Thea die aan een bankje vooraan in de klas luid puffend bij zat
te komen van haar expeditie naar de eerste verdieping van De Wielewaal. Toen ze
eenmaal zat zag ze pas het naamplaatje van Tim op het tafeltje voor haar staan.
‘Ik denk dat ik in het verkeerde bankje zit’, lachte
ze verontschuldigend.
‘Hier staat Tim’.
‘Dan moet je achterin de klas gaan zitten. Walter zit
achterin’, antwoorde juffrouw Marijke kortaf.
Omslachtig schuifelde Thea naar het bankje achterin
de klas. Juffrouw Marijke droeg haar het plastic bekertje met dampende koffie
na.
‘Kan ik je straks na de vergadering nog even kort
spreken?’, vroeg ze neutraal.
‘Nou even dan!’, grapte Thea met tegenzin.
Ze werd pas echt ongerust toen Jade de interne
coördinatrice het klaslokaal binnen kwam marcheren met dezelfde heerszuchtige uitstraling als
in de bloeitijd van directrice Willy Bakbruin. Alsof ze nooit een burn-out had
gehad. Voorbij aan het renovatiejaar van
Yin en Yang en vooruit op Gloria Grif. Was de nieuwe directrice nu al ingepalmd
door Jade de interne coördinatrice, of had Gloria Grif haar macht nog niet doen
geleden? Wat deed het er eigenlijk toe? Op basis van de balans van het
leerlingenvolgsysteem, die meester Viktor had opgemaakt aan het eind van groep
7, kon Walter naar het VWO. Dat scheelde Thea uren van citotrainen in haar
vrije tijd. Door zijn VWO advies zou Walter volgend jaar na groep 8 in principe
probleemloos op dezelfde stedelijke scholengemeenschap als zijn zusje kunnen
worden aangenomen. Je zou dus denken dat Jade de interne coördinatrice Walter
niet meer kon raken. Thea zou het niet toelaten. Toch hoefde ze maar op de
dwepende blikken van juffrouw Marijke richting Jade de interne coördinatrice te
letten om in haar voorstellingsvermogen de
ontastbaarheid van haar kind op De Wielewaal wederom te zien wankelen.
Nadat Jade de interne coördinatrice Thea had
genegeerd en zich vooraan in de klas had geïnstalleerd met een opengeklapte
laptop voor haar neus begon het lokaal van groep 8 vol te stromen met
opperouders en andere papa’s, mama’s en
verzorgers. Thea herkende; professor Pronken en zijn uitheemse bruid; moeder
Jolijn van Kevin; moeder Jenny van Tim; opperluizenhoofd en vader Jan Doedel
van Pepijn; de luizenvader van Gerben en de feminazistische moeder van Huib.
Bij de aanblik van de aloude incrowd reisde het geheugen van Thea doelgericht
terug naar de vergelijkbare enscenering met inwisselbare poppetjes van vorig
jaar. Felle Jelle was toen publiekelijk op Thea los gegaan. Juffrouw Marijke
was er ook bij geweest, maar dan in de hoedanigheid van coördinatrice bovenbouw
en niet als juf van groep 8 van De Wielewaal. Toen had ze zich overal buiten
weten te houden, maar mocht ze vanavond voor het dilemma worden gesteld, dan
zou ze onvoorwaardelijk partij kiezen voor de insiders ten opzichte van Thea.
Iets anders kon Thea niet uit de respons van juffrouw Marijke op de komst van
de opperouders opmaken. Het hele voorkomen van juffrouw Marijke straalde acute
paniek en faalangst uit. Een beklemmende agitatie die ze probeerde te
verbloemen door in het wilde weg stoer te gaan staan lolbroeken in de traditie
van Jeewee.
‘Dat moet je haar vergeven. Daar kan ze echt niets
aan doen’, nam Bart juffrouw Marijke direct tegen Thea in bescherming toen ze
naderhand haar beklag deed.
Als Thea in dit geval al bereid was geweest om iemand
te pardonneren dan toch liever Bart in plaats van juffrouw Marijke. Ze begreep
wel dat hij niet direct aan zichzelf wilde toegeven dat zijn loftuiting over
juffrouw Marijke hem op een dood spoor had gezet. Bart wilde vooruit. Liefst
zonder omkijken.
‘Hoe weet jij zo zeker dat juffertje Marijke niet net
zo graag in de smaak wil vallen bij het grote publiek als meester Populair?’,
smaalde Thea.
‘Een beetje mensenkennis mag je me wel toeschrijven’,
vond Bart bedremmeld.
Ergens voelde Thea wel dat Bart de schooljuf van hun
zoon goed inschatte, maar ze wilde niet meer afgaan op haar intuïtie. Dat
verdiende juffrouw Marijke niet nadat ze Thea aan het eind van de ouderavond
had laten zitten achterin de klas. Ze moest Thea toch zo nodig nog even
spreken? In plaats daarvan liet ze zich omringen met opdringerige opperouders.
Niets nieuws onder de tl buizenverlichting in het lokaal van groep 8 van De
Wielewaal. Helaas was Thea dit keer niet bij machte om de ruimte uit te
snellen, vanwege haar loopgips en de onbeholpen bediening van de bijbehorende
kruk. Toen de uitgang van het lokaal eindelijk in zicht kwam, maakte juffrouw
Marijke zich los uit haar clubje en sprak Thea alsnog aan.
‘Directrice Gloria neemt morgen telefonisch contact
met je op’.
Het was een mededeling op een schoolse toon onder het
mom van beroepsdeformatie, maar in werkelijkheid omdat juffrouw Marijke door
bot te zijn bij voorbaat tegenspraak van Thea dacht te kunnen uitsluiten. Thea
wiebelde op haar loopgips. De kruk voorkwam dat ze onderuit ging
‘Nee, maar. Waar heb ik deze eer aan te danken?’,
schamperde ze defensief.
‘Gloria en ik gaan een gesprekje voeren met jullie.’
Juffrouw Marijke deed alsof de afspraak al
stond.
‘Jullie. Je bedoelt met Walter en mij?’
‘Nee, ik bedoel natuurlijk met de vader van Walter en
met jou.’
‘Meen je dat nou Marijke?’
Thea had het idee dat ze werd teruggefloten door het
korte termijngeheugen van De Wielewaal. De oeverloze oudergesprekken, de
ruzies, therapieën, gedragcodes, afspraken en het leerlingenvolgsysteem van de
afgelopen 7 Wielewaaljaren ten spijt, gold vanaf het schooljaar van Gloria Grif
kennelijk de schone lei.
‘Dat meen ik zeker wel’, hield juffrouw Marijke voet
bij stuk
‘Ik dacht het niet!’, riep Thea half verontwaardig,
half smekend uit.
‘Weet je wat het is Thea?’, begon juffrouw Marijke
betuttelend.
Thea viel haar in de rede:
‘Ja, Marijke, ik weet wat het is. Dat is het hem nou
juist. Ik weet precies wat het is en ik heb er meer dan genoeg van.’
‘Je snapt het niet’, hield juffrouw Marijke koppig
vol.
‘Ik wil het niet horen’.
Thea klemde haar kruk tussen haar oksel om beide
handenpalmen illustratief tegen haar oren te kunnen drukken. Marijke kwam heel
dicht in haar aura staan om het probleem Walter nog eens extra te
benadrukken.
‘Wij maken ons zorgen om Walter’.
‘Daar gaan we weer’, wanhoopte Thea.
Over de schouder van juffrouw Marijke zag Thea hoe
Jade de interne coördinatrice haar oren spitste, terwijl ze haar laptop opborg
in de bijbehorende tas. Drie keer raden wie juffrouw Marijke tot deze
zogenaamde bezorgdheid over Walter had aangezet.
‘Wie zijn we als ik vragen mag?’
Haar zijsprong bracht juffrouw Marijke in verwarring.
‘Wat bedoel je?’
‘Je zegt: We maken ons zorgen om Walter. Wie zijn
we?’
‘Het hele team’, aarzelde juffrouw Marijke na een
korte denkpauze.
‘Meester Viktor ook?’, wilde Thea op ongelovige toon
weten.
‘Walter zit niet meer in groep 7 bij meester Viktor.
Thea’, antwoordde juffrouw Marijke ontwijkend.
‘Maakt meester Viktor soms geen onderdeel uit van het
team?’
‘Daar gaat het niet om Thea’, omzeilde juffrouw
Marijke de essentie.
Want daar ging het natuurlijk wel om, maar Thea liet
het gaan. Ze zocht steun door met haar achterwerk tegen een lege bank aan te
leunen. De kruk parkeerde ze ernaast. Ze zou nog één keer uitleg geven. Luid en
duidelijk, zodat ze zeker wist dat Jade de interne coördinatrice haar
verklaring woord voor woord meekreeg.
‘Luister Marijke: Het onderwijsteam hoeft zich geen
zorgen te maken over Walter. Walter is vorig jaar nog met succes begeleid door
Guido de schoolpsycholoog’.
Juffrouw Marijke glimlachte minzaam:
‘Ik heb niets te maken met Guido de schoolpsycholoog.
Guido de schoolpsycholoog is niet meer in dienst bij De Wielewaal. Ik heb te
maken met Walter in mijn klas en ik maak me zorgen over hem.’
Thea geloofde haar niet. Juffrouw Marijke was er het
type niet na om zich uit eigen beweging zorgen om een leerling te maken. De
medische lekenkennis van Jade de interne coördinatrice weerklonk in het
gewauwel van juffrouw Marijke. Haar eigen weg als juf van groep 8 was juffrouw
Marijke duidelijk nog niet ingeslagen. Op zo’n zwak moment was Jade de interne
coördinatrice niet te beroerd om misbruik van de situatie te maken. In de ogen
van Jade de interne coördinatrice hadden Bart en Thea ongetwijfeld nog een
flinke schuld bij haar open staan. Dus er moesten even wat rekeningen voldaan
worden. Nadien zou het cirkeltje mooi rond zijn en kon iedereen weer op de oude
voet verder. Maar zonder Thea dus dit keer.
‘Kun je een concreet voorbeeld geven?’, verlangde ze
kalm.
Marijke had haar mond al voorbij gepraat voordat ze
het zelf in de gaten had.
‘Nou, bijvoorbeeld vandaag tijdens de les. De
grootste ruzie met Kevin. Bijna vechten in de klas.’
‘Ach kijk eens aan, daar hebben we Kevin weer’, hoonde Thea.
‘Het gaat hier niet over Kevin’, haalde juffrouw
Marijke onevenredig fel uit.
‘Kijk maar uit dat Walter die brave Kevin niet onder
een auto duwt!’, waarschuwde Thea schalks, terwijl ze haar kruk weer ter hand
nam en aanstalten maakte om het klaslokaal te verlaten.
‘Tot snel dan’, besloot juffrouw Marijke kordaat.
Thea schonk haar het laatste woord.
Onder dat gesprek met juffrouw Marijke en Gloria Grif
viel voor Thea niet meer uit te komen. Bart vond ook dat ze moest gaan.
‘Waarom?’ wilde Thea op tegendraadse toon weten.
‘Omdat je verdorie wat te zeggen hebt’, gromde Bart.
‘Tegen mensen die willen luisteren wel ja’, wierp
Thea tegen.
‘Wie zegt dat die Gloria Grif niet wil luisteren?’
‘Ik’.
‘Ze lijkt me best aardig’, beweerde Bart.
‘Je hebt haar nog nooit ontmoet’, riep Thea gepikeerd
uit.
‘Jawel toen ik laatst met Walter bij Albert Heijn was, kwamen we haar tegen bij de kassa. Gloria en Walter deden
spontaan een boks met elkaar’, vertelde Bart blij.
Bart zette zijn positivisme te dik aan om overtuigend
te zijn. Thea deed geen moeite om haar ergernis te verbergen.
‘Ja, allicht; na zo’n boks komt alles goed. Nou kan
ik tenminste met een gerust hart opnieuw het evangelie op De Wielewaal gaan
verkondigen’.
Gloria Grif straalde in ieder geval betrokkenheid uit. Heel anders dan Willy
Bakbruin met haar schone schijn. Desondanks kwam Gloria Grif net zo fanatiek
over als de oude directrice van De Wielewaal, maar dan niet zozeer op een
competitieve manier als wel gefocust. In de Nieuwsbrief had ze zichzelf een
bijtertje genoemd en nu Thea haar in levende lijve mocht aanschouwen zou die
eigenwaardering weleens kunnen kloppen. Wie weet was Gloria Grif wel de
grootste aanwinst aller tijden voor De Wielewaal, maar voor Thea kwam ze te
laat. Dan kon Bart nog zo hard stiekem hopen op een eind goed al goed voor zijn
echtgenote dankzij bemiddeling van die veelbelovende Gloria Grif, Thea had een
hard hoofd in een sprookjeshuwelijk. Gloria Grif leidde de vergadering, of het
gesprekje zo men wil, in met een verhaaltje over haar eigen kinderen. Met name
over haar enige zoon. Haar zoon was een fantastische jongen. Nou ja, inmiddels
was hij een man. Maar vroeger op de basisschool werd de zoon van Gloria niet
altijd even goed begrepen. Daar had Gloria heel veel verdriet van. Ze stond ook
niet open voor op- en aanmerkingen op het gedrag van haar zoon van de
leerkrachten op de basisschool. Goedbedoelde op- en aanmerkingen laten we dat
voorop stellen! Maar Gloria hield zoveel van haar jongen dat ze zijn fouten
niet onder ogen wilde zien. Heel begrijpelijk en menselijk, maar ook een beetje
kortzichtig, want ieder mens maakt fouten. Ook de zoon van Gloria. Bovendien
zat de zoon van Gloria niet voor niets op de basisschool. Fouten maken was niet
erg. Om een lang verhaal kort te maken; na veel omwegen en verkeerde diagnoses,
bleek de zoon van Gloria dyslectisch te zijn. Toen Gloria dat eenmaal wist kon
haar zoon eindelijk het leerplan geboden
worden dat hij nodig had. Hij studeerde inmiddels al lang en breed medicijnen.
‘Net als de zoon van Willy Bakbruin’, merkte Thea
prozaïsch op.
‘Ach wat leuk, studeert de zoon van Willy Bakbruin ook
medicijnen?’, wilde Gloria Grif helemaal niet weten.
‘Nee, de zoon van Willy Bakbruin heeft ook een
dyslectieverklaring. Dat was de reden dat ze zich aangevallen voelde door mijn
man en mij. Bart en ik geloven namelijk niet in zo’n dyslectieverklaring voor
Walter.’
‘Ik voel me niet aangevallen’, loog Gloria Grif.
‘Maar je vindt wel dat wij Walter tekort doen,
begrijp ik uit je verhaal?’
‘Dat zeg ik niet.’
‘Wat is dan het probleem?’
‘We kunnen toch ook gewoon communiceren zonder overal
een probleem van te maken?’, vond Gloria Grif hautain.
Gloria werd vinnig omdat ze het verweer van Thea
persoonlijk opnam. Thea kreeg bijna heimwee naar de goeie, ouwe nietszeggende
communicatie met de Willy Bakbruin en ze richtte zich tot juffrouw Marijke aan
de vergadertafel in de hoop om dit benarde gesprek in te kunnen dammen.
‘Jullie maakten je toch zorgen over Walter?’
‘Ach, zorgen, zorgen, wat heet’, dimde juffrouw
Marijke onverschillig.
Kennelijk had ze zich in de tussentijd al wat beter
weten te voegen in haar rol van juf van groep 8. Tel de acute afwezigheid van
Jade de interne coördinatrices bij die gewenning op en er was geen vuiltje meer
aan de lucht. Precies zoals Thea voorspeld had. Ze had echter niet kunnen
voorzien dat Gloria Grif transparantie van juffrouw Marijke eiste op een
dusdanig militaristische wijze dat zelfs Thea in de houding ging zitten.
‘Als er werkelijk geen problemen met Walter zijn, dan gaat Marijke jou en mij hier
en nu uitleggen waarom zij in vredesnaam dit gesprek met ons heeft aangevraagd
Thea’, liet Gloria weten, terwijl ze
theatraal over haar montuur in de richting van juffrouw Marijke tuurde.
Betrapt liet juffrouw Marijke zich in de kaarten
kijken.
‘We zitten hier niet voor niks, want we moeten ons
bezinnen op de middelbareschoolkeuze van Walter.’
De zorgen van juffrouw Marijke klonken wederom als de
zorgen van Jade de interne- coördinatrice, maar in die val zou Thea niet meer
trappen. Innerlijk sterkte ze zich aan de woorden van Bart:
‘Je hebt allang gewonnen’.
‘Is er dan al wat bekend over de middelbare
schoolkeuze van Walter?’, vroeg ze liefjes.
Juffrouw Marijke ontweek haar doordringende blik:
‘We zijn bang dat Het Stedelijk Gymnasium niet
haalbaar gaat worden. Niet vanwege de scores van Walter, maar meer vanwege zijn
sociaal emotionele intelligentie.’
Thea zei niet:
‘Ow, want op het Stedelijk Gymnasium zitten alleen
maar leerlingen met een strek ontwikkelde sociaal emotionele intelligentie
bedoel je?’
Ze vroeg ook niet:
‘Wie zegt dat er wat mis is met de sociaal emotionele
intelligentie van Walter?’
Of:
‘Wie zegt dat Walter voor het stedelijk gymnasium
kiest?’
Ze sprak de naam van Jade de interne coördinatrices
zelfs niet uit en ze wilde niet opnieuw weten wie toch die ‘we’ waren waar
juffrouw Marijke steeds op terug viel. Niets van dat alles. Ze zei alleen maar:
‘Walter gaat niet naar het stedelijk gymnasium, maar
naar de stedelijke scholengemeenschap.’
‘Wie zegt dat?!’, liet juffrouw Marijke zich bazig
ontvallen, maar Thea gaf geen antwoord meer.
De ouders zijn tenslotte de doorslaggevende factoren
bij de definitieve middelbare schoolkeuze van een kind. Alsof juffrouw Marijke
en vooral Jade de interne coördinatrice zich dat niet realiseerden! Hoe durfde
Thea hun onmacht te beklemtonen? De moeder van Walter zou er in de toekomst nog
wel achter komen dat er met het juk van Jade de interne coördinatrice niet te
spotten viel. En hoe! Aan het einde van groep 8 hadden alle klasgenoten van
Walter bericht gekregen of ze al dan niet toegelaten waren op de middelbare
school van hun keuze, behalve Walter. Hij had zich ingeschreven op dezelfde
stedelijke scholengemeenschap als zijn zus. Sabine was een schooljaar geleden
probleemloos geaccepteerd. Zoals verwacht wezen de uitkomsten van de CITO- en
NIOtoetsen van Walter in de richting van het vwo. Verder geen noemenswaardige
bijzonderheden naar mening van zijn ouders. Toch ontving Walter een ander soort
boodschap dan Sabine en zijn klasgenootjes. Hoewel de envelop die aan hem
gericht was eveneens het logo droeg van de middelbare school waar hij was
aangemeld. Logisch dat Walter in eerste instantie dacht dat de inhoud een
bevestiging was van zijn plaatsing. Vandaar dat hij de tekst wel drie keer
moest lezen voordat hij begreep wat er in werkelijkheid geschreven stond.
Daarna gaf hij de brief zwijgend door aan zijn vader en dook achter zijn
gamecomputer in een hoekje van de huiskamer. Bart reageerde ondertussen
aanzienlijk minder bedachtzaam dan zijn zoon op de boodschap:
‘Dit is schandalig!’, riep Bart uit, terwijl hij al
aan de telefoon hing.
Thea moest de brief uit de handen van Bart grissen om
ook op de hoogte van het nieuws te raken. Ze las.
Beste Walter,
Momenteel zijn wij nog in beraad over jouw plaatsing
op onze scholengemeenschap. Je zult nog even geduld moeten oefenen.
Met vriendelijke groet,
Bertus Blunder
Conrector onderbouw
‘Waar slaat dit op?!, brieste ze naar Bart die met
zijn mobiel aan zijn oor gebaarde dat Thea stil moest zijn.
De telefoon had hij op speaker gezet. Gloria Grif nam
op. Ze leek oprecht verbaasd. Er was dus nog hoop.
‘Dit vind ik heel vreemd’, beweerde ze gealarmeerd.
‘Ja, wij ook!’, bulderde Bart.
‘Ik ga er achteraan Bart. Ik bel je vanmiddag nog
terug’, beloofde Gloria Grif paniekerig.
‘Ik weet zeker dat Jade de interne coördinatrice weer
heeft zitten bekonkelen!’ broeide Thea in afwachting van uitsluitsel.
Bart had geen commentaar. Al zijn aandacht ging op
aan woedebeheersing. Wat was er nou weer niet goed? Alsof Walter een misdadiger
was. Wie weet was de leugen over het geweldsdelict van Walter met betrekking
tot het auto-incident met Kevin wel een eigen leven gaan leiden. Walter zou
weleens als een potentieel gevaar voor zijn aanstaande mede middelbare
scholieren kunnen worden beschouwd. Walter, de elfjarige jongen uit groep 8 van
De Wielewaal, met een gewelddadige
reputatie op basis van verdachtmakingen, moest eerst doorgelicht worden
alvorens hij van zijn mensenrecht op middelbaar onderwijs gebruik mocht maken.
Typisch Jade de interne coördinatrice. Zij had in de eeuwigheid waarin ze op De
Wielwaal rondliep natuurlijk de nodige vriendjespolitiek in de onderbouw van
het middelbare onderwijs bedreven en daarmee macht gekweekt om twijfel te
oogsten.
Een huiswerksterkklant en een paar koppen koffie in
de huiskamer later ging eindelijk de telefoon van Bart die hij aannam met een
verwilderde uitdrukking op zijn gezicht, omdat hij het nummer op het scherm
niet herkende. Uit de speaker schelde een vreemde vrouwenstem. Ze stelde zich
voor als de secretaresse van de heer Blunder, oftewel de conrector onderbouw,
van de stedelijke scholengemeenschap.
‘Van harte gefeliciteerd’, begon de secretaresse
gemaakt.
‘Waarmee?’, vroeg Bart geïrriteerd.
‘Walter mag komen. Hij is geplaatst in de brugklas’,
kondigde ze vrolijk aan.
‘En waarom moest dat zo lang duren?’, bromde Bart.
De secretaresse van conrector Blunder had haar
verklaring veel te snel klaar om geloofwaardig te zijn.
‘Een administratief foutje, maar Walter heeft de
bevestiging van zijn plaatsing overmorgen in de bus. Goedemiddag meneer.’
Gloria Grif kwam haar belofte om terug te bellen niet
meer na. Dus Bart en Thea namen aan dat zij achter deze goede afloop zat. Thea
voelde zich niet geroepen om de directrice alsnog op De Wielewaal op te zoeken
en te bedanken voor haar bemiddeling. Het was al erg genoeg dat haar
tussenkomst noodzakelijk was geweest om Walter op een normale manier op de
scholengemeenschap van zijn keuze te krijgen. Als hij nou naar het stedelijk
gymnasium had gewild. En dan nog was de opmerking van juffrouw Marijke over de
eventuele ontoereikende sociaalemotionele intelligentie van Walter subjectief
en natuurlijk pure discriminatie.
‘Maar dat is niet zo bedoeld’, waagde Bart nog voor
juffrouw Marijke in de bres te springen ook.
‘Jezus, Bart, wat is er mis met jou de laatste tijd?
Waarom denk je juffrouw Marijke en Gloria Grif constant tegen mij in
bescherming te moeten nemen?‘
‘Vanwege hun gebrekkige sociaal-emotionele
intelligentie’, grijnsde Bart schuldbewust.
In werkelijkheid probeerde Bart om Thea te behoeden
voor de negatieve spiraal waarin ze terecht dreigde te komen door de
zwaarmoedigheid die haar de laatste tijd beving. Het gesprek met directrice
Gloria Grif en juffrouw Marijke aan het begin van het schooljaar hadden de
moedeloosheid van Thea alleen nog maar verergerd. Sindsdien bemoeide Thea zich
helemaal niet meer met het schoolleven op De Wielewaal. Met reden weliswaar,
want Walter hield zich uit eigen beweging eveneens overal afzijdig van. Hij
ging liever niet mee op schoolkamp en het licht en geluid van de
afscheidsmusical van groep 8 kon hem een tweede keer niet meer boeien. Walter
was klaar op en met De Wielewaal. Overigens zonder zijn hulpvaardigheid,
maatjes en goede humeur te verliezen. Kwamen de wijze lessen over introspectie
van Guide de schoolpsycholoog toch nog van pas, want aan verlokkingen geen
gebrek in groep 8 van juffrouw Marijke. Het nemen van time-outs werd een sport
voor Walter. Moeiteloos nam hij afstand van de vechtersbaasjes van vroeger die
in groep 8 waren uitgegroeid tot onberekenbare prépubers. Ze gingen elkaar
opnieuw te lijf alsof het reparatiejaar van Yin en Yang met aardbeientaart met
slagroom nooit geweest was. Zelfs zonder de bemoediging van Walter, hetgeen volgens
de jarenlange demonisering van de jongen eigenlijk helemaal niet mogelijk was.
Toch explodeerde de opgekropte ruzies in groep 8 wederom even vaak en heftig op
het speelplein van De Wielewaal als in de tijd van Willy Bakbruin en meester
Gijsbert uit groep 3. Meester Gijsbert was de beruchte invalmeester die de
zevenjarige Walter in het verleden als hoofdschuldige van de ruzies aanwees.
Omdat hij gespecialiseerd was in moeilijk opvoedbare leerlingen, meende hij
Walter met recht een rugzakje te mogen omhangen vanwege zijn vermeende
agressiviteit. Ruim vier jaar later werd Marcus, de zoon van professor Pronken
alsmede het erudiete vriendje van Walter, serieus bedreigd door leden van het
islamitische clubje van Soltan. Intimidatie dus door voormalig vrijgepleite
klasgenoten van het eerste uur van Walter op De Wielewaal. In de laatste
jaargang zonder inmenging van Walter.
‘Jij moet dood en je vader ook’, lieten de lieverdjes
die arme Marcus herhaaldelijk weten.
‘Het zal je maar gezegd worden’, was alles wat de
elfjarige Walter er tegen Thea over opmerkte.
Hij liet zich niet meer verleiden tot een beslissend
knokpartijtje, waardoor de metaforisch geworpen granaat met een sisser dreigde
af te lopen. Maar dan kende directrice Gloria Grif de vader van Marcus nog
niet. Professor Pronken deed officieel aangifte van doodsbedreiging door
minderjarigen op de basisschool van zijn zoon bij de plaatselijke politie. Een
ontploffing in het gezicht van De Wielewaal. Waar was Walter – oftewel de
beproefde bliksemafleider van heilige
huisjes - op het moment dat opperouders
hem nodig hadden?
Je zou je bijna afvragen waar de inspanningen van Yin
en Yang goed voor waren geweest? De troubleshooters hadden Thea en haar
kinderen in ieder geval een uitweg gegeven van de dictatuur van de opperouders.
Dat was meer dan Thea vooraf had durven hopen. De rest was bonus. Zo kwam de
steunbetuiging van directeur Yin tijdens het laatste telefoongesprek met Thea
ook als een verrassing. In haar hoofd kon ze nog woord voor woord herhalen wat hij
toen gezegd had:
‘Ik weet niet wat het is met die ouders hier op De
Wielewaal, maar zoals jij je staande weet te houden tussen al de chaos, dat is
goud waard. Ik vind je fantastisch. Dat wilde ik je nog meegeven.’
Directeur Yin had haar ontroerd met zijn compliment
op een manier waardoor Thea zich vereerd voelde en zich tegelijkertijd schaamde
voor haar kwetsbaarheid. Ze wilde hem belonen voor zijn inzet en sympathie en
toen er een thema-avond over ouderparticipatie onder zijn leiding op De
Wielewaal in de Nieuwsbrief werd aangekondigd, hoopte ze haar cadeau gevonden
te hebben. Bart dacht ook dat Thea directeur Yin een plezier zou doen door
actief deel te nemen aan zijn workshop. Het tegendeel was waar.
Hij had niet op haar gerekend en klapte dicht toen
hij haar zag. Alsof ze de boel kwam verzieken, terwijl Thea uit vriendschap was
komen opdraven. In een flits dook hij weg in de directiekamer om een muurtje op
te trekken. Even later zag Thea hem weer verschijnen in de vergaderruimte met
een ongenaakbare uitstraling die haar specifiek op een afstand hield. De
onverdraaglijke pijn van de afwijzing deed haar buiten zichzelf treden. Haar
eigenlijke zelf schoot in de overlevingsmodus. Ze zag zichzelf zitten tussen
veel meer deelnemers aan de workshop dan Thea vantevoren ingeschat had. Ze
lachte om haar eigen kritiekloze deelname aan onnozele kennismakingsspelletjes waaraan ze normaliter
een gloeiende hekel had. Ze begreep niet waar ze de motivatie vandaan haalde om
quasi ademloos te luisteren naar de oeverloze mooie praatjes van de sprekers op
de thema-avond over ouderparticipatie en ze verbaasde zich over het schijnbare
gemak waarmee ze in de pauze socialiseerde met de aanwezige incrowd van De
Wielewaal. Ze walgde van haar hypocriete zelf in een uitgelaten gesprek met
juffrouw Nelleke; de voormalige tattoojuf van Walter en ze werd niet goed van
de leuke ideetjes die ze zelf te berde bracht tijdens een gezamenlijke
werkopdracht met mede-ouders. Ze hoorde zichzelf zowaar discussiëren met een
enkele aanwezige opperouder wiens
zelfingenomenheid haar alter-ego met klinkende gevatheid wist te
pareren. Directeur Yin schoot ervan in de lach. Aan het eind van de thema-avond
over ouderparticipatie liet hij gerustgesteld zijn schild vallen, maar Thea
bleef hem uit de weg gaan. Hij was al veel te dichtbij gekomen.
Haar Renault stond een meter of tien van de
hoofdingang van De Wielewaal in de gele straal van een lantaarnpaal geparkeerd.
Voor ze instapte keek Thea onwillekeurig nog één keer in de richting van de
basisschool van haar kinderen die zij na afloop van de thema-avond over
ouderparticipatie als eerste verlaten had. Directeur Yin doemde op in de
verlichte deuropening. Direct nadat hij
merkte dat Thea zijn richting opkeek, hief hij zijn hand in een korte,
krachtige zwaai naar haar op. Zij zwaaide automatisch terug; dag, dag, tot
nooit weer ziens.
‘Nou, ik kan me zijn insteek wel voorstellen’,
temperde Bart het zeer van Thea, toen ze terneer geslagen haar verhaal deed
over de afwijzing van directeur Yin op de thema-avond over ouderparticipatie.
Bart kon de teleurstelling van Thea merkbaar nog
slechter verdragen dan zijzelf. Thea gaf hem gelijk, maar ze meende het niet.
De dag daarop sprak tattoojuf Nelleke haar aan op het speelplein. Of Thea een
verslagje wilde schrijven over de thema-avond voor de Nieuwsbrief. Duidelijk
een verkapt excuus van directeur Yin. Hoe eerder Thea toegaf, hoe makkelijker
de breuk. Ze schreef een lovende recensie. Twee dagen later brak ze haar
enkel.
Thea trekt het briefje met de adresgegevens van Bink
van het prikbord in de bijkeuken en betreedt het overdekte terras. Een koude
windvlaag valt haar aan en de keukendeur waait met een harde klap dicht. Melvin
is ineens heel dichtbij. Ze huivert. Melvin kijkt haar spottend aan. Dan smijt
hij zijn peuk op de terrastegels. Thea trapt de smeulende sigaret uit en reikt
Melvin zwijgend de adresgegevens van Bink.
‘Wat is dat?’
Hij is schor en praat in wolkjes wasem of nicotine.
Gemberthee zou hem goed doen.
‘Je moet Bink bellen.’
‘Wie zegt dat?’
‘Doe het nou maar’, gebiedt Thea, terwijl ze hem het
briefje nog eens extra voorhoudt.
‘En als ik het niet doe?’
Melvin haalt zijn neus op en krabt langdurig op
respectievelijk; zijn hoofd, bovenarm en in zijn nek. Thea krijgt er jeuk van.
‘Dan bel ik de politie. Je was bij Opsporing
Verzocht’.
In een ruk trekt Melvin het briefje met de
adresgegevens van Bink uit haar hand.
‘Bewijs het maar eens’, bluft hij.
‘Dat heb je zelf al gedaan met dat plakplaatje op de
binnenkant je pols, slimmerik’, schampert Thea.
Ze heeft de keukendeurklink alweer in haar hand. Ze
wil terug naar binnen. Ze heeft het koud, maar ze wacht toch nog even. De
lichaamstaal van Melvin houdt haar tegen. Hij heeft nog wat te melden. Ze houdt
haar adem in.
‘Mag ik binnen met Bink bellen? Ik heb het koud.’
Thea hoort geen Melvin meer. Betuwe Flipje is aan het
woord. Daar is haar pijn van de afwijzing weer. Of het is zijn pijn?
‘Enough is genoeg’, zegt ze en laat de keukendeur achter zich op een kier staan.
Reacties
Een reactie posten